Finland vergeet de oorlog Officiële zwarte handel komt de bevolking ten goede Zeeuwse Almanak INVASIE-GERUCHTEN TUSSEN PUINHOPEN EN BOMMEN NIEUWE EMIGRATIE-KANSEN VOOR JONGE NEDERLANDERS DOKTERS-ASSISTENTE PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT VRIJDAG 3 JUNI 1949 (Van onze correspondent) HELSINKI, Mei Eigenlijk is de oorlog eerst afgelopen, wanneer de slager weer vriendelijk vraagt of het een onsje meer mag zijn. zeiden de Finnen destijds. Nu is het zo ver: nog gedurende de zomer van dit jaar zal de distributie van levensmiddelen worden opgeheven. De oorlog behoort dus weer tot het verleden. En er kon zelfs worden meegedeeld, dat de in dustrie haar record-productie van 1933 belangrijk heeft overschreden. Het is moeilijk te zeggen, hoe Fin land er naar verhouding zo vlug bo venop kon komen, hoewel het land toch 25 pet. van zijn cellulose- en 14 pet. van zijn zaag-industrie heeft moeten afstaan. In de eerste plaats moet wel de originele zet worden ge memoreerd, waarmede de regering de zwarte handelaren uitschakelde en het inflationistlsch spook wist te verbannen. Deze zet heette Loterij. Onder bepaalde omstandigheden mochten namelijk verschillende goe deren vrij van rechten worden inge voerd en als prijzen voor een loterij worden aangeboden. Dat ging dan ongeveer als volgt: een Finse vereniging ontving van vrienden in Zweden een bedrag in kronen. Hiervoor kocht de vereniging laten we zeggen koffie, die mits voor een goed doel besterad vrij van rechten mocht worden geïmpor teerd. Het was nu nog maar een klein kunstje de koffie in zakjes van één of twee ons te pakken en tegen een niet te hoge prijs loten te verko pen. waarvan misschien driekwart blanco waren. Zo kwam geld in het laadje, waardoor de vereniging haar goede doel kon bereiken, de welvaart steeg, de zwarte handelaren een kwaad gezicht trokken, de levens vreugde terug keèrde en de arbeids productiviteit toenam. Zo waren er honderden, ja misschien duizenden, die profijt trokken uit de ze door de regering getolereerde im port en dus handig door de mazen der deviezenbepalingen wisten te glip pen. Toen de Finse regering zag, welke voordelen deze importen met zich mede brachten, ging zij nog een stap verder. Nu gaf zij de verschillende weldadigheids-organisaties toestem ming, gedistribueerde levensmidde len direct tegen een hogere prijs te verkopen. Zo kwam weer de ene ver eniging aan het geld, om wezen te steunen, terwijl een andere organisa tie kans zag een huis te bouwen. En zo kwam tenslotte ook deze officiële goedgekeurde zwarte markt het ge hele volk ten goede. WEINIG BEWAPENINGSUITGAVEN. Een ander geheim van het spoe dig herstel van Finland staat in ver band met het feit, dat het land niet te veel voor defensie mag resp. kan Uitgeven. In 1938 besteedden de Fin- ï^m 5,13 pet van het nationale inko men voor militaire doeleinden, thans bedraagt dit cijfer slechts 1,63 pet. In 1938 maakte de post „defensie" 23 pet. van het budget uit, thans wordt voor landsverdediging slechts 3,4 pet. van de begroting uitgetrokken. Ter vergelijking diene, dat de Zweden in 1948 nog 15.4 pet. de Denen 13.3. pet en de Noren 8.2 pet van de staatsuit gaven voor defensie over hadden. Het Finse leger, de vloot en de luchtmacht tellen thans 42.000 man. Deze sterkte is te vergelijken met die van het Deense leger van voor de oor log. De Finnen hebben dus eigenlijk gelijk, dat hun land een militair va cuum is. Dit weten de Russen maar al te goed. Niet voor niets hebben zij langs de 1750 km lange, geheel geëlectri- ficecrde Moermansk-spoorlijn hun di visies klaar liggen. Deze lijn wordt zo zwaar bewaakt, dat het argument der Sowjets, dat zij zich door de mi litaire activiteit der Scandinaviërs bedreigd gevoelen, niet in ernst ge nomen kan worden. ZON Nu. begint dan toch langzaam maar zeker de zon de overhand te krijgen over de schaduw. De Meimaand was een teleurstelling. De mooie dagen waren schaars. Maar nu is het ge daan. nu is het vroege zomer. Het groen krijgt diepere tinten en ge moet naar buiten gaan om goed te zien, hoe groen de wereld is! Zie in de plantsoenen van Goes en Middelburg en Vlissingen de ouden van dagen tevreden zich koesteren in de warme zonneschijn. Zie, hoe de moeders hun jonge kinderen in de kinderwagens leggen en aan de wan del gaan. Hoor. hoe de kinderstem men schallen, van de vroege morgen tot de late avond. Maar laat het daar niet bij, ga ook zelf in de zon liggen, neem het er af en toe eens van in de ze jachtende tijd. Niets maakt een mens meer tevre den en doet hem gemakkelijker voor een ogenblik zijn zorgen vergeten, dan zonneschijn. En niemand heeft dat schoner uitgedrukt, dan de Vlaamse dichter Jan van Nijlen, die in een van zijn gedichten schrijft: Soms heeft mijn hart niets meer Ivan node Dan 't uitzicht op een open land Om te gevoelen in de brand Der zon de zaligheid der Goden.... Zon en uitzicht op open land. Het is er nu beide, overvloedig en zonder dat het iets kost, Nog is het hete branden er niet, dat Juli en Augustus eigen kan zijn. De zomer is jong en Zeeland strekt zich uit in het milde licht van iedere dag, goud op de wegen en zilver op 't water, vruchtbaar zijn landen en stoer zijn zware dijken en dat alles in de zon, die zo lang gemist werd, waarnaar zo verlangend xoerd uitgekeken en die er nu eindelek» eindelijk is. Maar al is het Finse leger dan niet up-to-date, de Finnen voelen zich be slist niet zwak. Wie een Fin in Zwe den of Noorwegen vraagt, wat hij in geval van oorlog zou doen, zal stellig tot antwoord krijgen: „Ik ga natuur lijk naar huis. Daar zal men mij wel de plaats aantvijzen, waar ik iets voor mijn vaderland kan doen". De Finnen venvachten echter op 1 ogenblik geen conflict Zij houden van het gezegde „geen drukte voor de tijd", voldoen aan hun verplichtingen die voortspruiten uit twee verloren oorlogen, putten moed uit de woorden van hun socialistische premier Fager- holm, die geen ogenblik onbenut laat om de zinsnede van Stalin te herha len, waarin de Sowjet-leider verze kert, dat hij het verdrag van vriend schap tussen Rusland en Finland als een verdrag van gelijkgerechtigde partners beschouwt enhopen dat de Olympiade van 1952 deze keer wel zal doorgaan. (Nadruk verboden) Immigranten behoeven geen Argentijnen te worden. (Van onze Haagse redacteur) Er is destijds gepubliceerd, dat im migranten in Argentinië de Argen tijnse nationaliteit moesten aannemen. Wij vernemen thans van de Centra le Stichting Landbouw Emigratie, dat in Argentinië gevestigde buitenlan ders volgens het inmiddels aangeno men voorstel tot grondwetswijziging na twee jaar de Argentijnse nationa liteit mogen aanvragen. Na vijf jaar verkrijgen zij automatisch de Argen tijnse nationaliteit, tenzij z\j te ken nen gegeven hebben de nieuwe natio naliteit niet te wensen. Vreugde onder de gedeporteerde buitenlanders. Puinhopen, barakken, invaliden, vrouwen, kinderen, buitenlanders, on gedierte, bommen en koolsoep, dat was' het Duitsland van 1944. Af en toe stond er wel eens een hysterische partijleider tot zijn volksgenoten te brullen van overwinning en vaderlandsliefde, maar toch druppelde lang zaam de twijfel In de versufte geesten van de Duitsers. Overwinningjawel, maar de Russen marcheerden door Polen en in Afrika was geen Duitser meer te zien, in Italië trokken de Engelsen verder en de berichten over het torpederen van vijandelijke koopvaardij schepen werden steeds minder in aantal, de radio staakte 's avonds de uitzending om „Luftlagemeldungen" door te geven, omdat Anglo-Ameri- kaanse bommenwerpers met de regelmaat van een klok hun bommen neersmeten en tenslotte werden de voedselrantsoenen steeds lager. Over winnen bleek makkelijker gezegd dan gedaan. Laatste dagen van het Derde Rijk begonnen. Men beweerde in Berlijn, dat men van de „Sieg" zeker was, maar hele maal safe was het toch niet. De door snee-Duitser wist het niet meer. Al leen de fanatiekelingen staken hun neus arrogant in de wind, want im mers: „Wir mtissen siegen". Overal in het Derde Rijk, dat op zijn grondvesten schudde, waren er echter grote groepen, die niet pessi mistisch waren en die er bepaald ge noegen in schepten, de wildste ge ruchten over geallieerde overwinnin- f;en en Duitse nederlagen de wereld n de sturen: de buitenlandse arbei ders. Sommigen van hen hadden van uit de fabrieken gestolen onderdelen in het geheim radiotoestellen gefabri ceerd en met een paar vertrouwde lui werd dan 's avonds dé aether af gezocht op zoek naar berichten, 's Morgens kwam men in de fabriek en daar was dan de bonte verzame ling bij elkaar onder het toezicht van een paar snauwende Duitsers: Fransen en Denen, Belgen en Neder landers, Serven en Polen, Kroaten en Noren, en allen waren ze nieuwsgie: rig. In gebroken Duits in allerlei tongval ging het nieuws van mond tot mond. Men verstond elkaar wel niet altijd en de berichten werden daardoor op allerlei manieren ver draaid, maar dat was niet erg. Hoofd zaak was, dat er nieuws was en goed nieuws! DE INVASIE. Zo gebeurde het op die morgen in Juni 1944, dat er ergens in Duitsland een kleine Franse krijgsgevangene wild de fabriek in kwam stormen en van emotie bijna niets kon uitbren gen. Eindelijk stootte hij uit „Les Anglais, ils sont laen France". Grote beroering onder zijn landgeno ten en het duurde niet lang of het werd gefluisterd langs draaibanken, in de machinekamers, op de opslag plaatsen en in de werkplaatsen: „De Engelsen zijn gelandDie Englan- der sind gelandet. En de Duitsers? Zij konden het niet ontkennen. De radio had het im mers zelf medegedeeld. Het tweede front was werkelijkheid geworden, de Atlantik-wall had gefaald en het Nazi-regiem ging zijn laatste dagen tegemoet. Zeep en verkiezingen. Woensdag werden in Nu- mans gemeenteraads-verkie- zingen gehouden en zoals over al elders werden door de vijf mededingende partijen de no dige circulaires verzonden. De V.V.D. meende meer te moe ten doen en zo werd huis aan huis (ongeveer 1200 gezinnen) verpakt in een loonzakje een stukje toiletzeep bezorgd met een circulaire, waarop o.m voorkwam: „Veel werd U be loofd, maar de V.V.D. begint met de daad. Wast üw handen van alle politieke onrein, waar mede u de laatste weken werd gebombardeerd, met bijgaand stukje zeep". Toen men Woensdag ter stembus trok had de A.R.-partij aanplakbiljetten met als op schrift „Stemt zonder zeep, maar niet plezier de mannen van lijst 4". Venray is boos op „Wederopbouw." Door de gemeenteraad van Venray ls een besluit genomen om de 50 prefab woningen, door het ministerie van we deropbouw aangeboden, niet te accepte ren. Door diverse bezuinigingen was de oorsprokelijke prijs van f 48 per m3 te ruggebracht op 32 per m3. zodat des kundigen in de raad spraken ovèr „uit geklede" woningen. Ondanks de woning nood wilde de raad deze woningen niet laten bouwen, temeer daar hij „de ver antwoordelijkheid niet op zich wilde ne men voor het bouwen van huizen waar van men 50 jaren lang spijt zal hebben". 's Avonds kwam de raad echter weer bijeen, nu in spoedeisende vergadering, om alsnog het besluit te nemen de wo ningen te accepteren. Men had B. en W. nL medegedeeld, dat de gemeente de prefab-woningen in deze vorm had te accepteren, daar geen andere woningen werden toegekend. De woningen werden daarom alsnog geaccepteerd, nadat er harde woorden waren gevallen over „trustvorming bij prefab-bouw" en „dic tatoriale bureaucratie". Demobilisanten ook naar Nieuw-Zeeland Vernomen wordt, dat de Nederlandse regering, via haar gezantschap te Well ington. aan de Nieuw-Zeelandse rege ring heeft gevraagd, of een aantal van de Nederlandse strijdkrachten in Indo nesië. na hun demobilisatie, zich als land arbeiders in Nieuw-Zeeland kan vesti gen. Waarschijnlijk zal de regering te Wellington zich bereid verklaren op deze basis 1000 oud-strijders toe te laten. Zoals gemeld, heeft Australië zich be reid verklaard. 5000 Nederlandse oud strijders uit Indonesië in haar land toe te laten. Het spreekt haast vanzelf dat Eindhoven een der eerste steden is in Ne derland waar de mobilofoon in het groot zijn intrede doet. Een particuliere taxi-onderneming te Eindhoven heeft zijn wagens van een mobilofoon voor zien, waardoor de chauffeurs in staat zijn voortdurend telefonisch contact te onderhouden met de taxicentrale. Een chauffeur in gesprek met de centrale. Links voor het stuur het be- dieningsschakelbordje. De luidspreker voor ontvangst is onzichtbaar inge bouwd. Opleiding tot mijnopzichter in het Zuid-Afrikaanse -goudmijn-bedrijf. (Van onze emigratie-medewerker) Een dezer dagen arriveert in Nederland een speciale commissie uit Zuid- Afrika welk thans in Engeland vertoeft om een onderzoek in te stellen naar de mogelijkheid van emigratie van Nederlanders als mijnarbeiders voor de goudmijnen in de Unie. Enige tijd geleden werd bekend gemaakt, dat Zuid-Afrika plaats had voor een betrekkelijk groot aantal jonge mannen vaii 19 tot 23 jaar, die bereid zouden kunnen worden gevonden in Zuid-Afri ka een opleiding te volgen tot mijnopzichter in de goudmijnen. Daar de lo nen voor deze categorie arbeiders zeer hoog zijn, is de belangstelling voor dit beroep tamelijk groot. Het feit evenwel, dat er een speciale keuzecom missie uit Zuid-Afrika overkomt naar Nederland '■"ewijst, dat men bij het aanstellen van dergelijke arbeidskrachten niet over één nacht ijs gaat. Trouwens, ook de jonge mensen, die menen voor deze plaatsing in aan merking te komen, dienen te bedenken, dat zij zich niet „op glad ijs" mo gen begeven. Maar gelukkig als zij zich mochten hebben vergist in hun eigen capaciteiten en morele eigenschappen, dan is er de bedoelde keu zecommissie. die hen voor die stap wel zal weten te behoeden in overleg met de gewestelijke arbeidsbureaux, waar men zich moet hebben laten in schrijven of alsnog doen inschrijven op zéér korte termijn om voor sollicitatie als mijnopzichter (in opleiding) in aanmerking te kunnen ko men. ER WORDT VEEL GEËIST. Er is ons gevraagd of dit werk in de mijnen niet „onmenselijk" is en dat daarom de lonen zo hoog zijn. na melijk meer dan de helft groter dan in andere beroepen wordt verdiend: 16 18 160.—, 180.—) per week. Onmenselijk is dit werk zeer beslist niet, maar er wordt physiek en moreel véél geëist, en juist daar om is de keuring streng. Wie deze keu ring doorstaat, kan het werk zeker aan. De Zuid-Afrikaanse goudmijnen behoren tot de best georganiseerde ter wereld, waar de sociale voorzieningen bijzonder goed zijn. Het feit, dat het goudmijnbedrijf van Zuid-Afrika de kurk vormt, waarop dit land drijft, is mede de reden dat de regering er bij zondere aandaéht aan schenkt om het niet in discrediet te brengen. DE OPLEIDING. De opleiding van blanken tot mijn opzichter geschiedt zowel theoretisch als practisch en wordt geheel door de regering bekostigd. Men kan zo'n op leiding min of meer vergelijken, voor wat de technische zijde betreft, met die van een M.T.S. hier te lande. De leerlingen ontvangen tijdens de duur van de opleiding een toelage. Als grondregel geldt, dat mijnopzichters slechts dan hun werk goed kunnen verrichten, wanneer zij zelf ook on dergronds de kleinste werkzaamhe den hebben leren doen. Dit sluit in, dat de leertijd een lang en hard be staan betekent Het behoeft dan ook niet te verwonderen te vernemen, dat het verloop der leerlingen tijdens de opleidingscursus groot is, ondanks 't feit, dat men ook in Nederland reeds medisch en psychotechnisch wordt onderzocht. Zelfs een grafolo- gische tekst maakt deel van dit onder zoek uit om aan de hand van het schrift de karakters der sollicitanten te kunnen nagaan. De opleiding in Zuid-Afrika duurt vier jaar en zij is zodanig, dat als blij ken zou dat men op den duur niet kan slagen, reeds in het tweede jaar van de opleiding de aanwijzingen daarvan naar voren treden en men dan ook afvalt. Houdt men echter vol mo reel en physiek! dan kan men wel zeggen „dat je kostje gekocht is", zo als een deskundige ons dezer dagen zeide. Vergeet bijvoorbeeld niet, dat deze opleiding na bewezen capacitei ten de mogelijkheid in zich sluit dat Toerisme naar België. Naar aanleiding van berichten voor vereenvoudiging van de formalitei ten voor het toerisme naar België deelt de contact-commissie van werk- gevers-organ saties voor het wegver voer (C.W.W.) mede: Nederlanders, die buiten de provincie, waarin zij woonachtig zijn, met vacantie gaan en tijdens hun vacantie als groep per touringcar naar Belg wensen te gaan, dienen in het bezit te zijn van een geldig bewijs van Nederlan derschap (een uittreksel uit het be volkingsregister is niet voldoende). Voor individuele reizen naar Bel gië zal het bewijs van Nederlander schap voorlopig niet voldoende zyn. Collectieve paspoorten moeten in de plaats van inwoning worden aange vraagd. men op kosten van de Staat aan een Zuid-Afrikaanse universiteit mag gaan studeren. ZORG VOOR BLANKEN! In Zuid-Afrika zijnde (als men een maal bij de opleiding is ingedeeld) on dergaat men elke maand een herkeu ring. Blijkt, dat men niet volledig te gen het ondergrondse werk acht urige werkdagen op een diepte van 9 a 1U.000 voet onder hoge tempera tuur is opgewassen, dan wordt men voor het ondergrondse werk uitge schakeld. Hoe roekeloos men in Zuid- Afrika misschien ook met de natu rellen mag omgaan, aldus onze zegs man, voor de blanken brengt men al les in het géweer om hun gezondheid niet te schaden. Wie voor het mijnbedrijf voelt om er hogere functies te bekleden en op gewassen is tegen de inspanning, die dit werk kost hetgeen uit de steeds weerkerende keuring zal blijken na de zeer strenge keuring, die de keuze commissie hier te lande al verricht kan in dit bedrijf een uitstekende toe komst tegemoet gaan. FEUILLETON 16 „We moeten wat bloemen voor je zien te krijgen", zei hij impulsief. „Ben ik te mooi aangekleed?" Haar grijze ogen toonden een lichte teleur stelling en toch Wist ze dat ze er beel dig uitzag, zoals ze had gehoopt. Ze zag het weerspiegeld in de donkere ogen van Eric Holbrook, ze wist dat ze hem een ogenblik onzeker van zichzelf had gemaakt; ja zelfs dat ze hem had opgeschrikt uit een pose. waarin hij zich al te lang had ver scholen. Hij nam vol zelfvertrouwen haar arm: hij was weer zichzelf. „Je ziet er beeldig uit" vertelde hij haar vrolijk, „zo beeldig dat ik aan bloe men moest denken. Er is een klein winkeltje vlak om de hoek. Laten wij eens kijken óf we daar iets voor )e kunnen vinden". Het moest iets bizonders zijn. De korte dikke eigenaar, die zijn borste lige witte wenkbrauwen eerst in hoop volle verwachting, maar daarna te leurgesteld optrok, kon niets te voor schijn halen dat Dokter Holbrook be viel. „Een orchidee dan? Een heel bizon- dere orchidee? Kijkt u eens!" Hij haalde deze schat met veel vertoon te voorschijn, de prachtigste, grootste, door ADELAIDE HUMPHRIES kunnen kijken. „Neen, neen, dat klei ne bouquetje, daar helemaal achter aan. Ja juist, dat! Dat is juist wat ik zoekt tenminste, als jij het ook mooi vindt, Janice?" Hij richtte zich op en hun ogen ontmoetten elkaar. Het wa ren kleine, vaste, gele rozenknopjes. Janice zei, dat zij ze schattig vond. Toen er een corsage van gemaakt was de Borstelige Wenkbrauw toonde zich een expert stonden ze aller liefst op haar bruine bontjas. Ze zouden even lief staan op de groene jurk als ze haar jasje uitdeed. Nog 'n accent van goud. Maar meer nog: ze waren iets, dat dokter Holbrook spe ciaal voor haar had uitgezocht. Diezelfde ochtend had Janice wat bloemen voor dokter Holbrook ge kocht om aan zijn vrouw te geven als afscheidsgroet. Ze was een hele tijd bezig geweest, voordat ze een goede keus had kunnen doen. Ze had iets aparts willen hebben, zodat mevrouw Holbrook blij zou zijn met het ge schenk van haar man. Ze had ten slotte haar keus laten vallen op een corsage van ouderwetse bloemen, tere witte en blauwe vergeetmijnietnietjes met een enkele rode roos in het mid den. „Ik zou het vreselijk vinden als een die men zich kon denken. De dokter ander de dingen uitzocht, die mijn fronste zijn fraaie wenkbrouwen en gunde de bloem nauwelijks een blik. „Wat zijn dat?" Hij bukte zich om in de diepte van de enorme kast te man mij gaf", dacht Janice nu. Ze vroeg zich af of mevrouw Holbrook wist. dat zij altijd de cadeautjes voor de dokter koos. Dit was echter de laatste gedachte die zij gedurende die heerlijke avond aan mevrouw Hol brook wijdde. Want het was een heer lijke avond. Het eten van Michelle was even voortreffelijk als dokter Holbrook had beloofd. Weer maakte Eric een keuze die „net geschikt" was voor Janice. Hij stond er op, dat Michelle een speciaal wijntje te voorschijn zou halen, iets gewoons kwam helemaal niet in aan merking. „Het moet iets heel speciaals zijn", zei hij, „iets dat precies geschikt is voor juffrouw Hilary. Een beetje zoet, maar ook weer niet te erg, lijkt mij. Maar je weet wel wat je moet schen ken, Michelle, ik laat het aan jou over". Janice zou niet hebben kunnen zeg gen of de wijn veel beter was dan de geliefde California-scherry van haar vader, maar hij was verrukkelijk en het deed haar wangen gloeien en haar ogen stralen. „Hoe zóu je het vinden om een ritje in een rijtuig door het park te ma ken?" vroeg Eric Holbrook toen ze klaar waren met eten. Janice vond het een goed idee om een beetje in de frisse lucht te gaan. Ze was niet gewend aan zulk overda dig eten of geïmporteerde wijn. Mis schien was het achteraf toch iets an ders dan haar vaders sherry. Ze had ook nog nooit in een koetsje gereden en bekende dat dat altijd een wens van haar was geweest. „Dan doen we het", verklaarde de dokter, „dat is de bedoeling van deze avond; dingen te doen waar' we zin in hebben en niet de dingen die we ge woonlijk doen. Je zult me niet gelo ven Janice, maar ik heb er zelf ook nog nooit in gereden. Het is altijd een heimelijke wens van me geweest die steeds onvervuld is gebleven. Ik heb het gevoel", voegde hij er bij toen ze een rijtuig hadden gevonden en zich er in hadden geïnstalleerd, „dat dit de eerste keer sinds jaren is dat ik din gen ..oe die ik prettig vind. Dat is een heerlijk gevoel, Janice". Het was heerlijk om door het park te rijden. Janice had altijd het gevoel alsof ze was opgenomen en heel er gens anders neergezet wanneer ze in het park was; het leek zo ver van de stad verwijderd, zo veel groen en rust temidden van al het lawaai, gewoel en gekibbel. Het was er nog veel rusti ger en schijnbaar nog meer afgelegen wanneer men er 's nachts doorheen reed onder begeleiding van het ge trappel van paardenhoeven. Ze spraken niet veeL Ze schenen in een soort van betovering gevangen. De bomen waren donkere maar vriende lijke schimmen, vol van een mysterie dat geen verschrikking kende. De he mel was bezaaid met sterren. Het was het soort ondervinding waarvan men hoopt dat er nooit een eind aan zal komen. Ze slaakten bei den een zucht toen het eind- toch kwam. Toen lachten ze allebei. „We zullen het nog eens doen", beloofde Eric. Maar zij vroeg zich af of het ooit weer zo volmaakt zou kunnen zijn. „Er is nog een plek waar ik je graag heen zou willen brengen", zei hij. „nog iets dat ik erg graag zou willen doen/ De avond zou zonder dat niet volmaakt zijn. Tot nu toe is het toch volmaakt geweest, is 't niet Janice? Zul je nu deze laatste wens niet wei geren?" (Wordt vervolgd1 Het Wereldgebeuren. Emir Edriss,de tweede Abdoellah Het bericht, Woensdag uit Lon den, dat Cyrenaica tot een onaf hankelijke staat is geproclameerd, zal veien weinig gezegd nebben. Toen vorig jaar om deze tijd de Joden hun staat Israël uitriepen sprak dat tot de verbeelding van mJllioenen. De voormalige Italiaanse kolonie Cy renaica, met Tripolitanië en Fer- zan samen Libye vormend, is on bekend gebïer èn de Senoessi's, die het land bewonen, hebben nooit een rol van betekenis vervuld. Toch is hetgeen zich deze week in Libye heefc afgespeeld in meer dan één opzcht belangwekkend, vooral omdat weer een van de wei nig elegante zijden van minis ler Bevin's beleid voor de dag is ge komen. Naar de letter van de gemaakte afspraken heeft alleen de U.N.O. zeggenschap over wat er in de toe komst met Libye moet gebeuren. De Britten hebben het voorlopig militair bestuur over Tripolitanië en de Cyrenaica, doch zijn niet ge machtigd naar eigen inz'cht de sta. us van deze Noord-Afrikaanse gebieden te wijzigen. In Lake Success werd vorige maand een beslissing op de lange baan geschoven, omdat de heren afgevaardigden ondanks urenlange debatten niet tot overeenstemming konden komen. Een van de voor stellen, die werden weggestemd was dat van de Sovjet-Unie om Cyre naica met onmiddellijke ingang on afhankelijkheid te geven. De Ara bische groep was h er vierkant voor, maar het Westen met merk waardigerwijs Engeiand aan het hoofd, achtte de tijd daarvoor nog niet r\jp. Naar de wensen van de bevol king zei: werd ternauwernood ge vraagd. Deze erkc u nvoorwaarue- lijk de, emir Ec a als geestelijk en wereldlijk leider. Deze emir, die enige verwant schap vertoont met de beruchte Marokkaanse leider Abd'el Kr m, kon het slecht met de Italiaanse fascisten vinden en leefde van 1923 tot 1944 in ballingschap in Egyp te. De Britten hersteken hem m zijn waardigheden en zijn nu zo ver gegaan de Groot-Senoessi als hoofd van de n euwe staat te err kennen en hem naar Londen uit te nodigen. Plotsel'ng blijken de bezwaren tegen onmiddellijke onafhankelijk heid te zijn weggevallen. Onafhan kelijkheid met net nodige voorbe houd althans. Want het plan, dat Bevin's -pro-Arabische adviseurs hebben uitgewerkt .is erop bere kend de Britse invloed in Noord- Afrika te behouden en zo mogelijk te versterken. De ontwikkeling in Transjordanië heeft daarbij tot voorbeeld gediend. Dit land kreeg na de vor ge oorlog na tal van strubbelingen onafhankelijkheid, 't Leger van de jonge staat, het Ara bische Legioen van majoor Clubb, werd ech er een verlengstuk van de Britse strijdkrachten, Koning Abdoellah, de trouwste Arabische vriend van Albion, de regering 'n pion in de Engelse politiek in het Nabije Oosten. Op dezel de wijze kan Cyrenaica zich ontwikkelen. De sluwe emir vertoont trouwens in zoverre over eenkomst van Abdoellah. dat hij even ^e-zuchtiee plannen neeft. Gelijk de Transjordaanse vorst droomt van een groot Arabisch Rijk ziet dfe emir het thans ge- drleëndeelde L'bye een uitgestrek te Noord-Afrikaanse staat in het verschiet. De Britse politiek in Afrika is een merkwaardig mengsel van pro gress'eve samenwerk' ng met de na- tional'stlsche bewegingen enerzilds en modern imperial'sme anderziids. Cyrenaica is er een staaltje van.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1949 | | pagina 4