Finland vergeet de oorlog
Officiële zwarte handel
komt de bevolking ten goede
Zeeuwse Almanak
INVASIE-GERUCHTEN TUSSEN
PUINHOPEN EN BOMMEN
NIEUWE EMIGRATIE-KANSEN
VOOR JONGE NEDERLANDERS
DOKTERS-ASSISTENTE
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
VRIJDAG 3 JUNI 1949
(Van onze correspondent)
HELSINKI, Mei Eigenlijk is de oorlog eerst afgelopen, wanneer de
slager weer vriendelijk vraagt of het een onsje meer mag zijn. zeiden de
Finnen destijds. Nu is het zo ver: nog gedurende de zomer van dit jaar zal
de distributie van levensmiddelen worden opgeheven. De oorlog behoort
dus weer tot het verleden. En er kon zelfs worden meegedeeld, dat de in
dustrie haar record-productie van 1933 belangrijk heeft overschreden.
Het is moeilijk te zeggen, hoe Fin
land er naar verhouding zo vlug bo
venop kon komen, hoewel het land
toch 25 pet. van zijn cellulose- en 14
pet. van zijn zaag-industrie heeft
moeten afstaan. In de eerste plaats
moet wel de originele zet worden ge
memoreerd, waarmede de regering
de zwarte handelaren uitschakelde
en het inflationistlsch spook wist te
verbannen. Deze zet heette Loterij.
Onder bepaalde omstandigheden
mochten namelijk verschillende goe
deren vrij van rechten worden inge
voerd en als prijzen voor een loterij
worden aangeboden.
Dat ging dan ongeveer als volgt:
een Finse vereniging ontving van
vrienden in Zweden een bedrag in
kronen. Hiervoor kocht de vereniging
laten we zeggen koffie, die mits
voor een goed doel besterad vrij
van rechten mocht worden geïmpor
teerd. Het was nu nog maar een
klein kunstje de koffie in zakjes van
één of twee ons te pakken en tegen
een niet te hoge prijs loten te verko
pen. waarvan misschien driekwart
blanco waren. Zo kwam geld in het
laadje, waardoor de vereniging haar
goede doel kon bereiken, de welvaart
steeg, de zwarte handelaren een
kwaad gezicht trokken, de levens
vreugde terug keèrde en de arbeids
productiviteit toenam.
Zo waren er honderden, ja misschien
duizenden, die profijt trokken uit de
ze door de regering getolereerde im
port en dus handig door de mazen
der deviezenbepalingen wisten te glip
pen.
Toen de Finse regering zag, welke
voordelen deze importen met zich
mede brachten, ging zij nog een stap
verder. Nu gaf zij de verschillende
weldadigheids-organisaties toestem
ming, gedistribueerde levensmidde
len direct tegen een hogere prijs te
verkopen. Zo kwam weer de ene ver
eniging aan het geld, om wezen te
steunen, terwijl een andere organisa
tie kans zag een huis te bouwen. En
zo kwam tenslotte ook deze officiële
goedgekeurde zwarte markt het ge
hele volk ten goede.
WEINIG
BEWAPENINGSUITGAVEN.
Een ander geheim van het spoe
dig herstel van Finland staat in ver
band met het feit, dat het land niet
te veel voor defensie mag resp. kan
Uitgeven. In 1938 besteedden de Fin-
ï^m 5,13 pet van het nationale inko
men voor militaire doeleinden, thans
bedraagt dit cijfer slechts 1,63 pet.
In 1938 maakte de post „defensie" 23
pet. van het budget uit, thans wordt
voor landsverdediging slechts 3,4 pet.
van de begroting uitgetrokken. Ter
vergelijking diene, dat de Zweden in
1948 nog 15.4 pet. de Denen 13.3. pet
en de Noren 8.2 pet van de staatsuit
gaven voor defensie over hadden.
Het Finse leger, de vloot en de
luchtmacht tellen thans 42.000 man.
Deze sterkte is te vergelijken met die
van het Deense leger van voor de oor
log. De Finnen hebben dus eigenlijk
gelijk, dat hun land een militair va
cuum is.
Dit weten de Russen maar al te
goed. Niet voor niets hebben zij langs
de 1750 km lange, geheel geëlectri-
ficecrde Moermansk-spoorlijn hun di
visies klaar liggen. Deze lijn wordt
zo zwaar bewaakt, dat het argument
der Sowjets, dat zij zich door de mi
litaire activiteit der Scandinaviërs
bedreigd gevoelen, niet in ernst ge
nomen kan worden.
ZON
Nu. begint dan toch langzaam maar
zeker de zon de overhand te krijgen
over de schaduw. De Meimaand was
een teleurstelling. De mooie dagen
waren schaars. Maar nu is het ge
daan. nu is het vroege zomer. Het
groen krijgt diepere tinten en ge moet
naar buiten gaan om goed te zien, hoe
groen de wereld is!
Zie in de plantsoenen van Goes en
Middelburg en Vlissingen de ouden
van dagen tevreden zich koesteren in
de warme zonneschijn. Zie, hoe de
moeders hun jonge kinderen in de
kinderwagens leggen en aan de wan
del gaan. Hoor. hoe de kinderstem
men schallen, van de vroege morgen
tot de late avond. Maar laat het daar
niet bij, ga ook zelf in de zon liggen,
neem het er af en toe eens van in de
ze jachtende tijd.
Niets maakt een mens meer tevre
den en doet hem gemakkelijker voor
een ogenblik zijn zorgen vergeten, dan
zonneschijn. En niemand heeft dat
schoner uitgedrukt, dan de Vlaamse
dichter Jan van Nijlen, die in een van
zijn gedichten schrijft:
Soms heeft mijn hart niets meer
Ivan node
Dan 't uitzicht op een open land
Om te gevoelen in de brand
Der zon de zaligheid der Goden....
Zon en uitzicht op open land. Het
is er nu beide, overvloedig en
zonder dat het iets kost, Nog is het
hete branden er niet, dat Juli en
Augustus eigen kan zijn. De zomer is
jong en Zeeland strekt zich uit in het
milde licht van iedere dag, goud op
de wegen en zilver op 't water,
vruchtbaar zijn landen en stoer zijn
zware dijken en dat alles in de zon,
die zo lang gemist werd, waarnaar zo
verlangend xoerd uitgekeken en die
er nu eindelek» eindelijk is.
Maar al is het Finse leger dan niet
up-to-date, de Finnen voelen zich be
slist niet zwak. Wie een Fin in Zwe
den of Noorwegen vraagt, wat hij in
geval van oorlog zou doen, zal stellig
tot antwoord krijgen: „Ik ga natuur
lijk naar huis. Daar zal men mij wel
de plaats aantvijzen, waar ik iets voor
mijn vaderland kan doen".
De Finnen venvachten echter op 1
ogenblik geen conflict Zij houden van
het gezegde „geen drukte voor de
tijd", voldoen aan hun verplichtingen
die voortspruiten uit twee verloren
oorlogen, putten moed uit de woorden
van hun socialistische premier Fager-
holm, die geen ogenblik onbenut laat
om de zinsnede van Stalin te herha
len, waarin de Sowjet-leider verze
kert, dat hij het verdrag van vriend
schap tussen Rusland en Finland als
een verdrag van gelijkgerechtigde
partners beschouwt enhopen
dat de Olympiade van 1952 deze keer
wel zal doorgaan.
(Nadruk verboden)
Immigranten behoeven geen
Argentijnen te worden.
(Van onze Haagse redacteur)
Er is destijds gepubliceerd, dat im
migranten in Argentinië de Argen
tijnse nationaliteit moesten aannemen.
Wij vernemen thans van de Centra
le Stichting Landbouw Emigratie, dat
in Argentinië gevestigde buitenlan
ders volgens het inmiddels aangeno
men voorstel tot grondwetswijziging
na twee jaar de Argentijnse nationa
liteit mogen aanvragen. Na vijf jaar
verkrijgen zij automatisch de Argen
tijnse nationaliteit, tenzij z\j te ken
nen gegeven hebben de nieuwe natio
naliteit niet te wensen.
Vreugde onder de gedeporteerde buitenlanders.
Puinhopen, barakken, invaliden, vrouwen, kinderen, buitenlanders, on
gedierte, bommen en koolsoep, dat was' het Duitsland van 1944. Af en
toe stond er wel eens een hysterische partijleider tot zijn volksgenoten te
brullen van overwinning en vaderlandsliefde, maar toch druppelde lang
zaam de twijfel In de versufte geesten van de Duitsers.
Overwinningjawel, maar de Russen marcheerden door Polen en
in Afrika was geen Duitser meer te zien, in Italië trokken de Engelsen
verder en de berichten over het torpederen van vijandelijke koopvaardij
schepen werden steeds minder in aantal, de radio staakte 's avonds de
uitzending om „Luftlagemeldungen" door te geven, omdat Anglo-Ameri-
kaanse bommenwerpers met de regelmaat van een klok hun bommen
neersmeten en tenslotte werden de voedselrantsoenen steeds lager. Over
winnen bleek makkelijker gezegd dan gedaan.
Laatste dagen van het Derde Rijk
begonnen.
Men beweerde in Berlijn, dat men
van de „Sieg" zeker was, maar hele
maal safe was het toch niet. De door
snee-Duitser wist het niet meer. Al
leen de fanatiekelingen staken hun
neus arrogant in de wind, want im
mers: „Wir mtissen siegen".
Overal in het Derde Rijk, dat op
zijn grondvesten schudde, waren er
echter grote groepen, die niet pessi
mistisch waren en die er bepaald ge
noegen in schepten, de wildste ge
ruchten over geallieerde overwinnin-
f;en en Duitse nederlagen de wereld
n de sturen: de buitenlandse arbei
ders. Sommigen van hen hadden van
uit de fabrieken gestolen onderdelen
in het geheim radiotoestellen gefabri
ceerd en met een paar vertrouwde
lui werd dan 's avonds dé aether af
gezocht op zoek naar berichten,
's Morgens kwam men in de fabriek
en daar was dan de bonte verzame
ling bij elkaar onder het toezicht van
een paar snauwende Duitsers:
Fransen en Denen, Belgen en Neder
landers, Serven en Polen, Kroaten en
Noren, en allen waren ze nieuwsgie:
rig. In gebroken Duits in allerlei
tongval ging het nieuws van mond
tot mond. Men verstond elkaar wel
niet altijd en de berichten werden
daardoor op allerlei manieren ver
draaid, maar dat was niet erg. Hoofd
zaak was, dat er nieuws was en goed
nieuws!
DE INVASIE.
Zo gebeurde het op die morgen in
Juni 1944, dat er ergens in Duitsland
een kleine Franse krijgsgevangene
wild de fabriek in kwam stormen en
van emotie bijna niets kon uitbren
gen. Eindelijk stootte hij uit „Les
Anglais, ils sont laen France".
Grote beroering onder zijn landgeno
ten en het duurde niet lang of het
werd gefluisterd langs draaibanken,
in de machinekamers, op de opslag
plaatsen en in de werkplaatsen: „De
Engelsen zijn gelandDie Englan-
der sind gelandet.
En de Duitsers? Zij konden het
niet ontkennen. De radio had het im
mers zelf medegedeeld. Het tweede
front was werkelijkheid geworden,
de Atlantik-wall had gefaald en het
Nazi-regiem ging zijn laatste dagen
tegemoet.
Zeep en verkiezingen.
Woensdag werden in Nu-
mans gemeenteraads-verkie-
zingen gehouden en zoals over
al elders werden door de vijf
mededingende partijen de no
dige circulaires verzonden. De
V.V.D. meende meer te moe
ten doen en zo werd huis aan
huis (ongeveer 1200 gezinnen)
verpakt in een loonzakje een
stukje toiletzeep bezorgd met
een circulaire, waarop o.m
voorkwam: „Veel werd U be
loofd, maar de V.V.D. begint
met de daad. Wast üw handen
van alle politieke onrein, waar
mede u de laatste weken werd
gebombardeerd, met bijgaand
stukje zeep".
Toen men Woensdag ter
stembus trok had de A.R.-partij
aanplakbiljetten met als op
schrift „Stemt zonder zeep,
maar niet plezier de mannen
van lijst 4".
Venray is boos op
„Wederopbouw."
Door de gemeenteraad van Venray ls
een besluit genomen om de 50 prefab
woningen, door het ministerie van we
deropbouw aangeboden, niet te accepte
ren. Door diverse bezuinigingen was de
oorsprokelijke prijs van f 48 per m3 te
ruggebracht op 32 per m3. zodat des
kundigen in de raad spraken ovèr „uit
geklede" woningen. Ondanks de woning
nood wilde de raad deze woningen niet
laten bouwen, temeer daar hij „de ver
antwoordelijkheid niet op zich wilde ne
men voor het bouwen van huizen waar
van men 50 jaren lang spijt zal hebben".
's Avonds kwam de raad echter weer
bijeen, nu in spoedeisende vergadering,
om alsnog het besluit te nemen de wo
ningen te accepteren. Men had B. en W.
nL medegedeeld, dat de gemeente de
prefab-woningen in deze vorm had te
accepteren, daar geen andere woningen
werden toegekend. De woningen werden
daarom alsnog geaccepteerd, nadat er
harde woorden waren gevallen over
„trustvorming bij prefab-bouw" en „dic
tatoriale bureaucratie".
Demobilisanten ook naar
Nieuw-Zeeland
Vernomen wordt, dat de Nederlandse
regering, via haar gezantschap te Well
ington. aan de Nieuw-Zeelandse rege
ring heeft gevraagd, of een aantal van
de Nederlandse strijdkrachten in Indo
nesië. na hun demobilisatie, zich als land
arbeiders in Nieuw-Zeeland kan vesti
gen. Waarschijnlijk zal de regering te
Wellington zich bereid verklaren op deze
basis 1000 oud-strijders toe te laten.
Zoals gemeld, heeft Australië zich be
reid verklaard. 5000 Nederlandse oud
strijders uit Indonesië in haar land toe
te laten.
Het spreekt haast vanzelf dat Eindhoven een der eerste steden is in Ne
derland waar de mobilofoon in het groot zijn intrede doet. Een particuliere
taxi-onderneming te Eindhoven heeft zijn wagens van een mobilofoon voor
zien, waardoor de chauffeurs in staat zijn voortdurend telefonisch contact
te onderhouden met de taxicentrale.
Een chauffeur in gesprek met de centrale. Links voor het stuur het be-
dieningsschakelbordje. De luidspreker voor ontvangst is onzichtbaar inge
bouwd.
Opleiding tot mijnopzichter in het Zuid-Afrikaanse
-goudmijn-bedrijf.
(Van onze emigratie-medewerker)
Een dezer dagen arriveert in Nederland een speciale commissie uit Zuid-
Afrika welk thans in Engeland vertoeft om een onderzoek in te stellen
naar de mogelijkheid van emigratie van Nederlanders als mijnarbeiders voor
de goudmijnen in de Unie. Enige tijd geleden werd bekend gemaakt, dat
Zuid-Afrika plaats had voor een betrekkelijk groot aantal jonge mannen
vaii 19 tot 23 jaar, die bereid zouden kunnen worden gevonden in Zuid-Afri
ka een opleiding te volgen tot mijnopzichter in de goudmijnen. Daar de lo
nen voor deze categorie arbeiders zeer hoog zijn, is de belangstelling voor
dit beroep tamelijk groot. Het feit evenwel, dat er een speciale keuzecom
missie uit Zuid-Afrika overkomt naar Nederland '■"ewijst, dat men bij het
aanstellen van dergelijke arbeidskrachten niet over één nacht ijs gaat.
Trouwens, ook de jonge mensen, die menen voor deze plaatsing in aan
merking te komen, dienen te bedenken, dat zij zich niet „op glad ijs" mo
gen begeven. Maar gelukkig als zij zich mochten hebben vergist in
hun eigen capaciteiten en morele eigenschappen, dan is er de bedoelde keu
zecommissie. die hen voor die stap wel zal weten te behoeden in overleg
met de gewestelijke arbeidsbureaux, waar men zich moet hebben laten in
schrijven of alsnog doen inschrijven op zéér korte termijn om voor
sollicitatie als mijnopzichter (in opleiding) in aanmerking te kunnen ko
men.
ER WORDT VEEL GEËIST.
Er is ons gevraagd of dit werk in
de mijnen niet „onmenselijk" is en
dat daarom de lonen zo hoog zijn. na
melijk meer dan de helft groter dan
in andere beroepen wordt verdiend:
16 18 160.—, 180.—) per
week. Onmenselijk is dit werk zeer
beslist niet, maar er wordt physiek
en moreel véél geëist, en juist daar
om is de keuring streng. Wie deze keu
ring doorstaat, kan het werk zeker
aan. De Zuid-Afrikaanse goudmijnen
behoren tot de best georganiseerde ter
wereld, waar de sociale voorzieningen
bijzonder goed zijn. Het feit, dat het
goudmijnbedrijf van Zuid-Afrika de
kurk vormt, waarop dit land drijft, is
mede de reden dat de regering er bij
zondere aandaéht aan schenkt om het
niet in discrediet te brengen.
DE OPLEIDING.
De opleiding van blanken tot mijn
opzichter geschiedt zowel theoretisch
als practisch en wordt geheel door de
regering bekostigd. Men kan zo'n op
leiding min of meer vergelijken, voor
wat de technische zijde betreft, met
die van een M.T.S. hier te lande. De
leerlingen ontvangen tijdens de duur
van de opleiding een toelage. Als
grondregel geldt, dat mijnopzichters
slechts dan hun werk goed kunnen
verrichten, wanneer zij zelf ook on
dergronds de kleinste werkzaamhe
den hebben leren doen. Dit sluit in,
dat de leertijd een lang en hard be
staan betekent Het behoeft dan ook
niet te verwonderen te vernemen, dat
het verloop der leerlingen tijdens de
opleidingscursus groot is, ondanks 't
feit, dat men ook in Nederland
reeds medisch en psychotechnisch
wordt onderzocht. Zelfs een grafolo-
gische tekst maakt deel van dit onder
zoek uit om aan de hand van het
schrift de karakters der sollicitanten
te kunnen nagaan.
De opleiding in Zuid-Afrika duurt
vier jaar en zij is zodanig, dat als blij
ken zou dat men op den duur niet kan
slagen, reeds in het tweede jaar van
de opleiding de aanwijzingen daarvan
naar voren treden en men dan ook
afvalt. Houdt men echter vol mo
reel en physiek! dan kan men wel
zeggen „dat je kostje gekocht is", zo
als een deskundige ons dezer dagen
zeide. Vergeet bijvoorbeeld niet, dat
deze opleiding na bewezen capacitei
ten de mogelijkheid in zich sluit dat
Toerisme naar België.
Naar aanleiding van berichten voor
vereenvoudiging van de formalitei
ten voor het toerisme naar België
deelt de contact-commissie van werk-
gevers-organ saties voor het wegver
voer (C.W.W.) mede: Nederlanders,
die buiten de provincie, waarin zij
woonachtig zijn, met vacantie gaan
en tijdens hun vacantie als groep
per touringcar naar Belg wensen
te gaan, dienen in het bezit te zijn
van een geldig bewijs van Nederlan
derschap (een uittreksel uit het be
volkingsregister is niet voldoende).
Voor individuele reizen naar Bel
gië zal het bewijs van Nederlander
schap voorlopig niet voldoende zyn.
Collectieve paspoorten moeten in de
plaats van inwoning worden aange
vraagd.
men op kosten van de Staat aan een
Zuid-Afrikaanse universiteit mag gaan
studeren.
ZORG VOOR BLANKEN!
In Zuid-Afrika zijnde (als men een
maal bij de opleiding is ingedeeld) on
dergaat men elke maand een herkeu
ring. Blijkt, dat men niet volledig te
gen het ondergrondse werk acht
urige werkdagen op een diepte van
9 a 1U.000 voet onder hoge tempera
tuur is opgewassen, dan wordt men
voor het ondergrondse werk uitge
schakeld. Hoe roekeloos men in Zuid-
Afrika misschien ook met de natu
rellen mag omgaan, aldus onze zegs
man, voor de blanken brengt men al
les in het géweer om hun gezondheid
niet te schaden.
Wie voor het mijnbedrijf voelt om
er hogere functies te bekleden en op
gewassen is tegen de inspanning, die
dit werk kost hetgeen uit de steeds
weerkerende keuring zal blijken na
de zeer strenge keuring, die de keuze
commissie hier te lande al verricht
kan in dit bedrijf een uitstekende toe
komst tegemoet gaan.
FEUILLETON
16
„We moeten wat bloemen voor je
zien te krijgen", zei hij impulsief.
„Ben ik te mooi aangekleed?" Haar
grijze ogen toonden een lichte teleur
stelling en toch Wist ze dat ze er beel
dig uitzag, zoals ze had gehoopt. Ze
zag het weerspiegeld in de donkere
ogen van Eric Holbrook, ze wist dat
ze hem een ogenblik onzeker van
zichzelf had gemaakt; ja zelfs dat ze
hem had opgeschrikt uit een pose.
waarin hij zich al te lang had ver
scholen. Hij nam vol zelfvertrouwen
haar arm: hij was weer zichzelf. „Je
ziet er beeldig uit" vertelde hij haar
vrolijk, „zo beeldig dat ik aan bloe
men moest denken. Er is een klein
winkeltje vlak om de hoek. Laten wij
eens kijken óf we daar iets voor )e
kunnen vinden".
Het moest iets bizonders zijn. De
korte dikke eigenaar, die zijn borste
lige witte wenkbrauwen eerst in hoop
volle verwachting, maar daarna te
leurgesteld optrok, kon niets te voor
schijn halen dat Dokter Holbrook be
viel.
„Een orchidee dan? Een heel bizon-
dere orchidee? Kijkt u eens!" Hij
haalde deze schat met veel vertoon te
voorschijn, de prachtigste, grootste,
door
ADELAIDE HUMPHRIES
kunnen kijken. „Neen, neen, dat klei
ne bouquetje, daar helemaal achter
aan. Ja juist, dat! Dat is juist wat ik
zoekt tenminste, als jij het ook mooi
vindt, Janice?" Hij richtte zich op en
hun ogen ontmoetten elkaar. Het wa
ren kleine, vaste, gele rozenknopjes.
Janice zei, dat zij ze schattig vond.
Toen er een corsage van gemaakt was
de Borstelige Wenkbrauw toonde
zich een expert stonden ze aller
liefst op haar bruine bontjas. Ze
zouden even lief staan op de groene
jurk als ze haar jasje uitdeed. Nog 'n
accent van goud. Maar meer nog: ze
waren iets, dat dokter Holbrook spe
ciaal voor haar had uitgezocht.
Diezelfde ochtend had Janice wat
bloemen voor dokter Holbrook ge
kocht om aan zijn vrouw te geven als
afscheidsgroet. Ze was een hele tijd
bezig geweest, voordat ze een goede
keus had kunnen doen. Ze had iets
aparts willen hebben, zodat mevrouw
Holbrook blij zou zijn met het ge
schenk van haar man. Ze had ten
slotte haar keus laten vallen op een
corsage van ouderwetse bloemen, tere
witte en blauwe vergeetmijnietnietjes
met een enkele rode roos in het mid
den.
„Ik zou het vreselijk vinden als een
die men zich kon denken. De dokter ander de dingen uitzocht, die mijn
fronste zijn fraaie wenkbrouwen en
gunde de bloem nauwelijks een blik.
„Wat zijn dat?" Hij bukte zich om in
de diepte van de enorme kast te
man mij gaf", dacht Janice nu. Ze
vroeg zich af of mevrouw Holbrook
wist. dat zij altijd de cadeautjes voor
de dokter koos. Dit was echter de
laatste gedachte die zij gedurende die
heerlijke avond aan mevrouw Hol
brook wijdde. Want het was een heer
lijke avond. Het eten van Michelle
was even voortreffelijk als dokter
Holbrook had beloofd.
Weer maakte Eric een keuze die
„net geschikt" was voor Janice. Hij
stond er op, dat Michelle een speciaal
wijntje te voorschijn zou halen, iets
gewoons kwam helemaal niet in aan
merking.
„Het moet iets heel speciaals zijn",
zei hij, „iets dat precies geschikt is
voor juffrouw Hilary. Een beetje zoet,
maar ook weer niet te erg, lijkt mij.
Maar je weet wel wat je moet schen
ken, Michelle, ik laat het aan jou
over".
Janice zou niet hebben kunnen zeg
gen of de wijn veel beter was dan de
geliefde California-scherry van haar
vader, maar hij was verrukkelijk en
het deed haar wangen gloeien en haar
ogen stralen.
„Hoe zóu je het vinden om een ritje
in een rijtuig door het park te ma
ken?" vroeg Eric Holbrook toen ze
klaar waren met eten.
Janice vond het een goed idee om
een beetje in de frisse lucht te gaan.
Ze was niet gewend aan zulk overda
dig eten of geïmporteerde wijn. Mis
schien was het achteraf toch iets an
ders dan haar vaders sherry. Ze had
ook nog nooit in een koetsje gereden
en bekende dat dat altijd een wens
van haar was geweest.
„Dan doen we het", verklaarde de
dokter, „dat is de bedoeling van deze
avond; dingen te doen waar' we zin in
hebben en niet de dingen die we ge
woonlijk doen. Je zult me niet gelo
ven Janice, maar ik heb er zelf ook
nog nooit in gereden. Het is altijd een
heimelijke wens van me geweest die
steeds onvervuld is gebleven. Ik heb
het gevoel", voegde hij er bij toen ze
een rijtuig hadden gevonden en zich
er in hadden geïnstalleerd, „dat dit de
eerste keer sinds jaren is dat ik din
gen ..oe die ik prettig vind. Dat is
een heerlijk gevoel, Janice".
Het was heerlijk om door het park
te rijden. Janice had altijd het gevoel
alsof ze was opgenomen en heel er
gens anders neergezet wanneer ze in
het park was; het leek zo ver van de
stad verwijderd, zo veel groen en rust
temidden van al het lawaai, gewoel en
gekibbel. Het was er nog veel rusti
ger en schijnbaar nog meer afgelegen
wanneer men er 's nachts doorheen
reed onder begeleiding van het ge
trappel van paardenhoeven.
Ze spraken niet veeL Ze schenen in
een soort van betovering gevangen. De
bomen waren donkere maar vriende
lijke schimmen, vol van een mysterie
dat geen verschrikking kende. De he
mel was bezaaid met sterren.
Het was het soort ondervinding
waarvan men hoopt dat er nooit een
eind aan zal komen. Ze slaakten bei
den een zucht toen het eind- toch
kwam.
Toen lachten ze allebei. „We zullen
het nog eens doen", beloofde Eric.
Maar zij vroeg zich af of het ooit
weer zo volmaakt zou kunnen zijn.
„Er is nog een plek waar ik je graag
heen zou willen brengen", zei hij.
„nog iets dat ik erg graag zou willen
doen/ De avond zou zonder dat niet
volmaakt zijn. Tot nu toe is het toch
volmaakt geweest, is 't niet Janice?
Zul je nu deze laatste wens niet wei
geren?"
(Wordt vervolgd1
Het Wereldgebeuren.
Emir Edriss,de
tweede Abdoellah
Het bericht, Woensdag uit Lon
den, dat Cyrenaica tot een onaf
hankelijke staat is geproclameerd,
zal veien weinig gezegd nebben. Toen
vorig jaar om deze tijd de Joden hun
staat Israël uitriepen sprak dat tot
de verbeelding van mJllioenen. De
voormalige Italiaanse kolonie Cy
renaica, met Tripolitanië en Fer-
zan samen Libye vormend, is on
bekend gebïer èn de Senoessi's, die
het land bewonen, hebben nooit een
rol van betekenis vervuld.
Toch is hetgeen zich deze week
in Libye heefc afgespeeld in meer
dan één opzcht belangwekkend,
vooral omdat weer een van de wei
nig elegante zijden van minis ler
Bevin's beleid voor de dag is ge
komen.
Naar de letter van de gemaakte
afspraken heeft alleen de U.N.O.
zeggenschap over wat er in de toe
komst met Libye moet gebeuren.
De Britten hebben het voorlopig
militair bestuur over Tripolitanië
en de Cyrenaica, doch zijn niet ge
machtigd naar eigen inz'cht de
sta. us van deze Noord-Afrikaanse
gebieden te wijzigen.
In Lake Success werd vorige maand
een beslissing op de lange
baan geschoven, omdat de heren
afgevaardigden ondanks urenlange
debatten niet tot overeenstemming
konden komen. Een van de voor
stellen, die werden weggestemd was
dat van de Sovjet-Unie om Cyre
naica met onmiddellijke ingang on
afhankelijkheid te geven. De Ara
bische groep was h er vierkant
voor, maar het Westen met merk
waardigerwijs Engeiand aan het
hoofd, achtte de tijd daarvoor nog
niet r\jp.
Naar de wensen van de bevol
king zei: werd ternauwernood ge
vraagd. Deze erkc u nvoorwaarue-
lijk de, emir Ec a als geestelijk
en wereldlijk leider.
Deze emir, die enige verwant
schap vertoont met de beruchte
Marokkaanse leider Abd'el Kr m,
kon het slecht met de Italiaanse
fascisten vinden en leefde van 1923
tot 1944 in ballingschap in Egyp
te. De Britten hersteken hem m
zijn waardigheden en zijn nu zo
ver gegaan de Groot-Senoessi als
hoofd van de n euwe staat te err
kennen en hem naar Londen uit
te nodigen.
Plotsel'ng blijken de bezwaren
tegen onmiddellijke onafhankelijk
heid te zijn weggevallen. Onafhan
kelijkheid met net nodige voorbe
houd althans. Want het plan, dat
Bevin's -pro-Arabische adviseurs
hebben uitgewerkt .is erop bere
kend de Britse invloed in Noord-
Afrika te behouden en zo mogelijk
te versterken. De ontwikkeling in
Transjordanië heeft daarbij tot
voorbeeld gediend. Dit land kreeg
na de vor ge oorlog na tal van
strubbelingen onafhankelijkheid, 't
Leger van de jonge staat, het Ara
bische Legioen van majoor Clubb,
werd ech er een verlengstuk van
de Britse strijdkrachten, Koning
Abdoellah, de trouwste Arabische
vriend van Albion, de regering 'n
pion in de Engelse politiek in het
Nabije Oosten.
Op dezel de wijze kan Cyrenaica
zich ontwikkelen. De sluwe emir
vertoont trouwens in zoverre over
eenkomst van Abdoellah. dat hij
even ^e-zuchtiee plannen neeft.
Gelijk de Transjordaanse vorst
droomt van een groot Arabisch
Rijk ziet dfe emir het thans ge-
drleëndeelde L'bye een uitgestrek
te Noord-Afrikaanse staat in het
verschiet.
De Britse politiek in Afrika is
een merkwaardig mengsel van pro
gress'eve samenwerk' ng met de na-
tional'stlsche bewegingen enerzilds
en modern imperial'sme anderziids.
Cyrenaica is er een staaltje van.