Engeland ongerust over Hongkong
Zeeuwsch-Vlaamse vlassers
strijden voor hun bestaan
ZESDAAGSE PATROUILLETOCHT
Zeeuwse Almanak
Vlasstichting werd wel erkend,
maar kan niets bereiken
De Senaat heeft
geen haast
DONDERDAG 2 JUNI 1949
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
Zullen de communisten het
Gibraltar van het Oostenv passeren
Londen, Mei Naarmate de oprukkende communistische legers in Chi
na de Britse eiiandstad Hongkong beginnen te naderen, begint men rich tc
jonden met een groeiende ongerustheid af te vragen of zich daar dezelfde
tragedie over het handjevol aanwezige Britse troepen zal gaan afspelen
3ls in 1941. Destijds, op eerste Kerstdag, na een bloedige stryd, die 16
dagen duurde, moest het 11.000 man sterke Britse garnizoen zich aan de
japanners overgeven, daar het onmogelijk bleek het eiland te versterken
0f te evacueren. Van deze 11.000 man werden er 1000 gedood, een zelfde
aantal vermist en 2000 zwaar gewond. De watervoorraden waren uitgeput
en er was geen luchtverdediging.
Momenteel richt het Engelse pu
bliek wederom angstige blikken naar
Hongkong, waar liet lot van het Brit
se garnizoen eerlang beslist zal wor
den. Wederom wordt Hongkong be
dreigd door een stortvloed van over
winnende legers, en evenals in 1941,
wordt deze Britse kolonie voor een
ongelijke strijd gereed gemaakt Acht
duizend man Engelse troepen zijn
reeds onderweg om het kleine, uit
vierduizend man bestaande garnizoen
te versterken, sceptici te Londen wij
zen erop, dat de verdediging van
Hongkong dus slechts duizend meer
manschappen ter beschikking zal heb
ben dan in 1941, en men heeft er een
hard hoofd in of dit garnizoen van
12.000 man waarvan de meesten
dienstplichtig zijn en dus geen oor
logsondervinding hebben in staat
zal zijn dit „Gribraltar van het Oos
ten" te vex-dedigen.
Hiei'tegenover geloven de meer op
timistisch gestemde Engelsen aan de
mogelijkheid, dat de Chinese com
munisten Hongkong wellicht met rust
zullen laten en het eenvoudig zullen
passferen. Niettemin onderschatten
ook zij de onnoemelijke moeilijkhe
den niet van een eventuele noodzake
lijke verdediging van deze rijke ha
venstad. De bevolking van Hongkong
is momenteel het dubbele van voor
de oorlog en bedraagt nu xnxim twee
millioen zielen, terwijl de eindeloze
stroom vluchtelingen, die in Hong
kong een rustoord vinden, nog steeds
voortgang vindt. De grootste tekort
koming van het „fort" Hongkong is
wel het feit, dat er geen enkel be
hoorlijk vliegveld is. De twee kleine
vliegbascs bij Kaitek, op de Britse
strook vasteland nabij Kowloon, heb
ben veel te korte startbanen en kun
nen slechts een zeer klein aantal
bommenwerpers herbergen. Bij on
gunstig weer zijn deze bases zelfs ge
heel onbruikbaar. Weliswaar is de
Britse regering bezig om op het
eiland van Hongkong een groot nieuw
vliegveld te bouwen, maar daar is
men nu weinig mee gebaat, daar de
voltooiing ervan nog enkele jaren
zal duren.
OPTIMISME.
Men kan dan selechts de conclusie
trekken, dat zelfs indien het Britse
garnizoen tegen een geweldige over
macht zou kunnen standhouden,
Hongkong volkomen in puin gelegd
zou worden. Maar juist hierin, zo zeg
gen Engeland's optimisten, ligt de
reden opgesloten waarom Hongkong
helemaal niet aangevallen en met
rust gelaten zal worden. De Chinese
communisten zouden het volgens hen
niet in hun hoofd halen om de rijk
ste stad in het Verre Oosten geheel
te doen vernietigen. Zij redeneren,
dat deze communisten handig genoeg
zullen zijn om te streven naar de in
dustrialisatie van het toekomstige
China en dat zij, liever dan een oor
log met Engeland en Amerika aan
te knopen, indien het hun eerst zou
gelukken om een Chinese communis
tische regering als zodanig offcieel
in het Westen erkend te krijgen. Van
daal-, aldus de optimisten in Londen,
dat niet de aanwezigheid1 van het
Britse garnizoen Hongkong van alge
mene verwoesting zal redden, maar
de aanwezigheid van de Britse en
Amerikaanse handelsmaatschappijen,
wiens zakenlieden alle reeds te ken
nen hebben gegeven, dat zij op hun
posten zullen blijven.
Onofficieel heeft Londen reeds
enige wenken gegeven, dat de moge
lijkheid, dat Engeland een Chinese
communistische regering zou erken
nen, in het geheel niet uitgesloten
is. Men redeneert, dat waar men on-
vermüdeiykerwüzc voor een fait ac
compli gesteld zal worden, men door
een officiële erkenning wellicht zou
kunnen bereiken, dat een nieuwe
Chinese regering zich dan in de eer
ste plaats Chinees en daarnaast com
munist zal voelen, terwijl, indien men
deze erkenning zou weerhouden, het
nieuwe China zich voor diplomatieke
steun direct tot Rusland zou wenden
cn men zich dan in de eerste plaats
communisten en slechts in de tweede
plaats Chinees zou voelen. Dat de
eerste oplossing van twee kwaden
de beste zou zijn, behoeft geen be
toog.
Ondertussen bereidt Hongkong zich
op het ergste voor. De stemming in
deze 100 jaar oude Britse kolonie kan
het beste opgesomd worden met de
recente woorden van haar gouver
neur, Sir Alexander Grantham: ..Wij
kunnen slechts hopen, dat commu
nistisch China zich vriendelijk jegens
een vreemde mogendheid en een bui
tenlandse stad als Hongkong zal ge
dragen, maar hopen is nog lang geen
zekerheid hebben".
(Nadruk verboden).
Links op de foto: minis
ter Berin verlaat het
Marble Rose Palels, mid
den Vichlnsky in ge
sprek met de Russische
ambassadeur in Parijs
Alerandrev Bogomolov,
rechts Dean Acheson
en ztfn echtgenote op
de stoep van het voor
de pers hermetisch ge
sloten gebouw.
Zeeuwen in de Oost
Adri Geelhoed uit Borssele vertelt
Voor mij ligt een lijvig verslag van de soldaat Adri Geelhoed uit Bors
sele in Zeeland. Vol enthousiasme beschryft hy een 6 daagse patrouille
en dit relaas doet meer denken aan een. jachtverhaal, dan een patrouille-
rapport. En juist daarom is het misschien wel aardig om deze Zeeuw,
van huis uit slager, eens aan het woord te laten komen en een poging te
wagen, zyn notities cn mijn eigen ervaringen in een leesbaar artikel om
te zetten.
JUBILEUM IN OSSENISSE
Ge zijt misschien evenmin als ik
ooit in Ossenisse geweest. Vele Zeeu
wen zijn daar nooit geweest, maar on
getwijfeld zullen, toen ge gisteren dat
bericht onder uw ogen kreeg over het
jubileum van de lieer J. A. M. Burm,
uw gedachten althans even langer in
Ossenisse zijn blijven toeven.
Vfant Ossenisse mag klein zijn, en
onbekend, maar over het leven van
jubilaris Burm, die Maandag 65 jaar
koster en organist is, 'zou niettemin
een roman te schrijven zijn. Welk een
merkwaardig en boeiend bestaan heeft
hij gehad, de heer Burm, daar in dat
verre Ossenisse. Hij was organist en
koster, vanaf zijn zeventiende jaar,
■maar tevens caféhouder en kruidenier,
klokkenluider en kaarsenmaker, si-
garenhandelaar en slijter, tuinman en
als wij onze berichtgever mogen ge
loven, nog veel meer. Ce vraagt u af,
bij het lezen van dit alles, hoe de nu
82-jarige heer Burm al die functies
uit elkaar heeft kunnen houden, hoe
het mogelgk was, dat hij al kaarsen-
makende geen kaarsen met orgeltoet-
sen vormde en kruidenierswaren ver
kopend niet meende, dat zijn koperen
weegschalen luidende klokken waren...
Maar ge zult zeer zeker tot de conclu
sie komen, dat dit leven van de heer
Bum een welbesteed leven is geweest
en een wei-gevuld* en dat hij in die
kleine samenleving, ginds in Ossenisse,
een grote rol heeft gespeeld. Het komt
er niet op aan, waar men leeft, maar
dat men woekert met zijn gaven!
Merkwaardig en zeldzaam jubileum!
Trouwens daar zijn ze in Zeeuwsch-
Vlaanderen sterk in. Denk aan Arthur
Eeekhout uit Hulst, die onlangs 35
■jaar getrouwd, 40 jaar afslager en
taxateur45 jaar lid van een muziek-
gezelschap, 50 jaar slager, 40 jaar lid
van de handboogschutterij was en 25
jaar secretaris van deze laatste ver
eniging, allemaal in het jaar 1949....
Hij steekt de heer Burm naar de
kroon, of de heer Burm steekt hem
naar de kroon.
Hoe onromantisch is het leven van
gewone mensen, vergeleken bij deze
twee figuren!
En nu komt daar over een paar da
gen Peetje Minne vit Eede weer bij,
die honderd jaar wordt en een paar
dagen later zijn beste vriend vlak
over de grens honderd jaar ziet wór
den!
Ze weten daar van jubileren ten
Zuiden van de Schelde. En ze doen
net goed!
Vrouwelijke Kraak.
De toeschouwers, die dezer
dagen aanwezig waren bij de
aantrelckelij ke handbal'wedstrij -
den van de H.H.C. te Hilversum,
konden een vrouwelijke Kraak
(of een de Munck, als men wil)
aan het werk zien. Zij verdedig
de het doel van de damesploeg
van de Hilversumse Handbal
club op dusdanige wijze, dat
menige mannelijke collega er
een lesje aan kon nemen. Met
sierlijke sprongen plukte ze de
ballen uit de lucht en met pan
terachtige lenigheid nam ze
zweefduiken naar links en
rechts om de harde schuivers
uit haai- doel te houden.
Deze vrouwelijke Kraak is de
25-jarige Annie Heerschop, die
het betreurt dat zij geen jon
gen is. Zij heeft zich altijd tot
het keepen aangetrokken ge
voeld. Als er vroeger in de
buurt van haar woning door de
jongens werd gevoetbald, was
Annie altijd van de partij en
natuurlijk stond zij altijd in het
doel en kweet zich op uitne
mende wijze van haar taak, wat
trouwens nog steeds het geval
is.
Als zij een jongen geweest
was, zou een Hilversumse voet
balclub een prima keeper aan
haar gehad hebben.
Prijsaanduiding voor vrije
artikelen.
Het Tweede Kamerlid, de heer
Hooij (K.V.P.) heeft schriftelijke vra
gen gesteld aan de minister van eco
nomische zaken. Hierbij dringt hij ex-
op aan voor artikelen, die niet meer
onder een prijsregeling vallen, ook de
eis van prijsaanduiding niet langer te
handhaven.
Zeven jaar geëist tegen
„de Jordaner".
Voor het Amsterdams Bijzonder
Gerechtshof werd tegen de bekende
radiospreker uit de bezettingstijd „de
Jordaner", de 51-jarige G. P. Smis uit
Amsterdam zeven jaar met aftrek
geëist.
Zo'n verkenningstocht nl. in gebie
den, waar in geen zes jaar een Hol
lander meer de voet zette, brengt in
teressante dingen naar voren. Eer
stens is daar de tocht zelf, naar het
afgelegen punt, dat gedurende korte
tijd bezet moet blijven. Van autover
voer is geen sprake. Zelfs een paard
zou hier nog niet kunnen lopen. De
oude weg is geheel dichtgegroeid en
vooral de mensen aan de kop, heb
ben druk wex-k, alle hindernissen uit
de weg te ruimen. Daarbij komt, dat
het punt van uitgang op ca. 1300 me
ter hoogte is gelegen, terwijl het doel
een 500 meter lager ligt. Meestentijds,
wanneer het althans niet regent, is
de afdaling via droge beddingen van
de bergstroompjes nog het meest ver
kieselijk. Geen mens ontmoet men
hier. Een enkele verlaten kampong,
verwaarloosde sawahs, vormen een
fel contx-ast met de schoonheid, ge
boden door het wijde panorama. Mijlen
ver reikt de blik cn de zon tint dit
alles in fantastische kleuren. Veel tijd
om tc kijken laat de weg overigens
niet. Wanneer je niet zorg draagt
steeds de voet legen een steen of
boomstx-onk te plaasen. loop je groot
gc /aai* de vex*dei*e afdaling in gedwon
gen zittende positie tc moeten vol-
bx*engen', wat op zijn minst genomen,
onaangenaam te noemen is. Vóór
ons uit gaan de mannen van de ver-
binding en het spoor van telefoon
draden. dat zij achterlaten, geeft ons
prachtig de richting aan. Op sommige
plaatsen immens, is het onkruid zo
hoog opgeschoten, dat je slechts op
goed geluk voorwaarts gaat, angst
vallig de modderpoelen vermijdend.
DE KAMPONG.
Het doel van de tocht is een vrij
belangrijke kampong. I-Iet is een kilo
meter of 5 van ons uitgangspunt ver
wijderd. Toch zijn reeds 2 uur ver
streken, wanneer we de huizen en
huisjes in zicht krijgen. Ook hier weer
is alles leeg en verlaten op één gezin
na, man. vrouw en 2 kinderen, brood
mager. bedekt met zweren, maar dol
gelukkig zich thans omringd te weten
door soldaten, die daarenboven nog
voedsel bij zich hebben. Zij sjouwen
dan ook af en aan. Doen de was, rei
nigen de huizen, hakken hout voor de
viu*en en assistex*en de kok bij aller
lei kleine karweitjes. En dit is een
ander merkwaardig punt. Deze kam
pong waar geen begaanbare weg
heenvoert, hoe is zij ontstaan? Waar
kwamen de dakpannen, de ramen, de
stoelen cn tafels vandaan? Er zijn
werkelijk keurige goed onderhouden
huizen bij, die ook nog een vrij nieu
we indruk maken. Centraal staat de
moskee, altijd te herkennen aan de
tom-tom, die onze kerkklokken ver
vangt cn aan de vijver ervoor, waar
de mohammedaan de voeten wast al
vorens binnen te treden. De Indonesi
sche politiemannen, die deze patrouil
le meemaken hebben hier hun tenten
opgeslagen, in de wetenschap, dat wij
als niet-mohammedanen dit gebouw
toch niet zullen en mogen beti-cden.
Het eerste wat mij overigens door de
jnogens gewezen wordt, zijn bloed
sporen op do galerij voor de missie
git. Mijn „inspiratiebron" Geelhoed
had nl. in zijn onwetendheid, de eer
ste jachtbuit, een mals varkentje, aan
het dak van deze galerij gehangen
om te laten „besterven" zoals de vak
term luidt. Gelukkig zag de com
mandant deze ontheiliging bijtijds,
want stelt U zich voor. een zwijn,
het onreine dier, hangend aan een
Mohammedaanse moskee!
HET PAARD.
Dan is er nog iets wat opvalt en dat
is wel de geroutineerdheid waarmee
de Hollandse jongens hun eigen sfeer
weten te scheppen in dit Indische
„dorp". Veel konden zij niet meene
men, gezien de, zonder bagage, toch
reeds moeilijke afdaling. Alle post. al-
Je fouragc. moet dagelijks op deze
wijze worden afgeleverd. Twee uur
zakken, twee uur stijgenMaar
ze zijn op zoek gegaan en nu brandt
's avonds in elk huisje een petro
leumlamp, nu staan grote potten en
pannen tc stomen op de vuren, nu
is met het weinige aanwezige meubi
lair, een gezellig comfortabel interi
eur geschapen. De. verloofden hangen
weer aan de muren, de schoonste
handdoek dient weer tot tafelkleed.
Van de bergen komt prachtig helder
en fris water. Met behulp van bam
boe is er dadelijk een douche van ge
maakt. 't Hele leven gaat hier vol
gens een „help yourself" systeem.
Terwijl ik binnen aan de koffie zit.
worden we plots opgeschrikt, door
wilde kreten, geloop en gedraaf! Het
paardHet paard is de grootste
attractie voor deze knapen. Het is
een prachtige witte schimmel. Ken
nelijk een rijpaard, eens toebehorend
aan planters of hoge bestuursambte
naren. In de tijd van chaos echter,
heeft het kans gezien los te breken
en reeds beschouwde het deze verla
ten kampong als pi*ivé eigendom,
waardoor wij Hollanders automatisch
zijn belagers zijn geworden. De var-
kensjacht mag opwindend zijn, maai
de sensatie een wild paard te van
gen, slaat al het andere met stuk
ken. Het wekt herinneringen aan
cowboy en wild west verhalen. Hele
plannen zijn in de maak. „As we em
hebben, dan heb ik et besie zo tam
en dan gaat ie mee hè!" Voorlopig
echter staat het paard ons hinnekend
te bezien, zoals gisteren en eergiste
ren, en wanneer de vaklui, de boe
renzoons. wat al te dicht nadei-cn
met lasso en „bevende" moed, neemt
het een run, dwars tussen zijn aan
vallers door, dwars lussen kampong
huizen dooi*, het open veld de vrij
heid tegemoet. Even nog wordt de
achtervolging ingezet, dan wordt in
berusting dc volgende kans afge
wacht „want we krijgen em, luit!"
DE PANTER.
En dan vertelt vriend Geelhoed van
een mogelijk nog spannender, jacht
avontuur, wat U. moeders in Holland,
wellicht de schrik oin het hart doet
slaan. Laten we echter eerst de au
teur zelf aan het woord laten exx dan
onze conclusie trekken.
„Zo brak de laatste avond aan. Het
was omstreeks half zes, dat het
paard weer in de kampong kwam.
Drie jongens gingen er achter aan
en weg was het weer. Doch ze maak
ten een strop en gingen vex*spreid in
hinderlaag zitten om hem in die strop
tc jagen. Wat wil nu het geval
Eén jongen was aan dc uiterste rand
van dc kampong in hinderlaag ge
gaan en zat in een kamponghuisje
stil te wachten. Opeens hoorde hij
vlak voor zijn voeten een gebrom cn
hij zag het silhouet van een zwart
dier, ca. 1.20 meter lang en het leek
op een „matjang-tijger", doch de ver
onderstelling van sommige jongens
was: een panter. Hij riep luid om
hulp en toen de andei-en kwamen
aanlopen, was het beest al weg en
zat nu een 15 meter verder te grom
men. zeker omdat hem zo'n heexiijk
boutje ontging! Het slachtoffer zag
zo wit als een laken en het voorval
werd in kleuren cn geuren verteld.
Nu. toen waren er 's nachts twee
jongens op wacht en die hoorden zo'n
geblaf achter het huis. dat ze met
het geweer in de aanslag hebben ge
slaan, want ze dachten, dat die pan
ter rond de kampong sloop. En gelijk
hadden ze! Maar voor het verdere
gedeelte van de nacht was de toe
stand normaal en zonder paard of
panter gingen we de volgende mor
gen huiswaarts".
Uit een cn ander valt dus maar
een zeer vaag beeld tc onderscheiden,
wat betreft het soort ..verscheurend
dier" waarvan hier sprake is. Het is
zwart (dus donker) het is 1.20 lang
(dus een cm. of negentig) het bromt
en blaft (waarschijnlijk een kruising)
de „hoor-getuige" houdt het voor een
tijger, de overige gezien noch ge
hoord hebbende experts, achten een
panter meer waarschijnlijk (er be
staan ook wilde katten en honden).
Hoe het ook zij, de jongens hebben
een avontuur beleefd, genoten van
spanning en sensatie, en wat wil een
soldaat meer verlangen.
TERUGKEER.
Een laatste opmerkelijk punt krij
gen we op de terugtocht te aanschou
wen. De oorspronkelijke kampongbe
woners. die zich terugtrokken in
hun hutjes op de sawahs en tegen de
bergen, zodra benden de streek on
veilig maakten, zijn al verschillende
malen een kijkje komen nemen. Waar
soldaten zijn, schemert voor hen een
nieuwe dageraad. Rust. veiligheid, op
bouw. Een ontroerend bewijs van hun
bouw. Een ontroerend bewijs van hun
al langs het pad is de bevolking aan
het werk. De telefoondraad achteloos
neergelegd ('t was immers maar voor
een week) is keurig opgehangen, met
behulp van speciaal gesneden gaffel
vormige slokjes. Het dichtbegroeide
pad is al over een afstand van 2 ki
lometer opengekapt. De steilopgaande
stroombeddingen zijn thans voorzien
van treden, die het wegglijden ver
hinderen. En in dit alles voel je dc
niet uilgesproken wens: „Blijf hier,
wij maken de weg in orde, wij zor
gen dat je hier makkelijk kunt ko
men. maar laat ons niet in dc steek".
Wij kunnen hun echter vertellen, dat
zij nu weer veilig in hun huizen kun
nen trekken, hun akkers bebouwen,
hun kracht en gezondheid herwinnen.
En ze kijken ons met grote ogen aan,
dan breekt de lach door, dc duim
gaat omhoog en wij trekken verder.
Het is niet zonder een natte rug
dat wij uiteindelijk weer op dc berijd
bare weg belanden, waar de wagens
dan wachten. Maar wie zou voor zo'n
tocht geen natte rug over hebben!
D.K.
Het Wereldgebeuren.
Moet er een half millioen betaald worden
Vijftien maanden geleden werd de Vlasstichting Zceuwsch-Vlaanderen door toe
doen van het Ministerie van Economische Zaken als groothandelaar In vlaslint en
bewerkte vlasafvallen erkend en toen dachten de vlassers uit deze streek dat zU
met succes de strijd om het herstel van „het historisch-gegroeide" hadden gewon
nen. Door déze erkenning Immers, zo had men zich voorgesteld, zouden de Belgi
sche kopers weer op de markt kunnen komen en zou daardoor het monopolie van
enkele Rotterdamse handelaren worden doorbroken. Maar nu. na vijftien maanden,
is er door de Vlassticbting nog geen enkel baaltje geëxporteerd, zodat vaststaat dat
men in theorie wel heel wat heëft gewonnen, maar dat er in de practijk vrijwel
niets is veranderd.
Dezer dagen spraken wij over deze
kwestie met de heer H. M. Francken,
secretaris van de federatie van de vier
Zeeuwsch-Vlaamee vlassersverenigingen,
die ons deze feiten bevestigde en er op
wees, dat de. moeilijkheden eigenlijk
reeds dateren van 1940. toen vlas distribu
tie-artikel werd en de vrije handel met
België dientengevolge onmogelijk ge
maakt werd. Na de bevrijding zijn er
verschillende besprekingen geweest, ook
op het departement van economische za
ken. maar tot dusver zonder succes.
De Stichting Buvlaslint die met de dis
tributie was belast ontwikkelde zich van
cfistrlbutie-apparaat tot een kartel van
de linthandelaren, waarin eigenlijk slechts
een paar „groten" aan de touwtjes trek
ken.
Hoewel in Februari 1948 de Vlasstich
ting Zeeuwsch-VIaanderen, mede dank
zij de bemoeiingen van de Commissaris
vah de Koningin, jhr, mr, Quarles van
Ufford en van de Voorzitter van de Ka
mer van Koophandel, de heer Koch, een
erkenning als groothandelaar kreeg, bleef
zij afhankelijk van Buvlaslint met alle
gevolgen Van dien.
Eén van de kartelpolitieke-maatrega-
len van Buvlaslint is de minimum-ex-
portprijslljst. minimumprijzen dus die
bij export minstens moeten worden ge
maakt. Aangezien België deze prijzen
niet kan betalen wordt de export naar
dat land automatisch uitgeschakeld. Dat
zou voor de Zeeuwsch-Vlaamse vlasser
nog niet zo erg zijn. indien hij maar
minstens zo veel geld maakt van zijn
eindproduct als zijn Belgische collega,
die hij immers als concurrent op de stro-
vlasmarkt vindt, maar het eigenaardige
is nu dat deze Belgische collega méér
van zijn eindproduct maakt. De
Zeeuwsch-Vlaamse vlasser vraagt zich
dan natuurlijk af wat de handel wel
moet verdienen, rekening houdende met
het feit. dat enerzijds naar België niet.
mag worden geëxporteerd omdat dit land
de minimum exportprijzen niet kan be
talen en anderzijds zyn Belgische col
lega toch meer van zijn eindproduct
maakt.
Een gevolg van het wegvallen van de
Belgische markt, naast de onderbreking
van hetgeen historisch is gegroeid, is
dat de Zeeuwsch-Vlaamse erkende han
delaren, die slechts zijn georiënteerd op
België en Frankrijk onmiddellijk nadat
het contingent met Frankrijk vól is, au
tomatisch gedegradeerd worden tot com-
missionnaixs van enkele Rotterdamse
groothandelaren. Hierdoor en door het
feit dat het door de overheid vastgestelde
„exportprogram" slechts bekend is aan
enkelen wordt het mogelijk dat deze en
kelen de vlaslintmarkt willekeurig be
ïnvloeden. dat zij met andere woorden
een economische relatieve factor vor
men.
De VlassUehting Zeeuwsch-VIaanderen
heeft de gehele kwestie nu opnieuw
aanhangig gemaakt bij de minister van
economische zaken en in een uitvoerige
brief gevraagd om opheffing van de mi-
numum-exportprijzen en ook van de ex
portbinding welke bepaalt, dat altijd
eerst pLm. 45% voor het binnenland moet
worden geleverd. Het planning-systeem,
dat meebrengt, dat tegenover vlas-export
steeds 'n Import van bepaalde kwaliteits
producten moet staan, zou voor België
vervangen moeten worden door een stel
sel van „toote Ueence demandée".
Ten slotte wordt met nadruk gevraagd
ook aan de Vlas stichting Zeeuwsch-
VIaanderen de bevoegdheid te verlenen
uitvoervergunningen af te geven en haar
in staat te steUen haar zaken bulten „Bu
vlaslint" om te behartigen.
STRIJD OM EEN HALF
MILLIOEN.
Ten slotte lg er nog «en geheel andere
kwestie, welke de Zeeuwsch-Vlaamse
vlassers zwaar op de maag ligt: die van
dc heffing, welke hun in 1945 werd op
gelegd door het toen nog In Tilburg resi
derende Bedrijfschap voor Vlas en Hen
nep.
Het gaat hier om een verhoging van dc
maximumprijzen en de daardoor volgens
h<*t Bedrijfsschap ontstane waardever
meerdering op de oude voorraden (oogst
1942. 1943 en ouder), krachtens een
heffingsverordening, voor strovlas, vlas
lint en bewerkte vlasafvallen. De inning
werd aanvankelijk wel uitgesteld tot na
de bevrijding van het Noorden, maar
toen de verordening daarna bekrachtigd
werd. heeft de Zeeuwsch-Vlaamse fede
ratie zich in December 1947 tot minister
Mansholt gewend om op billijkheidsgron-
den van de last van deze heffing bevrijd
te worden. De heffing ging immers uit
van het ook werkelijk maken van de
nieuw vastgestelde maximumprijzen cn
constant gebleven onkosten en daaraan
had in Zeeuwsch-VIaanderen wel het een
en ander ontbroken.
Toen de brief aan minister Mansholt
onbeantwoord bleef, heeft men de bemid
deling van het Zeeuwse lid van de Twee
de Kamer, baron van der Feltz, inge
roepen en deze heeft toen weten tc be
reiken. dat. zoaLs In de hriel werd ge
vraagd. een onpartijdig onderzoek zou
worden ingesteld, in afwachting waarvan
de inning werd opgeschort, aanvankelijk
tot 1 Mei 1949 en later tot de minister zal
hebben kennis genomen van het resultaat
van gemeld onderzoek. Men vertrouwt,
dat bij dit onderzoek aan de bijzondere
positie van Zeeuwsch-VIaanderen alle
aandacht zal worden geschonken.
De commissie, welke dit onderzoek
thans ter hand genomen heeft, bestaat
uit de heren P. J. Dekker van Wemel-
dinge. voorzitter van het Bedrijfschap
voor Vlas en Hennep, tevens voorzitter
der commissie, ir. C. S. Hekma Wierda,
directeur van het Bedrijfschap voor Vlas
en Hennep, en zyn plaatsvervanger, de
heer J. van Beveren, mr. B. A. M. Fruy-
tier secretaris van de ondervakgroep te
Rotterdam en zijn plaatsvervanger-secre
taris van het bijkantoor St. Jansteen. te
vens secretaris van de Zeeuwsch-Vlaam
se federatie, de heer H. M. Francken en
de heer J. v. d. Herik als vertegenwoor
diger van de werknemersbonden.
Wanneer men weet. dat het voor de
Zeeuwsch-Vlaamse vlassers om 'n bedrag
van bijna een half millioen gulden gaat,
zal men begrijpen, dat zij het resultaat
van dit onderzoek en de beslissing van
de minister met spanning tegemoet zien.
Uit Washington kwam Dinsdag 't
bericht, dat de hei*en senatoren on
danks aandrang van regeringszijde
niet van zins zijn haast te maken
met de behandeling van het Atlan
tisch Pact. Eerst over een maand
zal met dc debatten worden begon
nen. Op zichzelf is dit geen wereld
schokkend nieuws. Het Pact zal
zeker uiteindelijk de benodigde twee
derde meenderneid achter zich krij
gen en formeel moge het met zo
veel fanfares getekende verdrag
geen kracht hebben alvorens de par
lementen het hebben geratificeerd,
in de practijk maakt het niet zoveel
verschil uit. Er zit echter nog een
andere kant aan het. geval, die wel
belangrijk is. Nauw met het Pact
verbonden is de Aims Bill, de wet,
die voorziet in militaire hulp aan de
Wieëteuropese landen. Dat kost de
Amerikaanse schatkist opnieuw mil-
lioenen dollars en deze enorme be
dragen moeten, door dc Senaat wor
den goedgekeurd. Voor het Pact be-
Ixandeld is kan niet gedebatteerd
worden over de Arms Bill. Hoe tra
ger dus dc gang van zaken, hoe lan
ger de militaire hulp op zich zal la
ten wachten, temeer daar er sterke
oppositie tegen bestaat.
J.n elk geval zijn nu de ..hearings"
achter de x*ug. Deze „hearings", ver
horen, die worden afgenomen in de
marmeren caucuszaal van het Se
naatsgebouw en die 27 April begon
nen, vormen een merkwaardige en
lang uitgesponnen procedure, otibe-
kend in Westeuropa. Voor een be
langrijk ontwerp behandeld wordt
worden tal van politici, regerings
personen. militairen of anderen, van
wie enige kennis van zaken wordt
venvacht, opgeroepen him argumen
ten voor of tegen naar voren te bren
gen. opdat de vroede senatoren een
zo juist mogelijke beslissing kunnen
nemen. De hearings worden gehou
den door de senaatcommissie van
buitenlandse betrekkingen, waarvan
Tom Connally voorzititer is. Hij
wordt geflankeerd door vijf republi
keinen en zeven democraten, allen
mannen met gezag en invloed in
hun fractie.
Dat deze commissie, in hot be-
zonder ook voorzitter Connally, een
grote invloed kan uitoefenen op de
gang van zaken en de regcringspo-
litiek beslissend kan dwarsbomen
of steunen, is een publiek geheim.
Minister Achcsson zal bij zijn po
litiek in de allerlaatste plaats de
mening- van Connally uit het oog
verliezen. Nu is deze democraat 'n
merkwaardige figuur, ruw in de
moncl, berucht om opmerkingen,
dlo vaak kant noch wal raken en
conservatief in hart en nieren. Met
uitzondering evenwel in zaken, die
het buitenlands beleid betreffen. In
dait opzicht stelt hij zich steeds
trouw achter de leidende mannen
in het Witte Huis. Isolationisme is
hem vx-eemd, hetgeen te verklaren
is uit zijn afkomst. Conally is ge
boren in de staat Texas en de be
woners van Texas gaan er steeds
prat op aan de Ver. Staten het
grootste percentage soldaten cn of
ficieren te leveren. Niet uit krflgs-
zucht, die boven het gemiddeld®
ligt, maar uit groter belangstelling
voor het geen zich buiten Amerika
afspeelt, dan bij de gemiddelde
Amerikaan te vinden. Conally is 'n
ware zoon van zijn land. Het mili
taire hulpprogram aan Europa zal
in hem een strijdbaar voorstander
vinden, waarmee het pleit ai half
gewonnen is.
Over één nachtje ijs gaat hij
echter niet Alle aansporingen van
buitenstaanders meer spoed achter
de zaak te zetten hebben een te
gengestelde uitwerking.
De Amerikaanse Senaat haast
zich niet. Ook niet wanneer het
om een historisch ontwerp als het
Atlantisch Pact gaat.
Diamanten terug naar Nederland.
In het ministerie van buitenlandse
zaken te 's-Gravenhage werden
Maandag wederom een partij diaman
ten aan de Nederlandse regering te
ruggegeven, die gedurende de bezet
ting uit Nederland zijn geroofd.
Ditmaal betrof het een partij van
338,24 karaat, welke teruggevonden
is in Spanje.
Heeds eerder zyn aanzienlijke hoe
veelheden diamanten, die uit Neder
land waren geroofd en na de oorlog
in Duitsland werden aangetroffen,
aan ons land gerestitueerd.