T Commercie-Comp agnie rustte een smokkelschip uit Oostenrijkse middenstanders staan er benard voor De „Don Louis" keerde nimmer in Zeeland terug. Een glazenwasser verdient meer dan een professor ener universiteit GIGANTISCH DRIJVEND EILAND ALS VLIEGTUIGBASIS i: ante Sabine grijpt in 4 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT DONDERDAG 12 MEI 1949 Journaal van reis naar Zuld-Amerlka bleef In Rijksarchief bewaard. De 10e Februari 1720 attendeerde een van de Middelburgse burge meesters In een vroedschapsvergadering op het verval van de Zeeuw se handel. Ten einde vreemde markten, die in een reeks van oorlo gen verloren waren gegaan, terug te winnen, werd kort daarop de Commercle-Compagnlc opgericht. In één maand brachten 600 kapi taalkrachtige Zeeuwen 5.000.000 bijeen om het gewest er bovenop te helpen: Van stonde af aan specialiseerde de Commercle-Compagnie zich op de Straatvaart, d.l. de handel op de Middellandse zee. Daarnaast had ook de Oostzeehandel en die op Franse havens haar belang stelling. Behalve degelijke handelsondernemingen bereidde de Compagnie éen keer een avontuurlijke tocht voor: een smokkelrois naar Chili en Peru. Over deze reis, waarvan de bescheiden in het Rijksarchief te Middelburg berusten, vertelt hieronder de heer L. W. de Bree, leraar aan de Rijks II.B.S. te Vlissingen. Eerder publiceerde hy op het ter rein der Zeeuwse maritieme geschiedenis een studie: „Jacob Rogge veen en zjjn reis naar het Zuidiand." De uitgave van „De avontuur lijke reis van de Don JLouis" is thans b|j de uitgeverij Van Breda te Amsterdam in voorbereiding. Op 7 Juni 1724 trokken zeven span paaiden het schip „Don Louis" buiten de SUkpoort van Middel burg cn verder naar het Vlakke van Rammekens. De volgende dag lagen ook de reisgenoten, het han- deisfregat „Don Carlos" en de vic tualie-snauw „El Mercurlo" .gereed voor het grote avontuur. De Com mercle-Compagnie wilde namelijk 't Spaans monopolie op de Zuid-Ame rikaanse landen breken. De ruimen van de twee grote schepen waren volgestouwd met textielgoederen, die men achter de rug van het Spaans gezag in Chili en Peru van de hand. hoopte te doen: Vlaams lijnwaad, Haarlemmer striepen, zij den en wollen plkotten, sortimen ten kant, lint, garen, fluweel en satijn. Om de nationaliteit van de bo dems te camoufleren, waren zij ge noemd naar Spaanse prinsen; daar om ook was de snauw, die vroeger heel gewoon „Jonge Christina" heette, omgedoopt in „El Mercurlo." De „Don Louis" was bemand met 115 koppen en stond onder bevel van Nicólaas van de Genugten, n Vllssingse kapitein. De gezagvoer der van het zusterschip was Picter Geleynsen. Op de „Mercurio", die met twaalf matrozen bemand was, voerde schipper Jan Huysen het bevel. Van de „Don Carlos" en de „Mer curio" weten we bitter weinig: ge durende het noodweer, dat de avon turiers bewesten Vuurland over viel, verdwenen zij spoorloos. Ook de „Don Louis" keerde nimmer in eon vaderlandse haven tenig, maar het scheepsjournaal en een dagboek van de derde stuurman. Hubrecht Cempe uit Zierikzee belandden na lange omzwervingen in het archief van de Commercle-Compagnie. Aan deze bronnen is bijna al onze ken nis over de smokkelreis van de „Don Louis" ontleend. WACHTEN OP WIND. Het begin was verre van for tuinlijk: zeven weken lagen de schepen voor Rammekens te wach ten op een gunst'ge wind om uit te varen. Wachten betekende des tijds: niet verdienen, want pas als de ankers gelicht waren ging de gage in. De stemming aan boord was dientengevolge slecht en een poging van de Compagnies-directie, om de moed er in te houden door per hoofd twee pond tabak te ver strekken, had weinig succes. De ontevredenheid groeide tot rebellie. Toen enkele van de Middelburgse heren zich aan boord begaven om de bemanning tot redelijkheid te manen (wat men destijds dan re delijkheid noemde), groepten de matrozen samen en nepen: „Geit, geit moet daar sijn." De directeuren besloten „liever die mensen in der minne enigszins tegemoet te ko men dan met on willigen soo een sware voyagie te beginnen": het volk zou in elk geval van 1 Augus tus af gage beuren. De 14e Augustus vertrok het kleine eskader van Rammekens. Eind September bereikte men de Kaapvcrdische eilanden. Hier wer den de voorraden water en brand hout aangevuld cn Van de Genug ten maakte van het oponthoud ge bruik om de scheepsraad bijeen te roepen en „justitie te doen." De scheepskok werd veroordeeld om drie maal over boord gegooid te worden, waarna htl nog een dracht vnn twee honderd slagen kreeg, „omdat wij verschelde dieverijen aan hem bevonden van eenigte vlees, hetwelck hy voor hem zich) brade en twee vaties bo ter. die hy van het volcks-rand- soen allengskcns hadde vergadert en agtergehouden Van de Kaapverdische eilanden stakon de schepen over naar Bra zilië. Op Kerstdag 1724 lagen zij geankerd voor het eiland Grande. Noch het officiële journaal van de Electrische locomotieven voor Ned. Spoorwegen. Maandagnacht arriveerden op het station Roosendaal drie electrische locomotieven die door de N.S. van de Franse nationale spoorwegmaat schappij zijn gehuurd. Deze machines zullen eerlang in Zuid-Limburg dienst doen bij personen en goederenverkeer, De N.S. zijn van plan nog een aan tal Franse locomotieven tc huren, in verband met de voortschrijdende elcctrificatie van het Nederlandse spoorwegnet. „Don Louis", noch het dagboek van de derdewaak Hubrecht Cempe maakt melding van enige kerstvie ring. Deserteurs, die gehoopt had den op het eiland achter te kunnen blijven, werden gegrepen en mot een gang tussen de halve pieken gestraft. Nieuwjaarsdag van het jaar 1725 zag de matrozen bezig met het afkrabben van de scheeps huid, de 3e Januari werd er nog geteerd en de 5e zetten de sche pen hun reis in Zuidelijke richting voort. Heel de maand bleef alles naar wens gaan. TEGENSLAG. De tegenslag begon in Februari. Wekenlang waren de avonturiers overgeleverd aan het geweld van wind en golven. Het journaal meldt: „Als het weer sig begon te ver heffen, zoo besweeck ons het hert, want het scheen off de wint en zee ons wouden verslinden." De „Mercurio". kleinste van de drie, bleef ver achter en toen hij weer opdoemde, woei van de grote mast de noodvlag. Pas 9 Maart was het mogelijk 't scheepje te praaien. Daar stond schipper Jan Huysen met drie van zjjn mannen aan dek. De rest van de bemanning lag ziek. Gevieren hadden zij de afmattende strijd te gen wind en water gestreden, lan ger dan een week. Hulpkrachten van de „Don Louis" eh ..Don Carlos" losten hen nu af: eindelek kon Huysen zün kooi opzoeken. Van 10 Maart tot 4 April zwalk ten de schepen in de buurt van Kaap Hoorn, zonder enige voort gang te maken. Een notitie in het Daghregister luidt (25 Maart): „int 5e glas van de eerste wagt wayde het een tempeest, in de hondewagt een noodweer, de zee hemelshoog en seer genegen tot storten, dat ons deed denken op 't eynde. Kon den geduurende dien nagt onse maet niet zien." Daags daarop zag men de „Don Carlos" voor het laatst; „El Mercurio" was toen al dagen lang uit het zicht verdwe nen De bemanning van de „Don Louis" verzocht haar kapitein om „op te duwen", d.l. terug te ke ren naar Brazilië. Van de Genug ten. die doodziek lag. weigerde. Enkele dagen later lieten de ma trozen door de dekofficieren aan zeggen. dat zy op zo'n barre zee niet langer kruisen wilden. De ka- piietn bleek ook op zyn ziekbed nog in staat, het gezag te doen eerbiedigen. Hy besliste, dat wie z\jn werk niet behooriyk deed, niet te eten zou krygen. ,,'s Middags quamen zy versoecken om eeten en drincken te mogen genieten, want dat het leeven soet was soolang als men het konde behouden." Het werk werd hervat en de kok schaf te weer volle bakken. ZIEKEN EN DODEN. Met de gezondheid van het scheepsvolk was het intussen treu rig gesteld. Reeds een tiental was als slachtoffer van scheurbuik en disenterie gestorven en over boord gezet. 19 April stierf ook Van de Genugten. Zyn plaats werd inge nomen door Carei Foulert, luite nant der zeesoldaten. Na het over- ïyden van de opperstuurman Bruyst kwam de navigatie practisch in handen van de derdewaak Cempe. want de tweede stuurman bleek 'n nul te zijn, die geen kans zag een bestek in de kaart af te passen en die aan het eind van zijn wacht de juiste koers nauweiyks wist op te geven. Tot laat in Mei zeilde het schip ver bulten de Westkust van Zu'd- Amerika; de 21e doemde land op. Het bleek het eiland Nuostra Se- nora del Socorro te zijn, gelegen op 45° Z.B. Men vond* er water en eetbare kruiden. Maar ook hier wachtte tegenslag: de laatste dag van Mei brak een rukwind het an kertouw en dreef de „Don Louis" naar de vaste wal. Drie. man, die op het eiland op de eendenjacht waren, zagen hun schip steeds ver der drijven en daarmee hun kans op behoud verkleinen. Een paar da gen later zeilde een lek vaartuig één van de Chileense fjorden bin nen. Vijf maanden bleef de „Don Louis" hier liggen. Op een smal 1 sloeg J~ -xn zandig strand sloeg dc timmerman 'in tent op, waaronder hij een leuwe sloep op stapel zette. Elke dag ging een ploeg matrozen aan land om op eenden en ganzen te schieten. Voor sommige zieken was het verbiyf aan land het behoud; daarom werd de fjord „De Blijde Hoop" genaamd, hoewel op de mon sterrol sinds het vertrek uit Vlis singen al zeventig namen waren doorgestreept! Drie keer ondernam men een poging om met de jol het eiland Nuostra Senora te bereiken. Tenslotte slaagde Cempe er In, maar van de makkers vond hij slechts het gebeente. DIEVEN AAN BOORD. Een inspectie in de ruimen bracht aan het licht, dat door lekkage een aanzieniyk deel van de texticl- waren verrot waren. Ook bleek, dat dieven onder demaats de drankvoorraden fiks hadden aange sproken. Zo stond by het vertrek uit de baai, 10 November 1725, de expeditie er al hopeloos voor. Te gen Kerstdag voer men onder de Peruaanse kust. In de bocht van Lanasca ging de „Don Louis" voor anker, omdat de desolate toestand van het schip verder zeilen onmo gelijk maakte. Negen matrozen gin gen er met de jol vandoor en bo den hun diensten aan op 'n Spaans schip, dat hier lag om wijn te la den. De laatste dag van het jaar bracht de ontknoping van het „Don Louis"-drama. Welbemande sloepen van de Span jaarden koersten recht op de mo nopolie-breker af en eisten de over gave. Niemand antwoordde. De meeste matrozen, aldus het Daghre- gister. „waren zo dronkig als bees ten". Spaans scheepsvolk klauter de aan boord, haalde de prinsen vlag neer en hees de vlag van Spanje. Met een prysbemanning kwam de „Don Louis" een week la ter in Callao. de havenstad van Lima, aan. De officieren werden geïnterneerd, de matrozen aan het werk gezet. Sommige van de schel men hadden er plezier in voor de ramen te lopen van het huis, waar hun vroegere superieuren gevangen za*en en dan te dreigen en te schelden. Zeven en een halve maand bleven Foulert. Cempe en enkele anderen in Callao. -Toen werden ze met een retourvloot naar Panama gestuurd. Enigen van het scheeps volk gingen mee. anderen namen de Roomse religie aan en bleven in Peru. NAAR HUIS. Te voet en onder bewaking slak Cempe de landengte van Panama over. Als vrq man voer hij naar Cartagena, een haven aan de kust van het tegenwoordige Columbia. Van hier ging hi1 naar Cuba. en op een Engels schip reisden Fou lert en hii naar Europa terug. Op 1 Mei 1727. na een zwerftocht van bijna 33 maanden, kwam de derde waak van de ..Don Louis" in Mid delburg terue-, Hii gevoelde zich in de vrije Nederlanden als door de poorten des hemels Ingegaan." De Commercie Compagnie voerde nog jaren lang een proces tegen de assuradeurs, die slechts hadden verzekerd tegen „de oerikuien van de zee, daar wil onder conditione ren het perikel van brand en sprin gen door evaen vuvr sonder toe doen des viaots". Zo eindigde één van de laatste avontuurlijke reizen door Zeeuwse kooplieden onderno men. met een fiasco, dat nauwe, lijks groter had kunnen zijn. HET BINNENSTE VAN HET VLOT. Aan weerszijden en onder de opper vlakte van het vliegveld zijn enorme werkplaatsen, voorraadmagazijnen, kantoren en hangars. Een vliegtuig, dat geland is, verdwijnt automatisch in het binnenste van een der U-po ten, naar allerlei onderhoudswerk zaamheden en zelfs de meest gecom pliceerde reparaties kunnen worden uitgevoerd. Aan dezelfde zijde komt tevens een meteorologisch instituut. De ruimte tussen de beide U-poten is bestemd als haven. Hierin is een for midabele scheepswerf geprojecteerd. Ook is ruimte overgehouden voor twee of drie enorme dokken. Het bin nenste van de andere U-poot wordt voornamelijk in beslag genomen door de werkplaatsen van de scheepswerf, voorraadkamers enz. Bovengronds bevindt zich hier een modern hotel met 300 kamers, badka mers enz. Iedere kamer heeft tele foon. Bovendien zijn er juist in de kromming van de U ongeveer 300 wo ningen voor het vaste personeel van het eiland. Maar Henri Defrasse heeft letterlijk overal op gerekend. Om de vliegtuig- en bootpassagiers hét wachten te veraangenamen heeft hij ook het moderne vermaak gepro jecteerd, d.w.z. een bioscoop, cabaret, (Van onze correspondent). Wenen, April Oosfenryk heeft weliswaar de naam zo'n byzonder vrolyk land te zyn de zwierige Weense walsen en de aardige Ween- se operettes komen er immers vandaan'. en Inderdaad leeft men hier beslist veel luchthartiger en ge makkelijker dan in menig ander land, maar toch wordt er ook achter de schermen ontzettend veel armoede geleden. Vooral de Oostenrykse middenstand, waartoe ik hier allen reken, die een intelligentie-beroep uitoefenen, is er erg slecht aan toe. Soms heeft het er veel van weg of hy ten ondergang is gedoemd. goedkoper dan de gestudeerden: ze zijn met bescheidener en kleinere woningen in een volksbuurt tevre den. waardoor ze minder huur be talen. Ze kopen niet zoveel boeken en ze vinden het niet noodzakelijk veel mooie dingen om zich heen te hebben, zy denken er niet aan zich de luxe to permitteren er een eigen studeerkamer op na te houden om daar ongestoord en rustig te kun nen lezen en werken, ze hebben ty- dens hun werkuren niet zulke du re kleren en geen netjes uitziende overhemden mei dassen en boorden te dragen, ze hebben er over het algemeen niet zozeer behoefte aan naar een ernstig toneelstuk of een wetenschappelijke voordracht te gaan (waarvoor toch ook alweer entree betaald moet worden), ze hebben, omdat ze niet 's avonds laat nog by een studeerlamp zitten, niet zulke hoge lichtrekeningen, ze hoeven thuis geen eigen telefoon te hebben, en ze geven minder geld voor papier en brieven en postzegels en voor brochures, kranten en tijd schriften uit. Een intellectueel tracht zijn kinderen zoveel en zolang moge- lyk te laten studeren, opdat ze later een vooraanstaande positie in de maatschappü kunnen innemen. Een arbeider vindt dat niet nodig, vooral in Oostenryi; onder de huidige om standigheden niet, want, zo rede neert hy, wat hebben m'n kinderen eraan? Wanneer ze een behooriyk ambacht kennen, verdienen ze veel meer dan zo'n intelligente sinjeur, by wie alles maar vergulde armoe de is. Een werkvrouw op een uni versiteit verdient zelfs meer dan 'n aankomend jurist. Wanneer we eens nagaan wat een rechter, een dokter, een inge nieur en een ambtenaar in dit land verdienen, en wanneer we hun sa larissen vergelijken met de lonen, die de handarbeiders mee naar huis krygen, komen we tot ontstellende resultaten. Dan zien we. dat de laat- sten véél meer verdienen dan de hoofdarbeiders. Een jonge dokter, die jarenlang aan een universiteit gestudeerd moet hebben en die dan eindelijk een plaatsje ln een zieken huis gekregen heeft, verdient door gaans 350 schillingen in de maand. Een jeugdige jurist, die eveneens 'n lange studie achter de rug heeft en die eerst op een kantoor moet wer ken alvorens zelfstandig te kunnen optreden, dient met 39(T sch, tevre den te zijn. Het wordt al héél mooi genoemd, wanneer een ambtenaar 600 a 800 sch. verdient, en een hoogleraar aan een universiteit beurt 1200 sch. in de maand. Nu gaan we eens by de gewone werklui kyken, die niet zulk een langdurig cn kostbare opleiding heb ben nodig gehad en die daarom ook al veel eerder begonnen zijn hun eigen geld te verdienen. Het aller best betaald zynde glazenwas sers, Zy hebben over de 1770 sch. in de maand, dat is dus véél meer dan een universiteitsprofessor! Ddn hebben we de mannen, die tegels en vloerstenen op hun plaats leggen: ze krygen 1435 sch. mee naar huis. Een los arbeider (zonder speciale vakkennis dus) ln een bouwbedrijf krfjgt meer dan 700 sch., dat Is bo na net zoveel als een rechter, die maar een maandsalaris van 825 sch. heeft. Een timmerman verdient ln dit land evenveel als een rechter (die toch eerst op fijjjjAÉ ge ambt bekleeu. neeft zelfs nog iets méér. GOEDKOPER LEVEN Handwerkers leven doorgaans rijper© leeftijd dit 'ho- leed), cn een leidekker wordt bij het „vaststellen" van de „zwarte" koers gerekend komt een schilling overeen met ongeveer 16 cent. Nederlandse toeristen, die naar Oostenrijk komen, kunnen dit mer ken aan de pryzen in de hotels. Wanneer ze 40 schilling moeten be talen voor 'n kamer zonder ontbijt, zullen ze vreemd opkijken, daar dit voor hen liefst over de tien gulden is. Oostenrijk is tegenwoordig duur voor vreemdelingen, zelfs duurder nog dan Zwitserland. Ook voor de Oostenrijkse geestelijke arbeiders is de levensstandaard te hoog. Een rechter kan niet uitkomen met slechts circa honderddertig gulden in de maand, maar een glazenwas ser met meer dan het dubbele wél. TANTE DOROTIIEE Een poosje geleden waren de houthakkers in een streek van Ti- rol ontevreden met hun lonen. Ze verdienden weliswaar over de dui zend schillingen maar ze wilden meer. Ze stapten dus naar de „Be- zlrkshauptmann" toe, de hoogste re geringsfunctionaris van het gebied. En ze waren stomverbaasd te ho ren, dat deze, een gestudeerd man, een paar honderd schilling minder in de maand verdiende dan zy. Eerst wilde ze het niet geloven, en toen zeiden ze: „Er zijn twee dingen mo gelijk. Of u houdt ons voor de gek, of ii bent wel dwaas, wanneer u die baan blijft houden". In de hoofdstad Wenen zijn vooral levensmiddelen uit de aard der zaak duurder dan buiten. Gezinnen heb ben hier dus meer geld nodig. Geen wonder dus, dat die goede oude „Tante Dorothee" steeds heel veel te doen heeft. „Tante Dorothee" zo wordt het „Dorotheum", de Bank van lening in de wandeling genoemd. Zy zetelt in een reusachtig gebouw in het hartje van de Weense bin nenstad en zy houdt er in haast alle wijken filialen op na. Elke dag staan er drommen men sen voor de loketten. De jongere generatie, die van de schoolbanken en de universiteiten komt, voelt er tegenwoordig niet veel voor in rijksdienst te gaan. Particuliere ondernemingen betalen echter over het algemeen ook al niet veel beter. En daarom willen veel jongeren het liefst maar naar de vreemde trekken, vooral naar verre overzeese gewesten, waar de toekomst veel aanlokkelijker is. (Nadruk verboden). zwembasins, Fantastisch plan van een Fransman (Van onze correspondent) De vliegtuigtechniek is de laatste jaren zo sterk vooruit gegaan, dat zelfs de grootste verkeerstoestellen zonder moeite de Atlantische Oceaan over wippen zonder behoefte te hebben aan een tussenlanding. Het ongeluk wil echter, dat de Pacific een lief stukje breder is, waardoor de sprong zon der tussenlanding niet gemaakt kan worden. Wel zijn er enkele eilandjes in de Stille Oceaan, die wellicht in te richten zouden zijn als luchthaven, doch het feit, dat ieder eilandje tot een bepaald land behoort kan onder bepaalde omstandigheden ernstige moeilijkheden veroorzaken. Denkt u bv. eens aan de moeilijkheden der K.L.M., die haar Indië-route moest omleggen. Met andere woorden: een basis in de Stille Oceaan is altijd een wankel be zit indien hij geen internationaal gebied is. FANTASTISCH PLAN. De Fransman Henri Defrasse heeft thans ernstige planpen om ergens in het hartje van de Pacafic een drijvend eiland te bouwen dat de modernste lucht- en vlootbasis der wereld zal moeten worden en een zelfstandige status moet krijgen. De ontwerpen, bestekken en teke ningen zijn thans gereed gekomen en aan vele grote lucht- en zeevaart maatschappijen' ter inzage gezonden. In een brief aan de U.N.O. heeft De frasse gevraagd of het mogelijk is zijn eiland een onafhankelijke status te geven. Op het eerste gezicht lijkt zijn idee fantastisch, doch de betreffende des kundigen achten verwezenlijking, op korte termijn zeker niet uitgesloten. Het eiland Defrasse is gebaseerd op de idee van een gigantisch drijvend vlot in U-vorm, dat ongeveer twintig meter boven de zeespiegel uitsteekt. Alleen het landingsterrein voor vlieg tuigen is geprojecteerd op een breed te van 220 meter bij een lengte van 480 meter. Het „eiland" heeft een wa terverplaatsing van niet minder dan 2.600.000 ton. De ene poot van de U is vlieghaven. theater, tennisvelden, een jachthaven enz. EIGEN REGERING! Het eiland zal eigen clectriciteit op wekken, een eigen watertoren heb ben alsmede een eigenregering. Enorme motoren zorgen er voor, dat de onafhankelijke staat zich zelf kan voortbewegen, terwijl het gehele project er op gericht is om een vei lige navigatie van het eiland zelf te verzekeren. Bovendien krijgt Defras- se-eiland zijn eigen radiostation met echte studio's, alsmede een eigen krant. Of er ooit met de bouw van deze drijvende staat begonnen zal worden, hangt af van de financiële belangstel ling der grote lucht- en scheepvaart maatschappijen, maar aangezien al meer gebleken is, dat de wonderen de wereld niet uit zijn, is het helemaal niet onmogelijk als ge straks een par tijtje tennis speelt ergens midden in de Pacific. Exporteurs vrezen gebakken peren. De nieuwe exportregeling voor groenten en fruit naar Duits land, die het initiatief aan de exporteurs zelve laat, is met gemengde gevoelens ontvangen. De in Duitsland gestelde ma ximumprijzen en de dreiging van hoge importheffingen laten naar het oordeel van menige handelaar slechts geringe kan sen tot enig profijt. Van dit inzicht getuigt de volgende advertentie in het „vakblad voor de groothandel in aardappelen, groenten en fruit". „Combinatie" van ex porteurs naar Duitsland zoekt kapitaalkrachtig persoon om gezamelijk naar Duitsland groenten en fruit te exporteren. Verlies gegarandeerd, winst uitgesloten. Brieven onder no. 100, aan het bureau van dit blad". Waarmee niet gezegd wil zijn, dat de stellers het met deze sa- tyre geheel bij het rechte eind hebben. Beieren blijft weerspannig. De Beierse regering zal 't staal parlement verzoeken een volks stemming uit te schrijven over de te Bonn aangenomen grondwet voor West-Dultsland. Aan de bevolking zullen de vol gende vragen worden gesteld: 1. Keurt U de grondwet goed? 2. Zo niet, erkent U haar als bindend voor Beieren ingeval zy door twee derden van de West- Duitse staten wordt aanvaard De regering, die bestaat uit le den van de Christeiyk-Sociale Unie, zal de bevolking aanraden de eerste vraag ontkennend en de tweede bevestigend te beantwoor den. De Amerikaanse delegatie voor de Parijs© conferentie. Het Amerikaanse departement van buitenlandse zaken heeft Dins dag de samenstelling van de Ame rikaanse delegatie op de komende conferentie te Parys bekend g- maakt. Behalve minister Acheson zal als zyn plaatsvervanger dr. Philip Jes- sup komen en voorts: Robert Mur phy, John Foster Dulles, deskun dige van de Republikeinse partij en Charles E. Bonlen, deskundige voor Russische zaken. Een aantal adviseurs, twee as- slstenten, een perschef en drie se cretarissen zullen ook deel uitma ken van de delegatie. FKUILI ETON Romao van MARIA SAWERSKV EEN SCHILLING 18 CENT Wa't betekenen nu al die cyfers, die ik zoëven genoemd heb? De of ficiële koers van de schilling is circa 27 Nederlandse cent°n. maar ln wérkelykheid en daarmee 95 „Ach!" Reuder had niet aan Beate ge schreven: vandaar dat de medede ling van de oude dame haar verras te. Ze vloog de brief door, die Sabine Reudcr haar overhandigde cn voelde haar hart sneller kloppen. „We gaan natuurlijk in gezelschap van Felix naar die trouwpartij' ging de oude dame voort. „Daar kan ik me nu al op verheugen." Tante Sabine was trouwens deze avond over het algemeen bhzondet opgewekt, terwijl Beate zich daaren tegen ongewoon zwygzaam toonde. De weinige dagen, waarin zy Reuder niet gezien had, hadden haar een eeuwigheid toegeschenen. Sinds we ken was ze eraan gewend geraakt hem dagelijks om zich heen te heb ben en met hem te praten. Ik lijk wel niet wys, zei ze tot zichzelf, toen Sabine Reuder weer vertrokken was. Waar moet dat in 's hemels naam heen? Hy heeft geen woord van liefde tegen me gezegd en hij kan me ook Immers niet Hef hebben. Hoewel hy toch a1ftjd erg attent voor me was, zich zoveel moeitemet dat huls heeft getroost en... en Hier brak Beate haar gedachte gang opzetteiyk af. Ze ging naar bed. maar ze lag de gehele nacht wakker. Ook de volgende ochtend kostte het haar de grootste moeite zich by haar dagtaak tc bepalen. Slechts één gedachte beheerste haar: Reu- ders terugkeer naar Hasselfeurde. Zc schold er zichzelf om uit, maar ze kon er toch niets aan verande ren. Hij zal wel weer gauw weg gaan, dacht ze. Dan zal ik heel lang zyn stem niet meer horen, zyn gezicht niet meer zien. Hy zal natuurlhk een nieuwe reis gaan ondernemen. Daar zal ik me by neer moeten leg gen Het begon donker te worden. Beate was alleen thuis. Peter had zyn vrye avond en het meisje had Beate zelf weggestuurd. Ze had er schrokken zou haar goed doen. Beate wilde juist naar haar ka mer gaan om een warme mantel te halen, toen er gebeld werd. Wie kon dat nu nog zijn? Tante Sa bine wachtte natuurlijk thuis op haar neef. die vanavond nog zou komen. Misschien was het dr. Kru- ger of zyn zuster, die haar nog even kwamen opzoeken. Ze liep haastig naar de huisdeur en trok deze open. In de schemer buiten stond een man. Beate's hart scheen een ogen blik stil te staan. Ze had onmid dellijk Reuder herkend en van ver rassing vermocht zij geen woord uit te brengen. Ook Felix Reuder sprak niet direct. Het tafreel daar voor hem herinnerde hem aan die avond, nu reeds maanden geleden, toen hy met Karei in Hasselfeurde was aangekomen en deze zich in het huisnummer had vergist, waardoor hy aan de verkeerde woning had gebeld. Een meisje had toen de deur geopend; door het licht u»t de hal omstraald, had ze in de opening gestaan. En precies zo was het nu weer. Het slanke fi guurtje was hetzelfde en toch een ander Het licht viel. evenals des tijds, op het glanzende haar en op het tere gezichtje. „Beate", zei Reuder zacht. „Ik... ik ben het. Je bent toch niet ge- behoefte aan alleen te zijn. Maar nu hield ze het thuis toch ook niet uit en ze besloot nog een flinke wandeling door de herfsiachtige vel den buiten het stadje te maken. Dat „O. nee..." „Mag ik even binnen komen? (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1949 | | pagina 4