Streekbesef laat in Zeeland
nog veel te wensen over
Waarom juist deze vlag
voor Zeeland
De radioverbinding begon
op 12 Maart 1942
Interview met
jhr. mr.T. A. J.W. Schorer
Volgens Fanny moet iedere
vrouw aan sport doen
Jaarbeurs wordt te groot
voor Utrechts binnenstad
VEEDE BLAD
<--
PROVINCIALE ZEEt^ «.SE COURANT
WOENSDAG 30 MAART 1949
Historisch, heraldisch en aesthetisch
verantwoord.
Een vlag voor Zeeland: blauw, met daarover drie gegolf
de horizontale uitte banen, in het midden als hartschild
het. gekroonde wapen der provincie!
Nu Gedeputeerde Staten deze provinciale vlag hebben
vastgesteld, hebben wij jhr. mr. T. A. J. W. Schorer t©
Middelburg, lid van Provinciale Staten en ontwerper van
de nieuwe vlag, gevraagd naar de overwegingen, die hem
juist tot dit ontwerp brachten.
GEEN VROEGERE
VLAG.
Jhr, Schorer merkte aller
eerst'op, dat het vinden van
een kenmerkende vlag voor
Zeeland geen gemakkelijke
taak was om de eenvoudige
reden, dat Zeeland vroeger
nimmer een eigen vlag heeft
gevoerd. Men voerde de Sta-
tenvlag, het rood-wit-blauw
dus, waarin wellicht 't blauw,
water voorstellend, een bij
drage van Zeeland is en leen
de verder alleen de vlag van
de Admiraliteit van Zeeland,
een groen, veld, waarop als
hartschild het wapen van
Zeeland, steunende op twee
gekruist' zwarte ankers.
Deze laatste vlag echter was,
anders dus dan bijvoorbeeld
in Friesland, geen speciale
provinciale vlag.
ROOD-GOUD-BLAUW-
WIT BLAUW?
De Hoge Raad van Adel
stelde toen voor om een vlag
te voeren, waarvan de kleu
ren afgeleid zouden zijn uit
het Zeeuwse wapen en die,
naar het voorbeeld van an
dere provinciale vlaggen, vyf
banen zou hebben: rood-goud-
blauw-wft-blauw.
Tegen dit denkbeeld voerde
jhr. Schorer aan, dat in de
eerste plaats in deze vlag
wel de Hollandse; maar niet
d. Zeeuwsch-Vlaamse kleu
ren voorkomen en dat ten
tweede deze vlag zich weinig
onderscheidt van andere pro
vinciale vijfbanige vlaggen.
Jhr. Schorer meende, dat
het rood in de voorgestelde
vlag geen Zeeuwse, maar 'n
Hollandse kleur is, zoals ook
de rode leeuw in het Zeeuw
se wapen een Hollandse leeuw
is. Het Zeeuwse wapen is 'e
variant op 't Hollandse (Zee
land had trouwens nimmer
Zeeuwse Almanak
ALMANACH.
De antiquair A. P. Slijper te
Axel stuurde aan onze redactie
een heeT klein boekje: ge kunt
het in uw vestzak stoppen. Het
is getiteld Zeelands Chronyk
Almanach en het werd in 1779
uitgegeven door de Middelburg
se uitgever Jan Dane.
En het is merkwaardigzoals
zo'n klein boekske een mens
aan het peinzen kan brengen.
Alleen al het titelplaatje, waar
op vijf mollige kleuters Mer-
ciirïus, koopmanschap, zeevaart,
visvangst en landbouw voor
stellen tegen een achtergrond
bestaande uit een zee met vele
schepen, bekroond met de wa
pens van Zeeland en de zes
Zeeuwse steden, alleen al dat
titelplaatje is de moeite xvaard.
Tegenwoordig zou men struise
mannen en vrouwen als zinne
beeldige figuren kiezen, maar
de Almanach van 1779 xvas dan
ook voor de jeugd bestemd.
Gevarieerd is de inhoud! Ge
vindt er de getijden des jaars,
de zons op- en ondergangen, de
waterstanden, de veemarkten
tn iin Zeeland.Destijds
hadden Brigdamme en Sandijk
en Bommenede hun eigen ker
mis! Ge kunt er lezen wanneer
de rechtbanken van Middel-
burp, Zierikzce, Goes, Tholen,
vlissingen en Veere vacantie
hadden en wanneer de poor
ten gesloten en de klokken ge
luid werden in de Zeeuwse ste
den.
Ge vindt er omrekeningsta
bellen voor de Zeeuwse mun
ten en een geschiedkundige
beschrijving van Middelburg
m de vorm van vraag en ant
woord voor de jeugd,- de prij-
tarwe, rogge en gerst
m 1778 en de prijzen van de
goederen, die door de Oost-In
dische en de West-Indische
n?pa0me werden verkocht.
Maar het meest van alles
heeft mij geboeid het „Uit-
VS™* en 1' Huis komen der
voornaamste Zee-Schepen, van
MiddelburgZierik-Zee en
VlissingenDe lijst beslaat niet
tV zeven Wadzijden.
En ze voeren naar West-Indië,
naar ae Straat, naar Batavia,
naar de Kaap, naar China, naar
Bengalen'en Ceylon, naar Gui
nea en Essequebo, naar Deme-
raij, naar Curagao en St. Eusta-
tius.
Ge kunt u dat in deze tijd, nu
de vroegere havens leeg liggen,
met meer indenken. De laatste
periode van Zeelands Gouden
tijd was dat, 1779!
Daarna kwam da neergang.
En wat een honderd zeventig
Sf'eden nog realiteit wai,
m nu iels om heimwee naar té
hebben.
Want de zeekastelen, ze va
ren Zeeland alleen maar voor-
HnJ^avr 4"*l?erpcn Rotter
dam. En de havens van Zee
land liggen verlaten**.
eigen graven, steeds waren
de graven.van Holland tevens
graven van Zeeland) en in de
variant schuilt dan ook het
specifiek Zeeuwse.
De Hollandse leeuw ont-
zwemt aan blauwe en witte
golven, blauw en wit zijn in
dit wapen "de kenmerkende
'kleuren voor Zeeland.
Hiervan is jhr. Schorer btf
zQn ontwerp dan ook uitge
gaan.
HET WATER.
De gegolfde dwarsbalk'is im
mers heraldisch het teken voor
het water, vele Zeeuwse ge
meenten en waterschappen voe
ren dit teken. Onder de Ne
derlandse gewesten is Zeeland
het gewest van het water. De
vlag moet zulks weerspiegelen
en de witte banen op een veld
van blauw zijn dus historisch
en heraldisch en voor de ge
voelens der Zeeuwse bevolking
de juiste te achten.
DE LEEUW.
Ter wille van de schoonheid
en de duidelijke herkenbaar
heid was het, aldus de conclu
sie van de ontwerper, het beste
drie horizontale gegolfde witte
banen op de blauwe vlag aan
te brengen, die dan tevens de
drie grote wateren, die Zeeland
omspoelen, symboliseren. Het
Zeeuwse wapen achtte hij on
miskenbaar, omdat juist het dy
namische beeld van de ont-
zwemmende leeuw karakteris-
Sporlpark te
Bergen op Zoom.
De gemeenteraad van Bergen op
Zoom heeft nogmaals een crediet
van 100.000 beschikbaar gesteld
voor de verdere accommodatie van
het sportpark „Rozenoord", dat de
trots van Bergen op Zoom moet
worden. Rozenoord beschikt nu
wel over prachtige speelvelden en
over tennisbanen en een beste sin-
telbaan, maar tribunes, kleedgele-
genheden en een paviljoen ont
breken nog.
Men kon nog" niet besluiten tot
het aanleggen van een wielerbaan
het zandlichaam hier voor is
inmiddels wel gereed gemaakt
omdat dit werk nogmaals een ton
zou kosten.
pen als hartschild in de boven
omschreven vlag.
Tot zover de belangwekkende
mededelingen van jhr. mr. T.
A. J. W. Schorer.
Bezien wy het ontwerp, zo
als het in kleurendruk b\j de
provinciale stukken is gevoegd,
dan kunnen wij het eigen ka
rakter en schoonheid zeer ze
ker niet ontzeggen.
De Zeeuwse vlag is een
mooie vlag, kenmerkender
voor Zeeland, dan een andere
rood-goud-blauw-wit:bIauwe
vlag zou zijn geweest,"een vlag,
die als bindend element een
rol kan spelen in het Zeeuwse
leven.
Overal wint het regionalisme,
van provinciaal zelfbewustzijn
Cultuur, historie, traditie
moeten onder het volk leven
Taken voor het regionalisme.
Wanneer men de kwestie van het regionalisme uit cn te na
bespreekt, zoals dat gebeurd is in de werkconferentie op de
volkshogeschool AUardsoog, kan men zich niet alleen bepalen
tot het staatkundig aspect met name de verhouding van rijk
en gewest en de provinciale financiering maar moet ook
aandacht worden besteed aan de sociaal-culturele cn sociaal-
economische 'facetten van dit belangwekkend probleem. Zijn
historie, cultuur, traditie werkelijk blijven leven? Heeft het
gewest als aparte gemeenschap, die deel uitmaakt van het gro
te Nederlandse gezin, toekomst? Liggen er kansen voor het
grijpen of moet men zelf mogelijkheden zien te scheppen? Dat
zijn zo van die vragen, die men kan opwerpen en die niet één
twee-drie te beantwoorden zijn.
tiek is voor onze provincie. De i j^an deze nieuwe vlag voor Zee-
kduze viel tenslotte op het aan- ]and het schone symbool wor-
brengen van het Zeeuwse wa- 1 den.
DE ZEEUWSE VLAG. Hierboven de contouren v de Zeeuw
se vlag. Tot goed begrip diene, dat de bovenste haan blauw
is, de volgende wit, enz.
Streekbesef (om dit weinig
fraaie, maar duidelijke woord
te gebruiken) is onbestaanbaar
zonder een onder de bewoners
van de streek waarlijk levende
kennis van en eerbied voor
eigen cultuur, historie en tra
ditie, deze drie-eenheid van het
regionalisme. Laten wij eerlijk
toegeven, dateer in Zeeland van
die kennis en eerbied lang zo
veel niet is te bespeuren als in
sommige andere provincies. De
Zeeuwen kunnen, wat dat be
treft, nog een voorbeeld nemen
aan de Friezen met hun „Frys-
klan boppe", hun bewondering
voor figuren als Lange Pier en
Pieter-Jelle. hun verering voor
het Friese lied. En de Limbur
gers bepaley zich heus niet al
leen tot de vele mopjes over
..den Schjèle en den Tunus"!
Men moet hun récht zien schie
ten wanneer het Bronsgroen
eikenhout wordt ingezet, of
wanneer iemand een Limburg
se vertelling begint! Welke
volksliederen zijn in ónze pro
vincie gemeengoed, behalve het
Zeeuwse volkslied, hoeveel
oude volkstradities zijn er in
Zeeland aan te wijzen, wat
weet men van de groten, die er
het levenslicht aanschouwden,
van de gebeurtenissen uit een
roemrucht verleden?
DE ZEEUWEN EN
DE HISTORIE.
Een van de Middelburgse
deelnemers aan de conferentie
te Bakkeveen heeft een steek-
Geheimen rond het England Spiel (II)
Gedurende 20 maanden vielen
enorme voorraden Engels ma
teriaal in handen der Duitsers
Veel werd doorgezonden naar Berlijn
Het England-Spiel begon op 13 Maart 1913. Niet eerder,
zoals door enkelen Wordt beweerd. De geruchten, dat de
Duitsers reeds eerder verbinding met de geheime dienst
in Londen hadden, zyn waarschijnlijk ontstaan door het
feit, dat de Peiltrup van de S.D. reeds veel vroeger ac
tief was by het opsporen van geheime zenders, die in Ne
derland werkten. Maar tussen het uitpeilen van zenders in
Nederland en het leggen van radio-contacten met Engeland
is een hemelsbreed verschil. Het is. bekend, dat op 31 Au
gustus 1941 de agent HansZomer werd uitgepeild en ge
arresteerd. Het uitpeilen geschiedde met behulp van peil-
vvagens der S.D., die door het afluisteren van de morse
zendingen steeds dichter het punt van uitzending konden
naderen en ten slotte met beslistheid konden vaststellen
waar de zender stond.
Het was in Bilthoven. Hans
Zomer werkte daar ten huize
van de familie Sickinga; Jaap
Sickinga hielp hem trouw.
Beiden werden gearresteerd
en hebben hun werk voor de
vrijheid later voor het vuur
peloton moeten boeten. Een
andere medewerker, Tonny
Fauchy, wist te vluchten en
vond een schuilplaats in het
rusthuis van zuster P. C.
Balk aan de Soestdijkse weg
39, waar men hem in het bed
van een verpleegde legde, die
in een schuilplaats werd ver=
borgen. De andere dag kwa
men de Duitsers een huiszoe
king doen, maar zuster Balk
wist hen met een zo onschul
dig gezicht om de tuin te lel
den, dat zy Tonny Fauchy
voor de verdwenen verpleegde
aanzagen. (Deze verpleegde,
de heer Wim Tuyn, heeft,
zonder het zich bewust te zijn,
later een belangrijke rol ge
speeld in het England-Spiel;
wij komen daar nog op te
rug).
SECURITY-CHECK.
Bij de arrestatie van Hans
Zomer werd door de Duitsers
een zeer aanzienlijlee hoeveel
heid spionnagemateriaal ge
vonden. Door het afluisteren
had men de code reeds kun
nen contrueren, maar men
kende niet zyn security-check.
Een security-check is een af
gesproken teken (verkeerde
letter, omgekeerd getal of
iets dergelijks) dat meege-
seind wordt om de ontvanger
te doen weten, dat alles in
erd* Is of om hem te doen
weten, dat de zaak „besmet"
is. Oberstleutnant Giskes, die
Referatsleiter was van afde
ling IH F van de Abwehrstel-
le, en Joseph Schreieder, die
Kriminal-Direktor van de S.
D. was en later zulk' een gro
te rol zou spelen in het Eng-
land-Spiel, deden alles wat
ze konden om Hans Zomer
er toe te brengen zijn secu
rity-check prijs te geven. Hij
bleef echter hardnekkig zwij
gen en de Duitsers konden
geen radiospel spelen.
In October 1941 peilde de
S.D. een zender uit, die werk
te in een pand aan het Be-
zuidenhout te Den Ilaag. De
agent kon nog vluchten; de
S.D. moest zich tevreden stel
len met alleen de antenne
en een beetje onbelangrijk
materiaal. Ook toen konden
de Duitsers dus geen spel op
zetten.
Op 13 Maart 1943 kregen
de Duitsers over de zender
van de gearresteerde agent
Lauwers voor het eerst ver
binding met de Engelse ge
heime dienst in Londen. En
die verbinding die gelei
delijk werd uitgebreid tot in
totaal 18 lijnen bleef be
staan tot 1 April 1944, toen
Giskes, bij wijze van sinis
tere Aprilmop, de relatie af
brak met het seinen van het
volgende telegram:
„Aan de heren Blunt,
Bingham en Co., Ltd. Tot
onze spijt hebben wij be
merkt, dat u probeert in
Nederland zaken te doen
zonder onze medewerking.
Wij betreuren dit zeer,
aangezien wij toch gedu
rende lange tijd tot weder
zijdse tevredenheid als mv
alleen-vertegenwoordiger in
Holland zijn opgetreden.
Wij beloven u echter, de
agenten, die u verder nog
zult zenden, met dezelfde
welwillendheid en nauw
keurigheid in ontvangst te
zullen nemen als tot dus
ver."
De Duitsers hadden toen
reeds vier maanden de in
druk, dat in Engeland de ogen
waren opengegaan en dat men
daar het spel „doro" had. Dit
was inderdaad het geval.
Maar eer het zover was
waren zestig geheime agen
ten, 'die uit Engeland waren
gekomen, in handen der Duit
sers gevallen; niet minder dan
95 maal verscheen een vlieg
tuig van de R.A.F. boven Ne
derland om op de plaatsen,
die tevoren draadloos door de
Duitsers waren opgegeven,
containers uit tc gooien. In
totaal vielen op die wijze on
geveer 600 containers (die
aan parachutes naar beneden
kwamen zweven) voor de voe
ten van Schreieder en zijn
speciale „heide-commando".
Iedere container bestond uit
een groot gummi-omhulsel,
waarin vijf of zes blikken
trommels waren verpakt. In
die trommels zaten wapens,
munitie, schoenen, regenjassen,
bankpapier, oorlogsgeheimen,
zenders en peilbakens voor
de ontvangst.
CIJFERS.
Wil men cijfers? Driedui
zend wapens, waaronder 150
machinegeweren,, 500 stenguns,
2000 revolvers, tienduizenden
handgranaten, 300.000 patro
nen, vele tonnen springstof
fen en sabotagemateriaal van
het nieuwste fabrikaat. Veel
er van werd direct doorgezon
den naar Berlijn, waar de le
gerleiding er iiaar winst mee
dèed. Bovendien kwam aan
geld ongeveer 350.000 aan
de parachutes naar beneden;
het werd verdeeld tussen S.
D. en Wehrmacht.
Twintig maanden lang ging
dit afschuwelijke spel door.
Het is van belang, te onder
zoeken wie de spelers en wie
de bedrogenen waren aan
beide zijden van de radiover
binding. Daarover in een vol
gend artikel.
Zij werd geïnterviewd
door Zwitsers journalist
Fanny Blanbers-Koen heeft tien
dagen doorgebracht in het Zwitser
se plaatsje Engelberg, waar een
redacteur van de „Ncuc Zucricher
Zeitung" de gelegenheid waarnam
haar te interviewen.
De bedoeling van deze journalist
was te weten te komen, hoe Fanny
over de sport voor de vrouw dacht,
waar zij naar haar mening de
grens dacht te trekken en hoe zij
zich de ontwikkeling van de vrou
welijk^ athletiek voorstelde. De
Olympische kampioene is iemand,
schrijft deze Zwitser, die al in
druk maakte door haar verschij
ning: lang van postuur, met brede
schouders, grote blauwe ogen en
blond krullend haar. Toch heeft
ze iets echt vrouwelijks in we
zen en optreden, in tegenstelling
met andere grootheden van de
vrouwelijke sport, zoals de Ame
rikaanse athlete Helen Stephans en
de Poolse Stella Walsh, die iets
mannelijks hadden. Fanny Blan-
kers-Koen zei, dat zij juist hier
aan haar populariteit in Neder
land dankte. .Mijn vurigste be
wonderaars zijn geen sportfana-
tiekelingen, doch huisvrouwen en
moeders" zo zeide zij.
Vervolgens vertelde zij. dat se
dert haar grote Olympische suc
cessen, de vrouwelijke athletiek
in Nederland een hoge vlucht
heeft genomen. Haar club Sagitta
b.v. telt thans 200 damesathleten.
Op dc vraag hoe zij ever dc
sport voor dc vrouw dacht, ant
woordde zij: ..Sport is goed voor
de vrouw, iedere vrouw moest aan
sport doen uit gezondheidsoverwe
gingen. Of zij echter aan wed
strijdsport mee moet doen. behoort
iedere vrouw voor zich zelf uit te
maken, aangezien dat een kwestie
van haar gestel is. Zij moet zelf
weten waar haar natuurlijke gren
zen liggen".
Fanny vertelde verder, dat alle
leden van de Nederlandse vrou
welijke estafette-ploeg op de O.S.
getrouwd waren en dat twee van
haar teamgenoten ook kinderen
hadden. De geboorte van haar bei
de kinderen was normaal verlopen
en toen zij aan de Europese kam
pioenschappen in 1946 te Oslo deel
nam aan de 80 meter horden was
haar jongste kind pas 6 maanden
oud. Op de vraag, of de prestatie-
grenzen bij de dames athletiek
naar haar mening reeds waren be
reikt, antwoordde zij. dat men dik
wijls had gedacht, dat een of ander
record niet meer gebroken kon
worden, doch dat dc practijk her
haalde malen het tegendeel had
bewezen. Op de ietwat indiscrete
vraag of zij dacht haar eigen re
cords nog te kunnen verbeteren,
antwoordde zij lachend: „Ik zal de
athletiek blijven beoefenen, omdat
ik er plezier in heb, maar niet om
populair te zijn. Op mijn leeftijd
ik word in April 31 Jaar zijn
eigenlijk geen betere resultaten
meer te verwachten. Ik ben vast
van plan uit te komen in lenden-
wedstrijden en ook zal ik in 1950
starten bij de Europese kampioen
schappen in Brussel".
proef genomen niet merkwaar
dige resultaten. Hij vroeg een
aantal scholieren, die direct de
data konden noemen van be
langrijke historische feiten als
het verlies van Den Briel voor
Alva en het blijde ontzet van
Leiden, wanneer Middelburg's
bevrijding na een beleg, dat ze
ker even zwaar te verduren
was als dat van Alkmaar en
van Leiden, kwam. Vrijwel alle
ondervraagden stonden toen
met de mond vol tanden. Als
een schooljongen, met het ge
schiedenisboekje voortdurend
onder zijn bereik, dat niet eens
weet, kan men wel begrijpen,
dat vele ouderen deze datum
evenmin kunnen „spuien". Hoe
veel Zeeuwen zullen weten, dat
grote geleerden als Prof. Zee
man Nobelprijswinnaar
en Buys Ballot in hun provin
cie werden geboren? aWt we-
cie werden geboren? Wat we
ten de meesten méér van Mi-
chiel de Ruyter dan dat hij een
geruite kiel bezat, aan een wiel
draaide, de Vlissingse toren be
klom en zeeslagen won, meer
van Jacob Cats, dan dat deze
de auteur was van de schone
regelen „Uit Zeelant quam ick
voort, daer was myn eerste
gront, dat bracht my met de
jeucht de tanden in de mont?"
Zijn een Banckert of een Evert-
sen legendarische figuren of al
leen maar straatnamen?
WAT NODIG IS.
Twee dinge/i zullen in Zee
land moeten gebeuren om hier
in verandering te brengen: er
moet een populair geschreven
boekje over de Zeeuwse ge
schiedenis komen en op de op
leidingsscholen voor onderwij
zers en onderwijzeressen moet
meer aandacht aan deze ge
schiedenis worden besteed.
Daarnaast zouden eventueel in
enkele plaatsen kleine cursus
sen voor leerkrachten kunnen
worden gegeven.
Maar op sociaal-cultureel ge
bied is nog meer te doen en
wij denken hierbij aan een in
tensieve natuurbescherming on
der leiding van de stichting
Het Zeeuwse Landschap, aan
zg. dorpshuizen, aan het vast
leggen van de dialecten, een
veel omvattend werk, waaraan
de Zeeuwse vereniging voor di
alectonderzoek reeds haar
krachten wijdt. Waar geen oude
folklore meer bestaat, is vaak
plaats voor nieuwe cultuuruitin
gen. Organisaties als de Land
bouw Jongeren Gemeenschap
zijn in dit verband van geen
geringe betekenis!
In Den Haag heeft men be
paalde plannen op cultureel ge
bied. die voor Zeeland en an
dere provincies niet ongewij
zigd aanvaardbaar zijn. Men
mag de Zeeuwen niet in hun
waarde miskennen. Het is ech
ter wel gewenst, dat er een
groter „streekbewustzijn" groeit.
Inderdaad: groeit, want dit kan
niet geforceerd worden, wél ge
stimuleerd.
DE „VLUCHT"
ZEELAND.
UIT
Een ernstige bedreiging voor
een gezonde sociaal-economi
sche ontwikkeling vormt ljet
wegtrekken van de beste Zeeu
wen. Ook in andere provincies
constateert men met bezorgd
heid een verschuiving van in
woners naar de grote steden,
maar nergens dringt zich dit
probleem zodanig op als in
Zeeland, waar dit proces al 60.
70 jaar aan de gang is. Door
een dergelijk verschijnsel wordt
de geesteshouding van de ach-
terblijvenden wel degelijk be-
invloed.
Men streeft er naar om de
welvaartsontwikkeling te be
vorderen en er zijn aanwijzin
gen. dat de regering daarbij
steun wil bieden. In de eerste
plaats zal getracht moeten wor
den de élite van de bevolking
en onder élite wordt dan
natuurlijk verstaan de knappe
koppen en harde werkers op
velerlei gebied vast te hou
den, door er voor te zorgen,
dat zij ook in Zeeland een taak
kan aanvaarden, die voldoe
ning geeft. Wanneer deze
„vlucht uit Zeeland" blijft
voortduren moet dit voor de
provincie ten langen leste nood
lottig worden!
Duitse ambtenaren voor
50 voormalige Nazi's.
Volgens dr. Joseph Mire,
speciaal adviseur in arbeids
zaken bij het Amerikaanse
militair bestuur, bestaat het
ambtenarencorps in de Ame
rikaanse zóne gemiddeld voor
45 k 50 procent uit voorma
lige nazi's.
Sommige ex-nazi's, aldus
dr. Mire, waren na het on
dergaan van een zuiverings
proces op hun vroegere post
teruggekeerd en hadden cr
personen -met een schone
staat van dienst uitgewerkt.
Geen verkeersdrukte maar veel
rrfher een chaos
(Van onze reizende redacteur).
Vandaag is voor de 52ste keer de Kon. Ned. Jaarbeurs open
gegaan en weer is zij groter dan de vorige maal. Met gerecht
vaardigde voldoening constateert elk jaar de directeur, mr. J.
Milius, dat er al weer meer inzenders zijn. Helaas moet hy
er ook telkenmale aan toe voegen dat er weer een heleboel
gegadigden zyn afgewezen. Dit voorjaar waren het er ongeveer
700. Ondertussen heeft men sedert begin December vergun
ning# om het gebouwencomplex uit te breiden, maar daar is
nog niets van gekomen. Het zal derhalve nog wel een paar
jaar sukkelen blijven met noodvoorzieningen.
Op het ogenblik is het al zo
ver, dat de stands een gezamen
lijke lengte hebben van elf ki
lometer. D.w.z.: als men flink
doorstapt kan men de beurs in
twee uur „doen". Maar nie
mand krijgt gelegenheid flink
door te stappen, want het is er
doorgaans vol. Ook is er zoveel
interessants, dat men maar al
tc vaak blijft staan kijken cn
bovendien laten de standhou
ders u niet met rust. Het komt
er "dus op neer, dat niemand
ooit de hele Jaarbeurs krijgt
te zien. tenzij het iemand zou
zijn, die zonder zakelijke be
langstelling elke dag een deel
systematisch zou aflopen. Maar
dat zou even vermoeiend als
nutteloos zijn.
Het komt er dus op neer, dat
elk'een maar voor een deel van
het geheel komt, zodat men elk
aar danig in de weg loopt. Al
leen van de krantenmensen
wordt verwacht, dat zij alles
zullen gaan zien, van alles ver
slag zullen geven, alle nieuwig-
heidjes zullen vermelden en
niema"nd over het hoofd zullen
zien. Hetgeen echter ook voor
journalisten een onbegonnen
werk is. Op het ogenblik, waar
op ik dit schrijf, heb ik nog
niet veel meer gezien dan de
rommelige voorbereiding van
de voorlaatste dag.
UTRECHT TE KLEIN?
Eigenlijk wordt de Jaarbeurs
te groot of (zo men wil) Utrecht
te klein. Voor het eerste gebouw
is indertijd een stuk binnenstad
afgebroken, voor de latere uit
breidingen nog meer. Nu ech
ter is een deel van de beurs
ondergebracht op een terrein
en in een vliegtuigloods buiten
de stad. De beide delen zijn
door een buslijn met elkaar ver
bonden. Parijs en Brusselheb
ben hun Jaarbeurzen onderge
bracht in een complex van af
zonderlijke gebouwen in een
park ver buiten de city. Dat
voorkomt ontwrichting van het
verkeer in de binnenstad en
het elkaar in de weg lopen van
de bezoekers. Utrecht zal dat
op de duur ook moeten doen
wil de boel bij de snelle on
voorziene groei niet spaak lo
pen.
Nu reeds is het zo, dat men
de niet-zakelijke bezoekers als
een lastig element beschouwt,
dat men liever kwijt zou willen
zijn. Nu reeds is het zo. dat de
stad te kort schiet in het bieden
van ontspanning in de avond
uren voor hen, die van ver zijn
gekomen (vooral voor de bui
tenlanders), nu reeds is er een
tekort aan vergaderruimte en
hotelaccommodatie.
Utrecht spreekt gaarne over
de halfjaarlijkse „jaarbeurs-
drukte", maar in feite is die
drukte al zowat een verkeers
chaos, waarmee men vermoe
delijk binnen enkele jaren geen
raad meer zal weten. De Jaar
beurs zal de stad uitmoeten.
naar de buitenkant ofnaar
elders. De drukte is ook nu
weer aanzienlijk.
Gezellig?
Dat moet u eens aan dc ver
keerspolitie vragen....