Streekbesef laat in Zeeland nog veel te wensen over Waarom juist deze vlag voor Zeeland De radioverbinding begon op 12 Maart 1942 Interview met jhr. mr.T. A. J.W. Schorer Volgens Fanny moet iedere vrouw aan sport doen Jaarbeurs wordt te groot voor Utrechts binnenstad VEEDE BLAD <-- PROVINCIALE ZEEt^ «.SE COURANT WOENSDAG 30 MAART 1949 Historisch, heraldisch en aesthetisch verantwoord. Een vlag voor Zeeland: blauw, met daarover drie gegolf de horizontale uitte banen, in het midden als hartschild het. gekroonde wapen der provincie! Nu Gedeputeerde Staten deze provinciale vlag hebben vastgesteld, hebben wij jhr. mr. T. A. J. W. Schorer t© Middelburg, lid van Provinciale Staten en ontwerper van de nieuwe vlag, gevraagd naar de overwegingen, die hem juist tot dit ontwerp brachten. GEEN VROEGERE VLAG. Jhr, Schorer merkte aller eerst'op, dat het vinden van een kenmerkende vlag voor Zeeland geen gemakkelijke taak was om de eenvoudige reden, dat Zeeland vroeger nimmer een eigen vlag heeft gevoerd. Men voerde de Sta- tenvlag, het rood-wit-blauw dus, waarin wellicht 't blauw, water voorstellend, een bij drage van Zeeland is en leen de verder alleen de vlag van de Admiraliteit van Zeeland, een groen, veld, waarop als hartschild het wapen van Zeeland, steunende op twee gekruist' zwarte ankers. Deze laatste vlag echter was, anders dus dan bijvoorbeeld in Friesland, geen speciale provinciale vlag. ROOD-GOUD-BLAUW- WIT BLAUW? De Hoge Raad van Adel stelde toen voor om een vlag te voeren, waarvan de kleu ren afgeleid zouden zijn uit het Zeeuwse wapen en die, naar het voorbeeld van an dere provinciale vlaggen, vyf banen zou hebben: rood-goud- blauw-wft-blauw. Tegen dit denkbeeld voerde jhr. Schorer aan, dat in de eerste plaats in deze vlag wel de Hollandse; maar niet d. Zeeuwsch-Vlaamse kleu ren voorkomen en dat ten tweede deze vlag zich weinig onderscheidt van andere pro vinciale vijfbanige vlaggen. Jhr. Schorer meende, dat het rood in de voorgestelde vlag geen Zeeuwse, maar 'n Hollandse kleur is, zoals ook de rode leeuw in het Zeeuw se wapen een Hollandse leeuw is. Het Zeeuwse wapen is 'e variant op 't Hollandse (Zee land had trouwens nimmer Zeeuwse Almanak ALMANACH. De antiquair A. P. Slijper te Axel stuurde aan onze redactie een heeT klein boekje: ge kunt het in uw vestzak stoppen. Het is getiteld Zeelands Chronyk Almanach en het werd in 1779 uitgegeven door de Middelburg se uitgever Jan Dane. En het is merkwaardigzoals zo'n klein boekske een mens aan het peinzen kan brengen. Alleen al het titelplaatje, waar op vijf mollige kleuters Mer- ciirïus, koopmanschap, zeevaart, visvangst en landbouw voor stellen tegen een achtergrond bestaande uit een zee met vele schepen, bekroond met de wa pens van Zeeland en de zes Zeeuwse steden, alleen al dat titelplaatje is de moeite xvaard. Tegenwoordig zou men struise mannen en vrouwen als zinne beeldige figuren kiezen, maar de Almanach van 1779 xvas dan ook voor de jeugd bestemd. Gevarieerd is de inhoud! Ge vindt er de getijden des jaars, de zons op- en ondergangen, de waterstanden, de veemarkten tn iin Zeeland.Destijds hadden Brigdamme en Sandijk en Bommenede hun eigen ker mis! Ge kunt er lezen wanneer de rechtbanken van Middel- burp, Zierikzce, Goes, Tholen, vlissingen en Veere vacantie hadden en wanneer de poor ten gesloten en de klokken ge luid werden in de Zeeuwse ste den. Ge vindt er omrekeningsta bellen voor de Zeeuwse mun ten en een geschiedkundige beschrijving van Middelburg m de vorm van vraag en ant woord voor de jeugd,- de prij- tarwe, rogge en gerst m 1778 en de prijzen van de goederen, die door de Oost-In dische en de West-Indische n?pa0me werden verkocht. Maar het meest van alles heeft mij geboeid het „Uit- VS™* en 1' Huis komen der voornaamste Zee-Schepen, van MiddelburgZierik-Zee en VlissingenDe lijst beslaat niet tV zeven Wadzijden. En ze voeren naar West-Indië, naar ae Straat, naar Batavia, naar de Kaap, naar China, naar Bengalen'en Ceylon, naar Gui nea en Essequebo, naar Deme- raij, naar Curagao en St. Eusta- tius. Ge kunt u dat in deze tijd, nu de vroegere havens leeg liggen, met meer indenken. De laatste periode van Zeelands Gouden tijd was dat, 1779! Daarna kwam da neergang. En wat een honderd zeventig Sf'eden nog realiteit wai, m nu iels om heimwee naar té hebben. Want de zeekastelen, ze va ren Zeeland alleen maar voor- HnJ^avr 4"*l?erpcn Rotter dam. En de havens van Zee land liggen verlaten**. eigen graven, steeds waren de graven.van Holland tevens graven van Zeeland) en in de variant schuilt dan ook het specifiek Zeeuwse. De Hollandse leeuw ont- zwemt aan blauwe en witte golven, blauw en wit zijn in dit wapen "de kenmerkende 'kleuren voor Zeeland. Hiervan is jhr. Schorer btf zQn ontwerp dan ook uitge gaan. HET WATER. De gegolfde dwarsbalk'is im mers heraldisch het teken voor het water, vele Zeeuwse ge meenten en waterschappen voe ren dit teken. Onder de Ne derlandse gewesten is Zeeland het gewest van het water. De vlag moet zulks weerspiegelen en de witte banen op een veld van blauw zijn dus historisch en heraldisch en voor de ge voelens der Zeeuwse bevolking de juiste te achten. DE LEEUW. Ter wille van de schoonheid en de duidelijke herkenbaar heid was het, aldus de conclu sie van de ontwerper, het beste drie horizontale gegolfde witte banen op de blauwe vlag aan te brengen, die dan tevens de drie grote wateren, die Zeeland omspoelen, symboliseren. Het Zeeuwse wapen achtte hij on miskenbaar, omdat juist het dy namische beeld van de ont- zwemmende leeuw karakteris- Sporlpark te Bergen op Zoom. De gemeenteraad van Bergen op Zoom heeft nogmaals een crediet van 100.000 beschikbaar gesteld voor de verdere accommodatie van het sportpark „Rozenoord", dat de trots van Bergen op Zoom moet worden. Rozenoord beschikt nu wel over prachtige speelvelden en over tennisbanen en een beste sin- telbaan, maar tribunes, kleedgele- genheden en een paviljoen ont breken nog. Men kon nog" niet besluiten tot het aanleggen van een wielerbaan het zandlichaam hier voor is inmiddels wel gereed gemaakt omdat dit werk nogmaals een ton zou kosten. pen als hartschild in de boven omschreven vlag. Tot zover de belangwekkende mededelingen van jhr. mr. T. A. J. W. Schorer. Bezien wy het ontwerp, zo als het in kleurendruk b\j de provinciale stukken is gevoegd, dan kunnen wij het eigen ka rakter en schoonheid zeer ze ker niet ontzeggen. De Zeeuwse vlag is een mooie vlag, kenmerkender voor Zeeland, dan een andere rood-goud-blauw-wit:bIauwe vlag zou zijn geweest,"een vlag, die als bindend element een rol kan spelen in het Zeeuwse leven. Overal wint het regionalisme, van provinciaal zelfbewustzijn Cultuur, historie, traditie moeten onder het volk leven Taken voor het regionalisme. Wanneer men de kwestie van het regionalisme uit cn te na bespreekt, zoals dat gebeurd is in de werkconferentie op de volkshogeschool AUardsoog, kan men zich niet alleen bepalen tot het staatkundig aspect met name de verhouding van rijk en gewest en de provinciale financiering maar moet ook aandacht worden besteed aan de sociaal-culturele cn sociaal- economische 'facetten van dit belangwekkend probleem. Zijn historie, cultuur, traditie werkelijk blijven leven? Heeft het gewest als aparte gemeenschap, die deel uitmaakt van het gro te Nederlandse gezin, toekomst? Liggen er kansen voor het grijpen of moet men zelf mogelijkheden zien te scheppen? Dat zijn zo van die vragen, die men kan opwerpen en die niet één twee-drie te beantwoorden zijn. tiek is voor onze provincie. De i j^an deze nieuwe vlag voor Zee- kduze viel tenslotte op het aan- ]and het schone symbool wor- brengen van het Zeeuwse wa- 1 den. DE ZEEUWSE VLAG. Hierboven de contouren v de Zeeuw se vlag. Tot goed begrip diene, dat de bovenste haan blauw is, de volgende wit, enz. Streekbesef (om dit weinig fraaie, maar duidelijke woord te gebruiken) is onbestaanbaar zonder een onder de bewoners van de streek waarlijk levende kennis van en eerbied voor eigen cultuur, historie en tra ditie, deze drie-eenheid van het regionalisme. Laten wij eerlijk toegeven, dateer in Zeeland van die kennis en eerbied lang zo veel niet is te bespeuren als in sommige andere provincies. De Zeeuwen kunnen, wat dat be treft, nog een voorbeeld nemen aan de Friezen met hun „Frys- klan boppe", hun bewondering voor figuren als Lange Pier en Pieter-Jelle. hun verering voor het Friese lied. En de Limbur gers bepaley zich heus niet al leen tot de vele mopjes over ..den Schjèle en den Tunus"! Men moet hun récht zien schie ten wanneer het Bronsgroen eikenhout wordt ingezet, of wanneer iemand een Limburg se vertelling begint! Welke volksliederen zijn in ónze pro vincie gemeengoed, behalve het Zeeuwse volkslied, hoeveel oude volkstradities zijn er in Zeeland aan te wijzen, wat weet men van de groten, die er het levenslicht aanschouwden, van de gebeurtenissen uit een roemrucht verleden? DE ZEEUWEN EN DE HISTORIE. Een van de Middelburgse deelnemers aan de conferentie te Bakkeveen heeft een steek- Geheimen rond het England Spiel (II) Gedurende 20 maanden vielen enorme voorraden Engels ma teriaal in handen der Duitsers Veel werd doorgezonden naar Berlijn Het England-Spiel begon op 13 Maart 1913. Niet eerder, zoals door enkelen Wordt beweerd. De geruchten, dat de Duitsers reeds eerder verbinding met de geheime dienst in Londen hadden, zyn waarschijnlijk ontstaan door het feit, dat de Peiltrup van de S.D. reeds veel vroeger ac tief was by het opsporen van geheime zenders, die in Ne derland werkten. Maar tussen het uitpeilen van zenders in Nederland en het leggen van radio-contacten met Engeland is een hemelsbreed verschil. Het is. bekend, dat op 31 Au gustus 1941 de agent HansZomer werd uitgepeild en ge arresteerd. Het uitpeilen geschiedde met behulp van peil- vvagens der S.D., die door het afluisteren van de morse zendingen steeds dichter het punt van uitzending konden naderen en ten slotte met beslistheid konden vaststellen waar de zender stond. Het was in Bilthoven. Hans Zomer werkte daar ten huize van de familie Sickinga; Jaap Sickinga hielp hem trouw. Beiden werden gearresteerd en hebben hun werk voor de vrijheid later voor het vuur peloton moeten boeten. Een andere medewerker, Tonny Fauchy, wist te vluchten en vond een schuilplaats in het rusthuis van zuster P. C. Balk aan de Soestdijkse weg 39, waar men hem in het bed van een verpleegde legde, die in een schuilplaats werd ver= borgen. De andere dag kwa men de Duitsers een huiszoe king doen, maar zuster Balk wist hen met een zo onschul dig gezicht om de tuin te lel den, dat zy Tonny Fauchy voor de verdwenen verpleegde aanzagen. (Deze verpleegde, de heer Wim Tuyn, heeft, zonder het zich bewust te zijn, later een belangrijke rol ge speeld in het England-Spiel; wij komen daar nog op te rug). SECURITY-CHECK. Bij de arrestatie van Hans Zomer werd door de Duitsers een zeer aanzienlijlee hoeveel heid spionnagemateriaal ge vonden. Door het afluisteren had men de code reeds kun nen contrueren, maar men kende niet zyn security-check. Een security-check is een af gesproken teken (verkeerde letter, omgekeerd getal of iets dergelijks) dat meege- seind wordt om de ontvanger te doen weten, dat alles in erd* Is of om hem te doen weten, dat de zaak „besmet" is. Oberstleutnant Giskes, die Referatsleiter was van afde ling IH F van de Abwehrstel- le, en Joseph Schreieder, die Kriminal-Direktor van de S. D. was en later zulk' een gro te rol zou spelen in het Eng- land-Spiel, deden alles wat ze konden om Hans Zomer er toe te brengen zijn secu rity-check prijs te geven. Hij bleef echter hardnekkig zwij gen en de Duitsers konden geen radiospel spelen. In October 1941 peilde de S.D. een zender uit, die werk te in een pand aan het Be- zuidenhout te Den Ilaag. De agent kon nog vluchten; de S.D. moest zich tevreden stel len met alleen de antenne en een beetje onbelangrijk materiaal. Ook toen konden de Duitsers dus geen spel op zetten. Op 13 Maart 1943 kregen de Duitsers over de zender van de gearresteerde agent Lauwers voor het eerst ver binding met de Engelse ge heime dienst in Londen. En die verbinding die gelei delijk werd uitgebreid tot in totaal 18 lijnen bleef be staan tot 1 April 1944, toen Giskes, bij wijze van sinis tere Aprilmop, de relatie af brak met het seinen van het volgende telegram: „Aan de heren Blunt, Bingham en Co., Ltd. Tot onze spijt hebben wij be merkt, dat u probeert in Nederland zaken te doen zonder onze medewerking. Wij betreuren dit zeer, aangezien wij toch gedu rende lange tijd tot weder zijdse tevredenheid als mv alleen-vertegenwoordiger in Holland zijn opgetreden. Wij beloven u echter, de agenten, die u verder nog zult zenden, met dezelfde welwillendheid en nauw keurigheid in ontvangst te zullen nemen als tot dus ver." De Duitsers hadden toen reeds vier maanden de in druk, dat in Engeland de ogen waren opengegaan en dat men daar het spel „doro" had. Dit was inderdaad het geval. Maar eer het zover was waren zestig geheime agen ten, 'die uit Engeland waren gekomen, in handen der Duit sers gevallen; niet minder dan 95 maal verscheen een vlieg tuig van de R.A.F. boven Ne derland om op de plaatsen, die tevoren draadloos door de Duitsers waren opgegeven, containers uit tc gooien. In totaal vielen op die wijze on geveer 600 containers (die aan parachutes naar beneden kwamen zweven) voor de voe ten van Schreieder en zijn speciale „heide-commando". Iedere container bestond uit een groot gummi-omhulsel, waarin vijf of zes blikken trommels waren verpakt. In die trommels zaten wapens, munitie, schoenen, regenjassen, bankpapier, oorlogsgeheimen, zenders en peilbakens voor de ontvangst. CIJFERS. Wil men cijfers? Driedui zend wapens, waaronder 150 machinegeweren,, 500 stenguns, 2000 revolvers, tienduizenden handgranaten, 300.000 patro nen, vele tonnen springstof fen en sabotagemateriaal van het nieuwste fabrikaat. Veel er van werd direct doorgezon den naar Berlijn, waar de le gerleiding er iiaar winst mee dèed. Bovendien kwam aan geld ongeveer 350.000 aan de parachutes naar beneden; het werd verdeeld tussen S. D. en Wehrmacht. Twintig maanden lang ging dit afschuwelijke spel door. Het is van belang, te onder zoeken wie de spelers en wie de bedrogenen waren aan beide zijden van de radiover binding. Daarover in een vol gend artikel. Zij werd geïnterviewd door Zwitsers journalist Fanny Blanbers-Koen heeft tien dagen doorgebracht in het Zwitser se plaatsje Engelberg, waar een redacteur van de „Ncuc Zucricher Zeitung" de gelegenheid waarnam haar te interviewen. De bedoeling van deze journalist was te weten te komen, hoe Fanny over de sport voor de vrouw dacht, waar zij naar haar mening de grens dacht te trekken en hoe zij zich de ontwikkeling van de vrou welijk^ athletiek voorstelde. De Olympische kampioene is iemand, schrijft deze Zwitser, die al in druk maakte door haar verschij ning: lang van postuur, met brede schouders, grote blauwe ogen en blond krullend haar. Toch heeft ze iets echt vrouwelijks in we zen en optreden, in tegenstelling met andere grootheden van de vrouwelijke sport, zoals de Ame rikaanse athlete Helen Stephans en de Poolse Stella Walsh, die iets mannelijks hadden. Fanny Blan- kers-Koen zei, dat zij juist hier aan haar populariteit in Neder land dankte. .Mijn vurigste be wonderaars zijn geen sportfana- tiekelingen, doch huisvrouwen en moeders" zo zeide zij. Vervolgens vertelde zij. dat se dert haar grote Olympische suc cessen, de vrouwelijke athletiek in Nederland een hoge vlucht heeft genomen. Haar club Sagitta b.v. telt thans 200 damesathleten. Op dc vraag hoe zij ever dc sport voor dc vrouw dacht, ant woordde zij: ..Sport is goed voor de vrouw, iedere vrouw moest aan sport doen uit gezondheidsoverwe gingen. Of zij echter aan wed strijdsport mee moet doen. behoort iedere vrouw voor zich zelf uit te maken, aangezien dat een kwestie van haar gestel is. Zij moet zelf weten waar haar natuurlijke gren zen liggen". Fanny vertelde verder, dat alle leden van de Nederlandse vrou welijke estafette-ploeg op de O.S. getrouwd waren en dat twee van haar teamgenoten ook kinderen hadden. De geboorte van haar bei de kinderen was normaal verlopen en toen zij aan de Europese kam pioenschappen in 1946 te Oslo deel nam aan de 80 meter horden was haar jongste kind pas 6 maanden oud. Op de vraag, of de prestatie- grenzen bij de dames athletiek naar haar mening reeds waren be reikt, antwoordde zij. dat men dik wijls had gedacht, dat een of ander record niet meer gebroken kon worden, doch dat dc practijk her haalde malen het tegendeel had bewezen. Op de ietwat indiscrete vraag of zij dacht haar eigen re cords nog te kunnen verbeteren, antwoordde zij lachend: „Ik zal de athletiek blijven beoefenen, omdat ik er plezier in heb, maar niet om populair te zijn. Op mijn leeftijd ik word in April 31 Jaar zijn eigenlijk geen betere resultaten meer te verwachten. Ik ben vast van plan uit te komen in lenden- wedstrijden en ook zal ik in 1950 starten bij de Europese kampioen schappen in Brussel". proef genomen niet merkwaar dige resultaten. Hij vroeg een aantal scholieren, die direct de data konden noemen van be langrijke historische feiten als het verlies van Den Briel voor Alva en het blijde ontzet van Leiden, wanneer Middelburg's bevrijding na een beleg, dat ze ker even zwaar te verduren was als dat van Alkmaar en van Leiden, kwam. Vrijwel alle ondervraagden stonden toen met de mond vol tanden. Als een schooljongen, met het ge schiedenisboekje voortdurend onder zijn bereik, dat niet eens weet, kan men wel begrijpen, dat vele ouderen deze datum evenmin kunnen „spuien". Hoe veel Zeeuwen zullen weten, dat grote geleerden als Prof. Zee man Nobelprijswinnaar en Buys Ballot in hun provin cie werden geboren? aWt we- cie werden geboren? Wat we ten de meesten méér van Mi- chiel de Ruyter dan dat hij een geruite kiel bezat, aan een wiel draaide, de Vlissingse toren be klom en zeeslagen won, meer van Jacob Cats, dan dat deze de auteur was van de schone regelen „Uit Zeelant quam ick voort, daer was myn eerste gront, dat bracht my met de jeucht de tanden in de mont?" Zijn een Banckert of een Evert- sen legendarische figuren of al leen maar straatnamen? WAT NODIG IS. Twee dinge/i zullen in Zee land moeten gebeuren om hier in verandering te brengen: er moet een populair geschreven boekje over de Zeeuwse ge schiedenis komen en op de op leidingsscholen voor onderwij zers en onderwijzeressen moet meer aandacht aan deze ge schiedenis worden besteed. Daarnaast zouden eventueel in enkele plaatsen kleine cursus sen voor leerkrachten kunnen worden gegeven. Maar op sociaal-cultureel ge bied is nog meer te doen en wij denken hierbij aan een in tensieve natuurbescherming on der leiding van de stichting Het Zeeuwse Landschap, aan zg. dorpshuizen, aan het vast leggen van de dialecten, een veel omvattend werk, waaraan de Zeeuwse vereniging voor di alectonderzoek reeds haar krachten wijdt. Waar geen oude folklore meer bestaat, is vaak plaats voor nieuwe cultuuruitin gen. Organisaties als de Land bouw Jongeren Gemeenschap zijn in dit verband van geen geringe betekenis! In Den Haag heeft men be paalde plannen op cultureel ge bied. die voor Zeeland en an dere provincies niet ongewij zigd aanvaardbaar zijn. Men mag de Zeeuwen niet in hun waarde miskennen. Het is ech ter wel gewenst, dat er een groter „streekbewustzijn" groeit. Inderdaad: groeit, want dit kan niet geforceerd worden, wél ge stimuleerd. DE „VLUCHT" ZEELAND. UIT Een ernstige bedreiging voor een gezonde sociaal-economi sche ontwikkeling vormt ljet wegtrekken van de beste Zeeu wen. Ook in andere provincies constateert men met bezorgd heid een verschuiving van in woners naar de grote steden, maar nergens dringt zich dit probleem zodanig op als in Zeeland, waar dit proces al 60. 70 jaar aan de gang is. Door een dergelijk verschijnsel wordt de geesteshouding van de ach- terblijvenden wel degelijk be- invloed. Men streeft er naar om de welvaartsontwikkeling te be vorderen en er zijn aanwijzin gen. dat de regering daarbij steun wil bieden. In de eerste plaats zal getracht moeten wor den de élite van de bevolking en onder élite wordt dan natuurlijk verstaan de knappe koppen en harde werkers op velerlei gebied vast te hou den, door er voor te zorgen, dat zij ook in Zeeland een taak kan aanvaarden, die voldoe ning geeft. Wanneer deze „vlucht uit Zeeland" blijft voortduren moet dit voor de provincie ten langen leste nood lottig worden! Duitse ambtenaren voor 50 voormalige Nazi's. Volgens dr. Joseph Mire, speciaal adviseur in arbeids zaken bij het Amerikaanse militair bestuur, bestaat het ambtenarencorps in de Ame rikaanse zóne gemiddeld voor 45 k 50 procent uit voorma lige nazi's. Sommige ex-nazi's, aldus dr. Mire, waren na het on dergaan van een zuiverings proces op hun vroegere post teruggekeerd en hadden cr personen -met een schone staat van dienst uitgewerkt. Geen verkeersdrukte maar veel rrfher een chaos (Van onze reizende redacteur). Vandaag is voor de 52ste keer de Kon. Ned. Jaarbeurs open gegaan en weer is zij groter dan de vorige maal. Met gerecht vaardigde voldoening constateert elk jaar de directeur, mr. J. Milius, dat er al weer meer inzenders zijn. Helaas moet hy er ook telkenmale aan toe voegen dat er weer een heleboel gegadigden zyn afgewezen. Dit voorjaar waren het er ongeveer 700. Ondertussen heeft men sedert begin December vergun ning# om het gebouwencomplex uit te breiden, maar daar is nog niets van gekomen. Het zal derhalve nog wel een paar jaar sukkelen blijven met noodvoorzieningen. Op het ogenblik is het al zo ver, dat de stands een gezamen lijke lengte hebben van elf ki lometer. D.w.z.: als men flink doorstapt kan men de beurs in twee uur „doen". Maar nie mand krijgt gelegenheid flink door te stappen, want het is er doorgaans vol. Ook is er zoveel interessants, dat men maar al tc vaak blijft staan kijken cn bovendien laten de standhou ders u niet met rust. Het komt er "dus op neer, dat niemand ooit de hele Jaarbeurs krijgt te zien. tenzij het iemand zou zijn, die zonder zakelijke be langstelling elke dag een deel systematisch zou aflopen. Maar dat zou even vermoeiend als nutteloos zijn. Het komt er dus op neer, dat elk'een maar voor een deel van het geheel komt, zodat men elk aar danig in de weg loopt. Al leen van de krantenmensen wordt verwacht, dat zij alles zullen gaan zien, van alles ver slag zullen geven, alle nieuwig- heidjes zullen vermelden en niema"nd over het hoofd zullen zien. Hetgeen echter ook voor journalisten een onbegonnen werk is. Op het ogenblik, waar op ik dit schrijf, heb ik nog niet veel meer gezien dan de rommelige voorbereiding van de voorlaatste dag. UTRECHT TE KLEIN? Eigenlijk wordt de Jaarbeurs te groot of (zo men wil) Utrecht te klein. Voor het eerste gebouw is indertijd een stuk binnenstad afgebroken, voor de latere uit breidingen nog meer. Nu ech ter is een deel van de beurs ondergebracht op een terrein en in een vliegtuigloods buiten de stad. De beide delen zijn door een buslijn met elkaar ver bonden. Parijs en Brusselheb ben hun Jaarbeurzen onderge bracht in een complex van af zonderlijke gebouwen in een park ver buiten de city. Dat voorkomt ontwrichting van het verkeer in de binnenstad en het elkaar in de weg lopen van de bezoekers. Utrecht zal dat op de duur ook moeten doen wil de boel bij de snelle on voorziene groei niet spaak lo pen. Nu reeds is het zo, dat men de niet-zakelijke bezoekers als een lastig element beschouwt, dat men liever kwijt zou willen zijn. Nu reeds is het zo. dat de stad te kort schiet in het bieden van ontspanning in de avond uren voor hen, die van ver zijn gekomen (vooral voor de bui tenlanders), nu reeds is er een tekort aan vergaderruimte en hotelaccommodatie. Utrecht spreekt gaarne over de halfjaarlijkse „jaarbeurs- drukte", maar in feite is die drukte al zowat een verkeers chaos, waarmee men vermoe delijk binnen enkele jaren geen raad meer zal weten. De Jaar beurs zal de stad uitmoeten. naar de buitenkant ofnaar elders. De drukte is ook nu weer aanzienlijk. Gezellig? Dat moet u eens aan dc ver keerspolitie vragen....

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1949 | | pagina 5