Geheimen van het Englandspiel Sprookjescarrière van neger Ned, Handel-Maatschappij bestaat 125 jaar ~v Hei is siil geworden rondom van der Waals Van Vrouw ioi Vrouw Zeeuwse Almanak y LEZERS SCHRIJVEN TWEEDE BLAD PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT ZATERDAG 26 MAART 1949 Spelers in het drama zijn verdwenen. In zijn cel te Rotterdam zit thans de 87-jarige verrader intonie van der Waals te wachten op de behandeling van zyn beroep in cassatie tegen het vonnis van de Roteterdam- se Kamer van het Haags Byzonder Gerchtshof, waarby h(j ter dood werd veroordeeld. 's Avonds krygt hy de kranten en altyd vliegen zyn scher pe ogen over de pagina's om te zien of er berichten zyn over het Englandspiel. Gans zyn denken is vervuld van dat grootste spionnagedrama van de moderne tUd, dat tijdens de tweede wereldoorlog op Nederlandse bodem werd gespeeld. Hy zelf vervulde een der kleinere rollen. Hij was de handige loopjongen van de Duitse Kriminaldirector Schreie. der, die hem nren lang college gaf en instrueerde en hem de middelen verstrekte voor het uitvoeren van de opdrachten, die hy ruim drie jaar long met zoveel enthousiasme volvoer de, dat de Führer hem reeds einde 1943 vereerde met het Adelaarskruis op grond van zyn verdienste voor het Groot Duitse ryk. De chef van de S.D. dr. Harster heeft het hem persoonlijk overhandigd. Het is al weer vijf jaar ge leden, dat van der Waals voor 'de laatste maal zyn 1150 ging halen, die zijn maandsa laris uitmaakte. Vyf jaar is het geleden, dat zijn secretaris Mossinkof in stukken werd gehakt aan boord van de woonschuit waarop hij samen met van der Waals leefde. Vijf jaar is het geleden, dat zijn huisknecht van der Meer door hem werd neergeschoten op het landweggetje onder Tien hoven. Vyf jaren zijn voorbij gegaan sinds het ogenblik dat van der Waals in de Hervorm de Kerk van Loosdrecht psal men zong op de dag van zijn huwelijk met het Voorburgse meisje Corrie den Held, het huwelijk, dat hy onder een valse naam van Hendrik Jan van Veen aanging. Op dat ogenblik had hij meer dan duizend mensen verraden of verkocht; honderden lagen door zijn toedoen reeds in 't massagraf, honderden krepeer- den in de Duitse gruwelkam- P<2n' PENETRATIES Vrijwel al de belangrijkste verzetsorganisaties immers hadden van het voorjaar *42 af tot het voorjaar 1944 toe bloot gestaan aan een pene tratie zonder weerga. En het verschrikkelijkste daarvan was, dat deze penetratie van Lon den uit werd mogelijk ge maakt, doordat de Nederland se en Engelse Geheime Dien sten twintig maanden lang in permanent radiocontact ston den met de Duitse contraspion- nage in Nederland, die alle geheimen, alle adressen, alle plannen en alle bedoelingen uit de eerste hand en met de kleinste details in handen kregen. Josnh Schreieder en Hermann Gishkes, de twee samenwer kende grootmeesters van de contraspionnage, de één beho rende tot S.D., de ander tot de Wehrmacht hadden ruim anderhalfjaar in totaal over 18 lynen verbinding met Lon den. Zij gebruikten de zenders van de Engelse geheime dienst, die hen in handen wa ren gekomen, de codes en de zendsystemen van de gedropte en de gevangen genomen agenten en zy lieten Radio Oranje de stem van strij dend Nederland de slagzin nen omroepen, die de Neder landse verzetslieden vertrouwen moesten inboezemen als zij in relatie traden met verraders als v. d. Waals. George Rid derhof, Breed, van Ligten e.a. Schre'eder heeft dit drama van verraad, fouten en tekort komingen ..Englandspiel" ge noemd. Het ls het England spiel, dat van der Waals zyn verschrikkelijk optreden heeft mogelijk gemaakt; het is het Englandspiel, dat sinds de bevrijding besproken is in allerlei kringen, beschreven is in allerlei boeken en kranten en dat nog nooit geheel is opgehelderd. Vier jaren na de bevrijding hebben zowel de Nederlandse als de Engelse regering nog nimmer enige verklaring afgelegd over de achtergrond van dit duistere spionnage spel, dat het verzet uiteensloeg en dat 2:0 ver schrikkelijk veel offers verg de in de rijen van hen, die vrijwillig de strijd hadden aan gebonden tegen het Duitse ge weld. Het is stil geworden om Antonius van der Waals. Zijn grote collega's, Lindemans (King Kong) en Ridderhof zijn dood, de één stierf door vergif, de ander door de ko gels van het executiepeloton. Zyn kleinere collega's Poos en Breek werden veroordeeld. Herman Gischkes ging in 1947 onveroordeeld naar Duitsland terug; Schreieder volgde hem een half jaar later naar de „Heimat", met een vrijspre kend vonnis van de Neder landse Justitie als aanbevelend schrijven in de binnenzak van zyn nieuwe colbertcostuum. De Elzasser spion d'Arnaud, die de Duitsers in Nederland zulke gewichtige diensten be wees (en die van Londen uit radiografisch vereerd werd met een hoge Engelse onder scheiding!) is na de bevrij ding nog drie jaar op vrije voeten gebleven en zit sinds een half jaar gevangen te Freiburg im Breisgau; men mompelt dat hem weinig zal kunnen gebeuren omdat zijn nationaliteit niet vast te stel len is. De bekende S.D.-chef Frank, die zulk een duistere rol speelde in het laatste oor logsjaar, verdween met byna zijn gehele commando ver moedelijk naar Zuid-Amerika; zyn collega Munt werd bui ten vervolging gesteld en ver trok naar de Amerikaanse zóne van Duitsland, hoewel de Minister van Justitie later moest verklaren, dat het be ter ware geweest een proces tegen hem aanhangig te ma ken. Knolle, die bij de S.D. alle politieke zaken In handen had, verdween met de Noorderzon en hij nam voor zover de informaties reiken de inter nationale spion Johannes Bern- hard van Ligten (Johnny), die reeds voor de oorlog zo wel voor de Duitsers als voor de Engelsen .spionneerde (en o.a. goed bekend was by de vroegere Duitse gezant in Ne derland!) met zich mee. In één der volgende artikelen zullen wij de meer dan gewone betekenis van Johnny van Ligten voor de oplossing van het Englandspiel en voor de beoordeling van het ver weer van Anthon van der Waals duidelijk uiteenzetten. Wanneer men bovendien nog rekening houdt met het feit dat de vader van de Engelse majoor Bingham, als getuige optrad voor de parlementaire enquêtecommissie (en niet majoor Bingham van de En gelse geheime oorlogsdienst persoonlijk) dan is dat een aanwijzing voor de juistheid van het gerucht, dat Bingham zelf ook ai niet meer ter be schikking staat. EENZAAM. Het. is eenzaam geworden rond Anton van der Waals. Zyn verdediger mr. J. E. van der Starp die een zo ver warde brochure schreef, dat zij de moeite van het' weer leggen nauwelijks waard is is voor drie maanden ge schorst en kan hem niet in cassatie verdedigen; een Am sterdams advocaat heeft die taak over genomen, maar de mensen, die waarlyk iets we ten van de ach+er^■•••-'«den van het Englandspiel zijn dood, over de grens gezet en on vindbaar. En toch heeft het Nederlandse volk er recht op, dat de donkerheden rond dit spionnagemysterle worden op geklaard. Daaraan mede te werken is het doel van de artikelen reeks, die in de ko mende weken in ons blad* zul len verschijnen. Demonstratie tegen de „vredesconferentie". Anti-communistische groepen te New-York hebben bekend gemaakt voornemens te zijn een massale demonstratie te organiseren tegen de wereld-vrede-conferentie. wel- kel Vrijdag a.s. in het Waldorf Astoria-hotel een aanvang zal ne men. Er zullen posten worden uit gezet, terwijl verder, volgens de organisatoren, duizenden Vrijdag aan een demonstratie zullen deel nemen, die zal worden gehouden onder de leuze: „Communisten zijn hier te lande niet welkom. Wij wensen uw aanwezigheid niet. Ruk uit". De werkzaamheden voor de bouw van een mechanische kolen transportinrichting voor dc P.Z.E.M.-centraIe te Vlis- singen boden tot voor enkele dagen een imposante aan blik. Thans is de zware heimachine al weer verdwenen. Zoals bekend is deze transportinstallatie ook bestemd voor de toekomstige nieuwe centrale voor Zeeland. Koning Willem I steunde haar krachtig. Handel met Indië kreeg krachtige stimulance. Op Dinsdag 29 Maart a.s. zal het 125 jaar geleden zijn, dat de Ne derlandse Handel-Maatschappij werd opgericht. De belangrijke plaats, die deze onderneming aan vankelijk betiteld als de Factorij, in ons nationale bedrijfsleven In neemt, noopt. om. hoewel wegens de tijdsomstandigheden en voor al wegens de toestand in Indone sië, het 1U eeuwfeest slechts op sobere wijze zal worden gevierd, toch even de ontwikkeling na te gaan en een terugblik te werpen op de wording en de groei van deze instelling, «ye zich van Han- del-maatscbappij tot groot bank bedrijf heeft ontwikeld. BEDOELING VAN DE KONING-STICHTER. Met welke bedoeling heeft Ko ning Willem I de N.H.M. opge richt? Met geen andere bedoeling dan de verlevendiging van de han del en vrachtvaart op Indië. Hoe wel de Koning, die veel belansfel- ling had voor handel en industrie, de stichter was, was hij niet de geestelijke vader. De eer daarvan komt toe aan mr. Herman Mun- tïnghe, lid van de Raad van Indië. Ralph Bunche bemiddelaar van de Uno Men praat en schrijft er niet al te veel over in Wash ington en de Amerikaanse bladen maakten er in de eerste tyd weinig melding van, maar nu overal foto's van Ralp Johnson Bunche in de kranten verschijnen, heeft het geen zin langer te verheimeiyken, dat de opvolger van Graaf Berna- dotte als bemiddelaar in Palestina eea neger is. Hans Habe heeft in de Weltwoehe iets verteld over de levensloop van deze man. Zijn grootvader kwam als slaaf in de Ver. Staten. Toen het schip gearriveerd was, werd hy in de haven verkocht aan een plantagebezitter. Als duizenden slaven plukte hij katoen op een Zuidelijke plantage, werd geslagen, pluk te weer katoen, werd weer ge slagen. Hij trouwde met een negerin, wier ouders al uit Afrika waren gekomen. De vróuw werd zyn steun: zij hield hem in leven. Van de talrijke kinderen uit dit hu welijk ging na de bevrijding der slaven een zoon naar Detroit in het Noorden, waar hij friseur werd. Deze zoon, Fred Bunche, trouwde met Olive Agnes, een pianiste uit een negerrestaurant. Zijn le venlang heeft Fred Bunche tegen deze vrouw opgezien; haar zoon Ralph denkt, dat hij van haar de drang naar kennis en beschaving erfde. Toen die zoon Ralph tien EINDELIJK! En nu de Bilt voorspelt, dat we het gehele weekend prach tig voorjaarsweer zullen heb ben, nu moet ge de kans, die ge hebt, niet voorbij laten gaan, maar waar ge ook zijt, op Schouwen, op Noord- of Zuid- Beveland, op Tholen óf St. Phi- lipsland, in Oost- of West- Zeeuwsch-Vlaanderen, of op Walcheren, er een paar uur op uit trekken en uw doodgewone, alledaagse omgeving eens aan dachtig bekijken. Want in deze dagen hangt het lentelicht boven Zeeland, een licht, zoals ge het nergens vindt, dat de rode daken roder maakt en over de gevels een goud- glansje werpt en de lucht door- zichtiger-blauw maakt dan in zomer of herfst, dat het water (loet tintelen van de schatten aan die erover uitge spreid liggen en dat de schorren vol tinten tovert, die ge waar lijk iedere dag niet te zien krijgt En haal dan, bij het aanschou wen van dit alles ruim adem, zoals het hoort in de lente, die nu eindelijk gekomen is. Het is heilzaam en ge zult merken, dat ge er veel dingen, die ook in de lente een mens kunnen drukken, veel minder zwaar door zult voelen: de duurte, en Indonesië en dat in West Duitsland de ta bak al weer vrij is en by ons nog niet... Het is lente gewor den en zelfs de vele ruines van Zeeland zijn schoon als de zon erover schijnt. Al is dat een zeer schrale troost. Een „moeder" in Boston heeft het bestaan, haar zoon van veertien als een volsla gen, verwilderd, met vodden bedekt wezen tien jaar lang achter een gesloten kamer deur gevangen te houden totdat de stakker kans zag te ontvluchten en door de politie werd opgepikt- Wat hebt gezegd, toen uw man u dat krantenbe richt voorlas? Iets heel erg onvertogens, vermoed ik. Saskia was ei óók na aan toe maar bij nader inzien heeft zij gezwegen, het ver haaltje uitgeknipt en bij het arsenaal van raadselachtige gevallen gevoegd. Want er is iets in deze geschiedenis, in deze welhaast ongelooflijke tragedie (heeft de man van die dame nooit eens een on derzoek ingesteld achter die eeuwig gesloten deur?), dat mij aan het nadenken bracht. Ergens schuilt een bekend element, op die dichte deur moet toch na lang zoeken 'n sleutel passer- Ik weet nel. Hetzelfde ge voel van onbehagen, van ont stelde weerzin vloog een tijd geleden in mij op in de wachtkamer van een kinder arts. Het was er vol; u kent de situatie. Geen plek ter wereld zo vanzelfsprekend vrij van enige gêne als zo'n wachtkamer. Er worden on der de opgewektste gesprek ken door, luiers om gespeld en confidenties uitgewisseld, gillende huilbuien en over stuur geraakte magen als normale verschijnselen geac cepteerd. En de belachelijke maatschappelijke onderschei dingen van rang en stand worden daar volkomen uit gewist. De clou van het program ma werd die middag ge vormd door een jonge, strui se plattelandsvrouw met haar dochtertjes, volslagen gelijke en gelijkvormige tweelingen van nog geen drie jaar. De ene was „niet lekker", en niet zo'n klein beetje ook, en de andere huilde gestadig een deuntje mee uit sympathie. Van een tweelingzuster kun je niet anders verwachten. De moeder zat daar met het stel op haar brede schoot als een welsprekend beeldhouw werk; de gelaten wanhoop. Zij had met deze twee brok jes kinderellende een uren lange busrit achter de rug, zat nu al een dik uur in de stampvolle snikhete wacht kamer en had de niet-lek- kere helft van de tweeling voor de derde keer een scho ne luier onder de kin ge speld. Wij betuigden, zoals dit van ons verlangd werd, in gevoelvolle woorden ons medeleven. .Ach ja", zei de jonge moe der berustend, met haar ar men om de twee schriele, doodmoede lijfjes: „Wat zal ik zeggen, het valt dikwijls niet méé, hoor. Twee tege lijk, ik heb er mijn handen vol aan. Maar ik denk altijd J' Zij zijn ons eigendom niet "V maar zo: over twintig jaar heb ik er een paar beste hul pen aan." Toen ging t ver lossende belletje en wij heb ben haar niet weer terug ge zien. De wachtkamer kaartte nog een poosje na over dit practische standpunt, maar Saskia was verbijsterd. Zijn wij zó? Is die veelgeroemde, luid bezongen moederliefde in de grond voor een groot gedeelte enkel een soort le vensverzekering? Beschou wen wij de kinderen, die wij ter wereld hebben gebracht, gevoed, gewassen en aange kleed, die wij eten en praten en lopen hebben geleerd, en enigszins bidwijs hebben ge maakt in die ingewikkelde samenleving van ons be schouwen wij hen deswege feitelijk niet als ons onbe twistbaar en rechtmatig ei gendom? Ik ben erop gaan letten en het aantal gevallen steeg tot een verbijsterend aantal. „Ik heb Marietje maar van die huishoudschool afgenomen; ze is nog wel niet volleerd, maar ik kan haar thuis niet missen, hoor". Of Marietje hiermee 'n warm gekoester de illusie: eenmaal een eigen zaak met allemaal van die leuke zelfontworpen hand werken voorgoed moet opge ven in ruil voor het ondank bare baantje van onbetaald huissloofje onder Moe's ba zige leiding daarom be droeft zich geen sterveling. „O ja. onze Kees kan heel aardig met gereedschap over weg, hij is altijd aan 't knut selen in zijn vrije tijd. Maar meu-bel-ma-ker laten wor den? Mijn man en ik dénken er niet over! Stel je voor, in onze stand en allebei zijn grootvaders met een acade mische opleiding. Hij gaat naar 't gymnasium, wij kun nen bijlessen plenty betalen maar myn Kees in een overall tussen arbeidersjon gens. Nóóit van mijn leven". En Kees wordt bleek en ner veus en met wurgende tegen zin bij de haren door het gymnasium gesleept en in 'n baantje-met-een-boord be graven tot er de dood op volgt. „Wim kon een betrek king in Zuid-Amerika krij gen, o héél geschikt en met de beste vooruitzichten. En het was juist iets voor hem, want hij heeft altyd es wat van de wereld willen zien. Maar hij zou minstens voor vijf jaar weg moeten en dan je enige zoon... Ik zeg: Wim, jongen, je moet 't zelf weten per slot. maar mijn hart is niet al te best en als jij nu zo vèr weggaat en dan voor zó lang dat overleef ik niet. Nou, en toen heeft hij er maar van afgezien natuur lijk...." Ja, die moeder in Boston heeft nog heel wat fatsoen lijke zusters rondstappen, die nóóit strafrechterlijk ver volgd zullen worden voor het feit, dat zij haar kind voor het leven een knauw hebben gegeven. SASKIA. jaar oud was in 1914 moest de familie naar het Zui den verhuizen, want Agnes was ernstig ziek en had een milder klimaat nodig. Twee jaar later stierf ze, enkele maanden nadien in het graf gevolgd door haar man. Ag nes' moeder, de oude Lucy Jonhson te Los Angelos, nam twee van de kinderen in huis. Als Ralph Johnson Bunche thans over haar praat noemt hij haar: ,,de grootste kleine vrouw, die ik ooit gekend heb". Ze was nauwelijks vijf voet hoog! GROOTMOEDER De pittige, kleine vrouw met haar gerimpelde gezicht, had zich in het hoofd gezet, dat de opgewekte jongen een p sende opvoeding zou krijgen. „Ik stuur je naar de middel, bare school", zei ze op een dag, „Ik wil zien wat er in je steekt en als je Iemand geen kans geeft, dan kan hij niets bewijzen. Nu komt het alleen maar op jezelf aan...". Aan Ralph Bunche zou het niet liggen. Hij jleed eindexa men in 1922 met de grootste lof. De school kpos hem tot „woordvoerder". Bij het toe latingsexamen tot de Califor- nische universiteit werd hij nummer een van 300 Candida- ten. SJOUWERMAN Omdat zijn grootmoeder in tussen gestorven was, moest hij op een of andere manier het geld van zijn studie zelf verdienen. Hij sjouwde stenen op een bouwwerk. Hij nam een baantje aan als schoonmaker in een gebouw, hij werd kell- ner op een schip en was een even goede bediende in het Officierscasino als hii aan de Universiteit uitblonk bij de studie van de internationale betrekkingen. Bunche was geen boeken wurm. Hij SDeelde een be hoorlijk partijtje voetbal en bij het korfballen won hij drie prijzen. Enige sensatie werd verwekt door zijn toelating tot de stu dentenclub Phi Beta Kappa. Die toelating betekende onge veer hetzelfde als wanneer de zoon van een Joodse straat venter opgenomen zou rijn in een Pruisische militaire club. In 1927 doctoreerde Bunche met de hoogste lof. Studie beurzen en collecten onenden voor hem de weg naar de Ha- vard Universiteit in Boston. Burgers van Los Angelos brachten 1000 dollar bijeen om hem naar deze snobistische hogeschool te sturen. TE HARVARD. Te Harvard maakte hij in hoofdzaak studie van het be heer der mandaatgebieden. Een cursus, welke hij gaf over de „niet-zelfbesturende gebieden" bezorgde hem een baan aan de Howard Univer siteit te Washington. NAAR AFRIKA. Een beslissend ogenblik brak aan toen de Joodse Rosenwald- stichting, die jaarlijks verschei dene vooraanstaande, maar arme geleerden, op reis stuurt, hem naar Afrika liet gaan. Een Joodse stichting stelde hem op deze wijze in staat de Arabische wereld van nabij te leren kennen. Na zyn terugkeer in de Ver. Staten verwierf hy een twee de doctyraat met een studie over de mandaat-gebieden. Aflrika, van. waar rijn groot vader gekomen was op een slavenschip, werd de grote hartstocht van Bunche. Hij spaarde geld bijeen om een oude auto te kopen en bereis de daarmee het gehele wereld deel. De Arabieren werden zijn vrienden evenals de andere bewoners van dit werelddeel. Nadat hij ook Oost Azië had bezocht schreef hij een boek over het Rassenvraagstuk. Op verzoek van het Came- gie-instituut schreef hij een studie over het negerprobleem in de Ver. Staten. Tijdens de oorlog was hij verbonden aan de Amerikaan- Ralph Johnson Bunche. se Geheime Dienst, naar zfln kennis van Afrika van on- schatebare waarde bleek. DIPLOMATIEKE DIENST Na afloop van de oorlog sol liciteerde Bunche naar een functie bij het departement van buitenlandse zaken in Washington. Er waren 181 sollicitanten. Hij behoorde bij de vier, die benoemd werden. Een jaar la ter was hij tweede directeur van de afdeling „afhankelijke gebieden". In 1946 nodigde de secreta ris van de UNO, de heer Tryg- ve Lie. hem uit een functie by de UNO te aanvaarden. Op 3 December 1947 werd Ralph Bunche, de Amerikaanse ne ger, asssistent van Graaf Folk-e Bemadotte, voor het vredesbemiddelingswerk in Klein Azië. Na de laffe moord op Berna- dotte bracht mevrouw Bema dotte de Kerstvacantie door in het huis van Bunche te Ja maica (bij New York) en ze verklaarde: „Ik wilde de man bezoeken, die de laatste en trouwste vriend van mijn man is geweest". Als opvolger van Bemadotte bracht Bunche de vrede van Rhodos tot stand. ZIJN GEHEIM Wat ls het geheim van deze neger-diplomaat? Hij houdt van de mensen voor wie hij werkt. Hij is gesteld op Jo den, omdat hij weet, dat Jo den in bepaalde landen ook uitgestotenen rijn geweest precies als de negers. Hij ls gesteld op de Arabieren, om dat zij hem in hun gemeen schap hebben opgenomen en omdat er tussen het lot van de Arabieren en dat van zijn volk een zekere overeenkomst bestaat. Na zijn succes op Rhodos is te Washington reeds de veronderstelling uitgesproken, dat Bunche Amerikaans gezant in Moskou zou worden. Dat is nog niet waarschynlyk*. maar wel zal hij in aanmer king komen voor een der kleinere gezantschapsposten. Hij zal dan de eerste neger gezant van de Ver. Staten zyn. die de Koning in een „rapport over den Nederlandsen handel, be paald op Indië. van 21 Februari 1824", voorstellen tot verbetering van de toenmalige weinig roos kleurige economische situatie aan de hand deed. Op 29 Maart 1924 viel het Ko ninklijk besluit van de oprichting der N.H.M.welke dag beschouwd wordt als de stichtingsdag, niet dus de 7e Februari 1825. de dag waarop de oprichtingsacte werd gepasseerd. De Koning-stichter r.telde zich aan het hoofd der inschrijvers voor het fonds, dat aanvankelijk bepaald was op 12 mililoen gulden, met een som van 4 millioen gul den Willem I was dus zowel stichter als garant en grootste aandeelhouder. Ingeschreven werd voor bijna 70 millioen gulden en het maatschappelijk kapitaal werd bepaald op 37 millioen. doch drie jaar later tot 24 mililoen gulden gereduceerd. Wel werd de N.H.M. onder gunstige voortekenen ge boren. maar de particuliere koop lieden en reders, die van de zijde der nieuwe instelling een inbreuk vreesden op hun Indische handel, waren er niet zo bijzonder mee ingenomen en duidden de initialen van de N.H.M. hatelijk aan als: Niemand Handelt Meer. BEVORDERING VAN SCHEEP VAART EN SCHEEPSBOUW. Voorshands beperkte de maat schappij zich tot de Indische han del. waarbij mr. Muntinghe ook een grote taak voorzag in de aan leg van plantages, door Europe anen gedreven. Ten aanzien Amsterdam verwachtte de Koning in het bijzonder, dat de Maat schappij de hoofdstad weer zou verheffen tot de enige grote markt voor overzeese producten, dat de uitvoer van Nederlands natuur lijk achterland weer over de Ne derlandse havens zou worden ge leid. dat de nationale nijverheid zou worden opgevoed tot export- industrie en dat de visserij in de Indische wateren tot een lonend bedr(jf zou worden gemaakt. Buiten de Indische handel heeft de N.H.M. na 1827 ook sterk de scheepvaart en scheepsbouw be vorderd, mede doordat, in het op richtingsbesluit bepaald werd. dat de Maatschappij voor haar over zeese transporten alleen gebruik zou maken van Nederlandse sche pen en bij voorkeur van schepen in Nederland gebouwd. Tot de op richting van een der belangrijk ste Nederlandse industrieën heeft de N.H.M. eveneens de stoot ge geven: de textielindustrie van Twente. VAN HANDELMIJ. TOT BANK. Dc geschiedenis van de N.H.M. kan in grote lijnen gesplitst wor den In twee perioden: t.w. die van 1824 tot 1880, waarin het accent der werkzaamheden in hoofdzaak lag op de handel en de daarmee verband houdende bevordering van industrie en scheepvaart, la ter ook de cultures, en die van. 1880 tot heden, waarin de N.H.M. zich ontwikkelde tot bank- en emissiebedrljf, echter met hand having van het handels- en cul- tuurbedrijf. waarvan het eerste in vergelijking met vroeger in be perkte omvang. De periode 1874 tot 1903 kan in de geschiedenis van de N.H.M. speciaal geken merkt worden als de tijd van om schakeling van een nationale m(j. tot een particuliere onderneming, van handel-maatschappij tot bank. In deze periode begon zich ook het emissiebedrijf te ontwik kelen. In 1884 kwam een nieuwe om schrijving van de werkkring der N.H.M. in de statuten tot stand, waarin tot uitdrukking werd ge bracht, dat naast de goederen handel de geld- en wisselhandel en het bankiersbedrijf, alsmede 't verstrekken van voorschotten en het verschaffen van bedrijfskapi taal aan en het deelnemen in on dernemingen als zelfstandige tak ken van bedrijf tot het doel der maatschappij behoren. Voorts werd het verbod tot het specule ren in fondsen geschrapt. Het wordt als 'n daad van wijs beleid beschouwd, dat het be stuur der N.HJM. de consequen ties heeft getrokken van het feit, dat de bijzondere verhouding tus sen de staat en de maatschappij niet in stand kon blijven. Onder leiding van haar presi dent. de heer C. J. baron Collot d'Escury herdenkt de N.H.M. haar bestaan van een en een kwart eeuw. Ter gelegenheid hiervan wordt een boekje gepubliceerd, getiteld: „Willem Frederik, Ko ning der Nederlander*". In op dracht van de directie geschreven door mr. L. J. Plemp van Dulve- land. Martin Verdenius heeft een jubileumrevue samengesteld, die enige malen voor het personeel (alleen in Nederland groot 2500 personen, waarvan 1200 in Am sterdam. zal worden opgevoerd en Dinsdag 29 Maart a.s. zal de di rectie des namiddags van 3 tot 4.30 uur ten kantore der Maat schappij In Amsterdam een recep tie houden. BESCHERM DE NATUUR. Nu de natuur weer ontwaakt uit de winterslaap tot grote vreugde van alle Middelburgers, die trots zijn op de mooie bolwerken, is het meer dan ooit ieders plicht 't jon ge groen te beschermen tegen ver nieling. Het is betreurenswaardig, dat dit op vele plaatsen moet ge beuren door afzetting met prikkel draad. zo zelfs dat bij de school bij de Dampoort een prikkeldraad versperring dwars door de aan planting loopt. Dezer dagen moest ik constateren, dat een zestal mi litairen. komende van het bolwerk, dwars door het plantsoen vloog en over de versperring sprong. Hier aan ergerde ik mij en ik heb deze mannen er dan ook op gewezen, dat zij hierdoor geen goed voor beeld gaven aan de jeugd. Zij trok ken zich van mijn woorden echter niet veel aan en één maakte zelfs een opmerking, dat „dat met de belasting wel in orde zou komen." Nu is mijn vraag of het niet mo gelijk is. dat degenen die met de opleiding van de militairen belast zijn, wijzen op de noodzaak van natuurbescherming, juist vooral ln een zwaar gehavende stad als Mid delburg. Het is te betreuren, dat sommige van deze mannen dit zelf niet inzien. Middelburg J. W.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1949 | | pagina 3