Geheimen van het Englandspiel
Sprookjescarrière van
neger
Ned, Handel-Maatschappij
bestaat 125 jaar
~v
Hei is siil geworden
rondom van der Waals
Van Vrouw ioi Vrouw
Zeeuwse Almanak
y
LEZERS SCHRIJVEN
TWEEDE BLAD
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
ZATERDAG 26 MAART 1949
Spelers in het drama zijn verdwenen.
In zijn cel te Rotterdam zit thans de 87-jarige verrader
intonie van der Waals te wachten op de behandeling van
zyn beroep in cassatie tegen het vonnis van de Roteterdam-
se Kamer van het Haags Byzonder Gerchtshof, waarby
h(j ter dood werd veroordeeld.
's Avonds krygt hy de kranten en altyd vliegen zyn scher
pe ogen over de pagina's om te zien of er berichten zyn
over het Englandspiel. Gans zyn denken is vervuld van dat
grootste spionnagedrama van de moderne tUd, dat tijdens de
tweede wereldoorlog op Nederlandse bodem werd gespeeld.
Hy zelf vervulde een der kleinere rollen. Hij was de
handige loopjongen van de Duitse Kriminaldirector Schreie.
der, die hem nren lang college gaf en instrueerde en hem de
middelen verstrekte voor het uitvoeren van de opdrachten,
die hy ruim drie jaar long met zoveel enthousiasme volvoer
de, dat de Führer hem reeds einde 1943 vereerde met het
Adelaarskruis op grond van zyn verdienste voor het Groot
Duitse ryk. De chef van de S.D. dr. Harster heeft het hem
persoonlijk overhandigd.
Het is al weer vijf jaar ge
leden, dat van der Waals voor
'de laatste maal zyn 1150
ging halen, die zijn maandsa
laris uitmaakte. Vyf jaar is
het geleden, dat zijn secretaris
Mossinkof in stukken werd
gehakt aan boord van de
woonschuit waarop hij samen
met van der Waals leefde. Vijf
jaar is het geleden, dat zijn
huisknecht van der Meer door
hem werd neergeschoten op
het landweggetje onder Tien
hoven. Vyf jaren zijn voorbij
gegaan sinds het ogenblik dat
van der Waals in de Hervorm
de Kerk van Loosdrecht psal
men zong op de dag van zijn
huwelijk met het Voorburgse
meisje Corrie den Held, het
huwelijk, dat hy onder een
valse naam van Hendrik Jan
van Veen aanging. Op dat
ogenblik had hij meer dan
duizend mensen verraden of
verkocht; honderden lagen
door zijn toedoen reeds in 't
massagraf, honderden krepeer-
den in de Duitse gruwelkam-
P<2n' PENETRATIES
Vrijwel al de belangrijkste
verzetsorganisaties immers
hadden van het voorjaar *42
af tot het voorjaar 1944 toe
bloot gestaan aan een pene
tratie zonder weerga. En het
verschrikkelijkste daarvan was,
dat deze penetratie van Lon
den uit werd mogelijk ge
maakt, doordat de Nederland
se en Engelse Geheime Dien
sten twintig maanden lang in
permanent radiocontact ston
den met de Duitse contraspion-
nage in Nederland, die alle
geheimen, alle adressen, alle
plannen en alle bedoelingen
uit de eerste hand en met de
kleinste details in handen
kregen.
Josnh Schreieder en Hermann
Gishkes, de twee samenwer
kende grootmeesters van de
contraspionnage, de één beho
rende tot S.D., de ander tot
de Wehrmacht hadden ruim
anderhalfjaar in totaal over
18 lynen verbinding met Lon
den. Zij gebruikten de zenders
van de Engelse geheime
dienst, die hen in handen wa
ren gekomen, de codes en de
zendsystemen van de gedropte
en de gevangen genomen
agenten en zy lieten Radio
Oranje de stem van strij
dend Nederland de slagzin
nen omroepen, die de Neder
landse verzetslieden vertrouwen
moesten inboezemen als zij in
relatie traden met verraders
als v. d. Waals. George Rid
derhof, Breed, van Ligten e.a.
Schre'eder heeft dit drama
van verraad, fouten en tekort
komingen ..Englandspiel" ge
noemd. Het ls het England
spiel, dat van der Waals
zyn verschrikkelijk optreden
heeft mogelijk gemaakt; het
is het Englandspiel, dat sinds
de bevrijding besproken is in
allerlei kringen, beschreven is
in allerlei boeken en kranten
en dat nog nooit geheel is
opgehelderd. Vier jaren na de
bevrijding hebben zowel de
Nederlandse als de Engelse
regering nog nimmer enige
verklaring afgelegd over de
achtergrond van dit duistere
spionnage spel, dat het verzet
uiteensloeg en dat 2:0 ver
schrikkelijk veel offers verg
de in de rijen van hen, die
vrijwillig de strijd hadden aan
gebonden tegen het Duitse ge
weld.
Het is stil geworden om
Antonius van der Waals. Zijn
grote collega's, Lindemans
(King Kong) en Ridderhof
zijn dood, de één stierf door
vergif, de ander door de ko
gels van het executiepeloton.
Zyn kleinere collega's Poos
en Breek werden veroordeeld.
Herman Gischkes ging in 1947
onveroordeeld naar Duitsland
terug; Schreieder volgde hem
een half jaar later naar de
„Heimat", met een vrijspre
kend vonnis van de Neder
landse Justitie als aanbevelend
schrijven in de binnenzak van
zyn nieuwe colbertcostuum.
De Elzasser spion d'Arnaud,
die de Duitsers in Nederland
zulke gewichtige diensten be
wees (en die van Londen uit
radiografisch vereerd werd
met een hoge Engelse onder
scheiding!) is na de bevrij
ding nog drie jaar op vrije
voeten gebleven en zit sinds
een half jaar gevangen te
Freiburg im Breisgau; men
mompelt dat hem weinig zal
kunnen gebeuren omdat zijn
nationaliteit niet vast te stel
len is. De bekende S.D.-chef
Frank, die zulk een duistere
rol speelde in het laatste oor
logsjaar, verdween met byna
zijn gehele commando ver
moedelijk naar Zuid-Amerika;
zyn collega Munt werd bui
ten vervolging gesteld en ver
trok naar de Amerikaanse
zóne van Duitsland, hoewel
de Minister van Justitie later
moest verklaren, dat het be
ter ware geweest een proces
tegen hem aanhangig te ma
ken.
Knolle, die bij de S.D. alle
politieke zaken In handen had,
verdween met de Noorderzon
en hij nam voor zover de
informaties reiken de inter
nationale spion Johannes Bern-
hard van Ligten (Johnny),
die reeds voor de oorlog zo
wel voor de Duitsers als voor
de Engelsen .spionneerde (en
o.a. goed bekend was by de
vroegere Duitse gezant in Ne
derland!) met zich mee. In
één der volgende artikelen
zullen wij de meer dan gewone
betekenis van Johnny van
Ligten voor de oplossing van
het Englandspiel en voor
de beoordeling van het ver
weer van Anthon van der
Waals duidelijk uiteenzetten.
Wanneer men bovendien nog
rekening houdt met het feit
dat de vader van de Engelse
majoor Bingham, als getuige
optrad voor de parlementaire
enquêtecommissie (en niet
majoor Bingham van de En
gelse geheime oorlogsdienst
persoonlijk) dan is dat een
aanwijzing voor de juistheid
van het gerucht, dat Bingham
zelf ook ai niet meer ter be
schikking staat.
EENZAAM.
Het. is eenzaam geworden
rond Anton van der Waals.
Zyn verdediger mr. J. E. van
der Starp die een zo ver
warde brochure schreef, dat
zij de moeite van het' weer
leggen nauwelijks waard is
is voor drie maanden ge
schorst en kan hem niet in
cassatie verdedigen; een Am
sterdams advocaat heeft die
taak over genomen, maar de
mensen, die waarlyk iets we
ten van de ach+er^■•••-'«den van
het Englandspiel zijn dood,
over de grens gezet en on
vindbaar. En toch heeft het
Nederlandse volk er recht op,
dat de donkerheden rond dit
spionnagemysterle worden op
geklaard. Daaraan mede te
werken is het doel van de
artikelen reeks, die in de ko
mende weken in ons blad* zul
len verschijnen.
Demonstratie tegen de
„vredesconferentie".
Anti-communistische groepen te
New-York hebben bekend gemaakt
voornemens te zijn een massale
demonstratie te organiseren tegen
de wereld-vrede-conferentie. wel-
kel Vrijdag a.s. in het Waldorf
Astoria-hotel een aanvang zal ne
men. Er zullen posten worden uit
gezet, terwijl verder, volgens de
organisatoren, duizenden Vrijdag
aan een demonstratie zullen deel
nemen, die zal worden gehouden
onder de leuze: „Communisten
zijn hier te lande niet welkom.
Wij wensen uw aanwezigheid niet.
Ruk uit".
De werkzaamheden voor de bouw van een mechanische
kolen transportinrichting voor dc P.Z.E.M.-centraIe te Vlis-
singen boden tot voor enkele dagen een imposante aan
blik. Thans is de zware heimachine al weer verdwenen.
Zoals bekend is deze transportinstallatie ook bestemd voor
de toekomstige nieuwe centrale voor Zeeland.
Koning Willem I steunde haar krachtig.
Handel met Indië kreeg
krachtige stimulance.
Op Dinsdag 29 Maart a.s. zal het
125 jaar geleden zijn, dat de Ne
derlandse Handel-Maatschappij
werd opgericht. De belangrijke
plaats, die deze onderneming aan
vankelijk betiteld als de Factorij,
in ons nationale bedrijfsleven In
neemt, noopt. om. hoewel wegens
de tijdsomstandigheden en voor
al wegens de toestand in Indone
sië, het 1U eeuwfeest slechts op
sobere wijze zal worden gevierd,
toch even de ontwikkeling na te
gaan en een terugblik te werpen
op de wording en de groei van
deze instelling, «ye zich van Han-
del-maatscbappij tot groot bank
bedrijf heeft ontwikeld.
BEDOELING VAN DE
KONING-STICHTER.
Met welke bedoeling heeft Ko
ning Willem I de N.H.M. opge
richt? Met geen andere bedoeling
dan de verlevendiging van de han
del en vrachtvaart op Indië. Hoe
wel de Koning, die veel belansfel-
ling had voor handel en industrie,
de stichter was, was hij niet de
geestelijke vader. De eer daarvan
komt toe aan mr. Herman Mun-
tïnghe, lid van de Raad van Indië.
Ralph Bunche
bemiddelaar van de
Uno
Men praat en schrijft er niet al te veel over in Wash
ington en de Amerikaanse bladen maakten er in de eerste
tyd weinig melding van, maar nu overal foto's van Ralp
Johnson Bunche in de kranten verschijnen, heeft het geen zin
langer te verheimeiyken, dat de opvolger van Graaf Berna-
dotte als bemiddelaar in Palestina eea neger is.
Hans Habe heeft in de Weltwoehe iets verteld over de
levensloop van deze man.
Zijn grootvader kwam als
slaaf in de Ver. Staten. Toen
het schip gearriveerd was,
werd hy in de haven verkocht
aan een plantagebezitter.
Als duizenden slaven plukte
hij katoen op een Zuidelijke
plantage, werd geslagen, pluk
te weer katoen, werd weer ge
slagen. Hij trouwde met een
negerin, wier ouders al uit
Afrika waren gekomen. De
vróuw werd zyn steun: zij
hield hem in leven. Van de
talrijke kinderen uit dit hu
welijk ging na de bevrijding
der slaven een zoon naar
Detroit in het Noorden, waar
hij friseur werd. Deze zoon,
Fred Bunche, trouwde met
Olive Agnes, een pianiste uit
een negerrestaurant. Zijn le
venlang heeft Fred Bunche
tegen deze vrouw opgezien;
haar zoon Ralph denkt, dat
hij van haar de drang naar
kennis en beschaving erfde.
Toen die zoon Ralph tien
EINDELIJK!
En nu de Bilt voorspelt, dat
we het gehele weekend prach
tig voorjaarsweer zullen heb
ben, nu moet ge de kans, die
ge hebt, niet voorbij laten gaan,
maar waar ge ook zijt, op
Schouwen, op Noord- of Zuid-
Beveland, op Tholen óf St. Phi-
lipsland, in Oost- of West-
Zeeuwsch-Vlaanderen, of op
Walcheren, er een paar uur op
uit trekken en uw doodgewone,
alledaagse omgeving eens aan
dachtig bekijken.
Want in deze dagen hangt het
lentelicht boven Zeeland, een
licht, zoals ge het nergens vindt,
dat de rode daken roder maakt
en over de gevels een goud-
glansje werpt en de lucht door-
zichtiger-blauw maakt dan in
zomer of herfst, dat het water
(loet tintelen van de schatten
aan die erover uitge
spreid liggen en dat de schorren
vol tinten tovert, die ge waar
lijk iedere dag niet te zien
krijgt
En haal dan, bij het aanschou
wen van dit alles ruim adem,
zoals het hoort in de lente, die
nu eindelijk gekomen is. Het is
heilzaam en ge zult merken, dat
ge er veel dingen, die ook in de
lente een mens kunnen drukken,
veel minder zwaar door zult
voelen: de duurte, en Indonesië
en dat in West Duitsland de ta
bak al weer vrij is en by ons
nog niet... Het is lente gewor
den en zelfs de vele ruines van
Zeeland zijn schoon als de zon
erover schijnt. Al is dat een
zeer schrale troost.
Een „moeder" in Boston
heeft het bestaan, haar zoon
van veertien als een volsla
gen, verwilderd, met vodden
bedekt wezen tien jaar lang
achter een gesloten kamer
deur gevangen te houden
totdat de stakker kans zag
te ontvluchten en door de
politie werd opgepikt-
Wat hebt gezegd, toen
uw man u dat krantenbe
richt voorlas? Iets heel erg
onvertogens, vermoed ik.
Saskia was ei óók na aan
toe maar bij nader inzien
heeft zij gezwegen, het ver
haaltje uitgeknipt en bij het
arsenaal van raadselachtige
gevallen gevoegd. Want er is
iets in deze geschiedenis, in
deze welhaast ongelooflijke
tragedie (heeft de man van
die dame nooit eens een on
derzoek ingesteld achter die
eeuwig gesloten deur?), dat
mij aan het nadenken bracht.
Ergens schuilt een bekend
element, op die dichte deur
moet toch na lang zoeken 'n
sleutel passer-
Ik weet nel. Hetzelfde ge
voel van onbehagen, van ont
stelde weerzin vloog een tijd
geleden in mij op in de
wachtkamer van een kinder
arts. Het was er vol; u kent
de situatie. Geen plek ter
wereld zo vanzelfsprekend
vrij van enige gêne als zo'n
wachtkamer. Er worden on
der de opgewektste gesprek
ken door, luiers om gespeld
en confidenties uitgewisseld,
gillende huilbuien en over
stuur geraakte magen als
normale verschijnselen geac
cepteerd. En de belachelijke
maatschappelijke onderschei
dingen van rang en stand
worden daar volkomen uit
gewist.
De clou van het program
ma werd die middag ge
vormd door een jonge, strui
se plattelandsvrouw met
haar dochtertjes, volslagen
gelijke en gelijkvormige
tweelingen van nog geen
drie jaar. De ene was „niet
lekker", en niet zo'n klein
beetje ook, en de andere
huilde gestadig een deuntje
mee uit sympathie. Van een
tweelingzuster kun je niet
anders verwachten.
De moeder zat daar met het
stel op haar brede schoot als
een welsprekend beeldhouw
werk; de gelaten wanhoop.
Zij had met deze twee brok
jes kinderellende een uren
lange busrit achter de rug,
zat nu al een dik uur in de
stampvolle snikhete wacht
kamer en had de niet-lek-
kere helft van de tweeling
voor de derde keer een scho
ne luier onder de kin ge
speld. Wij betuigden, zoals
dit van ons verlangd werd,
in gevoelvolle woorden ons
medeleven.
.Ach ja", zei de jonge moe
der berustend, met haar ar
men om de twee schriele,
doodmoede lijfjes: „Wat zal
ik zeggen, het valt dikwijls
niet méé, hoor. Twee tege
lijk, ik heb er mijn handen
vol aan. Maar ik denk altijd
J'
Zij zijn ons
eigendom niet
"V
maar zo: over twintig jaar
heb ik er een paar beste hul
pen aan." Toen ging t ver
lossende belletje en wij heb
ben haar niet weer terug ge
zien.
De wachtkamer kaartte
nog een poosje na over dit
practische standpunt, maar
Saskia was verbijsterd. Zijn
wij zó? Is die veelgeroemde,
luid bezongen moederliefde
in de grond voor een groot
gedeelte enkel een soort le
vensverzekering? Beschou
wen wij de kinderen, die wij
ter wereld hebben gebracht,
gevoed, gewassen en aange
kleed, die wij eten en praten
en lopen hebben geleerd, en
enigszins bidwijs hebben ge
maakt in die ingewikkelde
samenleving van ons be
schouwen wij hen deswege
feitelijk niet als ons onbe
twistbaar en rechtmatig ei
gendom?
Ik ben erop gaan letten en
het aantal gevallen steeg tot
een verbijsterend aantal. „Ik
heb Marietje maar van die
huishoudschool afgenomen;
ze is nog wel niet volleerd,
maar ik kan haar thuis niet
missen, hoor". Of Marietje
hiermee 'n warm gekoester
de illusie: eenmaal een eigen
zaak met allemaal van die
leuke zelfontworpen hand
werken voorgoed moet opge
ven in ruil voor het ondank
bare baantje van onbetaald
huissloofje onder Moe's ba
zige leiding daarom be
droeft zich geen sterveling.
„O ja. onze Kees kan heel
aardig met gereedschap over
weg, hij is altijd aan 't knut
selen in zijn vrije tijd. Maar
meu-bel-ma-ker laten wor
den? Mijn man en ik dénken
er niet over! Stel je voor, in
onze stand en allebei zijn
grootvaders met een acade
mische opleiding. Hij gaat
naar 't gymnasium, wij kun
nen bijlessen plenty betalen
maar myn Kees in een
overall tussen arbeidersjon
gens. Nóóit van mijn leven".
En Kees wordt bleek en ner
veus en met wurgende tegen
zin bij de haren door het
gymnasium gesleept en in 'n
baantje-met-een-boord be
graven tot er de dood op
volgt. „Wim kon een betrek
king in Zuid-Amerika krij
gen, o héél geschikt en met
de beste vooruitzichten. En
het was juist iets voor hem,
want hij heeft altyd es wat
van de wereld willen zien.
Maar hij zou minstens voor
vijf jaar weg moeten en dan
je enige zoon... Ik zeg: Wim,
jongen, je moet 't zelf weten
per slot. maar mijn hart is
niet al te best en als jij nu
zo vèr weggaat en dan voor
zó lang dat overleef ik
niet. Nou, en toen heeft hij
er maar van afgezien natuur
lijk...."
Ja, die moeder in Boston
heeft nog heel wat fatsoen
lijke zusters rondstappen,
die nóóit strafrechterlijk ver
volgd zullen worden voor
het feit, dat zij haar kind
voor het leven een knauw
hebben gegeven.
SASKIA.
jaar oud was in 1914
moest de familie naar het Zui
den verhuizen, want Agnes
was ernstig ziek en had een
milder klimaat nodig. Twee
jaar later stierf ze, enkele
maanden nadien in het graf
gevolgd door haar man. Ag
nes' moeder, de oude Lucy
Jonhson te Los Angelos, nam
twee van de kinderen in huis.
Als Ralph Johnson Bunche
thans over haar praat noemt
hij haar: ,,de grootste kleine
vrouw, die ik ooit gekend heb".
Ze was nauwelijks vijf voet
hoog!
GROOTMOEDER
De pittige, kleine vrouw met
haar gerimpelde gezicht, had
zich in het hoofd gezet, dat
de opgewekte jongen een p
sende opvoeding zou krijgen.
„Ik stuur je naar de middel,
bare school", zei ze op een
dag, „Ik wil zien wat er in
je steekt en als je Iemand
geen kans geeft, dan kan hij
niets bewijzen. Nu komt het
alleen maar op jezelf aan...".
Aan Ralph Bunche zou het
niet liggen. Hij jleed eindexa
men in 1922 met de grootste
lof. De school kpos hem tot
„woordvoerder". Bij het toe
latingsexamen tot de Califor-
nische universiteit werd hij
nummer een van 300 Candida-
ten.
SJOUWERMAN
Omdat zijn grootmoeder in
tussen gestorven was, moest
hij op een of andere manier
het geld van zijn studie zelf
verdienen. Hij sjouwde stenen
op een bouwwerk. Hij nam een
baantje aan als schoonmaker
in een gebouw, hij werd kell-
ner op een schip en was een
even goede bediende in het
Officierscasino als hii aan de
Universiteit uitblonk bij de
studie van de internationale
betrekkingen.
Bunche was geen boeken
wurm. Hij SDeelde een be
hoorlijk partijtje voetbal en
bij het korfballen won hij drie
prijzen.
Enige sensatie werd verwekt
door zijn toelating tot de stu
dentenclub Phi Beta Kappa.
Die toelating betekende onge
veer hetzelfde als wanneer de
zoon van een Joodse straat
venter opgenomen zou rijn in
een Pruisische militaire club.
In 1927 doctoreerde Bunche
met de hoogste lof. Studie
beurzen en collecten onenden
voor hem de weg naar de Ha-
vard Universiteit in Boston.
Burgers van Los Angelos
brachten 1000 dollar bijeen
om hem naar deze snobistische
hogeschool te sturen.
TE HARVARD.
Te Harvard maakte hij in
hoofdzaak studie van het be
heer der mandaatgebieden.
Een cursus, welke hij gaf
over de „niet-zelfbesturende
gebieden" bezorgde hem een
baan aan de Howard Univer
siteit te Washington.
NAAR AFRIKA.
Een beslissend ogenblik brak
aan toen de Joodse Rosenwald-
stichting, die jaarlijks verschei
dene vooraanstaande, maar
arme geleerden, op reis stuurt,
hem naar Afrika liet gaan.
Een Joodse stichting stelde
hem op deze wijze in staat
de Arabische wereld van nabij
te leren kennen.
Na zyn terugkeer in de Ver.
Staten verwierf hy een twee
de doctyraat met een studie
over de mandaat-gebieden.
Aflrika, van. waar rijn groot
vader gekomen was op een
slavenschip, werd de grote
hartstocht van Bunche. Hij
spaarde geld bijeen om een
oude auto te kopen en bereis
de daarmee het gehele wereld
deel.
De Arabieren werden zijn
vrienden evenals de andere
bewoners van dit werelddeel.
Nadat hij ook Oost Azië had
bezocht schreef hij een boek
over het Rassenvraagstuk.
Op verzoek van het Came-
gie-instituut schreef hij een
studie over het negerprobleem
in de Ver. Staten.
Tijdens de oorlog was hij
verbonden aan de Amerikaan-
Ralph Johnson Bunche.
se Geheime Dienst, naar zfln
kennis van Afrika van on-
schatebare waarde bleek.
DIPLOMATIEKE DIENST
Na afloop van de oorlog sol
liciteerde Bunche naar een
functie bij het departement
van buitenlandse zaken in
Washington.
Er waren 181 sollicitanten.
Hij behoorde bij de vier, die
benoemd werden. Een jaar la
ter was hij tweede directeur
van de afdeling „afhankelijke
gebieden".
In 1946 nodigde de secreta
ris van de UNO, de heer Tryg-
ve Lie. hem uit een functie by
de UNO te aanvaarden. Op
3 December 1947 werd Ralph
Bunche, de Amerikaanse ne
ger, asssistent van Graaf
Folk-e Bemadotte, voor het
vredesbemiddelingswerk in
Klein Azië.
Na de laffe moord op Berna-
dotte bracht mevrouw Bema
dotte de Kerstvacantie door
in het huis van Bunche te Ja
maica (bij New York) en ze
verklaarde: „Ik wilde de man
bezoeken, die de laatste en
trouwste vriend van mijn man
is geweest".
Als opvolger van Bemadotte
bracht Bunche de vrede van
Rhodos tot stand.
ZIJN GEHEIM
Wat ls het geheim van deze
neger-diplomaat? Hij houdt
van de mensen voor wie hij
werkt. Hij is gesteld op Jo
den, omdat hij weet, dat Jo
den in bepaalde landen ook
uitgestotenen rijn geweest
precies als de negers. Hij ls
gesteld op de Arabieren, om
dat zij hem in hun gemeen
schap hebben opgenomen en
omdat er tussen het lot van
de Arabieren en dat van zijn
volk een zekere overeenkomst
bestaat.
Na zijn succes op Rhodos
is te Washington reeds de
veronderstelling uitgesproken,
dat Bunche Amerikaans gezant
in Moskou zou worden. Dat
is nog niet waarschynlyk*.
maar wel zal hij in aanmer
king komen voor een der
kleinere gezantschapsposten.
Hij zal dan de eerste neger
gezant van de Ver. Staten zyn.
die de Koning in een „rapport
over den Nederlandsen handel, be
paald op Indië. van 21 Februari
1824", voorstellen tot verbetering
van de toenmalige weinig roos
kleurige economische situatie aan
de hand deed.
Op 29 Maart 1924 viel het Ko
ninklijk besluit van de oprichting
der N.H.M.welke dag beschouwd
wordt als de stichtingsdag, niet
dus de 7e Februari 1825. de dag
waarop de oprichtingsacte werd
gepasseerd.
De Koning-stichter r.telde zich
aan het hoofd der inschrijvers
voor het fonds, dat aanvankelijk
bepaald was op 12 mililoen gulden,
met een som van 4 millioen gul
den Willem I was dus zowel
stichter als garant en grootste
aandeelhouder. Ingeschreven werd
voor bijna 70 millioen gulden en
het maatschappelijk kapitaal werd
bepaald op 37 millioen. doch drie
jaar later tot 24 mililoen gulden
gereduceerd. Wel werd de N.H.M.
onder gunstige voortekenen ge
boren. maar de particuliere koop
lieden en reders, die van de zijde
der nieuwe instelling een inbreuk
vreesden op hun Indische handel,
waren er niet zo bijzonder mee
ingenomen en duidden de initialen
van de N.H.M. hatelijk aan als:
Niemand Handelt Meer.
BEVORDERING VAN SCHEEP
VAART EN SCHEEPSBOUW.
Voorshands beperkte de maat
schappij zich tot de Indische han
del. waarbij mr. Muntinghe ook
een grote taak voorzag in de aan
leg van plantages, door Europe
anen gedreven. Ten aanzien
Amsterdam verwachtte de Koning
in het bijzonder, dat de Maat
schappij de hoofdstad weer zou
verheffen tot de enige grote markt
voor overzeese producten, dat de
uitvoer van Nederlands natuur
lijk achterland weer over de Ne
derlandse havens zou worden ge
leid. dat de nationale nijverheid
zou worden opgevoed tot export-
industrie en dat de visserij in de
Indische wateren tot een lonend
bedr(jf zou worden gemaakt.
Buiten de Indische handel heeft
de N.H.M. na 1827 ook sterk de
scheepvaart en scheepsbouw be
vorderd, mede doordat, in het op
richtingsbesluit bepaald werd. dat
de Maatschappij voor haar over
zeese transporten alleen gebruik
zou maken van Nederlandse sche
pen en bij voorkeur van schepen
in Nederland gebouwd. Tot de op
richting van een der belangrijk
ste Nederlandse industrieën heeft
de N.H.M. eveneens de stoot ge
geven: de textielindustrie van
Twente.
VAN HANDELMIJ. TOT
BANK.
Dc geschiedenis van de N.H.M.
kan in grote lijnen gesplitst wor
den In twee perioden: t.w. die van
1824 tot 1880, waarin het accent
der werkzaamheden in hoofdzaak
lag op de handel en de daarmee
verband houdende bevordering
van industrie en scheepvaart, la
ter ook de cultures, en die van.
1880 tot heden, waarin de N.H.M.
zich ontwikkelde tot bank- en
emissiebedrljf, echter met hand
having van het handels- en cul-
tuurbedrijf. waarvan het eerste in
vergelijking met vroeger in be
perkte omvang. De periode 1874
tot 1903 kan in de geschiedenis
van de N.H.M. speciaal geken
merkt worden als de tijd van om
schakeling van een nationale m(j.
tot een particuliere onderneming,
van handel-maatschappij tot
bank. In deze periode begon zich
ook het emissiebedrijf te ontwik
kelen.
In 1884 kwam een nieuwe om
schrijving van de werkkring der
N.H.M. in de statuten tot stand,
waarin tot uitdrukking werd ge
bracht, dat naast de goederen
handel de geld- en wisselhandel
en het bankiersbedrijf, alsmede 't
verstrekken van voorschotten en
het verschaffen van bedrijfskapi
taal aan en het deelnemen in on
dernemingen als zelfstandige tak
ken van bedrijf tot het doel der
maatschappij behoren. Voorts
werd het verbod tot het specule
ren in fondsen geschrapt.
Het wordt als 'n daad van wijs
beleid beschouwd, dat het be
stuur der N.HJM. de consequen
ties heeft getrokken van het feit,
dat de bijzondere verhouding tus
sen de staat en de maatschappij
niet in stand kon blijven.
Onder leiding van haar presi
dent. de heer C. J. baron Collot
d'Escury herdenkt de N.H.M. haar
bestaan van een en een kwart
eeuw. Ter gelegenheid hiervan
wordt een boekje gepubliceerd,
getiteld: „Willem Frederik, Ko
ning der Nederlander*". In op
dracht van de directie geschreven
door mr. L. J. Plemp van Dulve-
land. Martin Verdenius heeft een
jubileumrevue samengesteld, die
enige malen voor het personeel
(alleen in Nederland groot 2500
personen, waarvan 1200 in Am
sterdam. zal worden opgevoerd
en Dinsdag 29 Maart a.s. zal de di
rectie des namiddags van 3 tot
4.30 uur ten kantore der Maat
schappij In Amsterdam een recep
tie houden.
BESCHERM DE NATUUR.
Nu de natuur weer ontwaakt uit
de winterslaap tot grote vreugde
van alle Middelburgers, die trots
zijn op de mooie bolwerken, is het
meer dan ooit ieders plicht 't jon
ge groen te beschermen tegen ver
nieling. Het is betreurenswaardig,
dat dit op vele plaatsen moet ge
beuren door afzetting met prikkel
draad. zo zelfs dat bij de school
bij de Dampoort een prikkeldraad
versperring dwars door de aan
planting loopt. Dezer dagen moest
ik constateren, dat een zestal mi
litairen. komende van het bolwerk,
dwars door het plantsoen vloog en
over de versperring sprong. Hier
aan ergerde ik mij en ik heb deze
mannen er dan ook op gewezen,
dat zij hierdoor geen goed voor
beeld gaven aan de jeugd. Zij trok
ken zich van mijn woorden echter
niet veel aan en één maakte zelfs
een opmerking, dat „dat met de
belasting wel in orde zou komen."
Nu is mijn vraag of het niet mo
gelijk is. dat degenen die met de
opleiding van de militairen belast
zijn, wijzen op de noodzaak van
natuurbescherming, juist vooral ln
een zwaar gehavende stad als Mid
delburg. Het is te betreuren, dat
sommige van deze mannen dit zelf
niet inzien.
Middelburg J. W.