T In Italië leven nog holbewoners Kustvaart verovert vrachten over korte afstanden Zeeuwse Almanak ante Sabine grijpt in MARIA SAWERSKY STEMMEN Vlissingen krijgt étage-woningen TWEEDE BLAD PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT MAANDAG U MAART 1949 Zij wensen geen lotsverbetering Een priiflitief romantisch volkje. (Van onze correspondent). Milaan, Maart De Italiaanse communisten schermen ginds enige tijd met het feit, dat er in Italië nog enkele hon derdduizenden mensen in holen zouden wonen en een leven leiden als voor de zondvloed. Zjj beschouwen het als hun taak om deze ongeulkkigen van de algehele ondergang te redden en hun een menswaardig bestaan te verschaffen. De communisten bedoelen echter niet deze kx-otbewoners, maar het merkwaardige volkje in Matera in Zuid-Italië, dat inderdaad nog in holen huist gelijk de mensen in de voorwe reld. Het eigenaardige ervan is, dat deze mensen zich vol slagen gelukkig voelen én naar geen ander leven verlangen. Wie een poosje in Matera is geweest, en het leven daar van dichtbij heeft kunnen gade slaan, raakt onwillekeurig on der de vreemde bekoring, die van deze spelonkeiyiitgaat. Wie nog ontvankelijk is voor een zekere romantiek, die in ons tijdperk van de atoombom gaandeweg zoek raakt, zal hier ongetwijfeld voldoende voed sel vinden voor zijn dromen van een verleden, dat ver ach ter ons ligt, maar dat in onze fantasie beter en gelukkiger is dan ons heden. De spelonken van Matera zijn bij honderden naast elkaar en boven elkaar die in de berg ge graven zijn. Er is voldoende ven tilatie, ook de verwarming is best. Overal stijgt rook uit de berg, uit tal van schoorstenen. Naar waterleidingen of sanitai re installaties hoeft men ech ter niet te zoeken, want die zijn er niet. D.t is echter niets bij zonders, want in Italië zijn er nog tal van dorpen en kleine steden, waar men dergelijke „nieuwerwetse" dingen nog in het geheel niet kent. De holen- mensen van Matera vinden het ook gezelliger om samen met hun huisdieren in een vertrek te wonen en te slapen, iets wat bijvoorbeeld ook de gewoonte van de Albanese boeren is. In principe leven deze men sen nog precies eender als hun voorvaderen, tienduizenden ja ren geleden. Zij leiden een zor geloos bestaan en al maken de Italiaanse communisten nog zo veel propaganda onder deze holenbewoners, zij denken er niet over om hun knusse spe lonken te verlaten en in mo derne huizen te gaan wonen. Zij zijn zodanig met de natuur vergroeid en verknocht aan de bizarre romantiek van hun sta- vistisch bestaan ,dat zij voor de zoetkwetende lokstem van Tog- liatti's volgelingen geheel on gevoelig zijn. CULTUUR-HISTORISCH MUSEUM. Zij leven nu nog in de geest van de oud-mediterraanse over levering, de traditie van een lang verdwenen, oeroude cul tuur, die eehs in de landen van de Middellandse Zee in bloei stond en geen verschil kende tussen het Zuiden van Italië en het Noorden van Afrika. Zij kunnen lezen noch schrij ven, maar zij missen daarmede in het geheel niets, omdat zij met het soort mensen, die der gelijke vaardigheden noodzake lijk en voor het leven onmis baar achten, vrijwel geen om gang hebben. Dé Italiaanse mi nister van Onderwijs, die aan vankelijk allerlei pogingen in het werk gesteld had om het volkje van Matera tot betere inzichten te brengen, acht het nu verstandiger om het met rust te laten. De holenmensen zijn nu eenmaal een eigenaar dig en. als men van de in de spelonken van Granada huizen de zigeuners wil afzien, uniek verschijnsel in Europa. Zij vor men een soort cultuurhistorisch museum, dat als door een gril van de natuur tot in onze da gen behouden is gebleven. NIET TE „VERBETEREN". De holbewoners hebben hun eigen, enigszins avontuurlijk aandoende godsdienst, waar zij fanatiek en onwrikbaar aan vasthouden en die hun leven een bijzondere en intense kleur geeft. Hun bestaan als ken merk van de „achterlijkheid" van het Italiaanse volk te be schouwen, zou volslagen dwaas heid zijn. De propaganda van de Italiaanse communisten is dan ook met opzet misleidend. De mensen van Matera leven in hun eigen besloten kring en trekken zich van de buitenwe reld niets aan. Ook Mussolini trachtte eens in te grijpen. Hij gelastte de fascistische politie de spelonken te sluiten en de holbewoners elders onder te brengen. Toen geraakte dit an ders zo vredelievende volkje in opstand, zodat er niets an ders opzat dan het ongemoeid te laten. (Nadruk verboden). Geen „nieuwe spelling" in Engeland. In het Britse Lagerhuis is een wetsontwerp ter vereenvoudiging van de spelling van het Engels met 87 tegen 84 stemmen verwor pen. Volgens het ontwerp, ingediend door het Labour-lid dr. Mont Fol- lick, een taalgeleerde, zou een commissie worden feigesteld voor het invoeren van „rationele" spel ling. De minister van onderwijs. Tom- linson, verzette zich namens de regering tegen het ontwerp. Hij zeide. dat er geen sprake van was, dat Engeland zijn spelling zou ver anderen. indien niet bleek, dat re geringen van andere Engels spre kende landen overeenkomstig zou den handelen. Zai de „luchtbrug" jaren duren Het hoofdkwartier van de Ame rikaanse luchtmacht te Wiesbaden heeft volgens het. Duitse persbu reau D.P.D. te kennen gegeven, dat het voornemens is personeel en materiaal uit de Ver. Staten te doen komen om een voortzetting van de luchtbrug gedurende ver schillende jaren mogelijk te ma ken. Uit gewoonlijk betrouwbare bron verneemt Keuter dat nog vóór 't einde van deze maand de West- Duitse Mark het enige wettigeó betaalmiddel zal worden in de Westelijke sectoren van Berlijn. „Tegen-revolutie" in scène gezet. Sir Robert Bruce Lockhart, die onlangs door een Tsjecho- slowaaks hof „een agent van de Britse geheime dienst" werd genoemd, heeft Vrijdag avond in een radio-uitzending te Londen een waarschuwing gericht tot anti-communisti sche Tsjecho-Slowaken, op hun hoede te zijn voor een spoedig te verwachten „tegen- revolutie, die geënsceneerd zou worden om hen in de val te laten lopen en hun ware gevoelens te onthullen. In een dooi* sir Robert voorgelezen boodschap van de anti-commu nistische „inlichtingendienst" van vrij Tsjechb-Slowakrje", wordt beweerd, dat agenten van de Kominform in Tsjecho- Slowakije een 'geënsceneerde tegen-revolutie voorbereiden. „Inbreker" onder bed. Vorige week ontvluchtte uit een opvoedingsgesticht tc Amersfoort een 18-jarige knaap, die naar Rotterdam „lifte" en daarna met geleend geld zijn zwerftocht voortzet te. In Den Haag zag hij er gens een deur openstaan en hij ging naar binnen. Uit bu reaux stal hij 126, maar toen hij de laatste kamer on derzocht. hoorde hij. iemand binnenkomen. Hij kroop onder het bed, maar dc kamerbe woner trok hem er onder vandaan en leverde hem over aan de politie. In de Westelijke zóne van Berlijn zijn de kranten die in de Russische zóne verschijnen, Sn be slag genomen. Dit is een gevolg van een gelijke maatregel tegen de Westelijke bladen in Oost Ber lijn. Binnenschepen in de haven van Leeuwarden. Zout van Boekelo rechtstreeks naar het Zweedse merengebied Enschedé is zeehaven. AARDAPPELMOEUEID. Telkens als ik het Zeeuwsche Landbouwblad opneem, wordt mijn blik getroffen door de ar tikelen over de aardappelmoe heid. En ge zult het met mij eens zijn, het is begrijpelijk, dat de boeren moe zijn van al die aardappels in Zeeland. Vincent van Gogh, die niet eens een Zeeuw was, maar in Brabant woonde, was er ook moe van en een van zijn schil derijen noemde hij daarom de Aardappeleters". Ge moet de gezichten zien van de mensen, die daarop aardappelen zitten te eten. Nooit' heb ik op één menselijk gelaat zoveel moe heid gepenseeld gezien. En wij zelf, hoe moe zijn xuij van de aardappelen, die wij da gelijks schillen, koken, in een schaal werpen, aan de vork prikken, in de mond stoppen, kauwen, inslikken, naar de maag laten verhuizen en ver terenom dan weer van vo ren af aan te beginnen.' In de oorlog waren de men sen niet aardappelmoe. Ze be taalden tientjes voor een mudje. Maar nu, nu het weer vrede is. 'Moe! Moe! aardappelmoe! En dan verbouwen we de aardappelen nog niet eens zelf! Maar de boeren doen dat wel en ik kan het me begrijpen, dat het Zeeuwsch Landbouwblad telkens weer artikelen heeft over de aardappelmoeheid. Ze moesten daar eens een re medie tegen verzinnen/ Hl (Van onze reizende redacteur). Het werkgebied van de Ne derlandse kustvaarders is ener zijds aan beperkingen onder hevig, anderzijds heeft het zich kunnen uitbreiden tot havens, waar de zeescheepvaart al se dert lang geheel verdwenen zou zijn ware dit scheepstype niet in onze wateren versche nen. Onderscheidene factoren bakenen het terrein af. In de eerste plaats stelt het certificaat van zeewaardigheid, dat de scheepsinspectie na goedkeuring aan deze vaartui gen verstrekt, zijn grenzen. Ge woonlijk wordt het certificaat F uitgereikt, dat de kapiteins van deze schepen verlof ver- leent de havens van de Noord zee. de Middellandse Zee en de Zwarte Zee te bevaren, be nevens de West-Afrikaanse kust tot de Groene Kaap. In het algemeen gesproken kan men zeggen, dat deze schepen niet voor Oceaanreizen goed gekeurd worden. Hiermede is ondertussen geenszins gezegd, dat z'ij niet naar hét vasteland van Amerika zouden kunnen oversteken. De vloot van Co lumbus bestond uit eenheden, die minder groot, minder hecht en waarschijnlijk ook minder zeewaardig waren. Als een bezwaar voelt de kustvaart de beperking van het certificaat overigens niet al te zeer. Want andere factoren houden haar over het algemeen binnen een nog kleiner gebied. Op de Middellandse Zee ko men de Nederlandse kustvaar ders zo goed als niet en op de Zwarte Zee helemaal niet. Evenmin zoeken zij hun vracht op de Afrikaanse kust. De Noord- en de Oostzee met aangrenzende wateren vor men hun domein. Daar vindt men ze bij de vleet op de rou tes tussen ons land en Enge land, maar ook tussen Enge land en België of Frankrijk, tussen de Scandinavische lan den en rondom de Noordzee'. Lang niet altijd varen zij van en naar een Nederlandse haven. Sommige komen in geen jaren in het vaderland terug; dat zijn de trampers in de kleine vaart. De meesten trouwens hebben geen vaste lijnen en geen vaste afvaarten. Het zijn rusteloze zoekers naar vracht, avontu riers van de zee. Hiermede zij ondertussen niets te hunnen nadele gezegd: ook de wilde vaart, hetzij groot of klein, vormt een eer lijk bestaan. KRUIMELS. In de grote havèns komen zij de kruimels van de vrach- tenmarkt bijeenvegen om daar nog enige winst uit te slaan. In de massagoederen doen zij de grote koopvaardijschepen geen concurrentie aan. al ver voeren zij dan ook wel eens graan of hout of olie. Het is altijd nog voordeliger één schip van 4000 ton naar de La Plata- rivier te zenden dan tien van 400. Als de kustvaarders dus goederen vervoeren, die tot de gebruikelijke massaproducten behoren, dan zijn het toevalli ge kleine aanbiedingen, waar van de verzending in dat be paalde geval met een groot schip niet voordelig uitviel. Maar dit soort vrachten is dan ook geen hoofdzaak. FEUILLETON 76 „Ze heeft me verzocht haar groeten over te brengen, maar ze is nog lang niet in orde „En nu helemaal alleen?" veronderstelde Reuder. „Wie zorgt er nu voor dat arme kind? Wie verpleegt haar?" „Dokter Kruger en zijn zus ter". „Kon u niets voor Beate doen tante?" .Helaas niet. Ze heeft het danig met haar zenuwen te kwaad. Daar is gewoonlijk heel wat tijd mee gemoeid. Maar ze is bij de Kruger's in goede handen, zodat ze er wel weer gauw bovenop zal zijn. En stel je voor: Mengelberg heeft Bea te zijn gehele vermogen nage laten. Ze is alleen erfgename!" Dat laatste interesseerde Fe lix Reuder niet bijzonder. Bea- te's ziekte ging hem meer ter harte. Hij moest telkens aan haar denken*. En wanneer hij 's avonds het enthousiasme van de bewonderaars van zijn film hoorde, dan schoof zich tussen hem en het publiek het bleke gelaat van een meisje, dat de trekken van Beate had. „Wees toch niet zo ver strooid", verweet Kareltje Schuch zijn vriend op zo'n avond. „Je hebt me vandaag al twee maal op m'n lakschoe nen getrapt. En laatst heb je achter de coulissen een brand weerman de hand geschud in- plaats van de directeur, die vergeefs met zijn aim stond te zwaaien. Wat is er toch eigen lijk met je aan de hand?" „Niets", bromde Reuder. in ieder geval heb je een hoofd als een zeef en bo vendien een stemming om op te schieten!" constateerde Kareltje. meer oprecht dan be leefd. „Wanneer ik je niet als een man van ijzer kende, zou ik zeggen, dat je verliefd bent". „Over mij behoef je je dien aangaande niet ongerust te ma ken", spotte Reuder goedmoe dig, „maar hoe staat het in dat opzicht met jou? Draag je die prentkaart uit de hoofdstad nog altijd op je hart?" Inderdaad was er enige dagen geleden een prentbriefkaart ge komen, die Kareltje zorgvuldig in zijn portefeuille had gebor gen, hoewel zij eigenlijk aan Felix geadresseerd was geweest. Ze was afkomstig van Irene Larsen en bevatte de gebruike lijke goede wensen voor een succesvolle tournée. Schuch gaf geen antwoord en Reudei-, die meende, dat hij ge pikeerd was> gaf hem een vriendschappelijke klap op de schouder. „Trek het je maar niet aan, ouwe jongen. Ik wou je alleen maar een beetje plagen. En ga nu maar eten. Tante Sabine wacht al op ons in het hotel. Morgen trekken we weer ver der en voorlopig zullen we wel een echt nomadenleven moeten lijden. Maar dat zal jou waar schijnlijk best bevallen: je bent altijd nogal voor afwisseling geweest". Ditmaal echter beviel Karei Schuch de afwisseling in 't ge heel niet. Hij zou veel liever in de hoofdstad en daarmee in de nabijheid van Irene zijn ge rieven. (Wordt vervolgd). HET LAND IN. Het grote voordeel van de kustvaart boven de grote is het feit, dat zij diep in het land indringt. Zij gaat de Theems op tot ver voorbij Lon den, zij kan via het Göta-kanaal de meren van Midden-Zweden bereiken, zij kan, als politieke verwikkelingen dat niet zou den beletten, tot in het hartje van Berlijn doordringen. En in ons land? Dank zij het Twente-Rijnka- naal, dat voldoende diepgang heeft voor de kustvaarders, zijn Hengelo en. Enschedé „zee"-ha- vens geworden. Datzelfde oor- recht delen thans Amerongen, Budel, Delft, Deventer, Druten, Coevorden, Drachten, Eindho ven, Gouda, 's-Gravenhage, Haarlem, Hagestein, Lochem, Maarssen, Overschie, Renkum, Roosendaal, Purmerend, Sneek, Soest, Tilburg, Woerden, Zalt- bommel, Zwolle en tientallen andere gemeenten in ons land, vaak met namen, die men nau welijks zal hebben gehoord. Alle plaatsen, die aan bevaar baar water liggen van enige meters diepte en die niet ontoe gankelijk zijn gemaakt door lage vaste bruggen, zijn be reikbaar voor de kustvaarders. Juist aan deze mogelijkheden ontlenen zij hun bestaansre den voor een groot deel. De Kon. Ned. Zoutindustrie te Boekelo bijvoorbeeld kan te genwoordig de zeeschepen „bij zich aan huis ontbieden". Kust vaarders immers, liggende in het kanaal bij de terreinen van deze fabriek, laden daar het zout voor Scandinavië en bren gen het tér plaatse, ook als dat niet direct aan de kust van Zweden of Finland is. Voorko men wordt daardoor, dat dit zout per spoor of per binnen schip naar Amsterdam of Rot terdam moet wouden gebracht om daar in een zeeschip te worden overgeladen, dat door zijn diepgang dan weer genood zaakt is in een grote haven in het land van bestemming we derom zijn vracht door te ge ven aan een kleiner schip of een spoorwagon. Dat deze wijze .van varen voordelen heeft, is duidelijk. Het is een vorm van efficiëncy. Hij kan echter alleen toegepast worden bij kleine vrachten over korte afstanden. (Nadruk verboden.) Indo-Chlna in de Nationale Vergadering- Tijdens het debat over Indo- China in de Franse nationale vergadering, heeft premier Queuille verklaard, dat Frankrijk bereid was te onder handelen met byna alle op standige elementen in Viet nam (Indo-China), behalve met de communistische Vict- minh. Het debat betrof een wets ontwerp inzake de vorming van een territoriale assem blee in Cochin-China, om uit te maken of Cochin-China zich bij Vietnam zou aansluiten. Het wetsontwerp tot vor ming van een gekozen territo riale assemblee in Cochin-Chi na, werd met 387 tegen 193 stemmen aangenomen. Fabriek uitgebrand. Vrijdagmiddag is een metaal- warenfabriek van de firma Kalbfleisch in de Govert Flinckstraat te Amsterdam vol ledig uitgebrand. De brand greep zo snel om zich heen, dat liet personeel door de ra men naar buiten moest sprin gen. De totale schade wordt geschat op 25.000 gulden. Het grootste genie, dat de wereld thans rijk is. De relativiteitstheorie. Gevat in een stralenkrans van lang, wit, golvend haar: liet gelaat van een riiusicus. Twee grote ogen, helder als bronwater en tegelijk gloeiend van een vuur dat titanenkracht achter het machtige voorhoofd verraadt. Een schuwe, kleine man, maar onbestreden het grootste g^nie, dat de wereld i thans rijk is: doctor Albert j Einstein, vandaag zeventig jaar. Na zijn studie aan de Poly technische Hogeschool te Zu rich was hij gedurende twee jaren leraar: daarna kreeg hij een betrekking aan de octrooi- raad te Bern. In 1905 promo- I veerde Einstein op- een proef- schrift, waarin een nieuwe be- paling van de afmetingen van moleculen werd gegeven. In j datzelfde jaar schreef hij ech ter ook een verhandeling: „Over de electrodynamica van bewe gende lichamen". In dit artikel, waarvan de titel op het eerste gezicht weinig schokkends doet vermoeden, werd de grondslag van de later zo vermaard gé worden relativiteitstheorie ge legd. Een Amerikaans genootschap heeft destijds een prijs van 5000 dollar uitgeloofd voor de gene, die er het best in zou slagen om het relativiteitsbegin- sel en de later aanvullende theorieën populair te beschrij ven en verklaren. De prijs is uitbetaald, maar de opzet om aldus een duidelijk populair en toch wetenschappelijk verant woord geschrift over dit moei lijke onderwerp te verkrijgen, werd niet bereikt. Einstein werd, na eerst aan de universiteiten van Bern, Zürich en Praag te hebben ge doceerd. in 1914 tot hoogleraar te Berlijn benoemd, waar hij in 1934 om zijn Joodse afkomst en mede wegens zijn protesten Commissie voor Lager Nijverheidsonderwijs. Bij beschikking van de mi nister van onderwijs, kunsten en wetenschappen is ingesteld een commissie voor het lager nijverheidsonderwijs voor jon gens, aan welk o.a. wórdt op gedragen: het doen van voor stellen met betrekking tot de uitvoering van het aan de ambachtsschool te verbinden voorbereidende leerjaar. Het geven van richtlijnen voor de scholing en herscholing van de leraren, die reeds bij het nijverheidsonderwijs werkzaam zijn en het ontwerpen van leer- Elannen voor de 2-jarige am_ achtsschool en voor de ny- verheidsavondscholen. PROF. EINSTEIN. tegen de vervolging van zijn rasgenoten uit zijn ambt werd ontzet. Na dien vertoeft Ein stein in Amerika, waar hij als de grootste en geniaalste onder de thans levenden wordt ge- eerd en voortdurend het cen trum is van de hele weten schappelijke wereld. In 1921 ontving Einstein de Nobelprijs. Het is waarschijn lijk onnodig nog te vermelden dat hem bovendien nog een onnoemlijk groot aantal eredoc toraten en andere hoge onder scheidingen zijn aangeboden. UIT DE PERS Etagebouw te Vlissingen. „GOED WONEN" BOUWT 3-HOOG. In Nederland moeten wy de lucht in, zei onlangs de di recteur van Jiet Nationale Plan, ir. F. Bakker Schut en hij bedoelde vanzelfsprekend niet, dat ons land met z\jn bewoners Van Speyk achterna, moest. Neen, ir. Bakker Schut had het oog op dc woningbouw, die in deze na oorlogse jaren in het middelpunt van de belangstelling staat. Overal zijn in het afgelo pen jaar grote complexen wo ningwetwoningen gebouwd en, bijna elke stad en elk dorp heeft nieuwe woonwijken ge kregen. Dat heeft veel teveel cultuurgrond gekost en wan neer het op deze manier doorgaat dan wordt Neder land op de duur één groot huizenblok zonder cultuur grond. Daarom de lucht in! Nederland moet" étagewonin gen bouwen! Wij kennen ze reeds in de grote steden: grote' op elkaar gestapelde massa's, dikwy'ls een allesbe halve aanlokkelijk beeld. Toch zal men ook in Zeeland, spe ciaal in de steden, daar aan moeten wennen. GEEN WOONKAZERNE. Dat het echter geen grote woonkazernes behoeven te worden kan men thans in Vlissingen zien, waar men bezig is met de bouw van 27 étagewoningen. „Hoogbouw" zeggen de vakmensen. Zo heel erg hoog wordt die bouw ech ter niet. Er komen drie éta ges met één gemeenschappe lijk trapportaal voor elke 6 woningen. Dit portaal is ruim en wordt door een groot raam van boven naar beneden goed verlicht. Elke woning heeft vier kamers, een keuken, een wasgelegenheid en een dou checel. Het moet worden ge zegd, dat de ontwerpers met de ruimte hebben gewoekerd. Men heeft deze woningen heel practisch ingericht. Elke ka mer heeft een ruime kast, zodat er geen gebrek aan bergruimte is. Bovendien heeft elke woning een schuurtje op de begane grond. Deze étage woningen maken een voor treffelijke Indruk. Men heeft allerminst het idee opgesloten te zitten in één of andere grote kazerne. Integendeel, door de manier, waarop bij deze bouw gebruik gemaakt is van de mogelijkheden om licht en lucht in de huizen te brengen, krijgt men de in druk van een prettig bewoon baar huis. DE OMGEVING. In dc omgeving van dc éta- gebouw heerst ook een druk ke bouwbedrijvigheid. In to taal worden er hier (hoog bouw inbegrepen) niet minder dan 139 woningen gezet, waarvan sommige reeds zijn bewoond.' Het is nog niet zo geheel lang geleden, dat in de directiekeet door vele geno digden, onder wie burgemees ter en wethouders .van Vlis singen een oorkonde werd ge tekend, waarin de eerste steenlegging van deze 139 wo ningen was beschreven. Het ontwerp van dit grote com plex is gemaakt door dc ar chitect M. Vrijenhoek, de in 1947 overleden wethouder van openbare werken van 's.Gra- venhage, die zo heei veel voor de Vlissingse woningbouwver eniging „Goed Wonen" heeft gedaan. Na zijn dood werd het werk voortgezet door de heer A. Hooft Jr., die daarbij werd geassisteerd door het architectenbureau Ir. v. d. Erve en M. Zwaagstra. VOLKSLEGER De Leeuwarder Courant vestigt in een hoofdartikel de aandacht op de lezingen, welke in opdracht van het departement, van oorlog op middelbare scholen worden ge houden door beroepsoffieiefen ten einde de rijpere jeugd beter voor te lichten. Wij ontlenen hieraan: „Luitenant-generaal Kruis, die de lezingen in Den Haag heeft, in gezet, probeert het gelijk hij steeds na de oorlog heeft gedaan met het nieuwe element:- hot, begrip ..volksleger". Onze krijgs macht moet inede in verband met de gewijzigde positie van ons land in het geheel beschouwd worden als het bewapende deel van het Nederlandse volk. JZe moet eigendom van dat volk zijn, zo betoogt hij steeds. Het is duidelijk, dat wanneer men dit begrip ingang wil doen vinden, een lange en moeizame weg moet worden afgelegd. En dat hierbij van de voorlichting. de legerautoriteiten en 'n feite van alle officieren een grote mate van paedagogisch en zielkundig in zicht wordt gevraagd. Het valt te betwijfelen of men dit vin nen zal kunnen eisen. De instellinte genover het leven van een be roepsofficier en die van een bur ger, die zijn ipilitaire plicht moet vervullen, lopen sterk uiteen. Uit. de practijk weten we allen, dat de levenssfeer van een beroepsmi litair hem verwijdert van het „ge wone leven". Sommigen van hen voelen zelfs niet meer welke in nerlijke weerstanden ze oproepen, wanneer ze voor de radio der strijkrachten de oorlog heel opge wekt als „vak" als „ambacht" be handelen. Het is hun niet kwalijk te nemen hun geest moet ge richt zijn op de practijk maar wanneer ze gaan voorlichten met. het bovenomschreven doel, dan zullen ze toch óók de gevoels waarde moeten onderkennen van de militaire dienst als noodzake lijk kwaad Dus een kwaad. Zó begrijpen de meeste Nederlanders het en aan dat kwaad kunnen ze geen vreugde beleven. De beste wijze, waarop men dat noodzakelijke nog een positieve inhoud kan geven is. het begrip levendig te houden, dat we door samenwerking in internationaal verband, door een zich gemeen- schapplijk stérk maken, het kwaad misschien kunnen tegenhouden, en zo niet. dat we dan 'gemeen schappelijk datgene kunnen ver dedigen, d?t levende waarde voor ons heeft. Wanneer het idee der verbondenheid met een gelijkge zinde wereld ook werkelijk door dringt, krijgt de zaak een ander aspect, dat bovendien een ver weermiddel vormt tegen het on bewuste defaitisme. voortsprui tend uit de zwakheid onzer krachten. Aan het slot van dit artikel wordt nog een opmerking ge maakt over de wijze, waarop dc chef van de marinestaf, vice-ad miraal jhr. E. J. van Holthe. voor het eontaetcentruum op voorlich- tingsgebied sprak: „Nederland mag zich. bij een beoordeling van de taak der ma rine. nimmer laten verleiden door de schone leuzen van de Verenigde Naties, want het hemd is nog altijd nader dan de rok". We kennen allen de tekortko mingen van de Verenigde Naties schrijft de Leeuwarder Courant, en we hebben allen zo ons eigen idee over de grote belangen in de wereld (ook binnen de Atlantische alliantie!) en tóch beseffen we. dat we het zonder het ideële stre ven niet kunnen stellen. En dat het moreel van onze strijdmacht slechts langs de weg der „schone leuzen" kan worden verhoogd. Neen, de voorlichting tussen de afzonderlijke delen van onze strijdkrachten zal in elk geval be ter gecoördineerd moeten worden. En ze zal al klinkt het erg tegenstrijdig niet van de „mili taire geest" doortrokken moeten zijn. Omdat die voor de doorsnee Nederlander nu eenmaal geen in houd heeft Toch worden er al pogingen aangewend om onze jeugd daarvan te doordringen, wat ons bedenkelijk toeschijnt. Wc ge loven. dat langs de weg van het gezonde verstand en van een goed begrip van de situatie van Neder land in het internationale kader en met inachtneming van de Nederlandse mentaliteit dc Ne derlandse jeugd gebracht kan worden niet tot enthousiasme, maar tot een bewust aanvaarden. Het plichtsbesef zal ec ntet mirt» der om zQn.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1949 | | pagina 5