T
In Italië leven nog holbewoners
Kustvaart verovert vrachten
over korte afstanden
Zeeuwse Almanak
ante Sabine
grijpt in MARIA SAWERSKY
STEMMEN
Vlissingen
krijgt étage-woningen
TWEEDE BLAD
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
MAANDAG U MAART 1949
Zij wensen geen lotsverbetering
Een priiflitief romantisch volkje.
(Van onze correspondent).
Milaan, Maart De Italiaanse communisten schermen
ginds enige tijd met het feit, dat er in Italië nog enkele hon
derdduizenden mensen in holen zouden wonen en een leven
leiden als voor de zondvloed. Zjj beschouwen het als hun
taak om deze ongeulkkigen van de algehele ondergang te
redden en hun een menswaardig bestaan te verschaffen.
De communisten bedoelen
echter niet deze kx-otbewoners,
maar het merkwaardige volkje
in Matera in Zuid-Italië, dat
inderdaad nog in holen huist
gelijk de mensen in de voorwe
reld. Het eigenaardige ervan
is, dat deze mensen zich vol
slagen gelukkig voelen én naar
geen ander leven verlangen.
Wie een poosje in Matera is
geweest, en het leven daar van
dichtbij heeft kunnen gade
slaan, raakt onwillekeurig on
der de vreemde bekoring, die
van deze spelonkeiyiitgaat. Wie
nog ontvankelijk is voor een
zekere romantiek, die in
ons tijdperk van de atoombom
gaandeweg zoek raakt, zal hier
ongetwijfeld voldoende voed
sel vinden voor zijn dromen
van een verleden, dat ver ach
ter ons ligt, maar dat in onze
fantasie beter en gelukkiger
is dan ons heden.
De spelonken van Matera zijn
bij honderden naast elkaar en
boven elkaar die in de berg ge
graven zijn. Er is voldoende ven
tilatie, ook de verwarming is
best. Overal stijgt rook uit de
berg, uit tal van schoorstenen.
Naar waterleidingen of sanitai
re installaties hoeft men ech
ter niet te zoeken, want die zijn
er niet. D.t is echter niets bij
zonders, want in Italië zijn er
nog tal van dorpen en kleine
steden, waar men dergelijke
„nieuwerwetse" dingen nog in
het geheel niet kent. De holen-
mensen van Matera vinden het
ook gezelliger om samen met
hun huisdieren in een vertrek
te wonen en te slapen, iets wat
bijvoorbeeld ook de gewoonte
van de Albanese boeren is.
In principe leven deze men
sen nog precies eender als hun
voorvaderen, tienduizenden ja
ren geleden. Zij leiden een zor
geloos bestaan en al maken de
Italiaanse communisten nog zo
veel propaganda onder deze
holenbewoners, zij denken er
niet over om hun knusse spe
lonken te verlaten en in mo
derne huizen te gaan wonen.
Zij zijn zodanig met de natuur
vergroeid en verknocht aan de
bizarre romantiek van hun sta-
vistisch bestaan ,dat zij voor de
zoetkwetende lokstem van Tog-
liatti's volgelingen geheel on
gevoelig zijn.
CULTUUR-HISTORISCH
MUSEUM.
Zij leven nu nog in de geest
van de oud-mediterraanse over
levering, de traditie van een
lang verdwenen, oeroude cul
tuur, die eehs in de landen van
de Middellandse Zee in bloei
stond en geen verschil kende
tussen het Zuiden van Italië
en het Noorden van Afrika.
Zij kunnen lezen noch schrij
ven, maar zij missen daarmede
in het geheel niets, omdat zij
met het soort mensen, die der
gelijke vaardigheden noodzake
lijk en voor het leven onmis
baar achten, vrijwel geen om
gang hebben. Dé Italiaanse mi
nister van Onderwijs, die aan
vankelijk allerlei pogingen in
het werk gesteld had om het
volkje van Matera tot betere
inzichten te brengen, acht het
nu verstandiger om het met
rust te laten. De holenmensen
zijn nu eenmaal een eigenaar
dig en. als men van de in de
spelonken van Granada huizen
de zigeuners wil afzien, uniek
verschijnsel in Europa. Zij vor
men een soort cultuurhistorisch
museum, dat als door een gril
van de natuur tot in onze da
gen behouden is gebleven.
NIET TE „VERBETEREN".
De holbewoners hebben hun
eigen, enigszins avontuurlijk
aandoende godsdienst, waar zij
fanatiek en onwrikbaar aan
vasthouden en die hun leven
een bijzondere en intense kleur
geeft. Hun bestaan als ken
merk van de „achterlijkheid"
van het Italiaanse volk te be
schouwen, zou volslagen dwaas
heid zijn. De propaganda van
de Italiaanse communisten is
dan ook met opzet misleidend.
De mensen van Matera leven
in hun eigen besloten kring en
trekken zich van de buitenwe
reld niets aan. Ook Mussolini
trachtte eens in te grijpen. Hij
gelastte de fascistische politie
de spelonken te sluiten en de
holbewoners elders onder te
brengen. Toen geraakte dit an
ders zo vredelievende volkje
in opstand, zodat er niets an
ders opzat dan het ongemoeid
te laten.
(Nadruk verboden).
Geen „nieuwe spelling"
in Engeland.
In het Britse Lagerhuis is een
wetsontwerp ter vereenvoudiging
van de spelling van het Engels
met 87 tegen 84 stemmen verwor
pen.
Volgens het ontwerp, ingediend
door het Labour-lid dr. Mont Fol-
lick, een taalgeleerde, zou een
commissie worden feigesteld voor
het invoeren van „rationele" spel
ling.
De minister van onderwijs. Tom-
linson, verzette zich namens de
regering tegen het ontwerp. Hij
zeide. dat er geen sprake van was,
dat Engeland zijn spelling zou ver
anderen. indien niet bleek, dat re
geringen van andere Engels spre
kende landen overeenkomstig zou
den handelen.
Zai de „luchtbrug"
jaren duren
Het hoofdkwartier van de Ame
rikaanse luchtmacht te Wiesbaden
heeft volgens het. Duitse persbu
reau D.P.D. te kennen gegeven,
dat het voornemens is personeel
en materiaal uit de Ver. Staten te
doen komen om een voortzetting
van de luchtbrug gedurende ver
schillende jaren mogelijk te ma
ken.
Uit gewoonlijk betrouwbare bron
verneemt Keuter dat nog vóór 't
einde van deze maand de West-
Duitse Mark het enige wettigeó
betaalmiddel zal worden in de
Westelijke sectoren van Berlijn.
„Tegen-revolutie" in
scène gezet.
Sir Robert Bruce Lockhart,
die onlangs door een Tsjecho-
slowaaks hof „een agent van
de Britse geheime dienst"
werd genoemd, heeft Vrijdag
avond in een radio-uitzending
te Londen een waarschuwing
gericht tot anti-communisti
sche Tsjecho-Slowaken, op
hun hoede te zijn voor een
spoedig te verwachten „tegen-
revolutie, die geënsceneerd
zou worden om hen in de val
te laten lopen en hun ware
gevoelens te onthullen. In een
dooi* sir Robert voorgelezen
boodschap van de anti-commu
nistische „inlichtingendienst"
van vrij Tsjechb-Slowakrje",
wordt beweerd, dat agenten
van de Kominform in Tsjecho-
Slowakije een 'geënsceneerde
tegen-revolutie voorbereiden.
„Inbreker" onder bed.
Vorige week ontvluchtte uit
een opvoedingsgesticht tc
Amersfoort een 18-jarige
knaap, die naar Rotterdam
„lifte" en daarna met geleend
geld zijn zwerftocht voortzet
te. In Den Haag zag hij er
gens een deur openstaan en
hij ging naar binnen. Uit bu
reaux stal hij 126, maar
toen hij de laatste kamer on
derzocht. hoorde hij. iemand
binnenkomen. Hij kroop onder
het bed, maar dc kamerbe
woner trok hem er onder
vandaan en leverde hem over
aan de politie.
In de Westelijke zóne van
Berlijn zijn de kranten die in de
Russische zóne verschijnen, Sn be
slag genomen. Dit is een gevolg
van een gelijke maatregel tegen
de Westelijke bladen in Oost Ber
lijn.
Binnenschepen in de haven van Leeuwarden.
Zout van Boekelo rechtstreeks naar
het Zweedse merengebied
Enschedé is zeehaven.
AARDAPPELMOEUEID.
Telkens als ik het Zeeuwsche
Landbouwblad opneem, wordt
mijn blik getroffen door de ar
tikelen over de aardappelmoe
heid. En ge zult het met mij
eens zijn, het is begrijpelijk, dat
de boeren moe zijn van al die
aardappels in Zeeland.
Vincent van Gogh, die niet
eens een Zeeuw was, maar in
Brabant woonde, was er ook
moe van en een van zijn schil
derijen noemde hij daarom de
Aardappeleters". Ge moet de
gezichten zien van de mensen,
die daarop aardappelen zitten
te eten. Nooit' heb ik op één
menselijk gelaat zoveel moe
heid gepenseeld gezien.
En wij zelf, hoe moe zijn xuij
van de aardappelen, die wij da
gelijks schillen, koken, in een
schaal werpen, aan de vork
prikken, in de mond stoppen,
kauwen, inslikken, naar de
maag laten verhuizen en ver
terenom dan weer van vo
ren af aan te beginnen.'
In de oorlog waren de men
sen niet aardappelmoe. Ze be
taalden tientjes voor een mudje.
Maar nu, nu het weer vrede is.
'Moe! Moe! aardappelmoe!
En dan verbouwen we de
aardappelen nog niet eens zelf!
Maar de boeren doen dat wel
en ik kan het me begrijpen, dat
het Zeeuwsch Landbouwblad
telkens weer artikelen heeft
over de aardappelmoeheid.
Ze moesten daar eens een re
medie tegen verzinnen/
Hl
(Van onze reizende redacteur).
Het werkgebied van de Ne
derlandse kustvaarders is ener
zijds aan beperkingen onder
hevig, anderzijds heeft het zich
kunnen uitbreiden tot havens,
waar de zeescheepvaart al se
dert lang geheel verdwenen
zou zijn ware dit scheepstype
niet in onze wateren versche
nen. Onderscheidene factoren
bakenen het terrein af.
In de eerste plaats stelt het
certificaat van zeewaardigheid,
dat de scheepsinspectie na
goedkeuring aan deze vaartui
gen verstrekt, zijn grenzen. Ge
woonlijk wordt het certificaat
F uitgereikt, dat de kapiteins
van deze schepen verlof ver-
leent de havens van de Noord
zee. de Middellandse Zee en
de Zwarte Zee te bevaren, be
nevens de West-Afrikaanse
kust tot de Groene Kaap. In
het algemeen gesproken kan
men zeggen, dat deze schepen
niet voor Oceaanreizen goed
gekeurd worden. Hiermede is
ondertussen geenszins gezegd,
dat z'ij niet naar hét vasteland
van Amerika zouden kunnen
oversteken. De vloot van Co
lumbus bestond uit eenheden,
die minder groot, minder hecht
en waarschijnlijk ook minder
zeewaardig waren.
Als een bezwaar voelt de
kustvaart de beperking van het
certificaat overigens niet al te
zeer. Want andere factoren
houden haar over het algemeen
binnen een nog kleiner gebied.
Op de Middellandse Zee ko
men de Nederlandse kustvaar
ders zo goed als niet en op de
Zwarte Zee helemaal niet.
Evenmin zoeken zij hun vracht
op de Afrikaanse kust.
De Noord- en de Oostzee
met aangrenzende wateren vor
men hun domein. Daar vindt
men ze bij de vleet op de rou
tes tussen ons land en Enge
land, maar ook tussen Enge
land en België of Frankrijk,
tussen de Scandinavische lan
den en rondom de Noordzee'.
Lang niet altijd varen zij van
en naar een Nederlandse haven.
Sommige komen in geen jaren
in het vaderland terug; dat
zijn de trampers in de kleine
vaart.
De meesten trouwens hebben
geen vaste lijnen en geen vaste
afvaarten. Het zijn rusteloze
zoekers naar vracht, avontu
riers van de zee.
Hiermede zij ondertussen
niets te hunnen nadele gezegd:
ook de wilde vaart, hetzij
groot of klein, vormt een eer
lijk bestaan.
KRUIMELS.
In de grote havèns komen
zij de kruimels van de vrach-
tenmarkt bijeenvegen om daar
nog enige winst uit te slaan.
In de massagoederen doen zij
de grote koopvaardijschepen
geen concurrentie aan. al ver
voeren zij dan ook wel eens
graan of hout of olie. Het is
altijd nog voordeliger één schip
van 4000 ton naar de La Plata-
rivier te zenden dan tien van
400. Als de kustvaarders dus
goederen vervoeren, die tot de
gebruikelijke massaproducten
behoren, dan zijn het toevalli
ge kleine aanbiedingen, waar
van de verzending in dat be
paalde geval met een groot
schip niet voordelig uitviel.
Maar dit soort vrachten is dan
ook geen hoofdzaak.
FEUILLETON
76
„Ze heeft me verzocht haar
groeten over te brengen, maar
ze is nog lang niet in orde
„En nu helemaal alleen?"
veronderstelde Reuder. „Wie
zorgt er nu voor dat arme
kind? Wie verpleegt haar?"
„Dokter Kruger en zijn zus
ter".
„Kon u niets voor Beate
doen tante?"
.Helaas niet. Ze heeft het
danig met haar zenuwen te
kwaad. Daar is gewoonlijk heel
wat tijd mee gemoeid. Maar
ze is bij de Kruger's in goede
handen, zodat ze er wel weer
gauw bovenop zal zijn. En stel
je voor: Mengelberg heeft Bea
te zijn gehele vermogen nage
laten. Ze is alleen erfgename!"
Dat laatste interesseerde Fe
lix Reuder niet bijzonder. Bea-
te's ziekte ging hem meer ter
harte. Hij moest telkens aan
haar denken*. En wanneer hij
's avonds het enthousiasme van
de bewonderaars van zijn film
hoorde, dan schoof zich tussen
hem en het publiek het bleke
gelaat van een meisje, dat de
trekken van Beate had.
„Wees toch niet zo ver
strooid", verweet Kareltje
Schuch zijn vriend op zo'n
avond. „Je hebt me vandaag
al twee maal op m'n lakschoe
nen getrapt. En laatst heb je
achter de coulissen een brand
weerman de hand geschud in-
plaats van de directeur, die
vergeefs met zijn aim stond te
zwaaien. Wat is er toch eigen
lijk met je aan de hand?"
„Niets", bromde Reuder.
in ieder geval heb je
een hoofd als een zeef en bo
vendien een stemming om
op te schieten!" constateerde
Kareltje. meer oprecht dan be
leefd. „Wanneer ik je niet als
een man van ijzer kende, zou
ik zeggen, dat je verliefd bent".
„Over mij behoef je je dien
aangaande niet ongerust te ma
ken", spotte Reuder goedmoe
dig, „maar hoe staat het in dat
opzicht met jou? Draag je die
prentkaart uit de hoofdstad
nog altijd op je hart?"
Inderdaad was er enige dagen
geleden een prentbriefkaart ge
komen, die Kareltje zorgvuldig
in zijn portefeuille had gebor
gen, hoewel zij eigenlijk aan
Felix geadresseerd was geweest.
Ze was afkomstig van Irene
Larsen en bevatte de gebruike
lijke goede wensen voor een
succesvolle tournée.
Schuch gaf geen antwoord en
Reudei-, die meende, dat hij ge
pikeerd was> gaf hem een
vriendschappelijke klap op de
schouder.
„Trek het je maar niet aan,
ouwe jongen. Ik wou je alleen
maar een beetje plagen. En ga
nu maar eten. Tante Sabine
wacht al op ons in het hotel.
Morgen trekken we weer ver
der en voorlopig zullen we wel
een echt nomadenleven moeten
lijden. Maar dat zal jou waar
schijnlijk best bevallen: je bent
altijd nogal voor afwisseling
geweest".
Ditmaal echter beviel Karei
Schuch de afwisseling in 't ge
heel niet. Hij zou veel liever
in de hoofdstad en daarmee in
de nabijheid van Irene zijn ge
rieven. (Wordt vervolgd).
HET LAND IN.
Het grote voordeel van de
kustvaart boven de grote is
het feit, dat zij diep in het
land indringt. Zij gaat de
Theems op tot ver voorbij Lon
den, zij kan via het Göta-kanaal
de meren van Midden-Zweden
bereiken, zij kan, als politieke
verwikkelingen dat niet zou
den beletten, tot in het hartje
van Berlijn doordringen.
En in ons land?
Dank zij het Twente-Rijnka-
naal, dat voldoende diepgang
heeft voor de kustvaarders, zijn
Hengelo en. Enschedé „zee"-ha-
vens geworden. Datzelfde oor-
recht delen thans Amerongen,
Budel, Delft, Deventer, Druten,
Coevorden, Drachten, Eindho
ven, Gouda, 's-Gravenhage,
Haarlem, Hagestein, Lochem,
Maarssen, Overschie, Renkum,
Roosendaal, Purmerend, Sneek,
Soest, Tilburg, Woerden, Zalt-
bommel, Zwolle en tientallen
andere gemeenten in ons land,
vaak met namen, die men nau
welijks zal hebben gehoord.
Alle plaatsen, die aan bevaar
baar water liggen van enige
meters diepte en die niet ontoe
gankelijk zijn gemaakt door
lage vaste bruggen, zijn be
reikbaar voor de kustvaarders.
Juist aan deze mogelijkheden
ontlenen zij hun bestaansre
den voor een groot deel. De
Kon. Ned. Zoutindustrie te
Boekelo bijvoorbeeld kan te
genwoordig de zeeschepen „bij
zich aan huis ontbieden". Kust
vaarders immers, liggende in
het kanaal bij de terreinen van
deze fabriek, laden daar het
zout voor Scandinavië en bren
gen het tér plaatse, ook als dat
niet direct aan de kust van
Zweden of Finland is. Voorko
men wordt daardoor, dat dit
zout per spoor of per binnen
schip naar Amsterdam of Rot
terdam moet wouden gebracht
om daar in een zeeschip te
worden overgeladen, dat door
zijn diepgang dan weer genood
zaakt is in een grote haven in
het land van bestemming we
derom zijn vracht door te ge
ven aan een kleiner schip of
een spoorwagon.
Dat deze wijze .van varen
voordelen heeft, is duidelijk.
Het is een vorm van efficiëncy.
Hij kan echter alleen toegepast
worden bij kleine vrachten
over korte afstanden.
(Nadruk verboden.)
Indo-Chlna in de
Nationale Vergadering-
Tijdens het debat over Indo-
China in de Franse nationale
vergadering, heeft premier
Queuille verklaard, dat
Frankrijk bereid was te onder
handelen met byna alle op
standige elementen in Viet
nam (Indo-China), behalve
met de communistische Vict-
minh.
Het debat betrof een wets
ontwerp inzake de vorming
van een territoriale assem
blee in Cochin-China, om uit te
maken of Cochin-China zich
bij Vietnam zou aansluiten.
Het wetsontwerp tot vor
ming van een gekozen territo
riale assemblee in Cochin-Chi
na, werd met 387 tegen 193
stemmen aangenomen.
Fabriek uitgebrand.
Vrijdagmiddag is een metaal-
warenfabriek van de firma
Kalbfleisch in de Govert
Flinckstraat te Amsterdam vol
ledig uitgebrand. De brand
greep zo snel om zich heen,
dat liet personeel door de ra
men naar buiten moest sprin
gen. De totale schade wordt
geschat op 25.000 gulden.
Het grootste genie, dat de wereld thans rijk is.
De relativiteitstheorie.
Gevat in een stralenkrans
van lang, wit, golvend haar:
liet gelaat van een riiusicus.
Twee grote ogen, helder als
bronwater en tegelijk gloeiend
van een vuur dat titanenkracht
achter het machtige voorhoofd
verraadt. Een schuwe, kleine
man, maar onbestreden het
grootste g^nie, dat de wereld i
thans rijk is: doctor Albert j
Einstein, vandaag zeventig jaar.
Na zijn studie aan de Poly
technische Hogeschool te Zu
rich was hij gedurende twee
jaren leraar: daarna kreeg hij
een betrekking aan de octrooi-
raad te Bern. In 1905 promo- I
veerde Einstein op- een proef-
schrift, waarin een nieuwe be-
paling van de afmetingen van
moleculen werd gegeven. In j
datzelfde jaar schreef hij ech
ter ook een verhandeling: „Over
de electrodynamica van bewe
gende lichamen". In dit artikel,
waarvan de titel op het eerste
gezicht weinig schokkends doet
vermoeden, werd de grondslag
van de later zo vermaard gé
worden relativiteitstheorie ge
legd.
Een Amerikaans genootschap
heeft destijds een prijs van
5000 dollar uitgeloofd voor de
gene, die er het best in zou
slagen om het relativiteitsbegin-
sel en de later aanvullende
theorieën populair te beschrij
ven en verklaren. De prijs is
uitbetaald, maar de opzet om
aldus een duidelijk populair en
toch wetenschappelijk verant
woord geschrift over dit moei
lijke onderwerp te verkrijgen,
werd niet bereikt.
Einstein werd, na eerst aan
de universiteiten van Bern,
Zürich en Praag te hebben ge
doceerd. in 1914 tot hoogleraar
te Berlijn benoemd, waar hij
in 1934 om zijn Joodse afkomst
en mede wegens zijn protesten
Commissie voor Lager
Nijverheidsonderwijs.
Bij beschikking van de mi
nister van onderwijs, kunsten
en wetenschappen is ingesteld
een commissie voor het lager
nijverheidsonderwijs voor jon
gens, aan welk o.a. wórdt op
gedragen: het doen van voor
stellen met betrekking tot de
uitvoering van het aan de
ambachtsschool te verbinden
voorbereidende leerjaar. Het
geven van richtlijnen voor de
scholing en herscholing van
de leraren, die reeds bij het
nijverheidsonderwijs werkzaam
zijn en het ontwerpen van leer-
Elannen voor de 2-jarige am_
achtsschool en voor de ny-
verheidsavondscholen.
PROF. EINSTEIN.
tegen de vervolging van zijn
rasgenoten uit zijn ambt werd
ontzet. Na dien vertoeft Ein
stein in Amerika, waar hij als
de grootste en geniaalste onder
de thans levenden wordt ge-
eerd en voortdurend het cen
trum is van de hele weten
schappelijke wereld.
In 1921 ontving Einstein de
Nobelprijs. Het is waarschijn
lijk onnodig nog te vermelden
dat hem bovendien nog een
onnoemlijk groot aantal eredoc
toraten en andere hoge onder
scheidingen zijn aangeboden.
UIT DE PERS
Etagebouw te Vlissingen.
„GOED WONEN" BOUWT 3-HOOG.
In Nederland moeten wy de lucht in, zei onlangs de di
recteur van Jiet Nationale Plan, ir. F. Bakker Schut en
hij bedoelde vanzelfsprekend niet, dat ons land met z\jn
bewoners Van Speyk achterna, moest. Neen, ir. Bakker
Schut had het oog op dc woningbouw, die in deze na
oorlogse jaren in het middelpunt van de belangstelling
staat.
Overal zijn in het afgelo
pen jaar grote complexen wo
ningwetwoningen gebouwd en,
bijna elke stad en elk dorp
heeft nieuwe woonwijken ge
kregen. Dat heeft veel teveel
cultuurgrond gekost en wan
neer het op deze manier
doorgaat dan wordt Neder
land op de duur één groot
huizenblok zonder cultuur
grond. Daarom de lucht in!
Nederland moet" étagewonin
gen bouwen! Wij kennen ze
reeds in de grote steden:
grote' op elkaar gestapelde
massa's, dikwy'ls een allesbe
halve aanlokkelijk beeld. Toch
zal men ook in Zeeland, spe
ciaal in de steden, daar
aan moeten wennen.
GEEN WOONKAZERNE.
Dat het echter geen grote
woonkazernes behoeven te
worden kan men thans in
Vlissingen zien, waar men
bezig is met de bouw van 27
étagewoningen. „Hoogbouw"
zeggen de vakmensen. Zo heel
erg hoog wordt die bouw ech
ter niet. Er komen drie éta
ges met één gemeenschappe
lijk trapportaal voor elke 6
woningen. Dit portaal is ruim
en wordt door een groot raam
van boven naar beneden goed
verlicht. Elke woning heeft
vier kamers, een keuken, een
wasgelegenheid en een dou
checel. Het moet worden ge
zegd, dat de ontwerpers met
de ruimte hebben gewoekerd.
Men heeft deze woningen heel
practisch ingericht. Elke ka
mer heeft een ruime kast,
zodat er geen gebrek aan
bergruimte is. Bovendien heeft
elke woning een schuurtje op
de begane grond. Deze étage
woningen maken een voor
treffelijke Indruk. Men heeft
allerminst het idee opgesloten
te zitten in één of andere
grote kazerne. Integendeel,
door de manier, waarop bij
deze bouw gebruik gemaakt
is van de mogelijkheden om
licht en lucht in de huizen
te brengen, krijgt men de in
druk van een prettig bewoon
baar huis.
DE OMGEVING.
In dc omgeving van dc éta-
gebouw heerst ook een druk
ke bouwbedrijvigheid. In to
taal worden er hier (hoog
bouw inbegrepen) niet minder
dan 139 woningen gezet,
waarvan sommige reeds zijn
bewoond.' Het is nog niet zo
geheel lang geleden, dat in de
directiekeet door vele geno
digden, onder wie burgemees
ter en wethouders .van Vlis
singen een oorkonde werd ge
tekend, waarin de eerste
steenlegging van deze 139 wo
ningen was beschreven. Het
ontwerp van dit grote com
plex is gemaakt door dc ar
chitect M. Vrijenhoek, de in
1947 overleden wethouder van
openbare werken van 's.Gra-
venhage, die zo heei veel voor
de Vlissingse woningbouwver
eniging „Goed Wonen" heeft
gedaan. Na zijn dood werd
het werk voortgezet door de
heer A. Hooft Jr., die daarbij
werd geassisteerd door het
architectenbureau Ir. v. d.
Erve en M. Zwaagstra.
VOLKSLEGER
De Leeuwarder Courant vestigt
in een hoofdartikel de aandacht
op de lezingen, welke in opdracht
van het departement, van oorlog
op middelbare scholen worden ge
houden door beroepsoffieiefen ten
einde de rijpere jeugd beter voor
te lichten. Wij ontlenen hieraan:
„Luitenant-generaal Kruis, die
de lezingen in Den Haag heeft, in
gezet, probeert het gelijk hij
steeds na de oorlog heeft gedaan
met het nieuwe element:- hot,
begrip ..volksleger". Onze krijgs
macht moet inede in verband
met de gewijzigde positie van ons
land in het geheel beschouwd
worden als het bewapende deel
van het Nederlandse volk. JZe
moet eigendom van dat volk zijn,
zo betoogt hij steeds.
Het is duidelijk, dat wanneer
men dit begrip ingang wil doen
vinden, een lange en moeizame
weg moet worden afgelegd. En dat
hierbij van de voorlichting. de
legerautoriteiten en 'n feite van
alle officieren een grote mate van
paedagogisch en zielkundig in
zicht wordt gevraagd. Het valt te
betwijfelen of men dit vin nen
zal kunnen eisen. De instellinte
genover het leven van een be
roepsofficier en die van een bur
ger, die zijn ipilitaire plicht moet
vervullen, lopen sterk uiteen. Uit.
de practijk weten we allen, dat
de levenssfeer van een beroepsmi
litair hem verwijdert van het „ge
wone leven". Sommigen van hen
voelen zelfs niet meer welke in
nerlijke weerstanden ze oproepen,
wanneer ze voor de radio der
strijkrachten de oorlog heel opge
wekt als „vak" als „ambacht" be
handelen. Het is hun niet kwalijk
te nemen hun geest moet ge
richt zijn op de practijk maar
wanneer ze gaan voorlichten met.
het bovenomschreven doel, dan
zullen ze toch óók de gevoels
waarde moeten onderkennen van
de militaire dienst als noodzake
lijk kwaad Dus een kwaad. Zó
begrijpen de meeste Nederlanders
het en aan dat kwaad kunnen ze
geen vreugde beleven.
De beste wijze, waarop men dat
noodzakelijke nog een positieve
inhoud kan geven is. het begrip
levendig te houden, dat we door
samenwerking in internationaal
verband, door een zich gemeen-
schapplijk stérk maken, het kwaad
misschien kunnen tegenhouden,
en zo niet. dat we dan 'gemeen
schappelijk datgene kunnen ver
dedigen, d?t levende waarde voor
ons heeft. Wanneer het idee der
verbondenheid met een gelijkge
zinde wereld ook werkelijk door
dringt, krijgt de zaak een ander
aspect, dat bovendien een ver
weermiddel vormt tegen het on
bewuste defaitisme. voortsprui
tend uit de zwakheid onzer
krachten.
Aan het slot van dit artikel
wordt nog een opmerking ge
maakt over de wijze, waarop dc
chef van de marinestaf, vice-ad
miraal jhr. E. J. van Holthe. voor
het eontaetcentruum op voorlich-
tingsgebied sprak:
„Nederland mag zich. bij een
beoordeling van de taak der ma
rine. nimmer laten verleiden
door de schone leuzen van de
Verenigde Naties, want het
hemd is nog altijd nader dan de
rok".
We kennen allen de tekortko
mingen van de Verenigde Naties
schrijft de Leeuwarder Courant,
en we hebben allen zo ons eigen
idee over de grote belangen in de
wereld (ook binnen de Atlantische
alliantie!) en tóch beseffen we.
dat we het zonder het ideële stre
ven niet kunnen stellen. En dat
het moreel van onze strijdmacht
slechts langs de weg der „schone
leuzen" kan worden verhoogd.
Neen, de voorlichting tussen de
afzonderlijke delen van onze
strijdkrachten zal in elk geval be
ter gecoördineerd moeten worden.
En ze zal al klinkt het erg
tegenstrijdig niet van de „mili
taire geest" doortrokken moeten
zijn. Omdat die voor de doorsnee
Nederlander nu eenmaal geen in
houd heeft Toch worden er al
pogingen aangewend om onze
jeugd daarvan te doordringen, wat
ons bedenkelijk toeschijnt. Wc ge
loven. dat langs de weg van het
gezonde verstand en van een goed
begrip van de situatie van Neder
land in het internationale kader
en met inachtneming van de
Nederlandse mentaliteit dc Ne
derlandse jeugd gebracht kan
worden niet tot enthousiasme,
maar tot een bewust aanvaarden.
Het plichtsbesef zal ec ntet mirt»
der om zQn.