T De boekenweek van 1949 Zonderlinge figuren in het Middelburgse straatleven r Nieuwe ster onder Zeeuwse zwemsters ante Sabine grijpt in MARIA SAWERSKY Dokter de Puyt: dronkeman metfeilloze diagnoses Scharenslijper sprak drie talen, kende Cicero op zijn duimpje Zoals in de Engelse dorpen en stadjes, althans indien we Punch moeten geloven, er altijd een „oudste inwoner" be staat, die een bezienswaardigheid van de plaats vormt, zo leven er in de Hollandse dorpen en stadjes veelal een of meer mensen, die zich door uiterlijk of gedraging dermate van hun medebewoners onderscheiden, dat ze ook een soort bezienswaardigheid worden en de vreemdeling immer worden gewezen. Echter moet dat zich-onderscheiden hier in een min of meer ongunstige zin worden genomen, wijl de personen in kwestie steeds tot een of ander tragi-komisch type behoren. Soms zijn het "ben goedmoe dig soort idioten, een andere maal wanstaltig misvormden, van wie dan veelal een grote roep van wijsheid en geleerd heid uitgaat, een andere maal is het een vrouw, een „dame", die zich steeds kleedt naar een mode welke 50 jaar of langer achter ons ligt en in die kledij over de straat wan delt; ook hebben wij ergens een man gekend, die maar steeds hardop liep te dispu teren met een onzichtbare tegenstander; deze soort men sen zijn altegader geesteszie ken, wier graad en soort pa thologische afwijking niet zó is. dat de patiënten in de samenleving onduldbaar zün, doch wier genre afwijking veelal op ons als iets komisch, zii het als iets tragi-komisch, inwerkt. Wü hebben in heel wat dorpen en stadjes van ons land gewoond en daar ook heel wat van die z.g. „types" gekend, doch het gaat kies heidshalve niet aan daarover iets te publiceren, indien zulke „types" nog in levert zjjn of indien er nog nakome lingen of verwanten van be staan. die het natuurlijk niet prettig zouden vinden als hun vader, oom. neef. tante of nicht terzake van hun won derlijke eigenschappen nu maar publiekelijk te kijk wor den gesteld. Dit laatste bezwaar geldt echter niet voor de twee zon derlinge Middelburgers, van wie we hier gewag gaan ma ken. doch van wie we de eer ste t.\y. Petrus Johannes Bero- nicius uiteraard niet persoon lijk hebben gekend, wijl de man leefde in de laatste helft van de 17e eeuw. Doch van welk tweetal wü ons de an dere. t.w. doktor Anthonv de Puyt zeer goed herinneren. BERONICIUSGE LEERDE SCHAREN SLIJPER. Genoemde Beronicius is de zelfde man, van wie de heer Wagestert op het dinertje bij de Witses met zo weinig suc ces gewag maakte door het berijmde grafschrift, dat Die- derlfc Buisero op Beronicius dichtte, te citeren: Hier leit een wonderlijke geest; Hü leefde en stierf gelijk een beest: Het was een misselijke sater; Hü leefde in wijn en stierf in water. Beronicius nu was in Mid delburg in zijn tijd een be kende straatfiguur, een straat type; van beroep was hij scharenslijper en schoorsteen veger. Hij was een dronkaard en het mag verwonderlijk heten, dat deze dronkelap bij het uitoefenen van zijn schoorsteenvegersberoep niet Verongelukte. Beronicius was een geleer de; hü sprak vloeiend Frans, Engels en Italiaans en be heerste het Grieks en Latijn volkomen. Hü improviseerde zelfs in die twee klassieke talen over elk onderwerp, dat men hem opgaf en waarbij dan de fraaiste Griekse of La- tünse verzen zo maar uit zijn mond vloeiden, tot stomme verbazing van tal van geleer den. die veelal speciaal naar Middelburg kwamen om dat van de geniale schoorsteen veger te horen. Beronicius had een fabel achtig geheugen; van elk ge geven citaat van Cicero b.v. wist hij onmiddellijk mede te delen op welke plaats dat ge vonden werd en meteen gaf hü er dan de daaraan vooraf gaande en de volgende regels ook nog bü- Zoals meestal het geval pleegt te zijn met improvisa toren, liet hü na zün dood van al die improvisaties niets na; zün literaire nalatenschap be stond vrüwol uitsluitend uit een lang. door hem aan een ander gedicteerd Latüns.hel dendicht. dat zeer geestig is en de schier barbaars klin kende titel draagt van „Georgarchontomacliia" en de BOND VAX LANDELIJKE RIJ VERENIGINGEN De vergadering van de Bond van Landelijke Rijvereni- gisgen, die aanvankelijk zou gehouden worden op Donder dag 3 Maart te Tilburg, is wegens de provinciale heng- stenkeuring te 's-Hertogen bosch op diezelfde datum, thans vastgesteld op 2 Maart te Tiljburg. beschrijving bevat van een boerenopstand in het jaar 1672. Uit welk land Beronicius stamde weten we niet; in Middelburg kende iedereen hem natuurlijk, hetzij dat hij met zün scharesliep-apparaat door de straten trok, hetzij dat hij gekleed in 2ün schoor steen vegersplimje zijn klanten afliep of zo maar laveloos dronken door de stad dweilde. Het einde was tragisch ge noeg; de geleerde scnaresliep sukkelde op een keer dronken en wel even buiten Middel burg in een moddersloot en verdronk daarin. VAGEBONDSTYPE. Dokter Anthony de Puyt. de tweede zonderlinge Middel burger, die we in dit opstel gedenken, hebben wü heel goed gekend. Hij was te IJzendijke geboren op 22 Oc tober 1633 en hü overleed te Middelburg op 14 April 1892. Toen wij in 1891 in Middel burg woonden was deze dok ter dus een man van 57 jaar. Wij dachten vaak aan Bero nicius als wij hem in Middel burg destijds dronken en wel over de straat zagen zwaaien. Zijn familienaam de Puyt duidend op de herkomst uit een der talloze steden en dorpen, welke in de loop der eeuwen door de Schelde ver zwolgen zijn die familie naam had in Zeeuwse oren op zichzelf al .iets grappigs. Hij werd uitgesproken als de Puut en puut is het Zeeuwse woord voor kikker. Dokter de Puut. om hem nu verder maar zo te noemen, was een tamelijk kleine man met een gedrongen gestalte. Hij placht gekleed te gaan in een lange ruige jas, een z.g. schansloper en op zijn hoofd droeg hij een hoge hoed, welke tegen de draad in scheen opgeborsteld te zün. zodat hij geheel ruig was. De hele fi guur had iets sterk verwaar- loosds over zich. het overdre ven vagebondstype van het toneel, dat ook in het begin der negentiger jaren helemaal niet meer paste in de figuratie van het normale straatleven. Dokter de Puut zal natuurlijk ook wel eens nuchter zijn ge weest. maar ik heb hem nooit anders dan dronken gezien. Hij liep schuifelend en wag gelend en zakte soms op een stoep of in een portiek neer. waar de politie, vrienden of familieleden hem dan wel weer van optrokken om hem naar huis te brengen. Hij had een rood puisterig gelaat, kleine ogen en voortwagge lend stiet hü steeds grom mende geluiden uit alsof hij aldoor in zichzelf liep te pra ten. Een hideuse verschijning! Hij was geen Med. Dokter, maar wel degelijk een wettig gepatenteerd heelmeester, af komstig van een of andere kli nische school, die er in de der tiger iaren en later, zo veel waren en die tal van zee be kwame geneesheren hebben afeeleverd. In de Levensberichten van Zeeuwsche medici door Dr. A. A. Fokker en Dr. J. C. de Man. schrijft eerstgenoemde over onze dokter de Puut, na eerst gewag te hebben ge maakt van een zeer bekwaam en algemeen geacht chirurg Jacobus de Puyt: Tot een zü- lün behoorde ook de verre na neef, de uit IJzendijke afkom stige heelmeester Anthony de Puyt. die voor eenige jaren te Middelburg en elders rondliep en den naam had wonderen te kunnen doen. Deze was door zün groven abususen wan gedrag een schandvlek voor de faculteit en voor zün famielje. Dat moge zo geweest zün, maar ondanks die zeer on gunstige kenschets, zei dr. J. C. de Man, die uit de aanteke ningen van dr. Fokker deze levensberichten samenstelde, toch eens tegen zijn dochters: „Ja, die de Puut. Kijk, als ik ooit ziek word en al de col lega's hebben me opgegeven, dan moeten jullie tóch de Puut nog eens laten halen!" Het is niet te pas gekomen, want dr. de Man heeft dokter de Puut nog vele jaren over leefd, maar de uitlating was toch symptomatisch voor de indruk, welke de Puuts uit spraken en successen, want die had hü! soms op zün collega's maakten, al zouden diezelfde collega's de Puut nooit als een collega bejege nen. Waar ze overigens groot gelijk in hadden! De volgende inderdaad merk waardige handelingen en uit spraken van dokter de Puut, kunnen gerust als authentiek beschouwd worden en som mige oude Middelburgers zou den er zeker nog tal van an dere aan kunnen toevoegen. DOELTREFFENDE HULP. Een nageljongen van De Schelde te Vlissmgen was ge vallen en had zijn been be zeerd. Medische hulp baatte weinig en het eind van het drama was, dat de jongen zich alleen maar kon voortbewe gen met behulp van een kruk. Toen zei iemand: Stuurt hem eens naar dokter de Puut. Zo geschiedde: de jongen kwam hinkend en op zijn kruk steu nend bij de befaamde dokter, die het geval even bekeek, zijn glas brandewijn leeg dronk. de kruk van de jongen over zijn knie in tweeën brak en met de helft er van de .iongen begon te ranselen, zo hard en onbarmhartig, dat de jongen om hulp schreeuwde om. dan plotseling schreeu wend en welop z ij n beide benen het huis uit en de straat op te vluchten! Hii was ineens beter! Een tweede geval betrof een moeilijke bevalling. De dokter verliet het huis om een collega ter assistentie te halen, toen toevallig dokter de Puut voorbijkwam, dronken als al tijd. Een paar buurvrouwen ciuwden hem nochtans naar binnen. Hü kwam grommend en waggelend in de kamer, waar de vrouw lag, keek even naar het geval, bukte zich, greep de pot de chambre en smeet die met daverend ge rinkel door de ruiten de straat op. De aanstaande moeder vloog half overeind, gaf een gil van schrik en op het zelfde ogenblik had zich het heuge lijke feit voltrokken. Tenslotte nog dit geval. De dokter niet dokter de Puut. maar de huisarts werd geroepen bij een acht jarig jongetje, dat plotseling bewusteloos was geworden en maar niet bijkwam. De huis arts deed alles wat zijn weten schap hem voorschreef te doen. maar hij stond voor een raadsel en het kind bleef be wusteloos. Teneinde raad spoedde de huisarts zich naar een collega om consult te houden. Toen haalde een buurvrouw dokter de Puut er bij; deze was ditmaal zo dron ken, dat hii nauwelijks staan kon, maar hii kwam nochtans, waggelde de kamer in, boog zich over het kind, dat in bed was gelegd en nog maar steeds bewusteloos bleef, grinnikte ditmaal eens en zei dan: „Ik ben bez'maar dat jog ook. Bezjoer!" en toen waggelde hij weer weg. Maar hij had de juiste diag nose gesteld! Het kind had zoals even later bleek, in een onbewaakt ogenblik een fles brandewijn te pakken gekre gen en daar stevig uit gedron ken, met het voor de hand liggende gevolg, dat het inder daad „bezwerd en het bewustzijn verloor. Toen het zijn i'oes had uitgeslapen was het weldra weer volkomen ge zond. Dit geval heeft niet weinig bijgedragen tot het wassen der populariteit van dokter de Puut. Toen hij in 1892 overleed, maakte de overlijdensadver tentie gewag van de zeer velen, die met grote droefheid 'de overledene, aan wie zij hun leven of de herwinning hun ner gezondheid dankten, graf waarts zagen dragen. En dat was geenszins overdreven; er waren heel wat Middelbur gers. die achter de rug van hun huisarts om in stilte deze wonderlijke man voor zichzelf of voor een ander kwamen raadplegen. En heel vaak met suecès! Dit bedenkend herinneren wij ons Huygens' sneldicht, waarmee wij dit onstel willen besluiten, al ziet dat sneldicht ook meer op de genezing van zielkundige defecten. 'k Heb deze borstelen een stinckend beest sien dragen Maer 'nu se dienstigh sijn, hebb' ick daer na te vragen? Daer staet een mcnsch op stoel mijn' leemten aen en tast Met Peper en Asijn; maar 't is een wereldsch gast, Soo menscheluck als ick, en emmers soo voll schulden. Als die sijn tonge tucht: soud ick daerom niet dulden Dat hy mijn' vuijlen lcuysch? Neemt, hy een vereken sy Dat raekt hem! maer hy veeght scherp en schoon; dat rqert my. A. H. VAN DER FEEN. R. Vergauwen uit Sas van Gent boekt fraaie successen. Sas van Gent ligt nu niet bepaald in het centrum van Zeeland en het is hoofdzake lijk daaraan te wijten dat in dit plaatsje aan de Neder lands-Belgische grens een uit stekend zwemster woonachtig is, die behalve in Zeeuwsch- Vlaanderen in het overige deel der provincie niet de be kendheid geniet waarop zij recht heeft. Raymonda Vergauwen is thans 21 jaar en als steno typiste werkzaam op een glas fabriek in Sas van Gent. Zij is lid van de zwemclub ,,De Bruinvisch" aldaar en van de G. Z. V. te Gent (België) sinds November 1948. Vele successen vielen haar reeds ten deel. Mej. Vergauwen leerde zwemmen zoals iedereen. Toch was reeds direct merkbaar dat dit meisje zeer goed met deze tak van sport overweg kon, want als het op snel heid aankwam liet zij vele vriendinnen achtcir zich. In 1944 werd zij lid van „De Bruinvisch" en begon toen in wedstrijdenuit te komen. Zij scheen geknipt te 0 zijn voor de korte afstand maar later kon zij ook in een 5 km. wedstrijd goed mee. Van de voorzitter van „De Bruin visch", de heer Remerie on- De Israëlische regering' heeftplannen in uitvoering voor het afbreken van de achterbuurten in de havenstad Haifa, tenein de deze te vervangen door moderne woonwijken, die deze „Stad van de Toekomst" eer zullen aandoen. Links ziet men hoe de sloppen met de grond gelijk gemaakt worden, rechts een kijkje in een der moderne voorsteden van Haifa. Verkoop schilderijen aan Duitsers collaboratie. Het Amsterdams Bijzonder Gerechtshof heeft uitspraak ge daan in de zaken tegen de 32- jarige kunsthandelaar J. D. Jr. uit Huizen en de 40-jqfige mevr. J. E. A. uit Amsterdam, aan wie ten laste was gelegd, dat zij in 1943 schilderijen aan de Duit sers hadden verkocht. Wegens verkoop van schilderijen had tot dusverre nog geen kunsthan delaar terecht gestaan. Het hof veroordeelde J. D. conform de eis bü verstek tol jaar gevangenisstraf met ont zetting uit de openbare rech ten en het recht tot het bekle den van een leidende functie in de kunsthandel voor 10 jaar. Zijn medeverdachte, mevr. A., hoorde zich veroordelen tot be taling van 20.000 boete, met ontzetting rechten voor 3 jaar. De uitkeringen der Ouderdomsvoorziening. Op 1 Januari j.l. ontvingen 103.495 echtparen, 126.341 alleen staande vrouwen en 07.636 alleen staande mannen, in totaal 400.967 ouden van dagen een uitkering in gevolge de Noodwet ouderdoms voorziening tot een gezamenlijk jaarbedrag van f 136.653.945. Op 1 April 1948. de eerste datum waarop, sedert het inwerkingtre den van de „Noodwet" (op 1 Oc tober 1947). een volledig overzicht kon worden samengesteld, waren het 384.402 ouden van dagen, aan wie een jaarbedrag van f 130.188.420 was toegekend. Het aantal ouden van dagen, dat onder de „Nood wet" valt is derhalve toegenomen met 16.565. het bedrag der uitke ringen met f 6.465.525. Nieuwe regeling voor pensionprijzen. Een nieuwe beschikking be vat een eenvoudige wijze van berekening der geoorloofde pen sionprijzen. Wegens gestegen prijzen voor voedingsmiddelen en de mogelykheid tot ruimere rantsoenering, zijn geringe ver hogingen toegestaan, welke, va riëren van 2.50 tot 10 per persoon per maand. Wegens de ruimere brandstofvoorziening als gevolg „van het bonvrij wor den van sommige brandstoffen en de recente verhoging der brandstofprijzen, zal de kamer- prijs een kleine verhoging mo gen ondergaan. Een opleidingsschip voor de koopvaardij. Zeer binnenkort is de aan koop ts Eerwachten van een groot opleidingsschip, waarop de Nederlandse koopvaardijbe- manningen onder auspiciën van de Koninklijke Marine op een eventuele oorlogstaak zullen worden voorbereid. Leraren en instructeurs van marine en koopvaardij zullen aan boord van dit schip cur sussen geven in de behande ling van het geschut, dat in oorlogstijd op de koopvaardij schepen zal worden opgesteld, in convooivaren en alles wat daarmee samenhangt, in het gebruik van de middelen tot eigen lijfsbehoud enz. Het schip, waarop men het oog heeft laten vallen, is het voormalige landingsschip voor tanks „Bruizer." ALLES IN TRADITIONELE OMLIJSTING. Ook dit keer een geschenk. FEUILLETON De boekenweek 1949 van 26 Februari tot 5 Maart zal geheel het karakter dragen dat dit hoog tepunt in de propaganda van het Nederlandse boek de laatste jaren heeft gekenmerkt. Wederom wordt aan allen, die tijdens de boekenweek voor f 3.50 contant) Nederlandse boeken kopen, een geschenk uitgereikt. Dit maal is dat de novelle „Twee negerkopjes". Een jury bekroonde deze novelle uit 12 inzendingen voor de letterkundige boeken- weekprljsvraag. De tekenaar G. Douwe verzorgde de omslag en maakte drie Illustraties bij de tekst. De novelle wordt verspreid In een oplage van 152.000 exempla ren- .De traditie de lezers te doen deel nemen aan een tweede prijsvraag, wordt dit jaar eveneens voortge zet. Onder hen. die erin slagen te ont dekken. wie de auteur van het verhaal is, zullen 3 boekprijzen a f 100— cn 50 prijzen a f 5.— worden verloot. Dc Jeugdultgave van dit jaar Is een bundel gedichten, handelende over een handwerk, een vak of een beroep cn heet ..Dc muze en het ambacht". De verzen werden verzameld door Victor E. vai\ Vriesland en Han G. Hoekstra. Het boekje is verlucht met de portretten van de dichters en voor zien van korte biografieën. De bundel is bestemd voor jongens en meisjes in de leeftijd van 14 tot 18 jaar en is tijdens de boeken week in de boekhandel verkrijg baar. Voor jonge kinderen wordt een kruiswoordpuzzle beschikbaar ge steld verband houdende met het boek. In een oplage van 90.000 exemplaren zal de boekhandel deze puzzle gratis verstrekken. De boekenweek wordt ingeluid met de ook reeds traditioneel ge worden litteraire gala-avond in de Stadsschouwburg te Amsterdam op 24 Februari. De avond heet dit jaar „Het boek ere de muzen". Het programma van deze gala avond. die wordt geopend met een rede van mr, H. J. Reinink, secr.« gen. van het ministerie van O., K. en W.. vermeldt voor de pauze: voordrachten van Albert Vogel Jr.. „de Naumachie" van Louis Cou perus en Claudine Witsen Elias Nederlandse verzen. Na de pauze voert de Nederlandse opera Maurice Ravels „L'Heurc Espag- nole" uit. Tertond na de voorstelling volgt het schryversbal". 51 „Wil je daarmee soms zeggen, dat ik nog een vrouwmens in m'n huis moet nemen?!" schreeuwde hij. „En dat terwyl we er al twee hebben!" Mengelberg zweeg plotseling, want hij zag in, dat hij in zijn woede al te heftig was gewor den. „Ik bedoel natuurlyk hm dat ik het verblijf van m'n nichten hier bijzonder op prijs stel, hm.." Peter bemerkte, dat de kapi tein terugkrabbelde en dat gaf hem nieuwe moed. „Natuurlijk, kaptein", zei hij haastig, „de jongedames zijn voor haar plezier hier en dan kunt u niet verlangen, dat ze zullen gaan dweilen, poetsen en koken, maar een kleinigheid zouden ze toch wel kunnen doen, dunkt me. Tijd hebben ze in overvloed en wat die juf frouw Irêne betreft, die staat toch de halve dag voor de spie gel om zich maar mooi te ma ken, is 't waar of niet, kaptein?" „Dat gaat jou niet aan", bromde Mengelberg. „En juffrouw Beate heeft me al eens gevraagd, of ze me niet een beetje kon helpen", ging Peter dapper voort. „Ze is op de huishoudschool geweest, zei ze, maar ik heb het aanbod afgewezen, omdat ik niet wist, of de kaptein het wel goed zou vinden, dat de juffrouw hier aan 't werk gaat. Ik heb haar gezegd, dat ze de kaptein zelf maar moest vragen, of hy het toestond. Nou. dat heeft ze ze ker niet goed gedurfd.." „Wou je daar soms mee zeg gen, dat mijn nicht bang voor me is. jij verroeste ankerspil?" Deze vertrouwde scheldnaam van vroeger bewees Peter, dat de stemming van de kaptein lang zo slecht niet was als zijn gezicht deed vermoeden. Daar om knikte hij en zei: „Tjawel, kaptein!" Mengelbergs grijze snor trilde. „Stuur juffrouw Beate bij me!" beval hij. Peter verdween met opvallen de snelheid. De kapitein ijsbeer de met grote stappen de kamer op en neer, maar toen Beate binnen trad, bleef hij plotse ling staan. „U wou me spreken oom' vroeg ze zacht. Mengelberg keek van onder zijn borstelige wenkbrauwen naar het tengere figuurtje van zijn nichtje. Zo zo. dat kind was dus bang voor hem. zoals Peter beweerde. En waarachtig, die ouwe kerel scheen gelijk te hebben ook; ze beefde zowaar %'oor hem. „Waarom ben je zo benauwd dervond ze vèel morele steun bij de beoefening van haar geliefde sport. Wij laten hier onder haa<r voornaamste suc cessen in diverse wedstrijden volgen Ronde van „Sas" voor da mes twee eerste, een derde en een vierde prijs. Ronde van Temeuzen (dames) le. Scheldewedstrijd Middelburg Vlissingen 2e; Damme—Brug ge (B.) 2e. Verder behaalde zij eerste prijzen te Gent. Brugge. Antwerpen, St. Gillis etc. RECORDPOGING. In December j.l. deed zij een aanval op het bestaande Belgische record streekzwem- men over 500 m.. dat op naam stond van de Belgische Yvonne van Kerkchove. Haar recordpoging slaagde niet. Zij bleef 3 sec. 8/10 boven het record van haar rivale. Op die avond was echter duide lijk aan het licht gekomen dat met een serieuze training dit record van mej. van Kerkchove te verbeteren was. Dat Raymonda het daarom lat cv nog eens zal proberen staat wel vast. Tweemaal per week gaat zy naar Gent om te trainen, dikwyls in gezelschap van haar partner Johan van der Steen eveneens uit Sas van Gent, die ook goede succes sen boekt. Het is wel spijtig dat mej. Vergauwen als Zeeuwsche cn Nederlandse hoofdzakelijk aangewezen is op België bij haar training en aan 't deel nemen van wedstrijden. De Belgen gaan daarom al zover haar als één der hunnen te beschouwen, daar zij steeds in wedstrijden uitkomt bij onze Zuiderburen en ook lid is van de Gentse Zwemvere niging. De Belgen beschouwen haar als de toekomstige Bel gische kampioene! Bestrijding werkloosheid met woningbouw. Naar de Belgische minister van economische coördinatie in de Ka mer verklaarde, zullen in het ka der van de maatregelen, die de Belgische regering neemt ter be strijding van de werkloosheid, dit jaar 21.000 woningen worden ge bouwd waarvoor een bedrag van fr. 2.6 milliard is uitgetrokken. Hot bouwprogramma betekent de te- Werkstelling van bijna 30.000 arbei ders. voor me?" snauwde hy het meisje toe. „Ik., ik bfn helemaal niet benauwd oom". „Ach kom, je staat te bibbe ren als een riet. Ben ik dan een kannibaal of zoiets?" „Nee, oom.." „Nou, dan! Waarom heb je Peter aangeboden om hem in de huishouding te helpen? Voor de dag ermee! Bevalt 't"e hier niet? Ik verlang een eerlijk antwoord op m'n vraag. Ju of nee?" „Nee, oom Jules". Beate bracht het antwoord er met moeite uit en angstig keek ze naar het gezicht van haar grimmige bloedverwant. Toen gebeurde er echter plot seling iets onverwachts. De ka pitein barstte in een daverende lach uit, gaf Beate een zo ge voelige klap op haar schouder, dat ze door haar knieën knikte en riep: „Mij ook niet, ha, ha!" Na deze verrassende wending in het gesprek duwde hij Beate op een stoel en begon hij haar zijn wensen voor te leggen. Sa bine Reuders huisinrichting zweefde hem als een ideaal voor de geest en dat zei hy dan ook onomwonden. Beate antwoordde al even vrijmoedig. „Om uw huis de zelfde sfeer te geven als dat van juffrouw Reuder, daar is meer voor nodig dan enkel wat nieuwe meubelen en zo, oom. Dat is niet in een paar dagen te .veranderen. Maar wel zou het hier in zeer korte tijd wat behaaglijker te maken zijn". „Kom dan op met je voorstel- lap. meisje. Maak maar s eens een lijstje op en vertel me, wat dat alles moet kosten. Je be hoeft er geen doekjes om te \yinden". „Ik., ik zou eerst eens een paar dingen met Peter willen bespreken, oom". „Waarom? Nou, voor mijn part". Daarmee werd Beate ontsla gen. Ze spoedde zich naar Pe ter Liesegang, die ze in de keu ken vond. Na een paar inleiden de woorden vernam ze, wat ze wilde weten. Er was zilver cn goed, oud porcelein in huis, evenals behoorlijke vitrage. Al leen was alles in kisten en kof fers verpakt, toen de kaptein besloten had voortaan als een kluizenaar te gaan leven. Beate liet zich papier en pot lood geven. Daarna zei ze: „En laat me nu alles maar eens 7.ien, Peter". (Wordt vervolgd) Zeeuwen in de Oost Op patrouille Piet Kramer -uit Colynsplaat is, zoals dat wordt genoemd ingedeeld bij de zandhazen. Dat is vooral in de tropen geen pretje, maar met wat goede wil en echte Zeeuwse taaiheid ko men we er wel, aldus Piet. En dat is ook wel aan te nemen. Hij heeft het best naar de zin, alleen een grote hekel aan pa trouille. Het is in het leven zó. dat vele merfeen juist datgene meermalen moeten doen waar aan ze een hekel hebben. Zo is het ook met Piet. Gaat er een patrouille op stap dan is hij er gloeiend bij en dan maar tippe len jongens! Iedere patrouille is weer anders. Soms is niets te beleven maar daar tegenover bij de andere patrouilles des te meer. ..Zo kreeg op een kwade dag", ver telt Piet, „onze groep opdracht een dne daagse patrouille te maken. Er werd vanzelfspre kend weer een hartelijk woord je gekankerd. Maar de dienst is onverbiddelijk, dus gingen we op pad. Alles ging tamelijk vlot en 't terrein was niet zo zwaai'. Toen echter dook het noodlot voor ons op in de vorm van een kali (rivier). Daar moesten we over, hetzij nat of droog. Wc konden kiezen: zwemmen o£ over een paar olieleidingen lo pen. We kozen het laatste, want een hele tijd met een nat pak lopen is ook geen pretje. Ik voelde me net als 'n acro baat in het circus, tóen ik ever de leiding liep", zo vertelt Piet verder. „Een paar maal dacht ik eraf te duikelen, maar dat viel mee. Het terrein werd daarna veel zwaarder. Soms moesten we honderden meters over omgekapte boomstammen stappen. We hadden enkele noodrant soenen meegekregen, maar ook diverse dingen in blik, welke door de kok nog moesten wor den klaargemaakt. Eén uit de troep was zo vrij geweest om zich kok te noe men en hij moest dan ook de spullen klaarmaken. Dit gebeur de op zeer bijzondere wijze, want hij gooide alles door elk aar, zodat we soms niet kon den proeven of we havermout pap of bruine bonensoep aten. We sliepen waar het gelegen kwam; één van de nachten la gen we in een soort huis. De ratten tippelden vrolijk over onze klamboe (muskietennet) en zelfs probeerden ze om ons onder de klamboe gezelschap te komen houden. De laatste dag kwamen wc op een weg waar we een stel karbouwen aantroffen. We be sloten deze dieren als vervoer middel te gebruiken. De oppas ser van de dieren vertelde ons waar hy moest zijn en dat bleek vlak bij ons detachement te 0 zijn. Zo zaten wij, besluit Piet. daar het laatste stuk van onze patrouille op de rug van een karbouw, wel niet gemakkelijk maar voor een zandhaas al een hele luxe". Piet groet langs deze weg fa milie en bekenden van harte cn hoopt op een spoedig weerzien.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1949 | | pagina 4