T
De boekenweek van 1949
Zonderlinge figuren in het
Middelburgse straatleven
r
Nieuwe ster onder
Zeeuwse zwemsters
ante Sabine
grijpt in MARIA SAWERSKY
Dokter de Puyt: dronkeman
metfeilloze diagnoses
Scharenslijper sprak drie talen,
kende Cicero op zijn duimpje
Zoals in de Engelse dorpen en stadjes, althans indien we
Punch moeten geloven, er altijd een „oudste inwoner" be
staat, die een bezienswaardigheid van de plaats vormt, zo
leven er in de Hollandse dorpen en stadjes veelal een of
meer mensen, die zich door uiterlijk of gedraging dermate
van hun medebewoners onderscheiden, dat ze ook een soort
bezienswaardigheid worden en de vreemdeling immer
worden gewezen. Echter moet dat zich-onderscheiden hier
in een min of meer ongunstige zin worden genomen, wijl
de personen in kwestie steeds tot een of ander tragi-komisch
type behoren.
Soms zijn het "ben goedmoe
dig soort idioten, een andere
maal wanstaltig misvormden,
van wie dan veelal een grote
roep van wijsheid en geleerd
heid uitgaat, een andere maal
is het een vrouw, een „dame",
die zich steeds kleedt naar
een mode welke 50 jaar of
langer achter ons ligt en in
die kledij over de straat wan
delt; ook hebben wij ergens
een man gekend, die maar
steeds hardop liep te dispu
teren met een onzichtbare
tegenstander; deze soort men
sen zijn altegader geesteszie
ken, wier graad en soort pa
thologische afwijking niet zó
is. dat de patiënten in de
samenleving onduldbaar zün,
doch wier genre afwijking
veelal op ons als iets komisch,
zii het als iets tragi-komisch,
inwerkt.
Wü hebben in heel wat
dorpen en stadjes van ons
land gewoond en daar ook
heel wat van die z.g. „types"
gekend, doch het gaat kies
heidshalve niet aan daarover
iets te publiceren, indien
zulke „types" nog in levert
zjjn of indien er nog nakome
lingen of verwanten van be
staan. die het natuurlijk niet
prettig zouden vinden als hun
vader, oom. neef. tante of
nicht terzake van hun won
derlijke eigenschappen nu
maar publiekelijk te kijk wor
den gesteld.
Dit laatste bezwaar geldt
echter niet voor de twee zon
derlinge Middelburgers, van
wie we hier gewag gaan ma
ken. doch van wie we de eer
ste t.\y. Petrus Johannes Bero-
nicius uiteraard niet persoon
lijk hebben gekend, wijl de
man leefde in de laatste helft
van de 17e eeuw. Doch van
welk tweetal wü ons de an
dere. t.w. doktor Anthonv de
Puyt zeer goed herinneren.
BERONICIUSGE
LEERDE SCHAREN
SLIJPER.
Genoemde Beronicius is de
zelfde man, van wie de heer
Wagestert op het dinertje bij
de Witses met zo weinig suc
ces gewag maakte door het
berijmde grafschrift, dat Die-
derlfc Buisero op Beronicius
dichtte, te citeren:
Hier leit een wonderlijke
geest;
Hü leefde en stierf gelijk
een beest:
Het was een misselijke sater;
Hü leefde in wijn en stierf
in water.
Beronicius nu was in Mid
delburg in zijn tijd een be
kende straatfiguur, een straat
type; van beroep was hij
scharenslijper en schoorsteen
veger. Hij was een dronkaard
en het mag verwonderlijk
heten, dat deze dronkelap bij
het uitoefenen van zijn
schoorsteenvegersberoep niet
Verongelukte.
Beronicius was een geleer
de; hü sprak vloeiend Frans,
Engels en Italiaans en be
heerste het Grieks en Latijn
volkomen. Hü improviseerde
zelfs in die twee klassieke
talen over elk onderwerp, dat
men hem opgaf en waarbij
dan de fraaiste Griekse of La-
tünse verzen zo maar uit zijn
mond vloeiden, tot stomme
verbazing van tal van geleer
den. die veelal speciaal naar
Middelburg kwamen om dat
van de geniale schoorsteen
veger te horen.
Beronicius had een fabel
achtig geheugen; van elk ge
geven citaat van Cicero b.v.
wist hij onmiddellijk mede te
delen op welke plaats dat ge
vonden werd en meteen gaf
hü er dan de daaraan vooraf
gaande en de volgende regels
ook nog bü-
Zoals meestal het geval
pleegt te zijn met improvisa
toren, liet hü na zün dood van
al die improvisaties niets na;
zün literaire nalatenschap be
stond vrüwol uitsluitend uit
een lang. door hem aan een
ander gedicteerd Latüns.hel
dendicht. dat zeer geestig is
en de schier barbaars klin
kende titel draagt van
„Georgarchontomacliia" en de
BOND VAX LANDELIJKE
RIJ VERENIGINGEN
De vergadering van de Bond
van Landelijke Rijvereni-
gisgen, die aanvankelijk zou
gehouden worden op Donder
dag 3 Maart te Tilburg, is
wegens de provinciale heng-
stenkeuring te 's-Hertogen
bosch op diezelfde datum,
thans vastgesteld op 2 Maart
te Tiljburg.
beschrijving bevat van een
boerenopstand in het jaar
1672.
Uit welk land Beronicius
stamde weten we niet; in
Middelburg kende iedereen
hem natuurlijk, hetzij dat hij
met zün scharesliep-apparaat
door de straten trok, hetzij dat
hij gekleed in 2ün schoor
steen vegersplimje zijn klanten
afliep of zo maar laveloos
dronken door de stad dweilde.
Het einde was tragisch ge
noeg; de geleerde scnaresliep
sukkelde op een keer dronken
en wel even buiten Middel
burg in een moddersloot en
verdronk daarin.
VAGEBONDSTYPE.
Dokter Anthony de Puyt. de
tweede zonderlinge Middel
burger, die we in dit opstel
gedenken, hebben wü heel
goed gekend. Hij was te
IJzendijke geboren op 22 Oc
tober 1633 en hü overleed te
Middelburg op 14 April 1892.
Toen wij in 1891 in Middel
burg woonden was deze dok
ter dus een man van 57 jaar.
Wij dachten vaak aan Bero
nicius als wij hem in Middel
burg destijds dronken en wel
over de straat zagen zwaaien.
Zijn familienaam de Puyt
duidend op de herkomst uit
een der talloze steden en
dorpen, welke in de loop der
eeuwen door de Schelde ver
zwolgen zijn die familie
naam had in Zeeuwse oren op
zichzelf al .iets grappigs. Hij
werd uitgesproken als de Puut
en puut is het Zeeuwse woord
voor kikker.
Dokter de Puut. om hem nu
verder maar zo te noemen,
was een tamelijk kleine man
met een gedrongen gestalte.
Hij placht gekleed te gaan in
een lange ruige jas, een z.g.
schansloper en op zijn hoofd
droeg hij een hoge hoed,
welke tegen de draad in scheen
opgeborsteld te zün. zodat hij
geheel ruig was. De hele fi
guur had iets sterk verwaar-
loosds over zich. het overdre
ven vagebondstype van het
toneel, dat ook in het begin
der negentiger jaren helemaal
niet meer paste in de figuratie
van het normale straatleven.
Dokter de Puut zal natuurlijk
ook wel eens nuchter zijn ge
weest. maar ik heb hem nooit
anders dan dronken gezien.
Hij liep schuifelend en wag
gelend en zakte soms op een
stoep of in een portiek neer.
waar de politie, vrienden of
familieleden hem dan wel
weer van optrokken om hem
naar huis te brengen. Hij had
een rood puisterig gelaat,
kleine ogen en voortwagge
lend stiet hü steeds grom
mende geluiden uit alsof hij
aldoor in zichzelf liep te pra
ten. Een hideuse verschijning!
Hij was geen Med. Dokter,
maar wel degelijk een wettig
gepatenteerd heelmeester, af
komstig van een of andere kli
nische school, die er in de der
tiger iaren en later, zo veel
waren en die tal van zee be
kwame geneesheren hebben
afeeleverd.
In de Levensberichten van
Zeeuwsche medici door Dr.
A. A. Fokker en Dr. J. C. de
Man. schrijft eerstgenoemde
over onze dokter de Puut, na
eerst gewag te hebben ge
maakt van een zeer bekwaam
en algemeen geacht chirurg
Jacobus de Puyt: Tot een zü-
lün behoorde ook de verre na
neef, de uit IJzendijke afkom
stige heelmeester Anthony de
Puyt. die voor eenige jaren te
Middelburg en elders rondliep
en den naam had wonderen te
kunnen doen. Deze was door
zün groven abususen wan
gedrag een schandvlek voor
de faculteit en voor zün
famielje.
Dat moge zo geweest zün,
maar ondanks die zeer on
gunstige kenschets, zei dr. J.
C. de Man, die uit de aanteke
ningen van dr. Fokker deze
levensberichten samenstelde,
toch eens tegen zijn dochters:
„Ja, die de Puut. Kijk, als ik
ooit ziek word en al de col
lega's hebben me opgegeven,
dan moeten jullie tóch de
Puut nog eens laten halen!"
Het is niet te pas gekomen,
want dr. de Man heeft dokter
de Puut nog vele jaren over
leefd, maar de uitlating was
toch symptomatisch voor de
indruk, welke de Puuts uit
spraken en successen, want
die had hü! soms op zün
collega's maakten, al zouden
diezelfde collega's de Puut
nooit als een collega bejege
nen. Waar ze overigens groot
gelijk in hadden!
De volgende inderdaad merk
waardige handelingen en uit
spraken van dokter de Puut,
kunnen gerust als authentiek
beschouwd worden en som
mige oude Middelburgers zou
den er zeker nog tal van an
dere aan kunnen toevoegen.
DOELTREFFENDE
HULP.
Een nageljongen van De
Schelde te Vlissmgen was ge
vallen en had zijn been be
zeerd. Medische hulp baatte
weinig en het eind van het
drama was, dat de jongen zich
alleen maar kon voortbewe
gen met behulp van een kruk.
Toen zei iemand: Stuurt hem
eens naar dokter de Puut. Zo
geschiedde: de jongen kwam
hinkend en op zijn kruk steu
nend bij de befaamde dokter,
die het geval even bekeek,
zijn glas brandewijn leeg
dronk. de kruk van de jongen
over zijn knie in tweeën brak
en met de helft er van de
.iongen begon te ranselen, zo
hard en onbarmhartig, dat de
jongen om hulp schreeuwde
om. dan plotseling schreeu
wend en welop z ij n
beide benen het huis uit
en de straat op te vluchten!
Hii was ineens beter!
Een tweede geval betrof
een moeilijke bevalling. De
dokter verliet het huis om een
collega ter assistentie te halen,
toen toevallig dokter de Puut
voorbijkwam, dronken als al
tijd. Een paar buurvrouwen
ciuwden hem nochtans naar
binnen. Hü kwam grommend
en waggelend in de kamer,
waar de vrouw lag, keek even
naar het geval, bukte zich,
greep de pot de chambre en
smeet die met daverend ge
rinkel door de ruiten de straat
op. De aanstaande moeder
vloog half overeind, gaf een
gil van schrik en op het zelfde
ogenblik had zich het heuge
lijke feit voltrokken.
Tenslotte nog dit geval.
De dokter niet dokter de
Puut. maar de huisarts
werd geroepen bij een acht
jarig jongetje, dat plotseling
bewusteloos was geworden en
maar niet bijkwam. De huis
arts deed alles wat zijn weten
schap hem voorschreef te
doen. maar hij stond voor een
raadsel en het kind bleef be
wusteloos. Teneinde raad
spoedde de huisarts zich naar
een collega om consult te
houden. Toen haalde een
buurvrouw dokter de Puut er
bij; deze was ditmaal zo dron
ken, dat hii nauwelijks staan
kon, maar hii kwam nochtans,
waggelde de kamer in, boog
zich over het kind, dat in bed
was gelegd en nog maar steeds
bewusteloos bleef, grinnikte
ditmaal eens en zei dan: „Ik
ben bez'maar dat jog ook.
Bezjoer!" en toen waggelde
hij weer weg.
Maar hij had de juiste diag
nose gesteld! Het kind had
zoals even later bleek, in een
onbewaakt ogenblik een fles
brandewijn te pakken gekre
gen en daar stevig uit gedron
ken, met het voor de hand
liggende gevolg, dat het inder
daad „bezwerd en het
bewustzijn verloor. Toen het
zijn i'oes had uitgeslapen was
het weldra weer volkomen ge
zond.
Dit geval heeft niet weinig
bijgedragen tot het wassen
der populariteit van dokter de
Puut.
Toen hij in 1892 overleed,
maakte de overlijdensadver
tentie gewag van de zeer
velen, die met grote droefheid
'de overledene, aan wie zij hun
leven of de herwinning hun
ner gezondheid dankten, graf
waarts zagen dragen. En dat
was geenszins overdreven; er
waren heel wat Middelbur
gers. die achter de rug van
hun huisarts om in stilte deze
wonderlijke man voor zichzelf
of voor een ander kwamen
raadplegen. En heel vaak met
suecès!
Dit bedenkend herinneren
wij ons Huygens' sneldicht,
waarmee wij dit onstel willen
besluiten, al ziet dat sneldicht
ook meer op de genezing van
zielkundige defecten.
'k Heb deze borstelen een
stinckend beest sien dragen
Maer 'nu se dienstigh sijn,
hebb' ick daer na te vragen?
Daer staet een mcnsch op
stoel mijn' leemten aen en tast
Met Peper en Asijn; maar
't is een wereldsch gast,
Soo menscheluck als ick, en
emmers soo voll schulden.
Als die sijn tonge tucht: soud
ick daerom niet dulden
Dat hy mijn' vuijlen lcuysch?
Neemt, hy een vereken sy
Dat raekt hem! maer hy
veeght scherp en schoon;
dat rqert my.
A. H. VAN DER FEEN.
R. Vergauwen uit Sas van
Gent boekt fraaie successen.
Sas van Gent ligt nu niet
bepaald in het centrum van
Zeeland en het is hoofdzake
lijk daaraan te wijten dat in
dit plaatsje aan de Neder
lands-Belgische grens een uit
stekend zwemster woonachtig
is, die behalve in Zeeuwsch-
Vlaanderen in het overige
deel der provincie niet de be
kendheid geniet waarop zij
recht heeft.
Raymonda Vergauwen is
thans 21 jaar en als steno
typiste werkzaam op een glas
fabriek in Sas van Gent. Zij
is lid van de zwemclub ,,De
Bruinvisch" aldaar en van de
G. Z. V. te Gent (België)
sinds November 1948. Vele
successen vielen haar reeds
ten deel.
Mej. Vergauwen leerde
zwemmen zoals iedereen. Toch
was reeds direct merkbaar
dat dit meisje zeer goed met
deze tak van sport overweg
kon, want als het op snel
heid aankwam liet zij vele
vriendinnen achtcir zich. In
1944 werd zij lid van „De
Bruinvisch" en begon toen
in wedstrijdenuit te komen.
Zij scheen geknipt te 0 zijn
voor de korte afstand maar
later kon zij ook in een 5 km.
wedstrijd goed mee. Van de
voorzitter van „De Bruin
visch", de heer Remerie on-
De Israëlische regering' heeftplannen in uitvoering voor het afbreken van de achterbuurten in de havenstad Haifa, tenein
de deze te vervangen door moderne woonwijken, die deze „Stad van de Toekomst" eer zullen aandoen. Links ziet men
hoe de sloppen met de grond gelijk gemaakt worden, rechts een kijkje in een der moderne voorsteden van Haifa.
Verkoop schilderijen aan
Duitsers collaboratie.
Het Amsterdams Bijzonder
Gerechtshof heeft uitspraak ge
daan in de zaken tegen de 32-
jarige kunsthandelaar J. D. Jr.
uit Huizen en de 40-jqfige mevr.
J. E. A. uit Amsterdam, aan wie
ten laste was gelegd, dat zij in
1943 schilderijen aan de Duit
sers hadden verkocht. Wegens
verkoop van schilderijen had
tot dusverre nog geen kunsthan
delaar terecht gestaan.
Het hof veroordeelde J. D.
conform de eis bü verstek tol
jaar gevangenisstraf met ont
zetting uit de openbare rech
ten en het recht tot het bekle
den van een leidende functie
in de kunsthandel voor 10 jaar.
Zijn medeverdachte, mevr. A.,
hoorde zich veroordelen tot be
taling van 20.000 boete, met
ontzetting rechten voor 3 jaar.
De uitkeringen der
Ouderdomsvoorziening.
Op 1 Januari j.l. ontvingen
103.495 echtparen, 126.341 alleen
staande vrouwen en 07.636 alleen
staande mannen, in totaal 400.967
ouden van dagen een uitkering in
gevolge de Noodwet ouderdoms
voorziening tot een gezamenlijk
jaarbedrag van f 136.653.945.
Op 1 April 1948. de eerste datum
waarop, sedert het inwerkingtre
den van de „Noodwet" (op 1 Oc
tober 1947). een volledig overzicht
kon worden samengesteld, waren
het 384.402 ouden van dagen, aan
wie een jaarbedrag van f 130.188.420
was toegekend. Het aantal ouden
van dagen, dat onder de „Nood
wet" valt is derhalve toegenomen
met 16.565. het bedrag der uitke
ringen met f 6.465.525.
Nieuwe regeling voor
pensionprijzen.
Een nieuwe beschikking be
vat een eenvoudige wijze van
berekening der geoorloofde pen
sionprijzen. Wegens gestegen
prijzen voor voedingsmiddelen
en de mogelykheid tot ruimere
rantsoenering, zijn geringe ver
hogingen toegestaan, welke, va
riëren van 2.50 tot 10 per
persoon per maand. Wegens de
ruimere brandstofvoorziening
als gevolg „van het bonvrij wor
den van sommige brandstoffen
en de recente verhoging der
brandstofprijzen, zal de kamer-
prijs een kleine verhoging mo
gen ondergaan.
Een opleidingsschip
voor de koopvaardij.
Zeer binnenkort is de aan
koop ts Eerwachten van een
groot opleidingsschip, waarop
de Nederlandse koopvaardijbe-
manningen onder auspiciën
van de Koninklijke Marine
op een eventuele oorlogstaak
zullen worden voorbereid.
Leraren en instructeurs van
marine en koopvaardij zullen
aan boord van dit schip cur
sussen geven in de behande
ling van het geschut, dat in
oorlogstijd op de koopvaardij
schepen zal worden opgesteld,
in convooivaren en alles wat
daarmee samenhangt, in het
gebruik van de middelen tot
eigen lijfsbehoud enz.
Het schip, waarop men het
oog heeft laten vallen, is het
voormalige landingsschip voor
tanks „Bruizer."
ALLES IN TRADITIONELE OMLIJSTING.
Ook dit keer een geschenk.
FEUILLETON
De boekenweek 1949 van 26
Februari tot 5 Maart zal geheel
het karakter dragen dat dit hoog
tepunt in de propaganda van het
Nederlandse boek de laatste jaren
heeft gekenmerkt.
Wederom wordt aan allen, die
tijdens de boekenweek voor f 3.50
contant) Nederlandse boeken
kopen, een geschenk uitgereikt.
Dit maal is dat de novelle „Twee
negerkopjes". Een jury bekroonde
deze novelle uit 12 inzendingen
voor de letterkundige boeken-
weekprljsvraag. De tekenaar G.
Douwe verzorgde de omslag en
maakte drie Illustraties bij de
tekst.
De novelle wordt verspreid In
een oplage van 152.000 exempla
ren-
.De traditie de lezers te doen deel
nemen aan een tweede prijsvraag,
wordt dit jaar eveneens voortge
zet.
Onder hen. die erin slagen te ont
dekken. wie de auteur van het
verhaal is, zullen 3 boekprijzen
a f 100— cn 50 prijzen a f 5.—
worden verloot.
Dc Jeugdultgave van dit jaar Is
een bundel gedichten, handelende
over een handwerk, een vak of een
beroep cn heet ..Dc muze en het
ambacht".
De verzen werden verzameld
door Victor E. vai\ Vriesland en
Han G. Hoekstra.
Het boekje is verlucht met de
portretten van de dichters en voor
zien van korte biografieën. De
bundel is bestemd voor jongens en
meisjes in de leeftijd van 14 tot
18 jaar en is tijdens de boeken
week in de boekhandel verkrijg
baar.
Voor jonge kinderen wordt een
kruiswoordpuzzle beschikbaar ge
steld verband houdende met het
boek. In een oplage van 90.000
exemplaren zal de boekhandel deze
puzzle gratis verstrekken.
De boekenweek wordt ingeluid
met de ook reeds traditioneel ge
worden litteraire gala-avond in de
Stadsschouwburg te Amsterdam op
24 Februari. De avond heet dit
jaar „Het boek ere de muzen".
Het programma van deze gala
avond. die wordt geopend met een
rede van mr, H. J. Reinink, secr.«
gen. van het ministerie van O., K.
en W.. vermeldt voor de pauze:
voordrachten van Albert Vogel Jr..
„de Naumachie" van Louis Cou
perus en Claudine Witsen Elias
Nederlandse verzen. Na de
pauze voert de Nederlandse opera
Maurice Ravels „L'Heurc Espag-
nole" uit.
Tertond na de voorstelling volgt
het schryversbal".
51
„Wil je daarmee soms zeggen,
dat ik nog een vrouwmens in
m'n huis moet nemen?!"
schreeuwde hij. „En dat terwyl
we er al twee hebben!"
Mengelberg zweeg plotseling,
want hij zag in, dat hij in zijn
woede al te heftig was gewor
den. „Ik bedoel natuurlyk
hm dat ik het verblijf van
m'n nichten hier bijzonder op
prijs stel, hm.."
Peter bemerkte, dat de kapi
tein terugkrabbelde en dat gaf
hem nieuwe moed.
„Natuurlijk, kaptein", zei hij
haastig, „de jongedames zijn
voor haar plezier hier en dan
kunt u niet verlangen, dat ze
zullen gaan dweilen, poetsen en
koken, maar een kleinigheid
zouden ze toch wel kunnen
doen, dunkt me. Tijd hebben ze
in overvloed en wat die juf
frouw Irêne betreft, die staat
toch de halve dag voor de spie
gel om zich maar mooi te ma
ken, is 't waar of niet, kaptein?"
„Dat gaat jou niet aan",
bromde Mengelberg.
„En juffrouw Beate heeft me
al eens gevraagd, of ze me niet
een beetje kon helpen", ging
Peter dapper voort. „Ze is op
de huishoudschool geweest, zei
ze, maar ik heb het aanbod
afgewezen, omdat ik niet wist,
of de kaptein het wel goed zou
vinden, dat de juffrouw hier
aan 't werk gaat. Ik heb haar
gezegd, dat ze de kaptein zelf
maar moest vragen, of hy het
toestond. Nou. dat heeft ze ze
ker niet goed gedurfd.."
„Wou je daar soms mee zeg
gen, dat mijn nicht bang voor
me is. jij verroeste ankerspil?"
Deze vertrouwde scheldnaam
van vroeger bewees Peter, dat
de stemming van de kaptein
lang zo slecht niet was als zijn
gezicht deed vermoeden. Daar
om knikte hij en zei: „Tjawel,
kaptein!"
Mengelbergs grijze snor trilde.
„Stuur juffrouw Beate bij me!"
beval hij.
Peter verdween met opvallen
de snelheid. De kapitein ijsbeer
de met grote stappen de kamer
op en neer, maar toen Beate
binnen trad, bleef hij plotse
ling staan.
„U wou me spreken oom'
vroeg ze zacht.
Mengelberg keek van onder
zijn borstelige wenkbrauwen
naar het tengere figuurtje van
zijn nichtje. Zo zo. dat kind
was dus bang voor hem. zoals
Peter beweerde. En waarachtig,
die ouwe kerel scheen gelijk te
hebben ook; ze beefde zowaar
%'oor hem.
„Waarom ben je zo benauwd
dervond ze vèel morele steun
bij de beoefening van haar
geliefde sport. Wij laten hier
onder haa<r voornaamste suc
cessen in diverse wedstrijden
volgen
Ronde van „Sas" voor da
mes twee eerste, een derde
en een vierde prijs. Ronde
van Temeuzen (dames) le.
Scheldewedstrijd Middelburg
Vlissingen 2e; Damme—Brug
ge (B.) 2e. Verder behaalde
zij eerste prijzen te Gent.
Brugge. Antwerpen, St. Gillis
etc.
RECORDPOGING.
In December j.l. deed zij
een aanval op het bestaande
Belgische record streekzwem-
men over 500 m.. dat op
naam stond van de Belgische
Yvonne van Kerkchove. Haar
recordpoging slaagde niet. Zij
bleef 3 sec. 8/10 boven het
record van haar rivale. Op
die avond was echter duide
lijk aan het licht gekomen
dat met een serieuze training
dit record van mej. van
Kerkchove te verbeteren was.
Dat Raymonda het daarom
lat cv nog eens zal proberen
staat wel vast.
Tweemaal per week gaat
zy naar Gent om te trainen,
dikwyls in gezelschap van
haar partner Johan van der
Steen eveneens uit Sas van
Gent, die ook goede succes
sen boekt.
Het is wel spijtig dat mej.
Vergauwen als Zeeuwsche cn
Nederlandse hoofdzakelijk
aangewezen is op België bij
haar training en aan 't deel
nemen van wedstrijden. De
Belgen gaan daarom al zover
haar als één der hunnen te
beschouwen, daar zij steeds
in wedstrijden uitkomt bij
onze Zuiderburen en ook lid
is van de Gentse Zwemvere
niging. De Belgen beschouwen
haar als de toekomstige Bel
gische kampioene!
Bestrijding werkloosheid
met woningbouw.
Naar de Belgische minister van
economische coördinatie in de Ka
mer verklaarde, zullen in het ka
der van de maatregelen, die de
Belgische regering neemt ter be
strijding van de werkloosheid, dit
jaar 21.000 woningen worden ge
bouwd waarvoor een bedrag van
fr. 2.6 milliard is uitgetrokken. Hot
bouwprogramma betekent de te-
Werkstelling van bijna 30.000 arbei
ders.
voor me?" snauwde hy het
meisje toe.
„Ik., ik bfn helemaal niet
benauwd oom".
„Ach kom, je staat te bibbe
ren als een riet. Ben ik dan een
kannibaal of zoiets?"
„Nee, oom.."
„Nou, dan! Waarom heb je
Peter aangeboden om hem in
de huishouding te helpen? Voor
de dag ermee! Bevalt 't"e hier
niet? Ik verlang een eerlijk
antwoord op m'n vraag. Ju of
nee?"
„Nee, oom Jules".
Beate bracht het antwoord
er met moeite uit en angstig
keek ze naar het gezicht van
haar grimmige bloedverwant.
Toen gebeurde er echter plot
seling iets onverwachts. De ka
pitein barstte in een daverende
lach uit, gaf Beate een zo ge
voelige klap op haar schouder,
dat ze door haar knieën knikte
en riep: „Mij ook niet, ha, ha!"
Na deze verrassende wending
in het gesprek duwde hij Beate
op een stoel en begon hij haar
zijn wensen voor te leggen. Sa
bine Reuders huisinrichting
zweefde hem als een ideaal voor
de geest en dat zei hy dan ook
onomwonden.
Beate antwoordde al even
vrijmoedig. „Om uw huis de
zelfde sfeer te geven als dat
van juffrouw Reuder, daar is
meer voor nodig dan enkel wat
nieuwe meubelen en zo, oom.
Dat is niet in een paar dagen te
.veranderen.
Maar wel zou het hier in zeer
korte tijd wat behaaglijker te
maken zijn".
„Kom dan op met je voorstel-
lap. meisje. Maak maar s eens
een lijstje op en vertel me, wat
dat alles moet kosten. Je be
hoeft er geen doekjes om te
\yinden".
„Ik., ik zou eerst eens een
paar dingen met Peter willen
bespreken, oom".
„Waarom? Nou, voor mijn
part".
Daarmee werd Beate ontsla
gen. Ze spoedde zich naar Pe
ter Liesegang, die ze in de keu
ken vond. Na een paar inleiden
de woorden vernam ze, wat ze
wilde weten. Er was zilver cn
goed, oud porcelein in huis,
evenals behoorlijke vitrage. Al
leen was alles in kisten en kof
fers verpakt, toen de kaptein
besloten had voortaan als een
kluizenaar te gaan leven.
Beate liet zich papier en pot
lood geven. Daarna zei ze: „En
laat me nu alles maar eens 7.ien,
Peter".
(Wordt vervolgd)
Zeeuwen in de Oost
Op patrouille
Piet Kramer -uit Colynsplaat
is, zoals dat wordt genoemd
ingedeeld bij de zandhazen. Dat
is vooral in de tropen geen
pretje, maar met wat goede wil
en echte Zeeuwse taaiheid ko
men we er wel, aldus Piet. En
dat is ook wel aan te nemen.
Hij heeft het best naar de zin,
alleen een grote hekel aan pa
trouille. Het is in het leven zó.
dat vele merfeen juist datgene
meermalen moeten doen waar
aan ze een hekel hebben. Zo is
het ook met Piet. Gaat er een
patrouille op stap dan is hij er
gloeiend bij en dan maar tippe
len jongens!
Iedere patrouille is weer anders.
Soms is niets te beleven maar
daar tegenover bij de andere
patrouilles des te meer. ..Zo
kreeg op een kwade dag", ver
telt Piet, „onze groep opdracht
een dne daagse patrouille te
maken. Er werd vanzelfspre
kend weer een hartelijk woord
je gekankerd. Maar de dienst is
onverbiddelijk, dus gingen we
op pad.
Alles ging tamelijk vlot en 't
terrein was niet zo zwaai'. Toen
echter dook het noodlot voor
ons op in de vorm van een
kali (rivier). Daar moesten we
over, hetzij nat of droog. Wc
konden kiezen: zwemmen o£
over een paar olieleidingen lo
pen. We kozen het laatste, want
een hele tijd met een nat pak
lopen is ook geen pretje.
Ik voelde me net als 'n acro
baat in het circus, tóen ik
ever de leiding liep", zo vertelt
Piet verder. „Een paar maal
dacht ik eraf te duikelen, maar
dat viel mee. Het terrein werd
daarna veel zwaarder. Soms
moesten we honderden meters
over omgekapte boomstammen
stappen.
We hadden enkele noodrant
soenen meegekregen, maar ook
diverse dingen in blik, welke
door de kok nog moesten wor
den klaargemaakt.
Eén uit de troep was zo vrij
geweest om zich kok te noe
men en hij moest dan ook de
spullen klaarmaken. Dit gebeur
de op zeer bijzondere wijze,
want hij gooide alles door elk
aar, zodat we soms niet kon
den proeven of we havermout
pap of bruine bonensoep aten.
We sliepen waar het gelegen
kwam; één van de nachten la
gen we in een soort huis. De
ratten tippelden vrolijk over
onze klamboe (muskietennet)
en zelfs probeerden ze om ons
onder de klamboe gezelschap te
komen houden.
De laatste dag kwamen wc
op een weg waar we een stel
karbouwen aantroffen. We be
sloten deze dieren als vervoer
middel te gebruiken. De oppas
ser van de dieren vertelde ons
waar hy moest zijn en dat bleek
vlak bij ons detachement te 0
zijn. Zo zaten wij, besluit Piet.
daar het laatste stuk van onze
patrouille op de rug van een
karbouw, wel niet gemakkelijk
maar voor een zandhaas al een
hele luxe".
Piet groet langs deze weg fa
milie en bekenden van harte cn
hoopt op een spoedig weerzien.