KERSTEVANGELIE
Geen mens
ontloopt zijn
Kerstmis
Het Christuskind
in de kunst van het
Verre Oosten
TWEEDE BLAD
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
VRIJDAG 24 DECEMBER 1948
Kerstvertelling dooi
BERT VOETEN
Teewus ontweek voor de
derde maal een met denne-
groen versierde driepoot van
het Leger des Hei Is en toen
hg de hoek om sloeg, stak
een kleine dikke man hem
met de top van een spar bijna
een oog uit.
„Kunt u niet kijken waar
U loopt?" vroeg hg nijdig.
.,Wat een opgeruimd portret
ben jij", blafte het mannetje
terug. En ruzieachtig voegde
hy er aan toe: „Heb je er
soms bezwaar tegen dat ik 'n
kerstboompje voor m'n kinde
ren mee naar huis neem?"
Daar komt herrie van,
dacht Teewus, die zag dat er
al mensen bleven staan. Hg
had lust om „ja" te zeggen
en te betogen, dat hij het al
lemaal nonsens vond, senti
mentele koek. Maar de kleine
prop keek hem tussen de tak
ken door zo verontwaardigd
aan, dat hij de wijste partij
koos en doorliep. Met pakjes
beladen vrouwen gingen hem
haastig voorbij. Op de hoek
van een zijstraat stond een
kar me' hulst. En hij kon
geen winkel passeren of hij zag
kerststalletjes, sterren van
Bethlehem, dozen vol helrode
kaarsjes, zilveren ballen en
engelenhaar. Voor de uitstak
kasten van een warenhuis ver
drongen zich tientallen kinde
ren. Toen hij een blik wierp
op de petjes en de ysmutsen,
ontdekte hij een winterland
schap waarin sprookjesfiguren
en speelgoedbeesten met dwaze
hoekige bewegingen rondwan
delden. Een electrische trein
schoot met koplichten aan een
tunnel uit en boven op een
berg van papier-maché stond
een groepje ouderen, dat ken
nelijk evenveel plezier aan het
schouwspel beleefde als de
kleinen; dan stak hij haastig
over en stevende de hal van
het reisbureau binnen. Langs
de wanden gleden skiërs over
hagelwitte vlakten, alpinisten
hingen boven afgronden; een
juffrouw op kunstschaatsen
deed halsbrekend werk en an
dere affiches, in helgele en
rode tinten, nodigden de be
zoeker uit zijn vacantie door
te brengen in het Zonnige
Zuiden.
Teewus had er geen oog
voor. Zijn plan was al ge
maakt: hij wilde zo gauw mo
gelijk uit dat kerstgedoe van
daan. Kerstmis in Nederland...
Hij moest er niet aan denken.
Ze waren hier toch al zo hui
selijk en in December ging
daar nog een schepje op. Je
moest visite ontvangen, de
kaarsjes aansteken en het
licht uitdraaien, liedjes zingen,
groc drinken en gans eten en
luisteren naar de mensen, die
eensklaps plechtig en geroerd
meenden te moeten doen.
Niks voor hem. Trouwens, wat
bond hem hier? Hg was niet
getrouwd. Hij had geen meis
je. Familieziek was hij alles
behalve. En bij zijn vrinden
kwam hij niet over de vloer
met Kerstmis. Uit principe
niet. Hij wilde de stemming
niet verstoren. Daarom trok
hg er tussenuit. Tot en met
Nieuwjaar naar Zuid-Frank
rijk. Als hij terugkwam, zou
den de mensen tenminste al
lemaal weer hun gewone ge
zicht hebben.
En het geschiedde in diezelfde dagen, dat er een gebod uitging van
den Keizer Augustus, dat de gehèele wereld beschreven zoude worden.
Deze eerste beschrijving geschiedde als Cyrenius over Syrië Stad
houder was.
En zij gingen allen om beschreven te worden, een iegelijk naar zijn-
eigen stad.
En Jozef ging ook op van Galiléa. uit de stad Nazareth, naar Judéa
tot de stad Davids, die Bethlehem genaamd wordt, (omdat hij uit
het huis en geslacht Davids was),
om beschreven te worden met Maria, zijn ondertrouwde vrouw, welke
bevrucht was.
En het geschiedde als zij daar waren, dat de dagen vervuld werden,
dat zij baren zoude;
en zij baarde haren eerstgeboren zoon, en wond hem in doeken, en
leide hem neder in de kribbe, omdat voor hen geene plaats was in-de
herberg.
En daar waren herders in diezelfde landstreek, zich houdende in het
veld, en hielden de nachtwacht over hunne kudde.
En zie, een Engel des Heeren stond bij hen. en de heerlijkheid des
Heeren omscheen ze. en zij vreesden met groote vreeze.
En de Engel zeide tot hen: Vreest 'niet, want zie. ik verkondig li
groote blijdschap, die al den volke wezen zal;
namelijk dat U heden geboren is de Zaligmaker, welke is Christus
de Heere, in de stad Davids.
En dit zal U het teeken zijn: gij zult het kindeken, vinden in doeken
gewonden en liggende in de kribbe.
En van stonde aan was daar met den Engel eene menigte des hemel-
schen heirlegers, prijzende God en zeggende:
Eére zij God in de hoogste hemelen en vrede op aarde, in de menschen
een welbehagen.
In de D-trein naar Pargs
trof htj het niet. Tegenover
hem zat een oudere dame tn
zwart bont, die hardnekkige
pogingen deed om een ge
sprek te beginnen. Ze zei dat
ze Kerstmis ging vieren by
haar kinderen in Mons en be
schreef uitvoerig de familie
verhoudingen, terwijl Teewus
zich vastbeet In de avonturen
van de Ierse detective O'Mal-
ley.
„Mag ik ook weten wat u
leest?" vroeg de dame.
„De moord in de 42ste
straat" siste Teewus.
„Ik moet u eerlgk zeggen,
dat ik die misdadigersverha-
len niet kan verwerken en
zeker niet op Kerstmis. Ik
lees elk jaar de Kerstzang
van Dickens en telkens pakt
het me weer. U zou
„Excuseert u me", zei Tee
wus, zich dwingend om be
leefd te bljjven. Hij vluchtte
naar de corridor en bleef er
tot de trein het Brusselse
station binnenliep. Daar hield
men hem bussen „Voor het
Kerstfeest der Armen" onder
de neus; een reusachtige,
verlichte spar spreidde er zijn
takken uit en voor hy in de
trein naar Parijs zat. moest
hij een lawine van mensen
met pakjes trotseren. In Pa
rgs was het nog erger. De
stad wemelde van Kerstman
nen. Vrachtauto's vol kal
koenen reden naar de mark
ten. Glinsterende sneeuw
dwarrelde omlaag ach tea- de
spiegelruiten van een waren
huis. Teewus liep een bio
scoop binnen, maar ging niet
eens zitten, want het jour
naal gaf flitsen van de toe
bereidselen voor het Kerst
feest in verschillende landen.
Tijdens de rit met de nacht
trein naar het Zuiden, dom
melde hij in. Maar hij schrok'
telkens wakker, omdat hg
meende dat er kerels met
aangeplakte baarden en rode
puntmutsen zgn coupé bin
nenkwamen. Enfin, dacht hij,
als het dag wordt is het
voorbij. Aan de .Middelland
se Zee zullen ze me niet meer
belagen met Kerstbomen, na-
maaksneeuw en snaterend ge
vogelte.
Op het station van bestem
ming een kleine badplaats
aan de Cóte Vermeille
stapten buiten hem slechts
twee mensen uit. De zon
scheen wel, doch er woei een
koude wind en zgn stemming
werd er niet beter op, toen
bleek, dat er geen gediensti
ge was om zijn bagage naar
het hotel te brengen. Hijgend
en tot de hals vol bitterheid
kwam hy daar aan. Een bad,
een goede maaltyd en een
halve fles wyn kunnen ech
ter wonderen doen. Teewus
beaamde dat. Hy voelde zich
na die genietingen een stuk
opgeknapt. De mensen waren
beminnelijk. Zyn kamer gaf
uitzicht op zee. Wat zou hy
meer wensen? Het was nu
24 December; de klok in de
hal wees drie uur en van
Kerstmis bad hij hier nog
niets bespeurd. Ze deden er
natuuriyk niet aan. Bemer
kend, dat het zoontje van de
hotelier reeds enige tijd om
hem heen draaide, vroeg hg:
„Wat is er ventje, vertel het
eens?"
Zgn vader kwam er by en
moedigde hem aan: „Je kimt
het gerust vragen aan mon
sieur. Hg weet het, want hg
komt uit Holland."
De kleine bloosde. „Als u
uit Holland komt, monsieur,
moet u hem onderweg ge
zien hebben. Bent u hem te
gengekomen
„Wie bedoel je, kereltje?"
Teewus glimlachte en de va
der ook.
„Père Noël natuuriyk", zei
de jongen, „de Kerstman. Die
woont immers in het Noor
den? Maar vannacht komt hy
ook hier. nietwaar Papa?"
„Vast en zeker", zei de
hotelier met een knipoogje
naar Teewus, die niet wist
waar hg blijven moest. Je kon
toch tegen zo'n ventje niet
zeggen, dat je er nachtmer
ries van gehad had. dat je
speciaal hier naar toe geko
men was om je te Isoleren?
En het kind bleef hem intus
sen met grote ogen aankij
ken. Het scheen hem als een
soort afgezant van 't Kerst
mannetje te beschouwen. Voor
wie ben ik eigenlijk op de
vlucht geslagen, vroeg Tee
wus zich af: voor die sprook
jesachtige figuur in rood en
.wit of voor mezelf, voor mgn
eigen gevoelens?
„En óf ik Père Noël gezien
heb", hoorde hg zichzelf zeg
gen. „Hij liep in een groot
bos, met een grote, zware zak
op zgn rug. En wat denk je
dat daar in zat?"
„Een auto met een gara
ge voor my", juichte 't kind.
„Goed geraden", zei Tee
wus en hg stak twee vingers
tussen zgn boord, omdat hy
het eensklaps verschrikkelijk
warm kreeg. „En als je mor
genochtend wakker wordt,
moet je maar eens onder de
schoorsteen gaan kijken. Hg
zal je zeker niet vergeten."
En wèg was -hg, naar bui
ten. De opgewonden kreten
van de kleine in zgn oren.
Hij schold zichzelf voor sen
timenteel. Driftig stapte hy
tegen wind m langs het
strand, dat zich verlaten voor
hem uitstrekte. Op zgn hor
loge kgkend, bemerkte hy,
dat het tegen vieren liep. Ja,
dan moest hy toch nog even
langs de speelgoedwinkel om
een auto voor dat ventje te
kopen. Hij had het tenslotte
beloofd. En toen hy met het
pak onder de arm naar zgn
hotel ging, voelde hy zich
opgelucht en byna gelukkig.
En hij dacht aan Kerstmis
in Nederland.
(Van onze
kunstmedewerker)
Nu men ln de dagbladen
by herhaling leest, dat het de
Cnristengeneraal Tsang Kal
Sjek in China niet voor de
wind gaat, worden onwille
keurig de gedachten in deze
Kersttgd getrokken naar die
Oosterse landen, waar millioe-
nen Christenen de geboorte
•van hetzelfde kind vieren, zij
het dan in geheel andere om
standigheden. Dat zich in deze
landen een specifieke uitdruk
kingsvorm in de beeldende
religieuze kunst naar voren
heeft gedrongen, hopen we
hieronder te laten zien.
Vooral in de laatste jaren
heeft de Christelgke kunst
ln- Europa een belangrij-
kt voorwaarts gemaakt,
rll< .'se bewondering vraagt.
In i hernieuwde Japan, dat
eindelijk is verlost van zijn
Sjogoenaat, dat de „heilige
zon" en het „eeuwige
zwaard" als propagandamid
delen toepaste, worden thans
iaariyks tentoonstellingen ge
houden van kunstwerken, die
zijn geïnspireerd op 't Chris
tendom en ook door niet-
Chri stenen blijkens de be
richten worden gewaar
deerd. In China bestaat (be
stond) aan de Katholieke uni
versiteit te Peking een schil
derklasse voor Christelijke
kunst, die onder leiding stond
van' de beroemde Lukas Chen,
die er naar streefde in die
kunstrichting een hoge mate
van levendigheid te brengen.
In vele andere missie- en zen-
dingsgebieden zoals in Korea,
Indo-China. Indonenesië cn zelfs 1
by de nateuurvolken in de
Stille Zuidzèè wordt een in
heemse Christelgke kunst
aangemoedigd en algemeen
erkend.
IN INDIA.
De Indiër Angelo da Fon-
ca heeft zich het scheppen
n een Indisch-Christelrjke
schilderkunst ten doel gesteld
en lean als de grootste kun
stenaar op zyn gebied wor
den gekenschetst. Deze kun
stenaar, die onder andere
werd opgeleid door dr. Aba-
nindrath Tagore, een neef
van de dichter, heeft de bg-
beise verhalen en gebeurte
nissen „vertaald" in de uit-
drukkingsmogeLgkheden van
zijn eigen land. Zo is van
hem bekend een schilderij
van het „Heilig Hart", waar
op Christus staat afgebeeld
als een Voor-Indiër. De ge
boorte van Christus en het
eerste Kerstfeest in de stal,
spelen zich niet af in Beth
lehem, doch in Voor-Indië.
De voorstelling van de Drie
Koningen leent zich uit de
aard der zaak zeer voor een
sprookjesachtige „Indische"
afbeelding.
Van een kunstenaar uit
Kambodsja is een schitterend
mooie kruisiging bekend, waar
bij de gekruisigde omgeven
is door een viertal klaagvrou
wen, die gehuld zgn in Kara-
toodsjaanse prinsessengewaden
en wier hoofd is gedekt door
fraaie puntige mutsen met
goudbrocée.
IN JAPAN.
Een ieder, die iets heeft
fezien van de Japanse prent-
unst (waarvan weer fraaie
staaltjes tentoongesteld zgn
in hét Stedelijk Museum te
Amsterdam) kan zich een
voorstelling vormen op welke
wijze de Japanse penseelkun-
stenaar een innig gebeuren
als de geboorte in de stal
zal afbeelden. Zo geeft Kl-
miko Koseki een Maria met
kind geschilderd op zyde.
waarbij moeder en kind in
Japanse kimono's zgn afge
beeld en het kribje oen bam
boe mandje is. Op de achter
grond ziet men de besneeuw
de Fuchi Yama.
DE WAJANG.
In onze overzeese gebiedsde
len in het Oosten zgn talrijke
kunstenaars, die de By bel als
bron van inspiratie gebruikten.
Bekend is Raden Xaver Bas-
soeki Abdullah, die bgvoor-
beeld kruiswegen schilderde,
waarbg Christus en de om
ringende figuren afgebeeld
zgn als wajangpoppen, zoals
die in het Javaanse spel wor
den gebruikt
Hoewel ons deze wgze van
afbeelden in het begin Iets
vreemd aandoet, zal men bg
nadere overdenking moeten
toegeven, dat de Oosterse vol
ken van onze wijze van af
beelden even wonderlgke ge
dachten moeten krijgen. Im
mers wat ons als vreemd treft
by anderen, doen we zelf in
onze Christelijke kunst in ho
ge mate. Vele van onze pri
mitieve meesters beeldden net
Kerstgebeuren af. spelend in
onze gebieden, Maria en Jozef
in „modem" costuum, de hei
ligen in de klederdracht van
geesteiyken of ridders.
Madonna's en apostelen
werden en worden afgebeeld
met een Italiaans, een Neder-
3jns of een Nederlands ge-
cht en tegenwoordig ziet
men ln hoogblonde madonna
figuren niets vreemds meer.
wat de wgze van weergeven
betreft, kunnen we onze Oos
terse mede-Christenen dus
niets verwgten. Neen, integen
deel, we kunnen van de gro
te piëteit, waarmede de hoge
gebeurtenissen uit het leven
van Christus zgn geschilderd,
nog veel, zeer veel leren
(Nadruk verboden).