„De wapens moeten beslissen"
PV
Met de „Goeree"op
mijnenjacht
de
Waar is jane Grey?
i WÈÊÊË ÊM
Een liquidatie-stemming
in Indonesië
Dialect-onderzoek
in Zeeland
Vrees voor Joodse industrie
en sociale vooruitgang
Successievelijk worden de
Zeeuwse wateren
schoongeveegd
TWEEDE BLAD
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
DINSDAG 30 NOVEMBER 1948
Waarom willen de Arabiereq
niet over Palestina
onderhandelen?
Het Pan-Arabisch wereldrijk
(Van onze correspondent te Parijs.)
Twee jaren geleden zei Jamal Effendi Husseini. één der leiders van
de Hoge Arabische Raad voor Palestina, die door de Groot Moefti
van Jerusalem wordt beheerst, tegen de Anglo-Amerikaanse com
missie van onderzoek: „Reeds vaak werd het lot der volkeren door de
wapenen beslist. Ook in Palestina zullen de wapenen tussen Joden
en Arabieren het laatste woord spreken".
Het ging toen nog slechts over Trumans voorstel om 100.000 Euro
pese Joden, die zich uit de vernietigingskampen van Hitier hadden
kunnen redden toestemming te geven zich in Palestina te vestigen.
De meerderheid van het wereldjodendom was toen nog niet voor de
gedachte van een eigen Joodse staat gewonnen en had genoegen ge
nomen met het opnemen in Palestina van de allerergste slachtoffers
van de tweede wereldoorlog, zonder pertinent een wijziging van de
status quo van het Heilige Land te verlangen. Doch de Arabische
tegenstand betekende tevens het einde van de vergeefse Britse ver
zoeningspogingen.
volk. doch in feite uitsluitend een
vrij kleine groep feodale Effendi'g.
die pogen hun historische voor
rechten en rijkdommen zeker te
stellen. Daarin kunnen zij alleen
slagen indien het grootgrondbezit
gehandhaafd blijft in zijn huidige
vorm.
Ook daarom zien de Arabische
leiders met misnoegen en wan
trouwen, hoe de industriële revolu
tie van Palestina gepMrd gaat
met een sociale evolutie"die straks
ook de sociale structuur van hun
eigen land volkomen zou kunnen
wijzigen. Ook dit is een reden
waarom de leiders van de Arabi
sche Liga willen doorvechten en
tegenstanders zijn van elk compro
mis. Een gevolg van hun domweg
vasthouden aaft verouderde econo
mische begrippen is. dat het com
munisme hier een vruchtbare voe
dingsbodem vindt. Daarover mo
gen we het eens zijn! En daarvan
zouden we nog wel eens veel na
righeid kunnen beleven. vooral
omdat het niet te miskennen is.
dat ook het Joodse Palestina rijk
is aan rode cellen en communes.
(Nadruk verboden).
Paul Kiès komt voor.
Paul Kies, 53 jaar oud, van
beroep journalist en wonende
te Amsterdam, moet op Dinsdag
30 dezer voor het bijzonder ge
rechtshof te Leeuwarden terecht
staan. Er zijn in deze zaak 24
getuigen gedagvaard. Zoals men
weet, was Kies voor de oorlog
lid van de S.D.AJP., waarin hij
scheuring teweeg bracht door
het oprichten van de T.B.N., de
Troelstra-beweging-Nederland.
De ten laste legging is zeer uit
voerig en beslaat 17 getypte
vellen. Er blijkt uit. dat hij in
het tijdvak tussen Mei 1940 en
Mei 1945 opzettelijk, aanvanke
lijk als leider van de op groot
Germaansch standpunt "staande
Troelstra-beweging, en later
deel uitmakende van de lande
lijke leiding van de groot-
Duitse beweging, de N.S.D.A.P.
gesteund heeft in haar poging
Nederland onder Duitse macht
te brengen. In 1941 stelde hij
dr. Volkmar voor alle partijen
te ontbinden en de N.S.D.A.P.
open te stellen voor Nederlan
ders.
Juist door de Arabische tegen
stand d he' wereldjodendom
definitief gewonnen voor de
dachte voor een eigen. Joodse
staat. In plaats van een langzame
overgang naax zelfstandigheid
Joods-Arabische samenwerking
kwam er een openlijke oorlog, die
de Arabische staten tot nu toe
grote offers heeft gekost: behalve
700.000 Arabische vluchtelingen
veroorzaakte de oorlog grote finan
ciële en militaire lasten. In feite
hebben de wapens volgens de
wens van Jamal Effendi Husseini.
reeds brslist. want na de venijni
ge worsteling, die aan beide zijden
met volle hevigheid is gevoerd en
waarbij meer doden zijn gevallen,
dan de wereld zich tot nu toe durft
te realiseren, staat de militaire si
tuatie in Palestina voor de Arabie
ren zwak, tot zeer zwak.
WAAROM NIET?
Men vraagt zich af. nu de oor
log tot nog toe voor de Arabieren
zeer onvoordelig is geweest en de
finanoië.' - lasten ongemeen hoog,
waarom zij nog in het geheel
geen geneigdheid tot onderhande
len tonen. Daarbij spelen mystieke,
nationale en religieuze oorzaken
een rol. De Arabieren zien in Pa
lestina niet alleen al meer dan
2000 jaar hun natuurlijke invloeds
sfeer, doch vooral „het heilige
land,", de heilige aarde der mos
lems. minstens even belangrijk als
Mekka. Terwijl het moderne
Zionisme zich steeds meer van de
religie distancieert. staat de poli
tiek der Arabische volkeren nog
steeds in de invloedssfeer. vay het
Mohammedaanse geloof, in 't te
ken van de religieuze mystiek van
de Islam.
Vooral di zijn historisch-reli-
gieuze betekenis is Palestina in
het oog der Arabieren de zuil,
waarop straks het pan-Arabische
wereldrijk, dat zich moet uit
strekken van Dakar tot Bagdad,
moet rusten.
Hoe fantastisch dit plan In het
kader der bewezen Arabische
zwakte ook lijkt, mag men toch
zijn betekenis als impulse en
richtsnoe: der Arabische politiek
niet onderschatten.
In het bijzonder onder de Ara
bieren, die nog onder vreemde
heerschappij leven en zo gaarne
de macht der vrije Arabische sta
ten verhonderdvoudigen is de
droom van het pan-Arabische rijk
urgent. De onrust onder de Noord-
Arfikaanse Arabieren is b.v. ge
deeltelijk een gevoV van het plot
seling zo acuut geworden verlan
gen naar een eigen staat in de
pan-Arabische levensruimte. Voor
al bij de Arabieren, waar dromen,
nationalisme, opkomend commu
nisme c-n mystiek zich doorecn-
strengelen. kunnen dergelijke ver
langens gevaarlijke gevolgen heb
ben, zowel voor zich zelf als voor
anderen.
ECONOMISCH ONDERSCHEID
Als achtergrond van het feit, dat
de Arabieren niet tot onderhande
lingen zijn t bewegen, moet men
eveneens in ogenschouw nemen 't
fundamentele onderscheid tussen
de economische plannen van par
tijen.
zocht verklaarde de woordvoerder:
,45e Arabieren in Palestina hebben
uitsluitend de landbouw op bet
oog en wensen industrie-producten
in te voeren, terwijl de Joden
reeds bezig zijn een sterke in
dustrie op te bouwen". Kort en
nuchter is hiermee wel de voor
naamste hindernis geconstateerd,
waarom directe onderhandelingen
door de Arabieren niet worden
gewenst.
Inderdaad willen de Joodse eco
nomen van Palestina een industri
eel blowerk maken. „Israël zal het
Zwitserland van het Midden-Oos
ten worden", aldus verklaarde o.
a. dr. Weismann en hij bdeoelde
daarmee, dat Israël zal pogen om
het gehele Midden-Oosten van
eindproducten te voorzien. De hele
in- en uitvoerpolitie'.; is hierop
reeds ingesteld. Vrijwel uitsluitend
is de invoer van ruwe materialen
toegestaan. Ondanks de officieel
geproclameerde boycot van Jood
se producten worden in de Arabi
sche landen nog steeds Israëlise in
dustrieproducten verkocht, vooral
pharmaceutische artikelen. De
zwakke en bloedarme Arabische
industrie vreest natuurlijk de
Joodse concurrentie, wat wel dui
delijk naar voren komt in de on
langs gesproken woorden van de
minister van financiën van Egyp
te „Het is mijn plicht de Arabi
sche landen te wijzen op de ge
vaarlijke en hevige concurrentie
van de Zionistische industrie. Wij
moeten onze eigen industrie be
schermen, willen we niet het ge
vaar lopen haar door de Joodse
gewurgd te zien",
FEODALE REGIEM.
Er komt nog iets bijin de Ara
bische landen regeert niet het
jprjM
w iplwr 'M j
üi^
«ao
A,. - -
hPMmIBPII
Weinig vertrouwen in Djocja.
(Van onze correspondent te Medan)
Wanneer men ons vraagt: hoe ls nu de stemming onder de
Nederlanders in Indonesië en men wil een eerlijk antwoord,
dan kan ik niets anders en niets beters zeggen dan: er heerst
een liquidatie-stemming. Misschien heeft men geen gelyk en
misschien is die stemming maar van tijdelijke aard, maar dat
z\j bestaat, is boven iedere twijfel verheven. Men koestert
overal het gevoel „dat het afloopt" in Indonesië en daar be
doelt men dan mee, dat het slecht afloopt.
Sombere verwachtingen.
Soms wordt een sprookje werkelijkheid. Onlangs is een Deense
vrouw gestorven, van wie vermoed werd, dat ze zeer arm
was. Ze liet echter een vermogen van 3 millioen Deense kro
nen na. ongeveer 600.000 do Hars.
In Denemarken had ze geen verwanten en een verre neef in
Chicago heeft daardoor het vermogen geëefd. De gelukkige
erfgenaam, chauffeur van een melkwagen, wordt door zijn ka
meraden hartelijk gefeliciteerd.
De nieuwe directeur van de
Unesco.
De Mexicaan J. Torzps Bodet is met
30 van de 35 uitgebrachte stemmen,
w.-.aronder twee blanco, tot direc
teur-generaal van de Unesco (de
organisatie der V.N. voor onder
wijs, wetenschap en cultuur) geko
zen.
Jaime Torres Bodet is in 1902 te
Mexico City geboren.
In 1922 kwam hij in dienst van
het departement van openbaar on
derwijs als hoofd van de afdeling
der bibliotheken en twee jaar na
dien werd hij benoemd tot profes
sor in de Franse letterkunde aan
de faculteit van letterkunde.
Van 1943 tot 1946 was hij minis
ter van openbaar onderwijs. Sedert
1 Dec. 1946 is hij minister van bui
tenlandse zaken.
Torres Bodet. die doctor honoris
causa is van verscheidene Ameri
kaanse universiteiten, is tevens een
talentvol romanschrijver en dich
ter.
ZWARTE BAL IN TOP
Zwaar werk in een notedopje
„Switch on!" Kortaf klinkt het bevel over de „Goeree", een rode
wimpel, die halverwege de mast hangt, gaat naar boven en dan
begint de op het achterdek van de mijnenveger opgestelde diesel
motor op volle toeren te draaien om stroomimpulsen te geven aan
een langwerpig voorwerp, dat door het schip wordt gesleept en dat
uit de verte op een boomstam lijkt. Het is de z.g. M.V.S., die een
magnetisch veld „uitzet" om de verraderlijke magnetische mijnen
aan te trekken en in het water te laten ontploffen.
Het eerste, wat de vierjarige
Minke Wuite bij aankomst op
bet vliegveld La Guardia bij
New York deed, was haar
klompjes uittrekken, die haar
na de lange reis van Amster
dam wel een beetje waren gaan
knellen. De familie Wuite, be
staande uit vader, moeder, 2
jongens en 2 meisjes, is uit
Warga in Friesland naar de
Ver. Staten geëmigreerd, waar
zjj zich in New Berg (Oregon)
zal vestigen.
Zoals de boer zijn land beploegt.
zo trekken de mijnenvegers, die
thans in Vlissingen zijn gestation-
neerd, sedert twee weken dag in,
dag uit „baantjes" door bepaalde
gedeelten van de Zeeuwse wate
ren, waar de aanwezigheid van
mijnen wordt vermoed. Vaak meer
dan éénmaal over dezelfde strook,
soms zelfs 13 keer. Een saai werk?
Integendeel, want het legt de be
manning de plicht op voorturend
op haar qui-vive te zijn, het eist
inspannend nauwgezet manoeuvre
ren, terwijl de onzekerheid wat er
een volgend moment kan gebeu
ren, de spanning er in houdt. Want
het werk is zeker niet van gevaar
ontbloot. „Dat wordt nog te wei
nig beseft", vindt luit. ter zee 2e
kl. H. Hopman, commandant van
de „Goeree", waarmede wij deze
dagen een tocht hebben meege
maakt.
IN OPTOCHT.
Wanneer deze mijnenvegers "n
erfenis van de Duitsers naast
de logge „Vulkaan" in de Vlissing-
se haven liggen, zijn zij maar nie
tige notedopjes. Maar niet zodra
zijn zi] „los" en varen zij langs de
boulevard of zij worden wereldjes
op zichzelf, waarop de 26-koppige
bemanningen eensgezind een lange
en moeilijke werkdag beginnen.
Het eerste zware karwei komt
overigens hoofdzakelijk voor re
kening van het „Vulkaan"-perso-
neel: de bevestiging van de M.V.S.
aan het schip. Dat 17-tons gevaarte
heeft een rond oppervlak en je
moet niet bang zijn uitgevallen om
daarover te wandelen, wanneer de
staaldraad en de stroomkabels
midden op de Schelde bevestigd
moeten worden. Wanneer wij later
met een 13-mijls vaart naar de
Deurlo gaan en de Walcherse dui
nen langzamerhand zien wijken, is
een ware optocht gevormd: eerst
de mijnenveger, dan op enige af
stand van elkaar de drijvers om de
kabels omhoog te houden, vervol
gens de M.V.S., waartegen het
schuim hoog opspat en tenslotte
een rode kogel, die zijn voorgan
ger in toom houdt. Ook de „Room
pot" en de „Schouwen" worden
door vier schuimbergjes gevolgd,
maar de „Walcheren" heeft geen
last te torsen, want dit vaartuig
dient deze keer voor verkenning
en het uitzetten van boeien.
Wanneer om 10 uur de eerste
met gekleurde vaantjes getooide
boei gepasseerd wordt en wij dus
in het te vegen gebied zijn geko
men, nemen de schepen een an
dere formatie in (ltn. Hopman is
daarover divisiecommandant) en
begint de seiner met zijn vlagge-
tjesspel. Voorlopig gebeurt er ech
ter niets, want de Hanomag-die-
selmotor, die 15 ampère levert,
vertoont nukken. In korte tijd
heeft de sergeant-machinist echter
het euvel opgespoord en verhol
pen en dan kunnen voor de eerste
maal de rode vlaggen omhoog
gaan.
BEPERKTE RUIMTE.
Drie mijl uit de kust begint nu
het vegen en het geschiedt gron-1
dig: geen enkele vierkante meter
mag worden verwaarloosd. Boei na
boei wordt gepasseerd en wanneer
de laatste achter ons ligt wordt
rechtsomkeerd gemaakt en begint
het werk opnieuw. Iedere huis
vrouw kan daarvan nog leren
Een mijnenveger is geen zeekas
teel en men kan er geen riante
verblijven verwachten. De ruimte,
waar wij een maaltijd klaar vin
den staan en waar de korporaals
en manschappen moeten slapen,
eten en in him weinige vrije tijd
zitten, doet haar naam dan ook
geen eer aan: je hebt moeite elk
aar te passeren. Enkele mannen,
die vrij van dienst zijn, slapen een
uurtje, andere eten en komen onr
derwijl trots aandragen met de
werkstukken, die zij 's avonds in
elkaar knutselen, zoals modellen
van hun schip cn een mat van uit
geplozen touw. Zij zijn uit het goe
de Hollandse hout gesneden, want
zij kankeren wel eens op dit en
dat, maar lopen er de kantjes niet
van af. De enige keer. dat wij hen
de lijn zagen trekken, was bij het
inhalen van de boeien en toen ge
beurde dat nog letterlijk.
„Ik heb respect voor mijn man
nen. dat zij onder zulke moeilijke
omstandigheden zo opgewekt en
goed hun werk doen", zegt de
commandant Hopman. En inder
daad, gemakkelijk hebben zij het
niet. Het is altijd behèlpen aan
boord (voor 20 man is er maar één
toilet en zijn er slechts twee was
bakken), er worden lange werk
dagen gemaakt, van de f 3 geva-
rengeld per dag moet een deel
naar de belasting worden gebracht,
men hoort weinig van wat er in de
wereld gebeurt, want er is geen
radio aan boord en kranten ziet
men ook weinig, de diensttijd is
met 16 maanden verlengd en dan
zijn er dikwijls moeilijkheden
thuis, zoals huisvestingsproblemen
voor de vrouw. Maar zij z{jn Hol
landse jantjes en slaan zich er dus
door.
GEEN MIJNEN.
Als wij uit hun verblijf komen,
is de „Goeree" op weg naar de
kust voor Zoutelande. Hier wor
den. evenmin als in de Deurlo, die
nu geheel schoon „gebezemd" is,
geen mijnen aangetroffen. Voor
zichtig varen is het parool, want
wij zijn boven banken. Wanneer
wij hier later terugkeren om de
boeien binnen te halen (de M.V.S.
werd inmiddels afgegeven), mis
lukt dit werk hier dan ook, want
het water staat zo laag, dat het
gevaar om vast te lopen acuut is.
Meer succes heeft de commandant
in de Deurlo, waar alle boeien in
een uurtijds opgepikt zijn.
Het is aardedonker als de „Goe-
e" full-speed naar Vlissingen te
rugkeert. De zwarte ballen, die
aangaven, dat geveegc' werd, zijn
uit de mast verdwenen: weer is een
stukje van de Zeeuwse wateren
veilig verklaard voor het scheep
vaartverkeer. Morgen de Roompot,
volgende week het gat van Brou
wershaven... de Kon. Marine is
paraat om te voorkomen, dat vier
jaar na de oorlog door oorlogstuig
van het meest geniepige karakter
slachtoffers worden gemaakt.
De bewoners van West-Ber-
lijn krijgen met Kerstmis 25 zram
koffie en 100 gram versnaperin
gen. Op de suikerbon zullen zij 200
gram echte thee en op de broodbon
300 gram gedroogde vruchten kun
nen kopen.
Wat is de oorzaak, wat de
betekenis hiervan? Laat ik,
om alle misverstand te voor
komen, aanstonds vaststellen
■dat dit gevoel van „aflopen"
niet in verband staat met de
datum van 1 Januari 1949, de
dag waarop de interim-rege
ring moet worden ingesteld.
Ook betekent deze liquidatie
stemming geenszins, dat men
de positie der Nederlanders in
de Archipel door de vloed van
het nationalisme nu opeens als
geheel verloren beschouwd. De
oorzaak ligt ergens anders en
het is typerend voor de ernst
der motieven, dat het hier ge
schetste onaangename gevoel
door zeer vele Indonesiërs in de
deelstaten eveneens gekoesterd
wordt. Ook bij de Indonesische
intellectuelen in de deelstaten
heerst bezorgdheid, valt on
rust waar te nemen en loopt
men met sombere gezichten
rond. Dit alles is t© wijten aan
de positie van Nederland ten
opzichte van Djocja.
DE REPUBLIEK.
Er is vrijwel geen enkele
Nederlander in Indonesië, die
nog geloof hecht aan enige ge
neigdheid b\j de Republiek om
tot een eerlijke samenwerking
te komen. Men wil nog wel
aannemen, dat er in de Repu
bliek constructieve krachten
zijn, die deze samenwerking
willen, omdat zij in het belang
van de gehele gemeenschap
zou zijn, maar zij vormen de
minderheid en zij bezitten niet
de macht hun wil aan het volk
en het leger van de Republiek
op te leggen.
Dit volk en dit leger zyn
gedurende een period© van
meer dan vyf jaar, eerst
door de Japanners en toen
door rupublikeinse fanati
ci, tot haters van Neder
land opgevoed. Daar is een
generatie gegroeid pre
cies als in Duitsland on
der de Nazi's die niet
beter weet of de Neder
landers zyn gevaariyke
schurken, uitbuiters en
moordenaars. Ze hebben
nooit anders gehoord cn
ze hebben de werkelijkheid
der verhouding tussen
blank en bruin hier nooit
of nauwelijks gezien.
Welnu wanneer het er
van mocht komen, dat deze
Republiek met Nederland een
overeenkomst sluit (in welker
waarachtigheid hier bijna nie
mand gelooft) en dus haar
plaats inneemt in de toekom
stige interimregering, dan val
len de volgende dingen te ver
wachten:
Ten eerste zal de Repu
bliek al het mogelijke doen om
de jonge deelstaten van de Fe
deratie onder haar invloed te
brengen. Zy is daar in feite
reeds mee begonnen. Het zal
niet lang duren of verschillen
de deelstaten gigden naar de
republikeinse ideologie af,
want de propaganda van
Djocja is beter georganiseerd,
fanatieker, suggestiever dan
die van de deelstaten, waar
men meer in de sfeer ener
nuchtere werkelijkheid leeft.
En de deelstaten zijn nog jon
ge, tere plantjes, van ijle con
structie. Dit betekent dus een
liquidatie van de huidige Indo
nesische autoriteiten in die
deelstaten, voorzover zij niet
bijtijds eieren voor hun geld
kiezen en naar de Republiek
overgaan.
DE CHAOS
Het tweede gevolg zal zyn,
dat alle Nederlandse posities
zo vlug mogelijk worden geli
quideerd. want de haat van de
republikeinse jeugd zal zich
willen uitleven. En het derde
en laatste resultaat zal zyn,
dat er een algemene chaos ont
staat, dat honger, corruptie
en terreur geweldige afmetin
gen zullen aannemen en dat
het in Azië zo snel opprukkend
communisme de kang van zijn
leven krijgt.
Dit is een somber beeld,
maar het valt hier temidden
van de realiteit der feiten en
gebeurtenissen voor de mees
te mensen moeilijk het anders
te zien. En dit geldt zowel voor
Nederlanders alg voor talloze
ontwikkelde en eenvoudige In
donesiërs het zijn er vele
millioenen die op nieuwe
basis eerlijk in het federale ge
bied met ons zijn gaan samen
werken. Thans raken zij hun
vertrouwen kwijt. De enige
hoop, waar men zich hier aan
vastklampt is, dat de Neder
landse regering in Den Haag in
het hernieuwde politieke con
tact met Djocja een zeer
krachtige houding zal aanne
men, dat zy niet tot nieuwe
concessies bereid zal blyken te
zyn en dat zij de feiten en de
concequenties, zoals wij die hier
alle kennen, klaar en duidelijk
onder de ogen zal zien.
GEEN GELOOF
Men gelooft hier niet meer
in Djocja en men houdt zijn
hart vast by het lezen van ie
der courantenberichtje, waar
uit men meent te concluderen,
dat Den Haag er nog wèl wat
in ziet. Zo is de stemming en
zo luidt de hier vrywel alge
mene opinie. Men kan het er
mee eens zyn of niet, men kan
er in geloven of niet en men
zal mogen zeggen, dat wy in
dit warme land de Indonesi
sche zaken veel te somber en
verkeerd inzien... wy kunnen
er niets aan doen. dat wij met
een zekere beklemming het
jaar uitgaan...
(Nadruk verboden)
LEZERS SCHRIJVEN
Inlichtingen voor de
„Walcherse man".
Zeer geachte heer Redacteur,
Mag ik, namens de Zeeuwse Ver
eniging voor Dialect-onderzoek, de
„Walcherse man", die zich zo op
recht bezorgd maakt, of het wel
Zeeuws is. wat er door ons onder
zoek aan het licht komt, enkele
inlichtingen geven over onze werk
wijze? Misschien bereik ik er mee
dat hij en andere plattelanders
hun kennis van onze streektaal,
die wij zozeer nodig hebben, tot
onze beschikking stellen. Mijn eer
ste gedachte bij het lezen van zijn
stukje was: hier is een man, die
we gebruiken kunnen.
Maar nu ter zake. Toen we be
gonnen. hadden we de beschikking
over twee woordenlijsten in hand
schrift: die van de oud-secretaris
van Domburg, de heer Kesteloo,
geboren en getogen Walchenaar. en
die van de heer Steketee, dito
Zuid-Bevelander. Weldra ontvin
gen we een uitvoerige lijst van
Dr. de Hullu voor West Zeeuwsch-
Vlaanderen. een voor Oost-Zuid-
Beveland (Kruiningen) van de heer
J. Dek. voor Schouwen van de
heer J. Hubregtse, voor Goeree
(taalkundig bij Zeeland behorend)
van de heer F. den Eerzame»,
voor Oost Zeeuwsch-Vlaanderen
van de heren Dieleman (Land van
Axel) en Eggermont (Land van
Hulst). Sedert zonden onze mede
werkers, die voor het overgrote
deel geboren Zeeuwen en dialect
sprekers zijn, op ons verzoek een
uitgebreide verzameling woorden
en uitdrukkingen in. uit alle delen
van het Zeeuwse taalgebied. Dit
alles vormde de basis voor ons on
derzoek.
Ook systematisch gerangschikt
materiaal ontvirtgen we. als de on
derdelen van een molen, van een
boerenschuur, van landbouwter
men, waaronder het door de Wal
cherse man genoemde „torengce-
re"; alles met bijbehorende schets
jes. Deze categorie is echter niet
zo uitgebreid.
Al het verkregen materiaal con
troleren we door het verspreiden
van dialectlijsten, waarop Zeeuwse
woorden met hun Nederlandse be
tekenis staan opgetekend. De be
antwoording dezer vragen door on
ze medewerkers maakt het moge
lijk vast te stellen: le. of een
woord algemeen Zeeuws is. of
slechts plaatselijk bekend; 2e. of de
ons verstrekte Nederlandse bete
kenis juist is: 3e. of de uitspraak
plaatselijk .afwijkt. En wat nog
belangrijker is: we ontdekken het
plaatselijk verschil in woorden
schat. Zo heet, om een enkel voor
beeld te noemen, een ragebol op
Walcheren „koppespinder", of
„koppespinvaeger". in West Zw.-
Vlaanderen „koppejaoger", op
Zuid-Beveland „ruugs'óód", op
Goeree „rae(g)shööd", in Land van
Hulst „spinnekopbostel".
Door de woorden en uitdrukkin
gen. die de invullers naar aanlei
ding van het gevraagde op de dia
lectlijst aantekenen, wordt onze
woordvoorraad nog gestadig aan
gevuld. Ook deze worden op hun
beurt weer voor het gehele gebied
gecontroleerd, alvorens in kaart te
worden gebracht voor het Woor
denboek.
Op bovenbeschreven wyze heb
ben we altijd getracht het inder
daad bestaande gevaar te onder
vangen, dat de „dames en heren",
die in onze vereniging „aan de
touwtjes trekken", ook al zijn ze
Zeeuwen, niet geheel „ter zake
kundig" zijn. Om U de waarheid
te zeggen: op het gebied van
Zeeuws dialect bestaat geen enkel
persoon, die voor het gehele taal
gebied „ter zake kundig" is, daar
voor zijn er te veel plaatselijke
verschillen. En dan: wij „trekken
niet aan de touwtjes": wij verza
melen, wat ons door dialectspre-
kers-van-huis-uit wordt toegezon
den en laten cüt materiaal door dia
lect-sprekers-van huis-uit nog eens
controleren.
Dat in ons werk nog vele
lacunes zyn en blijven, dat wc.
vooral waar het vaktermen geldt,
dikwijls voor moeilijkheden staan,
we weten 't maar al te goed. Niets
zal ons liever zijn, dan van echte
plattelanders, boeren en andere
vaklieden, medewerking te verkrij
gen.
Men geve zich daartoe op aan
't onderstaande adres: Mej. Dr. H.
C. M. GHIJSEN, Weststraat. Sou
burg.
Beeldromans
en radio.
Mijnheer de Redacteur.
Met bijzondere voldoening heb
ik en waarschijnlijk zeer velen
met mij, kennis genomen van Uw
aanval op de z.g. „beeldromans"
in Uw blad van Vrijdag 26 Nov.
Gaarne echter had ik behalve
dit verderfelijk soort literatuur,
ook ccn signalenring gehad van de
slechte hoorspelen in onze toch al
zo cultuurarme radiowereld. En
dan denk ik hierbij voornamelijk
aan het m.i. immorele luisterspel
in een aantal delen, waarmede een
der Nederlandse omroepen Zon
dagsavonds onze huiskamers on
veilig maakt. Onveilig in de
meest letterlijke betekenis. Ik be
doel een stuk als ..Paul Vlaande
ren grijpt in". Wanneer hier inge
grepen dient te worden, dan lijkt
mij dit de overheid te moeteh zijn,
welke een dergelijke Hogeschool
der Misdaad, zeer zeker in het be
lang der opgroeiende jeugd in
deze moeilijke tijd zal moeten ver
bieden.
Met dank voor de plaatsing.
A. G. WAGENSVELD.
Middelburg.
Feuilleton T
Romantisch verhaal
van H. Morgan
Suckett, 'n vlotte vent, die ori
ginaliteit met typisch Am. za
kengeest weet te verbinden,
ontdekte op zekere dag in zijn
ateliers een figurantje. wier
uiterlijk en talent een grootse
carrière in de filmbranche be
loofden. Hy ontfermde zich
over deze jongedame, liet een
paar proefopnamen maken...
en beeld, zowel als klank wa
ren voortreffelijk en voldeden
ten volle aan zijn verwachtin
gen. Hy besloot derhalve de
nieuwe ster aan het publiek
voor te stellen... met een re
clame. zoals die tot dusver
haar weerga nog niet had ge
vonden. Haar naam moest door
een of andere opzienbare af
faire zo populair worden, dat
hg reeds vóór de première van
haar eerste film tot in de ver
ste uithoeken van de Staten
was doorgedrongen en met
recht kon worden vevwacht.
dat er niemand meer was, die
hem niet kende! Buck Snow-
den, de perschef van de United
Film Corporation, kwam by
het zoeken naar een goede
reclame op een idéé, dat zo
absurd was, dat het aanvanke
lijk direct werd verworpen.
Toen men het echter, op zyn
aandringen, eens wat nader be
studeerde, moest mèn tenslot
te toegeven, dat het eigenlijk
uitermate origineel was... en
bovendien zo door en door
Amerikaans, dat aan een ecla
tant succes niet kon worden
getwijfeld.
Robby Walter's belangstel
ling groeide met elk woord,
dat de detective sprak. Hy be
gon langzamerhand te begrij
pen. waar Brown heen wilde.
„Je bent plotseling zo ver-
schrikkelyk breedsprakig.
Brown! Korter... korter, alsje
blieft
,Ik ben eigeniyk al aan het
eind van m'n verhaal. Het Idee
van Snowden werd ten uitvoer
febracht. Het sloeg nog
eter in dan men had durven
hopenzij werd bet ge-(
sprek van de dag ln heel Acne-1
rikahet werd een algeme
ne jacht op Jane Grey, zoals
men die nog nooit gekend had.
De vraag: „Waar is Jane
Grey beheerste alles en
iedereeen... ook hen, die niets
van de film wilden weten en
door de gewone filmreclame
niet te bereiken zyn
,.Nu begriip ik het: Jane
Grey is geen oplichtster en
geen bedriegster!"
„Net zo min als jy en ik!"
„Ze heeft dus niemand gedu
peerd?"
„Niemand is ooit een cent
aan haar te kort gekomen!"
„En de politie?"
„Die is gedeeltelijk voor de
gek gehouden, maar voor 'n
ander deel wist zy van de re
clametruc. De hoofdcommis
saris in Hollywood was van
het begin af volkomen op de
hoogte; aanvapkelyk heeft hij
zich natuurlyk cnet handen en
voeten tegen elke vorm van
medewerking verzet, maar ten
slotte liet hg zich toch bepra
ten. zyn vriendschap met Suck
ett, alsmede het feit, dat hij
zyn positie toch in zekere zin
aan de filmindustrie, althans
aan de ontwikkeling van Hol
lywood te danken had en
last not least de originali
teit van het idee, deden hem
besluiten mee te doen.
(Wordt vervolgd)
In de Sowjet-zóne van Duite
land wonen op elke 100 mannen
tussen de 20 en 25 aar 229 vrou
wen vin dezelfde leeftijd.