Liquidatie van de distributie
Kctppie en Je keslkare sleep
Nederland heeft 10.000 beroepen
Domburgs kerkbrand deed koste
lijke oudheden verloren gaan
In de agrarische sector kunnen
enkele artikelen van de bon
Vetpositie gunstiger
Woning- en gezinstelling
gereed gekomen
Strijd om het bezit van de
schamele resten
n
(Van onze Haagse redacteur)
Er bestaat, wat de distributie-artikelen in de agrarische
sector betreft, een goede kans, dat er enige binnen niet te
lange tijd van de bon zullen gaan. Doch van andere is daar
nog geen kjjk op.
In de loop van 1948 is onmiskenbaar een verbetering in
onze vetpositie ingetreden. Zij is in de rantsoenering zicht
baar geworden. Wij danken dat aan een vergroting van de
vetvoorraad in de wereld en ook aan Indonesië, dat copra
naar Nederland kon exporteren.
Enkele malen is oen extra
rantsoen verstrekt, er is spijs
olie beschikbaar gesteld en er
is een rantsoenverbetering voor
de jeugd ingevoerd. Zoals reeds
gemeld ligt het in de be
doeling om met Kerstmis weer
een bon voor spijsolie aan te
wijzen en wel voor 180 gram.
De regering streeft er voorts
ook naar het normale vetrant-
soen blijvend met 50 gram te
verhogen.
Dat is bemoedigend, doch aan
de andere kant kan afschaffing
van de vetdistributie op korte
termijn zeker niet worden ver
wacht. Het is zelfs de vraag,
of dit voor 1 Januari 1950, de
datum van inwerkingtreding
van de Economische Unie met
België, kan geschieden.
VLEES
De vleespositie is hier te
lande, zoals bekend is, niet
best. Nederland is niet in staat
zijn eigen behoefte te dekken
en moet om elke week een
rantsoen van 200 gram te kun
nen v iorgan, vlees impor
teren kost heel wat de
viezen moeilijkheden met
de vle- uributie zijn mede te
wijten aan het tekort aan
varkensvlees, doch gelukkig
zijn de vooruitzichten wat .dit
betreft, gunstiger geworden.
Er is namelijk meer varkens
voer, vooral aardappelen, zodat
de varkensstapel uitgebreid
kan worden. Dit sorteert ech
ter pa* effect in het najaar
van 1949. Vóór die t«d behoeft
men niet op een blijvende ver
hoging, laat staan op het vrij
geven van vlees, te rekenen.
Misschien kan een enkele keer
eens 50 gram per week extra
beschikbaar gesteld worden.
Over suiker schreven wij
reeds in ons vorig artikel.
CACAO, KOFFIE EN THEE.
Cacao zal men slechts mond
jesmaat kunnen bljjven ver
strekken. Op de internationale
markt is zij zeer moeilijk ver
krijgbaar. Er is grote be
hoefte aan, doch een ziekte in
dc cacaobonen heeft de pro
ductie gedrukt. Bovendien is
ons land gebonden aan een in
ternationale toewijzing en
speelt ook de devlezenkwestie
een rol.
In de koffiedistributie komt
geen verandering, o.a. doordat
ons land de aankopen vrijwel
geheel met kostbare dollars
moet betalen.
Ook in de theedistributie be
hoeft men geen wijziging te
verwachten. Aanvankelijk had
de regering gedacht met het
vrijgeven van thee haar expe
rimenten te beginnen, doch de
theepositie heeft zich zo on
gunstig ontwikkeld, dat men
van dit denkbeeld moest af
stappen.
DE KLAD IN DE RIJST.
Enige tijd geleden is de re
gering met ae distributie van
rijst gestart, Het zag er naar
uit, dat zij op bescheiden wijze
voortgezet zou kunnen worden,
doah daar is de klad inge
komen. Rijst is een allocatie-
artikel. dat wil zeggen, dat zü
internationaal gedisti ibueera
wordt. En nu is bepaald, dat de
landen, die rijst niet als hoofd-
voedsel gebruiken, niets meer
zullen ontvangen. In de eerste
plaats is rijst bestemd voor de
landen, waar rijst wel hoofd-
voedsel Is. We zulien voorlopig
dus wel weer voor de laatste
maal rijst gegeten hebben.
Kaas is een belangrijk ex-
Cortartlkol. De afzet nsar het
uitenland loopt bevredigend;
dat brengt deviezen in. De bin
nenlandse consumptie moet
daardoor noodzakelijk beperkt
blijven en dat betekent, dat wij
het met het schaarse plakje
kaas op ons brood moeten
blijven doen.
Inbrekers op heterdaad
betrapt.
Rechercheurs van de Apel-
doomsc gemeente politie heb
ben op heterdaad de 49-jarige
zwerver J. N. betrapt, toen hij
in het nachtelijk uur bezig
was het raam te openen van
een huis aan de Stationsstraat
Bjj zijn verhoor bleek, dat hij
tie laatste tijd in wijde om
trek van Apeldoorn, n.l. in
Almen, Bameveld. Ermelo,
Heino, Ntjkerk en Putten had
geopereerd.
Radiotoestellen, klokken
tafel- en vloerkleden, gouden
sieraden, tafelzilver, geld en
disetri butiebescheiden behoor
den tot zijn buit.
Ook zyn helper, die zich in
hoofdzak belastte met het
verkopen der gestolen goede
ren is gearresteerd.
De landbouwer W. Kuperus
uit DrachUter Compagnie haalde
een aardappel uit zijn grond, die
844 gram woog.
De eieren komen vrij, maar
niet voor het volgend voorjaar.
SINAASAPPELEN EN-
BANANEN.
Met sinaasappelen zullen we
dit Jaar stellig niet overladen
worden. Op aanvoer uit Pale
stina behoeven we niet te reke
nen. Met Spanje wordt op het
ogenblik nog onderhandeld. De
oogst is ver beneden normaal
gebleven, zodat het met de aan
kopen, waarvoor al weer de
viezen nodig zijn, niet erg vlot
ten zal, vooral omdat hoge
grol
kinderen en deken weer eens
met bananen verblijd kunnen
worden. Ons land voert ze niet
in. Wel komen ze voor doorvoer
in onze havens aan. Alleen als
ze op dat ogenblik niet meer
voor verder vervoer geschikt
ziin, is nog wel eens een par
tijtje op de kop te tikken, maar
dit mag uiteraard geen naam
hebben.
BROOD
Evenals suiker zal ook brood
tot de eerste artikelen, die vrij
komen, behoren. Het is niet tc
zeggen, wanneer dit zal zijn.
De broodvoorziening is behoor
lijk, zodat de opheffing van de
rantsoenering nier niet zo erg
dringt. De opheffing van de
broodrantsoenering is gecom
pliceerd door het subsidievraag-
stuk. De regering betaalt op
elk broodje van 400 gram, dat
een huismoeder koopt, vier
cent bij. Hoeveel zal zij moe
ten bijpassen als het broodver-
bruik tengevolge van het vrij
komen van dit volksvoedsel
toeneemt? En hoe moet het
gaan. als de subsidies worden
ingekrompen? Als de brooddis
tributie vervalt, heeft de rege
ring bovendien geen recht
streeks middel meer om het
subsidie uit te keren. Hier zal
dus eerst nog wel gewikt en ge
wogen worden.
(Nadruk verboden).
Op initiatief van de Nederlandse beweging tot Bevordering van Inter
nationale veiligheid werd oen nationaal congres gehouden onder de
naam „Vredcsopbouw", ln de Weeskamer op het Binnenhof te den
Haag. Dit congres was gewijd aan de bestudering van de wegen, die
kunnen leiden tot de opbouw van een werkelijke volkengemeenscbap
op dcmocrattsch-fcderalistische grondslag ter bevordering van de
InternaUonale Vrede en Internationale Veiligheid. Tijdens de ope
ningsrede van Jhr. G. M. Verspeyck. Van links naar rechts: Ds. J. B.
Th. Hugenholtz, Ds. G. J. de Voogd, H. Ch. G. J. v. d. Mandere, F. E.
Noordhoff en Jhr. G. M. Verspeyck.
5. De oude Turk boog dlgp toen Kap-
pie op de kameel zat en ze weer ver
der reden.
„Nu zou ik wel eens willen weten, wat
er precies aan de hand is!" riep de
Maat naar Kappie. „Waar is al die
poppenkast goed voor?"
Kappie keerde zich om. „We gaan naar
het paleis van de Sultan, jong" riep
hij terug. „We krijgen een sleep! Die
oude Turk vertelde me dat liet wach
ten op ons was geweest! Daar zitten
zaken in! We gaan naar de Sultan zelf
jong!"
„Ik vind het maar vreemd!" zei dg
Maat. „Wat heeft de Sultan met een
sleep te maken! Ik vertrouw het maar
half. Als daar maar niets achter zit!"
Intussen naderden ze een prachtig,
groot paleis, dat w el op een sprookjes
paleis leek.
„Jong, jong!" mompelde Kappie. „Zou
den we daar moeten zijn? Tut-tut!"
Volks- en beroepstelling komt
midden-1949 klaar
(Van onze Haagse redacteur).
Onafgebroken ratelen in het grote gebouw van het Centraal Bureau
voor de Statistiek aan de Oostduin-laan in Den Haag de ingewikkelde
tel- en ponsmachines. Zij verwerken de gegevens, die rondom de
31ste Mei van het vorige jaar voor de twaalfde volkstelling verza
meld zijn.
Anderhalf jaar is men daarmede thans bezig en het zal nog tot
midden 1949 duren, voordat men met alle werkzaamheden gereed ls
en dus het totale resultaat bekend is.
Neen, zo vlug als bij een verkie
zing gaat het niet.
De predikant, die vlug even om
een opgave verzoekt van het
aantal btj een kerkgenootschap
aangesloten Hervormden in Ne
derland u hee:t toch enige tijd
geleden geteld, hoeveel er precies
zijn, zegt hij zal nog wat geduld
moeten oefenen.
Werkt men dan zo langzaam bij
het Centraal Bureau voor de Sta
tistiek? Het tegendeel is waar.
Met man en macht is men in de
weer om op zo kort mogelijke
termijn een volledig overzicht te
verkrijgen. Maar dan zal men ook
de beschikking hebben over een
zo uitgebreid aantal preciese gege
vens, dat allerlei overheids- en
seml-overheidsinstellingen en par
ticuliere personen en organisato
ren niet tevergeefs bij het C.B.S.
zullen aankloppen, als zij over
welk onderdeel ook van de samen
stelling van de Nederlandse be
volking inlichtingen wensen. Want
de twaalfde volkstelling omvat
niet alleen maar het simpel optel
len van het aantal inwoners van
Nederland, zij geeft ook een ant
woord op de vraag, hoeveel in
woners eike gemeente, elke wijk
of elke buurt van een gemeente
heeft, hoe de gezinnen zijn sa
mengesteld, hoeveel woningen er
zijn, hoeveel kamers zy tellen,
hoeveel andere gebouwen er zijn,
tot welke kerkgenootschappen de
geleiden behoren, welkë beroepen
zij uitoefenen en op talrijke ande
re vragen.
10.000 BEROEPEN.
Men kwam bij het verwerken
van de beroepsstatistiek tot een
aantal van.... 10.000 beroepen en
5000 bedrijven. Er zijn heel wat
baantjes in Nederland en er zijn
vreemde bij, maar met een zo lan
ge lijst kan zelfs het C.B.S. niet
werken. Het zou ook weinig zin
hebben al deze beroepen in dc uit
eindelijke, officiële statistiek
vast te leggen. Daarom is men bij
de rubricering een uiterst lastig
werk tot een aantal van ruim
200 gekomen.
Deze 200 beroepen moeten, ten
einde verwerking op de ponskaar
ten mogelijk te maken, gecodeerd
worden. Ook alle andere gegevens,
die men verzamelt, ondergaan der
gelijke bewerkingen; Dat daarin
veel, tijd gaat zitten, ook als er
intensief gearbeid wordt, is dui
delijk. Doch dit is niet het enige.
Talrijke ondervraagden hebben
slecht gelezen en daardoor fou
tieve of onduidelijke antwoorden
op de formulieren ingevuld. Als
iemand achter de vraag wat zijn
beroep is. schrijft „eigenaar" dan
moet nog eens nader geïnfor
meerd worden. Niet één, maar on
telbare gegevens moesten gecon
troleerd en aangevuld worden.
GETALLENFABRIEK.
Al het natcriaal, opgeslagen op
Credieten voor
scheepvaartmaatschappijen.
De minister van financiën heeft
de Tweede Kamer een brief gezon
den, waarin hij mededeelt, dat tus
sen de International Bank for
Reconstruction and Development
te Washington en de scheepvaart
maatschappijen Kon. Rotterdamse
Lloyd (inzake 2 schepen). Mij.
Nederland (2 schepen), Holl. Ame
rika lijn (1 schip). Verenigde Ne
der!. Scheepvaartmaatschappijen
(1 schip), een overeenkomst is ge
sloten, waarbij door genoemde
bank aan de scheepvaartmaat
schappijen een crediet tot een
totaal bedrag ad 12.000.000 dollar
verstrekt is tegen zekerheid van
hypotheek op zes in Amerika ge
kochte schepen, kostende 2.000.000
dollar elk. onder garantie van de
Nederlandse Staat.
De Nehalennia
„Men verhaalde mij, dat
toen kerk en toren reeds in
volle vlam stonden, de toren
klok rustig zijne XII slagen af
telde, schoon reeds geheel in
de vlammen gehuld, maar nog
gehoorzamende aan het in de
lagere verdieping geplaatste
uurwerk. Een zonderlinge,
weemoedig-plegtigen indruk
had dit op alle aanwezigen ge
maakt; kort daarop stortte zij,
half gesmolten, met het balk
werk door al de verdiepingen
heen".
Ziedaar een gedeelte van een
brief, welke een bewoner van
Domburg op 26 October 1848 aan
een vriend richtte. Daarin werd
een nauwkeurig verslag gegeven
van de brand, welke op 10 Oc
tober van dat jaar de kerk te
Domburg geteisterd had.
Bij die brand van honderd
jaar gelev.en werd niet alleen
Domburg beroofd van een be
langrijk kerkgebouw, Neder
land verloor toen ook een aantal
merkwaardige oudheden, die in
deze kerk bewaard werden. Met
deze brand immers en we ge
ven weer het woord aan de
briefschrijver „was ook het
laatste uur geslagen voor die
eerwaardige overblijfselen der
oudheid, of liever voor dat zeld
zaam geheel van gedenktekenen
uit een zeer vroeg tijdperk,
vaarvan, behalven Nijmegen,
gsen andere plaats van onze va-
derlandsen bodem het gelijk
heeft opgeleverd".
Welke waren die oudheden,
die verloren gingen bij de nood
lottige brand in de kerk van
Domburg?
Op het einde van 1646 werden
het strand en de duinen van
Domburg en Westkapelle door
hevige stormen geteisterd. Op 5
Januari van het volgende jaar
was bU een lage eb zoveel van
de voet van een duin weggesla
gen, dat een aantal onder het
zand bedekte stenen en andere
voorwerpen te voorschijn kwa
men. Op last van de overheid
werden deze stukken uitgegra
ven en in bewaring genomen.
Smallegange gaf erin zijn „Chro-
nijk van Zeelend", die in 1696 in
Middelburg uitkwam, een be
schrijving van. In de eerste helft
van de negentiende eeuw heb
ben verschillende geleerden
over die vondsten geschreven.
Zo verschenen boeken over „De
Romeinsche beelden en gedenk-
steencn van Zeeland" en „De
Godsdienstleer der aloude Zee
landers uit oude gedenkstukken
en berigten opgemaakt".
Ook later vond men bij Dom
burg nog wel enkele oude stuk
ken op het strand of in de dui
nen. Sluit men de kleinere voor
werpen, het huisraad, de munten
en dergelijke uit, dan werden in
totaal zes brokstukken van
bouwkunst gevonden, zes beel
den of gedeelten van beelden,
zesentwintig altaren gewijd aan
Nehalennia en tien altaren ge
wijd aan andere goden. In 1845
waren er nog veert:van deze
stukken in totaal waren, er
achtenveertig gevonden over.
Niet minder dan vierendertig
van die stukken bevonden zich
toen in Domburg. Verder waren
er van deze Zeeuwse vondsten
twee in Middelburg, twee in
Leiden, ec 1 in Brujsel, terwijl
er een was terechtgekomen in
het Huis Ilpenstein in Ilpendam.
vVIE WAS DE EIGENAAR?
De stukken, die in Domburg
bewaard werden, zijn langza
merhand alle geplaatst in het
koor van de kerk der Hervorm
de gemeente aldaar. Het was in
dertijd in 1647 een „vondst" ge
weest. Wie was nu eigenaar van
al die oude stukken, waarvan
toen slechts in beperkte mate
de waarde werd erkend. Waren
het de kerkmeesters van de
kerk, of de ambachtsheren van
Domburg? Eerst in het begin
van de negentiende eeuw schijnt
men het daarover eens gewor
den te zijn. Toen gaf namelijk
de toenmalige ambachtsvrouw
van Domburg deze oudheden
ten geschenke aan de regering.
In 1809 verscheen een besluit
van Koning Lodewyk, waarin
men het volgende kan lezen
„Wij nemen de oudheden aan,
welke in dc kerk te Domburg
worden bewaard, en dlc bekend
zijn onder den naam van Neha
lennia. Wij gelasten den Land
drost van het Departement, om
van onzen Minister van Binnen-
landsche Zaken de schadeloos
stelling voor te dragen, welke
wij aan de stad Domburg zou
den kunnen toestaan, en om
daarenboven eeen voorstel te
doen, wegens een klein gedenk
teken, hetwelk men in die kerk
zoude oprigten, om het aanden
ken aan die oudheden te be
waren".
Zo bleven dus de zeldzame en
bijzondere oudheden in Dom
burg. Op 10 October 1848 sloeg
de bliksem in de kerk. De beel
den en altaren, welke in het
koor gedeeltelijk op zware
balken waren geplaatst, vielen
op de bodem, waar zij onder de
brandende overblijfsels van het
ingestorte dak bedolven werden.
Toen men zo ver was, dat men
aan het speuren ging naar de
resten bleek, dat er bitter wei
nig over was! De stukken, die
nog enigszins gaaf waren, wer
den opgesteld in een tegen de
toren afgezonderde plaats in
de nieuw opgebouwde kerk. De
rest, bestaande uit brokken en
stukken, een steenhoop van
Vrij grote omvang lag zeven
tien jaar lang in de tuin van de
Domburgse gemeente-secretaris.
STRIJD OM DE OVER
BLIJFSELEN.
In 1806 werd de aandacht van
de Commissie voor de overblijf
selen der oude Vaderlandsche
Kunst op deze voorwerpen ge
vestigd. Er volgde een corres
pondentie met de ambachtsheer
van Domburg; het gevolg was,
dat deze de oudheden afstond
aan de Akademie van Weten
schappen. Maar zoals het veelal
gaat bij dergelijke zaken, toen
kwam Zeeland in rep en roer.
Men had welfcwaar een hoop
stenen jaren en jaren laten lig
gen. Maar nu werd de ambachts
heer met verzoeken en vertogen
overstroomd om toch vooral
geen afstand te doen van deze
oudheden. De zes in de kerk nog
aanwezige monumenten werden
nu overgebracht naar het Mu
seum te Middelburg. En de
brokstukken in de tuin van de
secretaris van Domburg? Wel
de Akademie van Wetenschap
pen zond één harer leden naar
Domburg, die rapporteerde dat
hij nog wel kans zag in het
Museum te Leiden de nodige
restauraties uit te voeren. Ook
dat plan ging echter niet door.
Een jaar later werden de brok
stukken op vijf wagens geladen,
en naar Middelburg, naar het
Museum, vervoerd.
In het jaar 1870 werd aan het
Domburgse strand wederom een
altaar gevonden gewijd aan Ne
halennia. Op de voorzijde van
dat altaar stonden in het Latijn
de woorden gegrift „Aan Neha
lennia heeft Ingenuinius Janu-
arius krachtens haar bevel dit
altaar opgericht voor het be
houd van zijn zoon".
De naam van die Godin Ne
halennia kwam ook voor op an
dere altaren, die in 1647 waren
gevonden, en welke in 1848, juist
honderd jaar geleden bij de
Domburgse brand zo ernstig
verwoest werden. Zo was er
toen een altaar met een op
schrift, waaruit bleek dat Su-
maronus Primanus dit dankoffer
van bereidwillige dienst gedaan
heeft aan de Godin Nehalennia.
NEHALENNIA.
Wie was die Nehalennia? Nie
mand minder dan de bekende
Mr. Laurens Pieter van de Spie
gel deed reeds in 1773 voor het
„Zeeuwsch Genootschap der
Wetenschappen te Vlissingen"
een verhandeling verschijnen
met gedachten over de „Dea Ne
halennia".
„De Zeeuwsche Nehalennia is
sedert hare opdelving uit het
In do spoorbrug' over de Maas by Buggemum, schakel in de
lijn Eindhoven-Roermond, zijn thans de laatste liggers aan
gebracht. Met behulp van twee grote bokken wordt één der
60 meter lange constructies, die Ieder een gewicht van
100.000 kilogram hebben, ingevaren. Men hoopt de brug in
het volgend voorjaar voor hot verkeer te kunnen openstellen.
rekken, beslaat een lengte van 21a
km.!
Dr. J. Ch. W. Verstege. chef van
de Volkstelling van het C.B.S., die
ons bij een bezoek aan de enorme
getallenfabriek te woord stond,
was over de gang van zaken zeer
tevreden, evenals over het tempo,
waarin de resultaten bekend wor
den.
De telling was gesplitst in twee
hoofdrubriekeneen woning- en
gezinstelling en een volks- en be
roepstelling.
Met de woning- en gezinstelling
is men dezer dagen gereed geko
men. De publicatie van de uitein
delijke cijfers kan over enkele da
gen tegemoet gezien worden. Alle
1015 gemeenten kunnen dan de be
schikking krijgen over gedetail
leerde cijfers. Intussen hebben de
meeste gemeenten deze reeds ont
vangen. Ook de economisch-tech-
nologische instituten in de provin
cies en de provinciale planologi
sche diensten, die thans over de
provinciale cijfers beschikken,
kunnen er mede aan het werk
gaan.
Voor de volks- en beroepstelling
zijn op het ogenblik 9.6 millioen
formulieren in bewerking. Ook
deze geg /ens worden per ge
meente en verder per provincie
en voor het gehele land vastge
legd. Per dag komen 7 a 8 ge
meenten klaar.
Zo juist hebben de eerste ge
meenten in Zeeland de resultaten
ontvangen.
Het spreekt vanzelf, dat men
voor de verwerking van de for
mulieren bekwame ambtenaren
nodig heeft. Zij brengen de gege
vens van de formulieren op speci
ale kaartjes over, eenvoudig door
in de daarvoor bestemde vakjes
een potloodstreepje te zetten. Een
speciale machine „leest" deze
kaartjes, dat wil zeggen: hij tast
de potloodstreepjes af en ponst dan
een gaatje, hetgeen de kaarten
voor verwerking in andere machi
nes geschikt maakt.
Dit is het zogenaamde Mark Sen-
singsystcem, dat voor de Neder
landse. twaalfde volkstelling voor
het eerst in de wereld in een sta
tistisch bedrijf is toegepast en
waatvoor in het buitenland grote
belangstelling bestaat. Zo zal ook
België het bij zijn volkstelling ge
bruiken, doch alleen voor de wo
ningtelling en niet voor de volks
telling.
HET PERSONEEL.
In Januari j.l. werkte men bij
het Centraal Bureau voor de Sta
tistiek op maximum capaciteit.
Men had toen voor de volkstelling
470 man in dienst. Een afdeling
van 60 man zetelde in Rotterdam
en een afdeling van 60 man in
Amsterdam. Laatstgenoemde af
deling is thans opgeheven. In Rot
terdam werken nog steeds 40 man
en in totaal schenken nog 260
ambtenaren hun krachten aan de
verwerking van de gegevens. Hun
werk is allengs gespecialiseerder
en moeilijker geworden, doordat de
lastige gevallen, die het meeste
onderzoek vereisen, overblijven.
Alleen al de verdeling van de
millioenen kaarten over de ver
schillende afdelingen van het C.B.
S. maakt een wetenschappelijke
planning en een uitgebreide ad
ministratie nodig, want niet alleen
dient ertegen gewaakt te worden,
dat de kaarten door elkaar raken,
maar ook, dat door een te trage
werkwijze van een bepaalde afde
ling stagnatie ontstaat.
De twaalfde volkstelling is een
kostbare ge::!iiedenis en bergen
werk moeten verzet worden, maar
tenslotte zullen de resultaten voor
ons land van buitengewoon groot
belang blijken te zijn.
strand van Domburg, een kruis
voor de geleerden geweest". Zelf
is hij de mening toegedaan, dat
Nehalennia een godheid is die
alles verleent, wat tot het le
vensonderhoud nodig is, een
godheid, die misschien in haar
eerste oorsprong de aarde was.
Volgens een geleerde uit de
negentiende eeuw zou Nehalen
nia betekenen schenkster, goed
gunstige geefster, meesteres,
vrouw, en die naam is een der
menigvuldige namen, die in de
Noordse mythologie gemeenlijk
met Freye betiteld wordt. Weel
een andere theorie meent, dat
Nehalennia moet beschouwd
worden als de godin van handel
en verkeer.
Dr. Pijnappel, toentertijd in
Middelburg meende in 1891, dat
er verband bestaat tussen het
Zuid-Brabantsche plaatsje Ni-
velles en de naam van de godin.
Volgens hem waren de eerste
bewoners van Walcheren Kelten.
Bij die Kelten was dicht bij de
zee een gewijde plek, met name
Domburg. Daar werden ver
schillende goden geëerd, wier
namen getuigen dat de volks
godsdienst in ons land destijds
Romeins was. Die goden zijn ons
alle bekend, op één enkele na.
Die ene is er echter boven mate
geëerd. Die godin was gekomen
uit de Zuid-Oostelijke grenslan
den. Zij werd vereerd als godin
van handel en verkeer. Zij werd
niet bij name genoemd, maar. zo
schrijft Dr. Pijnappel, zij was
algemeen bekend naar de plaats
vanwaar zij kwam als Nehalen
nia, de godin van Nivelles.
Dr. J. M. EUCHS.