Liquidatie van de distributie Kctppie en Je keslkare sleep Nederland heeft 10.000 beroepen Domburgs kerkbrand deed koste lijke oudheden verloren gaan In de agrarische sector kunnen enkele artikelen van de bon Vetpositie gunstiger Woning- en gezinstelling gereed gekomen Strijd om het bezit van de schamele resten n (Van onze Haagse redacteur) Er bestaat, wat de distributie-artikelen in de agrarische sector betreft, een goede kans, dat er enige binnen niet te lange tijd van de bon zullen gaan. Doch van andere is daar nog geen kjjk op. In de loop van 1948 is onmiskenbaar een verbetering in onze vetpositie ingetreden. Zij is in de rantsoenering zicht baar geworden. Wij danken dat aan een vergroting van de vetvoorraad in de wereld en ook aan Indonesië, dat copra naar Nederland kon exporteren. Enkele malen is oen extra rantsoen verstrekt, er is spijs olie beschikbaar gesteld en er is een rantsoenverbetering voor de jeugd ingevoerd. Zoals reeds gemeld ligt het in de be doeling om met Kerstmis weer een bon voor spijsolie aan te wijzen en wel voor 180 gram. De regering streeft er voorts ook naar het normale vetrant- soen blijvend met 50 gram te verhogen. Dat is bemoedigend, doch aan de andere kant kan afschaffing van de vetdistributie op korte termijn zeker niet worden ver wacht. Het is zelfs de vraag, of dit voor 1 Januari 1950, de datum van inwerkingtreding van de Economische Unie met België, kan geschieden. VLEES De vleespositie is hier te lande, zoals bekend is, niet best. Nederland is niet in staat zijn eigen behoefte te dekken en moet om elke week een rantsoen van 200 gram te kun nen v iorgan, vlees impor teren kost heel wat de viezen moeilijkheden met de vle- uributie zijn mede te wijten aan het tekort aan varkensvlees, doch gelukkig zijn de vooruitzichten wat .dit betreft, gunstiger geworden. Er is namelijk meer varkens voer, vooral aardappelen, zodat de varkensstapel uitgebreid kan worden. Dit sorteert ech ter pa* effect in het najaar van 1949. Vóór die t«d behoeft men niet op een blijvende ver hoging, laat staan op het vrij geven van vlees, te rekenen. Misschien kan een enkele keer eens 50 gram per week extra beschikbaar gesteld worden. Over suiker schreven wij reeds in ons vorig artikel. CACAO, KOFFIE EN THEE. Cacao zal men slechts mond jesmaat kunnen bljjven ver strekken. Op de internationale markt is zij zeer moeilijk ver krijgbaar. Er is grote be hoefte aan, doch een ziekte in dc cacaobonen heeft de pro ductie gedrukt. Bovendien is ons land gebonden aan een in ternationale toewijzing en speelt ook de devlezenkwestie een rol. In de koffiedistributie komt geen verandering, o.a. doordat ons land de aankopen vrijwel geheel met kostbare dollars moet betalen. Ook in de theedistributie be hoeft men geen wijziging te verwachten. Aanvankelijk had de regering gedacht met het vrijgeven van thee haar expe rimenten te beginnen, doch de theepositie heeft zich zo on gunstig ontwikkeld, dat men van dit denkbeeld moest af stappen. DE KLAD IN DE RIJST. Enige tijd geleden is de re gering met ae distributie van rijst gestart, Het zag er naar uit, dat zij op bescheiden wijze voortgezet zou kunnen worden, doah daar is de klad inge komen. Rijst is een allocatie- artikel. dat wil zeggen, dat zü internationaal gedisti ibueera wordt. En nu is bepaald, dat de landen, die rijst niet als hoofd- voedsel gebruiken, niets meer zullen ontvangen. In de eerste plaats is rijst bestemd voor de landen, waar rijst wel hoofd- voedsel Is. We zulien voorlopig dus wel weer voor de laatste maal rijst gegeten hebben. Kaas is een belangrijk ex- Cortartlkol. De afzet nsar het uitenland loopt bevredigend; dat brengt deviezen in. De bin nenlandse consumptie moet daardoor noodzakelijk beperkt blijven en dat betekent, dat wij het met het schaarse plakje kaas op ons brood moeten blijven doen. Inbrekers op heterdaad betrapt. Rechercheurs van de Apel- doomsc gemeente politie heb ben op heterdaad de 49-jarige zwerver J. N. betrapt, toen hij in het nachtelijk uur bezig was het raam te openen van een huis aan de Stationsstraat Bjj zijn verhoor bleek, dat hij tie laatste tijd in wijde om trek van Apeldoorn, n.l. in Almen, Bameveld. Ermelo, Heino, Ntjkerk en Putten had geopereerd. Radiotoestellen, klokken tafel- en vloerkleden, gouden sieraden, tafelzilver, geld en disetri butiebescheiden behoor den tot zijn buit. Ook zyn helper, die zich in hoofdzak belastte met het verkopen der gestolen goede ren is gearresteerd. De landbouwer W. Kuperus uit DrachUter Compagnie haalde een aardappel uit zijn grond, die 844 gram woog. De eieren komen vrij, maar niet voor het volgend voorjaar. SINAASAPPELEN EN- BANANEN. Met sinaasappelen zullen we dit Jaar stellig niet overladen worden. Op aanvoer uit Pale stina behoeven we niet te reke nen. Met Spanje wordt op het ogenblik nog onderhandeld. De oogst is ver beneden normaal gebleven, zodat het met de aan kopen, waarvoor al weer de viezen nodig zijn, niet erg vlot ten zal, vooral omdat hoge grol kinderen en deken weer eens met bananen verblijd kunnen worden. Ons land voert ze niet in. Wel komen ze voor doorvoer in onze havens aan. Alleen als ze op dat ogenblik niet meer voor verder vervoer geschikt ziin, is nog wel eens een par tijtje op de kop te tikken, maar dit mag uiteraard geen naam hebben. BROOD Evenals suiker zal ook brood tot de eerste artikelen, die vrij komen, behoren. Het is niet tc zeggen, wanneer dit zal zijn. De broodvoorziening is behoor lijk, zodat de opheffing van de rantsoenering nier niet zo erg dringt. De opheffing van de broodrantsoenering is gecom pliceerd door het subsidievraag- stuk. De regering betaalt op elk broodje van 400 gram, dat een huismoeder koopt, vier cent bij. Hoeveel zal zij moe ten bijpassen als het broodver- bruik tengevolge van het vrij komen van dit volksvoedsel toeneemt? En hoe moet het gaan. als de subsidies worden ingekrompen? Als de brooddis tributie vervalt, heeft de rege ring bovendien geen recht streeks middel meer om het subsidie uit te keren. Hier zal dus eerst nog wel gewikt en ge wogen worden. (Nadruk verboden). Op initiatief van de Nederlandse beweging tot Bevordering van Inter nationale veiligheid werd oen nationaal congres gehouden onder de naam „Vredcsopbouw", ln de Weeskamer op het Binnenhof te den Haag. Dit congres was gewijd aan de bestudering van de wegen, die kunnen leiden tot de opbouw van een werkelijke volkengemeenscbap op dcmocrattsch-fcderalistische grondslag ter bevordering van de InternaUonale Vrede en Internationale Veiligheid. Tijdens de ope ningsrede van Jhr. G. M. Verspeyck. Van links naar rechts: Ds. J. B. Th. Hugenholtz, Ds. G. J. de Voogd, H. Ch. G. J. v. d. Mandere, F. E. Noordhoff en Jhr. G. M. Verspeyck. 5. De oude Turk boog dlgp toen Kap- pie op de kameel zat en ze weer ver der reden. „Nu zou ik wel eens willen weten, wat er precies aan de hand is!" riep de Maat naar Kappie. „Waar is al die poppenkast goed voor?" Kappie keerde zich om. „We gaan naar het paleis van de Sultan, jong" riep hij terug. „We krijgen een sleep! Die oude Turk vertelde me dat liet wach ten op ons was geweest! Daar zitten zaken in! We gaan naar de Sultan zelf jong!" „Ik vind het maar vreemd!" zei dg Maat. „Wat heeft de Sultan met een sleep te maken! Ik vertrouw het maar half. Als daar maar niets achter zit!" Intussen naderden ze een prachtig, groot paleis, dat w el op een sprookjes paleis leek. „Jong, jong!" mompelde Kappie. „Zou den we daar moeten zijn? Tut-tut!" Volks- en beroepstelling komt midden-1949 klaar (Van onze Haagse redacteur). Onafgebroken ratelen in het grote gebouw van het Centraal Bureau voor de Statistiek aan de Oostduin-laan in Den Haag de ingewikkelde tel- en ponsmachines. Zij verwerken de gegevens, die rondom de 31ste Mei van het vorige jaar voor de twaalfde volkstelling verza meld zijn. Anderhalf jaar is men daarmede thans bezig en het zal nog tot midden 1949 duren, voordat men met alle werkzaamheden gereed ls en dus het totale resultaat bekend is. Neen, zo vlug als bij een verkie zing gaat het niet. De predikant, die vlug even om een opgave verzoekt van het aantal btj een kerkgenootschap aangesloten Hervormden in Ne derland u hee:t toch enige tijd geleden geteld, hoeveel er precies zijn, zegt hij zal nog wat geduld moeten oefenen. Werkt men dan zo langzaam bij het Centraal Bureau voor de Sta tistiek? Het tegendeel is waar. Met man en macht is men in de weer om op zo kort mogelijke termijn een volledig overzicht te verkrijgen. Maar dan zal men ook de beschikking hebben over een zo uitgebreid aantal preciese gege vens, dat allerlei overheids- en seml-overheidsinstellingen en par ticuliere personen en organisato ren niet tevergeefs bij het C.B.S. zullen aankloppen, als zij over welk onderdeel ook van de samen stelling van de Nederlandse be volking inlichtingen wensen. Want de twaalfde volkstelling omvat niet alleen maar het simpel optel len van het aantal inwoners van Nederland, zij geeft ook een ant woord op de vraag, hoeveel in woners eike gemeente, elke wijk of elke buurt van een gemeente heeft, hoe de gezinnen zijn sa mengesteld, hoeveel woningen er zijn, hoeveel kamers zy tellen, hoeveel andere gebouwen er zijn, tot welke kerkgenootschappen de geleiden behoren, welkë beroepen zij uitoefenen en op talrijke ande re vragen. 10.000 BEROEPEN. Men kwam bij het verwerken van de beroepsstatistiek tot een aantal van.... 10.000 beroepen en 5000 bedrijven. Er zijn heel wat baantjes in Nederland en er zijn vreemde bij, maar met een zo lan ge lijst kan zelfs het C.B.S. niet werken. Het zou ook weinig zin hebben al deze beroepen in dc uit eindelijke, officiële statistiek vast te leggen. Daarom is men bij de rubricering een uiterst lastig werk tot een aantal van ruim 200 gekomen. Deze 200 beroepen moeten, ten einde verwerking op de ponskaar ten mogelijk te maken, gecodeerd worden. Ook alle andere gegevens, die men verzamelt, ondergaan der gelijke bewerkingen; Dat daarin veel, tijd gaat zitten, ook als er intensief gearbeid wordt, is dui delijk. Doch dit is niet het enige. Talrijke ondervraagden hebben slecht gelezen en daardoor fou tieve of onduidelijke antwoorden op de formulieren ingevuld. Als iemand achter de vraag wat zijn beroep is. schrijft „eigenaar" dan moet nog eens nader geïnfor meerd worden. Niet één, maar on telbare gegevens moesten gecon troleerd en aangevuld worden. GETALLENFABRIEK. Al het natcriaal, opgeslagen op Credieten voor scheepvaartmaatschappijen. De minister van financiën heeft de Tweede Kamer een brief gezon den, waarin hij mededeelt, dat tus sen de International Bank for Reconstruction and Development te Washington en de scheepvaart maatschappijen Kon. Rotterdamse Lloyd (inzake 2 schepen). Mij. Nederland (2 schepen), Holl. Ame rika lijn (1 schip). Verenigde Ne der!. Scheepvaartmaatschappijen (1 schip), een overeenkomst is ge sloten, waarbij door genoemde bank aan de scheepvaartmaat schappijen een crediet tot een totaal bedrag ad 12.000.000 dollar verstrekt is tegen zekerheid van hypotheek op zes in Amerika ge kochte schepen, kostende 2.000.000 dollar elk. onder garantie van de Nederlandse Staat. De Nehalennia „Men verhaalde mij, dat toen kerk en toren reeds in volle vlam stonden, de toren klok rustig zijne XII slagen af telde, schoon reeds geheel in de vlammen gehuld, maar nog gehoorzamende aan het in de lagere verdieping geplaatste uurwerk. Een zonderlinge, weemoedig-plegtigen indruk had dit op alle aanwezigen ge maakt; kort daarop stortte zij, half gesmolten, met het balk werk door al de verdiepingen heen". Ziedaar een gedeelte van een brief, welke een bewoner van Domburg op 26 October 1848 aan een vriend richtte. Daarin werd een nauwkeurig verslag gegeven van de brand, welke op 10 Oc tober van dat jaar de kerk te Domburg geteisterd had. Bij die brand van honderd jaar gelev.en werd niet alleen Domburg beroofd van een be langrijk kerkgebouw, Neder land verloor toen ook een aantal merkwaardige oudheden, die in deze kerk bewaard werden. Met deze brand immers en we ge ven weer het woord aan de briefschrijver „was ook het laatste uur geslagen voor die eerwaardige overblijfselen der oudheid, of liever voor dat zeld zaam geheel van gedenktekenen uit een zeer vroeg tijdperk, vaarvan, behalven Nijmegen, gsen andere plaats van onze va- derlandsen bodem het gelijk heeft opgeleverd". Welke waren die oudheden, die verloren gingen bij de nood lottige brand in de kerk van Domburg? Op het einde van 1646 werden het strand en de duinen van Domburg en Westkapelle door hevige stormen geteisterd. Op 5 Januari van het volgende jaar was bU een lage eb zoveel van de voet van een duin weggesla gen, dat een aantal onder het zand bedekte stenen en andere voorwerpen te voorschijn kwa men. Op last van de overheid werden deze stukken uitgegra ven en in bewaring genomen. Smallegange gaf erin zijn „Chro- nijk van Zeelend", die in 1696 in Middelburg uitkwam, een be schrijving van. In de eerste helft van de negentiende eeuw heb ben verschillende geleerden over die vondsten geschreven. Zo verschenen boeken over „De Romeinsche beelden en gedenk- steencn van Zeeland" en „De Godsdienstleer der aloude Zee landers uit oude gedenkstukken en berigten opgemaakt". Ook later vond men bij Dom burg nog wel enkele oude stuk ken op het strand of in de dui nen. Sluit men de kleinere voor werpen, het huisraad, de munten en dergelijke uit, dan werden in totaal zes brokstukken van bouwkunst gevonden, zes beel den of gedeelten van beelden, zesentwintig altaren gewijd aan Nehalennia en tien altaren ge wijd aan andere goden. In 1845 waren er nog veert:van deze stukken in totaal waren, er achtenveertig gevonden over. Niet minder dan vierendertig van die stukken bevonden zich toen in Domburg. Verder waren er van deze Zeeuwse vondsten twee in Middelburg, twee in Leiden, ec 1 in Brujsel, terwijl er een was terechtgekomen in het Huis Ilpenstein in Ilpendam. vVIE WAS DE EIGENAAR? De stukken, die in Domburg bewaard werden, zijn langza merhand alle geplaatst in het koor van de kerk der Hervorm de gemeente aldaar. Het was in dertijd in 1647 een „vondst" ge weest. Wie was nu eigenaar van al die oude stukken, waarvan toen slechts in beperkte mate de waarde werd erkend. Waren het de kerkmeesters van de kerk, of de ambachtsheren van Domburg? Eerst in het begin van de negentiende eeuw schijnt men het daarover eens gewor den te zijn. Toen gaf namelijk de toenmalige ambachtsvrouw van Domburg deze oudheden ten geschenke aan de regering. In 1809 verscheen een besluit van Koning Lodewyk, waarin men het volgende kan lezen „Wij nemen de oudheden aan, welke in dc kerk te Domburg worden bewaard, en dlc bekend zijn onder den naam van Neha lennia. Wij gelasten den Land drost van het Departement, om van onzen Minister van Binnen- landsche Zaken de schadeloos stelling voor te dragen, welke wij aan de stad Domburg zou den kunnen toestaan, en om daarenboven eeen voorstel te doen, wegens een klein gedenk teken, hetwelk men in die kerk zoude oprigten, om het aanden ken aan die oudheden te be waren". Zo bleven dus de zeldzame en bijzondere oudheden in Dom burg. Op 10 October 1848 sloeg de bliksem in de kerk. De beel den en altaren, welke in het koor gedeeltelijk op zware balken waren geplaatst, vielen op de bodem, waar zij onder de brandende overblijfsels van het ingestorte dak bedolven werden. Toen men zo ver was, dat men aan het speuren ging naar de resten bleek, dat er bitter wei nig over was! De stukken, die nog enigszins gaaf waren, wer den opgesteld in een tegen de toren afgezonderde plaats in de nieuw opgebouwde kerk. De rest, bestaande uit brokken en stukken, een steenhoop van Vrij grote omvang lag zeven tien jaar lang in de tuin van de Domburgse gemeente-secretaris. STRIJD OM DE OVER BLIJFSELEN. In 1806 werd de aandacht van de Commissie voor de overblijf selen der oude Vaderlandsche Kunst op deze voorwerpen ge vestigd. Er volgde een corres pondentie met de ambachtsheer van Domburg; het gevolg was, dat deze de oudheden afstond aan de Akademie van Weten schappen. Maar zoals het veelal gaat bij dergelijke zaken, toen kwam Zeeland in rep en roer. Men had welfcwaar een hoop stenen jaren en jaren laten lig gen. Maar nu werd de ambachts heer met verzoeken en vertogen overstroomd om toch vooral geen afstand te doen van deze oudheden. De zes in de kerk nog aanwezige monumenten werden nu overgebracht naar het Mu seum te Middelburg. En de brokstukken in de tuin van de secretaris van Domburg? Wel de Akademie van Wetenschap pen zond één harer leden naar Domburg, die rapporteerde dat hij nog wel kans zag in het Museum te Leiden de nodige restauraties uit te voeren. Ook dat plan ging echter niet door. Een jaar later werden de brok stukken op vijf wagens geladen, en naar Middelburg, naar het Museum, vervoerd. In het jaar 1870 werd aan het Domburgse strand wederom een altaar gevonden gewijd aan Ne halennia. Op de voorzijde van dat altaar stonden in het Latijn de woorden gegrift „Aan Neha lennia heeft Ingenuinius Janu- arius krachtens haar bevel dit altaar opgericht voor het be houd van zijn zoon". De naam van die Godin Ne halennia kwam ook voor op an dere altaren, die in 1647 waren gevonden, en welke in 1848, juist honderd jaar geleden bij de Domburgse brand zo ernstig verwoest werden. Zo was er toen een altaar met een op schrift, waaruit bleek dat Su- maronus Primanus dit dankoffer van bereidwillige dienst gedaan heeft aan de Godin Nehalennia. NEHALENNIA. Wie was die Nehalennia? Nie mand minder dan de bekende Mr. Laurens Pieter van de Spie gel deed reeds in 1773 voor het „Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen te Vlissingen" een verhandeling verschijnen met gedachten over de „Dea Ne halennia". „De Zeeuwsche Nehalennia is sedert hare opdelving uit het In do spoorbrug' over de Maas by Buggemum, schakel in de lijn Eindhoven-Roermond, zijn thans de laatste liggers aan gebracht. Met behulp van twee grote bokken wordt één der 60 meter lange constructies, die Ieder een gewicht van 100.000 kilogram hebben, ingevaren. Men hoopt de brug in het volgend voorjaar voor hot verkeer te kunnen openstellen. rekken, beslaat een lengte van 21a km.! Dr. J. Ch. W. Verstege. chef van de Volkstelling van het C.B.S., die ons bij een bezoek aan de enorme getallenfabriek te woord stond, was over de gang van zaken zeer tevreden, evenals over het tempo, waarin de resultaten bekend wor den. De telling was gesplitst in twee hoofdrubriekeneen woning- en gezinstelling en een volks- en be roepstelling. Met de woning- en gezinstelling is men dezer dagen gereed geko men. De publicatie van de uitein delijke cijfers kan over enkele da gen tegemoet gezien worden. Alle 1015 gemeenten kunnen dan de be schikking krijgen over gedetail leerde cijfers. Intussen hebben de meeste gemeenten deze reeds ont vangen. Ook de economisch-tech- nologische instituten in de provin cies en de provinciale planologi sche diensten, die thans over de provinciale cijfers beschikken, kunnen er mede aan het werk gaan. Voor de volks- en beroepstelling zijn op het ogenblik 9.6 millioen formulieren in bewerking. Ook deze geg /ens worden per ge meente en verder per provincie en voor het gehele land vastge legd. Per dag komen 7 a 8 ge meenten klaar. Zo juist hebben de eerste ge meenten in Zeeland de resultaten ontvangen. Het spreekt vanzelf, dat men voor de verwerking van de for mulieren bekwame ambtenaren nodig heeft. Zij brengen de gege vens van de formulieren op speci ale kaartjes over, eenvoudig door in de daarvoor bestemde vakjes een potloodstreepje te zetten. Een speciale machine „leest" deze kaartjes, dat wil zeggen: hij tast de potloodstreepjes af en ponst dan een gaatje, hetgeen de kaarten voor verwerking in andere machi nes geschikt maakt. Dit is het zogenaamde Mark Sen- singsystcem, dat voor de Neder landse. twaalfde volkstelling voor het eerst in de wereld in een sta tistisch bedrijf is toegepast en waatvoor in het buitenland grote belangstelling bestaat. Zo zal ook België het bij zijn volkstelling ge bruiken, doch alleen voor de wo ningtelling en niet voor de volks telling. HET PERSONEEL. In Januari j.l. werkte men bij het Centraal Bureau voor de Sta tistiek op maximum capaciteit. Men had toen voor de volkstelling 470 man in dienst. Een afdeling van 60 man zetelde in Rotterdam en een afdeling van 60 man in Amsterdam. Laatstgenoemde af deling is thans opgeheven. In Rot terdam werken nog steeds 40 man en in totaal schenken nog 260 ambtenaren hun krachten aan de verwerking van de gegevens. Hun werk is allengs gespecialiseerder en moeilijker geworden, doordat de lastige gevallen, die het meeste onderzoek vereisen, overblijven. Alleen al de verdeling van de millioenen kaarten over de ver schillende afdelingen van het C.B. S. maakt een wetenschappelijke planning en een uitgebreide ad ministratie nodig, want niet alleen dient ertegen gewaakt te worden, dat de kaarten door elkaar raken, maar ook, dat door een te trage werkwijze van een bepaalde afde ling stagnatie ontstaat. De twaalfde volkstelling is een kostbare ge::!iiedenis en bergen werk moeten verzet worden, maar tenslotte zullen de resultaten voor ons land van buitengewoon groot belang blijken te zijn. strand van Domburg, een kruis voor de geleerden geweest". Zelf is hij de mening toegedaan, dat Nehalennia een godheid is die alles verleent, wat tot het le vensonderhoud nodig is, een godheid, die misschien in haar eerste oorsprong de aarde was. Volgens een geleerde uit de negentiende eeuw zou Nehalen nia betekenen schenkster, goed gunstige geefster, meesteres, vrouw, en die naam is een der menigvuldige namen, die in de Noordse mythologie gemeenlijk met Freye betiteld wordt. Weel een andere theorie meent, dat Nehalennia moet beschouwd worden als de godin van handel en verkeer. Dr. Pijnappel, toentertijd in Middelburg meende in 1891, dat er verband bestaat tussen het Zuid-Brabantsche plaatsje Ni- velles en de naam van de godin. Volgens hem waren de eerste bewoners van Walcheren Kelten. Bij die Kelten was dicht bij de zee een gewijde plek, met name Domburg. Daar werden ver schillende goden geëerd, wier namen getuigen dat de volks godsdienst in ons land destijds Romeins was. Die goden zijn ons alle bekend, op één enkele na. Die ene is er echter boven mate geëerd. Die godin was gekomen uit de Zuid-Oostelijke grenslan den. Zij werd vereerd als godin van handel en verkeer. Zij werd niet bij name genoemd, maar. zo schrijft Dr. Pijnappel, zij was algemeen bekend naar de plaats vanwaar zij kwam als Nehalen nia, de godin van Nivelles. Dr. J. M. EUCHS.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1948 | | pagina 4