MEER OPTIMISME VAN PROF. LIEFTINCK
Nationaal vermogen nam met
540 millioen toe
Millioenen-nota geeft nog
tekort van fl. 660.000.000
Uitgaven voor herstel
van Oorlogsschade
Waar onze millioenen
voor uitgegeven worden
De kapitaals-
uitgaven voor 19 4 9
Nat. budget sinds'48 met
625 millioen verbeterd
Middelen konden mei 440
millioen hoger geraamd worden
Onze financiële
landbouwpolitiek.
Met verlaging van belastingdruk
wordt reeds dit jaar begonnen
Voorzichtige monetaire
politiek nog geboden.
Er komt weer een 1
Deviezen-nota. 1
TWEEDE BLAD
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
WOENSDAG 22 SEPTEMBER 1948
Dinsdagmiddag heeft de minister van Financiën, prof mr.
dr. P. Lieftinck, ter begeleiding van de stukken inzake de
ontwerpen van wet tot vaststelling van de rijksbegroting
voor het dienstjaar 1949 de jaarlijkse millioenen-nota aan de
Tweede Kamer der Staten-Generaal overgelegd.
In de inleiding gewaagt de minister met dankbaarheid van
het feit, dat in het jaar van het gouden regeringsjubileum
van Koningin Wilhelmina het jaar ook van de overgang
der koninklijke waardigheid in handen van Koningin Juliana
de nota betreffende de toestand van 's Rjjks financiën
een minder somber geluid kan doen horen dan de vooraf
gaande jaren sedert Nederlands bevrijding het geval is ge
weest.
De geleidelijke verbetering van de financiële toestand des
lands zal weldra een stadium hebben .bereikt, waarin niet
alleen zoals in 1948 de gewone dienst een groot over
schot laat, maar waarin ook de buitengewone dienst (de
dienst van uitgaven van aflopend karakter, uit oorlog en
bezetting volgend) nagenoeg uit de gewone middelen zal
kunnen worden gefinancierd.
Uitgavengewone dienst
2.417.005.514, buitengewone-
dienst f 815.862 106, totaal
3.232.876,620.
Middelen: gewonen dienst
3.156.000.412, buitengewone
dienst 76.162.570, totaal
f 3 232.162.99.
Nadelig saldo 704,629.
Hierbij wordt aangetekend,
dat in de ontwerp-begroting
voor 1949 rekening moest
worden gehouden met de nieu
we wet op de financiële ver
houding tussen het Rijk en
de gemeenten, waardoor de
laatste f 100 millioen meer
ontvangen dan volgens de ou
de regeling.
In het wetsontwerp materië
le oorlogsschaden wordt een
speciale dekking voorzien, n.
1. jaarlijks terugkerende be
lastinginkomsten tot een be
drag van c.a. 250 millioen
en voorzover de stand der
middelen daartoe noodzaakt,
leningen voor het restant.
Zou het systeem van het
wetsontwerp materiële oorlogs
schaden reeds bfl het opstel
len van deze begroting hebben
gegolden, dan zou het resul
taat zijn geweest, dat het sal
do van de gewone dienst en
buitengewone dienst 1
250 millioen gunstiger zou
zjjn geweest, namelijk in
plaats van 0.7 millioen na
delig, ruim 'f 249 millioen
voordelig. Hiertegenover staat
echter, dat het nadelig saldo
van het Landbouw-Egalisatie-
fonds bjj de raming der uit
gaven zowel op de gewone
dienst als op de buitengewone
dienst 1 buiten beschouwing
is gelaten. Dit saldo bedraagt
rond 365 millioen.
In overweging is om tegen
over de belastingverzwaring,
die uit het oorlogsschadeher
stelplan voorvloeit, een aan
tal tegemoetkomingen te stel
len in de algemene belasting
druk, zodat de middelenop
brengst per saldo waarschljn-
lflk niet veel van de thans op
gestelde raming zal afwijken.
KAPITAALSUITGAVEN
De uitgaven van de buiten
gewone dienst. 2 (kapitaals
uitgaven) worden voor 1949
geraamd op 365.640.310,
waartegenover een bedrag van
71.498.693 wegens kapitaals-
inkomsten staat. Deze dienst
wijst derhalve een tekort aan
van f 294.141.617 (vorig jaar
423.015.484).
Hierbij dient echter onmid
dellijk te worden opgemerkt
dat de kapitaalsuitgaven bij
definitie en afgezien van fi
nanciële conjunctuur-politiek
door leninggelden mogen wor
den gedekt. In het raam ener
financiële conjunctuur-politiek
zou kunnen worden gesteld,
dat ditmaal zelfs de kapitaals
uitgaven uit de belastingop
brengsten zouden moeten
worden gedekt. Een dergelijke
fiscale politiek zou echter 'n
zo zware last op het bedrijfs
leven leggen dat het herstel
niet bereikt zou kunnen wor
den.
Middelen hoger,
uitgaven lager.
Een vergelijking met de
vastgestelde begroting voor
1948 wijst uit. dat het na
delig saldo van de gewone
dienst en de buitengewone
dieast 1 tezamen toen werd
geraamd op 725.415.360.
Het thans zoveel gunsti
ger eindresultaat is voor
een belangrijk deel een ge
volg van de omstandigheid,
<lat het voor 1949 verant
woord kan worden geacht
de middelen f 440 millioen
hoger te ramen dan voor
1948. Daarnaast zjjn de
uitgaven 285 millioen
lager gesteld.
Rekening houdende met a)
de te verwachten suppletoire
verhogingen op grond va.n wet
of besluit en op grond van te
laag gebleken ramingen (te
zamen ad. f 556 milloen), b)
de onbeschikt blijvende be
dragen 456 millioen) ene)
de hogere raming der belas
tingopbrengsten in 1948 (ruim
f 450 millioen, na aftrek van
uitkeringen aan het gemeente
fonds en aan het in te stel
len provinciefonds ad resp.
230 en 20 millioen) geeft
een vergelijking van de ont
werp-begroting 1949 met de
gecorrigeerde begroting 1948
het volgend beeld (afgerond
in milioenen guldens).
1949
1948
Gewone dienst:
2367
3191
2417
3156
Uitgaven
Middelen
Voord. saldo 824 739
Buitengewone dienst 1:
Uitgaven 1141
Middelen 54
816
76
Nadelig saldo 1087 740
Landbouw-Egal. fonds
Nadelig saldo 602 365
Buitengewone dienst 2:
Uitgaven 479 366
Middelen" 50 72
Budgetverbetering
van 625 millioen.
Volgens dit overzicht wijst
de ontwerp-begroting voor
1949 dus, wat het totaal der
uitgaven betreft, een buget
verbetering aan van f 625
millioen. Dit resultaat is be
reikt door een lagere raming
der uitgaven ten laste van
de gewone dienst ad 275
millioen een lagere raming
van het nadelig saldo van het
Landbouw-Egali salie fonds ad.
237 millioen en een vermin
dering der uitgaven op de
buitengewone dienst 2 ad f
113 millioen.
De middelen zijn voor
1949 in totaal 9 millioen
hoger geraamd dan voor 1948
nader verwacht mag worden.
Hierbq dient echter te worden
bedacht, dat in de 3.245
millioen middelen voor 1948
een bedrag van per saldo
f 275 millioen is begrepen
wegens het inhalen van de
achterstand in de directe be
lastingen en dat bij de raming
voor 1949 geen rekening is
gehouden met een bedrag we
gens het inhalen van achter
stand.
SALARISPOSITIE
RIJKSPERSONEEL
Het beeld van de uitgaven
der ontwerp-begroting voor
1949 is in zoverre onvolledig
dat het om technische rede
nen nog niet mogelijk was,
.Prol Mr. P. Lieftinck
daarbij rekening te houden
met de kosten van»verschillen
de maatregelen ter verbete
ring van de salarispositie van
het rijkspersoneel, waartoe
reeds is of alsnog zal worden
besloten. Daarboven zal het
budget voor 1949 nog worden
belast niet de kosten van de
overige maatregelen, begrepen
in de technische herziening
van het bezoldigingsbesluit.
Voorts bestaat het voorne
men een wettelijke regeling
in het leven te roepen, op
grond waarvan arbeidscontrac
tanten, die ten minste twee
jaren in rijksdienst zijn en ook
overigens aan bepaal
de voorwaarden voldoen, recht
op pensioen zullen verkrijgen.
Naar zeer globale raming
zullen de bovengenoemde
maatregelen een bedrag van
plm. 49 millioen vergen.
Nadelig saldo 429 294
Het totaal nadelig saldo be
draagt dus 660 millioen gul
den.
54 MILLIOEN VOOR WONINGBOUW.
Je specificatie van de uitgaven van de buitengewone dienst 2 (ka
pitaalsuitgaven) voor 1949 is als volgt:
Aanleg van wégen, voorkomende op bet rijkswegenplan f 11.700.000
Aanleg van «analen, vaarten, sluiswerken, bruggen e.a. 5.350.000
Verbetering van de waterstaatkundige toestand in het
gebied van de benedenrivieren
Landaanwinningswerken
Kosten van bouw van bruggen e.a.
Aanleg van luchtvaartterreinen
Omhoogbrengen emplacement Leiden H. S. en wijziging
Leiden S.S.
Huisvesting van het leger
Huisvesting van de Kon. Marechaussee
Huisvesting van de luchtmacht en militaire vliegvelden
Aanschaffing van schepen, vaartuigen enz. voor de ma
rine, het loodswezen, de hydrografie en de betonning
Huisvesting van de marine
Marine-etablissement te Soerabaja
Nieuwbouw van het loodswezen, betonning enz.
Nieuw-, aan- en verbouw van onroerende goederen
Verbetering van gronden enz. van de domeinen
Voorschotten voor de woningbouw
Credieten voor verdere- woningbouw voorzieningen
Ruilverkavelingen
Electriciteitsvoorzienïng
Gasvoorziening
Uitbreiding van het Nat. Luchtvaartlaboratorium
Kosten van het leggen van kabels en aanleg van wegen,
radio-installaties enz. op en in de onmiddellijke omge
ving van luchtvaartterreinen
Verstrekkingen van kapitaal aan:
1. Zuiderzeefonds
2. Staatsmijnen
3. Staatsdrukkerij- en uitgeverijbedrijf
4. Staats vissershavenbedrijf
5. Staatsmuntbedrijf
Voorschotten aan gemeenten ingevolge de Landarbei-*
derswet voor aankoop onroerende goederen
Ned. Instituut voor zuivelonderzoek
Tuinbouwkundig onderzoek voor nieuwbouw
4.700.000
4.350.000
1.000.000
15.000.000
i.ooo.ooo
8.091.100
2.000.000
12.535.600
97.589,300
6.705.000
4.710.800
549.000
16.770.870
590.000
44.000.000
10.000.000
4.500.000
195.000
9.819.000
1.780.000
350.000
45.320.140
52.800.000
440.000
m 354.500
77.000
150.000
1.000.000
1.073.000
Verdeeld over de verschillende doeleinden geeft het schema van de
uitgaven vergeleken bij dat vóór 1848 het volgende beeld:
Levensmiddelenpakket blijft
f 20.— per hoofd kosten.
Ten aanzien van de begro
ting van het Landbouw-Egali-
satiefonds, welke een nadelig
saldo van rond 265 millioen
vertoont, merkt de minister
op, dat deze door de daarin
begrepen loon- en prijspolitiek
zulke verstrekkende gevolgen
voor de financieel-economische
toestand van Nederland heeft,
dat het onmogelijk is haar te
behandelen los van alle invloe
den welke onze nationale en
onze internationale positie be
palen. Door de internationale
verhoudingen staat ons land
voor de noodzakelijkheid de
binnenlandse structuur van
het economische leven aan te
passen aan de wijzigingen,
welke de wereldstructuur on
dergaat. In dit opzicht is spoed
vereist, mede om te voorko
men, dat wij bij beëindiging
van de Marshall-hulp voor een
ernstige economische ineen
storting komen te staan.
Op grond van bovenstaande
overwegingen is het noodzake
lijk onze landbouwpolitiek te
richten op een zo groot mo
gelijke dollarbesparing dooi
een voorzichtige importpoli-
tiek. zonder eenter de verho
ging van de arbeidsproducti
viteit door betere voeding uit
het oog te verliezen.
Tegelijkertijd vraagt de ver
wezenlijking van de Neder
landsBelgischLuxemburgse
economische unie, in het ka
der van het streven naar we
derzijdse aanpassing, een po
litiek van prjjssubsidies met
een sterk tijdelijk en groten
deels aflopend karakter.
Tenslotte bestaat er een
nauw verband tussen het op
heffen, waar mogelijk, van
rantsoeneringen en de subsi
diepolitiek.
De wisselende prijsverhou
dingen in het buitenland ma
ken het noodzakelijk de prijzen
der geïmporteerde grondstof
fen in overeenstemming te
brengen met de binnenlandse
richtprijzen. Daardoor zijn bij
de grote quantiteiten geïmpor
teerde granen aanzienlijke be
dragen als importtoeslag be
nodigd (totaal 154 millioen).
In dit verband zij er op ge
wezen, dat het niet tot stand
komen van het Wheat-Agree
ment een extra verlies van
pl.m. 50 millioen ten gevol;
heeft.
Weliswaar is een gedeelte
lijke doorberekening der sub
sidies in de begroting opgeno
men, doch er blijft nog altijd
een direct-subsidie op het le
vensmiddelenpakket van 212
millioen of wel van 20 per
Inwoner, waarvan ruim de
helft aan de melkscctor moei
worden toegerekend-
In de gewone dienst en de buitengewone dienst 1 zijn tot een totaal
bedrag van f 482 millioen bedragen opgenomen voor uitgaven inge
volge het oorlogsschadeherstelplan waarvoor in het thans bij de Sta
ten-Generaal aanhangige wetsontwerp op de materiële oorlogsscha
den een speciale dekkingsregeling is voorzien.
Deze uitgaven kunnen als volgt worden gespecificeerd:
Gewone dienst:
Rente aan oorlogsschadegerechtigden I 49.975.000
Rente wegens uitgestelde betalingen van uitkeringen we
gens vlootreconstructie 2.275.000
Totaal f 52.250.000
Buitengewone dienst:
Aan rijkseigendommen toegebrachte schade f 18.065.575
Monumenten van geschiedenis en kunst 2.500.000
Wederopbouw v. d. aan publiekrechtelijke lichame. toe
behorende eingendommen 20.000.000
Aan de gemeente Rotterdam toebehorende eigendommen 23.000.000
Herstel van aan het rijk en andere publiekrechtelijke li
chamen toebehorende eigendommen i. d. Wieringermeer 4.522.200
Bijdragen in oorlogsschade aan onroerende goederen 87.950.000
Voorlopige voorzieningen aan onroerend goed, uitgezon
derd schepen
Bijdragen in oorlogsschade aan roerende goederen
Bijdragen in oorlogsschade aan huisraad
Bijdragen en extra bijdragen i.v.m. schade door eigen
verzet
Rente over door derden verstrekte credieten ten behoeve
van aanvullende herstelfinanciering
Vergoeding a. d. Herstelbank voor geleden verliezen op
voor risico van de Staat verleende credieten aan be
drijven welke oorlogsschade hebben geleden
Vermogensschade, geen schade aan goederen zijnde, als
gevolg van bijzondere handelingen, maatregelen of be
schikkingen van de vijand geleden
Financiering van het landbouwlierslel
Schadevergoedingen voortvloeiende uit de zee- cn lucht
vaartverzekeringswet 1939
Vlootreconstructie grote-, korte- en kustvaart
Bijdragen in oorlogsschade aan schepen
400.000
80.000.000
70.000.000
4.000.000
1.000.000
44.000.000
10.266.800
15.000.000
Minister roept wederom op
tot uiterste zuinigheid
In zijn slotbeschouwing geeft de minister een samenvat
tende typering van het stadium, waarin het economisch en
financieel herstel zich bevindt.
Na tc hebben gereleveerd, dat de reeds in het vorig jaar
uitgesproken verwachting van een niet onbevredigende ont
wikkeling van de economische toestand van Nederland, wat
de binnenlandse verhoudingen aangaat, bevestiging vindt in
de huidige omstandigheden, neemt de minister enkele onder
delen van het economische leven in beschouwing.
De bruto-productie-index in
1948 zal, naar wordt verwacht,
die van 1938 met 3 pet. over
treffen. Dit betekent" echter
nog geen volledig herstel van
het productenniveau van vóór
de orolog. omdat de bevolking
sedert 1938 met ca. 13 pet. is
toegenomen, zodat bij een
evenredige vermeerdering de
productie-index tot 113 moest
zijn gestegen. De productiviteit
per hoofd van de bevolking
bedraagt nog slechts 90 pet.
van die van 1938. Hierin zal in
hoofdzaak door verdere aan
vulling en modernisering van
de industriële en agrarische
outillage verbetering moeten
worden gebracht. Doch ook
de arbeidsinspanning zal moe
ten worden verhoogd.
Over het geheel is de voor-
raadpositie der industrie be
vredigend, misschien zelfs op
verschillende plaatsen over
vloedig.
Vervolgens beziet de minis
ter de situatie der industriële
productie naar enkele der
meest belangrijke bedrijfstak
ken en constateert daarbij,
dat niet alle branches in vol
doende mate tot de bereikte
vooruitgang hebben kunnen
bijdragen. O.m. is dit het ge
val ten aanzien van de bouw
nijverheid, die met ver
schillende moeilijkheden,
waarvan de onvoldoende
materiaalvoorziening er slechst
één van is, te kampen
heeft gehad. Ook de produc-
tie-indices van de grafische
industrie, de steenkolenmijn-
bouw, van de agrarische sec
tor, de houtvoortbrenging er
van de kledingindustrie bleven
in meer of mindere mate bij
de algemene neiging tot ver
betering achter.
WERELD-PRIJZEN
De wereldmarktprijzen lig
gen over het algemeen nog óp
een hoog niveau. Niettemin is
in de agrarische sector reeds
een prijsdaling waarneembaar,
welke naast een ingrijpende
wijziging in het beleid een
der oorzaken is van de lagere
ramingen der uitgaven ten las
te van hét Landbouw-Egalisa-
tiefonds.
De vermindering van het
nadelig saldo van dit fonds
weerspiegelt onder meer een
belangrijke stap in de richting
van een beperking van de po
litiek der prjjssubsidies en van
opheffing van vele belemme
rende bepalingen ten aanzien
van de goederencirculatie.
Verdergaande stappen op dit
laatste gebied zijn in verband
met de deviezenpositie in ho
ge mate afhankelijk van de
omvang der buitenlandse hulp
verlening.
Hoe ruimer deze wordt ver
leend, des te sneller en volle
diger zal op deze weg kunnen
worden voortgegaan, waarme
de dan tevens een der onmis
bare voorwaarden wordt ver
vuld voor de verwezenlijking
van de economische unie met
België en Luxemburg. Hierbij
zal nauwgezet rekening wor
den gehouden met de gevolgen
daarvan voor de kosten van
levensonderhoud, terwijl op het
gebied van de loon- en prijs
politiek de instandhouding van
sociaal gerechtvaardigde en
economisch verantwoorde Ioon-
en prijsnormen zal worden
bevorderd.
Evenals het vorig jaar
roept de minister het Ne
derlandse volk op tot be
sparing en uiterste zuinig
heid in de consumptieve
sfeer en voor wat de pro
ductiebedrijven betreft tot
matigheid in de winstuit
keringen en voorzichtigheid
bij het aanhouden van voor
raden, gezien het daaraan
verbonden prijsrlsico.
De financiële toestand laat
toe deze oproep thans te doen
vergezeld gaan van de aan
kondiging van enkels fiscale
maatregelen, die hierop zullen
aansluiten.
Een bemoedigend teken is,
dat aan de intering van het
nationale vermogen een eimle
is gekomen. Uit berekeningen
van het Centraal Planbureau
bljjkt, dat voor een bedrag van
540 millioen meer is gepro
duceerd dan verbruikt, zodat
het nationaal vermogen met
dit bedrag is toegenomen.
Ondanks de gunstige facto
ren, welke zijn te onderkennen,
verheelt de minister zich niet,
dat ook thans de gevaren voor
onze financiële en economische
verhoudingen niet voorgoed
zijn geweken.
Erkencl moet worden, dat
het herstel van de gewens
te welvaartsverhoudingen
binnen enkele jaren zal
nopen tot verlaging van be
lastingdruk, waarmede de
minister zich dan ook voor
stelt reeds dit jaar een be
gin te maken.
Slechts door voortgaande
beperking van rijksuitgaven,
door liquidatie van instanties
voor oorlogs- en crisisecono
mie, door afsnijding van wat
binnen het raam van een ver
antwoord en constructief be
leid maar even kan worden
gemist en door uiterste rati
onaliteit in datgene wat moet
blijven verricht, is de vereiste
stabiliteit in de binnenlandse
politiek te bereiken. Een sta
biliteit, waarbij de financiële
draagkracht van ons volk niet
wordt overspannen, maar an
derdeels toch wordt opgebracht
wat voor voortgang van het
herstel onmisbaar is te achten.
Dit streven vereist niet al
leen de eendrachtige vastbe
radenheid van het kabinet, het
vereist ook de overtuigende
medewerking van alle ambte
naren van hoog tot laag en
niet minder het vertrouwen en
de steun der Volksvertegen
woordiging.
Gewone Buitengew. Kapitaal-
dienst dienst 1 dienst
Natonale schuld
Buitenlandse dienst 32
Politie en justitie 125
Onderwijs. K. en W. 295
Herstel oorlogsschade*^ 58
Militaire uitgaven 109
Waterstaat 71
Verkeer 16
Luchtvaart 16
Handel en nijverheid 19
Landbouw en visserij 48
Distrb.-. condtr.- en prijsbeh. apparaat 48
Prijssubsid. excl. Landb. Egal.-fonds
Sociale voorzieningen 332
Volkshuisvesting 2(
Overzeese gebiedsdelen 2
Alg. uitkeringen aan gem. en prov. 20C
Goederen, bestemd v. doorverkoop
Bestuurskosten in
Pensioenen
Wachtgelden, e.d.
1948 1949 1948 1949 1948 1949
17 52
67 73
30
18
10
57 71
4 16 3
Landbouw-Egal.-fonds
Totaal
2427 2417 1091 816 472 366
Totaal-generaal 2427 2417 1589 1181 472 366
Inbegrepen uitgaven, welke niet vallen onder die, waarvoor in
het wetsontwerp op de materiële oorlogsschaden (gedrukte stukken,
zitting 1947—1948—705) een speciale dekkingsregeling is voorzien.
Totaal f 429.580.175
Geen snellere afwikkeling
der geldzuivering.
Voor hij tot zijn samenvat
tende slotbeschouwing komt,
staat prof. Lieftinck in zijn
millioenennota stil bij wat hjj
ziet als een verzwakking van
de inflatoire, resp. verster
king der deflatoire tendenties.
Het is z.i. niet onmogelijk te
achten, dat in 1949 de defla
toire tendenties zelfs eniger
mate de overhand zullen ver
krijgen. Een en ander neemt
niet weg, dat voorzichtigheid
op het stuk der monetaire po
litiek geboden blijft. Het komt
de minister daarom ongewenst
voor, om vooruitlopende op
deze mogelijkheid, thans het
tempo van de afwikkeling der
geldzuivering te versnellen.
De minister van financiën
•heeft het voornemen t.z.t. aan
de Staten-Generaal een nader
overzicht te verschaffen van
's lands deviezenpositie, speci
aal, gezien in het licht van de
steun, te ontvangen binnen
het raam van het Europese
Herstelprogramma.
Alvorens hiertoe kan wor
den overgegaan, zal o.m. vast
moeten staan, welke bedragen
voor het „fiscal year" 1948/
1949 lopende van 1 Juli
1948 tot en met 30 Juni 1949
beschikbaar worden gesteld
en welke bestedingsvoorschrif
ten voor het gebruik van deze
bijdragen in acht moeten wor
den genomen.
Op grond van deze gegevens
zal dan tevens een programma
voor het gebruik dezer bijdra
gen worden opgesteld.
De reconstructie van het
bestuursapparaat.
Uitvoerig gaat de nota in
op de verschillende maatrege
len, welke reeds zijn en nog
zullen worden genomen terza
ke van een reconstructie van
het bestuursapparaat.
- Tal van maatregelen, welke
verbetering van werkmetho
den, controle op personeelsbe
zetting, inkrimping van werk
zaamheden door liquidatie
schema's, opheffing van dou
blures enz. betreffen, werden
door het bureau organisatie
van het ministerie van finan
ciën, ook in samenwerking
met andere diensten, uitge
voerd.
De taak der regering moet
onder de huidige omstan
digheden op zjjn gericht om
door doelmatig werken een
rationele omvang van het per
soneel te bereiken, tevens ech
ter om voor dat personeel vol
doende gunstige arbeidsvoor
waarden te scheppen.
De toepassing der van enige
met name genoemde methoden
op breed terrein zal het naar
de verwachting van de minis
ter mogelijk maken om niet
alleen op de bureaux, welke
als proefvelden voor dit werk
in het afgelopen jaar hebben
gediend, maar ook elders de
uitgavenvermindering te èf-
fectuëren, welke in de begro
ting is voorzien, zonder dat
andere dan misbare werk
zaamheden zouden moeten
vervallen.
"(Zie vervolg 2e blad, pag.