MEER OPTIMISME VAN PROF. LIEFTINCK Nationaal vermogen nam met 540 millioen toe Millioenen-nota geeft nog tekort van fl. 660.000.000 Uitgaven voor herstel van Oorlogsschade Waar onze millioenen voor uitgegeven worden De kapitaals- uitgaven voor 19 4 9 Nat. budget sinds'48 met 625 millioen verbeterd Middelen konden mei 440 millioen hoger geraamd worden Onze financiële landbouwpolitiek. Met verlaging van belastingdruk wordt reeds dit jaar begonnen Voorzichtige monetaire politiek nog geboden. Er komt weer een 1 Deviezen-nota. 1 TWEEDE BLAD PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT WOENSDAG 22 SEPTEMBER 1948 Dinsdagmiddag heeft de minister van Financiën, prof mr. dr. P. Lieftinck, ter begeleiding van de stukken inzake de ontwerpen van wet tot vaststelling van de rijksbegroting voor het dienstjaar 1949 de jaarlijkse millioenen-nota aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal overgelegd. In de inleiding gewaagt de minister met dankbaarheid van het feit, dat in het jaar van het gouden regeringsjubileum van Koningin Wilhelmina het jaar ook van de overgang der koninklijke waardigheid in handen van Koningin Juliana de nota betreffende de toestand van 's Rjjks financiën een minder somber geluid kan doen horen dan de vooraf gaande jaren sedert Nederlands bevrijding het geval is ge weest. De geleidelijke verbetering van de financiële toestand des lands zal weldra een stadium hebben .bereikt, waarin niet alleen zoals in 1948 de gewone dienst een groot over schot laat, maar waarin ook de buitengewone dienst (de dienst van uitgaven van aflopend karakter, uit oorlog en bezetting volgend) nagenoeg uit de gewone middelen zal kunnen worden gefinancierd. Uitgavengewone dienst 2.417.005.514, buitengewone- dienst f 815.862 106, totaal 3.232.876,620. Middelen: gewonen dienst 3.156.000.412, buitengewone dienst 76.162.570, totaal f 3 232.162.99. Nadelig saldo 704,629. Hierbij wordt aangetekend, dat in de ontwerp-begroting voor 1949 rekening moest worden gehouden met de nieu we wet op de financiële ver houding tussen het Rijk en de gemeenten, waardoor de laatste f 100 millioen meer ontvangen dan volgens de ou de regeling. In het wetsontwerp materië le oorlogsschaden wordt een speciale dekking voorzien, n. 1. jaarlijks terugkerende be lastinginkomsten tot een be drag van c.a. 250 millioen en voorzover de stand der middelen daartoe noodzaakt, leningen voor het restant. Zou het systeem van het wetsontwerp materiële oorlogs schaden reeds bfl het opstel len van deze begroting hebben gegolden, dan zou het resul taat zijn geweest, dat het sal do van de gewone dienst en buitengewone dienst 1 250 millioen gunstiger zou zjjn geweest, namelijk in plaats van 0.7 millioen na delig, ruim 'f 249 millioen voordelig. Hiertegenover staat echter, dat het nadelig saldo van het Landbouw-Egalisatie- fonds bjj de raming der uit gaven zowel op de gewone dienst als op de buitengewone dienst 1 buiten beschouwing is gelaten. Dit saldo bedraagt rond 365 millioen. In overweging is om tegen over de belastingverzwaring, die uit het oorlogsschadeher stelplan voorvloeit, een aan tal tegemoetkomingen te stel len in de algemene belasting druk, zodat de middelenop brengst per saldo waarschljn- lflk niet veel van de thans op gestelde raming zal afwijken. KAPITAALSUITGAVEN De uitgaven van de buiten gewone dienst. 2 (kapitaals uitgaven) worden voor 1949 geraamd op 365.640.310, waartegenover een bedrag van 71.498.693 wegens kapitaals- inkomsten staat. Deze dienst wijst derhalve een tekort aan van f 294.141.617 (vorig jaar 423.015.484). Hierbij dient echter onmid dellijk te worden opgemerkt dat de kapitaalsuitgaven bij definitie en afgezien van fi nanciële conjunctuur-politiek door leninggelden mogen wor den gedekt. In het raam ener financiële conjunctuur-politiek zou kunnen worden gesteld, dat ditmaal zelfs de kapitaals uitgaven uit de belastingop brengsten zouden moeten worden gedekt. Een dergelijke fiscale politiek zou echter 'n zo zware last op het bedrijfs leven leggen dat het herstel niet bereikt zou kunnen wor den. Middelen hoger, uitgaven lager. Een vergelijking met de vastgestelde begroting voor 1948 wijst uit. dat het na delig saldo van de gewone dienst en de buitengewone dieast 1 tezamen toen werd geraamd op 725.415.360. Het thans zoveel gunsti ger eindresultaat is voor een belangrijk deel een ge volg van de omstandigheid, <lat het voor 1949 verant woord kan worden geacht de middelen f 440 millioen hoger te ramen dan voor 1948. Daarnaast zjjn de uitgaven 285 millioen lager gesteld. Rekening houdende met a) de te verwachten suppletoire verhogingen op grond va.n wet of besluit en op grond van te laag gebleken ramingen (te zamen ad. f 556 milloen), b) de onbeschikt blijvende be dragen 456 millioen) ene) de hogere raming der belas tingopbrengsten in 1948 (ruim f 450 millioen, na aftrek van uitkeringen aan het gemeente fonds en aan het in te stel len provinciefonds ad resp. 230 en 20 millioen) geeft een vergelijking van de ont werp-begroting 1949 met de gecorrigeerde begroting 1948 het volgend beeld (afgerond in milioenen guldens). 1949 1948 Gewone dienst: 2367 3191 2417 3156 Uitgaven Middelen Voord. saldo 824 739 Buitengewone dienst 1: Uitgaven 1141 Middelen 54 816 76 Nadelig saldo 1087 740 Landbouw-Egal. fonds Nadelig saldo 602 365 Buitengewone dienst 2: Uitgaven 479 366 Middelen" 50 72 Budgetverbetering van 625 millioen. Volgens dit overzicht wijst de ontwerp-begroting voor 1949 dus, wat het totaal der uitgaven betreft, een buget verbetering aan van f 625 millioen. Dit resultaat is be reikt door een lagere raming der uitgaven ten laste van de gewone dienst ad 275 millioen een lagere raming van het nadelig saldo van het Landbouw-Egali salie fonds ad. 237 millioen en een vermin dering der uitgaven op de buitengewone dienst 2 ad f 113 millioen. De middelen zijn voor 1949 in totaal 9 millioen hoger geraamd dan voor 1948 nader verwacht mag worden. Hierbq dient echter te worden bedacht, dat in de 3.245 millioen middelen voor 1948 een bedrag van per saldo f 275 millioen is begrepen wegens het inhalen van de achterstand in de directe be lastingen en dat bij de raming voor 1949 geen rekening is gehouden met een bedrag we gens het inhalen van achter stand. SALARISPOSITIE RIJKSPERSONEEL Het beeld van de uitgaven der ontwerp-begroting voor 1949 is in zoverre onvolledig dat het om technische rede nen nog niet mogelijk was, .Prol Mr. P. Lieftinck daarbij rekening te houden met de kosten van»verschillen de maatregelen ter verbete ring van de salarispositie van het rijkspersoneel, waartoe reeds is of alsnog zal worden besloten. Daarboven zal het budget voor 1949 nog worden belast niet de kosten van de overige maatregelen, begrepen in de technische herziening van het bezoldigingsbesluit. Voorts bestaat het voorne men een wettelijke regeling in het leven te roepen, op grond waarvan arbeidscontrac tanten, die ten minste twee jaren in rijksdienst zijn en ook overigens aan bepaal de voorwaarden voldoen, recht op pensioen zullen verkrijgen. Naar zeer globale raming zullen de bovengenoemde maatregelen een bedrag van plm. 49 millioen vergen. Nadelig saldo 429 294 Het totaal nadelig saldo be draagt dus 660 millioen gul den. 54 MILLIOEN VOOR WONINGBOUW. Je specificatie van de uitgaven van de buitengewone dienst 2 (ka pitaalsuitgaven) voor 1949 is als volgt: Aanleg van wégen, voorkomende op bet rijkswegenplan f 11.700.000 Aanleg van «analen, vaarten, sluiswerken, bruggen e.a. 5.350.000 Verbetering van de waterstaatkundige toestand in het gebied van de benedenrivieren Landaanwinningswerken Kosten van bouw van bruggen e.a. Aanleg van luchtvaartterreinen Omhoogbrengen emplacement Leiden H. S. en wijziging Leiden S.S. Huisvesting van het leger Huisvesting van de Kon. Marechaussee Huisvesting van de luchtmacht en militaire vliegvelden Aanschaffing van schepen, vaartuigen enz. voor de ma rine, het loodswezen, de hydrografie en de betonning Huisvesting van de marine Marine-etablissement te Soerabaja Nieuwbouw van het loodswezen, betonning enz. Nieuw-, aan- en verbouw van onroerende goederen Verbetering van gronden enz. van de domeinen Voorschotten voor de woningbouw Credieten voor verdere- woningbouw voorzieningen Ruilverkavelingen Electriciteitsvoorzienïng Gasvoorziening Uitbreiding van het Nat. Luchtvaartlaboratorium Kosten van het leggen van kabels en aanleg van wegen, radio-installaties enz. op en in de onmiddellijke omge ving van luchtvaartterreinen Verstrekkingen van kapitaal aan: 1. Zuiderzeefonds 2. Staatsmijnen 3. Staatsdrukkerij- en uitgeverijbedrijf 4. Staats vissershavenbedrijf 5. Staatsmuntbedrijf Voorschotten aan gemeenten ingevolge de Landarbei-* derswet voor aankoop onroerende goederen Ned. Instituut voor zuivelonderzoek Tuinbouwkundig onderzoek voor nieuwbouw 4.700.000 4.350.000 1.000.000 15.000.000 i.ooo.ooo 8.091.100 2.000.000 12.535.600 97.589,300 6.705.000 4.710.800 549.000 16.770.870 590.000 44.000.000 10.000.000 4.500.000 195.000 9.819.000 1.780.000 350.000 45.320.140 52.800.000 440.000 m 354.500 77.000 150.000 1.000.000 1.073.000 Verdeeld over de verschillende doeleinden geeft het schema van de uitgaven vergeleken bij dat vóór 1848 het volgende beeld: Levensmiddelenpakket blijft f 20.— per hoofd kosten. Ten aanzien van de begro ting van het Landbouw-Egali- satiefonds, welke een nadelig saldo van rond 265 millioen vertoont, merkt de minister op, dat deze door de daarin begrepen loon- en prijspolitiek zulke verstrekkende gevolgen voor de financieel-economische toestand van Nederland heeft, dat het onmogelijk is haar te behandelen los van alle invloe den welke onze nationale en onze internationale positie be palen. Door de internationale verhoudingen staat ons land voor de noodzakelijkheid de binnenlandse structuur van het economische leven aan te passen aan de wijzigingen, welke de wereldstructuur on dergaat. In dit opzicht is spoed vereist, mede om te voorko men, dat wij bij beëindiging van de Marshall-hulp voor een ernstige economische ineen storting komen te staan. Op grond van bovenstaande overwegingen is het noodzake lijk onze landbouwpolitiek te richten op een zo groot mo gelijke dollarbesparing dooi een voorzichtige importpoli- tiek. zonder eenter de verho ging van de arbeidsproducti viteit door betere voeding uit het oog te verliezen. Tegelijkertijd vraagt de ver wezenlijking van de Neder landsBelgischLuxemburgse economische unie, in het ka der van het streven naar we derzijdse aanpassing, een po litiek van prjjssubsidies met een sterk tijdelijk en groten deels aflopend karakter. Tenslotte bestaat er een nauw verband tussen het op heffen, waar mogelijk, van rantsoeneringen en de subsi diepolitiek. De wisselende prijsverhou dingen in het buitenland ma ken het noodzakelijk de prijzen der geïmporteerde grondstof fen in overeenstemming te brengen met de binnenlandse richtprijzen. Daardoor zijn bij de grote quantiteiten geïmpor teerde granen aanzienlijke be dragen als importtoeslag be nodigd (totaal 154 millioen). In dit verband zij er op ge wezen, dat het niet tot stand komen van het Wheat-Agree ment een extra verlies van pl.m. 50 millioen ten gevol; heeft. Weliswaar is een gedeelte lijke doorberekening der sub sidies in de begroting opgeno men, doch er blijft nog altijd een direct-subsidie op het le vensmiddelenpakket van 212 millioen of wel van 20 per Inwoner, waarvan ruim de helft aan de melkscctor moei worden toegerekend- In de gewone dienst en de buitengewone dienst 1 zijn tot een totaal bedrag van f 482 millioen bedragen opgenomen voor uitgaven inge volge het oorlogsschadeherstelplan waarvoor in het thans bij de Sta ten-Generaal aanhangige wetsontwerp op de materiële oorlogsscha den een speciale dekkingsregeling is voorzien. Deze uitgaven kunnen als volgt worden gespecificeerd: Gewone dienst: Rente aan oorlogsschadegerechtigden I 49.975.000 Rente wegens uitgestelde betalingen van uitkeringen we gens vlootreconstructie 2.275.000 Totaal f 52.250.000 Buitengewone dienst: Aan rijkseigendommen toegebrachte schade f 18.065.575 Monumenten van geschiedenis en kunst 2.500.000 Wederopbouw v. d. aan publiekrechtelijke lichame. toe behorende eingendommen 20.000.000 Aan de gemeente Rotterdam toebehorende eigendommen 23.000.000 Herstel van aan het rijk en andere publiekrechtelijke li chamen toebehorende eigendommen i. d. Wieringermeer 4.522.200 Bijdragen in oorlogsschade aan onroerende goederen 87.950.000 Voorlopige voorzieningen aan onroerend goed, uitgezon derd schepen Bijdragen in oorlogsschade aan roerende goederen Bijdragen in oorlogsschade aan huisraad Bijdragen en extra bijdragen i.v.m. schade door eigen verzet Rente over door derden verstrekte credieten ten behoeve van aanvullende herstelfinanciering Vergoeding a. d. Herstelbank voor geleden verliezen op voor risico van de Staat verleende credieten aan be drijven welke oorlogsschade hebben geleden Vermogensschade, geen schade aan goederen zijnde, als gevolg van bijzondere handelingen, maatregelen of be schikkingen van de vijand geleden Financiering van het landbouwlierslel Schadevergoedingen voortvloeiende uit de zee- cn lucht vaartverzekeringswet 1939 Vlootreconstructie grote-, korte- en kustvaart Bijdragen in oorlogsschade aan schepen 400.000 80.000.000 70.000.000 4.000.000 1.000.000 44.000.000 10.266.800 15.000.000 Minister roept wederom op tot uiterste zuinigheid In zijn slotbeschouwing geeft de minister een samenvat tende typering van het stadium, waarin het economisch en financieel herstel zich bevindt. Na tc hebben gereleveerd, dat de reeds in het vorig jaar uitgesproken verwachting van een niet onbevredigende ont wikkeling van de economische toestand van Nederland, wat de binnenlandse verhoudingen aangaat, bevestiging vindt in de huidige omstandigheden, neemt de minister enkele onder delen van het economische leven in beschouwing. De bruto-productie-index in 1948 zal, naar wordt verwacht, die van 1938 met 3 pet. over treffen. Dit betekent" echter nog geen volledig herstel van het productenniveau van vóór de orolog. omdat de bevolking sedert 1938 met ca. 13 pet. is toegenomen, zodat bij een evenredige vermeerdering de productie-index tot 113 moest zijn gestegen. De productiviteit per hoofd van de bevolking bedraagt nog slechts 90 pet. van die van 1938. Hierin zal in hoofdzaak door verdere aan vulling en modernisering van de industriële en agrarische outillage verbetering moeten worden gebracht. Doch ook de arbeidsinspanning zal moe ten worden verhoogd. Over het geheel is de voor- raadpositie der industrie be vredigend, misschien zelfs op verschillende plaatsen over vloedig. Vervolgens beziet de minis ter de situatie der industriële productie naar enkele der meest belangrijke bedrijfstak ken en constateert daarbij, dat niet alle branches in vol doende mate tot de bereikte vooruitgang hebben kunnen bijdragen. O.m. is dit het ge val ten aanzien van de bouw nijverheid, die met ver schillende moeilijkheden, waarvan de onvoldoende materiaalvoorziening er slechst één van is, te kampen heeft gehad. Ook de produc- tie-indices van de grafische industrie, de steenkolenmijn- bouw, van de agrarische sec tor, de houtvoortbrenging er van de kledingindustrie bleven in meer of mindere mate bij de algemene neiging tot ver betering achter. WERELD-PRIJZEN De wereldmarktprijzen lig gen over het algemeen nog óp een hoog niveau. Niettemin is in de agrarische sector reeds een prijsdaling waarneembaar, welke naast een ingrijpende wijziging in het beleid een der oorzaken is van de lagere ramingen der uitgaven ten las te van hét Landbouw-Egalisa- tiefonds. De vermindering van het nadelig saldo van dit fonds weerspiegelt onder meer een belangrijke stap in de richting van een beperking van de po litiek der prjjssubsidies en van opheffing van vele belemme rende bepalingen ten aanzien van de goederencirculatie. Verdergaande stappen op dit laatste gebied zijn in verband met de deviezenpositie in ho ge mate afhankelijk van de omvang der buitenlandse hulp verlening. Hoe ruimer deze wordt ver leend, des te sneller en volle diger zal op deze weg kunnen worden voortgegaan, waarme de dan tevens een der onmis bare voorwaarden wordt ver vuld voor de verwezenlijking van de economische unie met België en Luxemburg. Hierbij zal nauwgezet rekening wor den gehouden met de gevolgen daarvan voor de kosten van levensonderhoud, terwijl op het gebied van de loon- en prijs politiek de instandhouding van sociaal gerechtvaardigde en economisch verantwoorde Ioon- en prijsnormen zal worden bevorderd. Evenals het vorig jaar roept de minister het Ne derlandse volk op tot be sparing en uiterste zuinig heid in de consumptieve sfeer en voor wat de pro ductiebedrijven betreft tot matigheid in de winstuit keringen en voorzichtigheid bij het aanhouden van voor raden, gezien het daaraan verbonden prijsrlsico. De financiële toestand laat toe deze oproep thans te doen vergezeld gaan van de aan kondiging van enkels fiscale maatregelen, die hierop zullen aansluiten. Een bemoedigend teken is, dat aan de intering van het nationale vermogen een eimle is gekomen. Uit berekeningen van het Centraal Planbureau bljjkt, dat voor een bedrag van 540 millioen meer is gepro duceerd dan verbruikt, zodat het nationaal vermogen met dit bedrag is toegenomen. Ondanks de gunstige facto ren, welke zijn te onderkennen, verheelt de minister zich niet, dat ook thans de gevaren voor onze financiële en economische verhoudingen niet voorgoed zijn geweken. Erkencl moet worden, dat het herstel van de gewens te welvaartsverhoudingen binnen enkele jaren zal nopen tot verlaging van be lastingdruk, waarmede de minister zich dan ook voor stelt reeds dit jaar een be gin te maken. Slechts door voortgaande beperking van rijksuitgaven, door liquidatie van instanties voor oorlogs- en crisisecono mie, door afsnijding van wat binnen het raam van een ver antwoord en constructief be leid maar even kan worden gemist en door uiterste rati onaliteit in datgene wat moet blijven verricht, is de vereiste stabiliteit in de binnenlandse politiek te bereiken. Een sta biliteit, waarbij de financiële draagkracht van ons volk niet wordt overspannen, maar an derdeels toch wordt opgebracht wat voor voortgang van het herstel onmisbaar is te achten. Dit streven vereist niet al leen de eendrachtige vastbe radenheid van het kabinet, het vereist ook de overtuigende medewerking van alle ambte naren van hoog tot laag en niet minder het vertrouwen en de steun der Volksvertegen woordiging. Gewone Buitengew. Kapitaal- dienst dienst 1 dienst Natonale schuld Buitenlandse dienst 32 Politie en justitie 125 Onderwijs. K. en W. 295 Herstel oorlogsschade*^ 58 Militaire uitgaven 109 Waterstaat 71 Verkeer 16 Luchtvaart 16 Handel en nijverheid 19 Landbouw en visserij 48 Distrb.-. condtr.- en prijsbeh. apparaat 48 Prijssubsid. excl. Landb. Egal.-fonds Sociale voorzieningen 332 Volkshuisvesting 2( Overzeese gebiedsdelen 2 Alg. uitkeringen aan gem. en prov. 20C Goederen, bestemd v. doorverkoop Bestuurskosten in Pensioenen Wachtgelden, e.d. 1948 1949 1948 1949 1948 1949 17 52 67 73 30 18 10 57 71 4 16 3 Landbouw-Egal.-fonds Totaal 2427 2417 1091 816 472 366 Totaal-generaal 2427 2417 1589 1181 472 366 Inbegrepen uitgaven, welke niet vallen onder die, waarvoor in het wetsontwerp op de materiële oorlogsschaden (gedrukte stukken, zitting 1947—1948—705) een speciale dekkingsregeling is voorzien. Totaal f 429.580.175 Geen snellere afwikkeling der geldzuivering. Voor hij tot zijn samenvat tende slotbeschouwing komt, staat prof. Lieftinck in zijn millioenennota stil bij wat hjj ziet als een verzwakking van de inflatoire, resp. verster king der deflatoire tendenties. Het is z.i. niet onmogelijk te achten, dat in 1949 de defla toire tendenties zelfs eniger mate de overhand zullen ver krijgen. Een en ander neemt niet weg, dat voorzichtigheid op het stuk der monetaire po litiek geboden blijft. Het komt de minister daarom ongewenst voor, om vooruitlopende op deze mogelijkheid, thans het tempo van de afwikkeling der geldzuivering te versnellen. De minister van financiën •heeft het voornemen t.z.t. aan de Staten-Generaal een nader overzicht te verschaffen van 's lands deviezenpositie, speci aal, gezien in het licht van de steun, te ontvangen binnen het raam van het Europese Herstelprogramma. Alvorens hiertoe kan wor den overgegaan, zal o.m. vast moeten staan, welke bedragen voor het „fiscal year" 1948/ 1949 lopende van 1 Juli 1948 tot en met 30 Juni 1949 beschikbaar worden gesteld en welke bestedingsvoorschrif ten voor het gebruik van deze bijdragen in acht moeten wor den genomen. Op grond van deze gegevens zal dan tevens een programma voor het gebruik dezer bijdra gen worden opgesteld. De reconstructie van het bestuursapparaat. Uitvoerig gaat de nota in op de verschillende maatrege len, welke reeds zijn en nog zullen worden genomen terza ke van een reconstructie van het bestuursapparaat. - Tal van maatregelen, welke verbetering van werkmetho den, controle op personeelsbe zetting, inkrimping van werk zaamheden door liquidatie schema's, opheffing van dou blures enz. betreffen, werden door het bureau organisatie van het ministerie van finan ciën, ook in samenwerking met andere diensten, uitge voerd. De taak der regering moet onder de huidige omstan digheden op zjjn gericht om door doelmatig werken een rationele omvang van het per soneel te bereiken, tevens ech ter om voor dat personeel vol doende gunstige arbeidsvoor waarden te scheppen. De toepassing der van enige met name genoemde methoden op breed terrein zal het naar de verwachting van de minis ter mogelijk maken om niet alleen op de bureaux, welke als proefvelden voor dit werk in het afgelopen jaar hebben gediend, maar ook elders de uitgavenvermindering te èf- fectuëren, welke in de begro ting is voorzien, zonder dat andere dan misbare werk zaamheden zouden moeten vervallen. "(Zie vervolg 2e blad, pag.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1948 | | pagina 5