PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT KONINGIN JULIANA IS INGEHULDIGD Luisterrijke plechtigheid in Amsterdams Nieuwe Kerk Aangrijpende ogenblikken in de Nieuwe Kerk Treffende rede van Koningin Juliana Duizenden sloegen op de Dam de vorstelijke stoet gade Vorstelijke stoet in schitterende pracht 191e Jaargang - No.209 Uitgave van de Firma Provinciale Zeeuwse Courant, Middelburg. Drukkerij Fa. F. van de Velde Jr. Vlissingen. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Algemeen Christelijke feestdagen. Dinsdag 7 Sept. 1948 WAARIN OPGENOMEN DE MIDDELBURGSE, VLISSINGSE, GOESE, BRESKENSE COURANT EN VRIJE STEMMEN Giro nr* 359300* P.Z.C.. Middelburg. ABONNEMENTSPRIJS: 30 ct. per week; 3,75 per kwartaal; franco per post 4.— per kwartaal. Losse nummers 10 cent. ADVERTENTIEPRIJS: 12 ct. mm., minimum p. advertentie Bureaux te Vlissingen: Vlamingstr 16-18-20 (tijd.) tel 10 en 51 - Middelburg: Londense Kaai 29. tel. 2077 en 2924 - Goes: L. Vo.ststr. 55. tel. 2475 (b.g.g 2228) - Oostburg: Pr Mauritsstr 12. tel. 102 - Terneuzen: Brouwerijstr 2 - Zierikzee: N. BogerdstrG^160^tel^26 Na een halve eeuw, voor de vijlde maal in de ge schiedenis van Nederland, kwamen Maandag de Staten Generaal van ons koninkrijk in bijzondere plechtige zit ting bijeen in de hoofdstad des rijks. In de geheel ge- metamorphoseerde Nieuwe Kerk legde Koningin Juliana als erlopvolgster van Koningin Wilhelmina ten over staan van de Volksvertegenwoordiging met het ceremo nieel, dat in de Grondwet is vastgelegd, protocolair is gebonden en door de traditie is gewettigd, de eed op de Grondwet af en werd zij als Koningin der Nederlan den ingehuldigd. De voorzitter van de verenigde vergadering der Siafen-Generaal, prof. mr. R. Kranenburg, tijdens hei voorlezen van de eedsformule voor hei iroon- podium, waarop hei Koninklijk echtpaar, omgeven door de hof-dignitarissen Bij het aanbreken van deze historische zesde September klonk van de transen der kerk torens gewijde koraal muziek. Precies acht uur dreunde de eerste doffe slag van de 101 kanonschoten van het konink lijk saluut, die in het Y ge meerde oorlogsschepen losten, Op hetzelfde ogenblik begin nen met het spel van het ca rillon alle torenklokken van de hoofdstad te galmen. Enkele duizenden, die het unieke schouwspel van de on der de pergola voor het paleis naar de Nieuwe Kerk wande lende stoet in geen geval wens ten te missen, waren reeds voor middernacht naar de1 Dam getrokken en slenterden daar geduldig rond, tot om 12 uur de politie verscheen om uitgebreide maatregelen te treffen. Onmiddellijk stroomde' toen het publiek naar voren. Reeds om half één 3tondcn de belangstellenden ettelijke rijen dik. Tijdens de aankomst van de vorstelijke gasten bij het Pa leis op de Dam, zijn enkele leden van de erewachten, wie het langdurig in de houding staan blijkbaar te zwaar viel, flauwgevallen. Het waren 'n cadet en één der leden van de studentenwacht, die Ijlings naar een E.H.B.O.-post wer den vervoerd. Plaatsvervan gers waren terstond voor de completering van de ere wacht aanwezig. DE STATEN-GENERAAL KOMEN. Precies 5 minuten voor 10 verlieten de leden van de Eer ste en Tweede Kamer der Sta- ten-Generaal het paleis op de Dam om zich te voet onder de pergola door naar de kerk te begeven. Klokslag 10 uur ving de vergadering der Verenigde Kamers aan. Nadat de voorz. prof. mr. R. Kranenburg de vergadering geopend had en medegedeeld had, dat de heren Wagenaar, Stokvis, de Groot en Hermans bericht van verhindering hadden gezonden werd het Koninklijk besluit ter bijeenroeping van deze ver enigde openbare vergadering voorgelezen en overgegaan tot het benoemen van een commis sie van in- en uitgeleide der Koningin, welke bestaat uit de fractievoorzitters van beide Kamers. Een kwartier na het vertrek der Staten-Generaal verliet de tweede groep het paleis. Zij bestond uit de ministers, de leden van de Raad van State en de vertegenwoordigers van Oost en West. Met grote punctualiteit ver schenen vervolgens de bijzon dere missies van de Ver. Sta ten, Frankrijk, Mexico, Cana da, Brazilië,. Zwitserland, Chi na, Portugal, Argentinië, Italië, Venezuela, Finland, Siam en de H. Stoel. De vorstelijke gasten. Te 10.10 ure traden, bege leid door hun gevolg en de hun toegevoegde Nederlandse erediensten, de talryke vorste lijke gasten uit het paleis om zich naar de ingang van de kerk te begeven. Aanwezig wa ren. Kroonprins Gustav Adolf en Kroonprinses Louise van Zweden, Kroonprins Olav en Kroonprinses Martha van Noorwegen, Prins Axel en Prinses Margaretha van Dene marken, Prinses Margeret Ro se, vertegenwoordigende zijne Britse Majesteit, de erf-groot- hertog Jan van Luxemburg, Prins George van Griekenland en Koningin Elisabeth van Bel gië. Prinses Wilhelmina arriveert. Voor de ingang van de N. Z. Voorbugwal reden enige auto's aan en binnen trad de moeder van de nieuwe vorstin: Hare Koninklijke Hoogheid Wilhel mina, Prinses der Nederlanden. Prinses Wilhelmina was ver gezeld van haar twee oudste kleindochters, de Prinsesjes Bex-trix en Irene en van de moeder van Prins Bernhard, H.D.H. Armgard, Prinses van Lippe-Biesterfeld. Het vorste lijk gezelschap werd door twee aide-ceremoniemeesters ont vangen en naar him loge ter rechterzijde van de troon ge leid. De stoet van H.M. Koningin Juliana. Om elf uur weerklonk dan het eerste schot van het ere saluut voor de Koningin. Het carillon van de kerk begon te spelen en over heel Amster dam galmde 't gebeier van de bronzen torenklokkenDe Koninklijke stoet had het pa leis verlaten. De erewachten op de Dam presenteerden het geweer. Bij het verschijnen van Koningin Juliana werd een couplet van het Wilhelmus ten gehore gebracht. Stram ston den de adelborsten en cadetten ter weerszijden van de palen der pergola. Deze pergola was drie meter breed en gemaakt van de traditionele visnetten evenals bij de inhuldiging van Koningin Wilhelmina. Een dak van crème-kleurige plastiek beschermde de stoet tegen re gen. Langzaam schreed de stoet over de brede loper onder de pergola. Zij bood een indruk wekkend schouwspel. Een schitterende kleurenpracht van fluweel en goud borduursel, bont en veren, paarlen en edel stenen aan uniformen en ambtsgewaden, een pracht pas send bij deze gelegenheid en a-c centuerend haar plechtig ka rakter, want daar, het middel punt van aller blikken, schreed (Vervolg op pag. 2.) Koningin Juliana zweert irouw aan de Grondwet (Van onze speciale verslaggever) Amsterdam op de dag der inhuldiging! In de grijze mor genuren dromt de menigte reeds ryen dik langs de straten, waarlangs in de late middag de Gouden Koets zal rijden. Ko- raaimuziek uit alle carillons klinkt over de stad en precies om 8 uur daveren van de oorlogsbodems o^r het IJ honderd en een kanonschoten over Neerlands hoofdstad. Grauw is de hemel, maar het is of de wolken aan flarden worden ge scheurd: een grote dag breekt aan, de dag waarop het Ne derlandse volk zyn nieuwe vorstin zal inhuldigen. Orgelmuziek ruist reeds om negen uur door de Nieuwe Kerk, de laat-gothische kruis basiliek, waar omstraald door de glorie van eeuwen, de Zeeuw der Zeeuwen, Michiel Adriaansz. de Ruyter rust naast de prins der dichters, Vondel. Luisterrijk is deze kerk op deze onvergetelijke morgen. Breed hangen van de gewelven rood-wit-blauwe dun doeken omlaag, diep rood zijn de tapyten, die de grijze zer ken overdekken en helder oran je de bloemversieringen, die op de zeteloverkappingen zijn aan gebracht. De kerk stroomt vol, drieduizend mensen uit alle lagen van de Nederlandse sa menleving zrjn de genodigden. Kleurig zyn de uniformen met hun vele goud, even kleurig de staatsietoiletten der dames. Reeds thans is de kerk feeste lijk, doch als om half tien de lichten aanvlammen en de kaarsen der kronen zijn ont stoken, dan baadt eensklaps dit kerkinterieur, als een in zee van zonneschijn. Verlaten staan voor het gouden monu mentale koorhek twee zetels op het wyde podium, waar straks de nieuwe Koningin en haar gemaal zullen zitten. HOGE GASTEN. Het corps diplomatique neemt zijn plaatsen in, de Com. missarissen der Koningin ver schijnen, met in hun midden jhr. mr. A. F. C. de Casem- broot, de Commissaris van Zeeland, de leden der Staten- Generaal, de ministers, protes. tantse geestelijken, kardinaal en bisschoppen, vertegenwoor digers van het verzet, van de kunstwereld nemen hun plaat sen in. Dan verschijnen in de volle pracht van hun Oosterse gewaden, de vertegenwoordi gers van Oost en West. Daar op zijn het de buitenlandse missies, aan het hoofd mevr. Wilson, dochter van wylen pre sident Wilson, en Paul Rama- dier, die de aandacht vragen. Nu is het tien minuten voor elven, de vorstelijke gasten betreden het kerkgebouw, een waarlijk vorstelijke stoet. Kroonprins en kroonprinses van Zweden, van Noorwegen en Denemarken in stralende uniformen en koninklijke toi letten, daarna, ontroerend be scheiden in het wit, prinses Margaret van Engeland, de graaf en gravin van Athlone, de erfgroothertog van Luxem burg, prins George van Grie kenland en aan het eind ko ningin Elizabeth van België, statig en grys en omkleed met majesteit. Dit alles is echter slechts inleiding geweest. Als één man staan de duizenden op, als Prinses Wilhelmina der Ne derlanden en prinses Armgard de kerk betreden. Bleek en ouder, veel ouder dan Zaterdag by de abdicatieplechtigheid is prinses Wilhelmina, maar lief devol buigt zij zich over de in het blauw geklede prinsesjes Beatrix en Irene, wanneer zy door het middenpad naar de plaatsen rechts van het po dium schrijden. En nauweLyks hebben zij plaats genomen, of reeds klinkt door de openstaande kerkdeuren het beieren van alle klokken van Amster dam, kanonschoten bulderen, men hoort het publiek op de Dam het Wilhelmus zingen, commando's worden gege ven: het grote opgenblik is aangebroken. In hun stijlvolle, van schil derijen van Titiaan en Holbein bekende traditionele kleedy. blauw en geel, overwuifd door pluimen, komen de herauten van wapenen en de trompet ters binnen, daarop volgt een weelde van kleuren: rood, goud, blauw, geel, purper een stoet zo vorstelijk, zo over weldigend, als geen schouw spel ter wereld zijn kan. Fier draagt generaal Kruis het rijkszwaard, plechtig houdt ad miraal Helfrich de Rijksstan daard voor zich uit, breed ont plooien zich de oranje vaan dels der garde regimenten. KONINGIN JULIANA. Daarachter verschijnt in het middelpunt van deze pracht Koningin Juliana der Nederlanden, in een gewaad van koninklijk blauw, waar over het brede lint van de militaire Willemsorde. In plaats van eer diadeem, draagt Juliana een met ju welen bestikt kapje, konink lijk golft van haar schouders da rood fluwelen kronings mantel, bestikt met gouden leeuwen en met hermelyn gevoerd en omzoomd. Reeds drie Oranjes droegen deze prachtige mantel by hun in huldiging. Het Wilhelmus klinkt, het Toonkunstkoor onder leiding van Eduard van Beinum zingt het eerste couplet van ons volkslied in een strak rhythme, het zesde couplet, breed en statig; Mijn schildt ende be trouwen Wanneer de Koningin en Prins der Nederlanden op het podium hebben plaats geno men, waarvoor ryks fnsignia, kroon, scepter, rijksappel en Grondwet liggen te stralen, rijst koningin Juliana van haar zetel en spreekt de vergade ring toe. Enige seconden na deze toespraak rijst zy opnieuw van haar zetel, en met een kalme majesteitelijke stem zweert zy trouw aan de Grondwet, de eed besluitend met de traditionele formule: „Zo waarlyk helpe injj God Almachtig." Een 'diepe bewogenheid maakt zich meester vat allen, die ge tuige zijn van dit kleurige, in- druKweKkende en historische gebeuren. Het duurt minuten, eer men zyn aandacht weer bepalen kan bij wat zich in deze verenigde vergadering van beide Kamers der Staten- Generaal voltrekt. Professor dr. R. Kranen burg spreekt de Koningin toe, één voor één zweren de Kamerleden, onder wie de communisten niet ontbreken, trouw aan de Koningin. Als het laatste Kamerlid de eeds formule heeft uitgesproken, zwaait de oudste koning van wapenen zijn scepter en roept met luide stem. „Hare Ma jesteit Koningin Juliana is ingehuldigd!" en daarop drie maal „leve de Koningin." De kerk davert van deze ovatie, het is het grootste moment van deze inhuldigingsplechtig heid, het enige immers, waar op de duizenden in het kerk- febouw gelegenheid hadden e vrije teugel te laten aan de overweldigende gewaar wordingen, die hen overmees terden. TERUG. Weer wordt de stoet gefor meerd. Als Koningin Juliana zich van haar zetel verheft, zingt het koor haar toe Gez. 184: „De Heer is myn her der". Onder de klanken daar van begeeft de nieuwe Ko ningin zich terug naar het Paleis, waarvoor een duizend koppige menigte zich ver dringt, Koningin Juliana, die op het balcon verschijnt, met daverende toejuichingen en een eindeloos herhaald Wil helmus hulde brengt. Eerste regeringsdaad: onderscheiding voor H.K.H. Prinses Wilhelmina. Leden van de Staten-Generaal, Dat ik hier op het ogenblik in uw midden ben om de eed op de Grondwet af te leggen, vervult mij met weemoed, want het is een gevolg van het feit, dat mijn lieve moeder een halve eeuw lang haar krachten in dienst van het vaderland en het rijk heeft gegeven in een mate, dat zij nu eindelijk de zware last niet lan ger dragen kan. Maar het vervult mij ook met de troost, dat ik haar mag verlichten door die last met mijn onervaren handen, maar ster kere want jongere kracht, over te nemen, en dat ik daarmee iets voor mijn moeder doen kan voor haar, aan wie ik samen met de goede mens die mijn vader was, het levenslicht en alles te danken heb. Sedert eergisteren ben ik geroepen tot een taak, die zo zwaar is, dat niemand die zich daarin ook maar een ogenblik heeft ingedacht, haar zou begeren, maar ook zo mooi dat ik alleen maar zeggen kan: „Wie ben ik, dat ik dit doen mag". De mogelijkheden, die mij hierdoor worden gegeven, om in het algemeen welzijn werkzaam te kunnen wezen, zijn zo groot, dat ik na veel innerlijke strijd bereid ben deze roeping te vol- gen waarop mijn ouders mij met zorg hebben voorbereid. Overeenkomstig de bepalingen van de Grondwet ben ik tot het koningschap geroepen, maar de moed om deze roep te vol gen vind ik in vertrouwen op God en in de grote liefde, waar mede ons volk mij tegemoet treedt. Deze liefde heeft mij mijn hele leven begeleid. Ik leefde in de warmte daarvan in tijden van voorspoed en geluk, maar nooit bleek de kracht daarvan sterker, dan in tijden van tegenspoed en verdriet. Daarnaast ben ik gelukkig in mijn man een levensgezel naast mij te hebben, die een grote steun voor mij is en hebben wij het voorrecht zelf al onze zorgen te mogen wijden aan onze vier kinderen. Ik wil hier met nadruk vaststellen, dat voor een koningin haar taak als moeder even belangrijk is als voor iedere andere Neder landse vrouw. Lieve Moeder, Geleid door de liefde, de wijsheid en het verstand van groot moeder, zijt gij uw zware taak begonnen met later naast U vaders gezegende persoonlijkheid. Hoe moeilijk ge het hebt ge had in een wereld van conventionele vooroordelen, waardoor speciaal de tijd waarin ge begon, zich kenmerkte, weet ik nog maar alleen, en dat zeer ten dele. Met uw scherpe visie en uw in de grond van uw hart zo sterke verbondenheid met de mede mens, hebt gij echter onverstoord voor het heil der gemeenschap gewerkt. Ik zelf en allen hadden altijd het gevoel dat gij er waard, als een rots. Toen de stormen kwamen, merkte men dat pas goed, want die rots stond daar onwrikbaar: saevis tran- quillus in undis, rustig tc midden der woedende golven. Ik weet dat ge in uw overgrote bescheidenheid en nederig heid, na een halve eeuw van offeren en dienen en nooit Uzelf zoeken, van onafgebroken werken, zwoegen en scheppen, zegt: maar ik heb toch immers niets gedaan. Waarvoor dan al deze dank? Nederland en de Rijksdelen over zee hebben U een halve eeuw als „de Koningin" gekend en zelfs reeds acht moeilijke jeugd jaren daarvoor. Nu hoopt ge op een welverdiende rust, het ge ven van eigen zinvolle vorm aan uw levensavond. Een uiterlijk zinnebeeld, hoe ontoereikend ook, moge U nog sterker gevoel van verbondenheid geven met de besten uwer wapenbroeders in de grote strijd. In de hoop dat uw bescheidenheid U niet zal beletten, het te aanvaarden, worde U thans als symbool van het hoogtepunt van uw regering, uw leiderschap in de zwarte tijd van oorlog en onderdrukking, het ridderkruis der Militaire Willemsorde, eer ste klas, aangeboden. Het tekenen van dit besluit was mijn eerste regeringsdaad als Koningin. Leden van de Staten-Generaal, Wij bevinden ons op dit ogenblik van de wereldgeschiedenis tn ern tosstand, waarin alles aankomt op onze houding tegen het onheil van het jongste verleden en tegen de dreiging van nieuwe onheilen. Nederland moet niet alleen drijvende blijven op de wilde golven van het wereldgebeuren. Hel moet zelf zijn koers bepalen, en bovendien trachten met de andere volken samen de koers uit te zetten van de ganse wereldvloot. Wij moeten er niet op zien of dat offers kost. Als het nodig blijkt moeten wij bereid zijn ballast uit werpen. Alle hens aan dek „Eendracnt en nog eens eendracht", heeft Koningin Wilhelmina ons op het hart gebonden. Veel goede voornemens worden geuit. Veel plannen worden gemaakt. Zullen wij ze ook waar maken? Bij het nastreven van sociale rechtvaardigheid, culturele ontwikkeling en economische welvaart in ons kleine land met zijn grote bevolking, in het regelen op voet van vrijheid, zelfstandigheid en gelijkwaardig heid van onze verhouding tot de volkeren van Indonesië, Suri name en Nederlandse Antillen, in het vervullen van onze taak tussen de volken, in de wijde ruimte der wereldverhoudingen? Ja, wij kunnen en zullen waar maken, wij kunnen en zu l- I e n verwezenlijken, wat in onze xnacht is om te bereiken. God helpt hen, die zich zelf helpen. Doen wij dit niet en zien wij te veel op de offers, die het ons kosten zal, dan lopen wij het ge vaar xn de golven onder te gaan. In de laatste twintig jaren hebben in de wereldgemeenschap misdaden plaats gegrepen zo groot, dat men zich die niet te voren had kunnen voorstellen. Als een kwaadaardige besmetting heeft deze misdadigheid om zich heen gegrepen en een verwil dering der geesten tengevolge gehad, die ook ons volk on danks een heldhaftig verweer niet geheel onaangetast heeft gelaten. Geen betere wijze om dit kwaad te bestrijden dan het opvoeden van onze jeugd tot vrije mensen met een geestelijk fundament, met een sterk verantwoordelijkheidsgevoel voor de medemens, met eerbied voor alles wat leeft en groeit en voor eens anders diepste overtuiging. Ons volk is zeer onderscheiden naar godsdienst en wereldbe schouwing. De Staten-Generaal geven daarvan de weerspiege ling en kennen om met Willem van Oranje te spreken: „Die ge- legenheyt des lands ende de humeuren van de ingeselenen het best." Het is daarom aan hen te verwezenlijken die eenheid in verscheidenheid, het in eendracht behartigen van 's lands be lang. Zo dadelijk zal ik mijn eed afleggen in honderd jaar oude bewoordingen, daarbij zal mij voor ogen staan het zinnebeeld waarmede ik de regering van mijn Moeder kenmerkte, en dat voor mij het wezen van het Nederlandse koningschap weergeeft: De rots temidden der woelige baren. Leden der Staten-Generaal, tezamen zullen wij werken voor het heil van Nederland en het Rijk. Moge God onze arbeid ze genen.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1948 | | pagina 1