Wraak van Toetanchamen op ontdekkers van zijn graf? Vier eeuwen schoonheid, arbeid, roem Cadzand is gereed Entre-deux-tjes Sprookjesachtige rijkdom de eeuwen door gespaard Twintig bezoekers kwamen om Zestig jaren Concertgebouworkest Belgische Kant-wonderen in Den Bosch Even peultjes TWEEDE BLAD PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT DONDERDAG 29 APRIL 1948 Een goede vijf-en.twintig jaar geleden schreven de kran ten, dat het sprookje van de Duizend en Een Nacht werke lijkheid was geworden. Er was in Egypte een schat ontdekt. De geruchten groeiden uit tot fantastische verhalen. En in tussen zochten twee mannen verder naar het geheim, waarvan zy het begin in die dagen ontraadselden. Lord Carnarvon en Howard Carter hadden 't graf van Toetanch amen ontdekt. Onder het puin van de laatste rustplaats van een andere Pharao, was de sarcophaag van Toetanch amen voor de schennende handen van rovers, die in de loop der eeuwen zoveel koningsgraven plunderden, practisch ongerept gebleven. En wat zy vonden, geleek inderdaad op een sprookjesschat. Toen zü door de nauwe gang waren ge kropen, welke het graf van de buitenwereld scheidde, en Carter het licht van zijn electrische lantaarn door de open ruimte liet spelen, waren de onderzoekers stil van verba zing. „Hoe is het mogelijkzei Carter. De oude pharao's hadden al le voorzorgen getroffen, om hun laatste rustplaats tegen nieuwsgierige en hebzuchtige indringers te beschermen. De Sangen en kamers, waaruit e vaak' reusachtige graven bestonden, waren diep onder de grond uitgehouwen in de rotsen. De Westelijke Nijl- oever bil Thebe, was een ge liefkoosde begraafplaats. Hier legde men na hun dood de grootste vorsten van de twaalfde tot en met de twin tigste dynastie, die regeerden van Ongeveer 2000 tot 1090 voor Christus, temidden van onschatbare rijkdommen. En behalve dat de graven werden gesloten en met woestijnzand bedekt en men soms bewakers in de nabij heid ervan liet wonen, zou den er ook andere, geheime, maatregelen ter bescherming getroffen zijn. Sommigen menen, dat er met vergif werd gewerkt. Merkwaardig is in ieder geval, dat in de loop van acht jaar, na de .ont dekking van Toetanchamens graf, twintig mensen, die de laatste rustplaats van deze pharao bezochten, op onna tuurlijke wijze om het leven zijn gekomen. Na lang zoeken meende LEZERS SCHRIJVEN., Geachte Redactie, Ik las in Uw veelgelezen blad, j.l. Zaterdag Uw artikel „Glimmende schijven"; de P.C.J. op Schouwen en Tholeji. Streekreportages van de We reldomroep. Dit vind ik zeer op zgn plaats, dat, en wel voor onze jongens in Indië in het bij zonder, deze uitzendingen in het leven zijn geroepen. Eveneens vind ik 'het op zgn (laats dat Schouwen en Tho- en „een beurt", kregen, maar als geboren Noord-Bevelander vraag ik mij af: „Krijgt Noord Bev,eland geen beurt?" Blijft Noord-Beveland „het vergeten eiland?" Van „dit vergeten eiland" zjjn eveneens jongens in Indië, die graag de stem van hun geboortegrond zouden willen horen. Zou het in de naaste toe komst niet zo kunnen worden, dat aan Noord-Beveland wat meer aandacht wordt geschon ken? Of moeten wij steeds „achterlijke" mensen be schouwd blijven? Laat ook dè. P.C.J. meehel pen Noord-Beveland van zijn onverdiende titel als „het ver- Seten eiland" te bevrijden, en an speciaal door ook eens over te komen met de repor tagewagen naar het „land aan de Roompot". „Een Noord-Bevelander". Naschrift. Noord-Beveland is een vergeten eiland. En als Zuid-Beveland eens aan de beurt komt, zal Noord-Beve land er vermoedelijk ook wel bij zijn. In ieder geval: onze redactie heeft deze wenS- over gebracht aan de Wereldom roep. KUNSTMATIGE INSEMINATIE. Een lezer uit Domburg schrijft ons: Naar aanleiding van de kunstmatige inseminatie van het Walcherse vee kan ik U nader mededelen, dat de vloei stof, samengesteld voor het verdunnen en levend conserve ren van stierensperma wordt bereid in het laboratorium en onder toezicht van prof. C. Romijn en in het gehele land momenteel wordt gebruikt. Ze is in de handel in gesterili seerde glazen buisjes onder de naam van „Buffer 300", vol gens recept van prof. Romijn. De resultaten over 1947 zijn bevredigend en met vertrou wen gaat men het seizoen '48 in. Overigens wordt de z.g. „besmettelijke steriliteit" niet alleen door geïnfecteerde stie ren verspreid; een belangrijke oorzaak is de koe. De oorztuik der infectie is niet bekend, vermoedelijk een virus, evenals mond- en klauwzeer, doch ze ker is dit niet Er wordt om het landsbelang thans in Utrecht hard aan de opvoering van de productiviteit van onze veestapel gewerkt Howard Carter, een Engels Egyptoloog, die in dienst was van de Egyptische regering, erin geslaagd te zijn, de in gang van Toetanchamens graf te vinden. Hij telegra feerde Lord Carnarvon, eveneens een beroemd Egyp toloog, die met Howard sa menwerkte en omstreeks die dagen in Engeland verbleef. Toen Carnarvon haastig was aangekomen, besloten beide onderzoekers de gang. waar van Howard de toegang had blootgeleg, te betreden. Met bonzend hart gingen ze naar binnen- Zij konden maar juist rechtop staan en kwa men door de steenbrokken op de grond in het begin niet gemakkelijk verder- Toen stonden ze plotseling voor éen muur, die was bepleis terd en voorzien van zegels. Maar er waren ook tekenen, welke erop wezen, dat hier eerder indringers waren ge weest. Misschien hadden con. troleurs uit de oudheid de zegels nagezien? Er was in ieder geval een nauwe ope ning in de muur, waardoor men in een grotere ruimte kon zien- Carter liet het licht van zijn lantaarn naar bin- nenschijnen. En wat hij en daarna Lord Carnarvon toen zagen, benam hen bijna de adem. Zij zagen een kamer van 25 voet lengte en 12 voet breedte en ongeveer 9 voet hoogte. En. in die kamer la gen opgestapeld alle mogelij ke .voorwerpen, welke bij 'n vorstelijke begrafenis te pas kwamen, alsof zü er eerst daags tevoren waren neerge legd. EEN SPROOKJESWERELD. Toen zij binnen waren, be speurden zij enige wanorde- Het had er de schijn van, dat hier rovers aan het werk wa ren geweest, die evenwel bij hun sinister bedrijf gestoord waren en inderhaast de kost bare zaken, welke zij van plan waren geweest, mee te nemen, weer op de vroegere plaats hadden teruggelegd. Twee beelden van de over leden Pharao zagen de onder zoekers aan- Deze beelden waren getooid niet gouden sieraden en de ingelegde ogen schenen te leven. Tussen de ze beelden stonden drie of vier albasten vazen. En ook zagen zij grote bouquetten prachtige bloemen, die nog vers geleken, zo goed waren zij in de loop der eeuwen be waard. In een brachtig kast je lagen de gewaden van de koning- Elders vond men voedsel dat de overledene in het hiernamaals zou sterken. Welke séhatten dit graf aan de vinders toonden, zij zijn bijna niet op te sommen. .In het museum van Caïro kan men er nu nog een groot ge deelte van zien- Lord Carnar von en Carter waren aanvan kelijk overweldigd door deze ontdekking. Maar toen zii van hun verbazing bekomen waren, lieten zij onmiddellijk maatregelen treffen, om de onschatbare rijkdommen van dit graf voor rovers en plun deraars te beschermen. Daar na werd het graf systema tisch onderzocht. Carnarvon heeft echter de ontdekking niet lang overleefd. Nog voor het lijk van de Pharao werd gevonden, stierf hij aan ,de gevolgen van een muskieten beet en aan longontsteking. Rond zijn dood ontstonden de vreemdste geruchten- Had Toetanchamen zich gewro ken? Nadruk verboden. Boekbespreking Fundamenteel cijferen, 3e deeltje, door R. H. Zand- voort. Uitgave J. B. Wolters, Groningen. Ook in dit deeltje van de langzamerhand zeer bekende serie is gestreefd naar in zicht in het getallensysteem en gewaakt tegen werktuige lijk cijferen dat het hersen proces van de leerling uit- schakeld. Deze kan in het boekje de uitkomsten van de daarin afgedrukte sommen neerschrijven, waardoor veel overbodige arbeid wordt voorkomen. Het deeltje is bestemd voor bet vijfde leerjaar. Boekhouden op het schrif telijk Mulo-examen, door A. W. Berger, B. de Boer en H. W. Pietersma. Uitgave J. B. Wolters, Groningen Een serie herhalings- en examenopgaven, waarvan de jongelui, die voor het Mulo- 'examen staan, profijt zullen hebben, maar die ook goede oefenstof vormen voor ande re belangstellenden in het boekhouden. Herinneringsalbum van de le infanterie brigade groep der C-divisie „7 December eerste deel. „Ons leger", officieel or gaan van de gelijknamige vereniging, heeft een prach tig uitgevoerd, op kunstdruk papier gedrukt gedenkboek van deze infanteriebrigade uitgegeven, waarin de ver schillende belevenissen van de daartoe behorende militai ren worden beschreven. Het werk is rijk geïllustreerd, met aardige foto's en bevat voorts een kaart van de Bui tenzorg-sector. Buitenlandse waardering voor Nederlandse prestaties. Ean volmaakt ensemble. Wannéér Matthijs Vermeu len, de befaamde muziekrecen sent van „De Groene"', over het Concertgebouworkest schrijft, volstaat hij dikwijls met de aanduiding „ons orkest". Met dit „ons" geeft deze eminente ihuziekcriticus de plq^ts aan, die dit prachtige ensemble uit onze hoofdstad in het Neder landse cultuurleven inneemt. Het Concertgebouworkest is immers niet alleen - - eigendom, van de Amsterdammers, maar een bezit van het gehele Ne derlandse volk. Natuurlijk, ook de andere orkesten verrichten uitstekend werk, maar het Concertgebouworkest is nu eenmaal het symbool gewor den van ons muzikaal-kunnen. WAARDERING. Een dezer dagen viert „ons" orkest zijn 60-ste jaardag en het doet ons Nederlandse hart goed, dat er in de buitenlandse pers naar aanleiding van dit jubileum, waarderende woor den worden geschreven. Het Amerikaanse weekblad „Time", dat zich wel eens te buiten gaat aan ongepaste grappen over leden van ons Koninklijk Huis en zoals meer Amerikaanse bladen dikwijls schrijft in de trant van „kan-er-uit-Europa-iets- goeds-voortlcomen?" moet dit maal concluderen, dat het Concertgebouw-orkest 'n unie ke verschijning op het interna tionale podium is. Inderdaad, het oude werelddeel kan toch wel wat. Wij zijn misschien in onze opvattingen wat conser vatiever dan het jonge Ameri ka en wellicht wat scrupuleu zer in onze muzikale opinies, maar dat neemt niet weg, dat er wel „iets" wordt gepres teerd. ZESTIG JAREN. Zestig jaren Concertgebouw orkest, dat wil zeggen: Zestig jaren volmaakt musiceren. Toen ruim 50 jaar geleden, Ed ward Grieg voor het eerst het orkest hoorde, riep hij uit: „Nooit heb ik iets volmaakter gehoord." Richard Strauss was na een bezoek aan Amsterdam zo enthousiast, dat hij zijn „Heldenleben" aan het orkest opdroeg. Dit gebeurde in de eerste jaren .van het Concertgebouw. De waardering is na al die ja ren nog even groot. De '„Daily Mail" schreef vorig jaar na het optreden in Londen: „Dit orkest speelt met een vuur en vitaliteit, zoals wij hier niet Denemarken maakt propaganda in Engeland om touristen te trekken. In Londen is een „Denmark's House" geopend. V.N.-opstellenwedstrijd. De United Nations hebben voor jonge mensen uit alle delen der wereld, die belang stelling koesteren voor ge. noemde organisatie, een prijsvraag uitgeschreven. De tien beste inzendingen worden beloond met een reis naar Lake Success om daar ter plaatse het werk dezer organisatie te bestuderen Een internationale jury zal de inzendingen beoordelen. Hollands Nieuwe was nog te duur. Dinsdag werd getracht in Vlaardingen 2 kantjes zoge naamde „Hollandse Nieuwe" publiek te verkopen. Daar de reder van mening was deze haring als zg. pri meurs aan de markt te kun nen brengen, .zette hg in met een prijs van 500 per kan tje en stopte bij f 100 daar er voor die prijs nog niet ge mijnd was. De prijs voor zg. primeiu-s is tot 15 Juni a.s. vrijgelaten en de reder meende hiervan nu reeds te kunnen profite ren. De kopers echter waren een andere mening toegedaan en vonden, dat haring vóór 18 Mei, d.i. voor de officiële uitvaardatum, aangevoerd, nog wel degelijk valt onder de oude prijsregeling en dus niet hogei* dan tegen tien .cent per .stuk aan de consument mag worden verkocht. gewoon zijn". En de „Man chester Guardian": „Wij kun nen met de individuele kwali teiten van deze musici wed ijveren, maar niet met de kwa liteit van het orkest in zijn geheel!" „Er is in Europa slechts één orkest, dat met het Amster damse in volmaaktheid en klankkleur is te vergelijken", schrijft Time nu „namelijk de Wiener Philharrhoniker".- Ten slotte citeert dit blad Ameri- ka's populairste dirigent, Leo pold Stokowsky, die als gast- dirigent te Amsterdam zeidé: „Een buitengewoon instru ment Er worden zomerhuisjes gebouwd. De nieuwe duinen langs het Zwin. De warme lentezon doet de duintoppen glinsteren en speelt een vrolijk spel met de rustig kabbelende golfjes. Majestueus glijdt een grote oceaanstomer voorbij, op weg naar Antwer pen en verderop wordt het oog bekoord door enige vissers bootjes. Niets verstoord de in tense stilte. Al dwalende en genietend van deze heerlijke rust, getrof fen door de machtige schoon heid van de natuur, naderen wij het Zwiü,. het onvolprezen natuurreservaat, het domein van de vogels. Merel en lijster zingen hun hoogste lied. Onbeweeglijk staan daar de reigers, terwijl vele andere watervogels bedrij vig in de weer zijn. Wilde ko nijntjes vluchten b\j onze na dering, tussen de duinbtfplan- ting, terwijl aan 'de landzijde de patrijzen, meest vliegend in koppels, met klepperende vleu gels over het land scheren, waar enkele hazen, geen ge vaar vrezend, vrolijk krijger tje spelen. NIEUWE DUINEN. Wij zijn ongemerkt op het grondgebied van Retranche- ment gekomen, dwalend langs 't Zwin, waar zieh een nieuwe duinenrij aan het vormen is. Terug langs de binnenzijde, langs de brede kreken, dwars door de uitbottende bossage met de wijde uitgestrektheid van dit vlakke polderland. Een verrassende onderbre king varwdeze wijdheid vormen de rode daken van de enkele, verspreide boerderijen en de witte grindwegen, die zich door het landschap slingeren. O, landje van Cadzand, wat znt gij mooi! DE NOLLE. Burgemeester Leénhouts, in wiens gezelschap wij al dat Een sluier: 12,000.000 steekjes, 12.000 uur. Losjes, losjes, losjes, Vliegen doen de klosjes, Van den eenen kant, Naar den andren kant, Vrouwkens komen vragen: Wie zal dat kantje dragen? .(„Voor't kantkussen" van René de Clercq.) Zal er een bruidssluier van worden, een doopskleed of een jabot? Zal het de wieg sieren van een koningskind of de hand van een gevierde schone? Wie heeft dat kantje ge dragen, vragen wij, als wij langzaam van de eae vitrine naar de andere gaan op de tentoonstelling van Belgische kant in Den Bosch. Onder auspiciën van de Benelux is hier een expositie van vier eeuwen kantwerk tot stand geko men en tot 10 Mei kan men daar in het Provinciale, Mu seum van genieten. Tot 10 Mei kan men door de schemer- koele zalen lopen, waar de teerheid van vlindervleugels en spinrag „door mensenhanden werd geëvenaard. Draden, broos als libellenbeentjes, zjjn er samengeweven tot figuren en symbolen, tot bladmotieven en bloemguirlanden. Vanaf het midden van de 16e eeuw tot in onze tijd heeft België aan de spits gestaan van de kantkunst, 't Is won derlijk, te bedenken, dat die gracieuze weelde ontstond uit huishoudelijke bezuiniging. Het is een plompe geboorte van het kantwerk, oorspronkelijk bedoeld., die delen van het lin nen, die het meest aan slij tage waren blootgesteld, te verstevigen. Het is alsof kunst kan groeien uit een overgemaasde hiel of een dubbele zool. Toch gebeurde dit. De llnnennaaisters maak ten van de versteviging ech ter een zodanige versiering, dat weldradie „passementen in vlasgaren" begerenswaar dige ornamenten werden. Men gaat de dusdanig be werkte hemdrandies boven de hals van de sobere kleding dragen, men laat de manchet ten uit de mouwen gluren: de eerste „kantversiermg" aan hals en mouwen is ontstaan. In de tweede helft van de 16e eeuw wordt de kant over al bekend, zo zelfs, dat het, kantklossen onder Kai-el V Er zijn twee soorten kant te onderscheiden, tenminste door de mensen. die er verstand van hebben en die be halve het verschil tussen naald- en kloswerk nog kunnen zien welke kloskant uit Mechelen komt of uit Biaigge, uit Brussel of uit Binche. Mensen, die spreken over kant met behouden dra den of met gesneden draden of met draden, die zijn afge- knoopt. Maar zelfs voor die- fenen, die niets anders van ant weten, dan dat het fjjn is en teer en vol zuchtjes ro mantische weelde, 'is 't voet kleed, waar Albrecnt en Isa bella, de hertogen van Bra bant, in 1599 op hun huwè-' lijksdag op knielden 'n won- derwaas. Ook voor haar, die nooit an dere kant bezaten dan het moeizaam gehaakte zakdoek randje, is het een plechtig Er is een kanten waaier met een paarlenmoeren mon tuur en de Valenciennes kan ten ^handschoen van de eerste koningin der Belgen. Overal hangen schilderijen, waarop men prinsessen en adellijke heren ziet afgebeeld, pron kend in hun kanten schatten. De weelde, die deze kunst met zich bracht, werd in de 17e eeuw zo overbluffend, dat er overal wetten* en edic ten ontstonden, die het bezit verboden van meer dan een bepaalde quantiteit kant. Het ondergoed was van onschat bare waarde. Charles II van Engeland .bezat slechts dz'ie hemden en' twee zakdoeken. Niemandgebruikte een zak doek om'zijn neus in te snui ten. Men droeg het kostbare kleinood behoedzaam tussen duim en vinger en vermaak te het bij testament aan zijn erfgenamen. Inde 18e eeuw stikt een Engels prinsesje in de kan tenvracht van haar doopjurk. In Baden, waar de beau monde komt kuren, hangt men het kanten ondergoed uit de ramen, zodat de promenerende vrienden de schoonheid ervan onomwonden kunnen bewon deren. Madame Dubarry be zit Brusselse kant, en kanten uit Valenciennes en Arras, tot verplicht leervak wordt, drukken. moment het wiegekleed te aanschouwen, waaronder Na poleon's zoon heeft liggen sla pen. Het fond van dit rag fijne web krioelt van bijtjes, licht en stoeiend als het babyleven van het prinsje zelf. Aan de hoeken pronken de arenden van de keizerlijke kroon, die zware arenden, die zelfs het kantwerk iets drei gends geven. Eens zullen z\j de zwakke schouders van l'Aiglon onontkoombaar neer ter waarde van 6000 livres. Jacobus II van Engeland draagt bij zgn kroning een „cravate" van 35 pond ster ling. Dan, met het uitbreken van de Franse revolutie, is het plotseling uit met de uit bundige weelde. Ongeveer ter- zelfdertijd doet 'een-'Engelsman de uitvinding van machinaal vervaardigde tulle. Hierop worden dan. de gekloste of met de naald vervaardigde - patronen aangebracht waar- door de kant veel minder kost baar wordt. Maar de helft van de kantafnemers de mannen verandert radicaal van kleding. Het brócaat en fluweel, het satijn en da mast verdwijnt. Het kant, dat ter completering van deze luxe materialen geschapen scheen, vindt geen partner in de sobere kledij der ci- toyens. Pas gedurende het tweede keizerrijk leeft de belangstel ling voor kant weer op en wat men zelfs in onze nuch tere eeuw nog presteert in de kantweverijen van onze Zui derburen, bewjjst de naald kanten sluier, waaraan 12.000 uren werd gearbeid en die uit. 12.000.000, steekjes bestaat. Wij met onze Noorse breipatronen en onze kruis steek jes van wasecht garen bedenken huiverend wat dé ogen van al die vrouwen hebben moeten presteren, wat er aan geduld is opgebracht in die werkkelders, waar men. terwille van de vochtigheid, die de draad voor breken be hoedde uur na uur, dag na dag over het kantkussen ge bogen zat. De frêle* fijnheid van een paar kanten manchetten, die speels terugvallen over een blanke bovenarm van een ro coco schonè, is geboren uit't werk van dozijnen, uit kunst zin en geduld en uit onein dige liefde voor het scheppen van schoonheid. Een zakdoekje, een sluier, een stola, een jabotvier eeuwen schoonheid, vier eeu wen wuftheid, vier eeuwen ar beid en vier eeuwen roem. Eerst Londen, daarna Praag en Lausanne en nu Den Bosch, stelden het ten toon. Fier wappert voor het pro vinciaal museum de Brugse standaard. En in een hoekje van de bovenzaal zit een Belgisch kantklostertje en haar klosjes vliegen losjes, losjes van d' ene kant naar d' andere kant. Wie zal dat kantje dragen? INA VAN DER BÉJUGEL. moois genieten, neemt ons nog verder mede, naar een deel van de kust, dat bg te weinig bezoekers van Cadzand bekend is, naar de z.g. Nolle, of wel de Zwarte polder, waar wg 'n brok natuursohoon aantreffen, zo ongerept, dat men er stil van wordt. Het is daar Cad zand grenst aan Nieuwvliet en waar de zee door de sterke stroom en branding, steeds de nodige zorg eist van de be schoeiing. Er is daar een soort vluchthaventjf, waarin het waterwild rijk vertegenwoor digd is. Van de lage, daaromheen lo pende duintjes, heeft men een prachtig uitzicht op de mooie schorren van Nieuwvliet. Hier is nog de ongerepte natuur. BEBOUWING. Alleen jammer is het dat een bunkerdorp herinnert aan de oorlog. De weg naar de Nolle voert langs een dubbele rij duinen en dit terrein is uiter mate geschikt voor kampeer ders. Hét ligt in de bedoeling ,om aldaar in de toekomst over 'te gaan tot open bebouwing en zeer waarschijnlijk zullen, er reeds deze zomer weer enige zomerhuisjes gebouwd worden, want daaraan is een groot ge brek. Trouwens, de gehele huisvesting vormt het grootste probleem voor Cadzand. Er zijn talrijke aanvragen voor logies, maar de ruimte is be perkt. Het fraaie hotel Noord zee, boven op het duin ln Cad- zand-haven, heeft deze winter opnieuw verbeteringen onder gaan, zodat dit hotel gemiddeld 40 tot 50 gasten .zal kunnen herbergen. Daarnaast treft men nog het Hollands hotèl, weliswaar klei ner, doch waar toch ook plaats is voor 8 tot 10 gasten. Voegt men daarbij de noodhotels on der aan de voet van het duin, terwijl ook de burgerij onge twijfeld wat pensiongasten wil opnemen, dan zullen er tocji nog heel wat badgasten hun vacantie in Cadzand kunnen doorbrengen. WATERLEIDING. Een grote verbetering is het dat thans ook Cadzand van waterleiding is voorzien. Voor de dagjesmensen zal wat betreft de verbindin gen ook veel verbetering zgn. Bewoners van O. Zw.-Vlaan-= deren zullen volop de gelegen heid krijgen om Cadzand te bezoeken, daar de Z.V.T.M. de toezegging heeft gedaan dat er geregeld extra bussen naar Cadzand zullen rijden. Een vacantiekolonie uit Hil versum, met 80 85 kinderen, zal de vacantie aan 't Zwin doorbrengen. Cadzand is gereed zijn gas ten te ontvangen! doppen Danse macabre. Gelezen in de Tielse Cou rant: „De tijd, de nacht, de duivel en iemand van de Raad van State dansten hand in hand. Schotten en Hollandse kaaskoppen dwar relden op de maat van de muziek dooreen." Toen waren er nog maar vier. Zes muizen, die in een bij enkorf honing en bijen had den opgepeuzeld, dommelden in. Twee werden er opgege ten door een kat en een hond. Het gebeurde in Chepstow (Eng.) Ridder op de flets. Een fietser uit Huil plaat ste de volgende advertentie in een plaatselijk blad: „De fietser, die Heddon-iroad overstak vlak voor een sneL rijdende auto op j.l. Maan" dag, biedt zgn oprecht ge meende verontschuldigingen aan de chauffeur aan."

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1948 | | pagina 5