Wraak van Toetanchamen op
ontdekkers van zijn graf?
Vier eeuwen schoonheid,
arbeid, roem
Cadzand is gereed
Entre-deux-tjes
Sprookjesachtige rijkdom
de eeuwen door gespaard
Twintig bezoekers kwamen om
Zestig jaren
Concertgebouworkest
Belgische Kant-wonderen
in Den Bosch
Even peultjes
TWEEDE BLAD
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
DONDERDAG 29 APRIL 1948
Een goede vijf-en.twintig jaar geleden schreven de kran
ten, dat het sprookje van de Duizend en Een Nacht werke
lijkheid was geworden. Er was in Egypte een schat ontdekt.
De geruchten groeiden uit tot fantastische verhalen. En in
tussen zochten twee mannen verder naar het geheim,
waarvan zy het begin in die dagen ontraadselden. Lord
Carnarvon en Howard Carter hadden 't graf van Toetanch
amen ontdekt. Onder het puin van de laatste rustplaats
van een andere Pharao, was de sarcophaag van Toetanch
amen voor de schennende handen van rovers, die in de loop
der eeuwen zoveel koningsgraven plunderden, practisch
ongerept gebleven. En wat zy vonden, geleek inderdaad op
een sprookjesschat. Toen zü door de nauwe gang waren ge
kropen, welke het graf van de buitenwereld scheidde, en
Carter het licht van zijn electrische lantaarn door de open
ruimte liet spelen, waren de onderzoekers stil van verba
zing. „Hoe is het mogelijkzei Carter.
De oude pharao's hadden al
le voorzorgen getroffen, om
hun laatste rustplaats tegen
nieuwsgierige en hebzuchtige
indringers te beschermen. De
Sangen en kamers, waaruit
e vaak' reusachtige graven
bestonden, waren diep onder
de grond uitgehouwen in de
rotsen. De Westelijke Nijl-
oever bil Thebe, was een ge
liefkoosde begraafplaats. Hier
legde men na hun dood de
grootste vorsten van de
twaalfde tot en met de twin
tigste dynastie, die regeerden
van Ongeveer 2000 tot 1090
voor Christus, temidden van
onschatbare rijkdommen.
En behalve dat de graven
werden gesloten en met
woestijnzand bedekt en men
soms bewakers in de nabij
heid ervan liet wonen, zou
den er ook andere, geheime,
maatregelen ter bescherming
getroffen zijn. Sommigen
menen, dat er met vergif
werd gewerkt. Merkwaardig
is in ieder geval, dat in de
loop van acht jaar, na de .ont
dekking van Toetanchamens
graf, twintig mensen, die de
laatste rustplaats van deze
pharao bezochten, op onna
tuurlijke wijze om het leven
zijn gekomen.
Na lang zoeken meende
LEZERS SCHRIJVEN.,
Geachte Redactie,
Ik las in Uw veelgelezen
blad, j.l. Zaterdag Uw artikel
„Glimmende schijven"; de
P.C.J. op Schouwen en Tholeji.
Streekreportages van de We
reldomroep.
Dit vind ik zeer op zgn
plaats, dat, en wel voor onze
jongens in Indië in het bij
zonder, deze uitzendingen in
het leven zijn geroepen.
Eveneens vind ik 'het op zgn
(laats dat Schouwen en Tho-
en „een beurt", kregen, maar
als geboren Noord-Bevelander
vraag ik mij af: „Krijgt Noord
Bev,eland geen beurt?"
Blijft Noord-Beveland „het
vergeten eiland?"
Van „dit vergeten eiland"
zjjn eveneens jongens in Indië,
die graag de stem van hun
geboortegrond zouden willen
horen.
Zou het in de naaste toe
komst niet zo kunnen worden,
dat aan Noord-Beveland wat
meer aandacht wordt geschon
ken? Of moeten wij steeds
„achterlijke" mensen be
schouwd blijven?
Laat ook dè. P.C.J. meehel
pen Noord-Beveland van zijn
onverdiende titel als „het ver-
Seten eiland" te bevrijden, en
an speciaal door ook eens
over te komen met de repor
tagewagen naar het „land aan
de Roompot".
„Een Noord-Bevelander".
Naschrift. Noord-Beveland is
een vergeten eiland. En als
Zuid-Beveland eens aan de
beurt komt, zal Noord-Beve
land er vermoedelijk ook wel
bij zijn. In ieder geval: onze
redactie heeft deze wenS- over
gebracht aan de Wereldom
roep.
KUNSTMATIGE
INSEMINATIE.
Een lezer uit Domburg
schrijft ons:
Naar aanleiding van de
kunstmatige inseminatie van
het Walcherse vee kan ik U
nader mededelen, dat de vloei
stof, samengesteld voor het
verdunnen en levend conserve
ren van stierensperma wordt
bereid in het laboratorium en
onder toezicht van prof. C.
Romijn en in het gehele land
momenteel wordt gebruikt.
Ze is in de handel in gesterili
seerde glazen buisjes onder de
naam van „Buffer 300", vol
gens recept van prof. Romijn.
De resultaten over 1947 zijn
bevredigend en met vertrou
wen gaat men het seizoen '48
in. Overigens wordt de z.g.
„besmettelijke steriliteit" niet
alleen door geïnfecteerde stie
ren verspreid; een belangrijke
oorzaak is de koe. De oorztuik
der infectie is niet bekend,
vermoedelijk een virus, evenals
mond- en klauwzeer, doch ze
ker is dit niet Er wordt om
het landsbelang thans in
Utrecht hard aan de opvoering
van de productiviteit van onze
veestapel gewerkt
Howard Carter, een Engels
Egyptoloog, die in dienst was
van de Egyptische regering,
erin geslaagd te zijn, de in
gang van Toetanchamens
graf te vinden. Hij telegra
feerde Lord Carnarvon,
eveneens een beroemd Egyp
toloog, die met Howard sa
menwerkte en omstreeks die
dagen in Engeland verbleef.
Toen Carnarvon haastig was
aangekomen, besloten beide
onderzoekers de gang. waar
van Howard de toegang had
blootgeleg, te betreden. Met
bonzend hart gingen ze naar
binnen- Zij konden maar
juist rechtop staan en kwa
men door de steenbrokken
op de grond in het begin niet
gemakkelijk verder- Toen
stonden ze plotseling voor
éen muur, die was bepleis
terd en voorzien van zegels.
Maar er waren ook tekenen,
welke erop wezen, dat hier
eerder indringers waren ge
weest. Misschien hadden con.
troleurs uit de oudheid de
zegels nagezien? Er was in
ieder geval een nauwe ope
ning in de muur, waardoor
men in een grotere ruimte
kon zien- Carter liet het licht
van zijn lantaarn naar bin-
nenschijnen. En wat hij en
daarna Lord Carnarvon toen
zagen, benam hen bijna de
adem. Zij zagen een kamer
van 25 voet lengte en 12 voet
breedte en ongeveer 9 voet
hoogte. En. in die kamer la
gen opgestapeld alle mogelij
ke .voorwerpen, welke bij 'n
vorstelijke begrafenis te pas
kwamen, alsof zü er eerst
daags tevoren waren neerge
legd.
EEN
SPROOKJESWERELD.
Toen zij binnen waren, be
speurden zij enige wanorde-
Het had er de schijn van, dat
hier rovers aan het werk wa
ren geweest, die evenwel bij
hun sinister bedrijf gestoord
waren en inderhaast de kost
bare zaken, welke zij van
plan waren geweest, mee te
nemen, weer op de vroegere
plaats hadden teruggelegd.
Twee beelden van de over
leden Pharao zagen de onder
zoekers aan- Deze beelden
waren getooid niet gouden
sieraden en de ingelegde ogen
schenen te leven. Tussen de
ze beelden stonden drie of
vier albasten vazen. En ook
zagen zij grote bouquetten
prachtige bloemen, die nog
vers geleken, zo goed waren
zij in de loop der eeuwen be
waard. In een brachtig kast
je lagen de gewaden van de
koning- Elders vond men
voedsel dat de overledene in
het hiernamaals zou sterken.
Welke séhatten dit graf aan
de vinders toonden, zij zijn
bijna niet op te sommen. .In
het museum van Caïro kan
men er nu nog een groot ge
deelte van zien- Lord Carnar
von en Carter waren aanvan
kelijk overweldigd door deze
ontdekking. Maar toen zii
van hun verbazing bekomen
waren, lieten zij onmiddellijk
maatregelen treffen, om de
onschatbare rijkdommen van
dit graf voor rovers en plun
deraars te beschermen. Daar
na werd het graf systema
tisch onderzocht. Carnarvon
heeft echter de ontdekking
niet lang overleefd. Nog voor
het lijk van de Pharao werd
gevonden, stierf hij aan ,de
gevolgen van een muskieten
beet en aan longontsteking.
Rond zijn dood ontstonden
de vreemdste geruchten- Had
Toetanchamen zich gewro
ken?
Nadruk verboden.
Boekbespreking
Fundamenteel cijferen, 3e
deeltje, door R. H. Zand-
voort. Uitgave J. B. Wolters,
Groningen.
Ook in dit deeltje van de
langzamerhand zeer bekende
serie is gestreefd naar in
zicht in het getallensysteem
en gewaakt tegen werktuige
lijk cijferen dat het hersen
proces van de leerling uit-
schakeld. Deze kan in het
boekje de uitkomsten van de
daarin afgedrukte sommen
neerschrijven, waardoor veel
overbodige arbeid wordt
voorkomen. Het deeltje is
bestemd voor bet vijfde
leerjaar.
Boekhouden op het schrif
telijk Mulo-examen, door A.
W. Berger, B. de Boer en H.
W. Pietersma. Uitgave J. B.
Wolters, Groningen
Een serie herhalings- en
examenopgaven, waarvan de
jongelui, die voor het Mulo-
'examen staan, profijt zullen
hebben, maar die ook goede
oefenstof vormen voor ande
re belangstellenden in het
boekhouden.
Herinneringsalbum van de
le infanterie brigade groep
der C-divisie „7 December
eerste deel.
„Ons leger", officieel or
gaan van de gelijknamige
vereniging, heeft een prach
tig uitgevoerd, op kunstdruk
papier gedrukt gedenkboek
van deze infanteriebrigade
uitgegeven, waarin de ver
schillende belevenissen van
de daartoe behorende militai
ren worden beschreven. Het
werk is rijk geïllustreerd,
met aardige foto's en bevat
voorts een kaart van de Bui
tenzorg-sector.
Buitenlandse waardering voor Nederlandse
prestaties.
Ean volmaakt ensemble.
Wannéér Matthijs Vermeu
len, de befaamde muziekrecen
sent van „De Groene"', over het
Concertgebouworkest schrijft,
volstaat hij dikwijls met de
aanduiding „ons orkest". Met
dit „ons" geeft deze eminente
ihuziekcriticus de plq^ts aan,
die dit prachtige ensemble uit
onze hoofdstad in het Neder
landse cultuurleven inneemt.
Het Concertgebouworkest is
immers niet alleen - - eigendom,
van de Amsterdammers, maar
een bezit van het gehele Ne
derlandse volk. Natuurlijk, ook
de andere orkesten verrichten
uitstekend werk, maar het
Concertgebouworkest is nu
eenmaal het symbool gewor
den van ons muzikaal-kunnen.
WAARDERING.
Een dezer dagen viert „ons"
orkest zijn 60-ste jaardag en
het doet ons Nederlandse hart
goed, dat er in de buitenlandse
pers naar aanleiding van dit
jubileum, waarderende woor
den worden geschreven.
Het Amerikaanse weekblad
„Time", dat zich wel eens te
buiten gaat aan ongepaste
grappen over leden van ons
Koninklijk Huis en zoals
meer Amerikaanse bladen
dikwijls schrijft in de trant
van „kan-er-uit-Europa-iets-
goeds-voortlcomen?" moet dit
maal concluderen, dat het
Concertgebouw-orkest 'n unie
ke verschijning op het interna
tionale podium is. Inderdaad,
het oude werelddeel kan toch
wel wat. Wij zijn misschien in
onze opvattingen wat conser
vatiever dan het jonge Ameri
ka en wellicht wat scrupuleu
zer in onze muzikale opinies,
maar dat neemt niet weg, dat
er wel „iets" wordt gepres
teerd.
ZESTIG JAREN.
Zestig jaren Concertgebouw
orkest, dat wil zeggen: Zestig
jaren volmaakt musiceren.
Toen ruim 50 jaar geleden, Ed
ward Grieg voor het eerst het
orkest hoorde, riep hij uit:
„Nooit heb ik iets volmaakter
gehoord." Richard Strauss was
na een bezoek aan Amsterdam
zo enthousiast, dat hij zijn
„Heldenleben" aan het orkest
opdroeg.
Dit gebeurde in de eerste
jaren .van het Concertgebouw.
De waardering is na al die ja
ren nog even groot. De '„Daily
Mail" schreef vorig jaar na
het optreden in Londen: „Dit
orkest speelt met een vuur en
vitaliteit, zoals wij hier niet
Denemarken maakt propaganda in Engeland om touristen
te trekken. In Londen is een „Denmark's House" geopend.
V.N.-opstellenwedstrijd.
De United Nations hebben
voor jonge mensen uit alle
delen der wereld, die belang
stelling koesteren voor ge.
noemde organisatie, een
prijsvraag uitgeschreven.
De tien beste inzendingen
worden beloond met een reis
naar Lake Success om daar
ter plaatse het werk dezer
organisatie te bestuderen
Een internationale jury zal
de inzendingen beoordelen.
Hollands Nieuwe was
nog te duur.
Dinsdag werd getracht in
Vlaardingen 2 kantjes zoge
naamde „Hollandse Nieuwe"
publiek te verkopen.
Daar de reder van mening
was deze haring als zg. pri
meurs aan de markt te kun
nen brengen, .zette hg in met
een prijs van 500 per kan
tje en stopte bij f 100 daar
er voor die prijs nog niet ge
mijnd was.
De prijs voor zg. primeiu-s
is tot 15 Juni a.s. vrijgelaten
en de reder meende hiervan
nu reeds te kunnen profite
ren. De kopers echter waren
een andere mening toegedaan
en vonden, dat haring vóór
18 Mei, d.i. voor de officiële
uitvaardatum, aangevoerd, nog
wel degelijk valt onder de
oude prijsregeling en dus niet
hogei* dan tegen tien .cent
per .stuk aan de consument
mag worden verkocht.
gewoon zijn". En de „Man
chester Guardian": „Wij kun
nen met de individuele kwali
teiten van deze musici wed
ijveren, maar niet met de kwa
liteit van het orkest in zijn
geheel!"
„Er is in Europa slechts één
orkest, dat met het Amster
damse in volmaaktheid en
klankkleur is te vergelijken",
schrijft Time nu „namelijk de
Wiener Philharrhoniker".- Ten
slotte citeert dit blad Ameri-
ka's populairste dirigent, Leo
pold Stokowsky, die als gast-
dirigent te Amsterdam zeidé:
„Een buitengewoon instru
ment
Er worden zomerhuisjes gebouwd.
De nieuwe duinen langs
het Zwin.
De warme lentezon doet de
duintoppen glinsteren en speelt
een vrolijk spel met de rustig
kabbelende golfjes. Majestueus
glijdt een grote oceaanstomer
voorbij, op weg naar Antwer
pen en verderop wordt het oog
bekoord door enige vissers
bootjes. Niets verstoord de in
tense stilte.
Al dwalende en genietend
van deze heerlijke rust, getrof
fen door de machtige schoon
heid van de natuur, naderen
wij het Zwiü,. het onvolprezen
natuurreservaat, het domein
van de vogels.
Merel en lijster zingen hun
hoogste lied. Onbeweeglijk
staan daar de reigers, terwijl
vele andere watervogels bedrij
vig in de weer zijn. Wilde ko
nijntjes vluchten b\j onze na
dering, tussen de duinbtfplan-
ting, terwijl aan 'de landzijde
de patrijzen, meest vliegend in
koppels, met klepperende vleu
gels over het land scheren,
waar enkele hazen, geen ge
vaar vrezend, vrolijk krijger
tje spelen.
NIEUWE DUINEN.
Wij zijn ongemerkt op het
grondgebied van Retranche-
ment gekomen, dwalend langs
't Zwin, waar zieh een nieuwe
duinenrij aan het vormen is.
Terug langs de binnenzijde,
langs de brede kreken, dwars
door de uitbottende bossage
met de wijde uitgestrektheid
van dit vlakke polderland.
Een verrassende onderbre
king varwdeze wijdheid vormen
de rode daken van de enkele,
verspreide boerderijen en de
witte grindwegen, die zich
door het landschap slingeren.
O, landje van Cadzand, wat
znt gij mooi!
DE NOLLE.
Burgemeester Leénhouts, in
wiens gezelschap wij al dat
Een sluier: 12,000.000 steekjes, 12.000 uur.
Losjes, losjes, losjes,
Vliegen doen de klosjes,
Van den eenen kant,
Naar den andren kant,
Vrouwkens komen vragen:
Wie zal dat kantje dragen?
.(„Voor't kantkussen" van René de Clercq.)
Zal er een bruidssluier van worden, een doopskleed of een
jabot? Zal het de wieg sieren van een koningskind of de
hand van een gevierde schone? Wie heeft dat kantje ge
dragen, vragen wij, als wij langzaam van de eae vitrine
naar de andere gaan op de tentoonstelling van Belgische
kant in Den Bosch. Onder auspiciën van de Benelux is hier
een expositie van vier eeuwen kantwerk tot stand geko
men en tot 10 Mei kan men daar in het Provinciale, Mu
seum van genieten. Tot 10 Mei kan men door de schemer-
koele zalen lopen, waar de teerheid van vlindervleugels
en spinrag „door mensenhanden werd geëvenaard. Draden,
broos als libellenbeentjes, zjjn er samengeweven tot figuren
en symbolen, tot bladmotieven en bloemguirlanden.
Vanaf het midden van de
16e eeuw tot in onze tijd heeft
België aan de spits gestaan
van de kantkunst, 't Is won
derlijk, te bedenken, dat die
gracieuze weelde ontstond uit
huishoudelijke bezuiniging. Het
is een plompe geboorte van
het kantwerk, oorspronkelijk
bedoeld., die delen van het lin
nen, die het meest aan slij
tage waren blootgesteld, te
verstevigen. Het is alsof
kunst kan groeien uit een
overgemaasde hiel of een
dubbele zool. Toch gebeurde
dit. De llnnennaaisters maak
ten van de versteviging ech
ter een zodanige versiering,
dat weldradie „passementen
in vlasgaren" begerenswaar
dige ornamenten werden.
Men gaat de dusdanig be
werkte hemdrandies boven de
hals van de sobere kleding
dragen, men laat de manchet
ten uit de mouwen gluren: de
eerste „kantversiermg" aan
hals en mouwen is ontstaan.
In de tweede helft van de
16e eeuw wordt de kant over
al bekend, zo zelfs, dat het,
kantklossen onder Kai-el V
Er zijn twee soorten kant te
onderscheiden, tenminste door
de mensen. die er verstand
van hebben en die be
halve het verschil tussen
naald- en kloswerk nog
kunnen zien welke kloskant
uit Mechelen komt of uit
Biaigge, uit Brussel of uit
Binche. Mensen, die spreken
over kant met behouden dra
den of met gesneden draden
of met draden, die zijn afge-
knoopt. Maar zelfs voor die-
fenen, die niets anders van
ant weten, dan dat het fjjn
is en teer en vol zuchtjes ro
mantische weelde, 'is 't voet
kleed, waar Albrecnt en Isa
bella, de hertogen van Bra
bant, in 1599 op hun huwè-'
lijksdag op knielden 'n won-
derwaas.
Ook voor haar, die nooit an
dere kant bezaten dan het
moeizaam gehaakte zakdoek
randje, is het een plechtig
Er is een kanten waaier
met een paarlenmoeren mon
tuur en de Valenciennes kan
ten ^handschoen van de eerste
koningin der Belgen. Overal
hangen schilderijen, waarop
men prinsessen en adellijke
heren ziet afgebeeld, pron
kend in hun kanten schatten.
De weelde, die deze kunst
met zich bracht, werd in de
17e eeuw zo overbluffend,
dat er overal wetten* en edic
ten ontstonden, die het bezit
verboden van meer dan een
bepaalde quantiteit kant. Het
ondergoed was van onschat
bare waarde. Charles II van
Engeland .bezat slechts dz'ie
hemden en' twee zakdoeken.
Niemandgebruikte een zak
doek om'zijn neus in te snui
ten. Men droeg het kostbare
kleinood behoedzaam tussen
duim en vinger en vermaak
te het bij testament aan zijn
erfgenamen.
Inde 18e eeuw stikt een
Engels prinsesje in de kan
tenvracht van haar doopjurk.
In Baden, waar de beau
monde komt kuren, hangt men
het kanten ondergoed uit de
ramen, zodat de promenerende
vrienden de schoonheid ervan
onomwonden kunnen bewon
deren. Madame Dubarry be
zit Brusselse kant, en kanten
uit Valenciennes en Arras,
tot verplicht leervak wordt, drukken.
moment het wiegekleed te
aanschouwen, waaronder Na
poleon's zoon heeft liggen sla
pen. Het fond van dit rag
fijne web krioelt van bijtjes,
licht en stoeiend als het
babyleven van het prinsje
zelf. Aan de hoeken pronken
de arenden van de keizerlijke
kroon, die zware arenden, die
zelfs het kantwerk iets drei
gends geven. Eens zullen z\j
de zwakke schouders van
l'Aiglon onontkoombaar neer
ter waarde van 6000 livres.
Jacobus II van Engeland
draagt bij zgn kroning een
„cravate" van 35 pond ster
ling.
Dan, met het uitbreken
van de Franse revolutie, is
het plotseling uit met de uit
bundige weelde. Ongeveer ter-
zelfdertijd doet 'een-'Engelsman
de uitvinding van machinaal
vervaardigde tulle. Hierop
worden dan. de gekloste of
met de naald vervaardigde -
patronen aangebracht waar-
door de kant veel minder kost
baar wordt. Maar de helft
van de kantafnemers de
mannen verandert radicaal
van kleding. Het brócaat en
fluweel, het satijn en da
mast verdwijnt. Het kant, dat
ter completering van deze
luxe materialen geschapen
scheen, vindt geen partner
in de sobere kledij der ci-
toyens.
Pas gedurende het tweede
keizerrijk leeft de belangstel
ling voor kant weer op en
wat men zelfs in onze nuch
tere eeuw nog presteert in de
kantweverijen van onze Zui
derburen, bewjjst de naald
kanten sluier, waaraan 12.000
uren werd gearbeid en die uit.
12.000.000, steekjes bestaat.
Wij met onze Noorse
breipatronen en onze kruis
steek jes van wasecht garen
bedenken huiverend wat
dé ogen van al die vrouwen
hebben moeten presteren, wat
er aan geduld is opgebracht
in die werkkelders, waar men.
terwille van de vochtigheid,
die de draad voor breken be
hoedde uur na uur, dag na
dag over het kantkussen ge
bogen zat.
De frêle* fijnheid van een
paar kanten manchetten, die
speels terugvallen over een
blanke bovenarm van een ro
coco schonè, is geboren uit't
werk van dozijnen, uit kunst
zin en geduld en uit onein
dige liefde voor het scheppen
van schoonheid.
Een zakdoekje, een sluier,
een stola, een jabotvier
eeuwen schoonheid, vier eeu
wen wuftheid, vier eeuwen ar
beid en vier eeuwen roem.
Eerst Londen, daarna Praag
en Lausanne en nu Den
Bosch, stelden het ten toon.
Fier wappert voor het pro
vinciaal museum de Brugse
standaard. En in een hoekje
van de bovenzaal zit een
Belgisch kantklostertje en
haar klosjes vliegen losjes,
losjes van d' ene kant naar
d' andere kant. Wie zal dat
kantje dragen?
INA VAN DER BÉJUGEL.
moois genieten, neemt ons nog
verder mede, naar een deel
van de kust, dat bg te weinig
bezoekers van Cadzand bekend
is, naar de z.g. Nolle, of wel
de Zwarte polder, waar wg 'n
brok natuursohoon aantreffen,
zo ongerept, dat men er stil
van wordt. Het is daar Cad
zand grenst aan Nieuwvliet en
waar de zee door de sterke
stroom en branding, steeds de
nodige zorg eist van de be
schoeiing. Er is daar een soort
vluchthaventjf, waarin het
waterwild rijk vertegenwoor
digd is.
Van de lage, daaromheen lo
pende duintjes, heeft men een
prachtig uitzicht op de mooie
schorren van Nieuwvliet. Hier
is nog de ongerepte natuur.
BEBOUWING.
Alleen jammer is het dat een
bunkerdorp herinnert aan de
oorlog. De weg naar de Nolle
voert langs een dubbele rij
duinen en dit terrein is uiter
mate geschikt voor kampeer
ders. Hét ligt in de bedoeling
,om aldaar in de toekomst over
'te gaan tot open bebouwing en
zeer waarschijnlijk zullen, er
reeds deze zomer weer enige
zomerhuisjes gebouwd worden,
want daaraan is een groot ge
brek. Trouwens, de gehele
huisvesting vormt het grootste
probleem voor Cadzand. Er
zijn talrijke aanvragen voor
logies, maar de ruimte is be
perkt. Het fraaie hotel Noord
zee, boven op het duin ln Cad-
zand-haven, heeft deze winter
opnieuw verbeteringen onder
gaan, zodat dit hotel gemiddeld
40 tot 50 gasten .zal kunnen
herbergen.
Daarnaast treft men nog het
Hollands hotèl, weliswaar klei
ner, doch waar toch ook plaats
is voor 8 tot 10 gasten. Voegt
men daarbij de noodhotels on
der aan de voet van het duin,
terwijl ook de burgerij onge
twijfeld wat pensiongasten wil
opnemen, dan zullen er tocji
nog heel wat badgasten hun
vacantie in Cadzand kunnen
doorbrengen.
WATERLEIDING.
Een grote verbetering is het
dat thans ook Cadzand van
waterleiding is voorzien.
Voor de dagjesmensen zal
wat betreft de verbindin
gen ook veel verbetering zgn.
Bewoners van O. Zw.-Vlaan-=
deren zullen volop de gelegen
heid krijgen om Cadzand te
bezoeken, daar de Z.V.T.M. de
toezegging heeft gedaan dat
er geregeld extra bussen naar
Cadzand zullen rijden.
Een vacantiekolonie uit Hil
versum, met 80 85 kinderen,
zal de vacantie aan 't Zwin
doorbrengen.
Cadzand is gereed zijn gas
ten te ontvangen!
doppen
Danse macabre.
Gelezen in de Tielse Cou
rant: „De tijd, de nacht, de
duivel en iemand van de
Raad van State dansten
hand in hand. Schotten en
Hollandse kaaskoppen dwar
relden op de maat van de
muziek dooreen."
Toen waren er nog
maar vier.
Zes muizen, die in een bij
enkorf honing en bijen had
den opgepeuzeld, dommelden
in. Twee werden er opgege
ten door een kat en een hond.
Het gebeurde in Chepstow
(Eng.)
Ridder op de flets.
Een fietser uit Huil plaat
ste de volgende advertentie
in een plaatselijk blad: „De
fietser, die Heddon-iroad
overstak vlak voor een sneL
rijdende auto op j.l. Maan"
dag, biedt zgn oprecht ge
meende verontschuldigingen
aan de chauffeur aan."