DAVERENDE DEINING OVER DE LABBEKAKKEN
Hoe Göbbels het zag
Nederland liet zich ook niet foppén met:
Geheime Handlangers van de Gestapo'
I
IIPP"
Tsjechen accepteren
het totalitair régime
Karakteristieken uit zijn boeken
het
ESysterie
van de Prinsengracht
Geen gouden bergen
in het verschiet
Marshall-hulp handhaaft huidig
levenspeil
7
TWEEDE BLAD
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
MAANDAG 12 APRIL 1948
♦>..Dó 'tija
i^®3a«üü: 3» VA'Jjaimntratle':
®i Wgawnfrri ee» TW>
./fOSTOtBÖ k<v 478080
?^^'f'10^CirraBE?fD ORGAAN:^
¥iW» oo,\pt
iSUiTsji-puviK i>s. AsatHrmiBÏ-i
i& ONNUaiTKlt NÉDWUANTI
-Wtktt>«r Zorhtwa* ?ma
'O&UWBR VJJf imSRBKDS nPSTSSK.3
NUMMER 2 5
JULI 1914
Aboiïjiejspnt voor bet
Blw*ntsn8 per b*H
-.iter:' ƒ0.78. bQ VOOr»
uitbc{#}i»g
Verechtjat elke
veertien daseo
Lom« Nomnrepfl «nt
'Speciaal
L4 BBEKAK-NUMMER'
Nederland vraagt ziet off*
ZETTEN DE 'LABBEKAKKEN?
tent V een Labbekak t'
Wat Ie een Labbekak t,
verwacht.
(Van een onzer verslaggevers).
Einde 1943. De Nederlander, zuchtend onder de druk van
de bezetting, zich vastklampend aan alles wat slechts de
schijn heeft van een komende bevrijding, hij snakt naar
nieuws. Hoe zou het gaan? Hoe lang zal het nog duren? Het
zijn de vragen op ieders lippen. De dagbladen zijn voor
hem een slechte gids. Zij zijn een slaafse spreekbuis van
de overweldiger. Het woord is dat van Reichsmin. Göb-
bels. Zelden durft iemand de waarheid te schrijven en
opc ilijk de bezetter of zijn aanhangers aan de kaak te
stellen. Het V Victorie grijnst hem allerwegen tegen.
Het zijn groter ogenblikken wannéér hij een illegaal blaadje
in handen krijgt, of, weggekropen in een kast, luistert naai
de Engelse zender.
Voor een kiosk hangt een krant. Grote letters schreeu
wen uit: „Grote Duitse verliezen in het Oosten". „De dag
der vergelding nadert!" „N.S.B.-gespuis zal worden opge
hangen!" Dat is mannentaal! Juist wil hij 6 cent uittellen,
of de gespijkerde laars doet hem terugschrikken. Toch
grist hij een exemplaar weg, stopt het diep in zijn jaszak
en gaat naar huis. Hier wordt de schat gladgestreken en
hij ziet: „De Gil". Met zijn huisgenoten bewondert hij de
foto's van de Koninklijke Familie, leest de rede van Ger-
brandy en staat versteld. Dat zal een tweede keer niet meer
gaan! Een illegaal blad aan een kiosk! Maar-hij vergist
zich. Er kwamen nog vele uitgaven en er gebeurde niets.
Geen verbod. Geen doodvonnissen. De N.S.B.-ers tierden,
omdat zij belachelijk werden gemaakt, maar „De Gil" bleef.
Na de eerste schroom te hebbeen overwonnen, lazen velen'
„De Gil", liefst voor de neus van een N.S.B.-er.
De oplage steeg tot een on
gekende hoogte. Maar mét de
oplage ook 't wantrouwen,
want de aandachtige lezer ont-
dekte spoedig 't' addertje in
Gil" die listig gekruid ,was
met Duitse propaganda. Velen
hebben „De Gill" na deze ont
dekking niet meer willen zien.
Anderen schepten in de wijze,
waarop de bezetter en de N.
S.B.-ers belachelijk werden ge
maakt zoveel genoegen, dat
zij de propaganda op de koop
toe namen. Uitverkocht is hij
tot de laatste dag gebleven.
Toch zal men zich afvragen
hoe een dergelijke stunt in die
tijd mogelijk Is geweest. Hoe
wel het oordeel over de ware
aard van „De Gil" berust bg
Perszuivering, stellen wn er
grijs op onze lezers op de hoog-
te stellen van het ontstaan
en de wederwaardigheden van
dit wonderlijke blad, waarvan
niemand precies wist of het
„goed" of „fout"»was.
Het „GiH"-idee was niet 't
eerste in zijn soort. In Mei
1941 had Louis Thijssen dp een
artikel geschreven in de- geest,
die later „De Gil" kenmerkte
Het was een verslag over een
bezoek aan Keulen, waarin de
verschrikkelijke verwoestin-
fen der geallieerde bombar-
ementen werden geschilderd.
Niets stond overeind. Alles
was verdwenen. De schrijver
van dit artikel wees er op, dat
nu eindelijk de waarheid aan
het licht moest komen. De
courant vlöog weg en... Thys-
sen werd gearresteerd.
Deze beide feiten hebben
niemand verwonderd. Meer ver
wondering wekte het feit, dat
hij na korte tijd weer ln vrij
heid werd gesteld. Toch was
het niet vreemd, want ln fei
te had hij de Duitsers niet f e-
nadeeld. Integendeel; hij had
hen iets geleerd. Hij had hun
een voorbeeld gegeven van
„indirecte propaganda". De
Duitsers hebben ook in ia-
tere jaren moeilijk kunnen be
grijpen, dat de propaganda bij
net Nederlandse publiek meer
succes had wanneer zn er niet
zö „dik bovenop lag Toch
kreeg Thijssen pp.s zijn kans,
■toen hij nauwer in contact
kwam met de leiding van de
Duitsé propaganda. Zijn Duit
se -chef. dr Haagen, had een
goede kijk op de Nederlandse
mentaliteit en Thijssen wist
hem voor zijn idee te winnen.
Zo verscheen dan eind '43
„De Gill" nr. 1. Samengevat
in een artikel over Indië wer
den het „goed Nederlands
standpunt", 'n anti Duitse
geest en 'n kleine dosis Duitse
propaganda verwerkt. Helaas
was het succes groot. Aller-
wege kwamen reacties. -Men
vloog erin.
VLIEGEN WERDEN MET
HONING GEVANGEN^
Thijssen ving ook de goede
Nederlanders in de netten van
de, Duitse propaganda In het
eerste nummer was Thijssen
op last Van dr. Haagon voor
zichtig geweest in ürjn uitla
tingen tegenDuitsers en N.S.
B.-ers. Door het onverwacht
succes kreeg hij èfchter de
vrije hand. In het volgende
nummer trok hij met kracht
tegen alles wat Duits was van
leer. Het zag er verleidelijk
uit. Maar wanneer men het
blad, dat zeker ook niet van
rake humor gespeend was, had
uitgelezen, had men tevens
een behoorlijke portie propa
ganda geslikt. Hoewel ieder
een spoedig door had, dat de'
Duitsers wel iets te maken
hadden met dit wonderlijke
blad, bleef het overal in trek.
Reeds spoedig nam Thijssen
de zoon van generaal Seyffart
in dienst als opmaakredac
teur. De trucfoto's en scherts-
advertenties, welke hij in „De
Gil" opnam, waren zeker, niet
onverdienstelijk. Steeds sma-
kelJjker'Werd „De Gil" en ook
steeds meer Engels georiën
teerd. Niet alle Duitsers en ze
ker niet de N.S.B.-ers, die er
steeds tussen werden geno
men, konden deze propaganda
waarderen. Van vele zijden
was er tegenwerking en het
k<^tte dr. Haagen dikwijls
veel moeite, zijn blad te hand
haven. Het staat dan ook niet
vast, of de verspreiding van
„De Gil" tenslotte gestaakt is
omdat er geen papier meer
was of dat het blad eenvoudig
werd verboden.
Voorhet zover was had
Thijssen echter een roemloos
einde gevonden op een wijze,
zoals hg ninuper zal hebben
Zijn z.g. „illegale
Gil" werd n.l. werkelijk ille
gaal! Was de illegaliteit in
ons land genoodzaakt hard te
zijn, het volgende staaltje
toont aan dat ondanks alles
de humor niet uit het oog
werd verloren. Een groep van
de Amsterdamse illegaliteit
heeft mischien zonder het
zelf te weten Thijssen in
één klap uit de propaganda-
wereld wgggevaagd. Deze
groep kwam namelijk op het
idee zelf een Gil samen te stel
len.
Toen deze illegale Gil aan de
kiosken te Amsterdam werd
verkocht, greep de S.D. in. De
bladen werden in beslag geno
men en Thijssen werd als ver
dacht van deze uitgave, gear
resteerd. Hoewel hij er part
noch deel aan had, werd hij
nimmer in zijn functie her
steld. Een ander heeft zijn
werk voortgezet.
TOCH EEN ILLEGAAL
TINTJE?
In een bespreking van de
Gil-affaire mag niet onver
meld blijven dat een der la
tere medewerkers W. H. M.
van den Hout misschien
beter bekend als W. W. Wa
terman heeft verklaard
dat aan „De Gil" ook een
voor de Nederlandse zaak po
sitieve züde zit. De Gilredac-
tie had n.l. een correspon
dentie-adres Postbus 273 Den
Haag. Vele verontwaardigde
lezers, die hun gemoed via
deze Postbus luchtten, waren
in hun uitlatingen verre van
voorzichtig. Uiteraard was 't
mogelijk, dat deze brieven
bij de S.D. terecht zouden
komen, die er dan wel raad geval.
Kent U deze „kop"
nog? Hij stond boven
een blad, dat in de
laatste oorlogsjaren tot
verrassing van alle Ne
derlanders op de markt
verscheen. De reacties
waren sensationeel:
een deel van het pu
bliek meende met een
illegale uitgave te doen
te hebben, een ander
deel doorzag de truc:
Duitse propaganda in
vorm, die was aange
past aan de Nederland
se mentaliteit.
De Perszuiverings
commissie zal in haar
zitting van 13 April a.s.
de „Gil"-affaire behan-.
delen. In die zitting zal
ook moeten blijken in
hoeverre de bewering
van enkele medewer
kers. dat met „De Gil"
goede Nederlandse be
langen werden behar
tigd, juist is.
mee zou hebben geweten.
Van den Hout zou met het
plan, de gevaarlijke brieven
te verwijderen, zijn mede
werking aan „De Gil" heb
ben toegezegd, onder de na
drukkelijke voorwaarde, dat
de brieven van de lezers in
zijn bezit kramen. Dit schijnt
ook te zijn gebeurd. Tevens
zou Van den Hout er voor
hebben gezorgd, dat er steeds
meer Engelse propaganda
werd opgenomen.
In hoeverre deze nieaede-
lingen juist zijn, dient te
worden afgewacht. Waar
schijnlijk zat op 13 April,
wanneer de Perszuivering
zich in „De Gil" zal verdie
pen. enige Jicht worden ge
worpen op dit interessante
Slavische volken bleken politiek kneedbaar.
Voorjaar in Praag,
door Bob Schrijvers.
Praag, April. Het voorjuar
komt overal, ook in die lan
den, waarover dc schaduw
van sikkel en hamer is geval
len. In Praag is liet ditmaal
wel een zeer vroeg voorjaar.
De Moldau heeft het parfum
èr van met zich meegenomen
van de berghellingen, waar de
struiken reeds groenden. Het
geel en rood van de daken
der stad is feller geworden en
de omtrekken van- de burcht
en de Sint Vitus Ijjkcn fijner
getekend te zjjn. De lente leeft
m de parken, waar de moeders
hun kinderen zonnen en «aar
de mussen herrie maken om
een strootje, leeft in de slop-
jes van Staré Méste, uraar een
u-arlg gouden licht tussen de
oude geveltjes gevangen wordt
gehouden. En de Prager?...
ach, die verheugt zich over
het voorjaar en lijkt de revo
lutie te zjjn vergeten.
Ik ben meegelopen in de
processie van kinderwagens
en luidruchtige studenten, een
park in boven de Moldau.
Daar op een terrasje heb ik
limonade gedronken met een
rietje. „Grossgaststatte Let-
na" stond op het papiertje,
waarin het rietje gewikkeld
was. Drommels, ze moeten
daar een hoop van die rietjes
gehad hebben. Het gaf te den
ken. Ik herinnerde me de op
schriften overal in de stad, op
winkels en kantoren, Duits,
haastig weggeverfd na de oor
log, nu, na vele dagen van zon
en regen weer vagelijk zicht
baar. Het was hier toch wel
erg Duits. De Duitse bezet
ting werd hier door de grote
massa eenvoudig geaccepteerd.
Natuurlijk, Tsjecho-Slowakije
had zijn verzetsbeweging,
maar het verzet had hier niet
het élan zoals in Frankrijk,
Noorwegen of Nederland. Het
was voornamelijk de intelli-
gentia, die - het verzet tegen
de Duitsers organiseerde. Toen
de Amerikanen tot Pilden op
gerukt waren en de Russen
niet ver van de Oostelijke
stadswijken van Praag ston
den, brak er de „revolutie"
uit, een onnodig en onver
kwikkelijk theater zoals
men mij toevertrouwde.
REVOLUTIE
GEACCEPTEERD.
En zoals men de Duitsets
toen zij de baas waren
geaccepteerd heeft, zo accep
teert men nu het totalitaire
Churchill:
een ouwe schurk
In Engeland is het Dag
boek van Goebbels reeds in
boekvorm verschenen. De
Engelse kranten wijden er
brede beschouwingen aan. In
teressant zijn de karakteris
tieken, welke ze uit het
boek opdiepen, o.a. de vol
gende:.
Churchill: „Zijn leuze van
„bloed, zweet en tranen",
heeft hem vastgezet-in een
positie, welke hem geheel on
vatbaar maakt voor .aanval
len" Het is zulk een on
beschaamde leugenaar, dat 't
nauwelijks de moeite waard
is om met hem in debat te
treden",Die ouwe
schurk"„Het is bijkans
een raadsel, hoe deze man
nog populair kan zijn"
„De Führer herinnerde er
aan. dat alle Engelsen, die
we vóór de oorlog op be
zoek kregen, het er over eens
waren, dat Churchill een
dwaas was. Zelfs Chamber
lain zei dat tot de Führer"
Franco: „Deze opgeblazen
pauw dankt het alleen aan
de Duce, dat hij' op zijn ge
nourpeerde troon zit.Een
mooie-revolutionnair, die wij
op de troon gezet" hebben!"
Hitier: „Zo lang als hii
leeft, zo lang als hii ons ziin
geestkracht kan geven en dé
macht van zijn mannelijk
heid, kan ons geen kwaad
overkomen"....
FEU'LLETON
Tjeerd Adema
23
„Dat heb ik niet gezegd."
„Maar dat bedoelde U.
Waarom dacht U het?"
„Omdat zij verliefd op hem
was."
„Aha", zei de officier.
„Hoe weet U dat?" vroeg
de rechter-commissaris.
„Omdat hij 't mij verteld
heeft."
„Eigenaardig. U kent me
neer De Vries alleen als uw
tandarts. Hg heeft misschien
een kies van U geplombeerd
en dan vertelt hg zo maar
aan een willekeurige patiën
tedat de vrouw van een
bekend medicus hier ter ste
de verliefd op hem is. Vindt
U dat zelf niet een beetje
onwaarschijnlijk?"
De lerares haalde mét be
vende handen haar zakdoek
je uit haar tasje en streek
er mee langs het voorhoofd.
..Heeft Iemand misschien...
misschieneen sigaret voor
my?"
„Natuurlijk", zei de rech
ter-commissaris, zfjn koker
opklappend. De vrouw nam
er haastig één uit en zoog
er een vurige punt aan, toen
de heer Feenstra er een
vlammetje bghield.
„Voelt U rich nu weer
goed
„Dank U, het gaat al weer
over. Ik ben altijd minder
nerveus als ik rook.".
„Gelukkig, want ik moet U
nog een paar vragen stellen.
Hoe weet U, dat mevrouw
Van Bremen meer dan vriend
schappelijke gevoelens voor
.meneer De Vries koesterde?'
„Datdat dacht ik."
„Meneer De Vries had het
U toch verteld?"
„Janeendat weel
ik niet zeker. Mon Dieu,
mijnheer, kunt U er nu geen
eind aan maken?"
„Het spijt me," zei de rech
ter-commissaris koeltjes. „De
kwestie is van te grote im
portantie, dan dat ik U mag
sparen."
„Maar ik weet helemaal
niets."
„U weet meer dan U zegt.
Vertelt U eens ronduit Denkt
U, dat de dokter dit gedaan
heeft?"
De lerares blies haastig
een rookwolkje uit de ge
spitste lippen.
„Waarom zou dat onmoge-
ïyk zyn?"
„Dat begrijpt U wel", zei
de. rechter-commissaris, ter
wijl hg in spanning haar ge
laat bestudeerde. Een alge
meen bekend medicus, een
man met een onbevlekte re-
putatio, een vertrouwde huis
vriend in talloze gezinnen, 'n
open, eeriyk figuur
„Die er buitengewoon slag
van heeft zich zo voor te
doen", vulde de lerares aan.
„Hoe komt U daarbg?"
„Omdat hij vanavond bg
dat griezelige spel zó geraf
fineerd voor onschuldige ge
speeld heeft, dat zelfs de de-
tecteives hem niet verdacht
hebben."
„Is dat juist, mijnheer Beek
man?" vroeg de rechter-com
missaris.
„Dat is waar, mijnheer,
maar dat wil natuurlgk
geenszins zeggen...!.."
„Nauurlijk niet", zei jde rech
ter-commissaris haastig. „Bo
vendien er kan geen sprake
van enige verdenking zonder
een motief zgn. Heeft U geen
enkele andere reden om de
dokter te verdenken, juffrouw
Dupont, dan date hg blijkbaar
een goed acteur is of dat zijn
vrouw een vriendin
„Een heel goede vriendin",
zei de lerares schamper.
„Best, laten we zeggen.dat
mevrouw Van Bremen een
heel goede vriendin van me
neer De Vries was. Is dat dan
een reden om een moord te
plegen?"
Mademoiselle Dupont haal
de haar schouders op.
„Dat kan ik niet beoorde
len."
„Maar U insinueert het
toch", zei de rechter-commis
saris. „Ik zal dit verhoor nu
beëindigen, maar tk moet U
mededelen, dat de zeer grote
waarschgnlgkheid bestaat, dat
ik U nogmaals zal horen of
laen verhoren."
„En als ik dan niet kom?"
Rosenberg: „Ik begrijp met,
hoe de Führer zo'n la
waaierig uilskuiken tot zijn
werk kan toelaten"
Mussolini: „De Führer ver
wachtte (na de ontvoering
van de Duce uit zijn gevan-
?;enis) dat hij allereerst vol-
edig wraak zou nemen op al
zijn verraders: Hij gaf daar
echter geen blijken van. Het
is geen revolutionnair. zoals
de Führer of Stalin''.
Stalin: „De leidende geest
op de conferentie te Teheran.
Het is als een klap in het 'ge
zicht, als men praat over de
mocratie, vrijheid der vol
ken en de uitroeiing van on
verdraagzaamheid en slaver
nij in een document, dat ziin
handtekening draagt"
Goering: „Goering houdt
ervan prettige dingen te ho
ren, waarom ziin rotgenoten
hem dan ook nooit iets on
prettigs vertellenDe
Führer is razend op de gewe
tenloze omgeving van de
Rijksmaarschalk".
Ribbentrop: „Als Ribben-
trop even knap is in ziin bui
tenlandse politiek als tegen
óver ziin collega's in de bin
nenlandse, dan kan ik goed
begrijpen, waarom wij geen
merkbare successen "behalen
in onze betrekkingen met
vreemde naties"
De geraals: „De Führer
is ziek van de generaals. Hij
kan zich niets beters voor
stellen dan niets met hen te.
doen te hebbenHij ver
telde mii. waarom hij niet
langer eet aan de generaals-
tafel in het hoofdkwartier.
Hij kan gewoonweg geen ge
neraal meer zien".
De man, die aldus anderen
zo vlot wist uit te schelden,
vond zichzelf natuurlijk een
machtig groot genie!
régime, dat ma de „tweede re
volutie" aan de macht geko
men is.- „Nu ja, wat zou men
moeten doen" is het stereoty
pe antwoord als men iemand
vraagt wat hy er van denkt.
Zeker, de communistische par
tij kon het politieapparaat
hanteren en het is nu moeilgk
een anti-communistische hou
ding aan te nemen. Maar wat
is er tijdens de door Gottwald
en Fierlinger georganiseerde
staatsgreep anders gebeurd
dan die ene studentendemon
stratie De grote massa neemt
de zaken maar zoals zy ge
worden zgn en die het niet
willen èn dat is weer hoofd
zakelijk de intelligentia pro
beren te vluchten naar het
Westen. De „Sokol" is gelijk
geschakeld, toch bereiden de
leden zich ijverig voor op het
grote zomercongres; de uni
versiteiten werden gezuiverd,
de studenten werken verder.
Misschien is het niet geheel
de schuld van de Tsjechen
zelf, dat zij zo zijn. Het land
is nooit lang zelfstandig ge
weest. Korte perioden van re
volutie en verzet werden ge
volgd door lange tgden van
onderdrukking door vreemde
heersers, die het volk dom
hielden, de adel aan zich ver
plichtten, een cultuur uit het
Westen in een Slavisch land
brachten. Soms vlamde het
verzet op, hevig, maar kort;,
de Tsjech is snel enthousiast
te maken voor iets, zgn geest
drift is echter even snel ge
luwd. Bovendien ontbraken po
litiek besef en scholing.
SLAVISCH ONTWAKEN.
Een Tsjechische officier
sprak mg eens van het Sla
visch ontwaken. Elk volk, al
dus deze officier, heeft zyn
florietgd, nu komt die der
laven. Zeker, pan-slavisme is
feen, nieuw begrip en de Oos-
eiyke blokvorming ïykt de
verwezenlijking ervan. Doch
hoe is de verhouding tussen
Serven en Kroaten, tussen Po
len en Russen (die haten elk
aar) tussen Polen en Tsjechen,
en tussen Tsjechen en Slowa-
kcn.
Elk van deze volkeren voelt
zich superieur aan de andere,
is vervuld van wantrouwen en
afgunst. De geschiedenis leert
het, wat men heden ten dage
achter het yzeren gordyn voor
zichtig hoort zeggen bevestigt
het.
Bewondering en erkenning
jegens de grote Slavische
broeder Rusland, dlo de Duit
ser de eeuwige onderdruk
ker ln de Slavische tanden
verjoeg, Is de oorzaak van de
al-Slavische oriëntatie. Het
communisme, dat objectief
gezien een grote materiële
welvaart in Rusland bracht
Is nu de katalysator van wat
men met reserve het
huidige pan-slavisme of het
Slavisch ontwaken kan noe
men.
Maar vooralsnog hebben de
Slavische volken zichzelf en
elkaar nog lang niet gevonden.
Lot en karakter dezer volken
oefenden een wisselwerking op
elkaar uit, 'waardoor zrj nog
geen eigen, door de historie
vastgelegde politieke wil heb
ben, politiek te zeer kneed
baar zgn gebleven.
Februari 1948 in Praag wag
een kapitale zet op het polfi
tieke schaakbord, doch de mi:
gelgkheid tot zoiets werd hiqj
en in de omringende Ian*
den mede geschapen door
factoren van volksaard. Men
is te gauw enthousiast en men
accepteert te snel.
(Nadruk verboden)
Terugbetaling een open vraag
Het m.s. „Zuiderkruis"
heeft in verband met een
ziektegeval bij een der mili
tairen, enige vertraging on
dervonden.
(Door onze economische
medewerker).
Onlangs lichtte minister
Lieftinck eindelijk het dek
sel op van onze deviezenpot:
zü bleek practisch leeg te
zijn. Willen wij en dat was
de Jpittere pil die wij te slik
ken kregen, zelfs maar een
schamel maaltje kunnen op
dienen, dan zouden wij ge
dwongen zijn onze bezittin
gen, lees onze effecten cn ons
goud, te verkopen en boven
dien nog leentjebuur te gaan
spelen.
Wii wülen onze lezers niet
vermoeien met de vele cij
fers uit de deviezennota. Zij
loopt trouwens achter de fei
ten aan. doordat inmiddels
't Marshall-plan met vlag en
winmpel door de Amerikaan
se volksvertegenwoordiging
is aanvaard. De deviezen-
kwestie wordt daardoor heel
wat minder brandend.
Wil" dit nu zeggen, dat het
leed geleden is. dat het on
bezorgde leventje van weleer
weer is aangebroken? Noen.
duizendmaal neen: Dank zij 't
Marshall-plan kunnen wij
het in 1947 met vèei moeite
bereikte peil min of .meer
handhaven. Zou deze hulp
in de vorm van grondstoffen,
kapitaalgoederen en consump
tiegoederen niet gekomen
zijn, dan zouden wij terugge
zonken zijn naar de toestand
van 1942 en 1943. Het brood
zou weer een zeer schaars ar-
tiekel worden, terwijl men
koffie, thee en vlees, om
maar enkele voorname arti
kelen te noemen, hoogst
waarschijnlijk alleen maar
weer bij naam zou kennen.
HET PLAN C.
De deviezennota. en wel het
zogenaamde plan C, dat vol
gens de minister de werke
lijkheid het meest benaderde,
ging er van uit, dat wij in
1948, om een nog. draaglijk
levenspeil te waarborgen,
voor 3930 millioen moeten
invoeren.
Dit wil zeggen dat, na een
goederenuitvoer van 2150
millioen (in '47 bedroeg de
ze 1752 millioen) en diverse
ontvangsten voor aan liet
buitenland bewezen diensten,
er nog een tekort was van
1.506 millioen. De minister
trachtte nn d.t tekort te dek
ken door goud te verkopen.
(Wordt vervolgd.)
Op deze kaart is de enige weg, die van het Westen naar
Berlijn voert, aangegeven. De gearceerde gebieden staan
onder Russische controle.
door toegezegde credieten op
te nemen en door effecten te
verkopen. Ondanks deze
krachtsinspanning bleef er
nog geen gat te stoppen van
911 millioen.
In hoeverre is nu het Mars
hall-plan in staat een oplos
sing te biedén? Tot onze spijt
kunnen we zulks op hét
ogenblik dat wij dit schrijven
nog niet met zekerheid zeg
gen. Uncle Sam laat ons nl.
in het onzekere welk deel
ons van de voor 16 landen be
stemde vette kluif van 5.3
milliard toe zal vallen.
Gaan wij echter af op een
rapport van een commissie
van de Amerikaanse Senaat,
dan zullen België, Luxem
burg en Nederland tezamen
hiervan 822 millioen ontvan
gen. Nederland komt dan, als
wii ons baseren op een inder
tijd door Truman opgestelde
verhouding tussen België en
Nederland, van 1 April 1948
1 April 1949 in aanmerking
voor 560 millioen of pl. min.
1.485 millioen. Voor 1948
betekent dat dus een bedrag
van pl. min. 1.115 millioen.
DE VOORDELEN.
Het plan C., dat met zijn
tekort van 911 millioen wel
op een zeer wankele basis
stond, krijgt nu een steviger
fundering. De Marshall-hulp
zorgt er niet alleen voor, dat
wij ons over dit tekort geen
zorgen meer behoeven te
maken, doch ook dat geen
effecten meer behoeven te
worden gevorderd, dat het
verkopen van ons goud niet
meer nodig zal zijn en dat
wellicht ook niet meer zo'n
dringend beroep op onze ef
fecten-bezitters behoeft te
worden gedaan om vrijwillig
hun Amerikaanse effecten
af te stoten. (In de nota
worden de vrijwillige ver
koop en de goudoverdrachten
voor 1948 geraamd op resp.
135 en 106 millioen).
HOE TERUGBETALEN?
Maar deze Amerikaanse
credieten moeten toch ook
afgelost worden? Zeker, of
schoon wij nog niet weten in
welke mate. Het kleinste deel
krijgen wij nL*in dollars en
die moeten tz.t. terugbetaald
worden; het grootste deel
echter in goederen als grants-
in-aid. Dit wil zeggen dat de
Amerikaanse goederen naar
d£ Nederlandse regering gaan
welke ze weder aan particu
lieren verkoopt, zodat zü
hiervoor direct guldens ont
vangt, doch daartegenover 'n
bedrag aan guldens schuldig
wordt aan de Verenigde Sta
ten. Hoe deze schuld aan
Amerika op de duur betaald
moet worden, is thans nog
een open vraag. Doch deze
wijze van hulp verlenen steil
onze regering momenteel in
staat een deel van de vlotten
de schuld te delgen, terwijl
bovendien de overheidsuit
gaven verminderd kunnen
worden, doordat door een
grotere productie de ambte
lijke bemoeienis ingekrom
pen kan worden.
(Nadruk verboden).