Land zonder jeugd Eén vrouw is 2000 Chinezen ie erg Waarheen met 10 millioen Nederlanders? Even peultjes STEMMEN UIT DE KERKEN. Zierikzee kreeg geen Universiteit TWEEDE BLAD PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT DONDERDAG 28 AUGUSTUS 1947 Frankrijks land bouw Jn nood. Oplossing dringend nodig. Heet trilt de lucht boven h et Franse land; hel valt het zonlicht op de witte boerderij ties tegen de hellingen; staal blauw staat de hemel over de velden en hoog boven dit alles blakert, fel en meedogenloos, de zon. Maar over dit vredige, zon overgoten land, ligt een vreem de beklemming. Wel ratelen de karren van de boeren en klinkt van een verre boerderij flauw het blaffen van een hond. Er gens slaat een dorpsklok en een boerin schuurt met veel geratel haar melkemmers. Maar er zijn geluiden, die Frankrijk mist, heel erg mist zelfs. Zelden klinkt immers van boven uit de wijngaarden de vrolijke roep van een jonge boer naar beneden, waar een frisse deern door de velden stapt en rond het stille dorps kerkje is het stil, even stil als op de erven van de verspreide boerderijen. Kindergelach, dat ontbreekt, wordt in Frankrijk als muziek gevoeld, 's Avonds als de scheler daalt over de velden zijn het maar enkele jongelui, die, innig de arm om eikaars middel, over de wegen en door de velden dwalen. Frankrijk is arm, want het heeft geen jeugd en geen kin deren. In 1876 werden er in „la belle France" 1.920.000 kinde ren geboren, in 1937 was dit aantal slechts 616.000. De ge ringe verhoging van dit ge boortecijfer na de oorlog, zal wel een tijdelijk verschijnsel zijn. Oud zy'n de mannen en vrouwen die Frankrijks oogst binnen halen, maar in de Pa- rijse metro spreekt de man, die uw kaartje knipt, met een Bretons accent en de politie agent in Lyon groeide op onder Provencaalse zon. Jean en Pierre, Maurice en Marcel trekken dan ook liever naar de f rote stad, waar ze met min er inspanning meer kunnen verdienen. Meer dan de helft van het personeel van de Pa- rijse metro en meer dan 70 van de politieagenten uit Frankrijks hoofdstad werden op het platteland geboren. ARBEIDERSTEKORT. Bepaald rooskleurig is de toestand op het platteland van Frankrijk dus niet te noemen. Vóór de oorlog werd er veel gewerkt met Italianen, Polen en Belgen. 3 Millioen vreem delingen emigreerden naar Frankrijk, ruim 7 van de totale bevolking dus. Na de oorlog trokken 6000 Polen naar hun vaderland terug, de Bel gische seizoenarbeiders kunnen nu ook in hun eigen land vol doende werk vinden en er wordt dan ook een crisis in de Franse landbouwgebieden verwacht bij het bietenrooien. Men denkt dat men in die tijd 100.000 werklieden tekort zal komen. Daarbij komt nog, dat de 700.000 Duitse krijgsgevan genen, waarvan er 200.000 bij boeren werken, straks naar hun vaderland zullen terugke ren. Op alle mogelijke manle ren tracht men hen, met steun van de Franse regering, in Frankrijk te houden, doch slechts een kleine 10 af komstig uit de Russische be zettingszone, schijnt hiervoor te voelen. Een lichtpuntje, een van de weinige en de vele nodige, is dat onlangs in Rome een con- tracht gesloten is waarin werd bepaald, dat Italië aan Frank rijk 200.000 arbeiders zal le veren. 70.000 van deze arbeiders zullen bij boeren tewerk wor den gesteld. Het eerste contin gent, dat bij de boeren dit voorjaar arriveerde, werd een grote teleurstelling. Ze aten de eerste vier weken als uitge- ch!« pool ZEEVISSERIJ. De opbrengst van de Belgi sche zeevisserij is sedert de bevrijding aanzienlijk groter dan in de jaren voor de oorlog, hetgeen onder meer wordt roe geschreven aan de herbevol king der zeeën tijdens de oor logsjaren. In de jaren 1936 tot 1939 bedroeg de gemiddelde jaarproductie 39.570 ton. De productie van 1945 was 45.600 ton, die van 1946 69.700 ton. De productie van 1947 wordt geraamd op 107.000 ton. In het eerste halfjaar van 1947 heeft België meer dan 1000 ton vis ingevoerd, voornamelijk uit Denemarken en in mindere mate uit Nederland. EISEN AAN DUITSLAND. De onlangs bekend gemaakte Belgische eisen jegens Duits land, die ondermeer de jaar lijkse leverantie van 750 mil lioen kilowatt electrische stroom omvatten, hebben in Duitsland een zekere beroering verwekt. Naar aanleiding daar van wordt in welingelichte Bel gische kringen verklaard, dat België er naar streeft, de nor male handelsbetrekkingen met Duitsland te herstellen. Ter waarborging van de herstelle veranties echter vraagt België zekere regelingen, die, wat de electriciteit betreft, neerkomen op de overdracht in volle ei gendom van bepaalde Weste lijk van de Rijn gelegen elec trische centrales. hongerden, maar nauwelijks waren ze wat op verhaal ge komen, of de heren gingen in Parijs kijken en bleven daar maar. ACHTERSTAND. In Nederland wordt alge meen getracht de stads- en plattelandsjeugd met elkaar in contact te brengen, om een beter begrip tussen beiden te verzekeren. In Frankrijk daar entegen wordt alle contact ver meden, daar dan aan de Fran se landbouwende jeugd de achterstand van het platteland nog sterker zou blijken. Men tracht overigens op alle mogelijke manieren de achter stand zoveel mogelijk te ver kleinen. Er zijn plannen de oude plattelandswoningen door nieuwe te vervangen. Reizende bibliotheken er bioscopen moe ten de culturele achterstand minder maken. Er worden voor de plattelandsjeugd cursussen gegeven, waarin ze zich in speciale onderdelen van de landbouw kunnen specialiseren. Ondanks dit alles blijft de trek naar de grote stad, vooral naar Parijs, aanhouden. Vele kleine bedrijfjes worden verlaten, of samengevoegd. Het is voor Frankrijk meer dan tgd, dat spoedig een oplossing gevon den wordt. Film-salarisjes. Uit een volledig, door het Amerikaanse minis terie van financiën ge publiceerde rapport blijkt, dat Charles P. Skouras, de Amerikaan se theaterfinancier, over 1945 het hoogste salaris in de V.S. heeft genoten, nl. 568.000 dollar. Van de vrouwen heeft in dat jaar de filmactrice Bet ty Grables het meest verdiend: 208.000 dollar, bij de filmmaatschappij „Twentieth Century Fox". Wat de filmsterren be treft staat over 1946 Deanne Durbin aan de spits met 310.000 dollar. Bing Crosby (Para mount) verdiende in dat jaar slechts 175.000 dol lar. deppen De cliënt. Gelezen in een circulaire van een assurantiemaatschappij „Vandaag een cliënt Morgen een vriend". Hitier. Een rechter in een der Zui delijke staten van Noord Ame rika veroordeelde een beklaag de tot 250 dollar boete omdat hij iemand had uitgescholden voor „Hitier". Ras. In Sjanghai laten zich thans vele Russen naturaliseren tot Chinees burger. Vele Chinezen hebben daartegen bezwaar. Ze menen, dat iemand wel van nationaliteit kan veranderen, maar niet van ras. Trein. Een trein van de New York- i ondergrondse volgde een eigen dienstregeling: stopte niet bij verschillende stations, bleef onverwacht in tunnels stilstaan enz. Bij onderzoek bleek, dat de bestuurder het verschil tussen water en jenever niet meer wist. Baseball. Een Zwitser, die te Boston arriveer:;s, \,erd i oor de hotel houder bij wie hij logeerde uit gehoord over Duitsland. Vraag van de hotelhouder: Zoudt U denken, dat we de Duitsers baseball kunnen leren. Waarvoor hebben we het land predikant op de kansel zijn anders veroverd als dat niet gehoor overziet en denkt aan eens zou kunnen. deze grote verscheidenheid Het Deense Rode Kruis bereidt een hulpactie voor in verband met de aankomst te Hamburg van de Exodus. Naar grotere zuivelbedrijven Het bestuur van de Algeme ne Nederlandse Zuivelbond (F. N.Z.) heeft tot de besturen van de aangesloten coöp. zui velfabrieken een schrijven ge richt, waarin bij de bestaande of komende plannen tot ver bouwingen of wederopbouw vooral te streven naar grotere eenheden wordt bepleit, omdat grotere bedrijven technisch, sociaal-economisch, en ook uit oogpunt van kwaliteitsverbe tering van het product veel meer mogelijkheden en voorde len bieden dan de kleine. Ver wacht wordt, dat een ontwik keling: in de zuivelindustrie in de richting van grotere een heden aan de rationalisatie ten goede zal komen. POSTRAKET VERBODEN. De proefneming met de in Nederland vervaardigde post- raket, welke op het strand te Oostende zou plaats vinden, is niet doorgegaan, omdat de Belgische minister van ver keer van mening was, dat de veiligheid der poststukken niet voldoende gewaarborgd was. INTERKERKELIJK j van mensen, dan kan hem wel THUISFRONT. Het P.I.T. is een organisatie van de Prot. .kerken in Neder land enerzijds welke samen werken in het uit de% bezet tingstijd zo bekende Interker kelijk overleg en van aller lei organisaties, bonden en verenigingen, die werken op Prot. interkerkelijk terrein anderzijds. Het P.I.T. stelt zich ten doel: de zorg voor de militairen en hun achtergebleven betrekkin gen. En deze zorg wordt dan gezien vanuit de achtergrond der geestelijk belangen en geestelijke bindingen. Men moet niet denken, dat men 'n verzoek om advies of hulp van buiten-kerkelijke kant ter zij de legt. Integendeel, uitdruk kelijk is vastgelegd, dat ieder, die op het P.I.T. een beroep doet. ook zo goed mogelijk ge diend zal worden. Maar tevens betekent deze steun, dat ma teriële hulp aan personen niet nummer één zal zijn, en alle materiële hulp een dieper en hoger geestelijk doel zal die nen. HET HIAAT IN DE KERKDIENST. Enige weken geleden is in het „Remonstrants Weekblad" een artikel voorgekomen, dat tot titel droeg „het eeuwig hi aat." De schrijfster bedoelde hiermee de afstand, die er dikwijls in de kerkdienst be staat tussen predikant en ge meente. Dr. J. F. van Royen schrijft nu in hetzelfde blad naar aanleiding van dit pro bleem: „Ik vraag mij wel eens af, of wij niet verschillende typen van kerkdienst zouden moeten hebben. Wanneer een eens de moed ontzinken. Hoe voor al die velen (of weini gen) in hun verschillen een woord te spreken, dat hen persoonlijk kan raken en tege lijk allen opheft uit de be klemming of de vreugde van het eigen-leven tot die ge- mee: ?chap met elkander en met God, waartoe Jezus Chris tus ons allen oproept en no digt? Een predikant is niet iemand, die „het" weet of het geloof bezit als een onaan tastbaar eigendom, maar hij is een gewoon mens, die zich weet te staan op het niveau van zijn gemeenteleden, soli dair met hun strijd, schuld, zoeken en twijfel: verbonden ook met hun verlangen naar Gods dragende en vergevende kracht. Menig predikant zou op de Zondag liever ergens in een hoekje van de kerk alleen zijn of anoniem zitten temidden der gemeente, in plaats van voorganger en leider van de Dienst te moeten zijn. Datgene wat bij tijden zijn nood is, kan worden doorbroken door de aanwezigheid en geestelijke ac tiviteit der kerkgangers. Niet zefliden viel een beklemming weg na het eerste lied der ge meente en haar antwoord op het votum. Dan wordt „het Sacrament der gemeenschap" levend; het samen-staan In de dienst aan Hem. die ons per soonlijk en in gemeenschap roept. Het is goed dat een? uit te spreken, dat de ondefinieer bare wisselwerking tussen de voorganger en zijn gehoor voor beide 'hiaten kan wegnemen en de drukkende verantwoorde lijkheid van het moeten voor gaan in de godsdienstoefening kan opheffen tot het zegenrijk besef van te mogen samenzijn in de verering en de dienst van God. Opiumkitten in Amsterdam. Een beter lot yoor pindamannetjes. Testament van een man, die in de stad gemolesteerd werd. Uit het leven van Pieter Mogge. De man, die niet mocht te rugkeren, ja dat was inder daad wel van toepassing op mr. Pieter Mogge van Renes- se, die juist tweehonderd jaar geleden voet aan wal zette in zijn geboorteplaats Zierikzee, daar meteen werd opge sloten in een logement. Ziehier het verhaal, dat de bekende historieschrijver Wa genaar ons doet over die ge beurtenis van twee eeuwen her ,,'t Vuur der oproerigheid, welk bijna gebluscht scheen, ontstak heviger, toen de burgemeester Pieter Mogge van Renesse zitting hebben de in de Vergadering der Algemeene Staaten, den ne genentwintigste naar de stad (Zierikzee) toe kwam. Hem, dien men voor ande ren gezegt hadt verdagt te maaken, wilde het graauw te lyve. Men rukte hem den hoed van 't hoofd, en stak er een oranje lint op. Men ontnam hem den degen en voerde hem op een wagen, met agt man, naar 't Heeren Logement, daar hij langer dan een maand bewaard werdt". Die was deze man die zö in Zierikzee werd ontvangen? Het was een echte Zeeuw en hij is dat zijn hele leven gebleven. In 1698 werd hij in Zierik zee geboren als de zoon van een burgemeester. Hij ging studeren in de rechten in Leiden, vestigde zich na zijn promotie in Zierikzee en werd daar ook burgemeester. Maar spoedig riepen hem belang rijke betrekkingen naar el ders. Iedere provincie van de Republiek benoemde twee af gevaardigden naar de Gene- raliteits-rekenkamer, en Zee land kon niet beter doen, dan toen er een vacature kwam, deze man uit Zierikzee naar Den Haag te zenden. In 1739 werd hij lid van de Staten-Generaal en slechts af en toe kwam hij terug in zijn geboortestad. TESTAMENT. In de winter van 1742 op 1743 vertoefde hij veel in Zierikzee. Hij was een rijk man, en hij hield zich in die wintermaanden bezig met het maken van een testament. Zierikzee was er slecht aan toe. De stad ging niet vooruit. En Mogge, die de steden in Holland had gezien, begon te voelen hoe klein zijn geboor testad eigenlijk wel was. Als ongetrouwd man, wilde hij iets groots voor zijn vaderstad doen. Zijn besluit stond vast: Zierikzee zou een Academie krijgen. 70.000 ponden vlaams zo'n vier ton werd ver maakt voor de geprojecteerde Academie. In het testament werd precies beschreven hoe de universiteit moest worden ingericht, hoeveel professoren er moesten zijn, enz. Op 20 Februari 1743 bracht hij zijn door hem zelf geschre ven testament bij notaris van der Vliet en betuigde daar, in tegenwoordigheid van twee getuigen, dat het couvert zijn testament bevatte. De heer Mogge keerde daar na weer naar Den Haag terug. Enkele jaren leefde hij in de Haagse sfeer van die tijd. 1747. Maar politieke moeilljkhe- waarin hij meedeelde, dat hij het gebied van de Nederlan den moest bezetten. Sluis werd veroverd; heel Zeeland was op stelten. Was er nu maar een Prins van Oranje. Op 25 April 1747 kwam in Zierikzee het bericht binnen, dat in Veere de Prins van Oranje tot stadhouder en Capitain-Generaal was uitge roepen. Zierikzee was in be roering: „Vivat de Prins". „Zeeland heeft de Prins tot stadhouder uitgeroepen". Dat bericht bereikte ook Den Haag. En Mogge besloot naar Zierikzee te gaan. April 1747 arriveerde hij aan de kade. De stemming was tegen hem, die zelf in Zierikzee geboren, nu een groot aantal Zierik- zeeërs tegenover zich vond. Het volk beschuldigde hem van landverraad. Èij werd verdacht van anti-stadhouder lijke gevoelens, en men meen de, dat hij tegen de verheffing van de Prins zou zijn. Wat er toen op die 29ste April in Zierikzee gebeurde, hebben we gelezen in het ver haal van Wagenaar. Mogge bleef als een gegij zelde langer dan een maand in het Heeren logement opge sloten. Tenslotte kwam er ook voor hem vrijheid. De Prins zelf had, toen hij uit Leeu warden vertrok, een publica tie aan de Zeeuwse gemeenten gezonden, waarin hy aan drong op rust. De woelingen duurden ech ter voort, totdat de Prins zelf naar Zeeland kwam. Hij ont sloeg de in Zierikzee aange stelde regenten en herstelde de afgezetten weer in hun ambt. En ziet dan hier, hoe het hele geval, dat verre van aangenaam was geweest voor Mogge, voor hem afliep. Wa genaar vertelt ons dit in de volgende woorden: „Pieter Mogge werdt egter nog in 't Heeren Logement bewaard, tot dat Zijne Hoogheid de tweede Zomermaand in persoon in de stad kwam, en toen terstond In cigaretten, of tot doosjes getransiormeerde munten in vestjeszakken of portemon- naies smokkelden voor de oor log gewetenloze individuen Ue opium ons land binnen. Op duizenderlei manieren en langs duizerderlei wegen belandde het dan daar, waar het zijn moest, de Chinezen-kolonies van onze grote steden. Belandde Voor het Tuschinksky-the- ater in Amsterdam staat, weer of geen weer, een klein mieze rig Chineesje met een trom meltje. Vroeger verkocht hij pinda's, nu chocolade, peper munt, drop en Kauwgom. Zijn negotie is veranderd. Hijzelf niet. Hij ziet er nog even sjo fel uit als 18 jaar geleden toen hij hier aankwam. 18 Jaar Mo- kum's straat- en stadsleven hebben niets veranderd en hem zelfs nog niet geleerd zijn waar aan te prijzen. Tussen galmende bloemenventers en palingverkopers staat hij zwij gend en op zijn Oosters gelaat, met de scherpe lijnen en inge vallen wangen, is nooit te zien of de zaken goed of slecht gaan. Als het zes of zeven uur is sloft hij weg, de Nes door, over de Lange Niezel naar de Nieuwe Markt, de Gelderse kade op en daar verdwijnt hij in een van de zijstraten. Hg is thuis. Dat „thuis" is dan een sjofel zolderkamertje met een bed en een stoel, hooguit een kaart van China of een portret van Tsjang Kai Sjek aan de muur, of een tochtig kelderhol met eenzelfde meubilair. OPIUM. Het vertier, dat de 2000 Chi nezen in deze buurt hebben, is een partijtje Mah Yon^ of een ander Chinees gokspel. Het is geen wonder, dat deze mensen de voor hen maar al te grauwe realiteit willen ontvluchten en om de „grote rook" vragen. Want er wordt nog steeds opium gesmokkeld en nu de vaart weer open is, meer nog dan ooit. De deuren in de Binnen Ban- tammerstraat en de steegjes er omheen zijn op de trapjes naar boven spaarzaam ver licht. Maar er is weer opium en als Hai Lo voor Tuschinsky een dag goed geboerd heeft een pijp kost nu vijf gulden stommelt hij 's avonds de trap op en gaat op de houten bank liggen om tenminste een paar uur gelukkiger te zijn, dan hij zich ooit in dat land voelen kan. En Hai Lo is niet de enige. Velen gaan de vele trapjes op en gangetjes door en velen liggen op de banken in de vele opiumkitten. Het is dan ook geen wonder, dat de gezond heidstoestand Van de Chinezen (en zoals het in Amsterdam is is het Immers ook in de Chinese kolonies van Rotter dam, Utrecht, Den Haag en Haarlem) slecht is. Het T.B. C.-percentage is ontstellend hoog en de Chinezen, gesloten voor de Westerse beschaving waarin zij leven, voelen er niets voor zich te laten behan delen. SOCIALE ZORG. Er is eigenlijk ook niemand die zich met hen bemoeit. Nie mand is niet juist. Eén is er. Zuster van Zeijl uit Zandvoort heeft zich het lot van deze plndamannekes aangetrokken. Ze zoekt ze op in de opium kitten en staande temidden van de licht-bittere rook spreekt zij hen toe. De slapers storen zich er niet aan maar zij die de pijp namen wèl. Obscene scheldwoorden klinken door de 1 ruimte, maar zuster van Zeijl is dat gewend en er is immers niemand die daar iets doet. Want haar aanwezigheid wordt getolereerd, omdat zij iets doet voor déze twee duizend zonen van het Hemelse rjik. Niet alleen op regHieus gebied, want ze kan nog maar op 20 bekeringen terugzien. Nee met haar be perkte krachten vecht zij voor deze paria's. Ze sleept de zie ken naar het ziekenhuis of neemt ze in eigen huis op. Meer dan eens heeft ze vier patiënten, met de meest af zichtelijke en besmettelijke ziekten thuiö verpleegd. In de oorlog transporteerde zy alle kinderen van de Chinezen naar het Noorden waar het beter was dan in Amsterdam. Voor hen. die dit zelf niet kunnen, zoekt ze werk en nu wil ze een ziekenhuis en een clubhuis voor hen stichten. Maar bovenal probeert zij de ze zonen van het Hemelse Rijk van de „pijp" af te bren gen. En haar maatschappelijk werk is de enige reden dat haar agressie in en tegen de opium kitten getolereerd wordt Na tuurlijk is het werk, dat zij doet, prachtig. Maar zij alleen kan dit probleem niet oplossen. En toch, al zou het alleen maar uit oogpunt van volksgezond heid zyn, moet dit probleem worden opgelost. Gemakkelijk zal dit niet gaan. Ieder heeft het immers te druk met eigen moeilijkheden, maar fewenst is het wel, want de 000 Chinezen verdienen een beter lot. OOGST VERBRAND. Te Kostvlies (gem. Gassel- te) is bg het koren dorsen brand ontstaan door wrijving van de drijfriemen ener dors machine. Veertien korenmijten en het dorsgarnituur gingen verloren. Ruim 550 hectoliter rogge ging in vlammen op. In de Haarlemmermeer is de gehele oogst aan tarwe, ha ver en gerst van de grote boerderij van S. Tensen in vlammen opgegaan. Vermoed wordt dat een z.g. mussen- klapper (vuurwerk, waarmede vogels uit boomgaarden wor den verjaagd) in de oogstberg is gevallen. Nederlands-Vlaamse vitaliteit heeft te weinig ruimte. In een hoofdartikel „Waar heen met 10 millioen Neder landers?" schrijft de Nieuwe Gids, dat de bevolking van Nederland over enkele maan den tot 10 millioen zielen zal zijn gegroeid en dan zal België het record van het dichtstbe volkte land moeten afstaan, den bleven niet uit. Op 17 opvrjje voeten gesteld, zonder April 1747 vaardigde Lode-1 dat iemant onderneemen wijk XV een manifest uit, I durfde eenige beschuldigingen Men krjjgt, aldus het blad, in Nederland het gevoel, dat het land overbevolkt raakt: de veilige uitweg naar Indië staat niet open. Dat een le venskrachtig volk niet terug schrikt voor op het eerste ge zicht fantastisch lijkende on dernemingen, bewijst de drooglegging van het IJsel- meer. Dit neemt echter niet weg, dat de Nederlanders zich toch afvragen, waar zij straks met hun elf, twaalf en meer millioen inwoners heen moe ten. Het blad citeert dan passa ges uit het onlangs in de N. R. C. verschenen artikel van de heer Louwes, die tot de conclusie kwam, dat de beste oplossing is gelegen in emi gratie naar het Franse platte land. De Nieuwe Gids acht 't de vraag, in hoeverre Frank rijk belangstelling zou tonen voor massale immigratie van Nederlandse boeren. Tot dus verre werd het de Vlaamse boeren echter niet bijster ge makkelijk gemaakt zich in Frankrijk te vestigen. Frank rijk heeft weliswaar steeds dringerder behoefte aan zielen voor zijn ontvolkte platteland, maar- tot nu toe heeft het meer belangstelling getoond voor gemakkelijk te assimile ren vreemde industriearbeiders van Latijnse of Slavische oor sprong. Het Nederlands- Vlaamse gebied in West-Euro pa geeft blijk van een- bijzon dere vitaliteit, waarvoor de beschikbare ruimte te klein dreigt te worden. De „Cloudmaster", het nieuwste model verkeersvliegtuig van de K.L.M. tegen hem in te brengen' Mogge keerde weer naar Den Haag terug. Eigenlijk was er niet veel veranderd. Hg kwam weer in de Staten- Generaal en leefde weer zijn Haagse leven. Alleen hij reis de niet meer naar Zierikzee. Zjj huis had hij nu verhuurd. Ongehuwd overleed hij op 6 November 1756. Landerijen, hofsteden en effecten ter waarde van anderhalf milli oen gulden liet hij na. Het testament werd geopend en Zierikzee aanvaardde de schenking om te geraken tot een stichting van een Univer siteit. GEEN UNIVERSITEIT. Nu stond in het testament, dat indien niet binnen drie jaar de toestemming voor de oprichting was afgekomen, 't kapitaal moest gebruikt wor den voor de stichting van 'n huis voor kinderen van over- jaar zouden kunnen verblij ven. De universiteit kwam er niet. De stichting stuitte af op Holland, dat zich beriep op een octrooi van 13 Januari 1575, dat de Leidse Universi teit toen voor beide gewesten van Prins Willem I kreeg. Wel wenste men toen over te gaan tot de bouw van het weeshuis. Maar daarvoor waren er geen kinderen. Want er wa ren geen troepen ter beschik king van Zeeland en dus ook geen kinderen van de man schappen van die troepen. Zo kreeg Zierikzee noch 'n universiteit, noch het grote weeshuis. Er werd een rege ling getroffen met de erfge namen, waarbij Zierikzee toch een deel van de erfenis kreeg. Maar er kwam niets te recht van het plan, om Zie rikzee te verrijken met een universiteit, een plan, dat uit- gegaan was van een man. die léden Zeeuwse militairen on-1 die stad nu niet bepaald der de rang van officier, die I vriendelijk was ontvangen, daar dan tot hun twintigste I Dr. J. M. FUCHS. voorbijgaan Accuratesse Na 't eten werd er gebeld. Toen ik open deed stond er een jongetje met witte veren op z'n hoofd en krijgshaftig een boog in z'n hand op 't stoepje. Het was Pietje van de boven buren, die netjes en beleefd vroeg of 'ie alsjeblieft in onze tuin mocht spelen, want op 't platje kon 'ie niet schieten. Nu de groente weer bonvry is, is overigens bij gebrek aan voldoende vrge tgd do achtertuin een miniatuur woes tijntje waarin een paar ver dwaalde bessenstrulken moei zame pogingen aanwenden vruchten voort te brengen. Bereidwillig voldeed ik dus aan het verzoek. Ik drukte hem alleen op 't hart voorzichtig te zijn met m'n aquarium dat tegen de keukenmuur staat. Hij beloofde het en rende de gang in en de keuken door. In ue tuin klonk de oorlogskreet van Pietje's stam. Toen werd het stil. Van de serre uit heb ik nog even gekeken. Voor zichtig sloop hij door m'n schrale struikjes opgaand in z'n spel. Maar toen even later de he mel grauw werd en een paar armetieterige droppeltjes naar beneden gleden, tikte hij op gewonden tegen de ruiten: „U mag de vissie's wel bin- ne halen meneer voor ze nat worre". RENARD.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1947 | | pagina 11