„Het verjaagde water"
Vesting Helgoland
wordt opgeblazen
STEMMEN UIT DE KERKEN.
Frankrijk strijdt
om Indo-China
Amsterdam telt
800.000 inwoners
weer
LEZERS SCHRIJVEN..
Taalles voor veteranen
TWEEDE BLAD
Donderdag 10 April 1947
Provinciale Zeeuwsche Courant
Maar het eiland blijft.
Technici van de Royal Na
vy zijn thans bezie bet rots
eiland Helgoland storm rgp te
maken voor de grootste dyna-
mletaanval, die de krijgsge
schiedenis tot nog toe beleefd
heeft.
Op 18 April zullen, zooals
bekend de onderaardsche ver
sterkingen en magazijnen der
Duitsche marine, die in de rot_
sen zijn uitgehouwen, met een
lading van 6700 top dynamiet
worden opgeblazen. De hoe
veelheid dynamiet, die men
voor het experiment gaat ge
bruiken, komt overeen met de
lading van twintigduizend
bommen van eenigszlns gang
baar kaliber. De kracht, die
in het binnenste der rótsen
ontwikke 3 zal worden, moet
gelijk staan met die van een
atoombom.
Slechts de zuiver militaire
inrichtingen zullen worden op
geblazen en het bewoonbare
deel van het eiland zal ge
spaard blijven. De Helgolan-
ders verwachten, dat zij na
de vernielingen weer in de
gelegenheid zullen worden
gesteld hun huizen te gaan
opbouwen en het eiland in te
richten voor diensten aan de
scheepvaart.
Geëvacueerd.
In Holstein zwerven ze rond,
in boerendorpjes en op zand
gronden, de drieduizend Helgo-
landers, die reeds eenige jaren
geëvacueerd zijn. Sommigen
schrijven bedelbrieven aan het
Britsche Militaire Gezag, om
toestemming te vragen voor
terugkeer naar het eiland, ande
ren dichten hopelooze versre
gels en laten hun poëtische
klachten circuleeren, op het al
lergoedkoopste papier gedrukt,
een klein gedeelte weigert an
ders dan het Friesche dialect,
dat hun alleen eigen is, te spre
ken en poogt in contact te ko
men met de Noord-Friezen, hoo-
gerop aan de Deensche grens.
Maar ondertusschen is Helgo
land spergebied en ook een
oorlogscorrespondent, met de
beste introducties, gelukt het
niet heen te breken door het
cordon van geheimzinnigheid,
dat nu rondom deze vesting
opgesteld is.
Hen geheimzinnig waas heeft
er rondgehangen, zoolang we
van Helgoland weten. Was het
het Foseti-land, waarvan de
oude bronnen uit de tijd (der
kerstening van West-Europa
spreken, of moeten we dat op
Ameland zoeken? Maar hier
spelen de sagen en mythen zich
af, die het Friesche volk zoo
trotsch als een herinnering aan
een rijk verleden bewaart; hier
was het symbolisch punt van
samenkomst, waar West- en
Oost- en Noord-Friesland elkaar
in gemeenschappelijke verbon
denheid naderden en steun be
loofden. Vele jonge Friezen
hebben een* pelgrimstocht naar
dit eiland gemaakt en onuit-
wischbaar staan de indrukken
ervan in hun gemoed gegrift.
Vrijbuiters.
Eeuwen lang een toevluchts
oord voor Friesche vrijbuiters,
in de Fransche tijd in Britsche
handen geraakt en in 1891 aan
Duitschland afgestaan, in ruil
voor Zanzibar. Gedurende twee
wereldoorlogen een onneembare
vesting. Na Versailles reeds ge
heel ontmanteld, maar door
Hitier toch weer tot een mo
derne smidse van Vulcanus ge
maakt. De „bombers" ontweken
dit punt systematisch, gezien
de parapluie van vuur die er
boven in de lucht hing.
Wij weten nu, wat er te ge
beuren staat, als een onvermij
delijk oorlogsgevalletje. Hon
derden toeristen zullen het van
harte betreuren en overgaan tot
de orde van de dag.
ZeelandLuik.
INTERNATIONALE
DAMWEDSTRIJD.
De jaarlijksche damwedstrij_
den tusschen Zeeland en het
district Luik van de Belgische
Dambond, zijn in fraaie over
winningen voor de Zeeuwen
geëindigd, met een totaal uit
slag van 21-11. De le wed
strijd te Goes had een zeer
spannend verloop. Hoewel de
score dit niet doet vermoeden,
was ook de uitslag van de 2e
wedstrijd, die te Vlissingen ge
houden werd, langen tijd onze
ker en de Zeeuwen moesten
aan verschillende borden hun
beste beentje voorzetten. Pas
in het eindspel sloeg de bcu
lans in hun voordeel over. Ook
overigens is dit driedaagsche
bezoek van de Belgen aan
Zeeland een waar succes ge
worden. Zaterdag werden spe
lers en officials in het clubge.
bouw van de Goessche Dam
club, bij welke vereeniging de
organisatie in goede handen
was aan elkaar voorgesteld,
waarbij verschillende sprekers
het woord voerden. De avond
werd verder op gezellige wijze
doorgebracht.
Maandag werd een kijkje ge
nomen op verschillende plaat
sen in Walcheren, waarbij de
Belgische vrienden onder de
indruk kwamen van dit zoo
zwaar door de oorlog getrof
fen gebied. De ontvangst te
Vlissingen was buitengewoon
en de Vlissingsche
imvereeniging had geen
moeite gespaard om het de
gasten zoo aangenaam moge
lijk te maken. Na afloop van
de wedstrijden verzamelden
de spelers én de genoodigden
zich aan een goedft koffietafel,
waarbij de fraaie wisselbeker
aan de Zeeuwsche spelers werd
uitgereikt.
De Zeeuwsche Dambond kan
op een zeer geslaagd tournooi
terugzien en de Belgische dam.
vrienden waren vol lof over de
organisatie.
De gedetailleerde uitslagen
lulden:
le wedstrijd:
J. J. KaanJ. Demesmaeker
11; W. Boogaard—A. v. d-
Berghe 02; J. de SmetP.
Deguee 20; J. Strooband Sr.
R. Vaessen 11; D. Goedbloed
F. Brangs 02; F. den Her
togM. Winters 11; M. J.
JeremiasseA. v. Impe 20;
F. Brandenburg—F. Crochet
2—0. Uitslag 9—7.
2e wedstrijd.
J. DemesmaekerJ. Blom
11; A. v. d. BergheM. F.
de Jonge 11; P- Degueel!
Anderson 11; R. Vaessen
J. Sinke 02; F. BrangsJ.
Strooband Jr. 11; M. Win
tersC. v. Biemen 02; A.
v. ImpeW. Lente 02; F.
CrochetA. M. Geluk 02.
Uitslag 4—12.
Als u knotten wol bewaart
i„ een zak, bindt er dan een
kruisdraad om. Dat voorkomt
veel narigheid.
AVONTUURLIJK ECHT
PAAR IN MOEILIJKHEDEN
De Nederlander Ernst Lam-
berty, die met zijn 22-jarige
Engelsche vrouw met een
jacht uit Nederland vertrok
ken is naar de Zuidzee-eilan-
den om daar een nieuw leven
te beginnen, is in de Engel
sche haven Yarmouth in
moeilijkheden geraakt, daar
hij een partij bloembollen in
Engeland aan land heeft ge
bracht, aldus de „Daily Ex
press".
Lamberty, die in de vrije
Fransche strijdkrachten het
oorlogskruis voor betoonde
dapperheid heeft verdiend en
in het Vreemdelingenlegioen
diende, verklaarde, dat hij
ivóór hij Nederland verliet door
zuiver toeval met een smok
kelbende in aanraking kwam.
Een Nederlander had hem ge
vraagd bloembollen in Enge
land af te leveren. Toen het
jacht de Engelsche kust be
reikte, kwamen de douane
ambtenaren aan boord, doch
Lamberty zeide niets over de
bloembollen, die 's nachts door
twee mannen waren afgehaald.
Het jacht wordt thans door
de douane vastgehouden.
Geen hopcultuur meer in de
Langstraat.
De vroeger in de Langstraat
zoo rijk ontwikkelde hopteelt
is nagenoeg geheel verdwenen.
Men gaat zich hoe langer hoe
meer toeleggen op de tuin
bouw. Zulks is hoofdzakelijk
te wijten aan de radicale ver
nieling der hopvelden door de
Duitschers.
Het herstel van de hopcul
tuur zou een kostbare geschie
denis worden, zoodat men het
niet waarschijnlijk acht dat
deze cultuur nog ooit zal te-
rugkeeren. Thans vinden te
Vlijmen slechts nog próefse-
lecties plaats.
Landbouwprijzen stijgen.
Het centraal bureau voor de
statistiek heeft de landbouw
prijsindexcijfers gepubliceerd
voor hef oogstjaar 1945-1946,
waarbij als basis 1924-1925
1928-1929 100.
EP blijkt uit, dat het gemid
delde cijfer voor akkerbouw
producten in verhouding tot
1939 met 76 is gestegen tot
138. De grootste stijging ver
toonde de prijs van koolzaad,
deze steeg van 43 in 1939 tot
185 in 1946. Zeer aanzienlijk
is ook de stijging van de ha-
verprijs. die sinds 1939 met 116
is gestegen tot 178.
Suikerbieten vertoonen even
eens een sterk stijgende lijn
mef 108 tot 164 (56 in 1939).
Ook aardappelen met 75 tot
121 (46). Blauwmaanzaad met
121 tot 179 (58). Tarwe met
60 tof 135 (75). Rogge met
tot 152 (67). Gerst met 94
tot 159 (65) geven een oploo
pend beeld te zien. De index
van stamboonen vertoont de
geringste stijging, nl. van 103
in 1939 tot 114 voor het afge-
loopen oogstjaar.
De gemiddelde prijsindex van
veeteeltproducten geeft voor
1946 een cijfer van 150 tegen
64 in 1939. Bij deze categorie
is de eierprijs gestegen van 57
i„ 1939 tot 236 in 1946. De
melkprijs van 72 tot 183, scha.
penvleesch van 58 tot 188,
rund- en varkensvleesch met
resp. 64 en 70 tot 133 en 135.
DE KERK EN DE
ONKERKELIJKEN.
In het „Gereformeerd Week
blad" schrijft prof. G. Brillen-
burg Wurth een belangwek
kend hoofdartikel, onder de
titel „De groote hinderpaal",
dat als motto draagt het
woord van Nietzsche: „Om in
den Verlosser te kunnen geloo-
ven, moeten zgn volgelingen
erwat meer verlost uitzien!".
Prof. Brillenburg trekt in
zijn stuk alle evangelisatie-ac
ties in twijfel ten aanzien van
haar uiteindelijk nut en hij
schrijft aan dit alles slechts
weinig vordering toe, wanneer
de Kerk en de Kerkmenschen
een doorloopende weerlegging
vormen van de boodschap, die
zij met de mond brengen. Als
gevolg van hun „ergelijk wan
gedrag, hun onderling gekra-
:eel, hun zelfzuchtig en ge
makzuchtig leven, hun hoog
moed, hun ijdelheid, hun totaal
gemis aan geloofskracht, ge-
loofsrust en geloofsblijdschap".
Dit is een scherp requisitoir,
maar „een Kerk, die evangeli-
seeren gaat, kan er op reke
nen, dat zij op alle kanten met
een critisch oog bekeken
wordt. En Christenen, die evan-
geliseeren gaan, kunnen er op
rekenen, dat zjj zelf en hun
leven en daden voortdurend
zorgvuldig bespied worden en
op 'n gouden schaaltje gewo
gen".
Veelzeggende uitspraak.
Het moderamen van de
Evangelische Bond in Duitsch
land zei in een rondschrijven
aan de gemeenteleden o.a. het
volgende
„Ernstiger dan de honger en
de koude, dan de zorg om onze
gevangenen, dan de rouw over
hen, die ons voortijdig ontval
len zijn, dan de nood van de
vluchtelingen en onze rampza
lige economische toestand, is
de druk, die er op ons volk
ligt van de schuld, die niet
vergeven is, omdat zij niet be
leden is. Al zou er ook in al
het andere een verbetering ko
men, doch deze last blijven,
dan zgn we nog niet verder
f ekomen. Wat moet er in de
oekomst van dit volk worden
wanneer de toorn Gods niet
geweken is?"
Psychiater in dienst
der Kerk.
De Broadway Methodisten
Kerk in Chicago heeft een
psychiater aangesteld om in
de gemeente mee te werken
op het terrein van de zielszorg.
Deze zal zich geheel aan dit
werk wijden; het is dus niet
iets, wat hij naast zijn gewone
practijk doet. Een andere ge
meente in dezelfde stad had
reeds jaren een psychiater aan
haar werk verbonden, die te
vens hoogleeraar is aan de
medische faculteit aldaar. Men
acht het voor de kerkelijke
zielszorg noodzakelijk, dat de-
ze ook uitgeoefend wordt door
medici met psychiatrische
scholing, omdat het aantal
van hen, die de zielszorg der
Kerk zoeken, zeer groot is, en
velen tegelijkertijd medische
hulp behoeven, terwijl veel
zielszorgwerk van die aard is,
dat slechts psychiaters die
kunnen geven.
Elke 23 minuten wordt er in de hoofdstad
een kind geboren.
Veel verhuizingen.
(Van onzen specialen
verslaggever).
Elke 23 minuten kondigt het
gekrijt van een zoo juist ter
wereld gekomen menschenkind
aan, dat het aantal Amster
dammers met één vermeerderd
Anders gezegd beteekent
dit, dat er elke dag een rij van
62 gelukkige en geduldige jon
ge vaders in het allerwege
bekend geworden bureau van
het Bevolkingsregister aan de
Plantage Middenlaan in onze
hoofdstad aangifte komt doen
van gezinsuitbreiding. Eigen
lijk is dit aantal nog grooter,
want Zondags zijn de loketten
gesloten, zoodat het er des
Maandags en Dinsdags wel
eens over de honderd zijn. Het
tempo van de groei der be
volking is nooit zoo hoog ge
weest sedert daarvan statisti
sche gegevens worden bij
gehouden. Het bedraagt thans
28,8 geboorten per jaar per
1000 inwoners, het vorig jaar
was het nog maar 17,2 en
daarvoor 20.4. Ook 1943 lag
met 18,1 nog boven het nor
male gemiddelde, dat te Am
sterdam steeds tusschen 15 en
16 heeft géschommeld. Zoo
was dus 1946 een recordjaar
met 22.564 levend geboren ba-
bies!
Geen wonder dan ook, dat
het aantal hoofdstedelingen
hoogstwaarschijnlijk weer bo
ven de 800.000 ligt. Met zeker
heid weet men het nog niet,
omdat ook andere factoren dan
geboorten een rol spelen. Zoo
schen en er vertrekken er da
gelijks metterwoon naar elders
120, waar echter weer tegen
over staat, dat er zich per dag
nóg meer komen vestigen, nl.
130. Vooral de verhuizers heb
ben dus druk werk, temeer als
men weet, dat het aantal ver
huizingen binnen de gemeente
grens nog grooter is.
Het ronde getal van 800.000
inwoners werd te Amsterdam
voor het eerst bereikt in 1939.
Het steeg tot 803.073 op 31
December 1940, maar daalde
daarna in de oorlog tot 771661
tegen liet einde van 1943. De
nuchtere cijfers der bevol
kingstabellen verklaren niet
hoe dat komt, maar wij weten
genoeg van Arbeitseinsatz en
Jodenvervolging om deze da
ling te begrijpen. De stijging is
na de bevrijding ingetreden:
terugkeer der gedeporteerde
arbeiders, van krijgsgevange
nen, van overgebleven Joden,
van ex-politieke gevangenen
uit concentratiekampen, van
Indische gerepatrieerden en de
laatste tijd ook van... lichte
gevallen. Zoo telde Amsterdam
op de laatste dag van het vo
rig jaar 798.316 inwoners. Er
ontbraken er dus nog 1684 aan
het ronde getal.
Dezer dagen kon het ge
meentelijk statistisch bureau
melden, dat de 800.000 gepas
seerd waren.
sterven er per
15 men-
DE BUSSEN OP
WALCHEREN.
Een lezer gaf in een uitvoe
rig epistel uiting aan zijn on
tevredenheid over de gang van
zaken bij de busverbindingen
op Walcheren.
Waarom nog steeds geen
wachthuisjes te Middelburg
Vlissingen? En waarom
wordt door het inzetten van
meer materiaal op de spits
uren niet voorkomen, dat de
bussen zoo vol gepropt moe
ten worden? Is verkoop van
de kaartjes bij het instappen
niet mogelijk? En rijden de
bussen in Vlissingen wel altijd
goed voor de hekken? Ten
slotte klaagt de schrijvende
lezer nog over een gebrek aan
soepelheid bij het buspersoneel.
Inderdaad gaat het bij de
bussen nog niet zooals men
wel zou wenschen. Ook de di
rectie van de Stoomtram Wal
cheren zou het graag veel be
ter willen doen. Meer bussen...
als ze die maar kon krijgen.
Het ideaal is zoo spoedig mo
gelijk de langzamerhand be
rucht geworden vrachtwagens
te laten verdwijnen, maar zoo
lang men in Den Haag onvol
doende bussen of materiaal
voor de carrosserieën ter be
schikking van Walcheren stelt,
zal men het er hier op de
drukke uren nog mee moeten
doen. Over de wachtlokalen in
Middelburg en Vlissingen
wordt druk onderhandeld, ter
wijl vanzelfsprekend ook het
personeel voortdurend wordt
gecontroleerd. Maar wanneer
men ziet onder welke omstan
digheden de conducteurs vaak
hun werk moeten verrichten,
kan men toch moeilijk in ernst
volhouden, dat deze niet doen,
wat zij kunnen.
Met het zich opgeven als
lid van het Nederlandsch bij
belgenootschap, heeft een in
woner van Hoogeveen het aan
tal leden en begunstigers van
dit genootschap op 100.000 ge
bracht.
Britsche missies van ma
rine, leger en luchtmacht zul
len in Griekenland blijven,
totdat de veldtocht der Griek-
sche regeeringstroepen tegen
de guerrillastrijders *in Noord-
Griekenland geëindigd is.
Duitschers vechten mee in de gelederen van
het Vreemdelingenlegioen.
VREDESFORMULE?
De nieuwe Fransche hooge
commissaris voor Indo-China,
Emile Bollaert, is dezer dagen
naar zijn post vertrokken. Zijn
vertrek hij zal te Saigon
Admiraal Thierry d'Argenlieu
opvolgen is weken lang uit
gesteld ten gevolge van het
scherpe debat in het Fransche
parlement, waarbij de commu
nisten bijna de val van het
kabinet-Ramadier veroorzaak
ten. Hoewel de regeering nog
op het nippertje werd gered
door het besluit der communis
ten om zich van stemming te
onthouden, terwijl de commu
nistische ministers met de re
geering mee stemden, ver-
Amerikaansche
waaghalzerij.
Jean Lussier, Fransch-
man van geboorte, is van
Elan om in een rubber-
al de Niagara-waterval
af te varen.
De autoriteiten willen
hem echter niet van de
over af laten vertrekken.
Lussier zal nu probeeren
de rubberbal uit een
vliegtuig te laten wer
pen.
wacht met in politieke krin
gen, dat alleen een spoedig
einde van de dure en moeilijke
strijd in Indo-China een nieuwe
crisis kan voorkomen.
De verwijdering van d Ar-
genlieu, die door Vietnam en
de Fransche communisten
werd beschouwd als de expo
nent van het oude koloniale
imperialisme, was ongetwijfeld
een vredelievend gebaar in de
richting van Vietnam. De Viet-
nameezen op hun beurt gaven
daarna enkele aanwijzingen,
dat zij wel bereid waren tot
overeenstemming te komen.
De grootste moeilijkheid ligt
op het oogenblik daarin, dat de
Franschen niemand kunnen
vinden, met wien zij kunnen
onderhandelen. De Vietnamee-
sche leider Ho Tsji Minh ge
niet de gunst van de Fransche
communisten, maar had tijdeps
zijn bezoek aan Frankrijk ook
een gunstige pers bij de rech
terzijde. Op het oogenblik ech
ter nemen velen aan, dat hij
niet meer de macht in handen
heeft.
Bollaerts taak zal het in de
eerste plaats zijn een formule
te vinden, die voor beide par
tijen aanvaardbaar is en waar
op de onderhandelingen her
opend kunnen worden.
Frankrijk heeft overigens
een oplossing van het Indochi-
neesche probleem dringend van
noode. De kosten van de expe
ditie naar dat gebied drukken
zwaar op het zoozeer verarm
de economische leven van het
land. Frankrijk heeft op het
oogenblik 'n leger van 107.000
man in Indo-China tegenover
de actieve guerillatroepen van
Vietnam, die echter waar
schijnlijk niet meer dan 85.000
man bevatten.
Het meerendeel der Fran
sche troepen is gerecruteerd
uit het Vreemdelingenlegioen,
waarbij zich zelfs Duitschers
bevinden. Deze soldaten kun
nen eigenlijk nauwelijks gemist
worden uit andere Fransche
koloniën, waar de positie van
Frankrijk evenmin sterk is.
Ook het Fransche bezettings
leger in Duitschland en Oos
tenrijk is flink gedund ten be
hoeve van Indo-China. In Oos
tenrijk b.v. is het Fransche le
ger ingekrompen van 35.000
tot 2500.
Het gebrek aan kolen en
staal in Frankrijk maakt het
zeer moeilijk het expeditieleger
van het noodige materiaal te
voorzien. Reeds ziet Frankrijk
uit naar hulp van zijn Weste
lijke bondgenooten, maar tot
tot dusverre i^ alleen Engeland
over de brug gekomen met het
gretig aanvaarde aanbod om
een Fransche luchtlandingsdi
visie compleet uit te rusten.
Van Boeken en Schrijvers
Den Doolaard beschreef de droogmaking
van Walcheren.
Den Doolaard heeft
roman geschreven over de
droogmaking van Walcheren
en op Walcheren zelf wordt
over dit boek, dat „Het Ver
jaagde Water" heet, nog al
critisch gesproken. Men is ge
griefd, omdat de eenige Zeeu
wen, die er een rol in spelen,
nu niet bepaald „menschen
op hun voordeeligst" zijn en
inderdaad is dat jammer, een
gevolg van den Doolaards on
miskenbare neiging om een
tikje te chargeeren. Hg is nu
eenmaal geen groot psycho
loog, zijn verbluffend rake
typeeringen groeien zelden uit
tot karakters. En de Zeeuwen
hebben het slecht getroffen,
dat de verzekeringsagent
Hijnssen, die in dit boek de
stadsbevolking representeert,
tot een antipathieke carica-
tuur geworden is, waarmede
den Doolaard een aantal men
schen danig op de teenen
trapt. De b o e r e nbevolking
heeft den Doolaard prachtig
aangevoeld, de stadsbevolking,
die zorgen had van zoo ge
heel andere aard, helaas veel
minder.
Het spreekt evenwel vanzelf,
dat dit geen maatstaf is om
een boek te beoordeelen, even
min als het feit, dat vele
Zeeuwen den Doolaard tijdens
zijn verblijf in Zeeland zoo
maar „een verwaande pias'
vonden.
Den Doolaard immers heeft
een prachtig boek geschreven,
het beste, waarmede hg onze
letterkunde heeft verrijkt, een
een werk, dat slechts met Jan
'de Hartogs „Hollands Glorie"
vergeleken kan worden.
Meesterlijk is zijn inzet,
waar hij de komst van het
water beschrijft en de reactie
van de landelgke bevolking op
de slagen, die hen treffen.
Een fragment als dat over
den dorpsdominé, die de eer
ste Zondag na de inundatie,
zonder zelf eenig verlies te
hebben geleden, tegenover een
kerk staat, waarin vrijwel al
len have, goed en dierbaren
hebben verloren, is onverge
telijk. Voor een enkel uur
daalt op de schouders van
dezen eenvoudige de mantel
der profeten neer: de juiste
woorden komen vanzelf, hij
preekt, zooals hg nog nim
mer gepreekt heeft. Maar als
hg de kansel verlaat, weet hij,
dat dit voor éénmaal was en
niet weder keert
En prachtig is de beschrij
ving van den man, die Wal
cheren droog maakte, ir. van
Hummel, als hij voor het eerst
het terrein gaat verkennen
de nietigheid voelt van
menschelnke kracht tegenover
het geweld der elementen. De
droogmaking van Walcheren
was waarlijk geen kinderwerk
en toch begon men met drie,
vier man en met een mate
riaal, dat belachelijk was. En
toch kwam hier de mensch
tot de grootste waterbouw
kundige improvisatie van alle
eeuwen
Van dit laatste weet den
Doolaard zgn lezers volkomen
te doordringen. Zoo grootsch
was dit werk, dat allen, die
erbij betrokken waren, na de
triomf over wind en water
een leegte voelden, een gemis.
Zjj voelden, dat ook dit voor
éénmaal was: een titanenstrijd
als deze wordt er nooit meer
gevoerd.
Voor den Zeeuw is het niet
noodig om er aan te herin
neren, hoe eerst het gat in
de Nolledijk gedicht werd na
eindeloos worstelen en daarna,
eveneens met moeite, het gat
bij Westkapelle. Hoe vervol
gens de Nolle weer doorbrak
en wonderlijk-eenvoudig en op
de seconde af, schijnbaar
moeiteloos de dichting van het
gat bij Veere zich voltrok.
Zoo verbluffend eenvoudig
scheen de dichting van Veere,
dat niemand er aan twijfelde,
of ook het laatste gat, dat
bij Rammekens, zou weldra
gesloten zijn. Nog eenmaal
toonden echter hier de elemen
ten hun kracht. De eerste
dichting van Rammekens
mislukte en wekenlang moest
er verbeten geworsteld wor
den, eer uiteindelijk de over
winning op het water was
behaald.
De bewoners van Walche
ren weten dit alles, maar
den Doolaard schildert deze
worsteling zoo, dat iedereen
in spanning de ontwikkeling
gade slaat en beseft, wat er
op het spel stond en wat deze
overwinning van menschelijk
vernuft en doorzettlngsvermo
gen beteekende. En verbluf
fend raak heeft den Doolaard
ook de menschen, die in dit
epos een rol speelden, weer
gegeven. Wie de droogmaking
van Walcheren van nabij
heeft gevolgd, zal onmiddel
lijk en nu deze droogma
king al weer geschiedenis is
geworden niet zonder glim
lach figuren als ir. van
Hummel, ir. Willem Wapper-
vaan, Klagemans, Berend Bon-
kelaar. Klaas Otterkop, den
Intusschen hebben de Fran
sche militaire successen in
Indo-China geleid tot de ver
klaring, dat „de orde is .her
steld", zoodat de voorwaarde
voor onderhandelingen, van
Fransche zijde gesteld, vervuld
Dagbladdirecteur drukte
valsch papier.
Te Batavia is een Chjneesch
dagbladdirecteur gearresteerd,
die valsche bankbiljetten druk_
te van de republiek Indonesia.
Hij zal door de Nederlandsch-
Indischc justitie berecht wor
den.
Bedrijfschap voor vlas en
hennep.
Minister Mansholt heeft de
benoeming goedgekeurd van
Ir. C. S. Hekma Wierda tot
directeur van het bedrijfschap
voor vlas en hennep. In ver
band hiermede is aan ir. Hek-
ma Wierda ontslag verleend
uit zijn functie van -secretaris
van genoemd bedinjfschap.
De heer J. van Beveren is
benoemd tot plaatsvervangend
directeur van het bedrijfschap
voor vlas en hennep en mr.
J C Berghuis tot secretaris.
Britschen brigadier en ma
joor Young herkennen. Den
Doolaard heeft van hen geen
afgoden gemaakt, geen legen
darische helden. Hij heeft hen
laten zien met hun mensche-
lijke zwakheden en juist daar
door zoo compleet.
Slechts drie van de vele fi
guren, die in zijn boek een
rol spelen, heeft den Doolaard
overigens tot karakters uit
gebouwd: van Hummel, die de
leiding van de droogmaking
had, Bonkelaar, die een der
voornaamste uitvoerders was
en Klaas Otterkop, de man, die
de kostbare zinkstukken tot
zinken bracht, geen seconde
te vroeg, geen seconde te
laat, op het gevoel af telkens
precies op het juiste moment.
Aan Otterkop heeft hij een
van de mooiste fragmenten in
zijn boek gewijd.
Den Doolaard had trouwens
weinig karakters noodig. De
grootste karakters in dit
epos der droogmaking immers
waren wind en water, de na
tuur. En ook over het water
heeft den Doolaard onverge
telijke dingen gezegd.
Nogmaals: den Doolaard
heeft onze literatuur -ver
rijkt met een prachtig, gaaf
boek, dat goede kans heeft
de tijd te overleven en nog
gelezen te worden als negen
en negentig procent van wat
er thans verschijnt, reeds lang
bedekt is met het groezelige
stof van bibliotheken en uit
dragerswinkels.
Historie. Dat is de droogma
king van Walcheren gewor
den. Behalve voor Walcheren
zelf. Daar zit men nog altijd
met de naweeën, met een
eiland zonder groen en zonder
schaduw. Wachtend op betere
tijden.
LECTOR.
De nieuwe Koning; van Griekenland Paul II en zjjn gema
lin. Koningin Friederike
WIJ LEEREN DE NIEUWE SPELLING
A. den Doolaard: Het
verjaagde Water. Uitg. Em.
Querido's Uitg. Mij. Amster
dam, 1947.
De zes luizen.
„Mees" schrijft ons uit Goes:
Toen ik 's avonds langs het
schoolgebouw kwam. waar ik,
broekjesgewijze, een deel le
venswijsheid bijeen heb ge
gaard, zag Ik in één der hel
verlichte lokalen een ietwat
vreemd schouwspel.
In de niet al te riiime school
banken zat een aantal mede
burgers, waarvan de meesten
ruim boven de zuurballenwet
uitstaken, geperst tusschen de
stijve rugleuning en het met
poppetjes bekraste schrijfblad.
Allen zaten verwrongen en
wel, met opmerkelijk ernstige
gezichten te luisteren naar een
leeraar, die een vlot en boel
end betoog scheen te houden,
terwijl hij, gelijk leeraren dat
plegen te doen, voor de klas
heen en weer schreed.
Nu ben ik van nature een
zéér nieuwsgierig mensch, wat
een ernstige fout is volgens
mijn vrouw en dus stapte ik,
of liever, sloop ik he^ gebouw
binnen en kwam, door de deu
ren te tellen, bij het lokaal
waar de veteranen moesten
zitten. Ik had goed geteld.
Omdat ik nog brutaal ben ook,
luisterde ik aan het sleutel
gat.
„En dus dames en heeren",
hoorde ik den leeraar gedul
dig uitleggen, „schrijven wg
vóór de ch steeds de dubbele
oo. Wat de ee betreft" ging
hij verderhij verder, „deze
blijft aan het eind van een
woord als „Zee"gehand
haafd. Bijvoorbeeld in de zin
„IJmuiden reeft zeesluizen"
kunnen we niet anders, omdat
er zou staan, dat IJmuiden
zes luizen heeft".
Dat was natuurlijk een dun
mopje, maar ja, leeraren ver
anderen nooit.
Toe„ hij huiswerk ging op
geven, ben ik maar wegge
gaan, want ik wordt niet graag
betrapt. Ik stond net buiten
toen de school uitging. Als
eche leerlingen kwamen zij
naar buiten, alleen veel be
daarder. Ik heb ze allen de
hand willen drukken en een
bemoedigend woord willen
spreken, maar achmis
schien valt die cursus ln de
nieuwe spelling toch wel meel.