„Het verjaagde water" Vesting Helgoland wordt opgeblazen STEMMEN UIT DE KERKEN. Frankrijk strijdt om Indo-China Amsterdam telt 800.000 inwoners weer LEZERS SCHRIJVEN.. Taalles voor veteranen TWEEDE BLAD Donderdag 10 April 1947 Provinciale Zeeuwsche Courant Maar het eiland blijft. Technici van de Royal Na vy zijn thans bezie bet rots eiland Helgoland storm rgp te maken voor de grootste dyna- mletaanval, die de krijgsge schiedenis tot nog toe beleefd heeft. Op 18 April zullen, zooals bekend de onderaardsche ver sterkingen en magazijnen der Duitsche marine, die in de rot_ sen zijn uitgehouwen, met een lading van 6700 top dynamiet worden opgeblazen. De hoe veelheid dynamiet, die men voor het experiment gaat ge bruiken, komt overeen met de lading van twintigduizend bommen van eenigszlns gang baar kaliber. De kracht, die in het binnenste der rótsen ontwikke 3 zal worden, moet gelijk staan met die van een atoombom. Slechts de zuiver militaire inrichtingen zullen worden op geblazen en het bewoonbare deel van het eiland zal ge spaard blijven. De Helgolan- ders verwachten, dat zij na de vernielingen weer in de gelegenheid zullen worden gesteld hun huizen te gaan opbouwen en het eiland in te richten voor diensten aan de scheepvaart. Geëvacueerd. In Holstein zwerven ze rond, in boerendorpjes en op zand gronden, de drieduizend Helgo- landers, die reeds eenige jaren geëvacueerd zijn. Sommigen schrijven bedelbrieven aan het Britsche Militaire Gezag, om toestemming te vragen voor terugkeer naar het eiland, ande ren dichten hopelooze versre gels en laten hun poëtische klachten circuleeren, op het al lergoedkoopste papier gedrukt, een klein gedeelte weigert an ders dan het Friesche dialect, dat hun alleen eigen is, te spre ken en poogt in contact te ko men met de Noord-Friezen, hoo- gerop aan de Deensche grens. Maar ondertusschen is Helgo land spergebied en ook een oorlogscorrespondent, met de beste introducties, gelukt het niet heen te breken door het cordon van geheimzinnigheid, dat nu rondom deze vesting opgesteld is. Hen geheimzinnig waas heeft er rondgehangen, zoolang we van Helgoland weten. Was het het Foseti-land, waarvan de oude bronnen uit de tijd (der kerstening van West-Europa spreken, of moeten we dat op Ameland zoeken? Maar hier spelen de sagen en mythen zich af, die het Friesche volk zoo trotsch als een herinnering aan een rijk verleden bewaart; hier was het symbolisch punt van samenkomst, waar West- en Oost- en Noord-Friesland elkaar in gemeenschappelijke verbon denheid naderden en steun be loofden. Vele jonge Friezen hebben een* pelgrimstocht naar dit eiland gemaakt en onuit- wischbaar staan de indrukken ervan in hun gemoed gegrift. Vrijbuiters. Eeuwen lang een toevluchts oord voor Friesche vrijbuiters, in de Fransche tijd in Britsche handen geraakt en in 1891 aan Duitschland afgestaan, in ruil voor Zanzibar. Gedurende twee wereldoorlogen een onneembare vesting. Na Versailles reeds ge heel ontmanteld, maar door Hitier toch weer tot een mo derne smidse van Vulcanus ge maakt. De „bombers" ontweken dit punt systematisch, gezien de parapluie van vuur die er boven in de lucht hing. Wij weten nu, wat er te ge beuren staat, als een onvermij delijk oorlogsgevalletje. Hon derden toeristen zullen het van harte betreuren en overgaan tot de orde van de dag. ZeelandLuik. INTERNATIONALE DAMWEDSTRIJD. De jaarlijksche damwedstrij_ den tusschen Zeeland en het district Luik van de Belgische Dambond, zijn in fraaie over winningen voor de Zeeuwen geëindigd, met een totaal uit slag van 21-11. De le wed strijd te Goes had een zeer spannend verloop. Hoewel de score dit niet doet vermoeden, was ook de uitslag van de 2e wedstrijd, die te Vlissingen ge houden werd, langen tijd onze ker en de Zeeuwen moesten aan verschillende borden hun beste beentje voorzetten. Pas in het eindspel sloeg de bcu lans in hun voordeel over. Ook overigens is dit driedaagsche bezoek van de Belgen aan Zeeland een waar succes ge worden. Zaterdag werden spe lers en officials in het clubge. bouw van de Goessche Dam club, bij welke vereeniging de organisatie in goede handen was aan elkaar voorgesteld, waarbij verschillende sprekers het woord voerden. De avond werd verder op gezellige wijze doorgebracht. Maandag werd een kijkje ge nomen op verschillende plaat sen in Walcheren, waarbij de Belgische vrienden onder de indruk kwamen van dit zoo zwaar door de oorlog getrof fen gebied. De ontvangst te Vlissingen was buitengewoon en de Vlissingsche imvereeniging had geen moeite gespaard om het de gasten zoo aangenaam moge lijk te maken. Na afloop van de wedstrijden verzamelden de spelers én de genoodigden zich aan een goedft koffietafel, waarbij de fraaie wisselbeker aan de Zeeuwsche spelers werd uitgereikt. De Zeeuwsche Dambond kan op een zeer geslaagd tournooi terugzien en de Belgische dam. vrienden waren vol lof over de organisatie. De gedetailleerde uitslagen lulden: le wedstrijd: J. J. KaanJ. Demesmaeker 11; W. Boogaard—A. v. d- Berghe 02; J. de SmetP. Deguee 20; J. Strooband Sr. R. Vaessen 11; D. Goedbloed F. Brangs 02; F. den Her togM. Winters 11; M. J. JeremiasseA. v. Impe 20; F. Brandenburg—F. Crochet 2—0. Uitslag 9—7. 2e wedstrijd. J. DemesmaekerJ. Blom 11; A. v. d. BergheM. F. de Jonge 11; P- Degueel! Anderson 11; R. Vaessen J. Sinke 02; F. BrangsJ. Strooband Jr. 11; M. Win tersC. v. Biemen 02; A. v. ImpeW. Lente 02; F. CrochetA. M. Geluk 02. Uitslag 4—12. Als u knotten wol bewaart i„ een zak, bindt er dan een kruisdraad om. Dat voorkomt veel narigheid. AVONTUURLIJK ECHT PAAR IN MOEILIJKHEDEN De Nederlander Ernst Lam- berty, die met zijn 22-jarige Engelsche vrouw met een jacht uit Nederland vertrok ken is naar de Zuidzee-eilan- den om daar een nieuw leven te beginnen, is in de Engel sche haven Yarmouth in moeilijkheden geraakt, daar hij een partij bloembollen in Engeland aan land heeft ge bracht, aldus de „Daily Ex press". Lamberty, die in de vrije Fransche strijdkrachten het oorlogskruis voor betoonde dapperheid heeft verdiend en in het Vreemdelingenlegioen diende, verklaarde, dat hij ivóór hij Nederland verliet door zuiver toeval met een smok kelbende in aanraking kwam. Een Nederlander had hem ge vraagd bloembollen in Enge land af te leveren. Toen het jacht de Engelsche kust be reikte, kwamen de douane ambtenaren aan boord, doch Lamberty zeide niets over de bloembollen, die 's nachts door twee mannen waren afgehaald. Het jacht wordt thans door de douane vastgehouden. Geen hopcultuur meer in de Langstraat. De vroeger in de Langstraat zoo rijk ontwikkelde hopteelt is nagenoeg geheel verdwenen. Men gaat zich hoe langer hoe meer toeleggen op de tuin bouw. Zulks is hoofdzakelijk te wijten aan de radicale ver nieling der hopvelden door de Duitschers. Het herstel van de hopcul tuur zou een kostbare geschie denis worden, zoodat men het niet waarschijnlijk acht dat deze cultuur nog ooit zal te- rugkeeren. Thans vinden te Vlijmen slechts nog próefse- lecties plaats. Landbouwprijzen stijgen. Het centraal bureau voor de statistiek heeft de landbouw prijsindexcijfers gepubliceerd voor hef oogstjaar 1945-1946, waarbij als basis 1924-1925 1928-1929 100. EP blijkt uit, dat het gemid delde cijfer voor akkerbouw producten in verhouding tot 1939 met 76 is gestegen tot 138. De grootste stijging ver toonde de prijs van koolzaad, deze steeg van 43 in 1939 tot 185 in 1946. Zeer aanzienlijk is ook de stijging van de ha- verprijs. die sinds 1939 met 116 is gestegen tot 178. Suikerbieten vertoonen even eens een sterk stijgende lijn mef 108 tot 164 (56 in 1939). Ook aardappelen met 75 tot 121 (46). Blauwmaanzaad met 121 tot 179 (58). Tarwe met 60 tof 135 (75). Rogge met tot 152 (67). Gerst met 94 tot 159 (65) geven een oploo pend beeld te zien. De index van stamboonen vertoont de geringste stijging, nl. van 103 in 1939 tot 114 voor het afge- loopen oogstjaar. De gemiddelde prijsindex van veeteeltproducten geeft voor 1946 een cijfer van 150 tegen 64 in 1939. Bij deze categorie is de eierprijs gestegen van 57 i„ 1939 tot 236 in 1946. De melkprijs van 72 tot 183, scha. penvleesch van 58 tot 188, rund- en varkensvleesch met resp. 64 en 70 tot 133 en 135. DE KERK EN DE ONKERKELIJKEN. In het „Gereformeerd Week blad" schrijft prof. G. Brillen- burg Wurth een belangwek kend hoofdartikel, onder de titel „De groote hinderpaal", dat als motto draagt het woord van Nietzsche: „Om in den Verlosser te kunnen geloo- ven, moeten zgn volgelingen erwat meer verlost uitzien!". Prof. Brillenburg trekt in zijn stuk alle evangelisatie-ac ties in twijfel ten aanzien van haar uiteindelijk nut en hij schrijft aan dit alles slechts weinig vordering toe, wanneer de Kerk en de Kerkmenschen een doorloopende weerlegging vormen van de boodschap, die zij met de mond brengen. Als gevolg van hun „ergelijk wan gedrag, hun onderling gekra- :eel, hun zelfzuchtig en ge makzuchtig leven, hun hoog moed, hun ijdelheid, hun totaal gemis aan geloofskracht, ge- loofsrust en geloofsblijdschap". Dit is een scherp requisitoir, maar „een Kerk, die evangeli- seeren gaat, kan er op reke nen, dat zij op alle kanten met een critisch oog bekeken wordt. En Christenen, die evan- geliseeren gaan, kunnen er op rekenen, dat zjj zelf en hun leven en daden voortdurend zorgvuldig bespied worden en op 'n gouden schaaltje gewo gen". Veelzeggende uitspraak. Het moderamen van de Evangelische Bond in Duitsch land zei in een rondschrijven aan de gemeenteleden o.a. het volgende „Ernstiger dan de honger en de koude, dan de zorg om onze gevangenen, dan de rouw over hen, die ons voortijdig ontval len zijn, dan de nood van de vluchtelingen en onze rampza lige economische toestand, is de druk, die er op ons volk ligt van de schuld, die niet vergeven is, omdat zij niet be leden is. Al zou er ook in al het andere een verbetering ko men, doch deze last blijven, dan zgn we nog niet verder f ekomen. Wat moet er in de oekomst van dit volk worden wanneer de toorn Gods niet geweken is?" Psychiater in dienst der Kerk. De Broadway Methodisten Kerk in Chicago heeft een psychiater aangesteld om in de gemeente mee te werken op het terrein van de zielszorg. Deze zal zich geheel aan dit werk wijden; het is dus niet iets, wat hij naast zijn gewone practijk doet. Een andere ge meente in dezelfde stad had reeds jaren een psychiater aan haar werk verbonden, die te vens hoogleeraar is aan de medische faculteit aldaar. Men acht het voor de kerkelijke zielszorg noodzakelijk, dat de- ze ook uitgeoefend wordt door medici met psychiatrische scholing, omdat het aantal van hen, die de zielszorg der Kerk zoeken, zeer groot is, en velen tegelijkertijd medische hulp behoeven, terwijl veel zielszorgwerk van die aard is, dat slechts psychiaters die kunnen geven. Elke 23 minuten wordt er in de hoofdstad een kind geboren. Veel verhuizingen. (Van onzen specialen verslaggever). Elke 23 minuten kondigt het gekrijt van een zoo juist ter wereld gekomen menschenkind aan, dat het aantal Amster dammers met één vermeerderd Anders gezegd beteekent dit, dat er elke dag een rij van 62 gelukkige en geduldige jon ge vaders in het allerwege bekend geworden bureau van het Bevolkingsregister aan de Plantage Middenlaan in onze hoofdstad aangifte komt doen van gezinsuitbreiding. Eigen lijk is dit aantal nog grooter, want Zondags zijn de loketten gesloten, zoodat het er des Maandags en Dinsdags wel eens over de honderd zijn. Het tempo van de groei der be volking is nooit zoo hoog ge weest sedert daarvan statisti sche gegevens worden bij gehouden. Het bedraagt thans 28,8 geboorten per jaar per 1000 inwoners, het vorig jaar was het nog maar 17,2 en daarvoor 20.4. Ook 1943 lag met 18,1 nog boven het nor male gemiddelde, dat te Am sterdam steeds tusschen 15 en 16 heeft géschommeld. Zoo was dus 1946 een recordjaar met 22.564 levend geboren ba- bies! Geen wonder dan ook, dat het aantal hoofdstedelingen hoogstwaarschijnlijk weer bo ven de 800.000 ligt. Met zeker heid weet men het nog niet, omdat ook andere factoren dan geboorten een rol spelen. Zoo schen en er vertrekken er da gelijks metterwoon naar elders 120, waar echter weer tegen over staat, dat er zich per dag nóg meer komen vestigen, nl. 130. Vooral de verhuizers heb ben dus druk werk, temeer als men weet, dat het aantal ver huizingen binnen de gemeente grens nog grooter is. Het ronde getal van 800.000 inwoners werd te Amsterdam voor het eerst bereikt in 1939. Het steeg tot 803.073 op 31 December 1940, maar daalde daarna in de oorlog tot 771661 tegen liet einde van 1943. De nuchtere cijfers der bevol kingstabellen verklaren niet hoe dat komt, maar wij weten genoeg van Arbeitseinsatz en Jodenvervolging om deze da ling te begrijpen. De stijging is na de bevrijding ingetreden: terugkeer der gedeporteerde arbeiders, van krijgsgevange nen, van overgebleven Joden, van ex-politieke gevangenen uit concentratiekampen, van Indische gerepatrieerden en de laatste tijd ook van... lichte gevallen. Zoo telde Amsterdam op de laatste dag van het vo rig jaar 798.316 inwoners. Er ontbraken er dus nog 1684 aan het ronde getal. Dezer dagen kon het ge meentelijk statistisch bureau melden, dat de 800.000 gepas seerd waren. sterven er per 15 men- DE BUSSEN OP WALCHEREN. Een lezer gaf in een uitvoe rig epistel uiting aan zijn on tevredenheid over de gang van zaken bij de busverbindingen op Walcheren. Waarom nog steeds geen wachthuisjes te Middelburg Vlissingen? En waarom wordt door het inzetten van meer materiaal op de spits uren niet voorkomen, dat de bussen zoo vol gepropt moe ten worden? Is verkoop van de kaartjes bij het instappen niet mogelijk? En rijden de bussen in Vlissingen wel altijd goed voor de hekken? Ten slotte klaagt de schrijvende lezer nog over een gebrek aan soepelheid bij het buspersoneel. Inderdaad gaat het bij de bussen nog niet zooals men wel zou wenschen. Ook de di rectie van de Stoomtram Wal cheren zou het graag veel be ter willen doen. Meer bussen... als ze die maar kon krijgen. Het ideaal is zoo spoedig mo gelijk de langzamerhand be rucht geworden vrachtwagens te laten verdwijnen, maar zoo lang men in Den Haag onvol doende bussen of materiaal voor de carrosserieën ter be schikking van Walcheren stelt, zal men het er hier op de drukke uren nog mee moeten doen. Over de wachtlokalen in Middelburg en Vlissingen wordt druk onderhandeld, ter wijl vanzelfsprekend ook het personeel voortdurend wordt gecontroleerd. Maar wanneer men ziet onder welke omstan digheden de conducteurs vaak hun werk moeten verrichten, kan men toch moeilijk in ernst volhouden, dat deze niet doen, wat zij kunnen. Met het zich opgeven als lid van het Nederlandsch bij belgenootschap, heeft een in woner van Hoogeveen het aan tal leden en begunstigers van dit genootschap op 100.000 ge bracht. Britsche missies van ma rine, leger en luchtmacht zul len in Griekenland blijven, totdat de veldtocht der Griek- sche regeeringstroepen tegen de guerrillastrijders *in Noord- Griekenland geëindigd is. Duitschers vechten mee in de gelederen van het Vreemdelingenlegioen. VREDESFORMULE? De nieuwe Fransche hooge commissaris voor Indo-China, Emile Bollaert, is dezer dagen naar zijn post vertrokken. Zijn vertrek hij zal te Saigon Admiraal Thierry d'Argenlieu opvolgen is weken lang uit gesteld ten gevolge van het scherpe debat in het Fransche parlement, waarbij de commu nisten bijna de val van het kabinet-Ramadier veroorzaak ten. Hoewel de regeering nog op het nippertje werd gered door het besluit der communis ten om zich van stemming te onthouden, terwijl de commu nistische ministers met de re geering mee stemden, ver- Amerikaansche waaghalzerij. Jean Lussier, Fransch- man van geboorte, is van Elan om in een rubber- al de Niagara-waterval af te varen. De autoriteiten willen hem echter niet van de over af laten vertrekken. Lussier zal nu probeeren de rubberbal uit een vliegtuig te laten wer pen. wacht met in politieke krin gen, dat alleen een spoedig einde van de dure en moeilijke strijd in Indo-China een nieuwe crisis kan voorkomen. De verwijdering van d Ar- genlieu, die door Vietnam en de Fransche communisten werd beschouwd als de expo nent van het oude koloniale imperialisme, was ongetwijfeld een vredelievend gebaar in de richting van Vietnam. De Viet- nameezen op hun beurt gaven daarna enkele aanwijzingen, dat zij wel bereid waren tot overeenstemming te komen. De grootste moeilijkheid ligt op het oogenblik daarin, dat de Franschen niemand kunnen vinden, met wien zij kunnen onderhandelen. De Vietnamee- sche leider Ho Tsji Minh ge niet de gunst van de Fransche communisten, maar had tijdeps zijn bezoek aan Frankrijk ook een gunstige pers bij de rech terzijde. Op het oogenblik ech ter nemen velen aan, dat hij niet meer de macht in handen heeft. Bollaerts taak zal het in de eerste plaats zijn een formule te vinden, die voor beide par tijen aanvaardbaar is en waar op de onderhandelingen her opend kunnen worden. Frankrijk heeft overigens een oplossing van het Indochi- neesche probleem dringend van noode. De kosten van de expe ditie naar dat gebied drukken zwaar op het zoozeer verarm de economische leven van het land. Frankrijk heeft op het oogenblik 'n leger van 107.000 man in Indo-China tegenover de actieve guerillatroepen van Vietnam, die echter waar schijnlijk niet meer dan 85.000 man bevatten. Het meerendeel der Fran sche troepen is gerecruteerd uit het Vreemdelingenlegioen, waarbij zich zelfs Duitschers bevinden. Deze soldaten kun nen eigenlijk nauwelijks gemist worden uit andere Fransche koloniën, waar de positie van Frankrijk evenmin sterk is. Ook het Fransche bezettings leger in Duitschland en Oos tenrijk is flink gedund ten be hoeve van Indo-China. In Oos tenrijk b.v. is het Fransche le ger ingekrompen van 35.000 tot 2500. Het gebrek aan kolen en staal in Frankrijk maakt het zeer moeilijk het expeditieleger van het noodige materiaal te voorzien. Reeds ziet Frankrijk uit naar hulp van zijn Weste lijke bondgenooten, maar tot tot dusverre i^ alleen Engeland over de brug gekomen met het gretig aanvaarde aanbod om een Fransche luchtlandingsdi visie compleet uit te rusten. Van Boeken en Schrijvers Den Doolaard beschreef de droogmaking van Walcheren. Den Doolaard heeft roman geschreven over de droogmaking van Walcheren en op Walcheren zelf wordt over dit boek, dat „Het Ver jaagde Water" heet, nog al critisch gesproken. Men is ge griefd, omdat de eenige Zeeu wen, die er een rol in spelen, nu niet bepaald „menschen op hun voordeeligst" zijn en inderdaad is dat jammer, een gevolg van den Doolaards on miskenbare neiging om een tikje te chargeeren. Hg is nu eenmaal geen groot psycho loog, zijn verbluffend rake typeeringen groeien zelden uit tot karakters. En de Zeeuwen hebben het slecht getroffen, dat de verzekeringsagent Hijnssen, die in dit boek de stadsbevolking representeert, tot een antipathieke carica- tuur geworden is, waarmede den Doolaard een aantal men schen danig op de teenen trapt. De b o e r e nbevolking heeft den Doolaard prachtig aangevoeld, de stadsbevolking, die zorgen had van zoo ge heel andere aard, helaas veel minder. Het spreekt evenwel vanzelf, dat dit geen maatstaf is om een boek te beoordeelen, even min als het feit, dat vele Zeeuwen den Doolaard tijdens zijn verblijf in Zeeland zoo maar „een verwaande pias' vonden. Den Doolaard immers heeft een prachtig boek geschreven, het beste, waarmede hg onze letterkunde heeft verrijkt, een een werk, dat slechts met Jan 'de Hartogs „Hollands Glorie" vergeleken kan worden. Meesterlijk is zijn inzet, waar hij de komst van het water beschrijft en de reactie van de landelgke bevolking op de slagen, die hen treffen. Een fragment als dat over den dorpsdominé, die de eer ste Zondag na de inundatie, zonder zelf eenig verlies te hebben geleden, tegenover een kerk staat, waarin vrijwel al len have, goed en dierbaren hebben verloren, is onverge telijk. Voor een enkel uur daalt op de schouders van dezen eenvoudige de mantel der profeten neer: de juiste woorden komen vanzelf, hij preekt, zooals hg nog nim mer gepreekt heeft. Maar als hg de kansel verlaat, weet hij, dat dit voor éénmaal was en niet weder keert En prachtig is de beschrij ving van den man, die Wal cheren droog maakte, ir. van Hummel, als hij voor het eerst het terrein gaat verkennen de nietigheid voelt van menschelnke kracht tegenover het geweld der elementen. De droogmaking van Walcheren was waarlijk geen kinderwerk en toch begon men met drie, vier man en met een mate riaal, dat belachelijk was. En toch kwam hier de mensch tot de grootste waterbouw kundige improvisatie van alle eeuwen Van dit laatste weet den Doolaard zgn lezers volkomen te doordringen. Zoo grootsch was dit werk, dat allen, die erbij betrokken waren, na de triomf over wind en water een leegte voelden, een gemis. Zjj voelden, dat ook dit voor éénmaal was: een titanenstrijd als deze wordt er nooit meer gevoerd. Voor den Zeeuw is het niet noodig om er aan te herin neren, hoe eerst het gat in de Nolledijk gedicht werd na eindeloos worstelen en daarna, eveneens met moeite, het gat bij Westkapelle. Hoe vervol gens de Nolle weer doorbrak en wonderlijk-eenvoudig en op de seconde af, schijnbaar moeiteloos de dichting van het gat bij Veere zich voltrok. Zoo verbluffend eenvoudig scheen de dichting van Veere, dat niemand er aan twijfelde, of ook het laatste gat, dat bij Rammekens, zou weldra gesloten zijn. Nog eenmaal toonden echter hier de elemen ten hun kracht. De eerste dichting van Rammekens mislukte en wekenlang moest er verbeten geworsteld wor den, eer uiteindelijk de over winning op het water was behaald. De bewoners van Walche ren weten dit alles, maar den Doolaard schildert deze worsteling zoo, dat iedereen in spanning de ontwikkeling gade slaat en beseft, wat er op het spel stond en wat deze overwinning van menschelijk vernuft en doorzettlngsvermo gen beteekende. En verbluf fend raak heeft den Doolaard ook de menschen, die in dit epos een rol speelden, weer gegeven. Wie de droogmaking van Walcheren van nabij heeft gevolgd, zal onmiddel lijk en nu deze droogma king al weer geschiedenis is geworden niet zonder glim lach figuren als ir. van Hummel, ir. Willem Wapper- vaan, Klagemans, Berend Bon- kelaar. Klaas Otterkop, den Intusschen hebben de Fran sche militaire successen in Indo-China geleid tot de ver klaring, dat „de orde is .her steld", zoodat de voorwaarde voor onderhandelingen, van Fransche zijde gesteld, vervuld Dagbladdirecteur drukte valsch papier. Te Batavia is een Chjneesch dagbladdirecteur gearresteerd, die valsche bankbiljetten druk_ te van de republiek Indonesia. Hij zal door de Nederlandsch- Indischc justitie berecht wor den. Bedrijfschap voor vlas en hennep. Minister Mansholt heeft de benoeming goedgekeurd van Ir. C. S. Hekma Wierda tot directeur van het bedrijfschap voor vlas en hennep. In ver band hiermede is aan ir. Hek- ma Wierda ontslag verleend uit zijn functie van -secretaris van genoemd bedinjfschap. De heer J. van Beveren is benoemd tot plaatsvervangend directeur van het bedrijfschap voor vlas en hennep en mr. J C Berghuis tot secretaris. Britschen brigadier en ma joor Young herkennen. Den Doolaard heeft van hen geen afgoden gemaakt, geen legen darische helden. Hij heeft hen laten zien met hun mensche- lijke zwakheden en juist daar door zoo compleet. Slechts drie van de vele fi guren, die in zijn boek een rol spelen, heeft den Doolaard overigens tot karakters uit gebouwd: van Hummel, die de leiding van de droogmaking had, Bonkelaar, die een der voornaamste uitvoerders was en Klaas Otterkop, de man, die de kostbare zinkstukken tot zinken bracht, geen seconde te vroeg, geen seconde te laat, op het gevoel af telkens precies op het juiste moment. Aan Otterkop heeft hij een van de mooiste fragmenten in zijn boek gewijd. Den Doolaard had trouwens weinig karakters noodig. De grootste karakters in dit epos der droogmaking immers waren wind en water, de na tuur. En ook over het water heeft den Doolaard onverge telijke dingen gezegd. Nogmaals: den Doolaard heeft onze literatuur -ver rijkt met een prachtig, gaaf boek, dat goede kans heeft de tijd te overleven en nog gelezen te worden als negen en negentig procent van wat er thans verschijnt, reeds lang bedekt is met het groezelige stof van bibliotheken en uit dragerswinkels. Historie. Dat is de droogma king van Walcheren gewor den. Behalve voor Walcheren zelf. Daar zit men nog altijd met de naweeën, met een eiland zonder groen en zonder schaduw. Wachtend op betere tijden. LECTOR. De nieuwe Koning; van Griekenland Paul II en zjjn gema lin. Koningin Friederike WIJ LEEREN DE NIEUWE SPELLING A. den Doolaard: Het verjaagde Water. Uitg. Em. Querido's Uitg. Mij. Amster dam, 1947. De zes luizen. „Mees" schrijft ons uit Goes: Toen ik 's avonds langs het schoolgebouw kwam. waar ik, broekjesgewijze, een deel le venswijsheid bijeen heb ge gaard, zag Ik in één der hel verlichte lokalen een ietwat vreemd schouwspel. In de niet al te riiime school banken zat een aantal mede burgers, waarvan de meesten ruim boven de zuurballenwet uitstaken, geperst tusschen de stijve rugleuning en het met poppetjes bekraste schrijfblad. Allen zaten verwrongen en wel, met opmerkelijk ernstige gezichten te luisteren naar een leeraar, die een vlot en boel end betoog scheen te houden, terwijl hij, gelijk leeraren dat plegen te doen, voor de klas heen en weer schreed. Nu ben ik van nature een zéér nieuwsgierig mensch, wat een ernstige fout is volgens mijn vrouw en dus stapte ik, of liever, sloop ik he^ gebouw binnen en kwam, door de deu ren te tellen, bij het lokaal waar de veteranen moesten zitten. Ik had goed geteld. Omdat ik nog brutaal ben ook, luisterde ik aan het sleutel gat. „En dus dames en heeren", hoorde ik den leeraar gedul dig uitleggen, „schrijven wg vóór de ch steeds de dubbele oo. Wat de ee betreft" ging hij verderhij verder, „deze blijft aan het eind van een woord als „Zee"gehand haafd. Bijvoorbeeld in de zin „IJmuiden reeft zeesluizen" kunnen we niet anders, omdat er zou staan, dat IJmuiden zes luizen heeft". Dat was natuurlijk een dun mopje, maar ja, leeraren ver anderen nooit. Toe„ hij huiswerk ging op geven, ben ik maar wegge gaan, want ik wordt niet graag betrapt. Ik stond net buiten toen de school uitging. Als eche leerlingen kwamen zij naar buiten, alleen veel be daarder. Ik heb ze allen de hand willen drukken en een bemoedigend woord willen spreken, maar achmis schien valt die cursus ln de nieuwe spelling toch wel meel.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1947 | | pagina 17