c BIJ HET EEUWFEEST VAN DE Z.L.M. 3 HONDERD JAAR Z.L.M. W"8 DE VEETEELT IN ZEELAND. Specialiteiten van den Zeeuwschen Landbouw Zeeuwsche boeren droegen het werk van geslacht op geslacht voort. Boer en stedeling hebben elkaar noodig. V V la.r schryven 31 Aug. 1843. De zaken den landbouw betreffende werden tot dezen datum be hartigd door commissies voor den landbouw, ingesteld door den toen fungeerenden Raads pensionaris. Deze commissies, ingesteld door de overheid, vol deden echter niet en men zocht iets anders om de landbouw vraagstukken te bespreken en de overheid en de boeren van voorlichting en advies te die nen. Men kwam tot de con clusie, dat organisaties opge. richt door de belanghebbenden zelve, voor dit doel het meest wenschelijk waren. Niet alleen in Zeeland dacht men er zoo over. doch ook in andere pro vincies was dit het geval. Dit alles gebeurde omstreeks "1840 en hieruit is te verklaren dat in deze jaren verschillende landbouwmaatachappijen haar honderdjarig bestaan herden ken. De Groninger Maatschap pij van Landbouw deed dit reeds enkele jaren geleden, de Geldersche Maatschappij van Landbouw en het Utrechtsche Genootschap van Landbouw- en Kruidkunde vierden dit jaar hun eeuwfeest en met de Hol- ïandsche Maatschappij van Landbouw zal dit het volgend jaar het geval zyn. Al moge de Groninger Maat schappij van Landbouw haar eeuwfeest reeds enkele jaren geleden hebben gevierd, deze Maatschappij had een andere organisatie als voorlooper en, de schrijver van het gedenk boek der Z.L.M., prof. dr. P. J. Bouman, komt op grond van zijn studie tot de conclusie dat de Z.L.M. als zuivere land bouworganisatie in Nederland de oudste papieren heeft waaruit wij de conclusie trek ken dat het in die dagen in Zeeland niet aan menschen ontbrak die initiatief genoeg hadden om een zaak aan te pakken. Eén van die voorman, nen was de heer C. Vis die ook de eerste voorzitter van de Zeeuwsche Landbouw Maat. schappij werd. Merkwaardig is dat de op richters van de Maatschappijen van landbouw veelal geen boe ren waren, maar personen buiten dezen kring, doch met groote interesse voor land bouwvraagstukken. Zoo was het in Zeeland maar ook elders in den lande. Het aantal land bouwers dat in de eerste ja. ren lid van de pas opgerichte Zeeuwsche Landbouw Maat schappij werd. bedroeg slechts enkele honderden, en het duur de vele tientallen jaren voor en aleer het gros der boe-ren van het nut van organisatie overtuigd was WAT ER GEDAAN WERD. Het is niet mogelyk om zelfs in het kort een eenigszins vol ledig overzicht te geven van het werk dat door de Z.L.M. in de eeuw die voorbij is, voor den Zeeuwschen landbouw verricht Wij willen volstaan met te vermelden, dat het de Z.L.M- was die het eerst land bouwonderwijs in Zeeland in troduceerde voor jongens en later ook voor meisjes in 1893 werd te Goes de Land- bouwwinterschool gesticht Zij organiseerde de eerste land. bouwtentoonstellingen en wed strijden in zaaièn, maaien, ploegen enz. De gewassenkeu- ring, momenteel zoo uiterst belangrijk, werd in het jaar 1913 door d# Z.L.M. voor het eerst in Zeeland ter hand ge nomen. Het proefveldwezen, de demonstraties van werktui gen en de keuringen van paar den en vee werd in Zeeland door de Z.L.M. gegrondvest. Talryke organisaties op land bouwgebied, die thans tot be langrijke instellingen zijn uit gegroeid, hebben hun ontstaan aan de bemoeiingen der Maat schappij te danken. Het zijn als het ware vruchten die aan den Z.L.M.-boom zijn gegroeid, waarvan het zaad in goedé aarde is gevallen en thans naast de moederorganisatie tot ontkieming en wasdom is ge komen, den Zeeuwschen boe renstand ten zegen. De Z.L.M. is een stuk van de Zeeuwsche boeren zelve, om dat zij het zijn die de Maat schappij hebben opgebouwd en gedragen van geslacht op ge slacht. Het zijn steeds weer dezelfde békende namen van boerengeslachten uit alle dee- len van onze provincie, die men in de ledenregistcrs van nu en byv. 50 of 75 jaar geleden aantreft. Op dc jonge boeren, van thans rust de plicht het werk hunner vaderen voort te zetten en verder uit te bouwen en zij zullen dit doen daar van zijn wij overtuigd. De ont wikkeling van onze boeren en speciaal de jongere boeren ook op cultureel gebied is immers met sprongen vooruit gegaan, en de tijd is voorbij dat de boerenstand in dit opzicht achteraan komt. DE LANDQGBTW IN ZEELAND. plaats een agrarische provin cie De industrie moge in en kele deelen van Zeeland nl. in Oost-Zeeuwsch Vlaanderen en in Vlissingen en Middelburg belangrijk zijn. zelfs in deze streken is de land- en tuin-' bouw de voornaamste bron van bestaan. In anderP deelen van onze provincie: West-Zeeuwsch Vlaanderen, Schouwen-Duive- land, Tholen, St. Philipsland en Zuicl-Beveland is de land- en tuinbouw vrijwel de eenige be-- staansbron en zijn de andere beroepen weer direct betrok, ken bij land- en tuinbouw als afnemers van producten of als leveranciers van grondstoffen en arbeid voor het agrarische bedrijf. Het bedrijf van den boer dat is de Zeeuwsche grond, door de eeuwen heen op de zee veroverd. Elk jaar opnieuw worden van den bi groote financieele offers vraagd om dezen grond te houden. Hier werkt de boer met zyn arbeiders zoolang de seizoenen dit mogelijk maken, om den bodem 'n opbrengst af te dwingen, een voortdurenden strijd voerend tegen het on kruid dat zijn gewassen dreigt te overwoekeren. Indien de strijd tegen het onkruid slechts één zomer werd gestaakt, dan zou Zeeland met zijn tarwe velden. zijn bieten, en aard appelvelden, zijn boomgaarden enz. zijn veranderd in een groo te wildernis. WEINIG WAARDEERING. De Zeeuwsche boer beklaagt zich nogal eens dat zijn arbeid voor de voorziening van eerste levensbehoeften, die gedurende den afgeloopen" oorlog en ook nu nog zoo uiterst belangrijk is door de niet agrariërs zoo weinig wordt gewaardeerd. Deze klacht is is o.i. volkomen begrypelyk. Duiz'enden in woners van onze provincie zijn geurende de jaren van bezet ting door de "landbouwers ge holpen en honderden onder duikers hebben op landbouw- bedrijven een onderdak gevon den. Er moge al eens een en kele boer zijn geweest die van dP nooden van een mede- mensch misbruik heeft ge maakt, ook de boeren zijn niet allen heiligen, het overgroote aantal heeft geholpen waar dit mogelijk was tegen den gel denden prijs. De boerenstand zou het prettig vinden van officieele zijde eens een klank in deze richting te vernemen. Boer en. stedeling hebben elk ander noodig omdat zij over en weer op elkaar zijn aange- wezén. Wij' verheugen er ons over dat de middenstand van Goes dit zoo goed heétft inge zien en aan de herdenking van het eeuwfeest der Z.L.M. meerderen luister bijzet door het houden van een etalage wedstrijd enz. De komende dagen zullen Goes weer plaatsen in het mid delpunt van den landbouw. Goes is nl niet alleen Ganze- stad maar het is tevens de residentie van Ceres, de godin van den landbouw. Nog een enkel woord over de plaats van den landbouw in het Zeeuwsche bedjrtjfsleven. Zeeland is in do afcreerste De valide mensch helpt den invalide Het aantal oorlogsslachtof fers stygt nog dagelyks ten gevolge van mijn, en spring stofongevallen. Velen worden invalide, moeten een arm of been, soms beide beenen mis sen. De invaliden kunnen hun oude beroep vaak niet meer uitoefenen en zij moeten ge heel omgeschoold worden. Ook beschikken velen van deze menschen niet over de noodi- gelden om zich kunstlede maten aan te schaffen. Het algemeen spook voor de invali den is armoede en ellende. De Nederlansche Ver. van Lichamelijke Gebrekkigen Afd- Zeeland stelt zich ten doel aan alle invaliden zoo ruim moge. lijke economische sociale en fi nancieele hulp te verleenen en de invaliden een passenden werkkring te verschaffen herscholing: voor dit doel is veel geld noodig. Eens was het: „Zuid helpt Noord". Laat het nu zyn: „de valide mensch helpt den invalide". Stort daar om Uw gift in de collectebus op het tentoonstellingsterrein der Z.LM. te Goes op 5 Juli a.s. Ook kunt U Uw bijdrage storten ten name van de ver een iging bij de Incasso-bank N.V. te Middelburg, of per postwissel aan het secretariaat Pjjpstraat 13 te Middelburg. Paarden en rundvee hebben de meeste belangstelling. Zeeland als tuinbouwcentrum. Zal Walcheren zijn oude positie kunnen heroveren? Belangstelling voor het tuinbouwonderwijs. Naast de Betuwe geniet ook Zeeland een reputatie om zijn bloesempracht, die in normale tijden ieder jaar duizenden naar deze provincie lokt. En waar bloesems zijn, daar tuinbouw, daar speelt de kweek van heesters en boomen een rol van beteekenis in het leven der bewoners. Inderdaad: de tuinbouw is va-n belang in Zeeland en het Zeeuwsche fruit geniet een even goede reputatie als de beste landbouwproducten uit onze provincie. Voor den oorlog waren ruim 5000 h.a. goede grond dienstbaar gemaakt aan den verbouw van groenten en andere tuingewassen, aan den kweek van vruchten en na. tuurlijk ook van boomen. i 4000 Ha. waren alleen al voor de fruitteelt bestemd en als meest op den voorgrond tre dende vrucht dienen de appel en de peer te worden genoemd. Ook pruimen en kersen, bes sen en frambozen spelen een rol. Voor den oorlog was Zee land om al deze producten be_ kend. De oorlog heeft echter ook aan den tuinbouw ernstige schade berokkend. Walcheren is als tuinbouwgebied in 1944 uitgevallen en het zal jaren duren, eer het op dit gebied weer meetelt. In dat opzicht is het eiland er wat zjjn akker bouw betreft gelukkig veel be_ ter aan toe. Ook Tholen. Schouwen en Duiveland. én deelen van Zeeuwsch Vlaanderen. Zuid- Beveland en St. Philipsland hebben echter te lijden gehad van het water. West Schouwen bleef gespaard, maar op Dui veland is alle tuinbouw ver loren gegaan, Tholen was in den winter van 1944 al weer droog. Er is weer fruit in ge- filant en dit schijnt aardig ge- ukt te zyn Op Schouwen is men een jaar bij Tholen ach ter, maar er is geplant en men heeft er de kassen hersteld. Alleen op Walcheren is de tuinbouw nog volkomen dood, behalve dan onder Nieuwland, waar Walchersche tuinders, om de groenten-voorziening in Zeeland op peil te houden, ge legenheid kregen om hun' be drijf gaandp te houden. De toe komst zal moeten uitwijzen, of Walcheren zijn oude plaats als tuinbouwgebied zal heroveren. Het zal moeten blijken uit de resultaten, die dit jaar op de, vele proefvelden worden be. reikt, of er wel herstel moge lijk zal zijn. Hoe de oogst dit jaar zal zijn staat nog niet vast. De zware nachtvorst van 15 op 16 Mei heeft in Zeeland enorme schade aangericht, met name onder de aardbeien, de bessen en de appels. Ook zijn er dit jaar veel insecten, terwijl de goede bestrijdingsmiddelen ont breken. De oogst kan dus te genvallen ook al doen de fruit., telers alles om de zaak goed gaande te houden. Dat het fruit duur is en blijft is ten deele een gevolg van het feit, dat de oogst on zeker is, ten deele ook van de omstandigheid, dat er weinig werkkrachten zijn, die boven dien duur betaald moeten wor den Voor de toekomst is het ver. heugend, dat er voor het tuin bouwbedrijf zeer veel belang stelling bestaat. In den afge loopen winter werden er in Zeeland 30 avondcursussen ge geven met ruim 500 leerlingen. De toevloed van leerlingen voor de tuinbouwschool te Wilhelminadorp (een vak school) en de twee lagere tuin bouwscholen is zoo groot, dat 50 der candidaten afgewe zen moet worden. Ook de tuiribouwvoorlich- ting valt in goede aarde De Zeeuwen staan van nature nog al eens afwijzend tegenover al_ les wat gratis is. Voor de tuinbouwvoorlichting gaat dit echter niet. op. De fruit.-' en groen tenkweekérs maken er een veelvuldig en dankbaar gebruik van De spoorwegen, de boot diensten en de Ryksverkeers- inspectie hebben toegezegd, al het mogelijke te doen om in de komende dagen den stroom van reizigers naar Goes te kunnen verwerken. Slechts 1/5 van den bodem is weiland. DE Zeeuwsche boer was en is ten alle tyde akker bouwer, Verreweg het grootste gedeelte van den Zeeuwschen bodem is voor den akkerbouw a-h.w. geschapen. In gras liggen slechts de meeste dijken en het onscheurbare wei land, thans nog ongeveer 32000 H.A. of 20 van het cul tuurland. De uitkomsten van den. akkerbouwer zijn en wa ren steeds beslissend voor het welvaartspeil van onze Zeeuw sche landbouwbevolking. Be grijpelijk dat de geest en het hart van den Zeeuwschen bouwboer allereerst en aller- meest uitgaan naar de cultuur van zijn gewassen. Als akker bouwer ging en gaat nog steeds zyn faam tot ver buiten de grenzen van ons Gewest. Een prachtig verzorgd, egaal, rijk gewas is ztfn trots, zyn vruch ten liggen er bij als in een wei verzorgden tuin. Als een bui tenstaander hem wil laten „open gaan" moet hy met hem op 'n mooien voorzomeravond eens een tocht langs zyn gewassen doen. Dan wordt de Zeeuwsche boer welsprekend tegenover iemand, die begrip heeft voor de kennis, de zorg en de arbeid die de grondslag leggen voor een goed gewas. En toch waren en zijn op het Zeeuwsche bedrnf verschillende takken van veeteelt lang niet zonder beteekenis! Paarden fokkerij en rundveeteelt zijn daarvan de voornaamste. Van oudsher leefde ook het paard in het hart van den Zeeuwschen boer. Het ig onbe twist hèt elite dier op het Zeeuwsche bedrijf. De akker bouw eischt voor de grondbe werking, de verzorging der ge wassen en het binnenhalen van den oogst enorm veel arbeid en dat was en is nog grootendeels paardenarbeid- Elke ha. bouw land op de klei eischt 180 uren paardenarbeid per jaar. Voor den oorlog was nog slechts 5 van dit werk door den motor overgenomen. Op elke 6 k 7 HA bouwland houdt de Zeeuw een werkpaard. Op het akkerbouwbedrijf is men vele uren per dag met de paar den bezig en dit zyn intelligen te dieren, elk met hun eigen karakter en temperament. Be grijpelijk dat het paard leeft in het hart van den Zeeuw sche» boer en van de jeugd op 't platteland. Schertsend zegt men wel dat de akkerbouwer meer houdt van zijn paarden dan van zyn vrouw. Vast staat dat Pie of Krina een extra oogje waagt aan „haar paar denknecht" die met een mooi span vossen naar het werk trekt. De paardenfokkerij staat in Zeeland op een hoog peil. Het zware Belgische trekpaard wordt er sedert meer dan 50 'jaren met toenemend succes zuiver gefokt. Jaarlijks worden 8000 tot 15000 merries gedekt, waaruit de eigen behoefte aan werkpaarden geheel gedekt wordt, terwijl een beteekenende afzet van fokmateriaal er werkpaarden naar elders moge lijk is. Zeeland is de grootste leverancierster van goede dek hengsten. naar andere provin cies. Het stamboekwezen bloeit, keuringen en tentoon stellingen zijn hoogtijdagen voor het platteland. De Zeeuw sche trekpaardenfokkerij heeft een internationale reputatie. De Z.LM, en haar voormannen, denk byv. aan Vorsterman van Oyen. hebben tot deze hooge vlucht van de Zeeuwsche paar denfokkerij zeer veel bijgedra gen. Interessant is dat ln het ak- kerbouwgewest Zeeland, per bedrijf evenveel runderen wor den gehouden als elders in Ne derland gemiddeld. Het hart van den Zeeuwschen boer is niet bij de koe, want die moet Zondag en door de week twee maal per dag gemolken worden en dat vindt bijna elke Zeeuw minderwaardig werk. Vroeger moest hy echter rundvee hou den voor de mestproductie. En ook nu nog kan hij er niet buiten wil hij zyn on- scheurbaar weiland en het af val van den akkerbouw tot waarde brengen. Hij houdt ech ter tweemaal zooveel jong. en mestvee als melkvee. De boerin en haar dochters spelen in ons Gewest, bij het melken en zuivelbereiding meestal een nog heel wat grootere rol dan elders in Nederland. Hulde aan menige Zeeuwsche vrouw, die nog zoo echt en met hart en ziel boerin is en haar dochters opvoedt in kennis van en liefde voor het bedrijf. De Zeeuwsche rundveefokke- rij is de laatste 40 jaren ook op een belangrijk hooger plan gekomen. Het vereenigingswe- zen. melkcontröle, beter stie - ren. stamboekhouding en de veekeuringen hebben dht be werkt. Walcheren had voor de ramp een zeer waardevollen rundveestapel, evenals West- Zeeuwsch-Vlaanderen. Ook op Zuid-Beveland (Goes. Kruinin- gen) en in Oost-Zeeuwsch- Vlaanderen waren enkele voor treffelijke kernen. Jammer dat de inundatie en het oorlogsge weld deze resultaten in West- Onze boerenvooruitstrevend-conservatief Verdwijnen de fijne aardappelen - gerst volop - de tarwe Wat de oorlog veranderde.... In zijn hart is iedere Zeeuw, sche boer een akkerbouwer. Hij houdt niet van koeien en het melken handigt hem niet. Hy kykt op dien arbeid een tikje verachtelijk neer en laat hem over aan de vrouwen en meis jes. Zijn aantal kceien is ge ring, niet grooter dan noodig. Soms heeft hij maar één melk. koe en verder nog wat jong en melkvee, dat zich ontfermt over het afval, dat op elke boerderij nu eenmaal in ruiifie mate aanwezig is. Een van Zeelands landbouw kundigen, met wie wij by d€ nadering van de groote Land bouwtentoonstelling een bab beltje maakten, opende zijn karakteristiek van den Zeeuw, schen landbouw en den Zeeuw, schen boer met deze inderdaad markante opmerking. Zeeland is een landbou wende provincie, zoo vervolg de hij. Tegenover de rond 35.000 H.A. grasland, die er op het oogenblik zijn, staan 107.000 H.A. akkergrond en natuurlijk js dat geen toeval. Als een boer grond heeft, die geschikt is voor akkerbouw, zal hij niet zoo gemakkelijk overgaan op veeteelt. Gras landen vindt men over het geheel genomen op minder goeden grond, in Zeeland met name op de oude kernen van de eilanden Schouwen en Dui. veland, Tholen, Zuid-Beveland en Walcheren Daar vindt men wel vee, maar de akkerbouw is in Zeeland toch onbetwist de hoofdzaak in het boerenbedrijf. VERANDERINGEN Deze akkerbouw heeft de laatste laren, mede als gevolg van de Inundatie een opvallen de vêrandering ondergaat». Zomergerst was vroeger een gewas, dat op een betrekkelijk bescheiden plaats stond op de ranglijst der voornaamste ge wassen. Tarwe stond toen bo venaan en op de tweede plaats kwam de suikerbiet. Zeeland immers is eigenlijk de bieten provincie van ons land. Ner gens is de opbrengst per HA. zoo hocg als hier, hetgeen vermoedelijk met hét iets mil dere klimaat verband houdt. Na de suikerbieten kwamen dan de andere gewassen waar onder de aardappel natuurlijk ook een zeer belangrijke rol Tegenwoordig echter is de zomergerst onbetwist aan deji kop. Zij groeit op gronden, die onder water hebben gestaan, behoorlijk, beter dan de tarwe, en de kans is niet denk beeldig, dat de gerst ook in de toekomst een voorname rol zal blijven spelen. Immers: 'de laatste jaren zijn de Nederlandsche bier brouwers er noodgedwongen toe overgegaan om binnen- landsche gerst te gebruiken in plaats van geïmporteerde en zij zyn daarbij tot de ontdek king gekomen, dat de Zeeuw sche zomergerst over voor treffelijke eigenschappen be schikt. Andere provincies kunnen tegen het zeeuwsche product niet concurreeren en zoolang ons land gebrek aan deviezen heeft, zal de gerst dus bij de brouwers goeden af trek vinden. Of men daarna toch weer terug zal keeren tot de buitenlandsche gerst, moet natuurlijk worden afgewacht. DE AARDAPPELTEELT. Is dus de tarwe van de eer ste naar de tweede plaats ge drongen. ook de suikerbiet heeft zich niet kunnen hand haven en staat thans op de vierde plaats. De aardappel daarentegen is een plaats ge stegen en is ru no. 3. Dit is des te merkwaardiger, Zeeuwsche product zeer zeker niet vooruit is gegaan. Wat is het geval? Voor den oorlog werden in Zeeland de fyne soorten con sumptieaardappelen verbouwd. Zeeuwsche bonten en blauwen waren in de groote bevolkings centra van ons land gewild. Tijdens den oorlog was er echter sterker behoefte oan veel, dan aan goede aardappe len en het verschil in prijs tus- schen de fijne en de grovere aardappelen werd zoo gering, dat de boeren wel gedwongen waren op de grovere soorten over te gaan. Het gevolg is geweest, dat de fyne Zeeuw, sche aardappelsoorten nauwe lijks meer verbouwd worden, Of de vraag ernaar later terug zal keeren, is onzeker. Een goed teeken evenwel is, ''at de boeren voor zichzelf nog wel de fijne aardappelsoorten zijn bleven verbouwen. Hun smaak is op peil gebleven, terwijl het groote publiek tijdens den oor log geleerd heeft met mindere kwaliteit genoegen te nemen. Vermelding verdient voorts, dat de teelt van pootaardappe- len vergeleken by "roeger is toegenomen. De aardappel is met dat al een van de hoofd gewassen van Zeeland geble ven. ANDERE GEWASSEN. Na de suikerbieten zyn de haver, de klaver, de voeder bieten, het vlas, de erwten en de boonen de voornaamste Zeeuwsche landbouwproduc ten. Maar een gewas is er toch nog, dat hier zeer zeker niet onvermeld mag blyven. De Zeeuwsche uien Zeeland en Flakkee zjjn in Nederland de eigenlijke teelL gebieden van de uien. En ook dit terecht gerenommeerde product heeft zyn eigenaardig heden. Uien zyn n.L het gewas, dat veel werk vereischt en het komt in Zeeland dan ook veel voor. dat de boeren en hun arbeiders dit gewas in zooge- naamden „deelbouw" verbou wen. De boer zorgt dan voor opdat de kwaliteit van het den grond, voor de bewerking daarvan, voor het zaaien en bemesten, de arbeider zorgt voor de verpleging en het oog sten. De opbrengst wordt door boer en arbeiders gedeeld. VOORUITSTREVEND CONSERVATIEF. De Zeeuwsche boer is voor uitstrevend-conservatief of conservatief-vooruitstrevend, hoe men het noemen wil. Hij begaat geen waagstukken, maakt geen dolle sprongen, maar dit neemt niet weg, dat hij met zijn tijd meegaat en zeker niet achterblijft bij de boeren in de andere provincies. Tot eer van den Zeeuwschen boer strekt cok, dat zijn land over het geheel genomen „schooner" is, dan elders. Men vindt er minder onkruid In. Daartegenover staat, dat de mestbewarlng nog wel eens wat te wenschen overlaat en dat men, als men den vreem deling een indruk wil geven van den landbouw in Zeeland, men er niet zelden verstandig aan doet om uit de buurt van de mestvaalt te blijven Meen niet. dat dit altijd een voordeeltje is voor den arbei der! Uien zijn een „speculatief" gewas, dat het eene jaar veel, het andere niets op kan bren gen en dat zelfs in een enkel seizoen nog aan zeer sterke prysschommelingen onderhevig kan zijn Wellicht dat ook hier. om de voorkeur wordt gegeven aan gedeelde winst enge deeld risico. Mag het bovenstaande be schouwd worden als een op somming van hetgeen karakte ristiek is voor den Zeeuwschen akkerbouw, belangwekkend is ook de karakteristiek van den Zeeuwschen boer zooals wij cue van onzen t t oordeelen be voegden zegsman te hooren kregen. De Zeeuwsche boer houdt van middelgroote bedrijven, zoo van een 40 50 H.A. De meeste zijn echter kleiner, vooral op Walcheren en het grootste landbouwbedrijf in Zeeland is de Wilhelminapol- der, die 1500 H.A. bouwland omvat. Zeeuwsch-Vlaanderen grooten- deels en op Walcheren geheel hebben vernietigd- Op het terrein van de rund veeteelt was de nuttige in vloed van de Z.L.M. onmisken baar. Ik wil slechts wijzen op de aanstelling van een Zuivel- Veeteeltconsulent in 1906 en 't invoeren der melkcontröle in Zeeland door de Z.L.M. om streeks 1900. De varkensfokkerlj in Zee land gaat niet verder dan dö voorziening van de eigen be volking met varkensvleesch, vooral door de zeer uitgebrei de huisslacht in ons gewest. Sedert jaren is het oude Vlaamsche varken vervangen door het Deensche. De voor naamste fokkers zijn aangeslo ten bij het varkensstamboek. De belangstelling voor en dé trap waarop de varkensfokke rij staat zijn matig. Schapen worden nog in be« perkt aantal in kudden gehou den. Weideschapen zijn er wei nig. Op Walcheren bestond nog het melkschaap, dat door de; inundatie met ondergang be dreigd is, maar door tijdig in grijpen gelukkig zal kunnen worden behouden. Men fokt hier overigens het Texelsche schaap dat uitmunt door goe de vleesch- en wolkwaliteit. Dit laatste hebben vele spinsters en breisters in de oorogsjaren misschien leeren waardeeren! De koe van den arbeider, dö geit. speelt in Zeeland een ge wichtige rol. De Zeeuwsche geitenfokkerij is sedert bijna 40 jaar krachtig en model ge organiseerd. Groote resultaten zijn in den loop der jaren be reikt. Overheerschend is nu de witte, ongehoornde, melkrijke landgeit. Op alle Zeeuwsche landbouw bedrijven en bij vele particulie ren houdt men pluimvee. Een echte moderne pluimveeteelt als in Brabant en Limburg. me£ productie voor export komt in Zeeland maar sporadisch voor- De pluimveehouderij op de Zeeuwsche boerderijen staat nog op een betrekkelijk lage trap. Natuurlijk zijn er enkele gunstige uitzonderingen. De groote tentoonstelling in Goes zal een voortreffelijk beeld geven van wat de Zeeuw sche veeteelt tot heden heeft gepresteerd. Voor zoover het de rundveeteelt betreft, zal men rekening moeten houden met de funeste oorlogsgevol gen. De 100-jarige Z.LM. mag veel van het op het gebied van de veeteelt bereikte, aan haar inspanning en arbeid toeschrij ven. Het puikje van de Nederlandsche paarden komt in Goes. Groote belangstelling voor het Concours-Hippique op 6 Juli. Amateur-sport bij uitnemendheid. Hefc Concours-Hippiquewe- zen, zooals dat in Nederland tot ontwikkeling is "gekomen, heeft ook weerklank gevon„ den in Zeeland en zoo heeft voor het eerst in 1945 binnen de grenzen van het Zeeuwsche land eeen Concours Hippique plaats gehad, hetwelk aan spraak kan maken op een plaats in de eerste rijen van de Concoursen-Hippique van beteekenis in ons land. De bedoeling van het Con. cours Hippique is tweeërlei: in de eerste plaats de paar densport in het algemeen te dienen en te helpen bevorde ren en in de tweede plaats den inwoners der provincie een HET LANDBOUW ONDERWIJS. Opvallend is verder en ver heugend tegelijkertijd, dat de belangstelling voor het land bouwonderwijs onder de boeren snel toeneemt. In den loop van de laatste tien jaren is het aantal leerlingen aan de Land-' bouwwinterscholen verdriedub beld, en hetzelfde geldt voor de lagere landbouwscholen. Er wordt zelfs weldra een uit breiding van het aantal i derwysinstellingen verwacht! Ook van de landbouwcursus- sen wordt druk gebruik ge maakt en men mag dus con- stateeren, dat onder de boeren de belangstelling voor vakon derwijs stijgende is. Hetgeen helaas niet zeggen wil, dat alle Zeeuwsche boerenzoons nu ook werkelijk landbouwon derwijs hebben genoten! Maar ook dat komt misschien nog wel eens in orde. In elk geval vormt de boerenstand nog al tijd de ruggegraat van dit ge west. De boeren zijn het ook -■eweest, die onmiddeiyk na le bevrijding de hand aan den ploeg hebben geslagen, vaak onder de allermoeilijkste om standigheden. En al gaat hun weg ook thans nog niet over rozen, al hebben zij met tal van problemen te worstelen, vooral zy' ,wier bedrijf zware oorlogsschade heeft opgeloo- pen. zij versagen niet, maar zetten door om hun deel bij te dragen in den harden stryd, die er gevoerd moet worden om Zeeland weer tot nieuwe welvaart te tnagGO* hoogstaande ontspanning te verschaffen. De sport, die op onze Con coursen Hippique wordt gege. ven. is een hoogstaande spc-t, bij geen enkele sport is het amateurisme zoo ongerept ge bleven als bij deze. Voor een landbouwende be volking als de Zeeuwsche heeft eeen Concours Hippique groo'te bekoring, omdat men, daar kan zien den bouw, de schoonheid en de verrichtin gen van het paard, een van de schoonste dieren der schepping. Nergens meer dan op het Conccurs Hippique komt het juiste wezen van het paard tot uiting. Bij het trekpaard is zulks de robuustheid, de vlotheid en het machtige, dat het eigen is; vandaar dat het zóó wordt aangespannen en voor een zoodanigen wagen, dat ziin kwaliteiten alsdan het meeste en het beste tot uiting worden gebracht. By het tuigpaard komt de elegance, de fraaiheid van lij nen en actie tot uiting en by de rij- en springpaarden ziet men de verrichtingen van, paarden, die zich na jarenlan ge voorbereidingen tot prach tige prestaties hebben opge werkt. Dit alles brengt het publiek in vervoering en dagen en we ken later wordt dan ook op het boerenerf en in de huiska mers van stad en land nog over deze prestaties gespro ken. Op het Concours Hippique, dat op 6 Juli, ter eere van het honderdjarig bestaan der Z.L.M. en ter opluistering van de Prov. landbouwtentoon stelling in Goes gehouden zal worden, zullen paarden uit al le deelen van Nederland ver schijnen en aan de Zeeuwsche bevolking zal getoond worden de bloem van onzen nationa- len paarden stapel, n.l. trek paarden tuigpaarden hack neys, rtf-, jacht- en spring paarden. Elk paard kan men beoor- deelen en bewonderen in zijn soort en kwaliteiten; op het sportveld denkt men niet aan fokrichting; daar bewondert men alleen de prestaties van rijders. ruiters en üa arden, waardoor men een juist in zicht verkrijgt van al datgene, wat op dit gebied in Neder land, dus ook in Zeeland, ge- daan kan worden.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1946 | | pagina 10