PROVINCIALE ZEEUW5CHE COURANT
Het rapport van
prof. Gerbrandy verschenen
Oud-Minister-President
de Geer scherp becritiseerd
Steeds grooter moeilijkheden in Parijs.
De herdenking van onze bevrijding.
Wat de parlementaire commissie over
Indië rapporteert.
Hoofdredacteur G. Bnlllntijn (mot
retlactloneele medewerking van dr-
U'. If. Beekenkamp)i Uitgave: StU-h.
ting P.Z.C.. Middelburg. Druk: firma
F. van dc Velde Jr., Vlissingen.
Commissie van Bijstand L. van
Leeuwen. Ds, M. L. W. Schoch. Vlis-
Singen.
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon
en feestdagen.
WAARIN OPGENOMEN DE MIDDELBURGSCHE, VLISSiNGSCHE, GOESCHE EN BRESKhNSCHE COURANT
Maandag 6 Mei 1940
189e Jaargang Nummer 104
ABONNEMENTSPRIJS 25 cent per
week, 3.20 per kwartaal, iranco
per post, 3-45 per kwartaal.
Losse nummers 5 cent. ADVER
TENTIEPRIJS 12 cent per mm-,
minimum per advertentie f <-•
Bureaux gevestigd Ie Vlining.n Walslmat 58-60. 1,1. in (2 lijnen): Middelburg Londensehe Kaai 29. tel 2077 en 2924. Ones: Turlk.de 15. lel. 2475 Oostbnrg Oratemaslraal 3. Terneuien: Brouwerijs!,aal 2. Postrekening r; 359300 P.Z.C.. Middelburg.
Vragen, die niet
beantwoord werden.
Een regen van belangrijke
documenten daalt, juist nu
het Nederlandsche volk eeni-
ge belangstelling voor de na
derende verkiezingen aan den
dag gaat leggen, neer over
ons land. Donderdag kwam
de regeeringsverklaring over
de Indische politiek in de
Tweede Kamer. Vrijdag volgde
het rapport van de parlemen
taire commissie, die een be
zoek aan Indië heeft ge
bracht. Thans is er het lang
verbeide memorandum van
prof. Gerbrandy over het be
leid der Nederlandsche regee
ring in Londen waarvan het
A.N.P. een uittreksel heeft
gepubliceerd.
Een definitief oordeel over
dit document, dat met bijla
gen 250 pagina's omvat, kan
vanzelfsprekend eerst gegeven
worden als men den volledi-
gen tekst bestudeerd heeft.
Men mag echter aannemen,
dat het A.N.P. de essentieele
punten heeft openbaar ge
maakt en als men van dit
uittreksel kennis heeft ge
nomen en nagaat, wat men
nu eigenlijk van prof. Ger
brandy had willen weten, dan
blijkt, dat er helaas nog al
tijd vele vragen onbeantwoord
zijn gebleven.
De sluier van geheimzin
nigheid, die steeds over het
beleid der Londensehe regee
ring heeft gehangen, is aller
minst weggenomen. Zeker: de
affaire-de Geer is nu uit de
doeken gedaan en de man,
die in de Meidagen van 1940
de leiding in handen had van
staat en volk, blijkt een klein
moedige defaitist te zgn ge
weest, die alle aanspraak op|
de achting van ons volk een
voudig verspeeld heeft, voor
goed.
Minister de Geer is een de
serteur, een vaandelvluchtige,
een man, die in een der moei
lijkste oogenblikken van den
strijd kleinmoedig het hoofd
wilde buigen voor den onder
drukker. Ieder woord, dat
men aan deze trieste figuur
besteedt, is verspild. Slechts
rijst de vraag, of het geen
tijd wordt, dat deze ridder
van de droevige figuur ter
verantwoording wordt geroe
pen.
Maar verder laat dit me
morandum van prof. Ger
brandy vele vragen onbeant
woord. Zeer weinig wordt ont
huld over de wijze, waarop de
regeering tijdens de bezetting
geheim contact met het Ne
derlandsche volk heeft trach
ten te onderhouden, welke
maatregelen zij heeft geno
men om op beslissende mo
menten leiding te kunnen ge
ven aan ons volk, leiding die
destijds vaak ontbroken heeft.
Niets wordt er practisch in
medegedeeld over de destijds
beloofde maatregelen om de
bevrijding van ons volk te be
spoedigen, maatregelen, van
welker effect wij weinig heb
ben bespeurd. Er werd beloofd,
dat alles gedaan zou worden
om na de bevrijding onmid
dellijk den nood van ons volk
te lenigen. Er wordt niets
medegedeeld over wat er ge
daan werd om de verzetsbe
weging voldoende te steunen
en voldoende te bewapenen.
Als er in 1944 eens een beter
georganiseerd, beter toegerust
ondergrondsch leger had ge
reed gestaan, toen op en na
Dollen Dinsdag alles wat
Duitscher of N.S.B.'er was in
paniek geraakte en hals over
kop de beenen nam! Wellicht
zou dan ons land zichzelf heb
ben kunnen bevrijden, wellicht
zou het heldendrama van
Arnhem zich niet hebben, vol
trokken. Wellicht zou het
Nederlandsche volk den hon
gerwinter bespaard gebleven
zijn. Wellicht zouden de mas
sadeportaties, die ontelbaren
het leven hebben gekost, dan
niet plaats hebben gehad
Als er na de bevrjjding van
het Zuiden onmiddellijk en
energiek begonnen was met
de vorming van een eigen vrij
willigersleger, zou er in den
zomer van 1945 een heel wat
sterker leger gereed hebben
gestaan om naar Indië te
gaan, dan nuZou de si
tuatie zich dan niet anders
hebben ontwikkeld?
Al deze punten big ven in
het memorandum van prof.
Gerbrandy onaangeroerd.
Prof. Gerbrandy heeft ver
slag uitgebracht over zijn be
leid. Maar op de critiek, die
er op zijn beleid is uitgeoefend
en die hem toch niet onbekend
zal zgn, is hij niet ingegaan.
Althans- het blijkt niet uit
het uitvoerige uittreksel, dat
het A.N.P. publiceert.
Het is daarom te hopen,
dat het komende parlemen
taire debat over deze aange
legenheid, deze vragen niet
onaangeroerd laat.
Overigens: prof. Gerbrandy
heeft de onderscheiding, die
hem thans verleend werd, ver
diend. Hij heeft besluiten doen
nemen, die van historische
beteekenis waren. Mede aan
hem is het te danken, dat Ne
derland thans een eervolle
plaats inneemt temidden der
volkeren. Daarvoor komt hem
een eeresaluut zeer zeker toe.
Ook al bleven vele vragen
onbeantwoord.
Het Regeeringsbeleld
te Londen.
Thans is aan de Staten-
Generaal toegezonden het
rapport, door prof. mr. P. S.
Gerbrandy, op verzoek van de
regeeiing samengesteld, met
betrekking tot het in Londen
gedurende de oorlogsjaren ge
voerde beleid aan welk rap
port wij het volgende ontlee-
nen.
DE MEI-DAGEN VAN 1940
Op den dag van den inval,
10 Mei 1940, besloot het ka
binet in zijn met spoed bij
eengeroepen vergadering, de
ministers van buitenlandsche
zaken en van koloniën, de
heeren van Klef fens en wel.
ter, af te vaardigen naar
Londen en Parijs om het noo-
dige contact met de verbon
den regeeringen op te nemen.
De minister-president, de
heer de Geer, was Vrijdagavond
en Zaterdagavond telkens naar
zgn woning vertrokken, ten
einde 's nachts thuis te zijn.
Op Zondagavond 12 Mei
1940 was de heer de Geer,
ondanks sterken aandrang op
hem uitgeoefend, niet bereid
met de andere ministers in
het gebouw aan het Bezui
denhout te blijven, maar ver
liet als tevoren zyn collega's,
ten einde thuis te zijn.
In de vergadering, die in
den loop van den nacht en
den ochtend gehouden werd,
werd geen formeele kabinets
beslissing genomen tot een
collectief verplaatsen van het
kabinet; in de voortgezette
vergadering te Hoek van Hol
land werd, nadat met name
de heer Dgxhoorn den heer
de Geer op de noodzaak daar
van had gewezen, zulk een be
slissing wel genomen en alle
ministers hebben zich naar de
ze beslissing gevoegd.
H.M. de Koningin vertrok
in den loop van Maandag
ochtend 13 Mei haar Hóek
van Holland en in den loop
van den dag met een torpedo
jager naar Engeland. Het
vertrek van het kabinet vond
in den avond van dien dag
plaats.
De beteekenis van de daad
van Koningin en kabinet kan
wanneer men let op wat aan
andere staten (België en
Frankrijk bijv.) in den oor
log wedervoer, niet spoedig
te hoog worden aangeslagen.
Het leidend beginsel is ge
weest: er behoort een volle
dig officieel erkende wettige
Nederlandsche regeering te
zijn, die den strijd van het
Koninkrijk der Nederlanden
aan geallieerde zijde, met al
de haar ten dienste staande
middelen, tot het zegevierend
eind volvoert en die ondertus-
schen alles doet, wat een wet
tige regeering betaamt.
DE HOUDING VAN
MINISTER DE GEER.
De leiding door den heer
de Geer gegeven in de moei
lijke dagen van 10 tot 14 Mei
1940, was niet krachtig. In
Londen manifesteerde zich
spoedig 'n onduidelijke houd'ng
die naar later bleek, neigde
tot een compromis met den
vijand, zoodat de ambtgenoo-
ten, die hem afmaten naar
zijn staatkundige loopbaan en
groote technische kennis, in
hun vertrouwen werden ge
schokt
Langzamerhand werd de
positie van den heer de Geer
onhoudbaar. Driemaal kwam
jebruik makende van het
vertrouwen dat de regee
ring in hem stelde zijn bereid
heid om naar Indië te gaan,
benut als middel om naar Ne
derland te vertrekken, on
danks de meest ernstige ver.
togen, namens de regeering
tot hem gericht. Ook heeft
hij nog contact met den vjj-
and gezocht, ten einde zijn
opzet te volvoeren. Prol;. Ger
brandy merkte hierbij op, dat
pas door het verloop der fei
ten de regeering te Londen
langzaam is gaan begrijpen,
welk spel door den vroegeren
minister-president is gespeeld.
DE KABINETS
WISSELINGEN
De veranderingen in de Re
geering tijdens het verblijf in
Londen worden uitvoerig be
sproken. Door het vertrek van
Grootkruis Nederlandsche Leeuw voor
Prof. Gerbrandy.
In een Vrijdagmiddag te 's-Gravenhage gehouden
bijzondere Ministerraad heeft de voorzitter, prof. ir. W.
Schermerhom, den eveneens aanwezigen oud-Minister-
President, prof. mr. P. S. Gerbrandy, toegesproken en
hem dank en hulde gebracht voor de wijze waarop deze
heeft geholpen het erfgoed van het Koninkrijk dei Ne
derlanden te bewaren. Mede dank zij den nooit versa
genden arbeid van Prof Gerbrandy, heeft ons land een
roemrijke plaats te midden van de strijdende volken
behouden. Hij heeft het vertrouwen gewonnen van
onze geallieerde vrienden. Inderdaad gewonnen, gelijk
men een moeilijke stelling verovert, dank zij zijn gan-
schen persoonlijken inzet en dank zg wat prof Scher-
merhorn wilde noemen: zijn natuurlijke aangeboren
vriendelijke onbuigzaamheid.
Ten slotte deelde de Minister-President mede, dat
H.M Koningin Prof. Gerbrandy heeft geëerd met
de hoogste Nederlandsche civiele onderscheiding, nl.
het Grootkruis van de Orde van den Nederlandschen
Leeuw, welke op het oogenblik door nog slechts vier
personen wordt gedragen: Z.KH, Prins Bemhard, de
oud G.G., jhr. Tjarda van Starkenborgh Stachouwer en
de voorzitter van de Eerste Kamer, mr. W. L baron
de Vos van Steenwijk. Ook generaal Snijders werd des
tijds met deze onderscheiding begiftigd.
hg in de vergadering van den
ministerraad met een of an
deren opzet, gericht op het
vinden van contact met den
vijand.
In zijn eerste onderhoud met
mr. Churchill had hg al ge
suggereerd een soort vrede
van Amiens. De reactie iaat
zich denken.
De ongerustheid van H.M
de Koningin steeg. Tegen het
einde van Augustus 1940
vroeg de heer de Geer ont
slag, zonder dat deze aanvraag
betiteld kou worden als „vrij
willig".
De ministerraad keurde
goed dat de heer de Geer
'n opdracht zou krijgen om in
Ned. Indië een onderzoek in
te stellen, dat vooral op fi
nancieel gebied lag. Op 5
Nov. 19-40 vertrok de heer de
Geer per vliegtuig naar Lissa
bon.
De heer de Geer heeft,
den heer Van Mook naar het
Verre Oosten en door ernstige
ziekte van den minister van
den Broek, ontbrak in De
cember 1944 aan de drie depar
tementen de leiding. Ook wa
ren er zekere verschilpunten
in het kabinet aan den dag
getreden, o.a. betreffende de
verhouding van het militair
gezag tot de regeering, welke
een minister van oorlog aan
leiding gaven zijn ontslag aan
te bieden. Nog moeilijker
werd de positie van het kabi
net, toen in den loop van Ja
nuari ook de heer van den
Tempel ziek werd. Er moest
een uitweg worden gevonden;
de werkkracht van het kabi
net was te zeer verzwakt.
Het heengaan van mr. Bur
ger, de afzonderlijke ontslag
aanvragen van de heeren Al-
barda en van den Tempel heb
ben met de kabinetscrisis van
Januari-Februari 1945 niets
te maken. De ontslagaanvrage
van mr. Burger was veroor
zaakt door het geheel op zich
zelf staande geval, dat door
hem via Herrijzend Nederland
te Eindhoven een radiorede
werd uitgezonden, die naar de
overtuiging van den minister
president rechtdraads inging
tegen de door dezen gedurende
4 jaren gevoerde politiek tot
steun van het Nederlandsche
volk onder de bezetting en tot
schraging van het verzet.
Dat de heeren Albarda en
van den Tempel, na de ont
slagaanvrage van het geheele
kabinet, nog afzonderlijk ont
slag aanvroegen, was gelegen
in het feit, dat zij het optre
den van den minister-presi
dent, die het ontslag van den
heer Burger, zonder dezen ge
legenheid te bieden tot dedrs,
in het kabinet bracht na te
voren reeds de Koningin
hebben voorgelicht over zijn
voornemen, veroordeelden en
dit openlijk wenschten tot uit
drukking te brengen.
HET KABINET VAN
FEBRUARI 1945.
H.M. de Koningin verzocht
prof Gerbrandy op 8 Februa
ri 1945 zich met de formatie
van een nieuw kabinet te be
lasten. De opdracht luidde:
„Vorm een in wezen nieuw
kabinet door opname van
door u uit het Zuiden van
Nederland te kiezen frissche
figuren. Houd door het hand
haven van de figuren, die het
beleid tegenover het buiten
land dragen, de gedachte van
een reconstructie levend. Zorg
dat het nieuwe kabinet een
echt team vormt".
Prof. Gerbrandy verklaarde
in zijn rapport met een be
zwaard hart deze opdracht
aanvaard te hebben, omdat hg
zich, na raadpleging van
ambtgenooten, niet verant
woord achtte, als kapitein het
schip, ondanks he nieuwe van
de bemanning, in den steek te
laten. Men stond midden in de
meest ernstige besprekingen
met de bondgenooten Groot-
Brittannië, de Ver. Staten van
Amerika; het Noorden des
lands lag te zieltogen.
(Zie vervolg pag. 2.)
Het wereldgebeuren.
Triest als overwegend Itali-
aansch, de omgeving als voor
namelijk Sloveensch wordt ge
kenschetst
Biöault wees erop, dat dit
voorstel van volkenkundig
Plechtige woorden tot het Nederlandsche volk.
REDE VAN H.M.
DE KONINGIN.
Nadat men Vrijdagavond
overal in den lande de geval
lenen van onzen vrijheidsstrijd
met even sobere als treffen
de plechtigheden had herdacht,
is Zaterdag dr bevrijding zelf
in alle feestelijkheid gevierd.
Op het exercitieveld op de
Vughterheiöe werd Vrijdag-
middag een plechtige herden
king gehouden in tegenwoor
digheid van H.M. de Ko
ningin, die daarbij een rede
uitsprak en hulde bracht
aan de nagedachtenis van al
len, die in den strijd voor de
goede zaak zijn gevallen.
H.M. wees daarbij op de
groots beteekenis van het ver
zet voor ons volk. Wanneer
het besef, dat het tenslotte
fing om waarden hooger zelfs
an het leven, levend blijft en
door velen wordt uitgedragen,
zal deze geleidelg'k de
maatschappij toch doordrin-
DE INVLOED VAN DE REPUBLIEK TWIJFELACHTIG.
Veel had kunnen
worden voorkomen.
De parlementaire commissie,
welke naar Ned.-Indië is ge
weest om zich daar op de
hoogte te stellen van den toe
stand en het parlement daar
omtrent in te lichten, heeft
thans haar verslag uitge
bracht, waaraan wij ontleenen:
Het meest algemeene, on-(
weersprekelijke feit, waarom
trent geen verschil van ge
voelen bestaat bij welke van
de betrokken partijen dan ook
in geheel Ned.-Indië, is wel
dit, dat het karakter van den
huidigen revolutionnairen toe
stand aldaar beslissend is be
paald door de Japansche be
zetting gedurende bijna 3%
jaar en de daarop onmiddel
lijk gevolgde gebeurtenissen.
De commissie neemt in haar
rapport eerst de toestanden in
beschouwing, zooals die beston
den in de Japansche gevangen
kampen, toestanden, die iede
re beschrijving tarten.
NEDERLANDERS
GENEGEERD.
De ondergrondsche beweging
in Ned.-Indië, welke in de be
zettingsjaren zich heldhaftig
heeft gedragen en waarin
naast Nederlanders vooral
Ambonneezen. doch ook Java
nen deelnamen, heeft na den
oorlog niet de waardeering ge
vonden, waarop zij recht had
Hierdoor is verbittering ge
wekt in de Nederlandsche be
volkingsgroep. Dit is evenzeer
het geval door de wijze, waar
op de geïnterneerde hoogere
ambtenaren en de door hen
verrichtte voorbereidende ar
beid tot overneming van het
bestour na de capitulatie wer
den genegeerd.
De orde zou dan ongetwij
feld gehandhaafd zijn kunnen
worden; de gematigde natio
nale beweging zou volledige
erkenning hebben gevonden,
doch het opkomen van het ex
tremisme en van roovers- er
moordenaarsbenden zou in het
algemeen voorkomen zijn ge
worden. De reden, waarom het
hiertoe niet is gekomen, moet
hierin worden gezocht, dat
reeds in de eerste dagen na de
capitulatie een bevel uitging
van Lord Mountbatten, echter
met instemming van de Bris-
bane-regeering, waarin allen
geïnterneerden werd gelast in
de kampen te blijven, onder
scheidenlijk daarheen terug te
keeren.
DE INDISCHE PERS.
Wat het gemis aan vrije
openbare critiek betreft, zegt
de commissie, dat er practisch
geen enkele openbare contróle
op de openbare zaak is, noch
van eenig vertegenwoordigend
lichaam, noch vaai eenig wer
kelijk vrij persorgaan, met dit
gevolg, dat de critiek in beslo
ten kring des te weliger bloeit
en des te minder controleer
baar is.
„Daartegenover staat, dat er
een vrij uitgebreide pers is
van de „Repoeblik Indonesia'
gedrukt op persen en met ma
teriaal van door aanhangers
dier republiek bezette Neder
landsche drukkerijen, welke
niet door hunne rechtmatige
eigenaren mogen worden opge-
eiseht, omdat dit de aanhan
gers der republiek zou „provo.
ceeren".
Er is geen twijfel mogelijk,
of onmiddellijk na de capitu
latie tot diep in de tweede helfl
van September was de houding
der bevolking tegenover de
Nederlandsche geïnterneerden
in dc kampen en tegenover al
le Nederlanders zeer vriend
schappelijk. Op Sumatra was
het beeld niet anders. Toen de
ophitsing eenmaal was begon
nen, kwam er in de tweede
helft van September de reeds
herhaaldelijk geconstateerde
kentering in de houding der
bevolking.
DE BETEEKENIS VAN
DE REPUBLIEK.
Een deel van Bali is het
eepige sLukje in alle buitenge
westen, waar de Repoeblik In
donesia" nog eenigen reëelen
invloed uitoefent. Welke is de
werkelijke beteekenis van de
regeering der „Repoeblik In
donesia" op Java zelf Ten
antwoord op deze vraag dient
er aj dadelijk op gewezen te
worden, dat het westelijk deel
van Java, Bantam, zich van
de republiek heeft losgemaakt.
In an.dere groote deelen van
Java heeft de regeering der
republiek een slechts zeer ge
ringen invloed, zooals telkens
opnieuw blijkt, als zij openlijk
moet erkennen, dat er dingen
gebeuren, waartegen zij mach
teloos staat.
In hoeverre de regeering der
republiek er in Centraal- en
Oost-Java in geslaagd is regel
matiger toestanden in het le
ven te roepen, onttrekt zich
aan elite beoordeeling, omdat
daar geen Nederlanders of
andere Europeanen worden
toegelaten. Ook is het uiter
mate moeilijk te beoordeelen
over welke mate van macht
en invloed de uiteenloopende
stroom ingen in de leiding der
republiek beschikken.
voorts de betrekkingen tus-
schen de onderscheiden bevol
kingsgroepen, In de bevrijde
gebieden begint zich in vrijheid
een partijwezen te ontwikke
len, dat elders niet tot ont
plooiïng kan komen, waar de
organen der „Repoeblik Indo
nesia" het opkomen var. groe
pen, die een andere staatkun
dige oplossing wenschen dan de
100 onafhankelijke repu
bliek, door terrreurmiddeïen
tegengaan.
DE ENGELSCHE
BEZETTING
Beschouwingen worden
voorts in het rapport gewijd
aan de Engelsche bezetting
en de internationale verhou
dingen. Het is de commissie
niet mogen gelukken met ze
kerheid vast te stellen of de
aankomst van generaal Chris-
tison te Batavia met die
uiterst zwakke troepenmacht
geschied is tegen een advies
In van den Engelschen Intel
ligence-Service of van op Java
uit de lucht gelande Rapwi-
teams en op aandrang van Ne
derlandsche zijde om toch zoo
spoedig mogelijk troepen te
zenden, al was het dan ook
nog zoo'n kleine macht.
De commissie beperkt er
zich toe te constateeren, dat.
tijdens haar verblijf in Indië,
dat is volle acht maanden na
de Japansche capitulatie, de
opdracht der Geallieerden aan
de Engelsche bezettende
macht nog altijd niet was uit
gevoerd, hetgeen aan Neder
landsche zijde in Indië groote
ontevredenheid heeft gewekt.
DE REPUBLIEK EN
DE COMMUNISTEN.
De commissie heeft de be
schikking gekregen over gege
vens," waaruit komt vast te
staan, dat er verbindingen be
staan tusschen de „Repoeblik
Indonesia" en communistische
gen. Wg" staan voor de keus
tusschen een betere wereld of
den weg van de ontbinding
en daarbij hebben wij behoefte'
aan innerlijke zekerheid, van
een geestelijken grondslag. H
M. de Koningin wees er ten
slotte op, dat Christus als
grondlegger van dit funda
ment, de wereld de oplossing
geeft van het diepste vraag
stuk, waarvoor zij geplaatst
werd.
RADIOREDE VAN
PROF. SCPERMERHORN.
De minister-president, prof.
ir. W. Schermerhorn, heeft
Vrijdagavond voor de radio
een herdenkingsrede gehouden,
in den strgd tegen het nazi
die in binnen- en buitenland
in den strgd tegen het nazi.
dom zijn gevallen, en ook aan
het Europeesche Jodendom,
aan hetwelk door een tot
waanzin gevoerd volk onden-
bare beestachtigheden werden
bedreven.
Met nadruk wees spr. er op,
dat zg" die vielen hebben ver
wacht, dat in vrij Nederland
de middelen van het recht
opnieuw tot ontwikkeling zou
den worden gebracht en dat
de troebele bron van het
geweld dient te worden ge
stopt.
Ook wees prof. Schermer
horn op het rroote leed, dat
in de Japansche concentratie
kampen, speciaal ook over de
jeugd is gebracht .om daarna
te wijzen op r"e groote verant
woordelijkheid van ons volk
als geheel tegenover alles
wat in Indonesië gebeurt.
De wereld gaat op het
oogenblik langs den afgrond
van de zelfvernietiging. De
menschheid staat op een twee
sprong en wij hebben onver
biddelijk te kiezen, gelijk ook
H.M. de Koningin in Haar
rede te Vught ons nadrukke
lijk voorhield.
OOK PRINSES JULIANA
SPRAK.
Tenslotte heeft ook H K.H.
Prinses Juliana zich tot' ons
volk gericht en wel met een
toespraak, welke gistermiddag
door beide radiozenders werd
uitgezonden.
Daarbij herinnerde H.K.H.
aan het werk, dat de jeugd
in de illegaliteit heeft ver
richt en óp de teleurstelling,
welke thans bg vele jongeren
over den gang van zaken
heerscht. Zij leerden snel han.
delen en beslissen en thans
gaat alles volgens hun gevoel
zoo langzaam. Het land dat
zij vgf jaar lang illegaal dien
den is hun te klein geworden.
Zij willen er uit, naar het bui
tenland. maar Nederland heeft
juist hiér hulp zoo dringend
noodig voor het werk van den
wederopbouw.
De commissie bespreek organisaties in het buitenland.
- In Innsbrück kwam hel
Vrgdag tot relletjes in ver
band met het besluit der Pa-
rijsche ministersconferentie om
Zuid-Tirol Italiaamsch gebied
te laten.
3tandpunt uitgaat en derhalve
rechtvaardig is en steunde,
evenals Bevin, de voorgestelde
OM DE TOEKOMST VAN BR1TSCH INDIË.
Lot van 300 millioen
menschen op het spel,
Er gaat op het oogenblik een
golf van pessimisme door de
Britsche pers. Geen wonder, de
Palestijnsche perikelen, de ko
mende moeilijke besprekingen
in Egypte en Britsch Indië en
de geringe voortgang van de
conferentie te Parijs stellen het
Foreign Office voor een zwa
re taak.
Daarbij komt nog, dat de
groote Amerikaansche leening
van 3% milliard dollars, die
•Engeland financieel weer op de
been moet brengen, nog steeds
niet door den Senaat der V S.
is goedgekeurd. Senator Bark-
ley, een "oorstander van de
leening, is er niet *n geslaagd
een eind te maken aan de ver
tragingstactiek van de tegen
standers 't urenlang onbe
nullige redevoeringen houden
en volgens de Times"
wordt het twijfelachtig, of het
wel goed zal gaan met de fi~
nancieele overeenkomst
Op de ministersconferentie
te faitgs gaat Molotov onver
droten voort met zijn pogingen
om ten koste an liet Britsche
imperium Sowjet-invloed in de
Middellandsche Zee te verkrij
gen. Daardoor is het thans tot
een ernstige crisis gekomen.
Na urenlange beraadslag-'
gen is men e- niet in geslaagd
tot overeenstemming te komen
over de ItaliaanschJoego
slavische grens. Byrnes had
voorgesteld Triest en Veaezia
Giulia aan Italië toe te wijzen
en daarbij de haven van Triest
onder internationaal toezicht te
stellen. Dit is in overeenstem
ming met een rapport van des
kundigen, waarin de 4
regeling.
Molotov echter bleef onver
zettelijk en oefende ernstige
critiek uit Hij noemde de re
geling een'straf voor den Joe-
go-Slavischen bondgenoot en
wenschte de omstreden gebie
den geheel aan Joego-Slavië
toegewezen te Tien.
Nadat hg had laten door
schemeren wel cot concessies
inzake de Italiaansche koloniën
en de herstelbetalingen bereid
te zijn, ontstond een pijnlijke
stilte.
„Ik begrijp niet hoe men
menschen kan verkwanselen
voor iets anders", was het
kernachtige commentaar van
Bevin,
Het coimromis-voorstel van
Byrnes om in het gebied tus
schen de meest Oostelijke door
hem voorgestelde grens en de
meest Westelijke, door M .o-
tov gewilde grens, een volks
stemming te houden, vond niet
veel instemming. Een oplossing
is nog steeds niet in zicht
Intusschen roeren zich zoo
wel Italië als Joego-Slavië.
Beide landen hebben hun ver
tegenwoordigers ter conferen
tie De iSgeering van dit laat
ste" land heeft laten weten, dat
zij zich niet bij een andere dan
de door haar gewenschte grens
zal neerle; gen. In de geallieer
de zones van het betwiste ge
bied zijn knokploegen opge
richt om het Italiaansche
standpunt kracht br! te zetten.
Terwijl in Parijs over de toe
komst van Europa geconfe
reerd wordt, zijn gisteren in
Simla, in India, de besprekin
gen begonnen over de toe
komst van Britsch-Indië, tus
schen drie Engelsche ministers
en vertegenwoordigers der
twee groote Indische partijen.
Zooals men weet, heeft Att-
lee onlangs dit land, men zou
het beter -en werelddeel Kun
nen noemen, de vrijheid gege
ven een "olkomen onafhanke
lijke staat te vormen en daar
bij vrijelijk te beslissen of deze
binnen Y Britsche Gemeene-
best zal blijven.
Het voornaamste allesbe-
heerschenle strijdpunt zal zijn;
Hindoestan of Pakistan.
De sterkst georganiseerde
macht in Jndië is de Congres-
partij, de organisatie van de
Hindoes, met als leider den na
tionalist Pandet Nekru. Hij
wenscht één grooten allesom-
vattenden nieuwen staat met
één grondwet en één centraal
bestuur.
Een militante minderheid
van 100 millioen Mohammeda
nen, georganiseerd in de Mos
lemliga onder leiding van Jin-
nah, verzet zich daartegen uit
vrees, dat één staat de over-
he^rsching zou brengen van de
Hindoes over alle andere gods
diensten.
Daarom wil Jinnah dat deel
van Britsch Indië, waar de
Islam de meerderheid heeft tot
een onafhankelijk Mohamme-
daansch Rijk, Pakistan, maken.
Hij dreigt de wapenen op te
nemen, indien deze eisch niet
wordt ingewilligd.
De eerste besprekingen wa
ren hartelijk en zakelijk Dat
kan erop wgzen, dat er dit keer
meer kans van slagen bestaat
dan in 1943, toen een poging
van sir Stafford Cripps om tot
een oplossing te komen, faalde.
In Simla wordt in de komen
de weken over het lot beslist
van ruim 300 millioen men
schen.
Verlaging van den kaasprijs.
Met ingang van 28 April
is de kaasprijs verlaagd met
30 cL per kg. De 40 pl. kaas
is in prijs met 0.35 verlaagd.
De korstlooze kaas blijft on
gewijzigd in prijs.
Gratie van geringe straffen
uit den bezettingstijd.
Bg gelegenheid van de vie
ring van de bevrijdingsfeesten
op 4 Mei 1946 heeft H.M. de
Koningin gratie verleend van
a. De tijdens de bezetting
uitgesproken, nog niet onder
gane onvoorwaardelijke vrij
heidsstraffen van drie maan
den of minder en nog niet be
taalde onvoorwaardelijke geld
boeten van 500 gulden of min
der, opgelegd voor feiten tij
dens de bezetting gepleegd,
alsmede de nog niet ondergane
of nog niet betaalde gedeelten
van zoodanige straffen.
b. Het nog niet ondergane
gedeelte van tijdens de be
zetting onderbroken vrijheids
straffen, waarvan op het tijd
stip van de onderbreking het
overblijvende gedeelte niet
meer dan drie maanden be
droeg.
In verband met het feit,
dat gedurende de verkie
zingsperiode de dagbla
den 3 x per week in
dubbelen omvang mo
gen uitkomen, verschijnt
de Prov. Zeeuwsche
Crt. heden met 4 pagi
na's.