PROVINCIALE ZEEUW5CHE COURANT Het rapport van prof. Gerbrandy verschenen Oud-Minister-President de Geer scherp becritiseerd Steeds grooter moeilijkheden in Parijs. De herdenking van onze bevrijding. Wat de parlementaire commissie over Indië rapporteert. Hoofdredacteur G. Bnlllntijn (mot retlactloneele medewerking van dr- U'. If. Beekenkamp)i Uitgave: StU-h. ting P.Z.C.. Middelburg. Druk: firma F. van dc Velde Jr., Vlissingen. Commissie van Bijstand L. van Leeuwen. Ds, M. L. W. Schoch. Vlis- Singen. Verschijnt dagelijks, behalve op Zon en feestdagen. WAARIN OPGENOMEN DE MIDDELBURGSCHE, VLISSiNGSCHE, GOESCHE EN BRESKhNSCHE COURANT Maandag 6 Mei 1940 189e Jaargang Nummer 104 ABONNEMENTSPRIJS 25 cent per week, 3.20 per kwartaal, iranco per post, 3-45 per kwartaal. Losse nummers 5 cent. ADVER TENTIEPRIJS 12 cent per mm-, minimum per advertentie f <-• Bureaux gevestigd Ie Vlining.n Walslmat 58-60. 1,1. in (2 lijnen): Middelburg Londensehe Kaai 29. tel 2077 en 2924. Ones: Turlk.de 15. lel. 2475 Oostbnrg Oratemaslraal 3. Terneuien: Brouwerijs!,aal 2. Postrekening r; 359300 P.Z.C.. Middelburg. Vragen, die niet beantwoord werden. Een regen van belangrijke documenten daalt, juist nu het Nederlandsche volk eeni- ge belangstelling voor de na derende verkiezingen aan den dag gaat leggen, neer over ons land. Donderdag kwam de regeeringsverklaring over de Indische politiek in de Tweede Kamer. Vrijdag volgde het rapport van de parlemen taire commissie, die een be zoek aan Indië heeft ge bracht. Thans is er het lang verbeide memorandum van prof. Gerbrandy over het be leid der Nederlandsche regee ring in Londen waarvan het A.N.P. een uittreksel heeft gepubliceerd. Een definitief oordeel over dit document, dat met bijla gen 250 pagina's omvat, kan vanzelfsprekend eerst gegeven worden als men den volledi- gen tekst bestudeerd heeft. Men mag echter aannemen, dat het A.N.P. de essentieele punten heeft openbaar ge maakt en als men van dit uittreksel kennis heeft ge nomen en nagaat, wat men nu eigenlijk van prof. Ger brandy had willen weten, dan blijkt, dat er helaas nog al tijd vele vragen onbeantwoord zijn gebleven. De sluier van geheimzin nigheid, die steeds over het beleid der Londensehe regee ring heeft gehangen, is aller minst weggenomen. Zeker: de affaire-de Geer is nu uit de doeken gedaan en de man, die in de Meidagen van 1940 de leiding in handen had van staat en volk, blijkt een klein moedige defaitist te zgn ge weest, die alle aanspraak op| de achting van ons volk een voudig verspeeld heeft, voor goed. Minister de Geer is een de serteur, een vaandelvluchtige, een man, die in een der moei lijkste oogenblikken van den strijd kleinmoedig het hoofd wilde buigen voor den onder drukker. Ieder woord, dat men aan deze trieste figuur besteedt, is verspild. Slechts rijst de vraag, of het geen tijd wordt, dat deze ridder van de droevige figuur ter verantwoording wordt geroe pen. Maar verder laat dit me morandum van prof. Ger brandy vele vragen onbeant woord. Zeer weinig wordt ont huld over de wijze, waarop de regeering tijdens de bezetting geheim contact met het Ne derlandsche volk heeft trach ten te onderhouden, welke maatregelen zij heeft geno men om op beslissende mo menten leiding te kunnen ge ven aan ons volk, leiding die destijds vaak ontbroken heeft. Niets wordt er practisch in medegedeeld over de destijds beloofde maatregelen om de bevrijding van ons volk te be spoedigen, maatregelen, van welker effect wij weinig heb ben bespeurd. Er werd beloofd, dat alles gedaan zou worden om na de bevrijding onmid dellijk den nood van ons volk te lenigen. Er wordt niets medegedeeld over wat er ge daan werd om de verzetsbe weging voldoende te steunen en voldoende te bewapenen. Als er in 1944 eens een beter georganiseerd, beter toegerust ondergrondsch leger had ge reed gestaan, toen op en na Dollen Dinsdag alles wat Duitscher of N.S.B.'er was in paniek geraakte en hals over kop de beenen nam! Wellicht zou dan ons land zichzelf heb ben kunnen bevrijden, wellicht zou het heldendrama van Arnhem zich niet hebben, vol trokken. Wellicht zou het Nederlandsche volk den hon gerwinter bespaard gebleven zijn. Wellicht zouden de mas sadeportaties, die ontelbaren het leven hebben gekost, dan niet plaats hebben gehad Als er na de bevrjjding van het Zuiden onmiddellijk en energiek begonnen was met de vorming van een eigen vrij willigersleger, zou er in den zomer van 1945 een heel wat sterker leger gereed hebben gestaan om naar Indië te gaan, dan nuZou de si tuatie zich dan niet anders hebben ontwikkeld? Al deze punten big ven in het memorandum van prof. Gerbrandy onaangeroerd. Prof. Gerbrandy heeft ver slag uitgebracht over zijn be leid. Maar op de critiek, die er op zijn beleid is uitgeoefend en die hem toch niet onbekend zal zgn, is hij niet ingegaan. Althans- het blijkt niet uit het uitvoerige uittreksel, dat het A.N.P. publiceert. Het is daarom te hopen, dat het komende parlemen taire debat over deze aange legenheid, deze vragen niet onaangeroerd laat. Overigens: prof. Gerbrandy heeft de onderscheiding, die hem thans verleend werd, ver diend. Hij heeft besluiten doen nemen, die van historische beteekenis waren. Mede aan hem is het te danken, dat Ne derland thans een eervolle plaats inneemt temidden der volkeren. Daarvoor komt hem een eeresaluut zeer zeker toe. Ook al bleven vele vragen onbeantwoord. Het Regeeringsbeleld te Londen. Thans is aan de Staten- Generaal toegezonden het rapport, door prof. mr. P. S. Gerbrandy, op verzoek van de regeeiing samengesteld, met betrekking tot het in Londen gedurende de oorlogsjaren ge voerde beleid aan welk rap port wij het volgende ontlee- nen. DE MEI-DAGEN VAN 1940 Op den dag van den inval, 10 Mei 1940, besloot het ka binet in zijn met spoed bij eengeroepen vergadering, de ministers van buitenlandsche zaken en van koloniën, de heeren van Klef fens en wel. ter, af te vaardigen naar Londen en Parijs om het noo- dige contact met de verbon den regeeringen op te nemen. De minister-president, de heer de Geer, was Vrijdagavond en Zaterdagavond telkens naar zgn woning vertrokken, ten einde 's nachts thuis te zijn. Op Zondagavond 12 Mei 1940 was de heer de Geer, ondanks sterken aandrang op hem uitgeoefend, niet bereid met de andere ministers in het gebouw aan het Bezui denhout te blijven, maar ver liet als tevoren zyn collega's, ten einde thuis te zijn. In de vergadering, die in den loop van den nacht en den ochtend gehouden werd, werd geen formeele kabinets beslissing genomen tot een collectief verplaatsen van het kabinet; in de voortgezette vergadering te Hoek van Hol land werd, nadat met name de heer Dgxhoorn den heer de Geer op de noodzaak daar van had gewezen, zulk een be slissing wel genomen en alle ministers hebben zich naar de ze beslissing gevoegd. H.M. de Koningin vertrok in den loop van Maandag ochtend 13 Mei haar Hóek van Holland en in den loop van den dag met een torpedo jager naar Engeland. Het vertrek van het kabinet vond in den avond van dien dag plaats. De beteekenis van de daad van Koningin en kabinet kan wanneer men let op wat aan andere staten (België en Frankrijk bijv.) in den oor log wedervoer, niet spoedig te hoog worden aangeslagen. Het leidend beginsel is ge weest: er behoort een volle dig officieel erkende wettige Nederlandsche regeering te zijn, die den strijd van het Koninkrijk der Nederlanden aan geallieerde zijde, met al de haar ten dienste staande middelen, tot het zegevierend eind volvoert en die ondertus- schen alles doet, wat een wet tige regeering betaamt. DE HOUDING VAN MINISTER DE GEER. De leiding door den heer de Geer gegeven in de moei lijke dagen van 10 tot 14 Mei 1940, was niet krachtig. In Londen manifesteerde zich spoedig 'n onduidelijke houd'ng die naar later bleek, neigde tot een compromis met den vijand, zoodat de ambtgenoo- ten, die hem afmaten naar zijn staatkundige loopbaan en groote technische kennis, in hun vertrouwen werden ge schokt Langzamerhand werd de positie van den heer de Geer onhoudbaar. Driemaal kwam jebruik makende van het vertrouwen dat de regee ring in hem stelde zijn bereid heid om naar Indië te gaan, benut als middel om naar Ne derland te vertrekken, on danks de meest ernstige ver. togen, namens de regeering tot hem gericht. Ook heeft hij nog contact met den vjj- and gezocht, ten einde zijn opzet te volvoeren. Prol;. Ger brandy merkte hierbij op, dat pas door het verloop der fei ten de regeering te Londen langzaam is gaan begrijpen, welk spel door den vroegeren minister-president is gespeeld. DE KABINETS WISSELINGEN De veranderingen in de Re geering tijdens het verblijf in Londen worden uitvoerig be sproken. Door het vertrek van Grootkruis Nederlandsche Leeuw voor Prof. Gerbrandy. In een Vrijdagmiddag te 's-Gravenhage gehouden bijzondere Ministerraad heeft de voorzitter, prof. ir. W. Schermerhom, den eveneens aanwezigen oud-Minister- President, prof. mr. P. S. Gerbrandy, toegesproken en hem dank en hulde gebracht voor de wijze waarop deze heeft geholpen het erfgoed van het Koninkrijk dei Ne derlanden te bewaren. Mede dank zij den nooit versa genden arbeid van Prof Gerbrandy, heeft ons land een roemrijke plaats te midden van de strijdende volken behouden. Hij heeft het vertrouwen gewonnen van onze geallieerde vrienden. Inderdaad gewonnen, gelijk men een moeilijke stelling verovert, dank zij zijn gan- schen persoonlijken inzet en dank zg wat prof Scher- merhorn wilde noemen: zijn natuurlijke aangeboren vriendelijke onbuigzaamheid. Ten slotte deelde de Minister-President mede, dat H.M Koningin Prof. Gerbrandy heeft geëerd met de hoogste Nederlandsche civiele onderscheiding, nl. het Grootkruis van de Orde van den Nederlandschen Leeuw, welke op het oogenblik door nog slechts vier personen wordt gedragen: Z.KH, Prins Bemhard, de oud G.G., jhr. Tjarda van Starkenborgh Stachouwer en de voorzitter van de Eerste Kamer, mr. W. L baron de Vos van Steenwijk. Ook generaal Snijders werd des tijds met deze onderscheiding begiftigd. hg in de vergadering van den ministerraad met een of an deren opzet, gericht op het vinden van contact met den vijand. In zijn eerste onderhoud met mr. Churchill had hg al ge suggereerd een soort vrede van Amiens. De reactie iaat zich denken. De ongerustheid van H.M de Koningin steeg. Tegen het einde van Augustus 1940 vroeg de heer de Geer ont slag, zonder dat deze aanvraag betiteld kou worden als „vrij willig". De ministerraad keurde goed dat de heer de Geer 'n opdracht zou krijgen om in Ned. Indië een onderzoek in te stellen, dat vooral op fi nancieel gebied lag. Op 5 Nov. 19-40 vertrok de heer de Geer per vliegtuig naar Lissa bon. De heer de Geer heeft, den heer Van Mook naar het Verre Oosten en door ernstige ziekte van den minister van den Broek, ontbrak in De cember 1944 aan de drie depar tementen de leiding. Ook wa ren er zekere verschilpunten in het kabinet aan den dag getreden, o.a. betreffende de verhouding van het militair gezag tot de regeering, welke een minister van oorlog aan leiding gaven zijn ontslag aan te bieden. Nog moeilijker werd de positie van het kabi net, toen in den loop van Ja nuari ook de heer van den Tempel ziek werd. Er moest een uitweg worden gevonden; de werkkracht van het kabi net was te zeer verzwakt. Het heengaan van mr. Bur ger, de afzonderlijke ontslag aanvragen van de heeren Al- barda en van den Tempel heb ben met de kabinetscrisis van Januari-Februari 1945 niets te maken. De ontslagaanvrage van mr. Burger was veroor zaakt door het geheel op zich zelf staande geval, dat door hem via Herrijzend Nederland te Eindhoven een radiorede werd uitgezonden, die naar de overtuiging van den minister president rechtdraads inging tegen de door dezen gedurende 4 jaren gevoerde politiek tot steun van het Nederlandsche volk onder de bezetting en tot schraging van het verzet. Dat de heeren Albarda en van den Tempel, na de ont slagaanvrage van het geheele kabinet, nog afzonderlijk ont slag aanvroegen, was gelegen in het feit, dat zij het optre den van den minister-presi dent, die het ontslag van den heer Burger, zonder dezen ge legenheid te bieden tot dedrs, in het kabinet bracht na te voren reeds de Koningin hebben voorgelicht over zijn voornemen, veroordeelden en dit openlijk wenschten tot uit drukking te brengen. HET KABINET VAN FEBRUARI 1945. H.M. de Koningin verzocht prof Gerbrandy op 8 Februa ri 1945 zich met de formatie van een nieuw kabinet te be lasten. De opdracht luidde: „Vorm een in wezen nieuw kabinet door opname van door u uit het Zuiden van Nederland te kiezen frissche figuren. Houd door het hand haven van de figuren, die het beleid tegenover het buiten land dragen, de gedachte van een reconstructie levend. Zorg dat het nieuwe kabinet een echt team vormt". Prof. Gerbrandy verklaarde in zijn rapport met een be zwaard hart deze opdracht aanvaard te hebben, omdat hg zich, na raadpleging van ambtgenooten, niet verant woord achtte, als kapitein het schip, ondanks he nieuwe van de bemanning, in den steek te laten. Men stond midden in de meest ernstige besprekingen met de bondgenooten Groot- Brittannië, de Ver. Staten van Amerika; het Noorden des lands lag te zieltogen. (Zie vervolg pag. 2.) Het wereldgebeuren. Triest als overwegend Itali- aansch, de omgeving als voor namelijk Sloveensch wordt ge kenschetst Biöault wees erop, dat dit voorstel van volkenkundig Plechtige woorden tot het Nederlandsche volk. REDE VAN H.M. DE KONINGIN. Nadat men Vrijdagavond overal in den lande de geval lenen van onzen vrijheidsstrijd met even sobere als treffen de plechtigheden had herdacht, is Zaterdag dr bevrijding zelf in alle feestelijkheid gevierd. Op het exercitieveld op de Vughterheiöe werd Vrijdag- middag een plechtige herden king gehouden in tegenwoor digheid van H.M. de Ko ningin, die daarbij een rede uitsprak en hulde bracht aan de nagedachtenis van al len, die in den strijd voor de goede zaak zijn gevallen. H.M. wees daarbij op de groots beteekenis van het ver zet voor ons volk. Wanneer het besef, dat het tenslotte fing om waarden hooger zelfs an het leven, levend blijft en door velen wordt uitgedragen, zal deze geleidelg'k de maatschappij toch doordrin- DE INVLOED VAN DE REPUBLIEK TWIJFELACHTIG. Veel had kunnen worden voorkomen. De parlementaire commissie, welke naar Ned.-Indië is ge weest om zich daar op de hoogte te stellen van den toe stand en het parlement daar omtrent in te lichten, heeft thans haar verslag uitge bracht, waaraan wij ontleenen: Het meest algemeene, on-( weersprekelijke feit, waarom trent geen verschil van ge voelen bestaat bij welke van de betrokken partijen dan ook in geheel Ned.-Indië, is wel dit, dat het karakter van den huidigen revolutionnairen toe stand aldaar beslissend is be paald door de Japansche be zetting gedurende bijna 3% jaar en de daarop onmiddel lijk gevolgde gebeurtenissen. De commissie neemt in haar rapport eerst de toestanden in beschouwing, zooals die beston den in de Japansche gevangen kampen, toestanden, die iede re beschrijving tarten. NEDERLANDERS GENEGEERD. De ondergrondsche beweging in Ned.-Indië, welke in de be zettingsjaren zich heldhaftig heeft gedragen en waarin naast Nederlanders vooral Ambonneezen. doch ook Java nen deelnamen, heeft na den oorlog niet de waardeering ge vonden, waarop zij recht had Hierdoor is verbittering ge wekt in de Nederlandsche be volkingsgroep. Dit is evenzeer het geval door de wijze, waar op de geïnterneerde hoogere ambtenaren en de door hen verrichtte voorbereidende ar beid tot overneming van het bestour na de capitulatie wer den genegeerd. De orde zou dan ongetwij feld gehandhaafd zijn kunnen worden; de gematigde natio nale beweging zou volledige erkenning hebben gevonden, doch het opkomen van het ex tremisme en van roovers- er moordenaarsbenden zou in het algemeen voorkomen zijn ge worden. De reden, waarom het hiertoe niet is gekomen, moet hierin worden gezocht, dat reeds in de eerste dagen na de capitulatie een bevel uitging van Lord Mountbatten, echter met instemming van de Bris- bane-regeering, waarin allen geïnterneerden werd gelast in de kampen te blijven, onder scheidenlijk daarheen terug te keeren. DE INDISCHE PERS. Wat het gemis aan vrije openbare critiek betreft, zegt de commissie, dat er practisch geen enkele openbare contróle op de openbare zaak is, noch van eenig vertegenwoordigend lichaam, noch vaai eenig wer kelijk vrij persorgaan, met dit gevolg, dat de critiek in beslo ten kring des te weliger bloeit en des te minder controleer baar is. „Daartegenover staat, dat er een vrij uitgebreide pers is van de „Repoeblik Indonesia' gedrukt op persen en met ma teriaal van door aanhangers dier republiek bezette Neder landsche drukkerijen, welke niet door hunne rechtmatige eigenaren mogen worden opge- eiseht, omdat dit de aanhan gers der republiek zou „provo. ceeren". Er is geen twijfel mogelijk, of onmiddellijk na de capitu latie tot diep in de tweede helfl van September was de houding der bevolking tegenover de Nederlandsche geïnterneerden in dc kampen en tegenover al le Nederlanders zeer vriend schappelijk. Op Sumatra was het beeld niet anders. Toen de ophitsing eenmaal was begon nen, kwam er in de tweede helft van September de reeds herhaaldelijk geconstateerde kentering in de houding der bevolking. DE BETEEKENIS VAN DE REPUBLIEK. Een deel van Bali is het eepige sLukje in alle buitenge westen, waar de Repoeblik In donesia" nog eenigen reëelen invloed uitoefent. Welke is de werkelijke beteekenis van de regeering der „Repoeblik In donesia" op Java zelf Ten antwoord op deze vraag dient er aj dadelijk op gewezen te worden, dat het westelijk deel van Java, Bantam, zich van de republiek heeft losgemaakt. In an.dere groote deelen van Java heeft de regeering der republiek een slechts zeer ge ringen invloed, zooals telkens opnieuw blijkt, als zij openlijk moet erkennen, dat er dingen gebeuren, waartegen zij mach teloos staat. In hoeverre de regeering der republiek er in Centraal- en Oost-Java in geslaagd is regel matiger toestanden in het le ven te roepen, onttrekt zich aan elite beoordeeling, omdat daar geen Nederlanders of andere Europeanen worden toegelaten. Ook is het uiter mate moeilijk te beoordeelen over welke mate van macht en invloed de uiteenloopende stroom ingen in de leiding der republiek beschikken. voorts de betrekkingen tus- schen de onderscheiden bevol kingsgroepen, In de bevrijde gebieden begint zich in vrijheid een partijwezen te ontwikke len, dat elders niet tot ont plooiïng kan komen, waar de organen der „Repoeblik Indo nesia" het opkomen var. groe pen, die een andere staatkun dige oplossing wenschen dan de 100 onafhankelijke repu bliek, door terrreurmiddeïen tegengaan. DE ENGELSCHE BEZETTING Beschouwingen worden voorts in het rapport gewijd aan de Engelsche bezetting en de internationale verhou dingen. Het is de commissie niet mogen gelukken met ze kerheid vast te stellen of de aankomst van generaal Chris- tison te Batavia met die uiterst zwakke troepenmacht geschied is tegen een advies In van den Engelschen Intel ligence-Service of van op Java uit de lucht gelande Rapwi- teams en op aandrang van Ne derlandsche zijde om toch zoo spoedig mogelijk troepen te zenden, al was het dan ook nog zoo'n kleine macht. De commissie beperkt er zich toe te constateeren, dat. tijdens haar verblijf in Indië, dat is volle acht maanden na de Japansche capitulatie, de opdracht der Geallieerden aan de Engelsche bezettende macht nog altijd niet was uit gevoerd, hetgeen aan Neder landsche zijde in Indië groote ontevredenheid heeft gewekt. DE REPUBLIEK EN DE COMMUNISTEN. De commissie heeft de be schikking gekregen over gege vens," waaruit komt vast te staan, dat er verbindingen be staan tusschen de „Repoeblik Indonesia" en communistische gen. Wg" staan voor de keus tusschen een betere wereld of den weg van de ontbinding en daarbij hebben wij behoefte' aan innerlijke zekerheid, van een geestelijken grondslag. H M. de Koningin wees er ten slotte op, dat Christus als grondlegger van dit funda ment, de wereld de oplossing geeft van het diepste vraag stuk, waarvoor zij geplaatst werd. RADIOREDE VAN PROF. SCPERMERHORN. De minister-president, prof. ir. W. Schermerhorn, heeft Vrijdagavond voor de radio een herdenkingsrede gehouden, in den strgd tegen het nazi die in binnen- en buitenland in den strgd tegen het nazi. dom zijn gevallen, en ook aan het Europeesche Jodendom, aan hetwelk door een tot waanzin gevoerd volk onden- bare beestachtigheden werden bedreven. Met nadruk wees spr. er op, dat zg" die vielen hebben ver wacht, dat in vrij Nederland de middelen van het recht opnieuw tot ontwikkeling zou den worden gebracht en dat de troebele bron van het geweld dient te worden ge stopt. Ook wees prof. Schermer horn op het rroote leed, dat in de Japansche concentratie kampen, speciaal ook over de jeugd is gebracht .om daarna te wijzen op r"e groote verant woordelijkheid van ons volk als geheel tegenover alles wat in Indonesië gebeurt. De wereld gaat op het oogenblik langs den afgrond van de zelfvernietiging. De menschheid staat op een twee sprong en wij hebben onver biddelijk te kiezen, gelijk ook H.M. de Koningin in Haar rede te Vught ons nadrukke lijk voorhield. OOK PRINSES JULIANA SPRAK. Tenslotte heeft ook H K.H. Prinses Juliana zich tot' ons volk gericht en wel met een toespraak, welke gistermiddag door beide radiozenders werd uitgezonden. Daarbij herinnerde H.K.H. aan het werk, dat de jeugd in de illegaliteit heeft ver richt en óp de teleurstelling, welke thans bg vele jongeren over den gang van zaken heerscht. Zij leerden snel han. delen en beslissen en thans gaat alles volgens hun gevoel zoo langzaam. Het land dat zij vgf jaar lang illegaal dien den is hun te klein geworden. Zij willen er uit, naar het bui tenland. maar Nederland heeft juist hiér hulp zoo dringend noodig voor het werk van den wederopbouw. De commissie bespreek organisaties in het buitenland. - In Innsbrück kwam hel Vrgdag tot relletjes in ver band met het besluit der Pa- rijsche ministersconferentie om Zuid-Tirol Italiaamsch gebied te laten. 3tandpunt uitgaat en derhalve rechtvaardig is en steunde, evenals Bevin, de voorgestelde OM DE TOEKOMST VAN BR1TSCH INDIË. Lot van 300 millioen menschen op het spel, Er gaat op het oogenblik een golf van pessimisme door de Britsche pers. Geen wonder, de Palestijnsche perikelen, de ko mende moeilijke besprekingen in Egypte en Britsch Indië en de geringe voortgang van de conferentie te Parijs stellen het Foreign Office voor een zwa re taak. Daarbij komt nog, dat de groote Amerikaansche leening van 3% milliard dollars, die •Engeland financieel weer op de been moet brengen, nog steeds niet door den Senaat der V S. is goedgekeurd. Senator Bark- ley, een "oorstander van de leening, is er niet *n geslaagd een eind te maken aan de ver tragingstactiek van de tegen standers 't urenlang onbe nullige redevoeringen houden en volgens de Times" wordt het twijfelachtig, of het wel goed zal gaan met de fi~ nancieele overeenkomst Op de ministersconferentie te faitgs gaat Molotov onver droten voort met zijn pogingen om ten koste an liet Britsche imperium Sowjet-invloed in de Middellandsche Zee te verkrij gen. Daardoor is het thans tot een ernstige crisis gekomen. Na urenlange beraadslag-' gen is men e- niet in geslaagd tot overeenstemming te komen over de ItaliaanschJoego slavische grens. Byrnes had voorgesteld Triest en Veaezia Giulia aan Italië toe te wijzen en daarbij de haven van Triest onder internationaal toezicht te stellen. Dit is in overeenstem ming met een rapport van des kundigen, waarin de 4 regeling. Molotov echter bleef onver zettelijk en oefende ernstige critiek uit Hij noemde de re geling een'straf voor den Joe- go-Slavischen bondgenoot en wenschte de omstreden gebie den geheel aan Joego-Slavië toegewezen te Tien. Nadat hg had laten door schemeren wel cot concessies inzake de Italiaansche koloniën en de herstelbetalingen bereid te zijn, ontstond een pijnlijke stilte. „Ik begrijp niet hoe men menschen kan verkwanselen voor iets anders", was het kernachtige commentaar van Bevin, Het coimromis-voorstel van Byrnes om in het gebied tus schen de meest Oostelijke door hem voorgestelde grens en de meest Westelijke, door M .o- tov gewilde grens, een volks stemming te houden, vond niet veel instemming. Een oplossing is nog steeds niet in zicht Intusschen roeren zich zoo wel Italië als Joego-Slavië. Beide landen hebben hun ver tegenwoordigers ter conferen tie De iSgeering van dit laat ste" land heeft laten weten, dat zij zich niet bij een andere dan de door haar gewenschte grens zal neerle; gen. In de geallieer de zones van het betwiste ge bied zijn knokploegen opge richt om het Italiaansche standpunt kracht br! te zetten. Terwijl in Parijs over de toe komst van Europa geconfe reerd wordt, zijn gisteren in Simla, in India, de besprekin gen begonnen over de toe komst van Britsch-Indië, tus schen drie Engelsche ministers en vertegenwoordigers der twee groote Indische partijen. Zooals men weet, heeft Att- lee onlangs dit land, men zou het beter -en werelddeel Kun nen noemen, de vrijheid gege ven een "olkomen onafhanke lijke staat te vormen en daar bij vrijelijk te beslissen of deze binnen Y Britsche Gemeene- best zal blijven. Het voornaamste allesbe- heerschenle strijdpunt zal zijn; Hindoestan of Pakistan. De sterkst georganiseerde macht in Jndië is de Congres- partij, de organisatie van de Hindoes, met als leider den na tionalist Pandet Nekru. Hij wenscht één grooten allesom- vattenden nieuwen staat met één grondwet en één centraal bestuur. Een militante minderheid van 100 millioen Mohammeda nen, georganiseerd in de Mos lemliga onder leiding van Jin- nah, verzet zich daartegen uit vrees, dat één staat de over- he^rsching zou brengen van de Hindoes over alle andere gods diensten. Daarom wil Jinnah dat deel van Britsch Indië, waar de Islam de meerderheid heeft tot een onafhankelijk Mohamme- daansch Rijk, Pakistan, maken. Hij dreigt de wapenen op te nemen, indien deze eisch niet wordt ingewilligd. De eerste besprekingen wa ren hartelijk en zakelijk Dat kan erop wgzen, dat er dit keer meer kans van slagen bestaat dan in 1943, toen een poging van sir Stafford Cripps om tot een oplossing te komen, faalde. In Simla wordt in de komen de weken over het lot beslist van ruim 300 millioen men schen. Verlaging van den kaasprijs. Met ingang van 28 April is de kaasprijs verlaagd met 30 cL per kg. De 40 pl. kaas is in prijs met 0.35 verlaagd. De korstlooze kaas blijft on gewijzigd in prijs. Gratie van geringe straffen uit den bezettingstijd. Bg gelegenheid van de vie ring van de bevrijdingsfeesten op 4 Mei 1946 heeft H.M. de Koningin gratie verleend van a. De tijdens de bezetting uitgesproken, nog niet onder gane onvoorwaardelijke vrij heidsstraffen van drie maan den of minder en nog niet be taalde onvoorwaardelijke geld boeten van 500 gulden of min der, opgelegd voor feiten tij dens de bezetting gepleegd, alsmede de nog niet ondergane of nog niet betaalde gedeelten van zoodanige straffen. b. Het nog niet ondergane gedeelte van tijdens de be zetting onderbroken vrijheids straffen, waarvan op het tijd stip van de onderbreking het overblijvende gedeelte niet meer dan drie maanden be droeg. In verband met het feit, dat gedurende de verkie zingsperiode de dagbla den 3 x per week in dubbelen omvang mo gen uitkomen, verschijnt de Prov. Zeeuwsche Crt. heden met 4 pagi na's.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1946 | | pagina 9