PROVINCIALE ZEEUWSCHE COURANT
Hei rappori van
próf. Gerbrandy verschenen
Oud-Minister-President
de Geer scherp becritiseerd
Steeds grooter moeilijkheden in Parijs.
De herdenking van onze bevrijding.
Wat de parlementaire commissie over
Indië rapporteert.
Kc^fdrcJacJeiir 0. ËalUnHJti (met
fédacUoneele medewerking van dr.
W. H. Beekenkanip). Uitgave: Stich
ting P.Z-C.. Middelburg. Druk: tirma
F. van de Velde Jr., Vlisslngen.
Commissie van Bijstand J. L. van
Leeuwen, Ets. M» L* W. Schoch, \tis-
«Ingen.
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon
en feestdagen.
WAARIN OPGENOMEN DE MIDDELBURGSCHE, VLISSINGSCHE, GOESCHE EN BRESKbNSCHE COURANT
Maandag 6 Mei 1946
189e Jaargang; Nummer 104
ABONNEMENTSPRIJS 25 cent per
week, 3.20 peY kwartaal, franco
per post, 3.45 per kW9rta.il.
Losse nummers 5 cent. ADVER
TENTIEPRIJS 12 cent per mm-,
minimum per advertentie t
Bureaux gevestigd te Vlisslngen Walstraat 58-60. tel. 10 (2 lijnen); Middelburg Londensche Kaai 29. tel 2077 en 2924. Goes: Turflcade 15, tel. 2475. Oostburg Gratemastraat 3, Tcrneiuen: Brouwerijstraat 2. Postrekening nr. 359300 P.Z.C., Middelburg.
Vragen, die niet
beantwoord werden.
Een regen van belangrijke
documenten daalt, juist nu
het Nederlandsche volk eeni-
ge belangstelling voor de na
derende verkiezingen aan den
dag gaat leggen, neer over
ons land. Donderdag kwam
de regeerlngsverklaring over
de Indische politiek in de
Tweede Kamer. Vrgdag volgde
het rapport van de parlemen
taire commissie, die een be
zoek aan Indië heeft ge
bracht. Thans is er het lang
verbeide memorandum van
prof. Gerbrandy over het be
leid der Nederlandsche regee
ring ty Londen, waarvan het
A.N.P. een uittreksel heeft
gepubliceerd.
Een definitief oordeel over
dit document, dat met bijla
gen 250 pagina's omvat, kan
vanzelfsprekend eerst gegeven
worden als men den volledi-
gen tekst bestudeerd heeft.
Men mag echter aannemen,
dat het A.N P. de essentieele
punten heeft openbaar ge
maakt en als men van dit
uittreksel kennis heeft ge
nomen en nagaat, wat men
nu eigenlijk van prof. Ger
brandy had willen weten, dan
blijkt, dat er helaas nog al-
tüd vele vragen onbeantwoord
zijn gebleven.
De sluier van geheimzin
nigheid, die steeds over het
beleid der Londensche regee
ring heeft gehangen, is aller
minst weggenomen. Zeker: de
affaire-de Geer is nu uit de
doeken gedaan en de man,
die in de Meidagen van 1940
de leiding in handen had van
staat en volk, blijkt een klein
moedige defaitist te zijn ge
weest. die alle aanspraak op
de achting van ons volk een
voudig verspeeld heeft, voor
goed.
Minister de Geer is een de
serteur, een vaandelvluchtige,
een man. die in een der moei
lijkste oogenblikken van den
strijd kleinmoedig het hoofd
wilde buigen voor den onder
drukker. Ieder woord, dat
men aan deze trieste figuur
besteedt, is verspild. Slechts
rijst de vraag, of het geen
thd wordt, dat deze ridder
van de droevige figuur ter
verantwoording wordt geroe
pen.
Maar verder laat dit me
morandum van prof. Ger-
brandy vele vragen onbeant
woord. Zeer weinig wordt ont
huld over de wgze, waarop de
regeering tijdens de bezetting
geheim contact met het Ne
derlandsche volk heeft trach
ten te onderhouden, welke
maatregelen zij heeft geno
men om op beslissende mo
menten leiding te kunnen ge
ven aan ons volk, leiding die
destijds vaak ontbroken heeft.
Niets wordt er practisch in
medegedeeld over de destjjds
beloofde maatregelen .om de
bevrijding van ons volk te be
spoedigen, maatregelen, van
welker effect wij weinig heb
ben bespeurd. Er werd beloofd,
dat alles gedaan zou worden
om na de bevrijding onmid
dellijk den nood van ons volk
te lenigen Er wordt niets
medegedeeld over wat er ge
daan werd om de verzetsbe
weging voldoende te steunen
en voldoende te bewapenen.
Als er in 1944 eens een beter
georganiseerd, beter toegerust
ondergrondsch leger had ge
reed gestaan, toen op en na
Dollen Dinsdag alles wat
Duitscher of N.S.B.'er was In
paniek geraakte en hals over
kop de beenen nam! Wellicht
zou dan ons land zichzelf heb
ben kunnen bevrijden, wellicht
zou het heldendrama van
Arnhem zich niet hebben vol
trokken. Wellicht zou het
Nederlandsche volk den hon
gerwinter bespaard gebleven
zgn. Wellicht zouden de mas
sadeportaties, die ontelbaren
het leven hebben gekost, dan
piet plaats hebben gehad
Als er na de bevrijding van
het Zuiden onmiddellijk en
energiek begonnen was met
de vorming van een eigen vrij
willigersleger, zou er in den
zomer van 1945 een heel wat
sterker leger gereed hebben
gestaan om naar Indië te
faan, dan nuZou de si-
uatie zich dan niet anders
hebben ontwikkeld?
Ai deze punten blijven in
het memorandum van prof.
Gerbrandy onaangeroerd.
Pref. Gerbrandy heeft ver
slag uitgebracht over zijn be
leid. Maar op de critiek, die
er op zijn beleid is uitgeoefend
en die hem toch niet onbekend
zal zgn, is hij niet ingegaan.
Althans: het biykt niet uit
het uitvoerige uittreksel, dat
het A.N.P. publiceert.
Het is daarom te hopen,
dat het komende parlemen
taire debat over deze aange
legenheid, deze vragen niet
onaangeroerd laat.
Overigens: prof. Gerbrandy
heeft de onderscheiding, die
hem thans verleend werd, ver
diend. Hij heeft besluiten doen
nemen, die van historische
beteekenis waren. Mede aan
hem is het te danken, dat Ne
derland thans een eervolle
plaats inneemt temidden der
volkeren. Daarvoor komt hem
een eeresaluut zeer zeker toe.
Ook al bleven vele vragen
Onbeantwoord.
Het Regeerlngsbeleid
te Londen.
Thans is aan de Staten-
Generaal toegezonden het
rapport, door prof. mr. P. S.
Gerbrandy, op verzoek van de
regeeiing samengesteld, met
betrekking tot het in Londen
gedurende de oorlogsjaren ge
voerde beleid aan welk rap
port wij het volgende ontlee-
nen.
DE MEI-DAGEN VAN 1940
Op den dag van den inval,
10 Mei 1940, besloot het ka
binet in zijn met spoed bij
eengeroepen vergadering, de
ministers van buitenlandsche
zaken en van koloniën, de
heeren van Kleffens en Wei
ter, af te vaardigen naar
Londen en Parijs om het noo-
dige contact met de verbon
den regeeringen op te nemen.
De minister-president, de
heer de Geer, was Vrijdagavond
en Zaterdagavond telkens naar
zijn woning vertrokken, ten
einde 's nachts thuis te zijn.
Op Zondagavond 12 Mei
1940 was de heer de Geer,
ondanks sterken aandrang op
hem uitgeoefend, niet bereid
met de andere ministers in
het gebouw aan het Bezui-
denhout te blijven, maar ver
liet als tevoren zgn collega's,
ten einde thuis te zyn.
In de vergadering, die in
den loop van den nacht'eu
den ochtend gehouden werd,
werd geen formeele kabinets
beslissing genomen tot een
collectief verplaatsen van het
kabinet; in de voortgezette
vergadering te Hoek van Hol
land werd, nadat met name
de heer Dijxhoorn den heer,
de Geer op de noodzaak daar
van had gewezen, zulk een be
slissing wel genomen en alle
ministers hebben zich naar de-
beslissing gevoegd.
H.M. de Koningin vertrok
in den loop van Maandag
ochtend 13 Mei naar Hoek
van Holland en in den loop
van den dag met een torpedo
jager naar Engeland. Het
vertrek van het kabinet vond
in den avond van dien dag
plaats.
De beteekenis van de daad
van Koningin en kabinet kan,
wanneer men let op wat aan
andere staten (België en
Frankrijk bjjv.) in den oor
log wedervoer, niet spoedig
te hoog worden aangeslagen
Het leidend beginsel is ge-
eest: er behoort een volle
dig officieel erkende wettige
Nederlandsche regeering te
zijn, die den strijd van het
Koninkrijk der Nederlanden
aan geallieerde zijde, met al
de haar ten dienste staande
middelen, tot het zegevierend
eind volvoert en die ondertus-
schen alles doet, wat een wet-
tige regeering betaamt.
DE HOUDING VAN-
MINISTER DE GEER.
De leiding door den heer
de Geer gegeven in de moei
lijke dagen van 10 tot 14 Mei
1940, was niet krachtig. In
Londen manifesteerde zich
spoedig 'n onduidelgke hour ng
die naar later bleek, neigde
tot een compromis met den
vgand, zoodat de ambtgenoo-
ten, die hem afmaten naar
zijn staatkundige loopbaan en
groote technische kennis, in
hun vertrouwen werden ge
schokt.
Langzamerhand werd de
positie van den heer de Geer
onhoudbaar. Driemaal kwam,
gebruik makende van het
vertrouwen dat de regee
ring in hem stelde zijn bereid
heid om naar Indië te gaan,
benut als middel om naar Ne
derland te vertrekken,
danks de meest ernstige ver
togen, namens de regeering
tot hem gericht. Ook heeft
hg nog contact met den vg-
and gezocht, ten einde zijn
opzet te volvoeren. Prof. Ger
brandy merkte hierbg op, dat
pas door het verloop der fei
ten de regeering te Londen
langzaam is gaan begrijpen,
welk spel door den vroegeren
minister-president is gespeeld.
DE KABINETS
WISSELINGEN
De veranderingen in de Re
geering tijdens het verblijf in
Londen worden uitvoerig be
sproken. Door het vertrek van
Grootkruis Nederlandsche Leeuw voor
Prof. Gerbrandy.
In een Vrijdagmiddag te 's-Gravenhage gehouden
bijzondere Ministerraad heeft de voorzitter, prof. ir W.
Schermerhorn, den eveneens aanwezigen oud-Minis'ter-
President, prof. mr. P. S. Gerbrandy, toegesproken en
hem dank en hulde gebracht voor de wijze waarop deze
heeft geholpen het erfgoed van het Koninkrijk dei Ne
derlanden te bewaren. Mede dank zij den nooit versa
genden arbeid van Prof Gerbrandy, heeft ons land een
roemrijke plaats te midden van de strijdende volken
behouden. Hij heeft het vertrouwen gewonnen van
onze geallieerde vrienden. Inderdaad gewonnen, gelijk
men een moeilijke stelling verovert, dank zij zijn gan-
schen persoonlijken inzet en dank zg wat prof Scher
merhorn wilde noemen: zijn natuurlijke aangeboren
vriendelijke onbuigzaamheid.
Ten slotte deelde de Minister-President mede, dat
H.M Koningin Prof. Gerbrandy heeft geëerd met
de hoogste Nederlandsche civiele onderscheiding, nl.
het Grootkruis van de Orde van den Nederlandschen
Leeuw, welke op het oogenblik door nog slechts vier
personen wordt gedragen: Z.K H. Prins Bernhard, de
oud G.G., jhr. Tjarda van Starkenborgh Stachouwer en
de voorzitter van de Eerste Kamer, mr. VV. L baron
de Vos van Steenwijk. Ook generaal Snijders werd des
tijds met deze onderscheiding begiftigd
hg in de vergadering van den
ministerraad met een of an
deren opzet, gericht op het
vinden van contact met den
vijand.
In zijn eerste onderhoud met
mr. Churchill had hij al ge
suggereerd een soort vrede
van Amiens. De reactie laat
zich denken.
De ongerustheid van H.M
de Koningin steeg. Tegen het
einde van Augustus 1940
vroeg de heer de Geer ont
slag, zonder dat deze aanvraag
betiteld kou worden als „vrij
willig".
De ministerraad keurde
goed dat de heer de Geer
'n opdracht zou krijgen om in
Ned. Indië een onderzoek in
te stellen, dat vooral op fi
nancieel gebied lag. Op 5
Nov. 1940 vertrok de heer de
Geer per vliegtuig naar Lissa
bon.
De heer de Geer heeft,;
den heer Van Mook naar het
Verre Oosten en door ernstige
ziekte van den minister van
den Broek, ontbrak in De
cember 1944 aan de drie depar
tementen de leiding. Ook wa
ren er zekere verschilpunten
in het kabinet aan den dag
getreden, o.a. betreffende de
verhouding van het militair
gezag tot de regeering, welke
een minister van oorlog aan
leiding gaven zijn ontslag aan
te bieden. Nog moeilijker
werd de positie van het kabi
net, toen in den loop van Ja
nuari ook de heer van den
Tempel ziek werd. Er moest
een uitweg worden gevonden;
de werkkracht van net kabi
net was te zeer verzwakt.
Het heengaan van mr. Bur
ger, de afzonderlijke ontslag
aanvragen van de heeren Al-
barda en van den Tempel heb
ben met de kabinetscrisis van
Januari-Februari 1945 niets
te maken. De ontslagaanvrage
van mr. Burger was veroor
zaakt door het geheel op zich
zelf staande geval, dat door
hem via Herrgzend Nederland
te Eindhoven een radiorede
werd uitgezonden, die naar de
overtuiging van den minister
president rechtdraads inging
tegen de door dezen gedurende
4 jaren gevoerde politiek tot
steun van het Nederlandsche
volk onder de bezetting en tot
schraging van het verzet.
Dat de heeren Albarda en
van den Tempel, na de ont
slagaanvrage van het geheele
kabinet, nog afzonderlijk ont
slag aanvroegen, was gelegen
in het feit, dat zij het optre
den van den minister-presi
dent, die het ontslag van den
heer Burger, zonder dezen ge
legenheid te bieden tot dedrs,
in het kabinet bracht na te
voren reeds de Koningin te
hebben voorgelicht over zgn
voornemen, veroordeelden en
dit openlijk wenschten- tot uit
drukking te brengen.
HET KABINET VAN
FEBRUARI 1945.
H.M. de Koningin verzocht
prof Gerbrandy op 8 Februa
ri 194-5 zich met de formatie
van een nieuw kabinet te be
lasten. De opdracht luidde:
„Vorm een in wezen nieuw
kabinet door opname van
door u uit het Zuiden van
Nederland te kiezen frissche
figuren. Houd door het hand
haven van de figuren, die het
beleid tegenover het buiten
land dragen, de gedachte van
een reconstructie levend. Zorg
dat het nieuwe kabinet een
echt team vormt".
Prof. Gerbrandy verklaarde
in zgn rapport met een be
zwaard hart deze opdracht
aanvaard te hebben, omdat hij
zich, na raadpleging van
ambtgenooten, niet verant
woord achtte, als kapitein het
schip, ondanks he nieuwe van
de bemanning, in den steek te
laten. Men stond midden in de
meest ernstige besprekingen
met de bondgenooten Groot-
Brittannië, de Ver. Staten van
Amerika; het Noorden des
lands lag te zieltogen.
(Zie vervolg pag. 2.)
Het wereldgebeuren.
OM DE TOEKOMST VAN BRITSCH INDIË.
Lot van 300 millioen
menschen op het spel.
Er gaat op het oogenblik een
golf van pessimisme door de
Britsche pers. Geen wonder, de
Palestrjnsche perikelen, de ko
mende moeilijke besprekingen
in Egypte en Brit3ch Indië en
de geringe voortgang van de
conferentie te Parijs stellen het
Foreign Office voor een zwa
re taak.
Daarbij komt nog, dat de
groote Amenkaansche leening
van 3% milliard dollars, die
•Engeland financieel weer op de
been moet brengen, nog steeds
niet door den Senaat der V S.
is goedgekeurd. Senator Bark-
ley, een "oorstander van de
leening, is er niet in geslaagd
een eind te maken aan de ver
tragingstactiek van de tegen
standers 't urenlang onbe
nullige redevoeringen houde-
en volgens de .Times'
wordt het twijfelachtig, of het
wel goed zal gaan met de fi-
nancieele overeenkomst
Op de ministersconferentie
te Farijs gaat Moictov onver
droten voort niet zijn pogingen
om ten koste an het Britsche
imperium Sowjet-invloed in de
Middellandsche Zee te verkrg-
gen. Daardoor is het thans tot
een ernstige crisis gekomen.
Na urenlange beraadslag'
gen is men e niet in geslaagd
tot overeenstemming te komen
over de ItaliaanschJoego
slavische grens. Byrnes had
voorgesteld Triest en Venezia
Giulia aan Italië toe te wijzen
en daarbij de haven van Triest
onder internationaal toezicht te
stellen. Dit is in overeenstem
ming met een rapport van des
kundigen, waarin de st-1
Triest als overwegend Itali
aansch. de omgeving als voor
namelijk Sloveensch wordt ge
kenschetst
Bidauit wees erop, dat dit
voorstel van volkenkundig
Plechtige v/oorden tot hel Nederlandsche volk.
REDE VAN
DE KONINGIN.
H.M. gen. Wij staan voor de keus
itir
Nadat men Vrijdagavond
overal in den lande de geval
lenen van onzen vrijheidsstrijd
met even sobere als treffen
de plechtigheden had herdacht,
is Zaterdag d^ bevrijding zelf
in alle feestelgkheid gevierd.
Op het exercitieveld op de
Vughterheide werd Vrijdag
middag een plechtige herden
king gehouden in tegenwoor
digheid van H.M. de Ko
ningin, die daarbij een rede
uitsprak en hulde bracht
aan de nagedachtenis van al.
len, die in den strijd voor de
goede zaak zijn gevallen.
H.M. wees daarbij op de
groote beteekenis van het ver
zet voor ons volk. Wanneer
het besef, dat het tenslotte
ging om waarden hooger zelfs
dan het leven, levend blijft en
door velen wordt uitgedragen,
zal deze geleidelijk de
maatschappij toch doordrin-
DE INVLOED VAN DE REPUBLIEK TWIJFELACHTIG.
Veel had kunnen
worden voorkomen.
De parlementaire commissie,
welke naar Ned.-Indië is ge
weest om zich daar op de
hoogte te stellen van den toe
stand en het parlement daar
omtrent in te lichten, heeft
thans haar verslag uitge
bracht, waaraan wij ontleenen:
Het meest algemeene, on
weersprekelijke feit, waarom
trent geen verschil van ge
voelen bestaat bg welke van
de betrokken partijen dan ook
geheel Ned.-Indië, is wel
dit, dat het karakter van den
huidigen revolutionnalren toe
stand aldaar beslissend is be
paald door de Japansche be
zetting gedurende bijna 3*A
jaar en de daarop onmiddel
lijk gevolgde gebeurtenissen.
De commissie neemt in haar
rapport eerst de toestanden in
beschouwing, zooals die beston
den in de Japansche gevangen
kampen, toestanden, die iede
re beschrijving tarten.
NEDERLANDERS
GENEGEERD.
De ondergrondsche beweging
in Ned.-Indië, welke in de be
zettingsjaren zich heldhaftig
heeft gedragen en waarin
naast Nederlanders vooral
Ambonneezen, doch ook Java
nen deelnamen, heeft na den
oorlog niet de waardeering ge
vonden, waarop zg recht had
Hierdoor is verbittering ge
wekt in de Nederlandsche be
volkingsgroep. Dit is evenzeer
het geval door de wijze, waar
op de geïnterneerde hoogere
ambtenaren en de door hen
verrichtte voorbereidende ar-
'beid tot overneming van het
bestuur na de capitulatie wer
den genegeerd.
De orde zou dan ongetwij
feld gehandhaafd zijn kunnen
worden; de gematigde natio
nale beweging zou volledige
erkenning hebben gevonden,
doch het opkomen van het ex
tremisme en van roovers- en
moordenaarsbenden zou in het
algemeen voorkomen zgn ge
worden. De reden, waarom hei
hiertoe niet is gekomen, moet
hierin worden gezocht, dat
reeds in de eerste dagen na de
capitulatie een bevel uitging
van Lord Mountbatten, echter
met instemming van de Bris-
bane-regeering, waarin allen
geïnterneerden werd gelast in
de kampen te blijven, onder
scheidenlijk daarheen terug te
keeren.
DE INDISCHE PERS
Wat het gemis aan vrije
openbare critiek betreft, zegt
de commissie, dat er practisch
geen enkele openbare contróle
op de openbare zaak is, noch
van eenig vertegenwoordigend
lichaam, noch van eenig wer
kelijk vrij persorgaan, met dit
gevolg, dat de critiek in beslo
ten kring des te weliger bloeit
en des te minder controleer
baar is.
„Daartegenover staat, dat er
een vrij uitgebreide pers is
van de „Repoeblik Indonesia",
gedrukt op persen en met ma
teriaal van door aanhangers
dier republiek bezette Neder
landsche drukkerijen, welke
niet door hunne rechtmatige
eigenaren mogen worden opge-
eischt, omdat dit de aanhan
gers der republiek zou „provo-
ceeren".
Er is geen twgfel mogelijk,
of onmiddellijk na de capitu
latie tot diep m de tweede helft
van September was de houding
der bevolking tegenover de
Nederlandsche geïnterneerden
in de kampen en tegenover al-
le Nederlanders zeer vriend-
schappelijk. Op Sumatra was
het beeld niet anders. Toen de
ophitsing eenmaal was begon
nen, kwam er in de tweede
helft van September de reeds
herhaaldelijk geconstateerde
lteniering in de houding der
bevolking.
DE BETEEKENIS VAN'
DE REPUBLIEK.
Een deel van Bali is het
eenige stukje in alle buitenge
westen, waar de Repoeblik In
donesia" nog eenigen reëelen
invloed uitoefent. Welke is de
werkelijke beteekenis van de
regeering der „Repoeblik In
donesia" op Java zelf Ten
antwoord op deze vraag dient
er al dadelgk op gewezen te
worden, dat het westelijk deel
van Java, Bantam, zich van
de republiek heeft losgemaakt.
In andere groote deelen van
Java "heeft de .regeering der
republiek een slechts zeer ge
ringen invloed, zooals telkens
opnieuw blgkt, als zij openlijk
moet erkennen, dat er dingen
gebeuren, waartegen zij mach
teloos staat.
In hoeverre de regeering dei-
republiek er in Centraal- en
Oost-Java in geslaagd is regel
matiger toestanden in het le
ven te roepen, onttrekt zich
aan elke beoordeeling, omdat
daar geen Nederlanders of
andere Europeanen worden
toegelaten. Ook is het uiter
mate moeilijk te beoordeelen
over welke mate van macht
en Invloed de uiteenloopende
stroom ingen in de leiding der
republiek beschikken,
voorts de betrekkingen tus-
schen de onderscheiden bevol
kingsgroepen, In de bevrijde
gebieden begint zich in vrijheid
een partijwezen te ontwikke
len, dat elders niet tot ont
plooiïng kan komen, waar de
organen der „Repoeblik Indo
nesia" het opkomen van groe
pen, die een andere staatkun
dige oplossing wenschen dan de
100 onafhankelijke repu
bliek, door terrreurmiddelen
tegengaan.
DE EXGELSCHIL
BEZETTING
Beschouwingen worden
voorts in het rapport gewijd
aan de Engelsche bezetting
en de internationale verhou
dingen. Het is de commissie
niet mogen gelukken met ze
kerheid vast te stellen of de
aankomst van generaal Chris-
tison te Batavia met die
uiterst zwakke troepenmacht
geschied is tegen een advies
in van den Engelschen Intel
ligence-Service of van op Java
uit de lucht gelande Rapwi-
teams en op aandrang van Ne
derlandsche zijde om toch zoo
spoedig moge&jk troepen te
zenden, al was het dan ook
nog zoo'n kleine macht
De commissie beperkt er
zich toe te constateeren, dat.
tijdens haai* verblijf in *Indië.
dat is volle acht maanden na
de Japansche capitulatie, de
opdracht der Geallieerden aan
de Engelsche bezettende
macht nog altijd niet was uit
gevoerd, hetgeen aan Neder
landsche zgde in Indië groote
ontevredenheid heeft gewekt.
DE REPUBLIEK EN
DE COMMUNISTEN.
De commissie heeft de be
schikking gekregen over gege
vens. waaruit komt vast te
staan, dat er verbindingen be
staan tusschen de „Repoeblik
Indonesia"
;usschen een betere wereld of
den weg van de ontbinding
en daarbij hebben wij behoefte
aan innerlijke zekerheid, van
een geestelijken grondslag. H
M. de Koningin wees er ten
slotte op, dat Christus als
grondlegger van dit funda
ment, de wereld de oplossing
geeft van het diepste vraag
stuk, waarvoor zij geplaatst
werd.
RADIOREDE VAN
PROF. SCP ERMERHORN
De minister-president, prof.
ir. W. Schermerhorn, heeft
Vrijdagavond voor de radio
een herdenkingsrede gehouden,
in den strgd tegen het nazi
die in binnen- en buitenland
in den strijd tegen het nazi
dom zijn gevallen, en ook aan
het Europeesche Jodendom,
aan hetwelk door een tot
waanzin gevoerd volk onden-
bare beestachtigheden werden
bedreven.
Met nadruk wees spr. er op,
dat zrj die vielen hebben ver
wacht, dat in vrij Nederland
de middelen van het recht
opnieuw tot ontwikkeling zou
den worden gebracht, en dat
de troebele bron van het
geweld dient te worden ge-
StODt.
Ook wees prof. Schermer
horn op het rroote leed, dat
in de Japansche concentratie
kampen, speciaal ook over de
jeugd is gebracht om daarna
te wgzen op r"e groote verant
woordelijkheid van ons volk
als geheel tegenover alles
wat in Indonesië gebeurt.
De wereld gaat op het
oogenblik langs den afgrond
van de zelfvernietiging. De
menschheid staat op een twee
sprong en wg hebben onver
biddelijk te kiezen, gelijk ook
H.M. de Kóningin in Haar
rede te Vught ons nadrukke
lijk voorhield.
OOK PRINSES JULIANA
SPRAK.
Tenslotte heeft ook H K.H.
Prinses Juliana zich tot' ons
volk gericht en wel met een
toespraak, welke gistermiddag
door beide radiozenders werd
uitgezonden.
Daarbij, herinnerde H.K.H.
aan het werk, dat de jeugd
de illegaliteit heeft ver
richt en op de teleurstelling,
welke thans bij vele jongeren
over den gang van zaken
heerscht. Zrj leerden snel han.
delen en beslissen en thans
sraat alles volgens hun gevoel
zoo langzaam. Het land dat
zg vijf jaar lang illegaal dien
den is hun te klein geworden.
Zij willen er uit. naar het bui
tenland. maar Nederland heeft
juist hiér hulp zoo dringend
noodig voor het werk van den
wederopbouw.
standpunt uitgaat en derhalve
rechtvaardig is en steunde,
evenals Bevin, de voorgestelde
regeling.
Molotov echter bleef onver
zettelijk en oefende ernstige
critiek uit. Hij noemde de re
geling een' straf voor den Joe-
go-Slavischen bondgenoot en
wenschte de omstreden gebie
den geheel aan Joego-Slavië
toegewezen te Tien.
Nadat hij had laten door*
schemeren wel cot concessies
inzake de Italiaansche koloniën
en de herstelbetalingen bereid
te zijn, ontstond een pijnlijke
stilte.
„Ik begrijp niet hoe men
menschen kan verkwanselen
voor iets anders", was het
kernachtige commentaar van
Bevin.
Het com iromis-voorste! van
Byrnes om in het gebied tus
schen de meest Oostelijke door
hem voorgestelde grens en de
meest Westelijke, door M -o-
tov gewilde grens, een volks
stemming te houden, vond niet
veel instemming. Een oplossing
is nog steeds niet in zicht
Intusschen roeren zich zoo
wel Italië als Joego-Slavië.
Beide landen hebben hun ver
tegenwoordigers ter confer-n-
tie. De ^egeering van dit laat
ste' land heeft laten weten, dat
zij zich niet hg een andere dan
de door haar gewenschte grens
zal neerle? gen. In de geallieer
de zones van het betwiste ge
bied zijn knokploegen opge
richt om het Italiaansche
standpunt kracht bi: te zetten.
Terwijl in Parijs over de toe
komst van Europa geconfe
reerd wordt, zijn gisteren in
Simla in India, de besprekin
gen begonnen over de toe
komst van Britsch-Indië, tus-
•chen drie Engelsche ministers
:n vertegenwoordigers der
twee groote Indische partijen.
Zooals men weet, heeft Att-
lee onlangs dit land, men zou
liet beter en werelddeel run
nen noemen, de vrijheid gege
ven een "olkomen onafhanke
lijke staa*: te vormen en daar
bij vrijelijk te beslissen of deze
binnen h Britsche Gemeene-
best zal blijven.
Het voornaamste allesbe-
heerschenie strijdpunt zal zgn:
Hindoestan of Pakistan.
De sterkst georganiseerde
macht in Indië is de Congres
partij, de organisatie van de
Hindoes, met als leider den na.
tionalist Pandet Nekru. Hij
wenscht één grooten allesom-
vattenden nieuwen staat met
één grondwet en één centraal
bestuur.
Een militante minderheid
van 100 millioen Mohammeda
nen, georganiseerd in de Mos
lemliga onder leiding van Jin_
nah, verzet zich daartegen uit
vrees, dat één staat de over-
he^rsching zou brengen van de
Hindoes over alle andere gods
diensten.
Daarom wil Jinnah dat deel
van Britsch Indië, waar de
Islam de meerderheid heeft tot
een onafhankelijk Mohamme-
daansch Rïik, Pakistan, maken.
Hg dreigt de wapenen op te
nemen, indien deze eisch niet
wordt ingewilligd.
De eerste besprekingen wa
ren hartelijk en zakelijk Dat
kan erop wijzen, dat er dit keer
meer kans van slagen bestaat
dan in 1943, toen een poging
van sir Stafford Cripps om tot
een oplossing te komen, faalde.
In Simla wordt in de komen
de weken over het lot beslist
van ruim 300 millioen men
schen.
Verlaging van den kaasprijs.
Met ingang van 28 April
de kaasprijs verlaagd met
30 ct, per kg. De 40 pi. kaas
is in prijs met 0.35 verlaagd.
De korstlooze Itaas blijft on
gewijzigd in prijs.
Gratie van geringe straffen
uit den bezettingstijd.
Bij gelegenheid van de vie
ring van de bevrijdingsfeesten
op 4 Mei 1946 heeft H.M. de
Koningin gratie verleend van
a. De tgdens de bezetting
uitgesproken, nog niet onder
gane onvoorwaardelijke vrij
heidsstraffen van drie maan
den of minder en nog niet be
taalde onvoorwaardelijke geld
boeten van 500 gulden of min
der, opgelegd voor feiten tij
dens de bezetting gepleegd,
alsmede de nog niet ondergane
of nog niet betaalde gedeelten
van zoodanige straffen.
b. Het nog niet ondergane
gedeelte van tijdens de be
zetting onderbroken vrijheids
straffen, waarvan op het trjd-
stip van de onderbreking het
overblijvende gedeelte niet
meer dan drie maanden be
droeg.
De commissie bespreektorganisatiesTn het buitenland.'te laten,
In Innsbrllck kwam het
Vrijdag tot relletjes in ver
band met het besluit der Pa-
rijsche ministersconferentie om
en communistische|Zuid-Tirol Italiaansch gebied
In verband met het feit,
dat gedurende de verkie
zingsperiode de dagbla
den 3 x per week in
dubbelen omvang mo
gen uitkomen, verschijnt
de Prov. Zeeuwsche
Crt. heden met 4 pagi
na's.