Hij verbeterde motoren en werd millionnair van professor Denker De dichier Paaschfeesi Onze haringvisscherij in 1945 Goede vooruitzichten, ook voor export De landing bij Baarland Wonderkind. Het is niet altijd beslist noo- dig krantenjongen te zijn ge weest, om een schitterende loopbaan te makem. De Hilver summer H van der Horst is daar van 'een sprekend voor. beeld. Zyn punt van uitgang was de graad van scheikundig ingenieur en in deze hoedanig heid had hij een groote belang stelling voor allerlei motoren. Het trok zijn aandacht, dat de cylinders door de steeds op en neer gaande beweging van de zuigers Aan bijzondere slijtage onderhevig waren. Na betrekkelijk korten tijd sloten de zuigers niet heelemaal meer af en kon de motor eigenlijk wel op zolder worden gezet. Ieder mensch heeft plannen, zoo vertelt „De Volkskrant". Het eene plan voorziet in be tere economische verhoudin gen, het andere vormt de basis voor den bouw van groote werkobjecten. Het idee van H. van der Horst bestond slechts hierin, dat hij meende, dat met het aanbrengen van een chroomlaagje op de cylinder- voering, het tempo van slijtage zeer vertraagd zou worden. Het was het idee waarvan wereldfabrikanten dachten, dat het immer een illusie zou blijven. De heer Van der Horst zou echter doorzetten. Vele jaren voor den oorlog ging hij met Stork in Hengelo praten. Zyn vinding, waarop hij intusschen patent had aan gevraagd, wilde hij daar ver- koopen. Stork wilde er niet direct aan, al begreep ook hij heel goed dat indien de theorie van dien ldeinen Hilversum mer door de practijk zou worden gedekt, dit een zekere omwenteling in het motoren vak zou teweegbrengen. Er werd een middenweg gekozen. Van der Horst zou bij Stolk de cylindervoeringen chroom- harden, waardoor hij zelf ge legenheid zou hebben om met zijn procédé de noodige erva ringen op te doen. De praktijk gaf goed*» uit komsten. Het chroomlaagje, op electrolystische wijze op de voering van den cylinder ge bracht bleek volkomen slijt vast en olievaslhoudend te zijn, zoodat de voering bijzon der goede loopeigenschappen verkreeg. De ingenieurs van Stork kunnen zich nog goed herinneren, hoe daar in een afgelegen hoekje van de fa briek. een klein mannetje druk in toiiw was met zijn vinding, waarvan iedereen dacht, dat het apekool was. Maar wat zij niet konden vermoeden, was, dat dit vriendelijke onopvallen de heertje een doorzettings vermogen met zicb mee droeg, dat tot groote resultaten zou leiden. NAAR AMERIKA. Hét was in 1939, dat Van der Horst op een gegeven oogenblik zijn jas aantrok, den heeren Stork vertelde, dat hij nu genoeg ervaring had opgedaan en een reisje naar Amerika wilde maken Van der Horst trachtte zijn patent daarop in Amerika te verkoo- pen, maar bij wie hij ook aan de deur klopte, men ontving hem met de noodige reserve, want 't was toch eigenlijk een dwaasheid te denken, dat zoo'n kleine Hollander een vinding in zijn zak had, waarop de ge- heele Amerikaansche motor industrie reeds lange iaren zat te wachten. „Geen kans, mr. Van der Horst", zei een Amerikaan, „probeer bet maar eens bïj de marine". In die dagen was de oorlog in Europa begonnen. De Ame rikaansche marine mocht geen enkele kans voorbij laten gaan, om de oorlogsuitrusting te kunnen perfectionneeren. Van der Horst begon er als bank werker en een maand later kreeg hy veertig cylinders, om daar de chroomproef mee te kunnen nemen. Het was technisch een eenvoudig pro cédé, maar de marinemenschen zelf brachten er niets van te recht. Van der Horst boekte groote resultaten SUCCES. Toen jaren later de landin gen op Afrikaansch grondge bied plaats vonden, was er geen Sherman-tank en amphibie-wagen, of hij was voorzien van de chroomgeharde cylindervoeringen volgens het procédé Van der Horst. Bij de landingen in Italië, de in vasie in Normandië, bij den zegevierenden opmarsch door Duitschland, overal waren de gevechtswagens, de tanks, vliegtuigen en schepen voor zien van motoren met chroom- geharde cylindervoeringen vol gens het procédé Van; der Horst. Voor zyn groote diensten aan de geallieerde zaak be wezen is Van der Horst on langs in Amerika het docto raat van een Amerikaansche universiteit aangeboden. Hij is directeur van drie Amerikaansche fabrieken met een groot personeel. En met al dat harde werken is hij hard op weg zich te voegen onder die schare van Ameri kanen, die door hun vindingen op bijzondere werken millioe- nen hebben veroverd. Het lijkt heel lang geleden, dat Van der Horst een eenvoudig, onbelang rijk mannetje was. GEDENKWAARDIG E VOETBALWEDSTRIJD. In het gebouw Tweede Ka mer had Woensdagmiddag een merkwaardige plechtigheid plaats. De heer Joekes heeft daar namelijk aan den Kamer voorzitter een herinnerings- prent aangeboden naar aanlei ding van een voetbalwedstrijd, desttfrs gehouden in het gij zelaarskamp te Gestel tusschen Tweede Kamerleden en men- schen van de pers. De aftrap geschiedde door oud-minister de Wilde. Ge constateerd dient te worden, dat beide partijen aardig tegen elkander opwogen. Wonnen eerst de Kamerleden met 31, een revanche partn bracht de persmannen met 31 in de meerderheid. Bovenbedoelde gedenkplaat is geteekend door jhr. ir. J. de Ranitz, inspecteur der volks huisvesting te Bergen, op Zoom. VERGETEN MARINIERS? E enige Zeeuwsche mariniers schrijven ons: Ergens op Oost-Java! Ver moeid stappen zoo juist van de frontlijn afgeloste mariniers uit de trucks. Wij zyn in onze ruststelling aangekomen. Rondkijkend zien we eenige tenten staan, verscholen tus schen het groen. Geen slechte plaats voor ontspanning, na een vermoeiden tijd. Een lui tenant geeft kalm aanwijzin gen en deelt ons in. We zetten onze veldbedden op. en strek ken als proef even onze lede maten er op uit. Lachend kij ken we elkaar eens aan. Ein delijk weer eens rust. Einde lijk weer eens heerlijk slapen, en wat nog meer. Ja, wat nog meer? Al gauw komen we tot de ontdekking, dat passagieren er niet bij is! Dat is blijkbaar alleen voor de Gezagsbatal- jons; en dan nog door middel van ons eigen motortransport. Recreatie dan? Een zaal is er natuurlijk niet voor hier in het veld. Maar als je er mate riaal voor hebt, is voor ont spanning niet altijd een zaal nocdig. Lezen bijvoorbeeld. Een goed boek, een tijdschrift? O. en O. bezit ze niet, of ze moeten nog ergens op een vergeten plaats liggen. Tijd schriften waren anders nog wel uit Holland te versturen. Maar dat is kostbaar. Op een postkantoor in Nederland kreeg een dame, die een klein pakketje lectuur wilde verstu ren naar onze jongens, ten antwoord: „Dat zal wel gaan, maar dat kost u 9.40!" Is dat niet een beetje te erg? Destijds, toen wij op Malak- ka vertoefden, arriveerde, vol gens de radio, een Dakota- vliegtuig aldaar, vol met re- creatie- en ontsüanningsmate- riaal. Wij mariniers echter, schenen brj de verdeeling er van vergeten te zijn. We za gen er niets van! Zijn wy dan heelemaal vergeten in Hol land? Denkt u, dat het voor een Hollandschen jongen een pret- tigen indruk maakt, dat wy met Kerstmis een „Ameri- kaansch" Roode Krui9-pak- ketje ontvingen, en van Ne- derlandsche zijde heelemaal niets hoorden of zagen? De „Pen-Gun" is het eenige blad, wat wij hier tamelijk re gelmatig krjjgen. Er staan groote artikelen in over Regi menten Infanterie en Gezags- bataljons. Over de Mariniers met moeite een klein stukje. Hooren wij er niet meer by? Het eenige wat wy vragen is: Kan er vcor het Korps Mariniers nu ook eens iets gedaan worden? Niet alleen door onze families, maar ook door Nederlandsche instanties, ook al zijn wij dan Amen- kaansch getraind! Laten wij het beste er van hopen. „Zooais je weet", sprak on ze eminente puzzelaar Prof. Denker tot zÜn trouwen butler Piet Pienter. „Zooals je weet, is het elk jaar een gewoonte van mij geweest met Paschen voor enkele meer Intieme vrienden en kennissen eeu klein dineetje te geven. Na tuurlek zal ik ook dit jaar niet van deze traditie afwijken. Ik heb dan ook enkele personen uitgenoodigd en wel: De fami ne's Rood en Groen, respectie velijk met hun zoon en dochter, die, zooals je ongetwijfeld be kend zal zijn, eerlang in 't hu welijksbootje hopen te stappen. Verder verschijnen ook nog de heer en mevrouw Blauw en het echtpaar Geel. In totaal dus tien personen. Dank zij eenige moeite heb ik ook nog beslag kunnen leggen op tien eieren, die ik geverfd heb in de kleuren van de namen van mijn gasten. Er zijn telkens zooveel eieren van een bepaal de kleur als er personen van dien naam zijn. Tot dusverre is alles natuurlijk vrij eenvoudig te volgen De moeilijkheden ko men echter met de tafelschik king. Het is namelijk de wensch van mijn gasten dat er feen personen van gelijkluiden- e namen naast elkaar zitten, evenmin, als zij wenschen dat zy een ei ontvangen, dat de kleur van hun naam draagt. Verder hebben de kinderen Groen en Rood te kennen ge geven naast elkaar te willen heeft mevrouw Blauw telken- jare een ei gehad in dezelfde kleur als mevrouw Groen, ter wijl zij ieder jaar. vanwege de oude vriendschap, naast me vrouw Rood heeft gezeten. Ik zou het zeer op prys stellen ook dit jaar deze oude tradities niet te verbreken. Mijnheer Blauw zou het, dat weet ik Hel SaascliJiner zitten en respectievelijk bij hun bord een ei te vinden in de kleur van den naam van hun aanstaanden bruidegom en bruid. Mevrouw Groen wenscht uitdrukkelijk tusschen de schoonouders van haar dochter te komen zitten en heeft verder tc kennen gegeven liever geen ei te consumeeren dat de kleur heeft van den naam die haar dochter of schoonzoon draagt. Verder weet ik dat ZÜ een afschuwelijke hekel heeft aan blauw Dit Paaschdiner is vol tradities, waarde Pienter. Zoo zeer zeker, zeer op prijs stel len naast de toekomstige bruid te zitten en op zijn plaats een ei te vinden dat overeenstemt wat kleur betreft met den naam van zijn tafeldame. Mevrouw Geel, excentriek als zij is. wenscht steeds naast die persoon te komen zitten die de eega of echtgenoot is van een van beide personen die een ei ontvangen dat de kleur van haar naam draagt, terwijl haar man ieder jaar een ei ontvan gen heeft dat de kleur heeft van den naam van den tafel heer of dame die zijn vrouw op deze wyze werd toebedeeld. Mijnheer Groen en mevrouw Geel hebben steeds eenzelfde gekleurd ei op hun plaats ge vonden, evenals mijnheer Blauw en mevrouw Rood Mijn heer Rood heeft tot nu toe steeds een blauw ei ontvangen, iets wat ik ook dit jaar in eere zou willen houden. Het is steeds een gewoonte geweest geen der gasten een ei voor te zetten dat de kleur van zijn of haar naam draagt, terwijl evenmin op myn Paaschdisch ooit twee eieren van geltjke kleur naast elkaar hebben gestaan, en steeds heeft mijnheer Groen tusschen me vrouw Blauw en mijnheer Geel in gezeten. Al deze dingen, zoowel de wenschen van mijn gasten als de reeds jaren oude Jraditier moet ik als gastheer eerbiedi gen Piet Pienter verzekerde zyn meester dat hij voor de juiste tafelschikking zorg zou dra gen. Een probleem dat niet makkelijk was, doch ook niet zoo moeilijk als het op het eerste gezicht lijkt. Wij ver- en het De beide hoogtepunten van het kerkelijk Jaar, Kerstmis en Paschen spreken, door den eenvoud en grootheid van hun gebeuren, op zeer bijzondere wijze tot den Christen en de Christelijke maat schappij. Het is dan ook niet te verwonderen, dat, de eeuwen door, de dichters en schrijvers zich van deze stof hebben meester gemaakt, om in een beeldhouwwerk van woorden hun ontroering over deze hoogtepunten in het religieuze leven uit te zingen. Zoowel de binnen- als buitenlandsche lite ratuur bevatten hiervan voorbeelden te over. Wie kent niet de ontroerend schoone Christus-Legenden van Selraa Lagerlöf, om slechts één voorbeeld te noemen? Toch is er in de literatuur een opmerkelijk ver schil te constateeren tusschen Paasch- en Kerstproza of -poëzie. Een verschil, dat niet direct betrekking heeft op verschil der gebeurtenissen, dan wel op het karakter van het geschrevene. Zonder dit in alle opzichten te willen generaliseeren, kan er van een zekere overeenkomst gesproken worden tusschen Kerst- en Paaschliteratuur wat betreft de inhoud van beiden. De blijde boodschap, het zich uit liefde geven aan een verworden wereld, is immers in beide gevallen, dezelfde. Het verschil ligt dan ook niet in den inhoud, maar in het weergeven daarvan. Met Kerstmis knielt de dichter aan de Kribbe, maar met Paschen nagelt" hij Jezus mee aan het Kruis. Kerst mis staat in de literatuur veelal los van het „ik", is rustig en beschouwend, gedragen door het ver langen naar innerlijken vrede. Maar aan de Paasch- poëzie ligt de belijdenis van Willem de Mérode ten grondslag, die zong: Ik heb op Golgotha gestaan en zag het gelaat van Jezus aan, die men als een ellendeling aan het kruishout hing. Ik moest daar hangen, ziel en lijf, de wereld tot een tijdverdrijf! Paaschpoëzie is noch rustig, noch beschouwend, maar fel en bewogen in het besef van eigen on vermogen en onmacht. Paschen dwingt den dichter zijn toeschouwerhou ding te laten varen en te erkennen dat Goede Vrijdag mede door ziju schuld heeft plaats gehad. En dat pakt hem en laat hem niet meer los. Paaschlitera tuur is niet gedragen door den innerlijken vrede, die de Kerstpoëzie kenmerkt, maar door den schreeuw naar dien vrede. Onvergelijkelijk mooi heeft Goethe dat getypeerd in de figuur van Faust, die op Paaschmorgen, moe van zijn arme leven, den gifbeker aan zijn lippen zet, terwijl net op dat moment door het open raam het koor der Engelen den lofzang aanheft: Christus is verrezen, Juich nu, oh sterveling En dan kan hij niet meer drinken! En dat is, naar ik meen, het kenmerk van de Paaschpoëzie. Het er zich niet van los kunnen ma ken. Paschen gaat buiten niemand om, omdat het drama van Goeden Vrijdag zich in het leven van ieder van ons voltrekt. Kerstmis in de literatuur is het in dankbaarheid aanvaarden van het feit, dat God zich aan ons heeft geopenbaard. Maar Paschen is het weten, dat wij, op Goeden Vrijdag, die Liefde hebben verloochend, maar dat, in de Opstanding, de Liefde ons niet verloochend heeft. Kerstmis is in de literatuur, het aanvaarden van een feit. Daar is het geschrevene niets minder om natuur lijk. Er zijn ontroerende en zuivere Kerstgedichten te over geschreven en de reeds eerder aangehaalde Christus-Legenden getuigen dat hier vaak zuivere kunst geschapen wordt. Maar de Paaschliteratuur is een belijdenis, fel en groots, bewogen door een warm voelend en arm Henschenhart. Het is gezegd van mensch tot mensch, oog in oog, samen staande voor het Kruis en het geopende graf! Treffend blijkt dit alles uit een gedicht, dat in 1941 illegaal verscheen en waarmee wij deze be schouwing willen eindigen: GOEDE VRIJDAG 1941. Een is gestorven en Zijn dood werd leven, Zijn lijden troost, Zijn dorst verzadiging; Het kruis waaraan zijn trillend lichaam hing, werd tot het teeken van de hoop verheven. Nu leven heerschers die een waan beving. Zij worden door hun demon voortgedreven, en waar een volk voor hen ten onder ging, staat in het puin hun dor embleem geschreven. En velen werden dienaars van de stof En stierven in den roes van het geweld, En anderen zinken tot eer stom en dof Berusten voor het lot da' hen niet telt; En hen, voor wie het oude kruis nog geldt Beklemt de wanhoop van den olijvenhof. J. H. trouwen erop dat onze lezers ons eveneens zullen kunnen vertellen hoe de gasten rond de tafel hebben gezeten en wat voor kleur ei ieder ontving. Inzendingen onder het mot to „Puzzle" aan de redactie der Prov Zeeuwsche Courant, Walstraat 5860 te Vlissin- gen tot uiterlijk 29 April. Voor goede oplossingen stellen wij zooals gewoonlijk weer 9 prij zen beschikbaar, waarvan 3 voor de Walchersche, 3 voor de Bevelandsche en 3 voor de Zeeuwsch-Vlaamsche abonné's. Oplossing Woordenvraagstuk. - Zonder direct moeilijk te noemen te zijn was deze puzzle toch niet eenvoudig. Het merkwaardige is dat dit aan het aantal inzendingen onmid dellijk is te constateeren. Onze abonné's en lezers moeten den moed zoo gauw niet opgeven. Elke puzzle die gegeven wordt is immers op te lossen! De uplos8ing was: Walcheren-Arcen-wel H Burgemeester-Eem-Ster-berg JJ Balklaag-gala-bak L Enkelspoor-roos-lek-en P X werd dus hulp. Na loting werden de prijzen toegewezen aan: A. Suurmond, Walstraat 95, Vlissingen. J. Maas, Badstraat A 55, Domburg. G. J. Buyze, Blauwedijk 3, Middelburg. Z. de Ruiter, „Dijkzicht", 's-Heer Arendskerke. P. Knuist, Rim- melandstraat 6, Goes. C. J. Leys, Westsingel 115, Goes. J. J. de Vogelaar, Dnew. 433 Biervliet. C. J. H. v. d. Kam. Minnepoórtstraaf- 20 IJzendij- ke. H. A. de Smidt, Willems- weg 53, Schoondijke. Nieuwe afzetgebieden waarschijnlijk. Terstond na de capitulatie van Duitschland kon een aan-, vang gemaakt worden met het uitrusten van de nog in ons land overgebleven haringsche pen. Echter, van de 265 sche pen tellende haringvloot waren In Mei 1945 slechts 44 vaartui gen over, die na het treffen van de allernoodzakelijkste voorzieningen ter haringvis scherij konden uitvaren. De rest werd gedurende den oorlog door de Duitschers gevorderd en voor marinedoeleinden om gebouwd. Dat in de allereerste plaats de beste schepen werden ge vorderd, behoeft geen betoog. Tijdens de bezetting kon men in onze havens schepen aantref fen, die kennelijk van Neder- landschen oorsprong waren, doch door de Duitschers waren omgebouwd. Dit bemoeilijkte uiteraard na de capitulatie de opsporing. De Afdeeling Vis schery van het Ministerie van Landbouw, Visschery en Voed selvoorziening zond daarom een speciale commissie, bestaande uit deskundigen naar Duitsch land, die niet alleen de wegge voerde schepen opspoorde,maar ook bij de geallieerde marine autoriteiten duidelijk wist te maken hoe dringend Nederland om deze schepen verlegen zat. De Afdeeling Visscheryen, die hierin de Nederlandsche Re geering vertegenwoordigt, stelt de oorspronkelijke eigenaren op haar beurt als bewaarder van de schepen aan. Uit Ltlbeck, Cuxhaven, Ham. burg en andere Duitsche ha vens werden de Nederlandsche schepen weggehaald en nog steeds gaat dit door. In den loop van de haringteelt 1945 konden 18 van dergelijke sche pen omgebouwd en voor de ha- ringdrijtnetvisscherij worder, ingericht. HET VANGAPPARAAT Het aantal deelnemende schepen bedroeg dus in totaa. 62, of 23,4 van de vloot van 1930. Per reederijplaats was dó samenstelling van de vloot als volgt (tusschen haakjes de cjj- fers van 1940); Vlaardingen (52); Maassluis (2); Scheveningen 36 (127); Kat-" wyk aan Zee 14 (79); IJmui- den 2 (4). Van de 18 uit Duitschland teruggekeerde schepen behoor den er 5 in Vlaardingen en 13 in Scheveningen thuis. De aanvoeren hebben een al" leszins bevredigend resultaat gehad, hetgeen blijkt "it het onderstaande overzicht. Ten opzichte van 1939 is de gemid delde aanvoer in 1945 ongeveer verdrievoudigd; ten opzichte van 1938 met 70 vermeer derd. Tengevolge van den rui men aanvoer is de reisduur aanmerkelijk afgenomen, het geen vooral voor de bemannin gen van beteekenis is geweest. Aan de visschery in 'het En- gelsch Kanaal hebben slechts enkele schepen deelgenomen, doch het resultaat is ver bene den de verwachting gebleven. Op 19 Januari 1946 zijn de laat ste schepen binnengekomen en werd de teelt 1945 gesloten AFZET De aanvoeren werden voor namelijk in het binnenland af gezet. De versche haring werd versch (50 dan wel ge stoomd (30 verkocht, ter wijl een gedeelte (20 aan de conservenfabrieken ter ver werking werd toegtwaaaij, zullen worden. Voor zoover gezouten haring niet als zoodanig in het bin nenland werd afgezet, werd deze ingelegd en gerookt. Aanvankelijk werd de haring op bon gedistribueerd op basis van 2 zure haringen en a bok kingen per inwoner. Spoedig bleek in bepaalde gemeenter van Gelderland, Noord-Bra bant, Overijssel en Drenthe geen belangstelling voor haring te bestaan, en wel voorname lijk die genieenten, waar vele huisslachtirigen werden ver richt. Per 1 Januari j.i. kwam de verkoop van haring aan consumenten bonvrij. Naar Palestina, Tsjecho-Slo- wakije, Luxemburg, Amerika en Frankrijk werd tot 1 Maart j.l. 693.000 kg. voorname lijk gezouten haring uitge voerd. De vooruitzichten voor de teelt 1946 zijn over het alge meen gunstig. Op 7 Mei a.s. zullen de eerste schepen ter haringdrijfnetvisscherij mogen uitvaren." Deze datum is geko zen. omdat het reederijbedrijl dit wenschelijk acht, aangezien vroegtijdig uilvaren o.m. ten gevolge kan hebben, dat de toe gewezen materialen niet doel matig genoeg worden aange wend. Verwacht wordt, dat in dien zich geen groote stagnatie in den ombouw der uit Duitsch land teruggebrachte schepen voordoet met ongeveer 80 schepen begonnen zal worden, welk aantal in den loop van de teelt 1946 zal stijgen tot 140. Een 10- 15-tal schepen, welke vóór den oorlog de haringvis scherij beoefenden, zy*n door de Duitschers zoodanig ver bouwd, dat zij niet meer voor dezen tak van visschery kunnen worden ingericht. Deze vaar tuigen worden daarom voor de trawl-visschery bestemd. Verwacht wordt tevens, dat de export zich in gunstigen zin zal blijven ontwikkelen en dat nieuwe afzetgebieden gevonden EEN VERRASSENDE AANVAL IN DEN RUG. melijk het onder water gi zette Hoedekenskerke trof. Mf De operatie verliep vlot en voorspoedig. Het is eigenaardig, dat ei over de landing bij Baarland op 26 October 1944, dus nu bijna 16 maanden geleden, nog zoo weinig werd geschreven Toch was dit een van de be langrijkste en best voorbereide operaties in Zeeland, die zeer beslissende gevolgen had. Op 25 October was hl. bijna drie weken van hevige worsteling de Kreekkrakdam geforceerd en Rilland geno men. De Duitschers trokken haastig terug op de zeer ster ke verdedigingswerken langs het kanaal door Z.-Bevelan>j en het lag voor de hand, dat de stryd daar even verbitterd en langdurig zou z(jn. Doch daar kwam in den vroegen morgen van 26 October de grootscheepsche aanval over de Schelde op Baarland, die alle berekeningen van de Duit schers in de war stuurden. Zy verloren finaal het hoofd, dachten niet meer aan de se rieuze verdediging langs het kanaal en waren in drie dagen Zuid-Beveland uitgeslagen met achterlating van nun geschut en een onmetelyken voorraad munitie. TE HONTENISSE. De ouverture van deze ope ratie, die uitgevoerd werd door de 52e laagland-divisie, speci aal getraind in Schotland, speelde op Zeeuwsch-Vlaam- schen bodem. Maandag 23 Oct donderden 150 stukken geschut der Royal Artillerie, de ge meente Hontenisse binnen, ko zen positie en zetten Donder dagmorgens 'n geweldig bom- bardement in, ter weerszijden van Baarland en dat voorjjo,- Duitsche granaten links en vliegtuigen, die in den Kruis jolder opstegen, werd het vuui gecontroleerd en geleid. Onder, wijl naderden de landingstroe- oen met een onuitputtelijke macht van materiaal, zoodat de wegen voor ander verkeer totaal waren versperd. Den ge- heelen nacht hadden de in woners van Baarland geronk van vaartuigen op de Schelde gehoord, totdat ongeveer om half vier liet gedaver van de granaat-explosies al t andere gerucht overstemde. Toen het dag werd, zag de familie Zee vaart, wier hofstede „Deli" heel dicht bij den zeedijk ligt. dat er iets gaande was. Bij den zg. „IJzeren kolom hoek" spatte een stuk dijk weg, buil dozers groeven het gat wijder uit en plotseling doken de eerste amphibietanks te voor schijn en wentelden de bouw landen binnen Ongeveer op ge lijken tijd had eenzelfde ope ratie i ats bij Bakendorp, ter wijl a's afleidingsmanoeuvre ook bij Hoedekenskerke eenige tanks het vasteland opstorm den. OPGEWONDEN DUITSCHERS! De Duitschers, die om de 200 m. een mitrailleurnest langs den dijk hidden, verkeerden in de grootste opwinding en voer den niet veel uit. Eerst heeJ wat later kwam hun artillerie in actit maar was over het algemeen slecht Ingeschoten, waaraan de lichte mist ook niet vreemd was. Slechts twee tanks werden getroffen; eeD derde, die nabij den oever on klaar was geraakt, bliezen de Engelschen zelf op. Hoewel de TWEEDE BLAD van de Provinciale Zeeuwsche Courant. van Zaterdag 20 April 1946 189e Jaargangno. 93. Trt Ullanger, in het Noor den van Zweden, heeft een 3- jarig wonderkind, Maud Wes- tm geheeten. Door te luisteren naar de radionieuwsberichten leerde zij de aardrijkskunde en de steden van Europa. Zij kan reeds lezen, schrijven en rekenen, terwijl zij verder zingt en reciteert Haar fenomenaal geheugen blijkt wel uit het feit, dat zij de troonrede van den koning, bij de opening van den Ry'ks- dag gehouden, zonder haperen opzegt. Het merkwaardige is daarbij, dat zij begrip heeft van hetgeen zfl zegt. rechts om de tanks ontploften, manoeuvreerden zij kalm ver der. Opvallend was het hoe zij de wegen vermeden, blijkbaar uit vrees voor landmijnen. DE BEVRIJDING. Een kleine colonne infanterie sloop langs de hofstede „Deli". waar mr. Vriezendorp, die daar zat ondergedoken, contact kreeg met den commandant. Hy stelde voor langs een bin- nenpaadje van achter het dorp binnen te vallen. De officier ging hierop in en het plan ge lukte schitterend. Zy vielen de verraste kleine Duitsche bezet ting op het lijf, die terstond capituleerde; de commandant, die in een putje zat, werd op aanwijzing van een burger ook in den kraag gepakt. Zoo was Baarland des morgens al be vrijd. Het dorp had weinig ge leden doordat 't granaatvuur hoofdzakelijk achter het dorp was gevallen, wat wel niet de bedoeling zal zijn geweest. Daar de Engelschen bezorgd waren, dat de Duitschers Baarland zouden bombardee ren, brachten zij alle bewoners uit de kom der gemeente per amphibie naar Oost-Zeeuwsch Vlaanderen. DE STAF OP „DELI". De Engelsche staf nam haar intrek op „Deli" en leidde van daar uit de operaties, die er allereerst op waren gericht het bruggenhoofd te verdiepen en zooveel mogelijk van den Schelde-oever in te palmen. Na den eersten schrik herstelden de Duitschers zich hier en daar, maar moesten tegenover de gemotoriseerde Engelsche troepen het loodje leggen. Langs het spoo-lijntje tusschen Baarland en Oudelande werd het felst gevochten, alsmede om een Duitsche geschutspo- sitie rond de hofstede van Meulenbeig. Om half zeven 's avonds was Oudelande in het bezit der Engelschen, die toen van daaruit op Ellewoutsdjjk en Ovezande aantrokken. De rest der landingstroepen ging op Hoedekenskerke aan, dat na een beschieting van 74 uur ook werd bevrijd. Het hoofd doel: Voorkoming van het ver zet der Duitschers bö het ka naal, was toen reeds bereikt. Het verlies der Engelschen was uitermate klein. Óp 't kleine kerkhof, onder Baarland voor de Engelschen gemaakt, liggen ongeveer 30 gevallenen begra ven waarbij dan nog 'n aantal komt, die in de twee getroffen tanks omkwamen. Het aantal slachtoffers onder de Duit schers bedroeg ruim tachtig; het getal gevangenen was vele malen grooter: de meesten .ven zich over als zij er de ins toe kregen,

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1946 | | pagina 5