Het eerste vredeskerstfeest,
KERST-BOODSCHAP
Kerstmis
op 6 Januari
D
D,
Kerstmis 1944 in Holland.
H. M. DE KONINGIN
Vrijdagavond heeft H.M. de
Koningin over de> beide radio
zenders van Hilversum de
volgende Kerstboodschap uit
gesproken:
Landgenooten,
Aan den vcoravond van dit,
mag Ik wel zeggen historisch
Kerstfeest, het eerst na de ja
ren van benauwenis, van on
rust, van opgejaagd zijn. van
verbeten stryd en bitter lijden,
die achter ons liggen, wil Ik,
hereenigd met u, een enkel
woord door den microfoon tot
u spreken.
Met nog versch geslagen
wonden en schrijnend leed, ge
lijk onze geschiedenis nog nim
mer heeft gekend, verzamelen
wij ons om Gods heerlijke gave
ons in Christus geschenken,
als vrij volk. Als vrn volk! Bij
het uitspreken van deze woor
den maakt zich een diepe ont
roering van Mij meester, een
ontroering, die natuurlijk door
U wordt gedeeld.
Moer aan ooit danken wij
God op een oogenblik als dit,
dat Hij ons uitredding schonk,
danken wij Hem. dat wij dit
feest als vrije menschen mo
gen vieren, danken wij God
voor Zijn heerlijke. Kerstbood
schap.
Moge dit Kerstfeest bovenal
voor u er een zijn van inner
lijke waarachtige blijdschap
en moge die vrede, die alle
verstand te boven gaat cc
verlicht, die vrede, die alleen
de Vredevorst schenken kan,
uw deel zijn.
Dit wensch Ik u allen van
heeler harte toe.
Ik weet niet hoe
voelt, maar Mij I
dat het komende feest in het
teeken staat van de bezinning.
In dit woelige leven moeten
wij tijd hebben om tot ons zelf
te komen en tot geestelijke
klaarheid om ons te bezinnen
op onze verantwoordelijkheid
tegenover elkaar en om ons te
bezinnen op ons doel. Voor ons
ligt onze taak om den vrede
te winnen en dit zal geen een
hoe gij dit aan-
j schijnt het toe,
ide feest in het
voudige zijn.
Het verheugt
bied verblijdende verschijnse-
Mij op dit ge
len waar te nemen. De onder
den druk en dwingelandij ge
groeide hulpvaardigheid, voort
gekomen uit naastenliefde en
het besef van saamhoorigheid,
de wijd verspreide en in kracht
winnende overtuiging, dat dat
gene wat Christus uitdroeg
uitkomst brengt in de geeste
lijke verwarring en den nood
van dezen tijd, en de overtui
ging van velen, dat hierin de
normen liggen voor onze sa
menleving, onverschillig tot
welke sfeer of kring men zich
voor het overige aangetrokken
voelt, vormt een wezenlijken
band en een hechten grondslag
om de toekomst van net leven
op te bouwen.
Doch het bestaan alleen van
deze hoopvolle verschijnselen
en mogelijkheden waarborgt
nog niet het winnen van den
vrede. Dit zal groote krachts
inspanning van ons vragen op
ieder gebied van het leven.
Willen wij ons doel bereiken,
dan moeten wjj daadwerkelijk
en eendrachtig den schouder
eronder zetten, zoowel in de
maatschappij als in den huise-
lijken kring.
Wat dit laatste betreft,
Christus gaf ons het voor-
in het
oorde en
hooge waar
de aangegeven, welke aan het
gezinsleven moet worden toe
gekend. Hij geve u allen,
ouders en kinderen, de liefde
en de bezieling die vereischt
zijn om binnen uw kleine ge
meenschap alle mogelijkheden
en al het schoone die zrj kan
bevatten tot ontplooiing te
brengen en daarvandaan uit te
dragen in het leven, in onze
roote gemeenschap, die wij
e wereld noemen en die in
wezen slechts de voortzetting
is van het gezin.
Toont bij uw work, in uw
werkplaats, in uw uren van
ontspanning, dat het juist in
de practijk van het leven mo
gelijk is in toepassing te bren
gen de liefde, die Christus ons
leert en waarin Hij ons is
voorgegaan.
Wij moeten den vrede win
nen. overwinnen op duistere
machten, op bergen van moei
lijkheden. zoowel in ons per
soonlijke leven als in dat van
ons als volk en dit zien als
vervolg op den arbeid van de
onzen, aie hun leven gaven
voor vrijheid en recht en een
betere toekomst. Wij hebben
de fakkel van hun overgeno
men. Niets past meer in de
Kerstsfeer dan ons te bezinnen,
hoe die fakkel verder te dra
gen. Niets past beter bij ons
heerlijk Kerstfeest. Geen beter
bewjjs, dat wij de diepe betee-
kenis, die het heeft, begrijpen.
Geen getrouwere navolging
van Christus denkbaar, geen
zuiverder weerklank op zijn
vredesverkondlging dan mede
te werken aan het winnen van
dien vrede.
Landgenooten,
Waar wij in gedachten ver-
eenigd zijn om het Kerstfeest,
faan onze wenschen en gebe-
en uit naar onze zwaar be
proefde land- en rijksgenooten
in Nederlandsch-Indië, zoowel
mannen als vrouwen en kinde
ren, naar onze bevrijde krijgs.
gevangenèn en geïnterneerden
en naar de velen, die hier nog
in onzekerheid over de hunnen
verkeeren of treuren over één
of meerdere van hen, die hun
lief zijn. Ik spreek de hoop uit,
dat velen tusschen de Keer
kringen deze woorden zullen
kunnen beluisteren.
Totnutoe is het vrijwel on
mogelijk gebleken hen te be
reiken en toch is er in onze ge
dachten niet één vergeten ge
weest. Moge spoedig hun lij
den beëindigd worden en ook
daar de vrede worden gewon
nen.
Een hartelijke Kerst- en
Nieuwjaarsgroet zenden wij
ook aan onze rijksgenooten in
Suriname en Curasao, die. Ik
heb het zelf ervaren, zoo innig
mede leven met het lijden hun
ner rijksgenooten in het moe
derland en in Azië. Onze ge
dachten en goede wenschen
omringen hen bij de wisseling
des jsars.
EERE ZIJ GOD!
Het beek van den begaafden,
ons land helaas ontvallen Leid.
schen geleerde met zijn reeds
duizendwerf aangehaalden ti
tel „Geschonden wereld?', ein
digt mat een herinnering aan
het slot van den Kerstzang bij
uitnemendheid, den Engelen,
zang. En prof. Huizinga meent
dat de toekomst het moet heb
ben van de menschen, die van
goeden wille zijn.
Het is hier niet de plaats om
ons uitvoerig bezig te houden
met den uitleg van de slot.
woorden van Lucas 2 IJ. Om-
streden zijn zy. Dat is een feit
en Huizinga's slottirade is ook
aanvechtbaar. Maar wij zijn
desondanks den wetenschappe-
lijken arts Lucas toch zeer
dankbaar.dat hij onder de J,
hymnen van zijn Evangelie ook
den Engelenzang ter eere van
Jezus' geboorte opnam.
Onomstreden is de aanhef
van dit by een open hemel ge
zongen gezang:
Het Kerstfeest zal voor ver
reweg de meesten onzer wel
onverbrekelijk verbonden zijn
inet de data 25 en 26 Dcember.
Toch is eeuwen lang de ge
boorte van Christus gevierd
op 6 Januari. In Home werd
het Kerstfeest voor het eerst
op 25 December gevierd in
354, in Konstantinopel voor
het eerst in 375, in Antiochië
in 387. En nog altijd zijn er
landen, waar de geboortedag
van Christus op 6 Januari
herdacht wordt, bijv. Armenië.
Een verklaring voor de la
tere verplaatsing van den da
tum is moeilqk te geven. Vol
gens sommigen is de verplaat
sing geschied onder invloed
van de>n Romeinschen kalen
der, anderen meenen. dat de
plaatsing van de wereldschen
ping en de ontvangenis op 25
Maart medebracht, dat de vie
ring van de geboorte van Je
zus op 26 December werd ge
steld.
Onjuist is het, het Christe
lijke Kerstfeest te beschou
wen als plaatsvervanger voor
de Romeinsche Saturnalia,
welk feest van 17 tct 20 De
cember werd gevierd, af als
plaatsvervanger van het Gér-
maansche Joelfeest, al geven
plaatselijke Kerstgebruiken
wel eens aanleiding tot deze
veronderstelling.
Merkwaardig is, dat vele
van onze Kerstgebruiken In
derdaad van heidenschen oor
sprong zijn, zooals het geven
van Kerstgeschenken, het aan
brengen van hulst en mare
takken en het plaatsen van
kerstboomen. In verband met
de bedde data 25 December en
6 Januari is nog merkwaardig,
dat in sommige deelen van
ons land de Kerstboom blijft
staan van 25 December tot 6
Januari. De volksmond vertelt,
dat kerstboom en hulst na 6
Januari uit het huis verdwe
nen moeten zijn. Anders „bren
gen zij onheil
Eere zij God in de
hoogste hemelen!
Eere z\j God!
De meeste menschenliederen
beginnen anders. Die geven de
eer aan de menschen of aan
een kampioen van menschen.
Of als God nog een beurt
krijgt in een vers van men.
schen, dan is het aan het slat,
zoo'n beetje voor den vorm.
Zelfs in Kerstsamenkomsten
krygen de herders en de wijzen
en Maria en Jozef en Augustus
en Herodes meestal meer dan
eens een goede beurtMaar
GodGod komt achteraan. Of
God kotnt heélemadl niet aan
de beurt.
De bodeyi in de velden van
Bethlehem echter zeggen: God
eerst! Eere zij God! Die krib,
die doeken, die geschenken, dat
kcnnt allemaal wel goed. Eerst
God! Eerst Gode dank voor
zijn onuitsprekelijke gave!
Heeft u wel eens géhoord of
Hf opgemerkt, dat de glorie
aan God één van de voornaam
ste puntenja zelfs het mid
delpunt is van het Evangelie,
waarin de Kerstgeschiedenis
staat Er is geen Evangelie,
waar de woorden'. God ver
heerlijken en God prijzen, zoo
vaak voorkomen als in het
Evangelie van Lucas. Zoo bv.
hier. Glorie aan God, zingen
de Engelenkoren. En het Glo
ria van de kerk van Jezus op
aarde, 's Zondags na de Psalm
lezing te zingen, is;
Eere zy den Vader en
den Zoon en den Heili
gen Geest, als in den
beginne, nu en immer
en van eeuwigheid tot
eeuwigheid!
Volgen wij bij onze Kerst
viering het spoor van de her
ders, die dezen jubeltoon alom
aanhieven.
Dan zijn wij nieuwe men.
schen, die in voortdurende zelf
verloochening en vol vertrou
wen in den onschendbaren Hei
land hun geschonden wereld
opbouwen.
Tot Gods eer! B.
HET WONDER
EN DE DRIE WIJZEN.
-/angs 't wegje waar de wilgen staan,
Daar kwamen drie vreemde mannen aan,
De wind blies door de blaren,
Zg droegen een mantel van dikke stof,
Hun schoenen waren oud en grof,
En zilverwit glansden hun haren.
e wind blies toen den zomer weg,
Hij plukte de blaren van de heg,
Hij' gierde om den toren.
De mannen vervolgden hun droeven tocht,
En geen die vond wat hij wel zocht:
Zij hadden het Wonder verloren.
e dingen die mea leeren kan,
Daar wisten die mannen alles van,
Ze kenden alle boeken.
Maar wat eens hun kindsheid bezeten had,
Zij konden zelf niet zeggen wat
Het Wonder, dat gingen zij zoeken.
!in op een nacht, dat het steendik vroor,
Toen lichtte een greote ster hen voor,
Een ster, door God gezonden.
Zij zagen een stal en de deur stond aan,
Zij zrjn er zachtjes ingegaan
En hebben het Wonder gevonden!
D. CRAMER—SCHAAP.
(Uit Het licht der wereld.)
Het Kerstfeest is in de al
lereerste plaats het feest van
het gezin. Het aantal Kerst
vieringen buitenshuis is een
voudig niet bij te houden. Bij
hen, die deze alle in hun agen
da opteekenen, is geen witte
ruimte meer over. Gelukkig
dat de S.D.A.P. 'besloten heeft
niet meer op len Kerstdag,
maar op Nieuwjaarsdag te
vergaderen. Dat scheelt weer
een brok huiselijke gezellig
heid. Ja, w(j moeten allen lee
ren het op deze feestdagen
thuis te zoeken.
Ieder zoekt voor den Kerst
avond-in-eigen-kring een ver
haal. Wij bladeren in oude
bundels en wij grijpen gretig
naar het met zorg uitgevoerde
Kerstnummer van onze vrije
dag- en weekbladen. -Zij ko
men gelukkig weer en bieden
ons keus.
DE KERSTKRIBBE.
In verschillende landen viert
men het Kerstfeest niet met
kerstboomen. zooals ten onzent
veelal geschiedt, maar met het
plaatsen van kerstkribben, die
omringd zijn door figuren met
op den achtergrond de grot
van Bethlehem of een stal
Dit gebruik is reeds van
ouden datum. Het ontstond,
nadat Franciscus van Assisi
op aanschouwelijke wijze
Kerstnacht had gevierd in het
woud van Greccio en reeds
korten tijd later begon men in
de huizen kribbetjes op te
stellen en met licht en groen
te versieren. In München be
vond zich een museum van
uitsluitend zeer kunstige
kerstkribben.
Op hongertocht om
iets op tafel te
brengen.
Aardappelen met knolraap
een feestdisch!
„Vrede op aarde. In de
menschen een welbehagen!"
Maar er was in 1944 nog geen
vrede op aarde en van welbe
hagen kon in Holland, waar
de Duitschers zich nog in al
hun baxbaarschheid lieten gel
den, moeilijk gesproken wor
den. De Dolle Dinsdag met zijn
misplaatst vreugdebetoon lag
al weer ver achter ons en de
Duitschers hadden in dien tijd
een geperfectionneerde metho
de gevonden om aan manne
lijke arbeidskrachten te ko
men. Op onverwachte momen
ten zetten zij steden of dorpen
af en hielden hun beruchte
razzia's. Ruim een maand te
voren hadden zij hun fantas
tisch succes in Rotterdam en
Schiedam gehad en hierop
bouwden zij voort. Erger dan
hun wreedheden of de angst
vcor razzia's was de geesel
van den honger, die vooral in
de steden in al zijn hardheid
.verd gevoeld. Ook op het plat
teland. vooral daar waar
slechts veeboeren waren, was
het uiterst schraal met het
Zij hadden succes op hun hongertocht! Beiaden met zakken
met aardappelen, rogge en koolrapen keeren zij huiswaarts, ken kon worden van
eten, hoewel daar niet gespro-
gespro-
nonger.
Kerstmis 1944 naderde; het
zou een Kerstviering worden
zonder den door velen gehcop-
ten vrede, doch een feest met
het schuilhok open, want de
Moffen waren niets te goed
om juist op dergelijke dagen
overvallen te plegen. Met
Kerstmis behoort er iets bij
zonders op tafel te zijn. Wie
kon echter 75.betalen voor
een gans? Het waren enke
lingen. Een week vcor Kerst
mis zag men echter een ver
hoogde activiteit op de wegen
van de stedelingen, die op den
zoogenaamden hongertocht
gingen. Het luilekkerland
wenkte op de Veluwe of den
Achterhoek. Wel is waar was
de IJsel moeilijk te passeeren,
maar met een beetje handig
heid en steun van de bevol
king daar, vielen de gekochte
levenswaren als rogge, aard
appelen, tarwe en voer bijzon
der gelukkigen soms ook spek
en eieren, toch wel over de
rivieren te krijgen. En zoo zag
men dagelijks vrouwen, kin
deren en oudere mannen in
colonne met geïmproviseerde
wagentjes, opgelapte fietsen
zonder banden, soms zelfs met
zware handwagens langs de
wegen trekken op den verren
tocht naar het Oosten. Ook
zag men hem terug komen. Dan
waren zij alleen of in kleine
greepjes en de menschen
strompelden achter het wa
gentje met het zoo kleine
voorraadje, dat echter een ka
pitaal vertegenwoordigde in de
hongerende streken. Een
Flonkerend kaarslicht in de oogen van h'. in bewondering
verzonken kind.
Wij moeten allen leeren het op deze
feestdagen thuis te zoeken.
WAT WIJ LEZEN.
De kaarsen van den kerstboom
worden aangestoken.
Onze vrye drukpers heeft
ook gezorgd voor 2 Kerstbrie
ven. En omdat niet ieder in
de gelegenheid zal zijn geweest
om deze zichzelf cadeau te
doen, vertel ik u er iets van.
De eerste is van den beken
den schrijver ds. A. K. Straats-
ma. Deze schrijft over het
waagstuk. De mensch is Gods
waagstuk. Als de dieren ge
schapen zijn, zijn zij af. De in
het paradijs levende mensch is
vrij. Hij kan „ja" en „neen"
zeggen. Hij kan kiezen voor
en tegen de zonde. Pas als hij
„neen" zegt tegen den verlei
der, wordt hij mensch. De
mensch zeide „ja" en zegt
onophoudelijk „ja". Dat is ons
ongeluk. En in dat ongeluk
at de mensch op de vlucht
zich In alle mo
gelijk struikgewas buiten en
binnen de kerk. En als de
vreugdetrek lag op het door
oververmoeidheid geteekende
gelaat. Zij waren zoo blij met
de zekerheid weer eenigen tjjd
eten te hebben, dat z(j de be
bloede voeten, die, omdat hun
oude schoenen het onderweg
begeven hadden, met lappen
waren omwonden, niet telden-
Immers lang kon de oorlog
niet meer duren. De geallieer
den waren zoo dicht bij; hun
kanonnen waren te hoor enEn
een paar weken eten in huis
was misschien juist voldoende
om den vrede te halen. Niet
allen hadden succes op hun
tocht. Sommigen kwamen met
leege handen terug omdat zij
niet bij de goede boeren ge
weest waren en weer anderen
hadden hun kleine voorraadje
af moeten staan aan dikbui
kige SS-ers of landverrader-
lij ke Landwachters. die deze
dikwijls reeds uitgemergelde
stedelingen beroofden niet al
leen van het eten, maar ook
van de hoop het leven te rek
ken. Dan zag men hen gaan.
het leege karretje achter zich
trekkend, wanhopig, de ellen
de op het gelaat, met oogen,
die niets zagen. Voor hec was
er geen Kerstviering.
Er waren er ook, die door
de minimale rantsoenen dus
danig verzwakt waren, dat z(j
geen verre tochten konden
maken. Hadden zij kennissen
op het platteland, dan verlie
ten zjj de stad om bij hen de
Kerstdagen door te brengen.
Daar viel allicht wat extra's
te beleven. Zij kwamen dan
naar het platteland en ver
baasden de menschen om hun
bestudeerde energiebesparing.
Geen onnoodige beweging werd
gemaakt, geen hand werd be
wogen. om een woord kracht
b$j te zetten. Zij gingen zit
ten en bewogen zich niet of het
moest absoluut noodzakelijk
zijn. Zoo veel mogelijk rust,
dan verbruikte je niet te veel!
Kestmis 1944 op het platte
land van Holland. De gaarkeu
ken was dien dag afgezworen
en het menu vermeldde als
feestdisch gekookte aardappe
len en knolraap, een tractatie.
die er zijn mocht! Van de in
een melkflesch zelfgekarnde
boter was een sausje gemaakt.
Zelden is er lekkerder gegeten
Toen de stedelingen het na
tuurlijk toch genaaide eten
van de gaarkeuken zagen, kro
ten met suikerbieten, waren
zij enthousiast. Zulk eten had
den zij in tijden niet gezien.
Zij kregen niets dan soep,
koolsoep, aardappelsoep. Vol
gens de toen geldende begrip,
pen deden zij, die iets bemach
tigd hadden, zich op een „ont
zettende" manier te goed. Hot
waren echter enkelingen in de
massa. Angst voor allerlei el
lende, gepaard aan de voort
durende hongerdreiging. maak
te het echter onmogelijk de
rust te vinden, die juist deze
Kerstdagen tot bijzondere da
gen maakt. Ondanks wat
hulsttakjes (uit den tuin van
het Kantongerechtsgebouw ge
haald) cf een Kerstboompje
('s nachts tijdens de speruren
uit een gemeenteplantsoen ge
roofd) ontbrak natuurlijk de
Kerstsfeer ten eenen male.
Daarom zullen degenen, die
Kerstmis 1944 nog onder de
Duitsche bezetting leefden, het
feest van den vrede in 1945
dubbel weten te waar de er en!
klokken luiden zijn wij als vo
gels, die het torennest verla
ten en in groote kringen rond
den toren vliegen. Dat is onze
onmacht.
En nu komt het eerste vre
deskerstfeest. Er zrjn echter
nog genoeg brandhaarden.
Zelfs in de geboortegrot in
Palestina moet een agent den
vrede bewaren temidden van
vechtende pelgrims. En op den
drukken gr oote-stads boule
vard. ter zijde van platgebran
de stadswfken. bruist 't leven
van voor God vluchtende men
schen. Tot hen allen komt de
Kerstroep van den komenden
God: Mensch, waar zjjt gij?
Moet deze mensch op Kerst
dag iets aanbieden?
Straatsma vertelt van het
schooiertje, dat bij ds. Ber
nardo, den stichter van En-
gelsche kinderhuizen, aan
klopte. Hij had geen brieven
van aanbeveling by zich. „Jon
gen", zei Bernardo „dat gaat
zoo maar niet". Moest hy ta-
rug?
Ineens schoot hem iets ts
linnen. Hij zei: „M'nheer, zijn
mijn lompen dan geen aanbe
veling".
Het is voldoende vandaag
jnze armoede te toonen. Beth-
'ehem maakt lompendragers
ot feestgangers.
Geheel anders van bouw en
itfll is no. 5 uit de serie „Vra
gen van nu". Dr. N. J. Hom
nes ageert in dezen brief te
gen de ontaarding van het
Kerstfeest in de handelswe
reld, tegen de schending van
de geheele wetenschappelijke
en maatschappelijke, zedelijke
en geestelijke wereld en tegen
de heidensche godsdienstvor
men van de dagen der Caesa-
ren van weleer en van de 20e
eeuw. Hij vergelijkt de cata
logus van waanzinnigheden
der oorlogsvelden met de on
aantastbare, chirurgische
heerlijkheid van Jezus' verlos
sing, Gods volmaakt offer.
Zoo is het Kerstfeest het feest
vair tegenstellingen, het feest
van Jezus' grootheid en men-
schelyke overgave.
Ds. J. J. Buskes schreef een
Kerstgroet in opdracht van
den uitgever W. ten Have en
Nelly ten Have zorgde voor
calligrafische versiering.
Ook ziet een nieuw tijd
schrift op dezen hoogen dag
het licht, het eerste groote
Nederlandsche tijdschrift met
Protestantsche redactie-leden
onder den titel: Kerk en Eere-
dienst. Het eerste nummer
telt 64 bladzijden en bevat op
stellen van de 4 hoogleeraren
Bakhuizen van den Brink,
Kooiman, Kraemer en van der
Leeuw en een Kerststuk van
ds. J. H. Smit Sibinga.
U behoeft u niet te vervelen.
Neem en lees en vertel.
De Kribbe straalt.
Het wordt feest!
W. H. B.
Dit jaar waren er weer kerst
boomen te koop.
HET LICHT
DER WERELD,
Hy kwam de wereld binnen
Als drager van Gods licht.
Hy had zijn kaars ontstoken
Aan Godwerd zélve licht.
Kind, draag zijn liefde verder.
Zijn licht, o geef het door.
Hy gaat als goede herder,
Lichtzuil door donker, vóór.
(Uit: „Het licht der wereld".)!