De Amerikaansche nederlaag in Tunis. Omtrent den strijd in Tune sië, in het verloop waarvan de Amerikaansche troepen zware verliezen geleden heb ben, meldt het D.N.B. Toen de Dmtsche soldaten bij het begin van den strijd tot verrassende aanvallen op de Amerikanen overgingen, was hun bij den eersten stormloop reeds een volledig succes be schoren. Nog voor 't daglicht was aangebroken, stonden de Duitsche strijdkrachten reeds midden en ook reeds in den rug x van de Amerikaansche troepen, die op een dergelijk verrassenden aanval niet voor bereid waren. Nog voordat de meerendeels nog nieuw tegen over den oorlog staande Ame rikanen tot bezinning waren gekomen, waren hun eerste pantserwagens stukgeschoten, kanonnen weggenomen of ver nietigd. Onder het opdringen der Duitsche pantserwagens, viel vervolgens een belangrijk knooppunt van wegen in Duit sche handen. De Amerikaan sche pantserwagens, die toen tot een tegenaanval overgin gen, werden door de superieu re kracht der Duitsche wapens vernietigd of verdreven. Op den avond van den eersten dag waren reeds 45 Ameri kaansche pantserwagens stuk geschoten. De Amerikaansche infanteristen verloren hierbij ruim dertig van him gepant serde voertuigen, bovendien honderden vracht- en perso nenauto's. Pas den tweeden dag begon de Amerikaansche leiding met grootscheepsche ontlastings- aanvallen, doch deze vermoch ten niets tegen den Duitschen stormloop. Weer werden reek sen Amerikaansche pantser wagens stukgeschoten, waar op de rest op de vlucht sloeg. Op den avond van den twee den dag was het aantal stuK- geschoten Amerikaansche pantserwagens- reeds gestegen tot ruim 90, terwijl bijna dui zend Amerikaansche gevange nen naar de kust werden weg gebracht. Ook op den derden dag van het Duitsche offensief kregen de Amerikanen geen kans. Zij moesten terugtrekken en hier en daar ontstond een regel rechte vlucht. De mannen uit de Ver. Staten gaven er zelfs de voorkeur aan ook daar het veld voor de Duitschers te ruimen, waar zij voldoende militaire mogelijkheid voor de verdediging bezaten. De vluch tende Amerikanen moesten op de weinige berijdbare wegen nog zware bombardementen van de Duitsche Stuka's on diergaan, die hun aanzienlijke verliezen toebrachten. 125 Amerikaansche pantser wagens zijn in enkele gevech ten aan de Duitsche wapens ten offer gevallen. Aan kanon nen en derg. verloren zij ruim 50, terwijl de stukgeschoten en buitgemaakte pantserwa gens der Amerikaansche in fanterie meer dan 40 bedra gen. Er werden meer dan 1200 gevangenen gemaakt, en cleze getallen zullen stellig nog op- loopen. De resultaten van de Duitsche overwinning. Door de overwinning, die de troepen van de spil in Z. Tunis op de Amerikaansche strijdkrachten hebben behaald, is de mogelijkheid eener ver- eeniging van den linkervleugel van het Britsche achtste le ger met de in Algerije staan de Britsch-Amerikaansche strijdkrachten teniet gedaan, zoo verklaart men in militaire kringen te Berlijn. De astroe pen hebben zich meester ge maakt van de Oostelijke uit- loopers van het Atlas-geberg te en zich daar sterke posities verworven. Verder worden, nu de Amerikaansche strijdkrach ten teruggedrongen zijn, de meer naar het Noorden ope- reerende troepen van. het Brit sche eerste leger in de flank bedreigd, zoodat deze tot het prijsgeven hunner stellingen zouden kunnen worden ge noodzaakt. Van Duitsche zijde verklaart men, dat het onjuist zou zijn, de zoo gunstig verlobpen ope raties in Zuid-Tunis te be schouwen als het begin van een offensief tegen Algerije. Of het zoover komt, dient te worden afgewacht. Voorloopig dient men de operaties eerder te zien als voorbereiding voor een komende ontwikkeling. In elk geval is, naar de meening van deskundige kringen te Berlijn, het Amerikaansche pantserwapen zoozeer versla gen, dat een tegenaanval voor loopig niet te verwachten is, althans niet van de zijde van de Amerikanen. De positie der gealli eerden. De militaire correspondent van de „Times" geeft onom wonden toe, dat de positie der geallieerden in Tunesië slecht is geworden. Men betreurt 't, aldus het blad, dat men voor uitgeschoven vliegvelden heeft moeten opgeven en verliezen aan menschen en materiaal heeft geleden. Het zal nood zakelijk blijken een reorgani satie tot stand tc brengen. DE JEUGDSTORM IN ACTIE TEGEN HET BOLSJEWISME. In de groote actie „Neder- landsche volkseenheid tegen het bolsjewisme" is Zaterdag middag in een manifestatie te Baarn ook officieel de jeugd storm betrokken geworden. Oppcrbanheer Quispel bracht daar het bevel van den hoofd stormer over om als jeugd ook deel te nemen aan deze actie. Als een eenheid, die bergen verzetten, stormen overwinnen en machten vernietigen kan. Deze macht is noodig om het bolsjewistische monster te ver- Wij hier, staande midden in ons -vaderland, aldus spr., sa men vormend een hecht bol werk van jeugdige geestdrifti ge jongens en meisjes, zijn het levende getuigenis van wat er in de jeugdstorm leeft: dat ons zijn of niet zijn afhangt van de keus: Nederlanders of bolsje wiek. Dat wij daarop slechts één antwoord hebben, is van zelfsprekend. Het ideaal „Nederland" is gegroeid in de vele jaren van strijd, die achter ons liggen. De jeugdstorm, geboren in 1934, wist zich reeds na eenige jaren belaagd door ondergrondsch gekuip en terreur, en herkende zijn groote vijand^ het commu nisme. Jong als wrj waren, had den wij reeds te vechten voor het besef, dat, wilde Nederland niet roemloos ten onder gaan, het zich te bezinnen had op zijn vroegere grootheid, om dan, daaruit puttend met toe voeging van nieuwe idealen, te vormen een hecht bolwerk te gen communisme en plutocra tie. De plutocratenkinderen, die uit zucht tot tegenspraak hand in hand willen gaan met het communisme, denken daardoor hun eigen zwakke bestaan te zullen redden. De joden met het plan voor oogen de wereldrevolutie te brengen, zagen in het commu nisme het zoo zeer door hen benoodigde apparaat om daar door heerschers te worden. De jeugd echter, scherp en paraat, doorzag dit spel. De jeugdstorm ging en gaat in volle overgave van zijn taak, Neerland weer groot te maken, daarbij niet vergetend, dat Neerland slechts dan groot kan worden, indien Europa groot wordt en bevrijd wordt van het communistische monster. Wanneer op dit moment ruim 250 stormers hun solda- tenplicht ten opzichte van hun ideaal „Neerland" in de voor ste linies van het Oostfront vervullen, dan is dit het bewijs, dat voor ons, jeugdstorm, het begrip Nederlander of bolsje wiek geen loos begrip is. Al diegenen, die Neerland Aan de Spaansche Oostkust woeden zware stormen, die een ernstige belemmering van de geheele scheepvaart vor men. Aan den ingang van de haven van Valencia is het Fransche 5000 ton metende vrachtschip St. Albert tegen de golfbrekers gedreven en vastgeloopen. In de haven van Cartagena zijn verscheidene schepen op drift geraakt en de Spaansche kanonneerboot Dato heeft Cartagena als noodhaven moeten aandoen. Clandestiene handel in de Ver. Staten. United Press onthult het bestaan van een reusachtigen zwarten handel in alle groote steden der Ver. Staten. Opsporingsambtenaren zijn van meening, dat alleen al te Chicago de huisvrouwen minstens een millioen dollar per week op de smokkelmarkt uitgeven. In Pittsburgh is vol gens een officieele schatting van elke 10 pond vleesch, die verkocht wordt, 3 pond van clandestiene slachting afkom stig. Eenzelfde toestand heerscht in Detroit en andere industrie-centra. In het sportfond- senbad-Oost te Amsterdam werd een 9-jarige jongen op heeterdaad betrapt hij het ste len van een portemonnaie wel ke 140 inhield. De jongen ba kende, met zijn 14-jarig broer tje in den laatsten- tijd tal van dergelijke diefstallen te hebben gepleegd. Het geld verbrasten de jeugdige boefjes. liefhebben, zooals wij, met ons geheele hart, met onze geheele ziel, roepen wij toe: „kom bij ons, loop mee in onze rjjen, al is het slechts in gedachten, versterk onze rijen, laat luid klinken ons lied, zoodat ieder het hooren kan en laat den stap dreunen door de straten. Al diegenen, die niet met ons willen zijn, die niet met ons willen marcheeren, die niet met ons willen zingen, die niet met ons willen lijden, zijn tegen ons, zijn onze vijanden. Want wjj kunnen slechts „Nederlander" of „bolsjewiek" zijn. Een an dere keus bestaat er niet meer. Er is een keus te doen tus- schen werken, strijden, opoffe ren voor Nederland of levend dood onder bolsjewistisch be wind. In onverbrekelijke trouw be loven wij onzen hoofdstormer, hoe en waar dan ook, deel te nemen aan den strijd tegen het bolsjewisme. Elk bevel, hoofdstormer, elke opdracht, hoofdstormer, zullen wij vervullen. Deel zullen wij uitmaken van de Nederlandsche volkseenheid tegen het bolsjewisme. Van den 15en tocht naar vijandelijk gebied met het «Ikenloof bU het Rid derkruis teruggekeerd. Kapitfn-leut- nant LQth, wlena boot met 37 tot zinken gebrachte schepen met een totaal van 218.482 brt. een der meest succesvolle Duitsche U-booten is, begeeft zich na het melden b(| den chef van het flottielje met dezen na aankomst op zijn steunpunt naar de ter begroeting aanwezig *Und« officieren en eere-gasten. PK 8ch8ppe- DV- R- Pm. W.H.N.-LOTERIJ. Tweeërlei doel. De loterij 1942 van Winter hulp Nederland nadert haar einde. Van de in totaal 6 mil lioen loten zijn er thans bijna 5 millioen verkocht en men hoopt het resteerende binnen enkele w^ken aan den man te hebben gebracht. Zooals men weet, gebeurt dat door mid del van den straatverkoop, door verkoop in de cafè's en door het rad van avontuur, dat velen trekt. Gaarne vesti gen wij nog eens uw aandacht op deze loterij, die tweeërlei doel heeft. In de eerste plaats is voor de koopers belangrijk, dat tal van hooge geldbedra gen de prijzen vormen, in de tweede plaats diene, dat de opbrengst van de geheele lo terij ten goede komt aan het wiriterhulpwerk, waarvan de loterij deel uit maakt. Daar om wekken wij U op, in deze laatste serie nog eens deel te nemen aan de wintërhulplote- rij. Nu is het nog winter. Hoe meer, ook door deze loterij, in de schatkist van winterhulp komt, hoemeer volksgenooten hierdoor bijgestaan kunnen worden in hun stoffelijken nood. Onder de gemeen- Streefkerk is uit de rivier de Lek opgehaald het lijk van een 25-jarige vrouw uit Groot- Ammers. Zij werd sinds den avond van 18 Jan. vermist en men vermoedde reeds, dat zij in haar woonplaats in de ha ven was verdronken. Feuilleton HET LATE GELUK 68) door M. B. „Ik.ik" begon zij en viel toen met een zachte kreet be wusteloos over den drempel. De strenge opleiding die de hoofdzuster haar destijds ge geven had, kwam haar nu goed te pas. Zij greep de vrouw on der de armen en droeg haar in de hall. Daarna sloot zij de voordeur en ging op zoek naar <Coba. „Kom vlug", riep zij tegen de oude huishoudster die in de keuken mopperend aan het omwasschen was. ,,Er is hier een vrouw, die erg ziek is". „Hemelsche goedheid, nu dat nog. Toch niet een van de da tnes van het comité? Ik dacht, dat we die vandaag verder kwijt waren". *,Nee, die zijn al eeuwen weg", antwoordde Toos. *Deze dame is pas aangeko men. Ik geloof, dat het me- yrouw Van Manderen is". „Mevrouw Van Manderen?" hijgde Coba. „Bent u krank zinnig geworden, zuster? Mijnheeris vrouw is al twee jaar dood". „Kijk zelf dan maar eens", zei Toos. kortaf. „Wat denkt u wel, zuster, dat opgeverfde schepsel is mevrou\y Van Manderen niet". „Zij lijkt anders sprekend op oe foto, die ik van de moe der der kinderen heb gezien, toen ik pas hier kwam", zei Toos met even een wilde hoop, dat zij zich vergist mocht heb ben. „Ik vermoed, dat je me vrouw Van Manderen hebt gekend?" „Ik heb haar nooit gezien" gaf de huishoudster toe. „Mijn heer is in het buitenland ge trouwd en niet teruggekomen vóór haar dood. Jan en ik ren al gepensionneerd, maar omdat ik zijn kinder meid was geweest en hem heelemaal heb opgevoed, ben ik terug gekomen. Wie die vrouw ook is, ze is doodziek. Ik zal mijn man roepen, dan kunnen we haar in de zitka mer brengen". Bij de woorden van de huis houdster stierf het laatste sprankje hoop in Toos' hart Wat Coba ook mocht beweren, over het uiterlijk van deze vrouw, zij was overtuigd, dat dit de vrouw van Eduard Van Manderen was Spoedig daarna verscheen Jan Rust en hij en Toos na men de vrouw op. Haar teere lichaam was angstwekkend licht en het kostte hun geen moeite haar naar de zitkamer te brengen, waar zij haar op de bank legden. Nog geen uur geleden had Marie op die zelfde bank thee geschonken met een stille hoop het een maal als gastvrouw te zullen kunnen doen. De oude Rust scharrelde in zijn zak naar een sleutel en maakte een kast in den hoek van de ka mer open, waaruit hij een ka raf en een glas te voorschijn haalde. „Hier zal ze misschien wel wat van opknappen", zei hij. .Tilt u haar hoofd wat op..." Met bevende vingers nam Toos de zieke het lichtzinnige hoedje af en schoof de hand haar onder haar overdaad van glanzende krullen. Een vaag, vreemd parfum steeg eruit op. Waarschijnhjk een van die spe ciale parfums, dacht Toos, die rijke vrouwen voor zich laten ontwerpen. Jan Rust trachtte iets van den inhoud van de karaf tus- schen de saamgeklemde lippen te gieten, terwijl Coba pro beerde de ijskoude handjes te verwarmen. Zij waren alle drie zoo in hun werk verdiept, dat zij niet het geluid van kleine voetjes op de trap hadden ge hoord of het opengaan van de deur. Het was de wilde hee- sche kreet, die Karei uitstiet, die hen er op opmerkzaam maakten, dat zij niet meer al leen in de kamer waren. „Het is mammie gilde Karei. „Sonja, kijk, mammie is terug gekomen". De verschrikte bedienden op zij duwend, wierpen de beide kinderen zich op de bewuste- looze vrouw en begonnen haar ijskoude wangen te kussen. „Mammie, wordt toch wak ker", riep Sonja. „Zeg toch iets". Toos den tijd had, haar tegen te houden, was Sonja op haar vader toegeloopen en greep hem bij den arm. „Pappie, mammie is /terug gekomen". Met een rukje maakte Van De oogleden van de vrouw Manderen zich los. bewogen en ten slotte sloeg ze op. Eerst staarde zij niet begrijpend rond, toen begon zij te glimlachen. „Hallo jongens zei ze met mooie lr^e stem, „Hemel, wat zijn jullie groot gewor den". De kinderen wilden na tuurlijk in htm opwinding alle mogelijke vragen stellen, maar de vrouw viel achterover en verloor opnieuw het bewust zijn. .Hemelsche genade", riep Coba wanhopig uit. „Dit moet de moeder van de kinderen wel zijn. Het is allemaal zoo vreemd, dat ik bang ben' Zij barstte in tranen uit en snikte met die zielige zachte snikjes van een heel oude vrouw, die vele jaren niet meer heeft gehuild, terwijl de kinderen met angstige oogen rondkeken. Toos, die begreep wat er in hen moest omgaan, nam hen snel bij de hand en ging met hen de kamer uit. Juist toen zij de trap op wil den gaan, hoorde Toos een sleutel in het slot omdraaien en Eduard van Manderen kwam binnen. Nog voordat „Wat zeg je, kind?" schreeuwde hij bijna met fon kelende oogen. „Zuster, wat beteekent die onzin?" Toos staarde hem aan. Tot op oat oogenblik was zjj te verbijsterd geweest om te denken. Maar nu ze tegenover den man stond, dien zij lief had, den man met wien zij gemeend had spoedig haar bestaan te zullen deelen, stormde voor het eerst de heele afschuwelijke waarheid op haar af. „Ga maar naar de zitkamer Eduard en kgk zelf", zei ze, hem onbewust bij zfln voor naam noemend. „Ja, pappie", riep Karei. „Kom mee. Mammie ligt op de bank". Van Manderen rukte de deur van de zitkamer open, een uitdrukking van ongeloof in zijn oogen. Toen, brj het zien van de stille figuur op de bank, was het of hQ 'versteen de. Als een uit marmer ge houwen beeld stond hij daar. „Groote hemel, het is Eline" fluisterde hfl. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1943 | | pagina 6