INDRUKKEN UIT DE OEKRAÏNE. Dra. Goedhuys over ztfn ervaringen. Van onzen Haagschen correspondent. Een moeilijk, doch grootsch werk wordt in het Oosten ver richt. Moeilik zijn de omstan digheden, daar in het „land der toekomst", vrij dicht achter het front, grootsch is de taak wel ke degenen zich hebben ge steld die nu reeds daar hun krachten geven om dat uitge strekte, vruchtbare gebied dienstbaar te maken aan dc voedselvoorziening en verdere verzorging van het toekomstig Europa. Drs. W. Goedhuys, af- deelingschef van de Ned. Oost- compagnie, zoo juist van een reis uit de Oekraine terugge keerd, heeft van zijn indrukken en ervaringen ginds, dezer da gen op de Persconferentie ver teld. Het land daar, waar geen jaar geleden nog de oorlog woedde, is uiteraard in begin van opbouw. Ondanks de oogen- schgruijke chaos blijkt hier, gedreven door een enthousias ten scheppingsdrang, reeds een geweldige hoeveelheid werk te zijn verzet. Men neme slechts de gToote stuwdam in de Dnjepr door de Russen inder tijd bij hun terugtocht goed deels vernield. Dit gigantische kunstwerk is door de Organi sation Todt in moeizamen ar beid hersteld en sedert kort weer in gebruik genomen. De tweede indruk welke de reiziger krijgt, die voor het eerst in de Oost Europeesche gebieden komt, is van de on metelijke ruimten welke men daar aantreft. Men voelt zich als in een notendopje verloren op den grooten Oceaan of als een kameelrelziger in den -on- afzienbaren woestijn. De westerling verliest hier alle houvast aan verhoudingen. Trouwens het Slavische volk heeft deze ruimte nimmer ver mogen to beheerschen, dit zul len alleen krachtige en tech nisch goed uitgeruste volken kunnen doen. Daarom ztjn de Germanen hier de aangewezen pioniers en de eenigen die dit enorme werk tot stand kun nen brengen. De heer Goedhuys heeft met militaire treinen en met post koetsen gereisd en kon onder weg aan de stations steeds brood, worst, boter en koffie lgLfu2" i ouden naar het Oosten over- ten ml gebracht. Zoo wordt heel Shi- de GOTdhws, op?eknapt door een Ne- scMlderspatroon, en soms soep, krijgen. Bg aan komst te Rowno bleken daar op het stationsplein tal van aapjeskoetsiers te staan. Hier in Rowno werken ongeveer 800 Nederlanders; aanvankelijk is dat, door onvoldoende selectie en keuring geen volledig suc ces geweest en ook het aan passingsvermogen van sommi ge van die werkkrachten liet eerst nog wel eens te wenschen over. Verder heeft men eerst nog al wat te stellen gehad met eenige a-sociale elementen, die b.v. in den zwarten handel gingen. Dergelijke menschen hadden er al gauw den naam van „witte Joden"; ook in Kief zgn dergelijke practflken aan het licht getreden. De „Werkdienst Holland" heeft in Rowno alles gebouwd wat er nieuw of hersteld, tot stand gekomen is. Er zijn daar nog bgkampen in Nikolaief en Dnjepropetrowsk, alsook in Kief. Het land in dc Oekraïne is ten deele beboscht; de rivieren jn nog niet gekanaliseerd. _Tet is in vele opzichten nog een oergebied. Reizend van Rowno verder naar het Oos- hoofdgebouwen liggen de boe- renbehuizingen, weinig beter dan hutten. Sneeuwval had de wagens reeds door sleden doen vervangen. De menschen rei zen er veelal in groepje^ van wege het nog bestaande ge vaar van overvallen te worden door rondstroopende partisa- nen. Kief moet een prachtige stacl geweest zgn, doch bij en na hun terugtocht hebben de bolsjewieken de mëfeste groote gebouwen in de lucht laten springen. De Werkdienst Hol land is in het oude Tzaren- slot op den hoogen oever van de Dnjepr ondergebracht, van waar men ver over de rivier, welke hier 10 km. breed is, kan uitzien. Er staat thans echter ten hoogste 1 km. wa ter. Er bestaan dan ook plan nen voor kanaliseering. Ook hier staat de Duitsche leiding voor vele en velerlei moeilijkheden, ook in verband met talrijke diefstallen, en soms onoplosbaar schijnende {iroblemen, doch het is onge- joflijk wat reeds tot stand is 'gébracht. Soms zgn heele on dernemingen met hebben en fantastische mogelijkheden van dit land voor den korenver- bouw. Bijna 80 procent van 't vroegere areaal is reeds we der bezaaid, doch het land der zwarte aarde is nog lang niet werkelijk intensief in cultuur gebracht. Wat hier nog te be reiken is kan blgken uit een vergelijking met Nederland. In de Oekraine wordt, per ha. 1150 kg. winterrogge geprodu ceerd tegen 2217 kg. in Ne derland; voor wintertarwe zijn deze cgfers 1500 en 3000 kg. per ha. Gezien de opbrengsten reeds van dit jaar uit de Oekraïne, <!oo zeide de heer Goedhuys, jehoeft het niet te verwonde- ten, dat in Duitschland de rantsoenen reeds verhoogd zgn kunnen worden. Mettertijd zal ook Nederland van de opening van deze nieuwe Europeesche graanschuur kunnen profitee red Verspreid over de einde- lóozc vlakten tusschen Rowno en Kief, welk traject de heer Goedhuys in een dag per autobus van den Rijkspost dienst aflegde, liggen de land- bouwkernen van de vroegere Kolchozenbedrij ven, elk onge veer 800 ha. groot.- Om de die hier met 30 man personeel s geïnstalleerd. Op dit gebied zal nog veel meer gebeuren. Met de Nederlandsche boe ren zijn reeds de beste erva ringen opgedaan. Bg Wilna en Rowno zgn scholingsbedrijven opgericht en ln Nederland zal binnenkort een groot scho- lingsbedrgf. worden gesticht, waar 300 boeren in opleiding komen voor het Oosten, waar zij tewerkgesteld zullen wor den als assistent stutzpunkt- führer bij Kolchozenbedrij ven. De volgende maand zullen in het boerenland verschillen de tentoonstellingen Worden gehouden met materiaal over de Oekraïne. Tenslotte vertelde de heer Goedhuys nog, hoe overal de Grieksch Katholieke eeredienst weer snel tot leven gebracht is. Do orootc zaal van „Kraanapoltky" te Amsterdam was Dinsdagmiddag gevuld met Jongens en meisjes, wier vader In het buitenland werkt en waarvoor het Nederlandsche Arbeidsfront een Kerstfeest had georgani seerd. Een overzicht van de zaal. Stapf-Pax, zo. Amerikaanse!» slagschip op rif geloopen. De Amerikaan- sche minister* van marine, Knox, heeft bevestigd dat in het begin van den oorlog een Amerikaanse!» slagschip op een rif is geloopen, dat niet op de. kaart stond aangegeven. Voor kleine Tuinen ALs kamerplanten bevriezen. Heel wat kamerplanten heb ben den vorigen strengen win ter niet doorstaan en van de treurige ervaringen, toen op gedaan, kunnen we thans pro fiteered Nog minder wordt er in de huizen gestookt en nog moeilijker zal het dan ook zjjn om bij strenge vorst onze planten te behouden. Meestal beginnen we al met de fout, de planten 's nachts achter de gesloten gordijnen te laten staan, waar zg zoo goed als niets van de kamer- warmte vóélen en vooral als we dan overdag een vrij hooge temperatuur in het vertrek hebben, is de overgang voor de planten van dag naar nacht veel te groot. Het ontruimen van de vensterbanken is dan ook een eerste vereischte bij vorst, terwijl wij, indien we ook dan nog bevreesd zijn voor bevriezen, de planten 's nachts flink met kranten afdekken. Gaan we eenige dagen van huis, dan doen we er goed aan de planten geheel ln kranten te rollen en de groote exem plaren in een oude deken of molton te wikkelen en ze zoo op den grond neer te leggen, zoo ver mogelijk uit de buurt van de ramen. Is een plant bevroren, dan zien we dit meestal aan den treurenden stand van de bla deren, terwijl dikwijls ook de kleur donkerder wordt en stengals en bladeren een ze kere glazigheid vertoonen. Onze eerste opwelling is om een dergelijk exemplaar met een in de warmte te brengen om haar te laten ontdooien, maar dat is nu juist de eenige fout die we kunnen maken. De ontdooiing moet zeer lang zaam geschieden en in plaats van in de warmte, zetten we zoo'n plant juist in een koude kamer, waar het wel vorstvjij moet zijn, maar meer ook niet, terwijl we de gordijnen geslo ten houden. Daar worden de bladeren met koud water be goten en daarna laten we haar rustig in deze koele, duistere omgeving, tot we ontdekken, dat zg'zich hersteld heeft. Dan eerst mag zi1 in een verwarm de kamer gebracht worden, waar zij Jn het volle licht ge plaatst wordt, Planten die" in een onge stookte kamer overwinteren, hebben zoo goed als geen wa ter noodig. Een droge plant zal minder gauw bevriezen dan een natte, terwijl rotting ook het gevolg kan zjjn van te veel water, daar verdamping in de kou weinig plaats vindt. A. C. MullerIdzerda. Feuilleton. HET LATE GELUK 24) door M. B. „Maar dat zal nog wek ge beuren, lieverd, als je eerst een beetje bijgewerkt bent", ant woordde Toos vlug, ontsteld over de woede van het kind - „En al houd je dan niet van juffrouw Garsten, vergeet dan 'niet dat Je niet van naar les krijgt, maar van haar broer je gaat met een man werker, en dat is heel wat". De donkere wolk dreef weg van het gezicht van den jon gen en een glimlach speelde om zi1n lippen. „Daar had ik niet aan ge dacht. juf", zei hij. „Ik zal hard werkenvoor u". En tot Toos' verbazing sloeg hh de armen om haar heen en kuste haar, waarop hij, blijk baar een weinig beschaamd over een dergelijk vertoon van onmanlijke gevoeligheid, zijn pet greep en de deur uit rende. Uit het raam keek Toos toe. hoe hil in het wagentje stapte en weg reed. een klein en ver loren figuurtje naast de sta tige en kaarsrechte juffrouw Garsten. Toos had medelijden met hem, maar ze wist dat de kleine vent er zich toch wel doorheen zou slaan. Tegen het middaguur riep Jan Rust haar uit den tuin, waar -z\] een wandelingetje maakte met Sonja en Treesje na de morgenlessen. HH had een groote doos in de hand. „Dit Is een uur geleden voor u gebracht", zei hij. „Maar ik had geen zin er al die trappen voor u te klimmen. Ik denk. dat het bloemen zijn, al heeft nog nooit een van de meisjes hier zoo iets gekregen". Toos wachtte tot hij uit het gezicht was, voor zij de doos opende. Een bos schitterende rose rozen, waaraan eeb kaartje „Ik hoop, dat deze rozen je zullen kunnen troosten over de schade, aan het avondgewaad geleden Dat huis lijkt me be paald ongezond. Blijf geen oogenblik langer dan noodig is. Als je er behoefte aan hebt, bel me dan op. R. B." Die goede beste Rudi, hij was toch een schat, dacht Toos. terwijl zij het kaartje las. De beide meisjes kwamen nieuwsgierig kijken naar wat voor moois juf daar gekregen had. „O wat een mooie bloemen, juf. U moet wel een echtê lieve vriend hebben", riep SonJa. ..Praat toch geen onzin, kind, antwoordde Toos scherp, maar ze bloosde ondanks zich zelf. Sonla's roode lipjes begon nen te trillen. „Ik wou niet onaardig zgn, juf", fluisterde zg. „Toen mammie nog leefde, kreeg zg altijd massa's bloe men. Ik dacht dat alle mevrou wen een vrtend hadden". „Ik vermoed, dat pappie die bloemen stuurde", zei Toos. Het kind lachte, een zonder linge, bijna volwassen lach ,,0 nee, pappie zond nooit bloemen. Hif had het veel te druk met zijn zaken. Maar andere mei.ecren, waar moesje ook veel van hield". Het gelaat van Toos ver strakte bg deze onomwonden beschrijving van het huwelijks leven van den heer van Iepen rode. Het parte precies bij hem. Zij kon zich niet eens voorstellen, dat hü in staat zou zijn, iemand, zelfs zijn eigen moeder, bloemen te zenden. HOOFDSTUK VHI. Gewijzigde plannen. Veertien dagen later ontving Toos een brief van -de hoofd verpleegster. Het .zien alleen van het bekende handschrift gaf haar een gevoel van heim wee. Glimlachend opende zij het epistel. ..Je zult blij zijn te ver nemen, dat zuster Jaspers weer hersteld is en mQ£gèn zal arrivceren om je taak óver-te, nemen. Ik ban je zeer dank baar, dat ^e mij zoo uit deze moeilijkheid geholpen hebt en bon èr in geslaagd een heel goede betrekking voor je te vinden bij een alleraardig ste familie in Den Haag. Er is maar een kind van 6 maanden en je zult omringd zijn van een stoet van bedienden. Boven dien is de moeder allerliefst en ik weet zeker, dat je er een gelukkig tehuis zult vinden..." Toos legde den brief, die verder nog talrijke nieuwtjes over de stad en de collega's be vatte, peinzend neer. Het was buitengewoon aardig 'van de directrice, voor haar een nieu we betrekking te vinden, maar nu het oogenblik van gaan ge komen was, bemerkte zij tot haar verbazing ,dat de gedach te haar geen genoegen deed. Dat moest haar genegenheid voor de kinderen zijn en de angst dat ze met zuster Jas pers niet erg gelukkig zouden zgn. 1 Na het ontbijt liet de heer Van Manderen haar bij zich; komen en vertelde op zijn ge wone kortaffe wijze, dat zus ter' Jaspers den volgenden morgen zou komen. „Ik hoop, dat u alles keurig en in orde voor haar zult ach terlaten", zei hg. „Natuurlijk, mijnheer var. Manderen", zei Toos. „Maar ik vroeg mij af, of u het niet beter zou vinden, dat ik gedu rende het weekeinde nog blijf om zuster Jaspers een beetje wegwijs te maken. Alle kin derverpleegsters hebben zoo haar eigen methoden en de kinderen zgn nu zoo aan een geregeld bestaan gewend ge raakt, dat het jammer zou zijn er iets aan te veranderen. Bo vendien is het voor de kinde ren^ beter, zij voelen dan de verandering niet zoo erg". Het strenge gelaat van den heer Van Manderen verzachtte zich en hij glimlachte. „Dat is buitengewoon voor komend van u, zuster" zei hjj, ,,Ik ben er zeker van, dat Co- ba het ook erg prettig zal vin den. dat er iemand is om de nieuwe zuster haar werk te wijzen. Ik zal u natuurlijk extra betalen". „O nee, mijnheer, geen spra ke van. Ik heb het alleen in het belang van de kinderen aangeboden". Eduard van Manderen staar de even naar haar, nieuwsgie rig, toen opende hjj zHn'lippen alsof hi1 op het punt stond iets te 'zeggen, maar hfl sloot ze weer en zat daar stil aan zfln tafel, de vingers trommelend op zijn vloeimap. „Wenscht u nog iets, mijn heer?" vroeg Toos. „Nee, dank u. zuster. Vraagt u Coba maar een bed op- te maken in de logeerkamer, want ik neem aan dat zuster Jaspers het liefst direct haar toekomstig kwartier zal be trekken". Toen Toos in de kinderka mer binnen kwam, werd zij begroet mot een koor van on geruste kinderstemmetjes. „Coba zegt, dat we een nieuwe "juf krijgen, die erg streng is en dat u meteen weg gaat", riep Karei. „Dat is toch niet waar?" „Je hebt altijd geweten, dat ik hier maar tijdelijk was, lie verds", antwoordde Toos en ging op den schommelstoel zitten, terwijl ze de kinderen naar zich toe trok. „En zuster Jaspers is heelemaal niet zoo streng hoor. Zjl komt uit het zelfde huis als ik en alles bliift precies zoo als het was. Bovendien ga ik niet direct weg. Pappie heeft gevraagd of ik nog een paar daagjes blg'f, tot jullie gewend bent aan je nieuwe juf." „En weet u zeker, dat ze net zoo lief is" vroeg Sonja ach terdochtig. „Natuurlijk, schat", ant woordde Toos en trachtte niet te denken aan het harde en verzuurde gezicht van zuster Jaspers. „En tornt u dan nog wel eens een teertje?" lispelde Treesje, die de k maar. niet kon le eren zeggen. „Vast hoor, dikwijls. Nu, Ka- rol t je, maak je gauw klaar voor ie lessen. Juffrouw Garsten krfn hier ieder oogenblik Öjn." Precies om zeven uur ver trok de auto den volgenden avond om de nieuwe verpleeg ster in Anderloo van den trein te halen en een uur later hoor- 1942 IN KERKELIJK OPZICHT. Een jaar van expansieve kracht in meerdere kerken. Als we de voornaamste ge beurtenissen op kerkelijk ter rein in het afgeloopen jaar willen samenvatten, dan moet, wat de Ned. Hervormde Kerk betreft, ook nu worden ge waagd van een periode van groote activiteit. De Herv. Sy node is een en andermaal sa men geweest en zij heeft tal van maatregelen, door de hui dige omstandigheden vereischt, fenomen. Daarnaast heeft zij lijk gegeven van haar con servatisme al meer af te leg gen en een open oog te heb ben voor de vragen van het heden. Daarvan getuigt o.a. het aannemen door de prov. kerkbesturen van de synodale voorstellen inzake de predi- kan'tstractementen enz., waar door zij krapht van wet kre gen. De tot 10 tweejaariyk- eche verhoogingen terugge brachte uitkeering van den Raad van Beheer zal voortaan aan alle predikanten ten volle worden uitgekeerd en op 65- jarigen leeftijd en 40-jarigen diensttijd is er verplicht eme ritaat. In de naaste toekomst zullen dus meer dan 100 pre dikanten plaats moeten ma ken voor jongeren. De 10- iaarlijksehe stemming over de vraag: kerkeraad of kiescol lege leidde op vele plaatsen, tot continuéenng van den be- staanden toestand. Opmerke lijk was dat vele kerkeraden en predikanten het parool ga ven voor kerkeraad te stem men, opdat, zoo accentueerde men, thans vooral de kerke- raad leiding geven moet. Maar dit riep anderzijds de geesten wakker en er kwam actie met als gevolg dat het kiescollege in het zadel bleef. Er was ook in 1942 toenadering der rich tingen." Orthodoxe evangelisa ties kregen in vrijz. Herv. ge meenten kerkelijk onderdak en afd. van de Ver. van Vrijz. Hervormden in' rechtzinnige gemeenten. In tegenstelling met rechtzinnige gemoenten als Amsterdam, Haarlem, Gro ningen, Arnhem, Utrecht, wei gerde de rechtzinnigo Haag- sche Herv. kerkeraad echter dit te doen t.a.v. de Ver. van Vrijz. Hervormden die ln deze stad twee voorgangers heeft. Den Haag wil dat de synode deze zaak centraal regelen zal. De getulgenissamenkomsten voor de buitenkerkelijke jeugd waren in 1942 ook zeer in zwang (Den Haag, Haarlem, Utrecht, enz.) In Zeeland, o.a. in Terneuzen, Goes en Vlissin- gen. Nieuwe predikantsplaat- gen. Nieuwe predikantsplaat sen werden in tal van gemeen ten gesticht. Soms zelfs meer dan één (Den Haag 4, Hilver sum, Enschedé en Amsterdam twfee voor bijzonderen arbeid (een evangelisatie- en een j eugdpredikantAlmelo en Kralingen elk een vierde en Bussum en Voorburg een der de predikantsplaats eijz.) Het aantal vacatures daalde in de Herv. kerk van 207 op 1 Jan. 1941 op 187 op 1 Jan. 1942, Ook in '42 werden nieu we predikantsplaatsen ge sticht (Arnhem de 7e en Rot terdam-Vreewijk de 2e (als buurtgemeente Strevelawgk). De synode benoemde ook een evacuatiecommissie van 10 le den. De kerkelijke pers werd gelijk in alle kerken, ook in de Herv. kerk gereorganiseerd. Behalve verschillende ajgemee- ne organen heeft deze kerk 70 wekelgksche Mededeelin- genbladen gekregen, teneinde het contact tusschen de kerk en haar lidmaten te onderhou den. De Ver. tot bevordering van Inwendige zending te Doetinchem, die predikanten voor de Herv. kerk opleidt, mocht haar 75-jarige bestaan vieren. Zij heeft meer dan 500 dienaren aan deze kerk gele verd. De classis Breda voerde het classicale Avondmaal in voor de predikanten en ouder lingen, in dit ressort te vieren in het. schoone kerkgebouw van Ginneken, waar recht- en vrijzinnige ambtsdragers zich om één Avondmaalstafel schaarden, wat een unicum in den lande is. Dr. W. J. de Wilde trad» op als secr. der synode en ds. F. H. Landsman als studentenpredikant. Het directoriuhi van de samenwer kende zendingscorporaties te Oegstgeest stichtte de functie van regionale zendingsecr., zulks ter versteviging der binnenlandsche actie. Met ds. E. H. Jonkers te Goudswaard, 81 jaar oud, ging de oudste dienstdoende predikant met emeritaat. In de hoogleeraren dr. F. W. A. Korff te Lelden en dr. jJoh. de Groot te Utrecht ont vielen aan de Herv. kerk twee theologen van formaat. Een ernstig verlies in den kring dezer kerk werd ook geleden in het overigden van ae hee- ren E. René van Ouenaller, oud-secr. van het Ned. Bijbel genootschap, en A J. da Cos ta, die op charitatief terrein een vooraanstaande plaats in nam. Zoo kan van 1942 voor de Herv. kerk worden getuigd wat prof. dr. J. Reltsma in zijn standaardwerk over de ge schiedenis van de Hei*vorming en de Herv. kerk der Neder landen, schreef van het jaar 1842 „Het jaar 1842 is een belangrijk tijdstip in de ge schiedenis der Kerk". Wat «3e (iereformeerde Kerken betreft, bleef ook 1942 het jaaf van de generale synode van Sneek. Tegen het feit dat dezex synode zich maaf steeds continueerde, rees in de kerken bezwaar. De synode benoemde aan de opleidingsschool der kerken te Kampen als opvol ger van prof. dr. S. Greyda- nus, die zrjn zilveren professo raat vieren mocht, dr. H. N. Ridderbos te Charlois, waar door nu in de geschiedenis der School voor het eerst vader en zoon gelijktijdig als hoog leeraar optreden. De synode behandelde ook de leergeschil- len in haar Mei-zittingen en deed uitspraken over de Alge- meene Genade, Genadeverbond en zelfonderzoek, de onsterfe lijkheid der ziel, de vereen l- Sing der beide naturen ln hristus en de pluriformiteit der kerk en vorderde dat de candidaten op het examen met deze conclusies schriftelijk in stemming betuigen. De Geref. kerken vierden in- Juni het gouden jubileum van de ineen smelting der groepen A en B (Afscheiding en Doleantie) waarom een ure van dankzeg ging en gebed voor de kerke- -Jke eenheid gehouden werd. Deputaten' voor de geestelijke bearbeiding van hen die in het buitenland werken en voor de evacuatie, werden door de sy node benoemd. Het aantal ker- ken steeg tot 804. Het aantal dienstdoende predikanten be draagt thans 859, het aantal emeriti 159. Levendig is het beroepingswerk in 1942 ge weest en in meer dan *35 ge meenten deed een candidaat intrede. Er werden zooveel kregen. Er zijn nu nog 12 va cante gemeenten en 6 studen ten. Twee vrouwelijke predi kanten traden in het huwelijk en legden hun ambt neer. In de Geref. kerken in H.V. •blijft het prcdikantenverloop aanhouden. Ds. H. C. v. d. Brink, die in April '40 al uit trad, trad toe tot de Ned. Herv. kerk. Ds. K. H. Kroon, predikant te Leiden, legde zijn ambt ttVUUUCU ucuucxx ui uc ucic neer en Sin£ eveneens tot de kerken hun intrede gedaan. !>fed. Herv. kerk over en werd Ook in de Geref. kerken werd hulpprediker te Amsterdam. hulppredikers benoemd dat bij den candidateno vervloed in deze kerken er toch nog een tekort is en sommige candida ten 4 5 benoemingen tege lijk kregen. Aan de School der kerken studeeren 120 studen ten, waarbij dan nog komt het fetal van hen die-aan de heol. faculteit der Vrije Uni versiteit studeeren voor het predikambt in deze kerken. Jeugddiensten op weeksche avonden hebben ln de Geref. het interkerkelijk gesprek ter liand genomen. De kerken van Alblasssrdam, Delft, Frane- ker, 's-Hertogenbosch Waardhuizen mochten hun eeuwfeest vieren. De Geref. candidaten in Groningen en in Overijssel hebben een prov. candi daten-bureau gesticht. De Ger. kerken kregen 50 Medo- deelingenbladen. Bekende figuren zijn in 1942 aan deze kerken door den dood ontvallen, waarvan we noe men ds. Alkema, die ook pri vaat-docent was in Utrecht en Deventer, ds. R. J. v. d. Veen, die als predikant van Goes een der leiders was van het Ger. kerkelijk leven in Zee land; ds. W. H. den Houting, lid van het moderamen van de generale synode, en ds. D. K. Wielenga, die als miss. pre dikant den bijnaam verwierf van „De held van Soemba". Overige groepen. Wat de overige groepen aan gaat, in de Chr. Geref. kerk viel niets bijzonders voor en werd niemand door den dood weggenomen. Deze kerk kreeg haar officieel orgaan „De Wekker" weer tyrug. Prof. P. J. M. de Bruin, rustend hoog leeraar te Apeldoorn, mocht den dag herdenken waarop hn voor een halve eeuw voor het eerst in deze kerk als student optrad. In de Ev. Luth. kork werd ook dit jaar nog van gedach ten gewisseld over cv. fusie met de Herst. Ev. Luth. kerk. Het Luth. genootschap voor In- en Uitwendige zending vierde zijn 90-jarig bestaan. De sy node stelde een Jeugdraad in als contactorgaan met de ker keraden. In de Doopsgezinde Broeder schap kwanrdit jaar een zeer groot aantal proponenten af, n.l. 12, die allen een plaats En dr. G. Ubbinlc te Utrecht legde eveneens zijn ambt neer. De algemeene vergadering de zer kerken nam eenige richt lijnen aan om te komen tot een nauwe oecumenische sa menwerking met de Ned. Herv. kerk met volkomen be houd van eigen zelfstandig heid. De Herv. synode betoon de zich echter niet erg toe schietelijk. Mogen we tenslotte nog me- moreeren dat Prot. Nederland momenteel 28 vrouwelijke the ologen telt, waarvan 3 den doctorstitel voeren. Zij kunnen echter alleen maar in de Ev. Luth., de Rem. Geref. en de Doopsgezinde kerken den kan sel beklimmen. De Ev. Luth. kerk telde 61 predikantsplaat- sen waarvan vrouwen er 4 be zetten; de R. Broederschap 35 waarvan vrouwen er 9 bezet ten en de Doopsgezinde Broer schap 118 met 16 \fc>uwelxjke predikanten. De tien vrouwe lijke theologen van Herv. hui ze zullen in eigen kerk nim mer tot het predikambt kun-, nen komen, wijl deze kerk geen vrouwen toelaat. De Geref. gemeenten zagen dit jaar slechts' één candidaat gereed komen. Hij verkreeg 'n twintigtal beroepen en nam dat naar Dirksland aan. In ds. R. J. v. Oordt te Zeist en ds. J. D. B&rth tè Nieuwer- kerk verloor deze groep twee van zijn bekendste voorgan gers. De Geref. gemeenten kre gen weer een orgaan in „Da vriend der waarheid". In de Rem. Broederschap mocht de bekende voorganger, pxof. dr. iG. J. Heering te Am sterdam, zijn zilveren jubileum als hoogleeraar onder groote belangstelling vieren. In het Rem. weekblad kreeg de Broe derschap weer 'n eigen spreek buis, evenals de Ned. Prot Bond, die ook een weekblad „Bondsnieuws" kreeg. de Toos een bekende, gromml- ge stem op de trap. „Goede help, mensch, wat een trappen. Dat zal mbn hart ncfoit uithouden: Als ik hier eenmaal ingeburgerd ben, moet Ik mijnheer van Manderen vra gen, de kinderkamers naar een lagere verdieping te verhuizen. Dit kan ik nooit twintig maal per dag afsjouwen." Het antwoord van Coba was niet verstaanbaar, maar met een zekere voldoening bedacht Toos, dat zij er zeker in ge slaagd zou zrjn, zuster Jaspers flipk op haar plaats te zetten. Spoedig daarop ging de deur open en kwam zuster Jaspers de kinderkamer binnen. „Daag. Daar ben ik dan ein delijk. En dood moe, op den koop toe, na zoo'n tocht over het land. Hoe haalt mijnheer van Manderen het in zijn hoofd in zoo'n negerij te gaan wo nen 1" Zuster Jaspers zonk in een armstoel en trok haar hand schoenen uit. „Als je man mgn bagage bo ven brengt, Coba, zeg licm dan er een beetje voorzichtiger mee te zgn en er niet zoo mee te smijten als daarnet beneden In de hall. Ik voel er niets voor, dat mijn valiezen aan alle kan ten gekrast worden." ,A voelt u daar niets voor?" snoof Coba. „Waarom gaat u zg dan zelf niet halen, een ster ke vrouw zooals u, in plaats van een ouden man er mee op te knappen" „Aangéfcien ik de jongste ben, moest ik ze dan maar halen", zei Toos glimlachend. „Mij kunnen al die trappen niets schelen." Terwgl de week ten einde liep werd de spanning tusschen Coba en zuster Jaspers steeds grooter. Beide vróuwen hadden sterke heerschzuchtige natu ren en waar Toos steeds bereid was geweest tot kleine conces sies om het huishouden niet in de war te sturen stond zuster Jaspers op een strikte door voering van allo regels die in het Anna-ziekenhuis golden. Coba en het jonge meisje uit -het dorp werden den geheelen dag opgejaagd, om te koken, te sterilisecren, te wasschen. Dc vrees dat zuster Jaspers onaar dig zou zijn voor de kinderen werd gelukkig niet bewaarheid. Zij had kennelijk al haar ve nijn noodig voor Coba. Wat ten slotte de eindcrisis veroorzaakte, is Toos nooit te weten gekomen, maar toen zij Maandagavond vroeg bezig was haar koffers te pakken, hoorde zij de stemmen van de twee vrouwen ln een woedende twist in dc linnenkamer. Daarna het slaan van een dour en zware voetstappen, die naar boven gingen. Toen zij den volgenden mor gen op de kinderkamer kwam, was zij verrast de kinderen nog in hun nachtkleertjes aan te treffen. „Juf, het is toch tijd om ons aan te kleeden?" riep Karei. „De andere juf Is weg." En zoo was het. Het bed in de kinderslaapkamer was niet beslapen en de valiezen waren verdwenen. Geen twnfel moge lijk. zuster Jaspers had er de brui aan gegeven. „Nu blijft u toch bij ons" Toos glimlachte tegen de drie opgewonden gezichtjes. „Dat weet ik heusch nog niet, lieverd!?. Laten we eerst maar eens heerlijk ontbijten." Zooals ze verwacht had, ont bood de heer van Manderen haar na 't ontbijt in zijn werk kamer. En voor het eerst scheen zrjn ijzige kalmte ver dwenen te zijn. Hij had een hoogroode kleur en zgn haar zat in de war. „Ik vermoed, dat u er nog niet in geslaagd bent een an dere betrekking te vinden, zus ter" begon hg verlegen. „Integendeel, mijnheer van Mandoren", antwoordde Toos opgewekt: „Do dfrectrico heeft die voor me gevonden. Ik had u juist willen vragen, of u mij 'n getuigschrift wilt schrijven". De heer van Manderen kuch te. Hg was heesch. „Zuster Peters, ik, ik weet niet hoe ik het u moet vragen, maar al was het alleen voor mijn drie arme weesjes, wilt u blijven." Dit had het oogenblik kun nen worden van Toos' triomf. Nu had zij hem 9p zijn plaats kunnen zetten, hem alle ver nederingen kunnen betaald zet ten. Nu had zij* zich kunnen wreken, door hem te vertellen, dat ztf er de voorkeur aan gaf zi<?h aan zijn oorspronkelijk bc- sluit te houden en binnen een uur te vertrekken. Vreemd genoeg echter, deed ze niets van dat alles. Ook al trachtte zg te denken aan de gezellige betrekking, die haar ln Den Haag wachtte, zjj kon zich niet meer aan dit gezin onttrekken, dat gevoelde zg heel goed. „Maar ik dacht, dat u een verstandige vrouw van mid delbaren leeftijd wenschte, mijnheer van Manderen?" zei zy ernstig, maar een ondeu- fend glimlachje speelde om aar lippen. „Ik had begrepen, dat ik te jong en onervaren was voor de verantwoordelijk heid?" „Dat dacht ik ln het begin, zuster", antwoordde van Man deren, de kamer op en neer ijs berend. „Ik geef echter toe, dat ik wat voorbarig was met mijn oordeel. De kinderen schij nen het zeer goed met u te kunnen vinden en ik geloof, dat het onverstandig zou zijn, het vveer met een vreemde te probeeren. Ik zelf zou geen vreemde meer kunnen Hij brak plotseling af en beet op zijn lip. Blijkbaar was deze laatste bekentenis hem ontsnapt. Maar voor Toos gaf dit den doorslag. ,De uitdruk kingvan hulpeloosheid op 't an ders zo strenge gelaat maak te hem bijna menschelijk 1 „Ilc ben bereid te blijven, als u daar iets tegenover stelt", zei Toos langzaam. „U moet niet vergeten, dat ik een prach tige betrekking in Den Haag laat loopen." „Natuurlijk ben ik bereid uw salaris te verhoogen „Nee, nee", viel Toos hem in de -rede, vuurrood van verle genheid. „Dat bedoelde ik hee lemaal niet, het salaris is prachtig. Maar ik moet meer vrijheid hebben. Ik wil niet meer gedwongen zfln om om tien uur thuis to komen als ik mijn vrijen dag heb. Misschien Sast dat Coba wel, maar als je e heele week hard hebt ge werkt, heb je recht op eenigen vrijen tijd." „Ik zal Coba bellen en or nu meteen over spreken", gaf van Manderen toe. Hij trok aan het ouderwet- sche bellekoord naast de groo te steenen schouw en spoedig daarop kwam Coba binnen. „Moet Jan de bagage naar de auto brengen?" vroeg zH fffejlfjes. „Nee, Coba, zuster Peters is zoo vrieri^elgk geweest om zich bereid te verklaren verder voor de kinderen te zorgen", verklaarde van Manderen. „Zeg je «man maar, de bag&ge weer naar boven te brengen. Ik wilde je alleen maar spreken over den vrijen dag van zuster Peters. Voortaan moet je de hekken openlaten en zorgen dat zuster een huissleutel heeft Ik zal zelf wel afsluiten als zij thuis is." „Nou, en ik vind, dat tien uur een behoorlijk uur is om thuis te komen voor een jong meisje. Ik moet niets hebben van al die moderne ideeën. U moet me niet kwalijk nemen, maar ik geloof, dat u er erg on verstandig aan doet haar een sleutel toe te staan." De heer van Manderen fron ste zgn donkere wenkbrauwen en zijn koele grijze oogen scho ten vonken. „Dit zijn mtJn bevelen. Coba, en ik wensch, dat die gehoor zaamd worden." De oude hulshoudster sloeg de oogen neer. „Het Is goed, mijnheer", zei ze onderdanig. Maar op de gang kwam er een uitdrukking van ongekende woede op haar gelaat (Wordt vervolgd.)'

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1942 | | pagina 3