INDRUKKEN UIT DE
OEKRAÏNE.
Dra. Goedhuys over ztfn
ervaringen.
Van onzen Haagschen
correspondent.
Een moeilijk, doch grootsch
werk wordt in het Oosten ver
richt. Moeilik zijn de omstan
digheden, daar in het „land der
toekomst", vrij dicht achter het
front, grootsch is de taak wel
ke degenen zich hebben ge
steld die nu reeds daar hun
krachten geven om dat uitge
strekte, vruchtbare gebied
dienstbaar te maken aan dc
voedselvoorziening en verdere
verzorging van het toekomstig
Europa. Drs. W. Goedhuys, af-
deelingschef van de Ned. Oost-
compagnie, zoo juist van een
reis uit de Oekraine terugge
keerd, heeft van zijn indrukken
en ervaringen ginds, dezer da
gen op de Persconferentie ver
teld.
Het land daar, waar geen
jaar geleden nog de oorlog
woedde, is uiteraard in begin
van opbouw. Ondanks de oogen-
schgruijke chaos blijkt hier,
gedreven door een enthousias
ten scheppingsdrang, reeds een
geweldige hoeveelheid werk te
zijn verzet. Men neme slechts
de gToote stuwdam in de
Dnjepr door de Russen inder
tijd bij hun terugtocht goed
deels vernield. Dit gigantische
kunstwerk is door de Organi
sation Todt in moeizamen ar
beid hersteld en sedert kort
weer in gebruik genomen.
De tweede indruk welke de
reiziger krijgt, die voor het
eerst in de Oost Europeesche
gebieden komt, is van de on
metelijke ruimten welke men
daar aantreft. Men voelt zich
als in een notendopje verloren
op den grooten Oceaan of als
een kameelrelziger in den -on-
afzienbaren woestijn.
De westerling verliest hier
alle houvast aan verhoudingen.
Trouwens het Slavische volk
heeft deze ruimte nimmer ver
mogen to beheerschen, dit zul
len alleen krachtige en tech
nisch goed uitgeruste volken
kunnen doen. Daarom ztjn de
Germanen hier de aangewezen
pioniers en de eenigen die dit
enorme werk tot stand kun
nen brengen.
De heer Goedhuys heeft met
militaire treinen en met post
koetsen gereisd en kon onder
weg aan de stations steeds
brood, worst, boter en koffie
lgLfu2" i ouden naar het Oosten over-
ten ml gebracht. Zoo wordt heel Shi-
de GOTdhws, op?eknapt door een Ne-
scMlderspatroon,
en soms soep, krijgen. Bg aan
komst te Rowno bleken daar
op het stationsplein tal van
aapjeskoetsiers te staan. Hier
in Rowno werken ongeveer 800
Nederlanders; aanvankelijk is
dat, door onvoldoende selectie
en keuring geen volledig suc
ces geweest en ook het aan
passingsvermogen van sommi
ge van die werkkrachten liet
eerst nog wel eens te wenschen
over. Verder heeft men eerst
nog al wat te stellen gehad
met eenige a-sociale elementen,
die b.v. in den zwarten handel
gingen. Dergelijke menschen
hadden er al gauw den naam
van „witte Joden"; ook in Kief
zgn dergelijke practflken aan
het licht getreden.
De „Werkdienst Holland"
heeft in Rowno alles gebouwd
wat er nieuw of hersteld, tot
stand gekomen is. Er zijn daar
nog bgkampen in Nikolaief en
Dnjepropetrowsk, alsook in
Kief.
Het land in dc Oekraïne is
ten deele beboscht; de rivieren
jn nog niet gekanaliseerd.
_Tet is in vele opzichten nog
een oergebied. Reizend van
Rowno verder naar het Oos-
hoofdgebouwen liggen de boe-
renbehuizingen, weinig beter
dan hutten. Sneeuwval had de
wagens reeds door sleden doen
vervangen. De menschen rei
zen er veelal in groepje^ van
wege het nog bestaande ge
vaar van overvallen te worden
door rondstroopende partisa-
nen. Kief moet een prachtige
stacl geweest zgn, doch bij en
na hun terugtocht hebben de
bolsjewieken de mëfeste groote
gebouwen in de lucht laten
springen. De Werkdienst Hol
land is in het oude Tzaren-
slot op den hoogen oever van
de Dnjepr ondergebracht, van
waar men ver over de rivier,
welke hier 10 km. breed is,
kan uitzien. Er staat thans
echter ten hoogste 1 km. wa
ter. Er bestaan dan ook plan
nen voor kanaliseering.
Ook hier staat de Duitsche
leiding voor vele en velerlei
moeilijkheden, ook in verband
met talrijke diefstallen, en
soms onoplosbaar schijnende
{iroblemen, doch het is onge-
joflijk wat reeds tot stand is
'gébracht. Soms zgn heele on
dernemingen met hebben en
fantastische mogelijkheden van
dit land voor den korenver-
bouw. Bijna 80 procent van 't
vroegere areaal is reeds we
der bezaaid, doch het land der
zwarte aarde is nog lang niet
werkelijk intensief in cultuur
gebracht. Wat hier nog te be
reiken is kan blgken uit een
vergelijking met Nederland. In
de Oekraine wordt, per ha.
1150 kg. winterrogge geprodu
ceerd tegen 2217 kg. in Ne
derland; voor wintertarwe zijn
deze cgfers 1500 en 3000 kg.
per ha.
Gezien de opbrengsten reeds
van dit jaar uit de Oekraïne,
<!oo zeide de heer Goedhuys,
jehoeft het niet te verwonde-
ten, dat in Duitschland de
rantsoenen reeds verhoogd zgn
kunnen worden. Mettertijd zal
ook Nederland van de opening
van deze nieuwe Europeesche
graanschuur kunnen profitee
red Verspreid over de einde-
lóozc vlakten tusschen Rowno
en Kief, welk traject de heer
Goedhuys in een dag per
autobus van den Rijkspost
dienst aflegde, liggen de land-
bouwkernen van de vroegere
Kolchozenbedrij ven, elk onge
veer 800 ha. groot.- Om de
die hier met 30 man personeel
s geïnstalleerd. Op dit gebied
zal nog veel meer gebeuren.
Met de Nederlandsche boe
ren zijn reeds de beste erva
ringen opgedaan. Bg Wilna en
Rowno zgn scholingsbedrijven
opgericht en ln Nederland zal
binnenkort een groot scho-
lingsbedrgf. worden gesticht,
waar 300 boeren in opleiding
komen voor het Oosten, waar
zij tewerkgesteld zullen wor
den als assistent stutzpunkt-
führer bij Kolchozenbedrij ven.
De volgende maand zullen
in het boerenland verschillen
de tentoonstellingen Worden
gehouden met materiaal over
de Oekraïne.
Tenslotte vertelde de heer
Goedhuys nog, hoe overal de
Grieksch Katholieke eeredienst
weer snel tot leven gebracht
is.
Do orootc zaal van „Kraanapoltky" te Amsterdam was Dinsdagmiddag
gevuld met Jongens en meisjes, wier vader In het buitenland werkt en
waarvoor het Nederlandsche Arbeidsfront een Kerstfeest had georgani
seerd. Een overzicht van de zaal. Stapf-Pax, zo.
Amerikaanse!» slagschip op
rif geloopen. De Amerikaan-
sche minister* van marine,
Knox, heeft bevestigd dat in
het begin van den oorlog een
Amerikaanse!» slagschip op een
rif is geloopen, dat niet op de.
kaart stond aangegeven.
Voor kleine Tuinen
ALs kamerplanten bevriezen.
Heel wat kamerplanten heb
ben den vorigen strengen win
ter niet doorstaan en van de
treurige ervaringen, toen op
gedaan, kunnen we thans pro
fiteered Nog minder wordt
er in de huizen gestookt en
nog moeilijker zal het dan ook
zjjn om bij strenge vorst onze
planten te behouden.
Meestal beginnen we al met
de fout, de planten 's nachts
achter de gesloten gordijnen
te laten staan, waar zg zoo
goed als niets van de kamer-
warmte vóélen en vooral als
we dan overdag een vrij hooge
temperatuur in het vertrek
hebben, is de overgang voor de
planten van dag naar nacht
veel te groot. Het ontruimen
van de vensterbanken is dan
ook een eerste vereischte bij
vorst, terwijl wij, indien we
ook dan nog bevreesd zijn voor
bevriezen, de planten 's nachts
flink met kranten afdekken.
Gaan we eenige dagen van
huis, dan doen we er goed aan
de planten geheel ln kranten
te rollen en de groote exem
plaren in een oude deken of
molton te wikkelen en ze zoo
op den grond neer te leggen,
zoo ver mogelijk uit de buurt
van de ramen.
Is een plant bevroren, dan
zien we dit meestal aan den
treurenden stand van de bla
deren, terwijl dikwijls ook de
kleur donkerder wordt en
stengals en bladeren een ze
kere glazigheid vertoonen.
Onze eerste opwelling is om
een dergelijk exemplaar met
een in de warmte te brengen
om haar te laten ontdooien,
maar dat is nu juist de eenige
fout die we kunnen maken. De
ontdooiing moet zeer lang
zaam geschieden en in plaats
van in de warmte, zetten we
zoo'n plant juist in een koude
kamer, waar het wel vorstvjij
moet zijn, maar meer ook niet,
terwijl we de gordijnen geslo
ten houden. Daar worden de
bladeren met koud water be
goten en daarna laten we haar
rustig in deze koele, duistere
omgeving, tot we ontdekken,
dat zg'zich hersteld heeft. Dan
eerst mag zi1 in een verwarm
de kamer gebracht worden,
waar zij Jn het volle licht ge
plaatst wordt,
Planten die" in een onge
stookte kamer overwinteren,
hebben zoo goed als geen wa
ter noodig. Een droge plant
zal minder gauw bevriezen
dan een natte, terwijl rotting
ook het gevolg kan zjjn van te
veel water, daar verdamping
in de kou weinig plaats vindt.
A. C. MullerIdzerda.
Feuilleton.
HET LATE GELUK
24) door M. B.
„Maar dat zal nog wek ge
beuren, lieverd, als je eerst een
beetje bijgewerkt bent", ant
woordde Toos vlug, ontsteld
over de woede van het kind
- „En al houd je dan niet van
juffrouw Garsten, vergeet dan
'niet dat Je niet van naar les
krijgt, maar van haar broer
je gaat met een man werker,
en dat is heel wat".
De donkere wolk dreef weg
van het gezicht van den jon
gen en een glimlach speelde
om zi1n lippen.
„Daar had ik niet aan ge
dacht. juf", zei hij. „Ik zal
hard werkenvoor u".
En tot Toos' verbazing sloeg
hh de armen om haar heen en
kuste haar, waarop hij, blijk
baar een weinig beschaamd
over een dergelijk vertoon van
onmanlijke gevoeligheid, zijn
pet greep en de deur uit rende.
Uit het raam keek Toos toe.
hoe hil in het wagentje stapte
en weg reed. een klein en ver
loren figuurtje naast de sta
tige en kaarsrechte juffrouw
Garsten. Toos had medelijden
met hem, maar ze wist dat de
kleine vent er zich toch wel
doorheen zou slaan.
Tegen het middaguur riep
Jan Rust haar uit den tuin,
waar -z\] een wandelingetje
maakte met Sonja en Treesje
na de morgenlessen. HH had
een groote doos in de hand.
„Dit Is een uur geleden voor
u gebracht", zei hij. „Maar ik
had geen zin er al die trappen
voor u te klimmen. Ik denk.
dat het bloemen zijn, al heeft
nog nooit een van de meisjes
hier zoo iets gekregen".
Toos wachtte tot hij uit het
gezicht was, voor zij de doos
opende. Een bos schitterende
rose rozen, waaraan eeb
kaartje
„Ik hoop, dat deze rozen je
zullen kunnen troosten over de
schade, aan het avondgewaad
geleden Dat huis lijkt me be
paald ongezond. Blijf geen
oogenblik langer dan noodig
is. Als je er behoefte aan hebt,
bel me dan op. R. B."
Die goede beste Rudi, hij
was toch een schat, dacht
Toos. terwijl zij het kaartje
las. De beide meisjes kwamen
nieuwsgierig kijken naar wat
voor moois juf daar gekregen
had.
„O wat een mooie bloemen,
juf. U moet wel een echtê
lieve vriend hebben", riep
SonJa.
..Praat toch geen onzin,
kind, antwoordde Toos scherp,
maar ze bloosde ondanks zich
zelf.
Sonla's roode lipjes begon
nen te trillen. „Ik wou niet
onaardig zgn, juf", fluisterde
zg. „Toen mammie nog leefde,
kreeg zg altijd massa's bloe
men. Ik dacht dat alle mevrou
wen een vrtend hadden".
„Ik vermoed, dat pappie die
bloemen stuurde", zei Toos.
Het kind lachte, een zonder
linge, bijna volwassen lach
,,0 nee, pappie zond nooit
bloemen. Hif had het veel te
druk met zijn zaken. Maar
andere mei.ecren, waar moesje
ook veel van hield".
Het gelaat van Toos ver
strakte bg deze onomwonden
beschrijving van het huwelijks
leven van den heer van Iepen
rode. Het parte precies bij
hem. Zij kon zich niet eens
voorstellen, dat hü in staat zou
zijn, iemand, zelfs zijn eigen
moeder, bloemen te zenden.
HOOFDSTUK VHI.
Gewijzigde plannen.
Veertien dagen later ontving
Toos een brief van -de hoofd
verpleegster. Het .zien alleen
van het bekende handschrift
gaf haar een gevoel van heim
wee. Glimlachend opende zij
het epistel.
..Je zult blij zijn te ver
nemen, dat zuster Jaspers
weer hersteld is en mQ£gèn zal
arrivceren om je taak óver-te,
nemen. Ik ban je zeer dank
baar, dat ^e mij zoo uit
deze moeilijkheid geholpen
hebt en bon èr in geslaagd een
heel goede betrekking voor je
te vinden bij een alleraardig
ste familie in Den Haag. Er is
maar een kind van 6 maanden
en je zult omringd zijn van een
stoet van bedienden. Boven
dien is de moeder allerliefst
en ik weet zeker, dat je er een
gelukkig tehuis zult vinden..."
Toos legde den brief, die
verder nog talrijke nieuwtjes
over de stad en de collega's be
vatte, peinzend neer. Het was
buitengewoon aardig 'van de
directrice, voor haar een nieu
we betrekking te vinden, maar
nu het oogenblik van gaan ge
komen was, bemerkte zij tot
haar verbazing ,dat de gedach
te haar geen genoegen deed.
Dat moest haar genegenheid
voor de kinderen zijn en de
angst dat ze met zuster Jas
pers niet erg gelukkig zouden
zgn. 1
Na het ontbijt liet de heer
Van Manderen haar bij zich;
komen en vertelde op zijn ge
wone kortaffe wijze, dat zus
ter' Jaspers den volgenden
morgen zou komen.
„Ik hoop, dat u alles keurig
en in orde voor haar zult ach
terlaten", zei hg.
„Natuurlijk, mijnheer var.
Manderen", zei Toos. „Maar
ik vroeg mij af, of u het niet
beter zou vinden, dat ik gedu
rende het weekeinde nog blijf
om zuster Jaspers een beetje
wegwijs te maken. Alle kin
derverpleegsters hebben zoo
haar eigen methoden en de
kinderen zgn nu zoo aan een
geregeld bestaan gewend ge
raakt, dat het jammer zou zijn
er iets aan te veranderen. Bo
vendien is het voor de kinde
ren^ beter, zij voelen dan de
verandering niet zoo erg".
Het strenge gelaat van den
heer Van Manderen verzachtte
zich en hij glimlachte.
„Dat is buitengewoon voor
komend van u, zuster" zei hjj,
,,Ik ben er zeker van, dat Co-
ba het ook erg prettig zal vin
den. dat er iemand is om de
nieuwe zuster haar werk te
wijzen. Ik zal u natuurlijk
extra betalen".
„O nee, mijnheer, geen spra
ke van. Ik heb het alleen in
het belang van de kinderen
aangeboden".
Eduard van Manderen staar
de even naar haar, nieuwsgie
rig, toen opende hjj zHn'lippen
alsof hi1 op het punt stond iets
te 'zeggen, maar hfl sloot ze
weer en zat daar stil aan zfln
tafel, de vingers trommelend
op zijn vloeimap.
„Wenscht u nog iets, mijn
heer?" vroeg Toos.
„Nee, dank u. zuster. Vraagt
u Coba maar een bed op- te
maken in de logeerkamer,
want ik neem aan dat zuster
Jaspers het liefst direct haar
toekomstig kwartier zal be
trekken".
Toen Toos in de kinderka
mer binnen kwam, werd zij
begroet mot een koor van on
geruste kinderstemmetjes.
„Coba zegt, dat we een
nieuwe "juf krijgen, die erg
streng is en dat u meteen weg
gaat", riep Karei. „Dat is toch
niet waar?"
„Je hebt altijd geweten, dat
ik hier maar tijdelijk was, lie
verds", antwoordde Toos en
ging op den schommelstoel
zitten, terwijl ze de kinderen
naar zich toe trok. „En zuster
Jaspers is heelemaal niet zoo
streng hoor. Zjl komt uit het
zelfde huis als ik en alles
bliift precies zoo als het was.
Bovendien ga ik niet direct
weg. Pappie heeft gevraagd of
ik nog een paar daagjes blg'f,
tot jullie gewend bent aan je
nieuwe juf."
„En weet u zeker, dat ze net
zoo lief is" vroeg Sonja ach
terdochtig.
„Natuurlijk, schat", ant
woordde Toos en trachtte niet
te denken aan het harde en
verzuurde gezicht van zuster
Jaspers.
„En tornt u dan nog wel eens
een teertje?" lispelde Treesje,
die de k maar. niet kon le eren
zeggen.
„Vast hoor, dikwijls. Nu, Ka-
rol t je, maak je gauw klaar voor
ie lessen. Juffrouw Garsten
krfn hier ieder oogenblik Öjn."
Precies om zeven uur ver
trok de auto den volgenden
avond om de nieuwe verpleeg
ster in Anderloo van den trein
te halen en een uur later hoor-
1942 IN KERKELIJK
OPZICHT.
Een jaar van expansieve
kracht in meerdere kerken.
Als we de voornaamste ge
beurtenissen op kerkelijk ter
rein in het afgeloopen jaar
willen samenvatten, dan moet,
wat de
Ned. Hervormde Kerk
betreft, ook nu worden ge
waagd van een periode van
groote activiteit. De Herv. Sy
node is een en andermaal sa
men geweest en zij heeft tal
van maatregelen, door de hui
dige omstandigheden vereischt,
fenomen. Daarnaast heeft zij
lijk gegeven van haar con
servatisme al meer af te leg
gen en een open oog te heb
ben voor de vragen van het
heden. Daarvan getuigt o.a.
het aannemen door de prov.
kerkbesturen van de synodale
voorstellen inzake de predi-
kan'tstractementen enz., waar
door zij krapht van wet kre
gen. De tot 10 tweejaariyk-
eche verhoogingen terugge
brachte uitkeering van den
Raad van Beheer zal voortaan
aan alle predikanten ten volle
worden uitgekeerd en op 65-
jarigen leeftijd en 40-jarigen
diensttijd is er verplicht eme
ritaat. In de naaste toekomst
zullen dus meer dan 100 pre
dikanten plaats moeten ma
ken voor jongeren. De 10-
iaarlijksehe stemming over de
vraag: kerkeraad of kiescol
lege leidde op vele plaatsen,
tot continuéenng van den be-
staanden toestand. Opmerke
lijk was dat vele kerkeraden
en predikanten het parool ga
ven voor kerkeraad te stem
men, opdat, zoo accentueerde
men, thans vooral de kerke-
raad leiding geven moet. Maar
dit riep anderzijds de geesten
wakker en er kwam actie met
als gevolg dat het kiescollege
in het zadel bleef. Er was ook
in 1942 toenadering der rich
tingen." Orthodoxe evangelisa
ties kregen in vrijz. Herv. ge
meenten kerkelijk onderdak en
afd. van de Ver. van Vrijz.
Hervormden in' rechtzinnige
gemeenten. In tegenstelling
met rechtzinnige gemoenten
als Amsterdam, Haarlem, Gro
ningen, Arnhem, Utrecht, wei
gerde de rechtzinnigo Haag-
sche Herv. kerkeraad echter
dit te doen t.a.v. de Ver. van
Vrijz. Hervormden die ln deze
stad twee voorgangers heeft.
Den Haag wil dat de synode
deze zaak centraal regelen zal.
De getulgenissamenkomsten
voor de buitenkerkelijke jeugd
waren in 1942 ook zeer in
zwang (Den Haag, Haarlem,
Utrecht, enz.) In Zeeland, o.a.
in Terneuzen, Goes en Vlissin-
gen. Nieuwe predikantsplaat-
gen. Nieuwe predikantsplaat
sen werden in tal van gemeen
ten gesticht. Soms zelfs meer
dan één (Den Haag 4, Hilver
sum, Enschedé en Amsterdam
twfee voor bijzonderen arbeid
(een evangelisatie- en een
j eugdpredikantAlmelo en
Kralingen elk een vierde en
Bussum en Voorburg een der
de predikantsplaats eijz.)
Het aantal vacatures daalde
in de Herv. kerk van 207 op
1 Jan. 1941 op 187 op 1 Jan.
1942, Ook in '42 werden nieu
we predikantsplaatsen ge
sticht (Arnhem de 7e en Rot
terdam-Vreewijk de 2e (als
buurtgemeente Strevelawgk).
De synode benoemde ook een
evacuatiecommissie van 10 le
den. De kerkelijke pers werd
gelijk in alle kerken, ook in
de Herv. kerk gereorganiseerd.
Behalve verschillende ajgemee-
ne organen heeft deze kerk
70 wekelgksche Mededeelin-
genbladen gekregen, teneinde
het contact tusschen de kerk
en haar lidmaten te onderhou
den. De Ver. tot bevordering
van Inwendige zending te
Doetinchem, die predikanten
voor de Herv. kerk opleidt,
mocht haar 75-jarige bestaan
vieren. Zij heeft meer dan 500
dienaren aan deze kerk gele
verd. De classis Breda voerde
het classicale Avondmaal in
voor de predikanten en ouder
lingen, in dit ressort te vieren
in het. schoone kerkgebouw
van Ginneken, waar recht- en
vrijzinnige ambtsdragers zich
om één Avondmaalstafel
schaarden, wat een unicum in
den lande is. Dr. W. J. de
Wilde trad» op als secr. der
synode en ds. F. H. Landsman
als studentenpredikant. Het
directoriuhi van de samenwer
kende zendingscorporaties te
Oegstgeest stichtte de functie
van regionale zendingsecr.,
zulks ter versteviging der
binnenlandsche actie. Met ds.
E. H. Jonkers te Goudswaard,
81 jaar oud, ging de oudste
dienstdoende predikant met
emeritaat.
In de hoogleeraren dr. F.
W. A. Korff te Lelden en dr.
jJoh. de Groot te Utrecht ont
vielen aan de Herv. kerk twee
theologen van formaat. Een
ernstig verlies in den kring
dezer kerk werd ook geleden
in het overigden van ae hee-
ren E. René van Ouenaller,
oud-secr. van het Ned. Bijbel
genootschap, en A J. da Cos
ta, die op charitatief terrein
een vooraanstaande plaats in
nam.
Zoo kan van 1942 voor de
Herv. kerk worden getuigd
wat prof. dr. J. Reltsma in
zijn standaardwerk over de ge
schiedenis van de Hei*vorming
en de Herv. kerk der Neder
landen, schreef van het jaar
1842 „Het jaar 1842 is een
belangrijk tijdstip in de ge
schiedenis der Kerk".
Wat «3e
(iereformeerde Kerken
betreft, bleef ook 1942 het
jaaf van de generale synode
van Sneek. Tegen het feit dat
dezex synode zich maaf steeds
continueerde, rees in de kerken
bezwaar. De synode benoemde
aan de opleidingsschool der
kerken te Kampen als opvol
ger van prof. dr. S. Greyda-
nus, die zrjn zilveren professo
raat vieren mocht, dr. H. N.
Ridderbos te Charlois, waar
door nu in de geschiedenis der
School voor het eerst vader
en zoon gelijktijdig als hoog
leeraar optreden. De synode
behandelde ook de leergeschil-
len in haar Mei-zittingen en
deed uitspraken over de Alge-
meene Genade, Genadeverbond
en zelfonderzoek, de onsterfe
lijkheid der ziel, de vereen l-
Sing der beide naturen ln
hristus en de pluriformiteit
der kerk en vorderde dat de
candidaten op het examen met
deze conclusies schriftelijk in
stemming betuigen. De Geref.
kerken vierden in- Juni het
gouden jubileum van de ineen
smelting der groepen A en B
(Afscheiding en Doleantie)
waarom een ure van dankzeg
ging en gebed voor de kerke-
-Jke eenheid gehouden werd.
Deputaten' voor de geestelijke
bearbeiding van hen die in het
buitenland werken en voor de
evacuatie, werden door de sy
node benoemd. Het aantal ker-
ken steeg tot 804. Het aantal
dienstdoende predikanten be
draagt thans 859, het aantal
emeriti 159. Levendig is het
beroepingswerk in 1942 ge
weest en in meer dan *35 ge
meenten deed een candidaat
intrede. Er werden zooveel
kregen. Er zijn nu nog 12 va
cante gemeenten en 6 studen
ten. Twee vrouwelijke predi
kanten traden in het huwelijk
en legden hun ambt neer.
In de Geref. kerken in H.V.
•blijft het prcdikantenverloop
aanhouden. Ds. H. C. v. d.
Brink, die in April '40 al uit
trad, trad toe tot de Ned.
Herv. kerk.
Ds. K. H. Kroon, predikant
te Leiden, legde zijn ambt
ttVUUUCU ucuucxx ui uc ucic neer en Sin£ eveneens tot de
kerken hun intrede gedaan. !>fed. Herv. kerk over en werd
Ook in de Geref. kerken werd hulpprediker te Amsterdam.
hulppredikers benoemd dat bij
den candidateno vervloed in
deze kerken er toch nog een
tekort is en sommige candida
ten 4 5 benoemingen tege
lijk kregen. Aan de School der
kerken studeeren 120 studen
ten, waarbij dan nog komt het
fetal van hen die-aan de
heol. faculteit der Vrije Uni
versiteit studeeren voor het
predikambt in deze kerken.
Jeugddiensten op weeksche
avonden hebben ln de Geref.
het interkerkelijk gesprek ter
liand genomen. De kerken van
Alblasssrdam, Delft, Frane-
ker, 's-Hertogenbosch
Waardhuizen mochten hun
eeuwfeest vieren. De Geref.
candidaten in Groningen en in
Overijssel hebben een prov.
candi daten-bureau gesticht. De
Ger. kerken kregen 50 Medo-
deelingenbladen.
Bekende figuren zijn in 1942
aan deze kerken door den dood
ontvallen, waarvan we noe
men ds. Alkema, die ook pri
vaat-docent was in Utrecht en
Deventer, ds. R. J. v. d. Veen,
die als predikant van Goes
een der leiders was van het
Ger. kerkelijk leven in Zee
land; ds. W. H. den Houting,
lid van het moderamen van
de generale synode, en ds. D.
K. Wielenga, die als miss. pre
dikant den bijnaam verwierf
van „De held van Soemba".
Overige groepen.
Wat de overige groepen aan
gaat, in de Chr. Geref. kerk
viel niets bijzonders voor en
werd niemand door den dood
weggenomen. Deze kerk kreeg
haar officieel orgaan „De
Wekker" weer tyrug. Prof. P.
J. M. de Bruin, rustend hoog
leeraar te Apeldoorn, mocht
den dag herdenken waarop hn
voor een halve eeuw voor het
eerst in deze kerk als student
optrad.
In de Ev. Luth. kork werd
ook dit jaar nog van gedach
ten gewisseld over cv. fusie
met de Herst. Ev. Luth. kerk.
Het Luth. genootschap voor In-
en Uitwendige zending vierde
zijn 90-jarig bestaan. De sy
node stelde een Jeugdraad in
als contactorgaan met de ker
keraden.
In de Doopsgezinde Broeder
schap kwanrdit jaar een zeer
groot aantal proponenten af,
n.l. 12, die allen een plaats
En dr. G. Ubbinlc te Utrecht
legde eveneens zijn ambt neer.
De algemeene vergadering de
zer kerken nam eenige richt
lijnen aan om te komen tot
een nauwe oecumenische sa
menwerking met de Ned.
Herv. kerk met volkomen be
houd van eigen zelfstandig
heid. De Herv. synode betoon
de zich echter niet erg toe
schietelijk.
Mogen we tenslotte nog me-
moreeren dat Prot. Nederland
momenteel 28 vrouwelijke the
ologen telt, waarvan 3 den
doctorstitel voeren. Zij kunnen
echter alleen maar in de Ev.
Luth., de Rem. Geref. en de
Doopsgezinde kerken den kan
sel beklimmen. De Ev. Luth.
kerk telde 61 predikantsplaat-
sen waarvan vrouwen er 4 be
zetten; de R. Broederschap 35
waarvan vrouwen er 9 bezet
ten en de Doopsgezinde Broer
schap 118 met 16 \fc>uwelxjke
predikanten. De tien vrouwe
lijke theologen van Herv. hui
ze zullen in eigen kerk nim
mer tot het predikambt kun-,
nen komen, wijl deze kerk
geen vrouwen toelaat.
De Geref. gemeenten zagen
dit jaar slechts' één candidaat
gereed komen. Hij verkreeg 'n
twintigtal beroepen en nam
dat naar Dirksland aan. In
ds. R. J. v. Oordt te Zeist en
ds. J. D. B&rth tè Nieuwer-
kerk verloor deze groep twee
van zijn bekendste voorgan
gers. De Geref. gemeenten kre
gen weer een orgaan in „Da
vriend der waarheid".
In de Rem. Broederschap
mocht de bekende voorganger,
pxof. dr. iG. J. Heering te Am
sterdam, zijn zilveren jubileum
als hoogleeraar onder groote
belangstelling vieren. In het
Rem. weekblad kreeg de Broe
derschap weer 'n eigen spreek
buis, evenals de Ned. Prot
Bond, die ook een weekblad
„Bondsnieuws" kreeg.
de Toos een bekende, gromml-
ge stem op de trap.
„Goede help, mensch, wat
een trappen. Dat zal mbn hart
ncfoit uithouden: Als ik hier
eenmaal ingeburgerd ben, moet
Ik mijnheer van Manderen vra
gen, de kinderkamers naar een
lagere verdieping te verhuizen.
Dit kan ik nooit twintig maal
per dag afsjouwen."
Het antwoord van Coba was
niet verstaanbaar, maar met
een zekere voldoening bedacht
Toos, dat zij er zeker in ge
slaagd zou zrjn, zuster Jaspers
flipk op haar plaats te zetten.
Spoedig daarop ging de deur
open en kwam zuster Jaspers
de kinderkamer binnen.
„Daag. Daar ben ik dan ein
delijk. En dood moe, op den
koop toe, na zoo'n tocht over
het land. Hoe haalt mijnheer
van Manderen het in zijn hoofd
in zoo'n negerij te gaan wo
nen 1"
Zuster Jaspers zonk in een
armstoel en trok haar hand
schoenen uit.
„Als je man mgn bagage bo
ven brengt, Coba, zeg licm dan
er een beetje voorzichtiger mee
te zgn en er niet zoo mee te
smijten als daarnet beneden In
de hall. Ik voel er niets voor,
dat mijn valiezen aan alle kan
ten gekrast worden."
,A voelt u daar niets voor?"
snoof Coba. „Waarom gaat u
zg dan zelf niet halen, een ster
ke vrouw zooals u, in plaats
van een ouden man er mee op
te knappen"
„Aangéfcien ik de jongste ben,
moest ik ze dan maar halen",
zei Toos glimlachend. „Mij
kunnen al die trappen niets
schelen."
Terwgl de week ten einde
liep werd de spanning tusschen
Coba en zuster Jaspers steeds
grooter. Beide vróuwen hadden
sterke heerschzuchtige natu
ren en waar Toos steeds bereid
was geweest tot kleine conces
sies om het huishouden niet in
de war te sturen stond zuster
Jaspers op een strikte door
voering van allo regels die in
het Anna-ziekenhuis golden.
Coba en het jonge meisje uit
-het dorp werden den geheelen
dag opgejaagd, om te koken, te
sterilisecren, te wasschen. Dc
vrees dat zuster Jaspers onaar
dig zou zijn voor de kinderen
werd gelukkig niet bewaarheid.
Zij had kennelijk al haar ve
nijn noodig voor Coba.
Wat ten slotte de eindcrisis
veroorzaakte, is Toos nooit te
weten gekomen, maar toen zij
Maandagavond vroeg bezig was
haar koffers te pakken, hoorde
zij de stemmen van de twee
vrouwen ln een woedende twist
in dc linnenkamer. Daarna het
slaan van een dour en zware
voetstappen, die naar boven
gingen.
Toen zij den volgenden mor
gen op de kinderkamer kwam,
was zij verrast de kinderen nog
in hun nachtkleertjes aan te
treffen.
„Juf, het is toch tijd om ons
aan te kleeden?" riep Karei.
„De andere juf Is weg."
En zoo was het. Het bed in
de kinderslaapkamer was niet
beslapen en de valiezen waren
verdwenen. Geen twnfel moge
lijk. zuster Jaspers had er de
brui aan gegeven.
„Nu blijft u toch bij ons"
Toos glimlachte tegen de
drie opgewonden gezichtjes.
„Dat weet ik heusch nog
niet, lieverd!?. Laten we eerst
maar eens heerlijk ontbijten."
Zooals ze verwacht had, ont
bood de heer van Manderen
haar na 't ontbijt in zijn werk
kamer. En voor het eerst
scheen zrjn ijzige kalmte ver
dwenen te zijn. Hij had een
hoogroode kleur en zgn haar
zat in de war.
„Ik vermoed, dat u er nog
niet in geslaagd bent een an
dere betrekking te vinden, zus
ter" begon hg verlegen.
„Integendeel, mijnheer van
Mandoren", antwoordde Toos
opgewekt: „Do dfrectrico heeft
die voor me gevonden. Ik had
u juist willen vragen, of u mij
'n getuigschrift wilt schrijven".
De heer van Manderen kuch
te. Hg was heesch.
„Zuster Peters, ik, ik weet
niet hoe ik het u moet vragen,
maar al was het alleen voor
mijn drie arme weesjes, wilt u
blijven."
Dit had het oogenblik kun
nen worden van Toos' triomf.
Nu had zij hem 9p zijn plaats
kunnen zetten, hem alle ver
nederingen kunnen betaald zet
ten. Nu had zij* zich kunnen
wreken, door hem te vertellen,
dat ztf er de voorkeur aan gaf
zi<?h aan zijn oorspronkelijk bc-
sluit te houden en binnen een
uur te vertrekken.
Vreemd genoeg echter, deed
ze niets van dat alles. Ook al
trachtte zg te denken aan de
gezellige betrekking, die haar
ln Den Haag wachtte, zjj kon
zich niet meer aan dit gezin
onttrekken, dat gevoelde zg
heel goed.
„Maar ik dacht, dat u een
verstandige vrouw van mid
delbaren leeftijd wenschte,
mijnheer van Manderen?" zei
zy ernstig, maar een ondeu-
fend glimlachje speelde om
aar lippen. „Ik had begrepen,
dat ik te jong en onervaren
was voor de verantwoordelijk
heid?"
„Dat dacht ik ln het begin,
zuster", antwoordde van Man
deren, de kamer op en neer ijs
berend. „Ik geef echter toe,
dat ik wat voorbarig was met
mijn oordeel. De kinderen schij
nen het zeer goed met u te
kunnen vinden en ik geloof,
dat het onverstandig zou zijn,
het vveer met een vreemde te
probeeren. Ik zelf zou geen
vreemde meer kunnen
Hij brak plotseling af en
beet op zijn lip. Blijkbaar was
deze laatste bekentenis hem
ontsnapt. Maar voor Toos gaf
dit den doorslag. ,De uitdruk
kingvan hulpeloosheid op 't an
ders zo strenge gelaat maak
te hem bijna menschelijk 1
„Ilc ben bereid te blijven, als
u daar iets tegenover stelt",
zei Toos langzaam. „U moet
niet vergeten, dat ik een prach
tige betrekking in Den Haag
laat loopen."
„Natuurlijk ben ik bereid uw
salaris te verhoogen
„Nee, nee", viel Toos hem in
de -rede, vuurrood van verle
genheid. „Dat bedoelde ik hee
lemaal niet, het salaris is
prachtig. Maar ik moet meer
vrijheid hebben. Ik wil niet
meer gedwongen zfln om om
tien uur thuis to komen als ik
mijn vrijen dag heb. Misschien
Sast dat Coba wel, maar als je
e heele week hard hebt ge
werkt, heb je recht op eenigen
vrijen tijd."
„Ik zal Coba bellen en or nu
meteen over spreken", gaf van
Manderen toe.
Hij trok aan het ouderwet-
sche bellekoord naast de groo
te steenen schouw en spoedig
daarop kwam Coba binnen.
„Moet Jan de bagage naar
de auto brengen?" vroeg zH
fffejlfjes.
„Nee, Coba, zuster Peters is
zoo vrieri^elgk geweest om
zich bereid te verklaren verder
voor de kinderen te zorgen",
verklaarde van Manderen.
„Zeg je «man maar, de bag&ge
weer naar boven te brengen. Ik
wilde je alleen maar spreken
over den vrijen dag van zuster
Peters. Voortaan moet je de
hekken openlaten en zorgen
dat zuster een huissleutel heeft
Ik zal zelf wel afsluiten als zij
thuis is."
„Nou, en ik vind, dat tien
uur een behoorlijk uur is om
thuis te komen voor een jong
meisje. Ik moet niets hebben
van al die moderne ideeën. U
moet me niet kwalijk nemen,
maar ik geloof, dat u er erg on
verstandig aan doet haar een
sleutel toe te staan."
De heer van Manderen fron
ste zgn donkere wenkbrauwen
en zijn koele grijze oogen scho
ten vonken.
„Dit zijn mtJn bevelen. Coba,
en ik wensch, dat die gehoor
zaamd worden."
De oude hulshoudster sloeg
de oogen neer.
„Het Is goed, mijnheer", zei
ze onderdanig. Maar op de
gang kwam er een uitdrukking
van ongekende woede op haar
gelaat
(Wordt vervolgd.)'