PROVINCIALE ZEEUWSCHE COURANT
WOENSDAG 25 MAART 1942
De Landstand in
Zeeland.
Installatie van den Ned. Landstand in Zeeland.
ABONNEMENTSPRIJS
19 'ct. per week of 2.42 per kwartaal
Franco per post' 2.63 per kwartaal
Afzonderlijke nummers 5 cent
ADVERTENTIEPRIJS
Van 1-4-5 regels S 1.65. Iedere regel
meer 33 cent. Bij abonnement speciale
prijs. Kleine advertentiesvan 15
regels 0.55, Ie'Qere regel'meer 11 ct.
(max. 8 regels). „Brieven, of adres
bureau van dit blad" 10 cent extra.
Dit nummer bestaat uit
4 bladzijden.
WAARIN OPGENOMEN DE MIDDELBURGSCHE, VLISSINGSCHE, GOESCHE EN BRESKENSCHE COURANT
UITGAVE DER FIRMA'S F. VAN DE VELDE JR. EN G. W. DEN BOER POSTREKENING 359300, PROVINCIALE ZEEUWSCHE COURANT. MIDDELBURG
Directie F. van de Velde, F. B. den Boer 185ste JAARGANG NUMMER 71
HoofdredacteurJ. C. Visser, Vlissingen
De BUREAUX van de Provinciale
Zeeuwsche Courant zijn gevestigd te -:
VLISSINGEN Redactie en Adroini-
stratie Walstr. 58-60, tel. 10 (2 lijnen)
Redactie na kantoortijd telefoon 678
MIDDELBURG: LondenscHe Kaal 29
Redactie telefoon 269, na kantoortijd
telefoon 826, Administratie telefoon 139
GOES: Red. en Admlnistr. Turfkade
15, tel. 2863, na kantoortijd tel. 2475
SOUBURG Kanaalstraat 45, tel. 35
OOSTBURG Redactie en Admini
stratie Breedestraat 45, telefoon 102
BRESKENS: Dorpsstraat 35, tel. "21
AANGESLOTEN BIJ HET BUREAU VOOR PUBLICITE1TSW A ARDE, INGESTELD DOOR DE VEREENIGING „DE NEDERLANDSCHE DAGBLADPERS
I
Voor de Zeeuwsche boerén was de instal
latie van den boerenleider, W. F. van Gor
gel, een belangrijke gebeurtenis. De be-
teekenis daarvan werd geaccentueerd
door de aanwezigheid van vele boeren, van
den landelijk boerenleider Roskam, van tal
van N.S.B.-functionarissen en van verte
genwoordigers van het N.V.V., van Winter
hulp—Nederland en van den N.V.D. Dat de
vertegenwoordiger van den Beauftragte
voor Zetland deze gelegenheid heeft aange
grepen, om den zin der Duitsche boeren-
politiek te verduidelijken, gaf aan deze
bijeenkomst een veel wijdere strekking,
dan die der installatie op zich zelf. Want
deze gebeurtenis werd daardoor geplaatst
in het breede kader van het trjdgebeuren.
Wat zjch thans in onze nationale boeren
samenleving voltrekt en ook in het
Zeeuwsche land^erwezenlijkt wordt, is te
herleiden tot eem^enkele grondgedachte. De
Nederlandsche boer wordt zich zijn boer-
zijn weer bewust. Het is al vroeger gecon
stateerd'en in de opkomende organisaties
vond deze overtuiging haar kristallisatie
Landbouw en Maatschappij was daar
voor wel het meest de aandacht trekkende
symptoom. Onze boeren waren te veel los
gewerkt van den grond, dien zij bearbeid
den. De maatregelen van overheidswege
dwongen den boer in een keurslijf, waar
door hij stelselmatig vervreemd werd van
den diepen zin van zijn werk, waardoor
hem zijn vrijheid werd genomen.
De boer werd vastgeklonken aan 'een
politiek gesjacher, hg werd zijns ondanks
gebonden aan,belangen, welke in wezen en
werking het boerenbelang miskenden. En
zoo voltrok zich een vervreemdings-, een
ontrechtings- en een verarmingsproces,
waarvan niet slechts de boer de dupe werd,
maar waardoor de geheele samenleving
ais gemeenschap uiteengeslagen dreigde te
worden.
Niet alleen in sociaal:politiek opzicht,
ook uit zedelijke overwegingen moest een
dergelijke ontwikkeling bezorgdheid wek
ken. Landbouw en Maatschappij heeft
daartegen een scherp protest verheven. In
den Nederiandschen Landstand, heeft de
gedachte welke Smid en de zijnen bezielde,
nieuwe vormgeving gevonden. De boer
wordt zich zijn boer-zijn wederom bewust,
hij wordt wederom de vrije man, wiens
erf zijn bezit is. Hij wordt weer terugge
voerd tot een geheiligde traditie. Daar
naast, in dit ontwaakte boerenbewustzijn
wordt de voorwaarde voor. een gezonde
samenleving geschapen. Daaraan wil de
Nederlandsche Landstand als aller belan
gen en opvattingen overkoepelende orga
nisatie werken.
De landelijke boereneider Roskam heeft
hij de installatie van Zeelands boerenlei
der het een en'ander medegedeeld over de
hindernissen welke genomen moesten
worden, om tot den nieuwen organisatie
vorm te geraken. Daarbij heeft hij een
analyse gegeven 'van de landbouwcrisis-
politiek uit de jaren, die aan den oorlog
vooraf gingen, daarmede beoogend- te ver
duidelijken, hoe in deze landbouwcrisis-
politiek niet het boerenbelang op den
voorgrond stond, maar hoe dit boerenbe
lang was gekoppeld aan buitenlandsche
kapitaalsinteressen. De boer was de slaaf
van het groot-kapitaal. N-
Dfe vrije boer, heer en meeteter op eigen
erf, de vrije boer als de drager der natio
nale welvaart het was een begrip zon
der zin geworden.
Aan dezen verworden toestand is door
de oprichting van den Nederiandschen
Landstand een einde gemaakt..
Boerenleider Roskam heeft een overzicht
gegeven van' de tegenwerking, welke van
de zijde der landbouworganisaties werd on
dervonden. Slechts in Zeeland werd steun
gevonden en in dit verband gewaagde de
landelijk boerenleider met voldoening» van
de gelukkige samenwerking ,met den voor
zitter der Z.L.M., mr. P. Dieleman.
Het was dan ook te betreuren, dat de
heer Dieleman verhinderd was, deze instal
latieplechtigheid mede te maken. Zijn
schrijven aan den heer Van Gorsel legde
.echter op ondubbelzinnige wijze getuigenis
v af van de opvattingen van den voorzitter
der thans opgeheven Z.L.M. Nu de Land
stand officieel zijn - intrede in Zeeland
heeft gedaan is het goed op dit schrijven,
van mr. Dieleman nadrukkelijk de Aan
dacht te vestigen. Want daaruit blijkt, hoe.
zeer deze vëchter voor het Zeeuwsche
boerenbelang van het nut en de groote
perspectieven van den Landstand voor
Zeeland overtuigd is. De boeren van dit
gewest, voorzoover zij nog afzijdig staan
naar de heer Roskam mededeelde is dit
maar een zeer gering percentage en
van den nieuwen organisatievorm niet wil
len weten,, mogen zich aan dit klare getui
genis van den voorzitter der vroegere Z.
LM. spiegelen.
Er is ook met betrekking tot den Land
stand sprake van veel onderaardsch ge
peuter. Er zijn er die zich bedienen van
uitvluchten om zich aan de voor het wel
slagen der nieuwe organisatie noodzake
lijke medewerking te onttrekken. Men be
hoefde daarvoor zgn oor maar te luisteren
te leggen. Zeker, er zijn'nog tal van on
effenheden en niemand kan daar blind
voor zijn.
Maar "het verwijt, dat met betrekking
tot de Z.L.M. gesproken zou moeten wor
den van afbraak van een hecht gebouw
voordat de fundamenten van het nieuwe
gelegd zijn, is toch, ook blijkens dit getui
genis van den heer Dieleman, misplaatst.
De boeren van Zeeland 'zullen het ant
woord moetèn geven, een antwoord, dat
niet voor tweeërlei uitleg vatbaar is. Het
Landstand-apparaat is thans in Zeeland
officieel in beweging gezet en op de
schouders van den nieuwen boei'enleider
■rust nu de volle en zware verantwoorde
lijkheid voor het welzijn van den Zeeuw-
De grondslag voor de organisatie over de geheele provincie is
reeds gelegd.
Dinsdagmiddag yond in de raadszaal te
Goes de installatie plaats van den Neder
iandschen Landstand in Zeeland.
In de geheel bezette raadzaal, die met
bloemen, vlaggen en symbolen decoratief
en smaakvol versierd was, merkten wij o.a.
op referent Korte, als vertegenwoordiger
van den Beauftragte van den Rijkscommis
saris in Zeeland, de héér Jan Dekker, ge
machtigde van den leider der N.S.B. in
Zeeland W. F. J. Quaedvlieg, boerenleider
der provincie Limburg ir. Dorst, voedsël-
comrnlssaris voor Zeeland mr. Dieleman
Jr., directeur van „Winterhulp" in Zee
land; ir. Welleman, dir. Bureau Arbeidsbe
middeling burgemeester Lenshoek van
Goes; verschillende N.S.B.-functionnarissen
en burgemeesters en voorts de streek- en
dorpsboerenleiders.
De heer J. C. Droogendijk, p.v. boeren
leider, .sprak woorden van welkom, in het
bijzonder tot de hierboven genoemden en
deelde mede, dat ir. Droogendijk, land-
bouwconsulent, bericht van verhindering
zond. Ook mr. P. Dieleman, wn. commis
saris van Zeeland, was verhinderd en zond
het volgende schrijven
„Met buitengewoon leedwezen moet ik
meedeelen de installatie van den Zeeuw-
schen Landstand niet te kunnen bijwonen.
Ik ben nl. een paar weken geleden, toen
het zoo glad was, bij het uitstappen uit
mijn auto uitgegleden en op mijn hoofd
gevallen, tengevolge waarvan ik tenminste
een maand bedrijst moet houden, die eerst
de volgende week is afgeloopen.
Ik heb aan den Beauftragte vriendelijk
gevraagd of hij zijn invloed niet kon aan
wenden, dat de installatie van den Land
stand niet zoude zijn vóór in de Paasch-
week of nog later, omdat ik deze gaarne
zoude bijwonen en eigenlijk had beloofd
een rede te houden, hetgeen ik dan ook
gaarne zoude hebben gedaan. Blijkbaar
kon het. niet worden uitgesteld.
Ik moet thans het dus bg dit schrijven
laten en verzoek U daarvan officieel mede-
deeling te doen.
Ik verklaar mij als provinciaal bestuur
volledig bereid tot samenwerking en
steun, waar mij dat mogelijk zal zijn. Dit
des te meer, omdat, gelijk ik immers reeds
eerder schreef, ik om velerlei reden de in
stelling toejuich, hoe smartvol het af
scheid van onze oude organisatie ook moge
zgn, wg in de -toekomst znoeten- blikken en
als goede Zeeuwen thans dit ons gegeven
middel moeten, aangrijpen om land- en
tuinbouw en de daarmede bezigzgnde be
volking in Zeeland zoo krachtig mogelijk
te helpen.
Wij mogen in dezen niet afzijdig staan,
waar. heilige plicht ons roept. Zeeland ga
ons boven alles en dus met moed voor
waarts in vast geloof aan een gelukkige
toekomst vanons volk.
Ik wensch U geluk met Uw benoeming
en hoop, dat Gij met Uw bekwamen se
cretaris straks geflankeerd door veel be
kwame en welwillende mannen, zult kun
nen arbeiden in het waarachtig belang,
van ons gewest.
Ik verzoek U tevens de aanwezigen mijn
beste groeten over te brengen".
De heer Droogendijk wees er dan op, dat
de dag waarvoor velen jaren werkten thans
bereikt is, en de boeren nu medezeggen
schap zullen krijgen in één ondeelbare or
ganisatie. Spr. besloot met de hoop te
uiten, dat zij die nog tegenstanders zgn
voorstanders zullen worden.
Rede van den boerenleider Roskam.
De boerenleider, de héér E. J. Roskam,
hierna het woord verkrijgende, zeide, dat
velen zich, met alle nieuwe besluiten en
voorschriften wel eens afvragen ja, aan
wien moet ik mij nu houden, en nu is daar
ook nog de landstand bijgekomen, weer
een nieuwe last. Maar redeneerende in
schen boer, dien hg den weg zal hebben
te wijzen naar een nieuwe toekomst. Of
deze toekomst beter zal zijn, dat hangt
voor een groot deel van de boeren zelf af.
Zij moeten hun nieuw verworven vrijheid
dragen en tot het inzicht komen dat deze
vrijheid bepaald wordt door tweeërlei ge
bondenheid. Gebondenheid aan den grond
en aan de groote Zeeuwsche boerentraditie,
gebondenheid ook aan onze volksgemeen
schap. Zoo ziet het de Landstand, zob ziet
het ook de boerenleider Van Gorsel. wiens
redevoering getuigenis aflegde van zijn
vaste voornemen, om de hindernissen te
overwinnen.
Van Gorsel is geen vreemde voor de
Zeeuwsche boeren. Zelf Zeeuw heeft hij zich
ook in organisatorisch opzicht, een warm
voorvechter getoond van de opvattingen,
zooals die in den Landstand zijn be
lichaamd.
In 1906 geboren te Rilland Bath, be
zocht hg,na voorbereidende H.B.S.-oplei-
ding de rijkslandbouwwinterschoofote Goes
om in 1932 zijn vader in het bedrijf op te
volgen. In dat jaar trad hij toe tot de N.
S.B. en op grond daarvan kon zijn activi
teit in het agrarisch vereenigingsleven
'niet tot ontplooiing komen.
Zgn organisatie-talent stelde hij in.
diertst der N.S.B., waar hij in verschillende
functies werkzaam was, o.a. in de agrari
sche afdeeling dier beweging.
Van 19351939 had hij zitting in de
Provinciale Staten.
Thans is deze Zeeuwsche boer geroepen
om de belangen der boeren te verdedigen
en onder zgn leiding zal de Landstand in
zijn yele vertakkingen ook in Zeeland tot
ontwikkeling worden gebracht.
Het applaus, waarmede zjjn installatie
in de Goesche raadzaal werd .begroet,
mogo voor zijn werkzaamheid een betee-
kenisvol omen zijn. 4
dezen- geest, aldus spr., zult u de land
stand niet verstaan, want de landstand
wil uw taak niet verzwaren maar verlich
ten. De landstand moet niet gezien worden
in den geest van den landbouwcrisisdienst,
maar uit een geheel andere wereld. Als de
boer voor zijn land staat, gevoelt hij, dat
er maar één macht is aan Welke hij in
hoogste instantie verantwoording schuldig
is, den Schepper. In aansluiting hierop he
kelde spr. de landbouwpolitiek der voor
gaande jaren en de machten, die buiten
het hoerendom staande, de draden van het
boerenlot in handen hielden, en die, zooals
mede bleek uit uitingen van de voormalige
ministers Van Steenberghe en Colgn, de
Nederlandsche landbouwpolitiek afhanke
lijk stelden van buitenlandsche factoren.
Terloops wees spr. de klagers over de
lage voedselrantsoenen die hij ook
gaarne verhoogd zag er op, dat volgens
de statistiek het gemiddeld gebruik van
boter, melk en vleesch in 1935 niet hooger
was dan nu.
De landstand berust op geheel anderen
grondslag dan buitenlandsche factoren en
wereldeconomie en is het tegendeel van
een ambtelijk apparaat. De landstand is
de vrije, zelfstandige boer zelf, en de ge
organiseerde boer in het natuurlijk ver
band.
Spr. getuigt dan met waardeering over
het werk, der oude organisaties. Waren
deze er niet geweest, dan zou er ooki geen
landstand zijn gekomen en de boerenstand
reeds lan£| kapot geslagen zijn. Men weet,,
dat het sprekers ideaal was, mét de be
staande organisaties gezamenlijk de nieu
we orde te stichten, maar er was alleen
contact te verkrijgen met de Z.L.M. Deze
was stonde aan het meest onbevangen en
bereid om mee te bouwen, al kon de voor
zitter dan ook niet het geheele bestuur
achter zich krijgen. Die houding strekt de
Zeeuwen tot èer en legt den landstand
groote verplichtingen op. Wat hier in bijna
een eeuw is verricht^ zal voortgezet wor
den in verre geslachten. Van de eigendom
men der Z.LM.' zal geen cent verhuizen
naar buiten de provincie. Binnenkort zal
spr. met de Zèfeuwsché boeren een verga
dering houden en dan precies verslag uit
brengen hoe alles zich ontwikkelde en het
geheel is opgebouwd.
Spr. schetste dan den practischen arbeid
van. den landstand en zeiée daarbij, dat er
een erfhoevewet komt, die den boer vrij
zal maken van buitenlandsche geldschie
ters en andere kapitalistische invloeden.
Spr. betreurde het, dat vooral in het
apparaat der voedselvoorziening ambte
naren werkzaam zijn, die zich systematisch
tegen den opbouw hebben verzet en nu
gram staan tegenover den landstand.
De landstand is tot volkomen royale sa
menwerking bereid. Het gaat hier niet om
de macht, maar om de belangen van onze
boeren en visschers en van het Nederland
sche volk. Spr. wees er hierbij nog op, dat
ook het geheele apparaat der voedsel
voorziening, grondkamer, enz., bij den Ne
deriandschen landstand ingeschakeld zal
worden.
De heer Roskam benoemde hierna den
heer W. F. van Gorsel tot boerenleider der
provicie Zeeland, en zeide dan tegen hem,
dat hier een systematische tegenstand te
overWinnen is. Maar spr. kent het Zeeuw
sche volk, het is gehecht aan eigen volks
aard, buigt voor niets en niemand, dan
den Schepper, maar 'daarom is het ook
juist geëigend om den landstand te aan
vaarden, omdat de landstand het eigenste
eigen is van den vrijen boer en den trou
wen visscher.
Rede Referent Korte.
Nadat een korte pauze gehouden was,
verkreeg Referent Korte het woord, die
mededeelde, dat de Beauftragte van den
Rijkscommissaris tot zijn leedwezen ver
hinderd was, en diens groeten overbracht.
Sprekers gedachten gaan thans onwille
keurig uit naar zijn eigen landstreek,
Oost-Friesland. Het is hier hetzelfde land,
met dezelfde menschen, gehecht aan hun
arbeid, hun erf. Spr. denkt terug aan de
jaren voor 1933, toen de grond in Duitsch-
land nog winstobject was voor kapitalis
tische en joodsche machten. De boer had
vergeten welke groote taak hg had in
dienst van de gezondheid van zijn -volk. Zij
trokken weg van hun erf, naar de stad, en
ook het volk zelf kende geen waardeering
voor zijn levensbron. Toen kwam de
Führer, met zijn nieuwe ideeën, zgn groote
waardeering voor den grond die de Schep
per den boer gaf om dien te bebouwen
voor zgn volk. Door hem leerden wij zien
welke groote beteekenis de boer heeft.
Spr. schetste dan den arbeid van den
boer voor zgn gezin, op het erf, dat hij
weer hoopt door te geven aan zijn zoon,
en ook hier greep de Führer in, opdat de
boer weer eigenaar van zijn erf werd, en
er kwam een prijzenverordening, die den
boer zijn loon «waarborgde, en daarmede
kreeg de boer weer liefde voor zijn grond
en zijn volk en zal hij uit den grond voor
zijn volk halen wat er uit te halen is.
En dan, wgzend op het Oostfront, waar
ook de boeren staan, zeide spr., dat zij
daar niet alleen kampen voor den eigen
grond, maar voor de cultuur van geheel
Europa.
Tenslotte zeide spr. tot den heer Van
Gorsel, dat de menschen, die hij hier leer
de kennen, het waard zgn, dat men zich
voor hen inzet, en hij besloot, den heer
Van Gorsel het beste t'e wenschen in den
dienst voor den Zeeuwschen boer.
Rede Van Gorsel.
De heer Van Gorsel, hierna het woord
nemende, uitte de hoop, dat hij het ver
trouwen dat de boerenleider in hem stelde,
waardig zal zijn. En evenzoo hoopte hg, de
harten der Zeeuwsche boeren te winnen,
doordat zij zullen inzien, dat de landstand
de ware vrijmaking en een rechtmatige
belooning voor den noesten arbeid van on
ze plattelandsbevolking voorstaat.'
Spr. weet, dat zijn taak zwaar is, vele
leidinggevende personen weigerden mede
te werken aan den landstand. Toen hun
gevraagd werd de leiding op zich te ne
men, weigerden zg die. Om de éénwording
der boeren niet in den weg te staan, hield
spr. zich op den achtergrond, hoewel hij
steeds overtuigd was, dat dit pogen op
een mislukking moest uitloopen, omdat
men, om in dezen tgd iets grootsch tot
stand- te brengen, in de eerste plaats' de
tegenwoordige, geestelijke revolutie inner
lijk moet beleven. Gelukkig kan spr. deze
Heden, die aldus tegenwerkten, op zijn
vingers tellen. Hij richt tot hen, die het
verzet organiseeren, echter de ernstige
waarschuwing, zich terug te trekken uit
alle landbouwinstellingen, ook al vallen
deze thans nog niet onder den landstand.
Verdere - sabotage zou voor hen minder
prettig kunnen worden.
Gelukkig, aldus spr., staat het grootste
deel der Zeeuwsche boeren niet afwijzend
tegenover het nieuwe. Maar een Zeeuw
sche boer besluit pas na wikken en wegen
of iets goed voor hem is, doch dan geeft
hij zich ook tenvolle en is geen offer hem
te zwaar. Daarom kan spr. ook zeggen,
dat zij, die zich bereiif verklaarden om
mede te bouwen aan den landstand, zich
voor dë volle honderd procent zullen ge
ven, En het zijn waarlijk de slechtsten der
Zeeuwsche boeren niet, die gekomen zijn
om mede te bouwen. De grondslag voor de
organisatie is dan ook over de geheele
provincie reeds gelegd.
Spr. schetste dan de verantwoordelijke
taak der boerenraden. en wees er daarbij
op, dat hg ook op de landarbeiders doelt,
want helaas zijn er nog boeren die hun
arbeiders gelijk stellen met een machine.
Van den toekomstigen dorpsboerenlel-
der, aldus spr., zal het in de eerste plaats
de taak zijn,, om op zijn dorp een ware
sociale dorpsgemeenschap op te bouwen.
Dan zal de landstand in de naaste toe
komst een zegen zijn voor onze platte
landsbevolking.
De verschillende toespraken werden her-
haaldelijk door bijval onderbroken.
Gemeenschappeljjken maalt yd.
Het gezelschap vereenigde zich hierna
aan een gemeenschappelijken maaltijd in
Hotel „De Korenbeurs".
Onder den maaltijd werd nog gesproken
door den heer Jan Dekker, gemachtigde
van den leider der N.S.B. in Zeeland, die
er aan herinnerd?, hoe hij indertijd met
Van Gorsel in de Provinciale Staten
kwart% en toen reeds voorspelde wat heden
plaats vond. Hoewel spr. betrekkelijk ter
zijde van den landstand staat, is hij er, als
gemachtigde vön den leider, toch zeer bij
geïnteresseerd. Hij heeft den boerenleider
Roskam om diens werk bewonderd, want
of men het goed of slecht-doet, men is het
er toch niet mede eens. Het verheugt spr.,
dat Van Gorsel boerenleider van Zeeland
geworden is. Het werk is thans aange
vangen, aldus spr., en gij moet het nu
voortzetten. Spr. besloot met op de heeren
Roskam en Van Gorsel een heildronk uit
te brengen.
Ir. Welleman, directeur van het bureau
Arbeidsbemiddeling te Middelburg wenschte
den heer Van Gorsel geluk met zijn benoe
ming en uitte de verwachting, dat de sa
menwerking een vlot verloop zou hebben,
daar de heer Van Gorsel i-eeds te kennen
gaf, dat de belangen der arbeiders hem
na aan het hart liggen. Zijn dienst zal aan
die behartiging zooveel als mogeijk is gaar
ne medewerken.
De heer Van den Boschpoort, van den
Nederiandschen Radio Omroep, wees er
op, jdat de radio vroeger voor den boer ge
sloten was, thans noemde de directeur de
afdeeling land en volk de voornaamste. Dit
legt ook aan het hoerendom in Zeeland
verpUchtingen op. Ook de stem van den
Zeeuwschen boer moet door den aether
klinken. Spr. besluit met een beroep op
aller medewerking.
Mevrouw Groenewegen-Nelemans sprak
gelukwenschen voor de Zeeuwsche platte
landsvrouw. voor zoover deze den nieuwen
tijd verstaan.
Burgemeester Lenshoek uitte zijn ge
lukwenschen voor Goes, waarbij hij wees
op Goes als centrum, ook voor de belangen
der boeren, die hier, doordat Goes zetel
was van de Z.L.M., reeds een eeuw bij
eenkwamen. Spr. hoopt, dat Goes nog vele
jaren gastvrouw zal mogen zijn.
Nadat nog eenige aanwezigen hun ge
lukwenschen hadden geuit, sloot de wn.
boerenleider, de heer Droogendijk, met een
kort woord den maaltijd.
Acht Spitfires neergeschoten.
Naar het opperbevel der weermacht
meedeelt hebben in den loop van Dinsdag
middag Duitsche jagers den strijd aarige-
bonden met een Britsche formatie bom
menwerpers, die onder krachtige bescher
ming van jagers het Belgisch-Fransche ge
bied binnenvloog. Tijdens de verbitterde
luchtgevechten werden volgens de tot
dusver ontvangen berichten acht Spitfires
neergeschoten.
Twee Amerikaansche
torpedojagers verloren gegaan.
In een door Associated Press gepubli
ceerd communiqué van het Amerikaansche
ministerie van marine wordt bekend ge
maakt, dat de Amerikaansche torpedoja
gers „Pillsbury" en „EdsaÜ" sinds begin
Maart in de Javasche wateren worden ver
mist ensWfarschgnlgk £ils verloren moeten
vror?cn 1 vi.
EXTRA BERICHT VAN HET
DUITSCHE OPPERBEVEL.
NIEUWE SUCCESSEN VAN
DUITSCHE DUIKB00TEN EN
VLIEGTUIGEN.
Hoofdkwartier van den Führer, 24 Mrt.
(D.N.B.). Het opperbevel def* weermacht
deelt mede
„Duitsche duik booten hebben voor de
Amerikaansche kust 13 vijandelijke koop
vaardijschepen met een gezamenJ ijken in
houd van 80.300 ton tot zinken gebracht.
De vijandelijke tankscheepsruimte werd
daarbij op bijzonder gevoelige wijze getrof
fen. Tot de tot zinken gebrachte schepen
behooren groote tankschepen. Een achtste
tankschip vaji 11.000 ton «werd door tor
pedo's zóó ernstig beschadigd, dat het
eveneens verloren geacht kan worden.
Ook in de Middellandsche -Zee werdeni
den vijand zware verliezen toegebracht.
In samenwerking met Italiaansche lucht
en vlootstrijdkrachten slaagde de Duitsche'
luchtmacht er in, een convooi, dat koers
zette naar Malta, uiteen te drijven. Daarbij
brachten Duitsche vliegtuigen alleen reegis
3 koopvaardijschepen met een gezamenlij-
ken inhoud van ongeveer 18.000 ton tot
zinken. Zij brachten voorts zware schade
toe aan 3 ^koopvaardijschepen, een kruiser
en een torpedojager".
DE NIEUWE BOTERBON.
De secretaris-generaal van het departe
ment van landbouw en visscherij maakt
bekend, dat gedurende het tijdvak van 26
Maart tot en met 11 April a.s. bon 16
zoowel van de boterkaart als van de vet-
kaart, uitsluitend recht geeft op het koo-
pen van margarine.
Voorts geeft gedurende genoemd tijd
vak bon 17, zoowel van de boterkaart als
van de vetkaart, naar keuze recht op het
koopen van boter, margarine of vet, zulks
met dien verstande, dat men niet steeds
het artikel zal kunnen verkrijgep, waaraan
men de voorkeur geeft, doch genoegen zal
moeten nemen met het artikel of de arti
kelen, waarover de winkelier beschikt.
Bieraflevering zat worden
hervat
Naar het rijksbureau voor de Voedsel
voorziening in oorlogstijd mededeelt, zgn
de bijzondere omstandigheden, die eenigen
tijd geleden, hebben genoopt tot stopzet
ting van de aflevering van bier door de
brouwergen, thans zoodanig gewijzigd,
dat met ingang van 30 Ma?rt a.s. deze
aflevering zal kunnen worden hervat.
Het spreekt vanzelf, dat na de stagna
tie, die eenige weken geduurd heeft, niet
ieder zijn volledige rantsoen terstond zal
kunnen ontvangen en dat in den eerstko-
menden tijd nog onregelmatigheden in den
aanvoer kunnen optreden.
Een raad voor de
voedselvoorziening.
De secretaris-generaal van het departe
ment van landbouw en visscherij Heeft bij
besluit van 24 klaart 1942 ingesteld een
raad voor de voedselvoorziening.
De raad heeft tot taak den secretaris-»
generaal van advies te dienen bij de uitvoe
ring van het organisatiebesluit voedsel
voorziening 1941 en van andere wetteüjke
regelingen op het gebied der voedselvoor
ziening. Voorts zal in den raad het contact
gelegd worden tusschen de bij de uitvoering
f van dit besluit betrokken ambtelijke in
stanties eenerzijds en de organisaties en
groepen, ten behoeve van de voedeslvoor-
ziening ingesteld of ingeschakeld, ander
zijds.
De directeur-generaal van de voedsel
voorziening, de heer ir. S. L. Louwes is
voorzitter van den raad. De raad zal op 31
Maart dobr den secretaris-generaal worded
geïnstalleerd.
Bolsjewistische verliezen hij het
Hmenmeer.
Naar het opperbevel der weermacht mee
deelt, hebben Duitsche infanteristen ten
Zuidoosten van het Hmènmeer den 23sten
Maart de gedeeltelijk door artillerie onder
steunde aanvallen der bolsjewisten afge
slagen. Alle aanvalspogingen stortten we
derom met zware, bloedige verliezen voor
de bolsjewiki ineen onder het Duitsche
spervuur en de bommen der Duitsche lucht
macht. Tot in den nacht toe herhaalden de
bolsjewisten hun vergeefsche aanvallen.
Nieuwe gereed gehouden troepen der bols
jewisten werden door artillerie en ge
vechtsvliegtuigen uiteengeslagen.
Formaties van de Duitsche luchtmacht
hebben in het gevechtsgebied van het II-
menmeer bolsjewistische stellingen en haar
den van verzet met bommen van allerlei
kaliber bestookt.
Duitsche jagers schoten in dit gedeelte
van het front tijdens luchtgevechten 11
vijandelijke toestellen neer. Twee andere
vliegtuigen werden op den grond vernield.
In het Donetsgebied zijn afzonderlijke
hevige aanvallen der bolsjewisten afgesla
gen. Daarbij kwam een Duitsche aanval
midden tusschen voor den aanval gereed
staande strijdkrachten terecht, die vernie
tigd werden.
Ook in het gebied ten Oosten van Char-
kof werden de bolsjewistische" aanvallen
afgeslagen. De bolsjewisten leden groote
bloedige verliezen.
38 DOODVONNISSEN IN MADRID.
Als gevolg van het sinds eenigen tgd te
Madrid (Spanje) loopende proces tegen een
groep communisten, zgn 38 doodvonnissen
geveld.