PROVINCIALE ZEEUWSCHE COURANT
DONDERDAG 12 FEBR. 1942
Japansche troepen dringen de stad
Singapore binnen.
De legerberichten van gisteren.
Nederlandsche Cultuurraad geïnstalleerd.
ABONNEMENTSPRIJS:
39 ct. per week of 2.42 per kwartaal
Franco per post 2.63 per kwartaal
Afzónderlijke nummers 5 cent
ADVERTENTIEPRIJS
Van 1—5 regels t 1-65. Iedere regel
meer 33 cent. Bij abonnement speciale
prijs. Kleine advertenties: van 15
regels 0.55. Iedere regel meer 11 ct.
(max. 8 regels). „Brieven, of adres
bureau van dit blad" 10 cent extra.
Dit nummer bestaat uit
4 bladzijden.
WAARIN OPGENOMEN DE MIDDELBURGSCHE, VLISSINGSCHE, GOESCHE EN BRESKENSCHE COURANT
UITGAVE DER FIRMA'S F. VAN DE VELDE JR. EN G. W. DEN BOER POSTREKENING 359300. PROVINCIALE ZEEUWSCHE COURANT, MIDDELBURG
Directie F. van de Velde, F. B. den Boer
185»t« JAARGANG NUMMER 36
Hoofdredacteur: J. C. Visser, Vlisaingen
De BUREAUX van de Provinciale
Zeeuwscha Courant rijn gevestigd t«
VLÏSSINGEN Redactie en Admlni-
atratle Walstr. 58-60. tel. 10 (2 lünen)
Redactie na kantoortijd telefoon 578
MIDDELBURG: Londensche Kaal 29
RedacGe telefoon 269, na kantoortijd
telefoon 825. Administratie telefoon 139
GOES: Red. en Administr. Turfkade
15. tel. 2863, na kantoortijd tel. 2475
OOSTBURG Redactie en Admini
stratie Breedestraat 45, telefoon 102
SOUBURG Kanaalstraat 45, tel. 35
BRESKENS: Dorpsstraat 35. tel. 21
AANGESLOTEN BIJ HET BUREAU VOOR P U B L I C I T E I T S W A A R D E, INGESTELD DOOR DE VEREENIGING „DE N E D E R L A N D 5 C H E DAGBLADPERS"
Het Japansche hoofdkwartier maakte
gisteravond bekend, dat de Japansche
troepen om 8 uur 30 de stad Singapore
rijn binnengedrongen. De verovering
van deze Britsche vlootbasls in Oost-
Azië viel samen met de herdenking
van de stichting van het. Japansche
keizerrijk, welke gisteren in Japan op
plechtige wijze is gevierd.
Het bericht van de bestorjning van. de
stad Singapore heeft op het geheele Ja
pansche volk een diepen indruk gemaakt
en groote geestdrift veroorzaakt.
In 52 uur hebben de Japansche troepen
Singapore veroverd. Na zeer zware aan
vallen werden de strijdkrachten van den
tegenstander ter sterkte van ongeveer
30.000 man van drie kanten ingesloten.
De belangrijkste gevechtshandelingen
hebben zich in het midden van het eiland
aan weerszijden van den weg, die van
Noord naar Zuid loopt, afgespeeld, in het
bijzonder op de Oostelijke heuvels in dit
gebied. Des morgens om zes uur had de
Japansche linkervleugel een plaats bereikt,
vanwaar de wegen naar Singapore worden
beheerscht. Te acht uur werd de stad be
stormd, waarbij op verschillende punten de
overwonnen Engelsche troepen gevangen
werden genomen.
In de vroege ochtenduren hadden de
Japansche troepen ook de Boekit Timak,
het hoogste punt van het eiland op slechts
9 k.m. afstand van de stad bestormd en
bezet. Met een ternauwernood onderbro
ken serie zware ontploffingen vlogen de
versterkingswerken, de petroleumtanks en
andere voor den oorlog belangrijke instal
laties in de lucht. De stad trilde van de
ontploffingen, waarvan moeilijk kon wor
den vastgesteld, of zij veroorzaakt waren
door de Britsche troepen of door onont-
ploffende granaten der Japansche artille
rie en bommen der Japansche vliegtuigen.
Engelschen, Australiërs, Voor-Indiërs en
Chineezen voerden in een bijtenden rook-
nevel een verbitterden strijd tegen een
steeds grooter overmacht. De Japansche
vliegtuigeh maakten het leven der ver
dedigers tot een hel.
De Japansche operaties te land werden
doeltreffend bijgestaan door Japansche
luchtstrijdkrachten, die een volledige supe
rioriteit in de lucht boven het eiland ver
worven. Tijdens de aanvallen van groote
formaties Japansche legervliegtuigen, die
den geheelen dag duurden, werden vijande
lijke oorlogsschepen bestookt. Een tweede
groep vliegtuigen bestookte het spoorweg
station nabij de handelshaven en richtte
er aanzienlijke schade aari.
De Japansche luchtmacht richtte haar
acties ook reeds tegen de verdedigings
installaties in en om de stad zelf en viel
tevens in scheervlucht de terugtrekkende
Britsche strijdkrachten met bommen aan.
HOE DE JAPANSCHE TROEPEN
SINGAPORE BINNENRUKTEN.
„In 52 uur hebben onze troepen Singa
pore veroverd", aldus meldde de vertegen
woordiger van Domei gisteravond uit de
stad Singapore. Met groote geestdrift door
braken1. de Japansche soldaten stelling na
stelling en dreven de vluchtende Engel
schen voor zich uit. Toen wij Woensdag
ochtend om zeven uur de eerste huizen van
Singapore aan den Westkant naderden,
laaide de vijandelijke tegenstand nog eens
op, doch werd direct gebroken. Onder
geestdriftig geroep drongen de Japanners
groepsgewijs de straten van Singapore bin
nen en begonnen onmiddellijk met de oprui
mingswerkzaamheden, geholpen door de
bewoners der stad. De Engelsche, Indische
en Austra.ische troepen werden ontwapend
en in groote groepen weggevoerd.
DE VEROVERING VAN, MARTABAN.
De verovering van de havenstad Marta-
ban in Birma, ging met hevige gevechten
gepaard.
Het mondingsgebied tusschen Moelmein
en Martaban over te steken was in zoo
verre onmogelijk, daar de rivier hier een
enorme breedte heeft. Daarom besloot de
Japansche legerleiding den stroom meer in
het Noorden over te steken, waar hij
slechts 700 meter breed ir
In den nacht van 8 op 9 Februari begon
nen de Japansche troepen de rivier over te
steken, ongeveer 20 km. ten Noorden van
Moelmein, een gevaarlijke onderneming,
daar de eerste stoottroepen niet alleen door
het woedende machinegeweervuur van den
vijand op den anderen oever ontvangen
werden, doch ook omdat de rivier hier ge
weldige draaikolken vormt, die des nachts
moeilijk te onderscheiden vallen. De over
gang werd pas mogelijk, toen de Japansche
artillerie met een felle beschieting van de
vijandelijke stellingen machinegeweren en
batterijen begon. Inmiddels bereikten de
Japanners op verschillende plaatsen den
vijandelijken oever en maakten na vernie
ling van de prikkeldraadversperring en na
hevige gevechten van man tegen man
eenige kleine brughoofden meester.
Zoo kon de vijand geleidelijk voor het
aanbreken van den dag uit alle oeverstel
lingen verdreven worden. In den loop van
den dag werden toen onder bescherming
van de luchtmacht troepenversterkingen en
vooral artillerie op den Westelijken oever
gebracht, die den vyand het vuur na aan
de schenen legden, en in Zuidelijke richting
naar Martaban opdrongen. Voor het ge
bied van de. stad. ontstond er nog een ver
woede strijd, die leidde tot de bijna volle
dige vernietiging van den vijand én tot de
inneming van de stad.
NIEUWE JAPANSCHE LANDINGEN
OP CELEBES.
Het legerbericht van Batavia maakt mel
ding van nieuwe landingen van Japansche
troepen in het. Zuidwesten van Celebes
nabij Balangnipa, Djeneponto en Baram-
bong in de nabijheid van Makassar.
QUISLING NAAR BERLIJN.
In politieke kringen te Berlijn demen
teert men niet, dat waarschijnlijk reeds
binnenkort een bezoek van den Noorschen
minister-president Vidkun Quisling, aan
Berlijn vernacht kan worden.
Dultschland strijdt voor Europa.
Het opperbevel der Duitsche weer
macht maakt bekend:
De gevechten in het Oosten gaan
bij afnemende vor§t voort.
Aan het Donets front heeft de
vjjand - sinds Dinsdag alleen al in
den sector van een Duitsch leger
corps verloren: 1639 gevangenen,
meer dan 7500 dooden, 8 tanks, 19
stukken geschut, 164 machinegewe
ren en granaatwerpers en omvangrijk
ander oorlogstuig.
Aan onze eigen aanvalssuccessen
in den Zuidelijken sector van het
Oostelyk front heeft een formatie
Roemeensche skiërs groot aandeel
gehad.
Bij Leningrad zijn nieuwe uitvals-
pogingen van den vijand in het af-
tveervuur van het Duitsche omsin
gelingsfront bezweken.
Aan de Zuidwestkust van Enge
land hebben gevechtsvliegtuigen
Dinsdagnacht met bommen twee
koopvaarders van 7000 ton in totaal
tot zinken gebracht. Een derde
groote vrachtboot werd waarschijn
lijk vernietigd, nog een schip be
schadigd. Andere gevechtsvliegtui
gen, die voor een gewapende ver
kenning waren vertrokken, plaatsten
in scheervlucht bomtreffers van
zwaar kaliber op een groote fabriek
aan de Oostkust van Schotland.
In Noord-Afrika zijn vrij krachtige
vex-kenningsstrydkrachten van den
vijand teruggeslagen. Stuka's en tor
pedovliegtuigen berokkenden den vij
and aanzienlijke verliezen aan rol
lend materieel. Ten Noordoosten van
Tobroek vertoonde een lichte Brit
sche kruiser na een bomaanval van
een Duitsch vliegtuig slagzij.
Een vrij beperkte formatie Britsche
bommenwerpers heeft Dinsdagnacht
woonwijken in het kustgebied van
Noordwest-Dixitschland aangevallen.
In de afweergevechten .der laatste
dagen heeft feldwebel Schmidt,
groepscommandant bij de eerste
compagnie van het 119de regiment
infanterie, zich door persoonlijke
dapperheid bijzonder ondei'scheiden.
HET ITALLAANSCHE.
Het Italiaansche weermachtbericht luidt:
Bedrijvigheid van patrouilles en artille
rievuur aan het front van Ain el Gazala.
Ten Oosten van Mekili mislukte een vij
andelijke uitval met steun van pantser
strijdkrachten als gevolg van de snelle
inmenging onzer tanks. Verscheiden aan-
vallén, doeltreffend gedaan door de lucht
macht, veroorzaakten branden en verwoes
tingen in den rug van den vijand. Drie
Engelsche jagers werden in den sti-yd
neergeschoten, een vierde door de lucht-
doelartillerïe.
Duitsche vliegtuigen hebben ook Dinsdag
militaire installaties op Malta herhaal
delijk gebombardeerd. Duitsche toestellen
haalden een convooi in. dat reeds door
Italiaansche torpedovliegtuigen was aange
vallen, en troffen herhaalde malen twee
groote koopvaarders en twee escortevaar
tuigen.
De Duitsche luchtmacht in actie.
Duitsche gevechtsvliegtuigen hebben
Dinsdagnacht bij gewapende verkenning
aan de Zuidwestkust van Engeland een
konvooi aangevallen. Twee lcoopvaardij-
sbhepen van tezamen 7000 brt. werden zoo
zwaar getroffen, dat zij weldra zonken.
Andere voltreffers beschadigden een vracht
schip van 8000 brt. zoo ernstig, dat zijn
vernietiging zeker is. Een koopvaarder van
3000 brt. kreeg eveneens ernstige bescha
diging. In duikvluchten werd aan de Schot-
sche grens een belangrijke chemische fa
briek met bommen bestookt. Voltreffers
veroorzaakten lievige ontploffingen in de
fabiieksinstallaties en er kon een zware
rookontwikkeling worden waargenomen.
Britsche kruiser getorpedeerd.
De Britsche kruiser, die zooals het Ita
liaansche weermachtsbericht van 10 Fe
bruari meldde, voor Mersa Matroeh door
Italiaansche luchtstrijdkrachten is getor
pedeerd, behoort, naar het agentschap
Stefani bericht, tot de „Cumberland"-
Klasse.
In Noord-Afrika hebben de tx-oepen der
spilmögendheden de laatste dagen weer
terrein gewonnen. Zij naderen nu de oude
grens tusschen Libyë en Egypte,
jij METJ8 Bo'r ■sroxrf».'.' 63"» ia ook öE*joes!
nu ïimh au «t. kouek
(PtlnMB-LiuiM
BEKENDMAKING.
Het bureau van den wèermachts-
bevelhebber in Nederland deelt mede:
„Een laffe overval door vier Ne
derlanders den tweeden Februari
1942 op een Duitschen soldaat ge
pleegd, waarbij deze laaghartig werd
doodgestoken, vond reeds denzelfden
dag door een Duitsche militaire
rechtbank zijn vergelding. Twee der
daders werden ter dood veroordeeld,
de beide anderen tot langdurige
tuchthuisstraffen. De doodvonnissen
werden door den kogel voltrokken.
Bovendien werd een communisti
sche agitator gefusilleerd, die even
eens door een Duitsche militaire
rechtbank ter dood veroordeeld was."
De gaslooze uren.
1. De opmerking, welke hier en daar
gemaakt wordt, dat men in de gaslooze
uren nog gas heeft, kan juist zijn, door
dat: t
a. in geen enkele fabriek het gas ge
heel wordt afgesloten, alleen wordt de
druk zoodanig verminderd, dat men het
gas practisch niet kan gebruiken. Er
moet steeds eenige druk blijven bestaan;
b. behalve die gebieden in Limburg en
Oost-Brabant, die gas van de Staatsmijnen
betrekken, hebben alle gasfabrieken de
verplichting den druk gedurende de gas
looze uren te verminderen, maar om be-
drijfstec.hnische rec'-.ien hebben enkele fa
brieken nog niet van den eersten dag af
dien druk verminderd;
c. het is niet bij alle fabrieken zoo,
dat de vermindering van den gasdruk ook
dadeljjk door ieder te merken is. Dit hangt
van plaatselijke omstandigheden af.
2. Het probeeren door het publiek
of men gas heeft is uiterst gevaarlijk.
Soms heeft men nog gedurende eenigen
tijd gas, waarna de gasvlam langzaam
uitgaat en men de kans loopt te vergeten
het kraantje dicht te draaien. Derhalve
moet ernstig gewaarschuwd worden tegen
het probeeren of men in de gaslooze uren
gas heeft.
3. Het publiek moet de volgende regels
in acht nemen:
a. eenige minuten vóór dat de gaslooze
uren intreden de kranen van alle huishou
delijke toestellen dicht draaien;
b. van de huishoudelijke toestellen eerst
dan de kranen weer openen, wanneer en
kele minuten na het eindigen van de gas
looze. uren verstreken zijn;
c. in geen geval uit gemakzucht of
angst de hoofdkraan afsluiten tijdens de
gaslooze uren.
Van het Oostelijk front.
In aansluiting op het legerbericht van
Woensdag verneemt het D.N.B., dat de
hevige gevechten aan het Oostelijke front
voortduren. Door het afnemen der vorst
wordt de strijd wat vergemakkelijkt, doch
hij brengt den aanvallenden bolsjewisten
nog steeds zware verliezen aan menschen
en materiaal. Steeds weer blijkt, dat de
strijdvaardigheid en de wapenen van den
Duitschen soldaat superieur zijn aan die
der bolsjewisten.
Over het algemeen, en afgezien van
zekere plaatselijke veranderingen, is de
toestand aan het Oostelijk front nog als
hij eind 1941 was. De bolsjewisten zijn
er niet in geslaagd, ook maar één der
belangrijke groote steden en vei-keers-
knooppunten te heroveren. Door het in den
strijd brengen van groote massa's men
schen hebben zij zware verliezen geleden.
In het Finsche legei-bexicht wordt onder
meer gezegd, dat de vijand bij mislukte
aanvallen in het Zuiden van het Oostelijke
front 300 man aan dooden heeft verloren.
Finsche vliegtuigen hebben iix denzelfden
sector 4 vijandelijke jagers neergeschoten.
ENGELSCHE WANDAAD
IN GRIEKENLAND.
Britsche vliegers hebben een vluchtelin
genkamp bij Athene aangevallen, dat kilo-
metex-s van ieder militair doel verwijderd
ligt. Ook de woningen der aldaar geves
tigde arme Grieksche bevolking werden
met bommen bestookt. Volgens de tot nog
toe ontvangen officieele Grieksche gege
vens werden 15 personen gedood, 16 zwaar
gewond en talrijke licht. Door de verwoes
ting van huizen zijn meer dan zestig ge-
Zinnen dakloos geworden.
Redevoeringen van den Rijkscommissaris en prof. Snijder.
Gistermiddag had de plechtige installa
tie plaats van den Nederlandsehen cultuur-
i-aad. Een uitgelezen gezelschap was in
Pulchri Studio vereenigd. Een groot aan
tal Duitsche en Nederlandsche autoriteiten
was bij de plechtigheid aanwezig, van
Duitsche zijde onder anderen de commis
saris-generaal voor bijzondere aangelegen
heden oberdienstleiter F. Schmidt, de com
missaris-generaal voor bestuur en justitie
staatssecretaris dr. di\ Wimmer, gezant
Otto Bene. de gevolmachtigde van den
Rijkscornmissaris voor Zuid-Holland Ritt-
meister dr. Schwebel, en de gevolmachtig
de van den Rijkscommissaris voor Utrecht,
Sommer. Van Nederlandsche zijde onder
anderep prof. dr. T. Goedewaagen, secre
taris-generaal van het departement van
volksvoorlichting en kunsten, prof. J. van
Dam. secretaris-generaal van het departe
ment van opvoeding, wetenschap en cul
tuurbescherming, en luitenant-generaal H.
A. Seyffardt.
De bijeenkomst werd opgeluisterd door
muziek van het Zepparoni-kwartet, dat
werken van Schaefer en Schubert ten ge-
hoore bracht.
De redevoeringen van den Rijkscommis
saris en van prof. Snijder werden met
grooten bijval ontvangen.
Na afloop was er een ontvangst in de
zalen van Pulchri Studio.
Aan de rede van den Rijkscommissaris
ontleenen wij het volgende
Wij zijn hier bijeengekomen, om op
plechtige wijze den Nederlandsehen cul
tuurraad in te wijden. Onder de overstel
pende, de geheele wereld beroerende ge
beurtenissen, is de instelling van den Ne
derlandsehen eultuunaad toch geen onbe-
teekenende toevalligheid of een bestuurs
maatregel zonder meer als zoovele andere.
Ik geloof veeleer door dezen maatregel
aan een noodzaak tegemoet te komen,
«welke evenzeer voortvloeit uit den tegen-
woord igen toestand van het Nederland
sche volk, als uit mijn taak als vertegen
woordiger van het Duitsche rijk in dit
land. Deze geeft mij aanleiding tot prin-
cipieele uiteenzettingen, want de noodza
kelijkheid van dezen maatregel kan uit
sluitend begrepen worden, wanneer de
functie van de cultuur niet slechts in het
openbare .leven, maar in het leven in het
algemeen, in het worden en werken eener
gemeenschap ons duidelijk is geworden.
Ik wil hier geen verhandeling houden
over al die theoretische vragen en opvat
tingen, welke voor de nieuwe werkelijk
heid, waarin wjj ons bevinden, haar betee-
kenis verloren hebben.
Niet slechts de resultaten van de weten
schap en het ondex-zoek, maar in de eerste
plaats onze eigen persoonlijke belevenis
sen, voornamelijk in den oorlog, waar men
zijn bestaan onmiddellijk tot op den diep-
sten en elementairsten oorsprong xxxoet
terugbrengen, om „überhaupt" te kunnen
bestaan, en ons politiek doorleven van de
zen historlschen tijd, waarin wij hande
lend, werkend en leidend stonden en
staan, hebben ons geleerd wereld en leven
anders en nieuw te zien. Het was als een
wonder en inderdaad, het was een open
baring de openbaring der gemeenschap
als het oorspronkelijk element van ons le
ven. Wij hadden in den nood de kameraad
schap beleefd en vonden daarin de ge
meenschap, totdat wij uit de idee en uit
de wex-kelijkheid van de volksgemeenschap
eindelijk de kracht putten, waardoor wij
weer gezond en machtig werden en dat
niet slechts in politieken zin.
In het bjjzonder werden wij weer mach
tig in onze cultuur. Hier niet minder als
op politiek gebied kunnen wij de verande
ring, welke zich in tien jaar voltrok keu
heeft en zich verder voltrekt, nauwelijks
begrijpen. De oorzaak ligt uitsluitend hier
in, dat de cultuur in al hare uitingen en
vormen, in plaats van zich los te maken
uit het gemeenschappelijk lot, weer daarin
betrokken werd en dat de cultuurschep
pende en cultuurdragende mensch van zijn
eenzaamheid bevrijd weer aan de ge
meenschap van zijn volk werd gebonden.
Het belangrijkste principe van onze cul
tuuropvatting is, dat elke echte cultuur-
prestatie slechts uit den grond en uit het
leven van het volk kan voortkomen en dat
zij daarom ook aan dit volk weer verplich
tingen heeft, dat dus de cultuur haar oor
sprong eVenals haar taak altijd vindt in
den dienst aan het leven van het volk
Evenmin als de cultuur als geheel uit cleze
samenhang kan worden losgemaakt zonder
ziek te worden, evenmin kan zich de
scheppende enkeling, die cultureele pres
taties volbrengt, aan de banden van zijn
gemeenschap onttrekken. Cultuur is niets
anders dan de gezamenlijke uitdrukking
der scheppende krachten, die in een volk
leven en door den scheppenden enkeling
naar voren worden gebracht en georuikt
onx het bestaan zyn vorm te geven.
Deze omschrijving is eensdeels zeer
x-uim, aangezien zij ook alles omvat, wat
wij heden in het algemeen niet meer on
middellijk tot het gebied der cultuur reke
nen, zooals de krijgskunde, de staatkunde
en de landbouwkundige of zuiver techni
sche prestaties, daar elke bewust© vor
ming van het zijn door den mensch cul
tuur in den ruimsten zin van het woord
is. Anderzijds gaat deze omschrijving ook
niet diep genoeg, want het volkseigene
zelf als de voedingsbodem van elke cul
tuur, is reeds een byzondere uitdrukking
van het samenwerken der machten van het
bloed, dus van de soort en het ras, en van
den bodem, derhalve van de ruimte en het
landschap, waarin een bepaald ras bepaal
ds vormen van. de in haar levende werke-
lijkheid uitgedrukt heeft, welke in al haar
veelvuldigheid en verscheidenheid voor al
tijd en onverbrekelijk uit den eersten oor
sprong van het ras zyn gesproten eix
slechts daardoor in leven blijven. Waar
deze samenhang verloren gaat of over*
heerscht wordt door invloeden van vreemd
soortige, derhalve rassisch vreemde levens
wetten, daar wordt de echte, nl. nog met
haar oorsprong verbonden cultuur ziek en
het geheele volksche leven wordt aange
tast.
Aan dit gevaar is het Griekendom be
zweken, kort nadat het zijn hoogste cultu
reele prestaties verricht had, en dezelfde
wortel heeft de ziekte, waaraan Europa
bijkans sedert eeuwen lijdt en welke het
avondland tot ontbinding dreigde te bren
gen, totdat men ze door het leeren kennen
van haar oorsprong, heeft kunnen over
winnen. Naar mate wij de gemeenschap
als den oorsprong van ons leven hebben
teruggevonden, ontvangen wij ook haar
kracht en sterkte-
Deze ontwikkelingsgang moet en zal
zich krachtens een reeds heden duidelijk
zichtbare levende en historische wetmatig
heid in het geheele gebied van ons door
het Noorsch-Germaansche element bepaal
de ras voltrekken, over waar de wil
tot gezondworden en tot het nieuwe leven
nog werkzaam is. Deze terugkeer tot on
zen oorsprong beteekent in verhouding tot
ons recent verleden der laatste eeuwen 'een
ommekeer van ontzaggelijken omvang, een
werkelijk totale revolutie, daar voor haar
geen gebied afgesloten kan blijven. Het is
een kenmerk van deze revolutie, dat zrj
alles moet vernietigen en afbreken, wat
als het ware als een verstarde korst de
bronnen van ons gezonde leven afsloot en
bijna deed uitdrogen, om juist daardoor
deze bronnen weer te doen vloeien. In
dezen zin heeft deze revolutie in haar diep-
sten kern een behoudend, conservatief ka
rakter.
Deze ontwikkelingsgang voltrekt zich
volgens de wet der gemeenschap, want
deze alleen sluit de grootste mogelijkheden
in, maar brengt ook de hoogste verplich
ting met zich mede, nl., dat er geen han
delen en werkzaamheid bestaan kunnen
buiten de geraenschap en op een andere
wijze als voor deze. Het doorbreken van
deze -wet kan niet van heden op morgen
plaats vinden. Groote dingen moeten
groeien en rijpen' en hoe vaster wij van
dit groeien en rijpen overtuigd zijn, des te
geduldiger mogen wij de vruchten afwach
ten. Weliswaar ontheft ons dit niet van
de verantwoording en de verplichting, zelf
dit groeiproces mee te maken, het te be
vorderen en te hoeden.
Het was absoluut niet altijd zoo vanzelf
sprekend, als het ons heden misschien toe
schijnt, dat de staat zich zelf een cul
tureele taak oplegt en dat hjj zich, onaf
hankelijk daax-van, de bevordering en de
verzorging van het cultureele leven tot
taak stelt.
Dragers van het cxiltuurleven waren lan
gen tijd bijna uitsluitend de kloosters als
mede de adel en latei' de burgerij. Het
iyk had in 't geheel geen directen invloed
op de ontwikkeling, en indirect slechts in
zooverre, als kerk en standen leden vast
het rtjk waren. Daarmede hangt het sa
men, dat wij in den overvloed 'en in den
onmetelijken xijkdom der cultuurgoederen
en gedenkteekenen der vroegere eeuwen
nauwelijks getuigenissen eener echte rijks-
cultuur bezitten. Deze omstandigheid is
van groote beteekenis, want zij kenmerkt
in het algemeen den vorm van dat rijk,
dat weliswaar als de idee van een orde
ning van het avondland groote bindende
kracht bezat, maar niet tot de gestalte
van een verplichtende en beslissende wer
kelijkheid kon komen. Met deze menschet-
zing wordt de heden voor ons allen zicht-
bare cultureele taak van den staat aan
gegeven. De absolutistische, zuivex-e politie-
en ambtenarenstaat gaf in cultureele aan
gelegenheden slechts in zooverre van ne
gatief interesse blijk, dat deze geen ver
storing van de rust en de orde mochten
teweeg brengen. De bemoeiingen van den
humanistischen welvaartsstaat, om den
staatsburger Zooveel cultuurgoederen toe
te kennen 'en toe te meten als noodig is
voor de instandhouding van zyn tevreden
heid van zijn levensstandaard, kan nog
niet als cultureele taak van dezen staat
beschouwd worden. Een veel verder gaande
verplichting jegens de cultuur als de
scheppende levensuitingen van het volk
heeft echter de staat, die als inhoud en
doel de organische vorming der volksge
meenschap nastreeft, slechts vanuit het
wezen van dezen staat kunnen wy ook
zijn cultureele taak begrijpen. De staat is
de vorm, die de natie zich geeft, om zich
zelf tot de hoogste macht en de in haar
sluimerende krachten tot de gxootste
vruchtbaarheid en tot een welgeordende
inzet voor het gemeenschappelijk welzijn
te brengen.
Ter voorkoming van misverstand wordt
er nogmaals de aandacht op gevestigd,
dat ik hier het begrip staat niet in de
beteekenis van het bestuursapparaat ge
bruik, dat voor het goed functionneeren
van het openbare leven en voor het be
waren van het evenwicht tusschen de
hierin werkzame onderling verscheidene
klachten en spanningen noodzakelijk is.
Staat beteekent veel meer de eenheid tus
schen de beweging als draagster van den
politieken wil in het volk en het bestuurs
apparaat als het instrument, dat dezen
wil uitvoert, om de volksgemeenschap tot
werkelijkheid te doen worden.
(Wordt vervolgd^