PROVINCIALE ZEEUWSCHE COUDAHT Portugal en de overval op Timor. &BONNEMENTSPRI JS i 19 ct. per week of 2.42 per kwartaal Franco per post 2.63 per kwartaal Afzonderlijke nummers 5 cent ADVERTENTIEPRIJS: Van 1—5 regels 1.65. Iedere regel meer 33 cent. Bij abonnement speciale prijs. Kleine advertenties: van 15 regels 0.55. Iedere regel meer 11 ct. (max. 8 regels); „Brieven, of adres bureau van dit blad" 10 cent extra. Dit nummer bestaat uit 6 bladzijden WAARIN OPGENOMEN DE MIDDELBURGSCHE, VLISSINGSCHE, GOESCHE EN BRESKENSCHE tOURANT UITGAVE DER FIRMA'S F. VAN DE VELDE JR. EN G. W. DÈN BOER POSTREKENING 359300, PROVINCIALE ZEEUWSCHE COURANT. MIDDELBURG DirectieF. van de Velde, F. B. den Boer MAANDAG 22 DEC. 1941 184ste JAARGANG. NUMMER 300 Hoofdredacteur,J. C. Visser, Vlissingen GESLOTEN BIJ HET BUREAU VOOR P U B L I C I T E I T S W A A R D E. INGESTELD DOOR DE VEREENIGING „DE NED^RIANDSCHE DAG Do BUREAUX van da Provinciale Zeeuwsche' Courant zijn gevestigd te VLISSINGEN Redactie en Admini stratie Walstr. 58-60. teL 10 (2 lijnen) Redactie na kantoortijd telefoon 578 MIDDELBURG: Londensche Kaal 29 Redactie telefoon 269, na kantoortijd telefoon 825, Administratie telefoon 139 GOES: Red. en Administr. Turfkade 15, tel. 2863, na kantoortijd tel. 2475 OOSTBURG Redactie en Admini stratie Breedestraat 45, telefoon 102 SOUBURG Kanaalstraat 45, tel. 35 BRESKENS: Dorpsstraat 35, tel. 21 Minister-president Salazar onthult den achtergrond. Het D.N.B. meldt uit Lissabori De Portugeesche Landdag is Vrijdag middag in een buitengewone zitting bij eengekomen. Het Huis was tot op de laat ste plaats bezet. In de diplomatenloge wa ren de vertegenwoordigers der buitenland- sche mogendheden aanwezig. Voor het paleis waren de patriottische organisaties en een duizendkoppige menigte bijeenge stroomd om de rede van den minister president, die door middel van luidsprekers werd uitgezonden, te hooren. Toen dr. Sa- lazar de zaal betrad, werd hij begroet met een eindeloos applaus van den kant van de regeeringsleden en afgevaardigden. In zyn rede verklaarde Salazar dat hg èen uiteenzetting wilde geven van de fei ten. Woensdagochtend, zoo verklaarde hij, is een troepenmacht, naar het schijnt Australiërs, en onder I^ritsch bevel staande Nederlandsch-Indische' strijdkrachten, in "Dili geland op Portugeesch Timor om den voor te wenden reden, de kolonie te zullen beschermen tegen een voor de deur staan- den Japanschen aanval. Stilzwijgend passeer ik de campagne. aldus Salazar die voor eenige weken in een zeker deel van de wereldpers is ingezet ten aanzien van Timor en de bezorgdheid betreffende de Portugeesche koloniale po litiek, een campagne, die schommelt tus- schen geïnteresseerdheid en belachelijkheid en waarin eiscaen betreffende niet ver leende monopolies en de schrik voor de Ja- pansche „infiltratie", die bestaat uit veer tien Japansche onderdanen,' een rol speel den, v engeiAnd stelde vragen. Op 14 November stelde het Foreign Office de Portugeesche regeering de volgende drie vnagen a. Welke houding neemt Portugal aan in geval van een Japanschen aan val op Timor? b. Is de Portugeesche regeering be reid onder deze vooronderstelling de Britsche hulp te aanvaarden? c. Zoo ja, zou het niet gunstig zijn een plan uit te werken voor een ge meenschappelijke actie? Het was onze overtuiging, zoo ging Sa lazar voort, dat een Japansche aanval op de Portugeesche bezitting Timor als on waarschijnlijk moest worden beschouwd, niet alleen omdat onze vriendschappelijke betrekkingen met het Japansche rijk dit in den weg stonden, maar ook, omdat daar voor geen strategische motieven aanwezig waren. Om Australië aan te vallen had Japan Portugeesch Timor niet noodig. In ieder geval, ten einde alle eventualiteiten te voorkomen, en gezien de Engelsche alliantie, draalde de regeering niet het volgende antwoord te geven PORTUGAL'S ANTWOORD. a. De Portugeesche regeering zou evenals bij welken anderen aanval ook op gebieden van het moederland of van de koloniën door welken agressor ook, met de wapens in de hand weer stand bieden aan een eventueelen Ja panschen "aanval op Timor. b. In haar voornemen om weerstand te bieden aanvaardt de regeering niet alleen de Britsche hulp, zy hoopt ook, dat volgens den tekst der bondgenoot schapsverdragen, Engeland haar by de verdediging der kolonie ondersteunt temeer, daar Japan geen reden heeft voor een aanval op Portugal en in geval een dusdanige aanval onderno men mocht vjorden, dit slechts een gevolg zou kunnen zyn van ónze po sitie als bondgenoot van Engeland of een middel voor een lateren aanval op posities .van het Britsche rijk. c. De regeering acht een gedachten- wisseling en de bestudeering van' een of ander plan van actie gunstig. Op 2 December heeft de Britsche regee ring met voldoening kennis genomen van ons 'antwoord en medegedeeld dat zrj het geval aan de Australische regeering had voorgelegd en dat deze het bericht van de houding der Portugeesche regeering even-y eens met voldoening had vernomen. Het voorstel werd gedaan dat een Portugeesch officier naar Singapore zou worden ge zonde i, 'ten einde daar te zamen met En- v gelsche en Au.tralische vertegenwoordi gers te beraadslagen over de bijzonderhe den, waartoe het opperbevel in Oost-Azië moest overgaan. Bovendien achtte men het doelmatig, dat een vertegenwoordiger der Nederlandsch-Indische regeering zou deelnemen aan de beraadslagingen, in ge val de Portugeesche regeering zich daar mede accoord verklaarde. Op 5 December kreeg de ambassadeur van Portugal in Londen de volmacht mede te deelen, dat de Portugèesche regeering er geen bezwaar tegen hac een officier naar Singapore te zenden om „met de ver tegenwoordigers van het Britsche opper bevel de kwestie te bespreken van de ver dediging van Timor in geval van een Ja panschen aanval op die kolonie". Wat den Nederlandsch-Indische vertegenwoordiger betrof, leek het ons niet raadzaam, dat een dergelijk officier zou deelnemen aan onze besprekingen aangezien de tegenwoor dige alliantie tusschen het Britsche rijk en de Nederlandsche instanties in Londen, geen betrekking heeft op Portugal. De Portugeesche officier kreeg echter instruc- ties om zich in verbinding te stellen met den vertegenwoordiger van Nederlandsch- Indië en met hem de eventualiteiten te be spreken, die betrekking konden hebben op het Nederlandsche deel van Timor en de daaruit voortvloeiende gevolgen voor Por tugeesch Timor. ned. indische stappen. Op 8 December sprak_ een vertegenwoor diger van Nederlandsch-Indië jegens de Portugeesche regeering over haar besluit zijn erkentelijkheid uit. Tegelijkertijd vroeg hij of de Portugeesche regeering bereid was in geval van een aanval op Portu geesch Timor, de hulp te aanvaarden van Ned.-Indische en Australische troepen, die op het Nederlandsche deel van het eiland waren geconcentreerd. Deze vraag kon niet terstond beantwoord worden, aangezien zy in de eerste plaats vooruit liep op de on derhandelingen, die zouden gaan beginnen in Singapore,' en t£n tweede omdat men niet wist, of de door de Britsche regeering toegezegde hulp ten uitvoer zou worden gelegd door die dan wel door andere troe pen. De hypothese aannemende, dat by een te snellen aanval de besprekingen in Sin gapore niet meer tot stand zouden komen, zouden- besprekingen met de locale auto riteiten noodzakelijk zijn geworden. Wij hadden het voornemen deze hulp te aan vaarden in geval bij een plotselingen aan val het verkrijgén vari een andere Engel sche hulp niet meer mogelijk zou zgn ge weest. De Engelsche regeering werd in kennis gesteld van deze stappen en van de houding der Portugeesche regeering. De Engelsche regeering was niet op de hoogte van de Ned.-Indische stappen. De Engel sche regeering had waardeering voor de houding der Portugeesche regeering en erkende de mogelijkheid, dat in geval van ■^en plotselingen aanval op Timor, vérdere Britsche strijdkrachten uit Oost-Azië niet zouden kunnen worden ontboden. De En gelsche regeering bood nu de Pórtugeesche regeering, gezienhaar plichten als bond genoot, de hulp aan van Ned.-Indische en Australische troepen, die op' het Neder landsche deel van het eiland Timor waren geconcentreerd. Inderdaad heeft het Foreign Office te Londen op 11 December en de Britsche ambassadeur te Lissabon op 12 December officieel medegedeeld, dat de Britsche hulp ter verdediging van Timor ingeval van een plotselingen aanval verleend zou wor den door Australische en Ned.-Indische troepen, die zich terstond weer zouden te rugtrekken, wanneer zij niét meer noodig zouden zijn. Er werd derhalve verzocht den gouverneur van Timor instructies te geven om rich te verstaan met, de locale autori teiten en om een zoodanige hulp te zoeken dan wel te aanvaarden zonder tevo ren instructies uit Lissabon te moeten vragen, wanneer zich een plotselinge over val mocht voordoen. De régeering zegde toe terstond in den gewenschten zin bevelen aan Timor te geven, maar aangezien by de bespre kingen te Londen een niet geheel dui delijk woord was gevallen, werd de Portugeesche ambassadeur aldaar ge- instrueerd, geen twijfel te moeten laten opkomen over de kwestie, dat een samenwerking met bultenlandsche troepen alleen in aanmerking zou ko men in geval van een werkelyken aan val en dat deze samenwerking geen preventief karakter kon hebben, zoo als men wellicht in Londen wenschte. Toen Londen er va^i ih kennis werd ge steld, dat de Portugeesche regeering in structies aan Timor had gegeven, werd den Portugeeschen ambassadeur medegedeeld, dat eveneens bevel was gezonden aan het commando der Australische troepen om zich in verbinding te stellen met den gou verneur van -Timor. De instructies, die op 12 December aan Timor waren gegeven, wezen d,en gouverneur er op dat hij zich moest wenden tot den gouverneur van Ned. Indië om de hulpverleening der Australi sche en Ned.-Indische troepen te bespre-' ken. De gouverneur gaf bevel zich strikt te houden aan de volgende beginselen beginselen voor de hulpverleening. a. De voorgenomen hulp is die, welke de Britsche regeering ons krachtens de bond genootschapsverdragen moet verleenen en die deze r3geering verleent door middel van Australische en Ned.-Indische troepen onder Engelsch opperbevel. b. De aan te nemen hypothese is alleen den Japanschen aanval op Timor. De over- eenskomst kan niet worden uitgevoerd zoo lang het slechts gaat om meer of minder gemotiveerde bedreigingen en bezorgdhe den. c. De samenwerking berust niet op wederkeerigheid, uitgezonderd het geval, ons territorium reeds onze neutraliteit 4 Portug. .minister-president 3 dat wij door een Japanschen aanval op ons territorium reeds onze neutraliteit hebben verloren. d. De hulptroepen trekken zich terstond weer terug, wanneer hun aanwezigheid niet meer noodzakelijk is. e. Men mag niet uit het oog verliezen, dat de aanval op Portugeesch Timor niet islèchts zou kunnen geschieden om rede nen, die Portugal en Japan rechtstreeks betreffen, maar op grond van het feit van ons bondgenootschap met Engeland en onze ligging ten aanzien van Australië. f. Wanneer het beginsel ook is onze ge bieden in geval van een aanval te ver dedigen, moet toch rekening gehoudeh worden met het belang, dat de verdediging heeft voor de belangen van het Britsche ryk. PORTUGEESCH LUCHTRUIM GESCHONDEN. Intusschen hebben Australische vlieg tuigen op 3, 11 en 12 December verschei dene malen gevlogen over Timor en in het bijzonder over-Dili, een nie.t te rechtvaar dige schending van ons gebied en een duidelijk gevaar voor de Portugeesche neu- tralitéit. In Londen is het noodige protest ingediend en uitdrukking gegeven aan de hoop, dat deze tartende vluchten, zouden ophouden. Op 15 December in den loop van den avond werd tenslotte den. Portugeeschen ambassadeur in Londen een nota overhan digd, waarin de Engelsche regeering ver klaarde, „met het oog op de oude allianties het Portugeesche Timor een onmiddellijke hulp aan te bieden en deze te organiseeren "met behulp van haar Australischen bond genoot en Nederlandsch-Indische strijd krachten". Wanneer de Portugeesche re geering dit aanbod aannam (zoo werd in de nota gezegd), stelde de Britsche regee ring voor terstond den gouverneur van Timor uit te noodigen de „Engelsche hulp" in den aangegeven vorm te vragen. Des ondanks bleef de uitnoodiging voor een be spreking in Singapore gehandhaafd. Den volgenden dag, 16 December des middags, stelde de Engelsche ambassadeur het Portugeesche minis terie van buitenlandsche zaken er van in kennis, dat „met den Portugeeschen gouverneur op Timor voor den volgen den morgen een bespreking is vast gesteld". Aan den Nederlandschen kant van het eiland naderden echter reeds troepenformaties de stad Dili, ten einde een vijandelijke landing te verhinderen, waarvan beweerd werd, dat zij op handen was. De kwestie werd toen nogmaals zeer duidelijk besproken, opdat de Engelsche ambassadeur er geen twijfel over zou kun nen hebben, dat men buiten de aangegane onderhandelingen om ging, want de En gelsche ambassadeur had verwezen naar een andere hypothese dan die eener agres sie en de Portugeesche regeering had als uitdrukkelijke basis der hulpverleening ge varen of, verwachtingen beschouwd, die door de feiten nog geenszins bevestigd werden. De instructies vari den gouver neur waren duidelijk en waren ook niet ge wijzigd. De gevraagde bespreking: echter zouden wij niet van de hand wijzen. In dezen zin werden bevelen aan Timor ge geven. - Gezien de houding der Portugeesche re geering kwam de Engelsche ambassadeur er niet toe een ontwerp van een gemeen schappelijke verklaring der beide regeerin gen over de troepenlanding voor te leg gen. De Ned.-Indische vertegenwoordiger deed denzelfden dag soortgelijke stappen. Dit zijn paralellen met de bespreking met den Portugeeschen ambassadeur op het- Foreign Office. Ook daar verwees men naar de snelle ontwikkeling der gebeurte nissen naar het ingrypen der troepen, naar het ontwerp voor een aan de dagbladen te zenden nota, waaronder men een verdrag met de Portugeesche regeering verstond, dat in dezen tekst echter onmogelijk was. De argumenteering van onzen ambassa deur werd niet afgewezen maar de onder staatssecretaris gaf uitdrukking aan de „vrees, dat de actie reeds ten uitvoer was gelegd". Op 17 December des ochtends handhaafde de Britsche ambassadeur in 'n nieuwe conferentie de vorige argumentee ring, volgens welke een samenwerking met de Australische en Ned.-Indische troepen reeds bij een loutere bedreiging moest ge schieden op de wijze, waarop zij door de Ned.-Indische autoriteiten op Timor werd geïnterpreteerd. Deze discussie "kon echter niet worden voortgezet, aangezien zij een stand van zaken veronderstelde, die voor de Portugeesche regeering onmogelijk was de troepenlanding tegen den wil van de rege.rmg op grond van de veronderstel ling van gevaren, die niet bewezen waren en zich ook niet af teekenden. Op hetzelfde oogenblik, waarop de Britsche ambassadeur in Lissabon nog trachtte de Portugeesche regeering te overreden haar toestemming te géven tot een optreden van vreemde troepen, niet alleen in geval van een aanval op de Portugeesche souvereiniteit, maar ook in geval van een slechts vermoede bedreiging, werden reeds in Timor de aangekondigde „beschermingstroepen" ontscheept. Het onderhoud, dat men voor dezen ochtend met den gouverneur had aange vraagd, was riiet bestemd voor onderhanr delingen, maar had alleen ten doel hem uit te noodigen de landing te veroorloven. De gouverneur hield zich aan zgn in structies en yeigerde toestemming te ge ven tot de landing, waaraan hg echter met de bescheiden strijdkrachten en gezien de overrompelende ontwikkeling geen weer stand kon bieden. Dit zijn de laatste officieele berichten van Timor. De gouverneur heeft zgn »be- velear ten uitvoer gelegd en telegrafisch protest ingediend bij den Australischen minister-president en den gouverneur-ge neraal van Ned. Indië. In de kolonie heerscht rust. De gelande troepen zelf hadden, naar het schijnt, de onjuiste overtuiging, dat zij optraden met de toestemming van de Por tugeesche régeering en in haar belang. De regeering trachtte terstond de feiten op te helderen. De verklaringen en gevoelens der Britsche en Ned.-Indische regeeringen jegens de Portugeesche kunnen helaas niets veranderen aan den toestand. De aangelegenheid is nog niet ten einde. De regeering zal het land van de gebeurte nissen in kennis stellen, wanneer zij dit noodig acht. Intusschen gaat zij verder Winterhulp-Nederland komt te hulp. De Kerstgaven in den vorm van waardebonnen brengen een lach in vele gezinnen en worden met vreugde begroèt Polvgoon-Noske Ir. Damme treedt af als dir.-generaal der posterijen. Ir. VAN DE VEGTE ZIJN OPVOLGER. Het rijkscommissariaat maakt bekend De secretaris-generaal van het departe ment van binnenlandsche zaken heeft den directeur-generaal der Nederlandsche pos terijen dr. ir. M. H. Damme bij het berei ken van de leeftijdsgrens met ingang van 31 December 1941 eervol ontslag verleend en op pensioen gesteld. In zijn plaats heeft de Rijkscommissaris voor het bezette Ne derlandsche gebied op grond van par. 3 van zijn verordening no./108/40 (vierde verordening betreffende bijzondere be stuursrechtelijke maatregelen) den raad adviseur ir. W. L. Z. van der Vegte te Den Haag met ingang van 1 Januari 1942 tot directeur-generaal der Nederlandsche posterijen benoemd. Dr. C. C. A. Croin voorzitter van de Nederlandsche Artsenkamer. Het -rijkscommissariaat maakt bekend De Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied heeft op grond van par. 1 van zijn verordening no. 227/41 (vijfde verordening waardoor de verorde ning no. 108/40 wordt aangevuld) den spe cialist voor blaas- en nierziekten, dr. C. C. A. Groin in den Haag benoemd tot voor zitter van de Nederlandsche artsenkamer. Voorts heeft de Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied op grond van par. 3 van zijn verordening no. 108/40 (vierde verordening betreffende bijzondere bestuursrechtelijke maatregelen) den di recteur van den medischeri dienst van „centraal beheer" dr. S. Taconis in Laren benoemd tot plaatsvervanger van den voor zitter der Nederlandsche artsenkamer en den vrouwenarts dr. P. Klumper in Rotter dam tot plaatsvervanger van de leider der vereeniging van ziekenfondsartsen in Ne derland. Eden in Moskou? Het A.N.P. meldt uit Lissabon Volgens een bericht van de Columbia Broadctsting System bevindt zich de Britsche minister van buitenlandsche zaken. Eden, op het oogenblik in Moskou, waarhij militaire be sprekingen zou voeren. Het bericht is echter nóg niet bevestigd. met haar onderzoek en haar voorbereidin gen om het garnizoen van Timor te ver sterken ten einde, voor zooyer het van oris afhangt, de rust in dat gebied in stand te houden, dat thans rechtstreeks is bloot gesteld aan de verwarringen van den oorlog. Ik wilde, zoo besloot Salazar, slechts de nuchtere reeks van feiten geven en heb mij er van onthouden daar ook maar het ge ringste commentaar aan toe te voegen. Ik zou echter nog twee punten willen noe men, waarvan het eene ons betreft, 'terwijl het tweede betrekking heeft op anderen. De regeering heeft het zuivere geweten, dat Ij met trouw en ernst, zelfs met ijvét, gehandeld heeft voor de belangen van an deren, nauwkeurig kennis dragende van de bondgenootschapsplichten én de rechten der natie. Terecht verwachtte zij behan deld te worden in den vorm, waarin zij de aangelegenheden, vooral de onderhandelin gen met de Britsche regeering, heeft be handeld. Wat ons, kleinen en zwakken vol ken, niet' veroorloofd is, is ook den regee ringen niet. veroorloofd, die 'de groote im peria regeeren. Het is hun niet veroor loofd, de kalmte te verliezen, die vereischt is om diénsten van onrecht te onderschei den. En op grond van het vertrouwen op deh moed hunner soldaten mogen zij ook niet een streven met overijldheid verwis selen. Het eerste zou er toe geleid hebben te waken over het recht van anderen, het tweede heeft er toe "geleid het gebied van een neutraal land en bovendien van een- vriend en bondgenoot, ohgemotiveerd te bezetten. OP BON „08HK" ALLEEN TURF. .Zijn geldigheidsduur verlengd, tot 30 April 1942. De secretaris-generaal van het departe ment van handel, riijverheid en scheepvaart maakt bekend, dat, teneinde de gelegenheid tot het betrekken van turf op bon „08 HK" 'van de brandstoffenkaart K uit te breiden, de geldigheidsduur van dezen bon is ver lengd van 31 December 1941 tot en met 30 April 1942. Zooals bekend, geeft de bon „08 HK" van de brandstoffenkaart K, wel ke is uitgereikt aan verbruikers die hun huis met haarden en kachels verwarmen en wier woning vijf of meer vertrekken bevat, recht op het koopen Van hetzij 195 kg persturf (300 stuks), hetzij 200 kg bagger- turf (450 stuks), hetzij 275'kg uit de Peel afkomstige turf, hetzij 200 kg ovérige soor ten turf. Zooals destijds werd medegedeeld, lag het in de bedoeling, de bonnen 5 tot en met 8 van de brandstoffenkaart, welke aanvan kelijk voor het verkrijgen van turf werden geldig verklaard, op een later tijdstip ook geldig te verklaren voor andere vaste - brandstoffen. Dit is ten aanzien van de nummers 5 tot en met 7 ook inderdaad ge schied, doch bezitters van een K kaart, welke er niet toe waren overgegaan op de nummers 5 tot en met 8 turf te koopen, vroegen zich toen af, of bon 08, welke be schikbaar bleef voor het koopen van turf, te zijner tijd ook geldig zou worden ver klaard voor het koopen van andere vaste brandstoffen. Tegen den oorspronkelijken opzet, Is men er thans toe moeten besluiten, dezen bon niet geldig te verklaren voor het koopen van andere vaste brandstoffen dan turf. Zij, die daarom nog in het bezit van bon „08 HK" mochten zijn, dienen dus thans te trachten op dezen bon alsnog turf .te ver krijgen. Teneinde hun daartoe ruim gele genheid te geven, i^'de geldigheidsduur van dezen bon verlengd tot 30 April 1942. De verbruikers zullen er echter rekening mee moeten houden, dat de voorradige hoeveel heid turf beperkt is en dat bovendien in de eerste plaats de turf verkrijgbaar moet wórden gesteld in die streken, waar deze brandstof altijd een belangrijke plaats heeft ingenomen. Het is niet mogelgk gebleken, bijzondere maatregelen te nemen om turf beschikbaar te stellen in die gebieden, waar zij in nor male tijden niet of in kleine hoeveelheid werd afgezet. .Wlnterartikelen voor Dultsche soldaten aan het Oostfront. REDE VAN DR. GOEBBELS. Rijksminister dr. Goebbels heeft Zater dag over de Duitsche radio een oproep ge richt tot het Duitsche volk, waarin hij in opdracht van-den Führer opwekte tot een grootsche inzameling van winterartikelen voor de Duitsche soldaten aan het Ooste lijke-front. Deze inzameling zal gehouden worden van 27 December tot 4 Januari. Dr. Goebbels noemde deze inzameling het kerstgeschenk van het Duitsche volk aan de strijdende soldaten van het Ooste lijke front. De inzameling ls gedacht als een aanvullende hulpverleening. De minister wees er op, dat zich in het vaderland nog tallooze voorwerpen der winteruitrusting van de burgerbevolking bevinden, die op het oogenblik aan het front stellig dringender noodig zijn dan in het vaderland! Het ware teveel gezegd, aldus dr. Goebbels, wanneer men in dit verband van offers wilde spreken. Wat het vaderland tot dusver in den oorlog ver duurd heeft zijn slechts ongemakken en kleine ontberingen vergeleken met het geen ons front sinds meer dan twee jaari iederen dag en ieder uur op zich neemt. Dank zij zijn soldaten aan net front, mag zich het Duitsche rijk verheugen in een veilig bestaan.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1941 | | pagina 1