en gelukkig zfln zjj, die al sinds jaren we ten aan welken kant zij staan, zjj die tn innerlijke zekerheid hun weg kunnen gaan te midden van de stormen van dezen t$jd, nu het verbond van" kapitalisme en com munisme Europa op het offerblok wil leg gen om den mammon te dienen. Dat wij weten aan welken kant wij heb ben te staan, dat denken wij aan onzen jarenlangen strijd, dat danken wrj aan haar, wier tienjarig bestaan wij heden ge- denkeh, onze N.S.B. Het groote wereldgebeuren, daarop heb ben wij geen invloed kunnen oefenen. De afloop van den» wereldoorlog van 1914 1918 met de overwinning van de kapita listische geallieerde machten en de uit plundering van Duitschland, was reeds een dozijn jaren oud vóór wij begonnen. Het ontstaan en tot macht komen van het nationaal-socialisme en fascisme in Duitschland en Italië ging buiten ons om. Het vormen van het nieuwe omsingelings- blok der groote democratieën onder leiding van Engeland en Amerika, is waarlijk niet van ons afhankelijk geweest. De oorlogsverklaringen van Sepetember 1939 van Engeland en Frankrijk geschied den niet om onzentwille. De uitbreiding van den Europeeschen oorlog tot den we reldbrand van heden, de wereld in vlam men, is ook een gebeuren van zulk een om vang en beteekenis, dat wij ook daaraan niets hebben kunnen toedoen, noch afdoen. EEN NIEUW WERELDBEELD. Wij moeten ons er duidelijk van bewust zijn, dat in onzen tijd de wereld een nieu we gestalte aanneemt, dat er een wereld historisch gebeuren aan den gang is van zoo groote afmetingen en uitwerking, als Slechts eens in de duizend jaren geschiedt. •Aan dit wereldgebeuren kunnen wij niets toe of af doen, dat is onze roeping niet. Maar onze roeping is te zorgen, dat ons volk door dit wereldgebeuren niet wordt verplétterd om hooit weer op te staan, maar dat het doelbewust zijn weg vindt naar de wereld van morgen om daarin een eervolle plaats in te nemen door den ar beid, dien het daarin zal verrichten. De wereld staat in vlammen en het re sultaat zal zijn,dat of Roosevelt, Chur chill en Stalin zullen winnen dus de vereenigde machten van kapitalisme en communisme of Duitschland, Italië en Japan zullen winnen. Dit zijn de machten die tegenover elkander staan, waartus- schen geen compromis mogelijk is, een van de twee zal winnen, de ander zal on dergaan. Wanneer kapitalisme en communisme winnen, dan zou het kapitalisme voorloo- pig heerschen in Amerika, Engeland, Zuid- Oost-Azië en Australië, maar het commu nisme zou beginnen met l*»t grootste deel van Azië te beheerschen en gansch het vas teland van Europa. Wanneer het dezen zomer aan Hitler met zijn weermacht niet gelukt zou zijn om de Sovjet-millioenenle- gers te weerstaan, ja slag op slag te slaan, wanneer het niet gelukt zou zijn om in den veldtocht van de tweede helft van dit jaar meer dan 21.000 pantserwagens, meer dan 32.000 k&nonnen, meer dan 17.000 vliegtuigen van de communisten te vernie tigen of buit te maken, maar wanneer in tegendeel de Duitsche troepen niet tegen deze ontzaglijke militaire macht zouden hebben kunnen standhouden, dan zou er nu reeds geen Europa meer zijn, dan zou nu 'gesproken kunnen worden van de voor malige Europeesche cultuur, van de voor malige godsdiensten, van de voormalige Europeesche volkeren. Dan zou de com munistische heerschappij reiken van de Ja- pansche Zee tot de Noordzee. En dat dit alles niet geschied is, maar dat Europa bestaat, dat danken wij aan de Duitsche weermacht en de verbondenen, die met haar strijden, dat danken wij aan de 200.000 mannen, die hun leven daar voor gaven, dat danken wij aan de 500.000 gewonden, aan de millioenen offervaardi ge, weerbare mannen, dat danken wij aan den grootsten Germaanschen aanvoerder aller tijden, die de verantwoordelijkheid op zich nam en attaqueerde voor het te laat was, dat danken wij aan den Führer Adolf Hitler. WAT DEED NEDERLAND? Wat heeft het Nederlandsche volk daar voor gedaan in de afgeloopen jaren? Het Nederlandsche volk heeft gedaan wat de heerschers in dit land van haar verlang den. De heerschers, d.w.z. de politieke per- tijen, met de daarmede verbonden kapita listische en marxistische handlangers. Zij verlangden de solidariteit met Engeland en Frankrijk. Zijverlangden de prediking van den haat tegen Duitschland. Z\j ver langden het onbeperkte geloof in de zege ningen der democratie, de onbaatzuchtig heid van het kapitalisme en de ongevaar- lgkheid van het communisme. Het volk was geestelijk en materieel weerloos en gaf wat verlangd werd. Geen volk kan zich verzet ten tegen een zoo goed georganiseerd en zoo sluw uitgevoerd bedrog. Er was één organisatie, die zich daar wèl tegen verzette, die groeide tegen alle verwachting in, tegen alle hoon en laster in, dat was de N.S.B. Van 1931 tot 1935 zijn wij onafgebro ken bezig geweest om de z.g. democratie in al haar naaktheid aan den volke ten toon te stellen, uit liefde tot de natie, die door haar verdeeld was in elkander be strijdende partijen en daardoor onmachtig was om zich te handhaven. Wij hebben ge schreven en gesproken honderden, duizen den malen om ons volk te trekken uit het moeras der democratie op den vasten bo dem der volkseenheid in nationaal-soci- alistische gebondenheid. In 1935 antwoord de acht procent van ons volk zich present voor de nieuwe orde. Van 1935 tot 1937 hebben wg ons uitgesloofd om ons volk be grip bij te brengen voor de nieuwe Euro peesche ordening, die in gang was, voor het recht vah het Duitsche en het Itali- aansche volk op een onbedreigd volksbe staan, op den grondslag, die zg zelf wilden maken buiten de bankiers van Londen en New-York or.i. Wij hebben geprobeerd be grip te wekken voor de nationaal-socialis- tische en fascistische solidariteit. Bij de verkiezingen van 1937 meldde vier pro cent van ons volk zich present, 96 keer de zich af. De teerling was geworpen. Bij de ko mende botsing zou ons volk aan den ver keerden kant staan. Van 1937 tot 10 Mei 1940 was één worsteling van die jaren om staande te blgven, om niet vernietigd te worden, om door te kunnen gaan met het vervullen van ónzen plicht ons volk zooveel mogelijk te waarschuwen tegen den waan van de in ternationale dar democratie, om te pogen j te redden, wat te redden viel. Slechts één voorbeeld wil ik nu hier van geven, een voorbeeld, dat zijn bijzon dere beteekenis heeft in deze dagen, nu Koningin Wilhelmina den oorlog verklaard heeft aan Japan. In Volk en Vaderland van 25 Februari 1938 schreef ik een hoofdartikel over Nederland en den oor log Japan-China. Daarin schreef ik over de toenemende spanning rondom den Groo- ten Oceaan en de onverantwoordelijke Co- lijnpolitiek, die Indië onverdedigd liet en honderden millioenen wegsmeet aan het leger hier te lande. Dit was alleen logisch verklaarbaar, als er een afspraak bestond met Engeland in strijd met 's lanSs belang. Als volgt heb ik dit onder woorden ge bracht: „Dat de Engelsch ex-minister van bui- tenlandsche zaken Eden en de Londen be- heerschende internationale geldmacht een zoo sterk mogelijk Nederlandsch leger wenschen om ons land en ons volk te ge bruiken tegen het door hen gehate Duitsch land, is geen onderstelling, maar een feit, nu, dan zegt de ijzeren logica, dat de af- waarover niemand in het onzekere is. Wei- spraak is: Engeland zal Indië verdedigen en wij zullen een sterk bruggehoofd voor Engeland tegen Duitschla.lv. bouwen. Woe dend zijn de heeren parlementariërs, dat wij, nationaal-socialisten, zeggen: er is dus een geheim militair verdrag met En geland". Natuurlijk verklaarde de minister van defensie in de Eerste Kamer, dat dit ge logen was. De heeren ontkenden altijd, maar haatten ons, omdat wg hun speL doorzagen en in ditzelfde artikel b.v. let terlijk geschreven werd: „Wg zullen ons te weer stellen met al onze kracht, met al onze liefde voor ons volk tegen misbruik van onze jongens in dienst van den democratisch-marxistischen haat tegen Duitschland". Het jaar 1940 heeft ons in het gelijk gesteld ten aanzien van {ie millioenenver- kwisting aan-onze weermacht hier te lan de. Het jaar 1941 geeft ons gelijk ten aan zien van de samenwerking met Engeland in Indië, beide ten koste van ons misleide volk, dat helaas niet heeft willen luisteren naar onze herhaalde waarschuwingen. 't Heeft niet mogen baten. De koers was nemocratie, de koers was west naar Lon den en New-York. Zoo kwam het noodlot stap voor stap nader tot de voltrekking begon op den lOen Mei 1940. De Duitsche troepen rukten binnen om haar taak te verrichten, namelijk de En- gelsch-Joodsche macht te verdrijven uit Europa. De regeering roept op tot weer stand, deed duizenden vallen in nuttelooze, tot mislukking gedoemde oorlogsdagen en vlood zelve heen naar de vrienden in Lon den, terwijl haar soldaten voor haar vie len. Tevens bezetten de vrienden uit Lon den onze West-Indische bezitting Cura sao.. Uit Londen werden Joden aan het werk gezet om voort te gaan ons volk op te hitsen en tot sabotage aan te zetten, be lovende koeien mét gouden horens als zij, de heerschers, weer voet aan wal zouden hebben gezet. De vrienden uit New-York bezetten onze West-Indische kolonie Suri name voor het groot-kapitalisme afdeeling bauxiet en voor het Amerikaansche impe rialisme afdeeling Brazilië. DE BRAND IN OOST-AZIK. En dezer dagen is dan de brand uitge broken in Oost-Azië: de Vereenigde Staten en Engeland tegen Japan. Toen de Neder landsche regeering "met de koninklijke fa milie vluchtte naar Engeland, heb ik meer malen gezegd: ziet, dat zij ons volk aan den verkeerden kant plaatsten, dat zij zei ven vluchtten in de dagen van strijd, dat alles, zal in meerdere of mindere mate vergeven kunnen worden als zij tenminste één ding doen: Indië buiten den oorlog houden. Maar wat geschiedde? De oorlog in het Oosten dreigt, Japan wordt econo misch omsingeld, Nederlandsch-Indië gaat in die omsingeling voorop en verhindert den uitvoer van petroleum en al het an dere wat Japan uit Indië noodig heeft. De oorlog breekt uit. Japan verklaart den oor log aan Engeland en Amerika en verklaart uitdrukkelijk, dat het geen andere vijan den kent dan Tsjang-Kai-sjek. Engeland en Amerika. Een gevoel van dankbaarheid voor de mogelijkheid van behoud. En wat gebeurt: Koningin \Vilhelmina verklaart den oorlog aan Japan. Tegen zooveel waanzin valt niet op te roeien. Het allerbeste wat wrj er van kun nen denken is dit: Koningin Wilhelmina en haar zoogenaamd eregeering in Londen zijn Engelsche krijgsgevangenen, die land en goed moeten offeren op het altaar van Roosevelt en Churchill. Hetzelfde altaar waarop straks het Britsche Empire in rook zal opgaan. Ik vermag niet in te zien hoe Indië op dit oogenblik voor Nederland be houden zal kunnen blijven, al zullen wij nimmer ons standpunt kunnen of willen prjjs geven, dat Nederland onvervreemd bare rechten heeft op Indië, omdat daar drie eeuwen lang het bloed en het zweet van honderdduizenden Nederlanders van Indië gemaakt hebben wat het nu is. Zoo voltrekt zich het noodlot aan ons volk hier aan de Noordzee, aan onze be zittingen in West- en Oost-Indië en wrj waren niet bij machte dit noodlot te kee- ren, omdat zij die ons volk regeerden met blindheid waren geslagen en daartegen is geen kruid gewassen. Wanneer die verblindheid er niet ge weest was, wanneer de stem der N.S. B. niet geklonken had, als die der roe penden in de woesttjn, dan zou het vol- gende geschied zijn als de verkiezin gen van 1937 niet de nieuwbakken vader des vaderlands dr. Colijn aan het roer gebracht hadden, maar wan neer de N.S.B. den koers had bepaald, dan zou van 1937 tot 1940 in drie ja ren tijd de solidariteit tot stand ge bracht zijn van ons volk met het Duit sche en het Italiaansche, dan zou in Mei 1940 deen broederbloed gevloeid hebben, zouden geen bruggen in de lucht gevlogen zijn, geen branden Rotterdam en Middelburg hebben ge teisterd. Dan zou de Nederlandsche weermacht met de Duitsche mede op gerukt, dan zouden wg ergens in Frankrijk mede gewonnen hebben, dan zouden wij als volk mede zijn opge trokken tegen de Sovets, Dan zouden wij hier in Europa mede tot de over winnaars behoren, in plaats van tot de overwonnen. Zeker zouden ook dan Curasao en Suri name bezet zijn. Maar Oost-Indië zou sterk gemaakt zijn, haar grondstoffen zouden niemand onthouden zgn, haar politiek zelf- bestemmingsrecht, haar recht tot zelfbe- i houd zou deze lijn gevolgd hebben: In Indië Nederlands ch bestuur, geen oorlog tegen Japan, geen oorlog tegen Engeland of Amerika. Dan zouden onze volksgenooten in Indië heel wat geruster kunnen zgn dan nu, nu Koningin Wilhelmina den oorlog verklaard heeft aan Japan, dat het eene Engelsche of Amerikaansche slagschip na het andere naar den bodem der zee stuurt. Maar, zult gg dan vragen, nu wfl het noodlot niet hebben kunnen keeren, is dan alle strijd, zijn dan alle offers voor niets geweest?. N.S.B. VERVULT HAAR ROEPING. Mijne kameraden, ik ben er dankbaar voor en ik ben er trots op te kunnen zeg gen, dat ik de vaste overtuiging heb, dat dit geenszins het geval is, dat de N.S.B. haar roeping voor het voortbestaan en het welzijn van het Nederlandsche volk vervult. Er staat temidden van ons bedrogen, ver nederd en uiteengeslagen volk een kern, In een jarenlangen strijd beproefd en gelou terd, een onverwoestbaar stuk nationaal- socialisme voortkomende uit de drie bron nen: godsvertrouwen, liefde voor volk en vaderland en eerbied voor den arbeid. Een kern van 100.000 mannen en vrouwen, waarvan er 10.000 in het veld staan om mede te helpen Europa te beveiligen. Een nationaal-socialistische beweging, die de draagster kan zijn van de politieke wils vorming in Nederland en die vertrouwd kan worden door het Duitsche broedervolk, dat vóór alles en terecht de zekerheid ver langt, dat er geen 10 Mei meer zal komen. Wg hebben van 1935 af onder de moeilijk ste omstandigheden het bewijs geleverd vertrouwd te kunnen worden. Daardoor is de mogelijkheid ontstaan, dat het Rgks- commariaat op den 7en October van dit jaar heeft kunnen doen berichten, dat van annexatie van Nederland door Duitsch land geen sprake is, omdat de Führer dit niet wil, Nederland zal dus zelfstandig kunnen worden, Nederlanders zullen weer door Nederlanders geregeerd worden. Wg znllen geen protectoraat, geen kolonie wor den, niettegenstaande wij een oorlog in 4*£ dag verloren. Nog is het niet tot het Ne derlandsche volk doorgdrongen, dat het dit dankt aan de N.S.B. en dat alleen reeds daardoor de N.S.B. haar bestaans recht heeft bewezen. MUSSERT NAAR BERLIJN. Maar er is meer. Gij hebt vernomen, Öat ik op 12 December door den Führer ben ontvangen. Wat heeft mij aanleiding gege ven om dit onderhoud te verzoeken Ik zal u daarvan nu zooveel mogelijk rekenschap geven. De geweldige worsteling tegen de onnoemlijk groote macht der Sovjets, moet ieder die nadenkt doen begrijpen dat Euro pa op den rand van dien afgrond heeft geba lanceerd en dat het alleen aan de kracht van het nationaal-socialisme te danken is, dat het niet in dien afgrond gestort is. Voorts, dat op dit beslissende oogenblik in het leven van Europa, Engeland Europa verried en het op den rug sprong. Het me dedoen van Engeland! met de Sovjets en met Amerika tó een aanslag op het leven van Europa, welke aanslag door Engeland betaald zal worden met den ondergang van het Britsche wereldrijk en helaas ook door Europa betaald zal worden met het verlies van een groot deel van zrjni bezittingen en zijn aanzien in andere werelddeelen. Wil Europa niet ten onder gaan wil Europa diat ten slotte slechts een klein schiereiland is van Azië zich handhaven in de wereld, dan moet men zich radicaal losmaken van de verderfelijke Engelsche politiek van een verdeeld Europa en moet het zich bewust worden van de solidariteit van alle Euro peesche volkeren. En wat ligt dan meer voor de hand, om als een nieuw Europa gevormd moét worden van volkeren, die dielijkheidsgevoel, dan dat de Germaansche voleren het voorbeeld geven, de volkeren die zijn van één ras, van éénen bloede: Duitschland, Nèderland, Zweden, Noorwe gen, Denemarken. En zoo dat een levens noodzakelijkheid is en dat is het zul len wij Nederlanders dan straks als het hinkende paard achteraan komen en smee- peesche levensruimte of reeds nu als eerste ons bekennen tot de Germaansche solidari teit als grondslag vor een vereenigd en krachtig nieuw Europa? Ik heb niet geaarzeld, ik gevoel mij ver antwoordelijk voor de toekomst voor ons volk. De bezetting van Curasao en Surina me, de onverantwoordelijke, ja waanzinnige oorlogsverklaring aan Japan, hebben de deur dicht gedaan. Ik ben naar den Führer gegaan in Berlijn en heb hem gezegd, niet als particulier, maar als leider der N.S.B.: 1) Dat naar mijn meening het welzijn en het voortbestaan van het Nederlandsche volk alleen gewaarborgd kan worden in het lotsverbonden samenhouden van alle Ger maansche volkeren; 2) dat ik het geloof heb, dat hij, Adolf Hitler, de van God gegeven Germaansche leider is, die tot roeping heeft de Germaan sche volkeren uit den nood en de bedreiging van heden te lelden naar een lichtende toekomst; 3) dat ik de onwrikbare overtuiging heb, dat hij, Adolf Hitler, als Germaansch lei der nimmer iets zal eischen, dat in strijd zou zgn met de eer, de waardigheid of de belangen van het Nederlandsche volk, en dat ik daaruit de consequentie trek: de verbondenheid op leven en dood. Ik kan u zeggen, mjjne kameraden, dat de Führer zich daarover zeer verheugde en ons volk de gelegenheid wil geven niet als overwonnen natie, niet als kolonie, niet als protectoraat, maar als vrij nationaal- socialistisch Germaansch volk zgn plaats in het nieuwe Europa in te nemen en zijn aan het nieuwe Europa. Afgesneden van aandeel te hebben aan het gestalte geven zijn koloniën, afgesneden van andere we relddeelen, zou het Nederlandsche volk op zgn klein, grondgebied hier verkwijnen en verkommeren, wanneer het niet werd toe gelaten als deelgenoot in het nieuwe Europa. Het wordt toegelaten, neen, het is toe gelaten op den 12en December en dit is het grootste geschenk wat ik u, mijne kamera den, op dezen dag kan brengen, dit is ook het grootste geschenk wat de N.S.B., de veel gehoonde en gesmade, op dezen, haar tienjarigen, gedenkdag aan het Nederland sche volk aanbiedt. Een geschenk dat eens door het gansche volk op haar hooge waar de zal worden geschat. Zoo zetten wij dan ons tweede tienjarig tijdvak in. Inderdaad te midden van woelige baren, in stormgetij. De koers staat vast. Zij was Oost, zij is Oost en zij blijft Oost. Dat een iegelijk het hoore en er zich naar richte. DE TAAK VOOR DE TOEKOMST. Onze taak staat ons klaar voor oogen. Ik zal haar in enkele punten samenvatten 1) De actieve doelbewuste deelneming aan de samenwerking van alle Germaan sche volkeren tot veiligstelling van Euro pa, gedragen door de zekerheid, dat dit ge meenschappelijk belang vóórgaat, vóór het belang van ieder der volkeren afzonderlijk. 2) Het deelnemen van het Nederlandsche volk aan de kolonisatie en de exploitatie van de Oost-Europeesche gebieden. 3- Het verkrijgen van de volkomen ge lijkberechtigdheid in de Europeesche levens- ruimte en het zoeken en vinden van em plooi van de ondernemingsgeest en de ar beidskracht van ons volk in Europa, opdat welvaart zal komen en de armoede zal wor den verdreven. 4) Het verhinderen van het wegkwijnen en voortvegeteeren van ons volk in een te nauwe levensruimte, nu alle wegen van overzee zijn afgesloten. 5) De lichamelijke, zedelijke en geeste lijke verheffing van ons volk de zorg voor hetwelzijn van het volk door arbeidsdienst, arbeidsfront, volkswelvaart, volksgezond heidsdienst, enz. te organiseeren en tot bloei te brengen. 6) Het organiseeren van de levenskrin gen van ons volk, waardoor de enkeling tot zijn recht kan komen en een dam wordt opgeworpen tegen gelijkschakeling en staatsabsolutisme. 7) Het organiseeren en tot leven wekken van den komenden Nederlandschen Ger- maatnschen nationaal-socialistischen staat, waarin wij in vrijheid zullen kunnen leven. Om dit alles tot stand te brengen is een hechte, sterke, eensgezinde, offervaardige nationaal-socialistische beweging noodig. Wrj gaan het tweede tienjarig tijdvak in met rond 100.000 leden, met een W.A., een SS, een jeugdstorm en een N.S.V.O. in vol len opbouw. De N.S.B. is op dezen dag ver klaard tot de dragende politieke organi satie in Nederland. Dit legt ons vele verplichtingen op, alle voortkomende uit deze eene te bewijzen, dat zij is om God te dienen en niet den duivel, opdat ons volk weer gezond en sterk zal worden. Het eerste tienjarig tijdperk is het tijd- perk van de voorbereiding van de weder opstanding van ons volkhet tweede tien jarig tijdperk is dat van het leggen van alle grondslagen voor de wederopstanding. Het oude huis is afgebrand, het ontwerp voor het nieuwe is klaarde uitvoering gaat beginnen. Daartoe Is noodig één volk. Het beste deel, het strijdvaardigste en het offer vaardigste deel daarvan wordt verzameld In de N.S.B. om daarin voor zijn dragende taak gereed gemaakt te worden. Velen staan nog buiten onze gelederen, die er in behooren. Daarom bepaal ik, dat met Ingang van 5 Januari a.s. weer leden in de beweging zullen worden opgenomen. De weg blijft via het instituut van sympathiseerenden. Diegenen uit de sympathiseerenden, die de kracht en de roeping ln zich gevoelen om als werkend lid toe te treden, znllen, na dat zij dit bewezen hebben, van harte welkom zUn en kameraadschappelijk worden opgenomen, mits zU ons lei dend beginsel en onze bronnen volko men aanvaarden en disciplinair willen dienen. Ik dank allen, die, in den loop van deze tien jaren trouw, ijverig en eerlijk hebben gediend. De talrijke onbekende soldaten, die altijd op hun post waren, die altijd daar waren, waar te werken te offeren en te strijden viel. Dank zjj hen, is de beweging zoover gekomen. Zoo gaarne zou ik ieder afzonderlijk in de oogen zien en de tusschen ons geknoopten band met een handdruk bevestigen. Dit is niet mo gelijk. Ik onthoud mij zelfs van het noe men van namen. Met één uitzondering. De man, met wien ik de beweging begon nen ben. De man met wien ik gewikt en gewogen heb, of wij wel zouden beginnen. Zoo zijn wij Nederlanders. Maar toen ik hem de vraag stelde: gaat gij mede?, toen zei hij ja en daarbij is het gebleven. Ka meraad Van Geelkerken, ook gij herdenkt als eenige naast mg tien jaren van strijd. Het was goed. Gij zijt bedankt. Wij gaan weer verder. Kameraden. Ik vertrouw op u dat gij voort zult gaan uw plicht te doen. Niet alleen op mij rust de verantwoordelijk heid voor de toekomst van uw volk. Ook op u. Gij hebt de beweging gemaakt, zon der u zou ik machteloos geweest zijn. Gij hebt mij in de afgeloopen jaren niet in den steek gelaten. Gij zult moedig en vastberaden met mij ingaan het tweedê tienjarig tijdvak. Uw belooning zal daarin bestaan, dat gij weet. deel te hebben aan de wederopstanding van uw volk. Laten wij een oogenblik met onze ge dachten zijn bij het jaar 2000. In het jaar 2000 zal er een nieuw Europa zgn. Zal er dan een sterk, gezond en gelukkig Ne derlandsch volk zijn, of zal dit volk kapot, gebroken terneer liggen? Ik ge loof onvoorwaardelijk dat het Nederland sche volk in het nieuwe Europa, dat wij zullen helpen bouwen, een groote toe komst tegemoet gaat. De klokken van den Dom zullen dan luiden boven een nieuwe generatie, wij ouderen zullen allengs zijn heengegaan. Alleen de jongsten onder ons zullen dan vergrijsd nog in leven zijn en zij zullen zich herinneren dezen dag, nu wij staan op den drempel van een nieuwen tijd. Wij danken God dat hg ons het inzicht en de kracht gegeven heeft te mogen zgn een werktuig in Zijn hand, een onvolmaakt, maar een het goede nastrevend werktuig, dienende om ons volk uit zijn grooten nood van heden te leiden naar een gelukkige toekomst. Wij gelooven in de toekomst van ons volk, er zal straks weer zijn arbeid en brood, idealen en geloof en daardoor zal de blijmoedigheid weer keeren, die geweken is in deze benarde tijden. Kameraden, ter eere van onze gasten, die ik hierbij dank zeg voor hun aanwezigheid en de door hen gesproken woorden en ter eere van het strijdende en lijdende Duitsche broedervolk, aan wie geheel Europa zooveel verschuldigd is, zingen wg het Duitsche volkslie. Daara het zesde couplet van het Wilhelmus Mijn schilt ende betrouwen, zrjt gij o God mgn heer Nadat aan het einde van de bijeenkomst het Deutschlandlied, het Horst Wessellied en het 6e couplet van het Wilhelmus waren RIJKSMINISTER KERRL OVERLEDEN. De Duitsche rijksminister Hans Kerrl Js in den nacht van Zaterdag op Zondag aan een hartverlamming gestorven. Minister Kerrl is 54 jaar geworden. Hij was een der eerste zes afgevaardigden der N.S.D.A.P., die in 1928 lid werden van het Pruisische parlement. In 1932 werd hij ge kozen tot president van den Pruisischen landdag. In 1935 nam hij de leiding op zich van het ministerie van kerkelijke aangele genheden, VAN ONZE BOEKENTAFFEL De oud-kinderrechter van Amsterdam, mr. G. T. J. de Jongh is altijd een buiten gewoon sympathieke figuur in de Neder landsche rechtspraak geweest. Uit zijn be schouwingen over het recht, en uit het geen men over dezen rechter las, bleek zijn grooten menschenzin, zijn strijd tegen sleuropvattingen, zijn drang tot vernieu wing. Voor het a-sociale kind, beter ge zegd voor de rechten van dat kind is hij een ware pionier geweest. We wisten het reeds, doch het blijkt nog overtuigender uit zijn boek„Bedreigde levens", uitga- ye Va.n Loghum Slaterus te Arnhem. In dit merkwaardige, boeiende geschrift geeft de thans hoog bejaarde oud-rechter een blik in zgn carrière, die niet gewijd was aan de veroordeeling van hen, die met de wetten des lands in aanraking kwamen, maar voornamelijk aan hun verbetering. Mr. De Jongh heeft veel leed gezien, en veel teleurstelling ondervonden in zgn strijd tegen de bureaucratie. Deze laatste heeft hem echter strijdvaardig en frisch gehouden. „Bedreigde levens" ademt deze strijd vaardigheid en deze frischheid. Wij wen schen dit uitnemende werk in handen van allen, die belangstellen in onze recht spraak en in de feilen, die de berechting van de misdaad nog aankleven. Van de hand van P. Guermonprez en A. Siegenbeek van Heukelom verscheen bij de N.V. Uitgevers-maatschappij Kosmos te Amsterdam„Practisch bezuinigen", een wijs boekje voor de huivrouw, die in dezen tijd haar niet te onderschatten taak be hoorlijk wenscht na te komen. Van de vele raadgevingen, die de vrouwen ten dienste staan lijkt ons dit boekje een van de beste. In de Salamander-reeks van E. M. Que- rido'a uitgevers-maatschappij te Amster dam verschenen „Koentje van Katten burg", door Cor Bruyn en „Blanke ge stalten", door Arthur van Schendel. Ook uit deze aanwinsten blijkt weer de bijzon dere beteekenis van de Salamander-reeks. Van 1 „Het Idnd in de poëzie", de prach tige bundel gedichten, met meesterlijk in zicht bijeengebracht door Dirk Coster, en uitgegeven door de N.V. uitgeversmaat schappij Van Loghum Slaterus te Arnhem, is reeds de derde druk verschenen. De bun del is nog in waarde toegenomen, doordat enkele verzen van jongeren zijn ingelascht, en vooral door opneming van een aantal illustraties, naar meesterwerken van Ne derlandsche schilders, die zich aansluiten bij den aard der gedichten. De N.V. Van Holkema en Warendorf te Amsterdam heeft een dwergen-serie het licht doen zien. Deze serie omvat een aantal boekjes ter grootte van een zak agenda. Ze zgn keurig verzorgd en uiter lijk voor velen stellig attractief. Ook de inhoud van deze literaire dwergen kan de toets der critiek doorstaan. Tot nu toe verscheen „Reynaart de' Vos", „In Den Haag, daar woont een graaf", een bundel Hollandsche kinderrijmen „Natuurlijke historie voor de jeugd", door den school meester „Amoureuze liederen", door Bre- deroo„Hugo de Groot", door Burkan Huet„Tijdgedichten", door Joost van den Vondel„Uit den Persiaanschen Bogaard", door Musladie Saadi„Van mensch tot mensch", 'door De Genestet; „De faamba- zuin der Hollandsche zeelieden", liederen en gedichten van onze mannen ter zee", en „Gelijkenissen en wonderen van Jezus Christus". Uit de titels blijkt dat de uitgeefster haar nieuwe serie met inzicht en smaak samenstelt. De dwergen in hun aantrekke lijke pakjes zullen de harten der boeken vrienden snel veroveren. Van den Berg. „Europa Ahoy", door A. O. Met- zelaar. Ultg. N.V. Holdert Co., Amsterdam. „Europa Ahoy" is een boek dat bij oud- zeelieden die de groote zeilvaart van nabij hebben gekend, schoone herinneringen zal oproepen en den jongeren zal boeien door de bekoring die van de romantiek van den zeiltijd uitgaat. De auteur, de heer A. C. Metzelaar, oud-inspecteur voor Ned.-Indië van den Rotterdamschen Lloyd, verhaalt op onderhoudende wijze van een reis van twee jaar die hij als stuurmansleerling maakte op het driemastvolschip „Europa", een van de'laatste Nederlandsche zeilsche pen die door hun fraaie prestaties onze driekleur op alle wereldzeeën hoog hielden. Niet alleen krijgt de lezer een kijkje op het zeemansleven in dien tijd, doch hier naast ervaart hij welk een harde, maar uitstekende leerschool het zeilschip voor den jongen zeeman was. Hier werden jon gens gekweekt die hun handen en hersens konden gebruiken; zij leerden handelend optreden, dikwijls onder de moeilijkste om standigheden; kortom hun werden alle goede eigenschappen bijgebracht die voor den echten zeeman een kerel die alleen op het water teert onontbeerlijk zijn. Verder doet men al lezend een aardige kennis van de zeiltechniek op. „Europa Ahoy", dat ook typografisch keurig is uitgevoerd en met tal van fraaie foto's is geïllustreerd, bevat voorts een aantal bouw- en tuigteekeningen, zoodat knutselaars een model van het schip kun nen bouwen. Een boek, dat ieder die belang stelt in de scheepvaart, moet lezen. De Voogd. gezongen, verlieten dr. Seyss-Inquart, Ir. Mussert en de andere Duitsche en Neder landsche gasten, nogmaals hartelijk toege juicht, de zaal, waarna de eerevlag, de W. A-, SS- en jeugdstormvlaggen werden weg gedragen, [.(Gedeeltelijk ongecorrigeerd.).

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1941 | | pagina 6