en gelukkig zfln zjj, die al sinds jaren we
ten aan welken kant zij staan, zjj die tn
innerlijke zekerheid hun weg kunnen gaan
te midden van de stormen van dezen t$jd,
nu het verbond van" kapitalisme en com
munisme Europa op het offerblok wil leg
gen om den mammon te dienen.
Dat wij weten aan welken kant wij heb
ben te staan, dat denken wij aan onzen
jarenlangen strijd, dat danken wrj aan
haar, wier tienjarig bestaan wij heden ge-
denkeh, onze N.S.B.
Het groote wereldgebeuren, daarop heb
ben wij geen invloed kunnen oefenen. De
afloop van den» wereldoorlog van 1914
1918 met de overwinning van de kapita
listische geallieerde machten en de uit
plundering van Duitschland, was reeds een
dozijn jaren oud vóór wij begonnen.
Het ontstaan en tot macht komen van
het nationaal-socialisme en fascisme in
Duitschland en Italië ging buiten ons om.
Het vormen van het nieuwe omsingelings-
blok der groote democratieën onder leiding
van Engeland en Amerika, is waarlijk
niet van ons afhankelijk geweest.
De oorlogsverklaringen van Sepetember
1939 van Engeland en Frankrijk geschied
den niet om onzentwille. De uitbreiding
van den Europeeschen oorlog tot den we
reldbrand van heden, de wereld in vlam
men, is ook een gebeuren van zulk een om
vang en beteekenis, dat wij ook daaraan
niets hebben kunnen toedoen, noch afdoen.
EEN NIEUW WERELDBEELD.
Wij moeten ons er duidelijk van bewust
zijn, dat in onzen tijd de wereld een nieu
we gestalte aanneemt, dat er een wereld
historisch gebeuren aan den gang is van
zoo groote afmetingen en uitwerking, als
Slechts eens in de duizend jaren geschiedt.
•Aan dit wereldgebeuren kunnen wij niets
toe of af doen, dat is onze roeping niet.
Maar onze roeping is te zorgen, dat ons
volk door dit wereldgebeuren niet wordt
verplétterd om hooit weer op te staan,
maar dat het doelbewust zijn weg vindt
naar de wereld van morgen om daarin een
eervolle plaats in te nemen door den ar
beid, dien het daarin zal verrichten.
De wereld staat in vlammen en het re
sultaat zal zijn,dat of Roosevelt, Chur
chill en Stalin zullen winnen dus de
vereenigde machten van kapitalisme en
communisme of Duitschland, Italië en
Japan zullen winnen. Dit zijn de machten
die tegenover elkander staan, waartus-
schen geen compromis mogelijk is, een
van de twee zal winnen, de ander zal on
dergaan.
Wanneer kapitalisme en communisme
winnen, dan zou het kapitalisme voorloo-
pig heerschen in Amerika, Engeland, Zuid-
Oost-Azië en Australië, maar het commu
nisme zou beginnen met l*»t grootste deel
van Azië te beheerschen en gansch het vas
teland van Europa. Wanneer het dezen
zomer aan Hitler met zijn weermacht niet
gelukt zou zijn om de Sovjet-millioenenle-
gers te weerstaan, ja slag op slag te slaan,
wanneer het niet gelukt zou zijn om in
den veldtocht van de tweede helft van dit
jaar meer dan 21.000 pantserwagens, meer
dan 32.000 k&nonnen, meer dan 17.000
vliegtuigen van de communisten te vernie
tigen of buit te maken, maar wanneer in
tegendeel de Duitsche troepen niet tegen
deze ontzaglijke militaire macht zouden
hebben kunnen standhouden, dan zou er nu
reeds geen Europa meer zijn, dan zou nu
'gesproken kunnen worden van de voor
malige Europeesche cultuur, van de voor
malige godsdiensten, van de voormalige
Europeesche volkeren. Dan zou de com
munistische heerschappij reiken van de Ja-
pansche Zee tot de Noordzee.
En dat dit alles niet geschied is, maar
dat Europa bestaat, dat danken wij aan
de Duitsche weermacht en de verbondenen,
die met haar strijden, dat danken wij aan
de 200.000 mannen, die hun leven daar
voor gaven, dat danken wij aan de 500.000
gewonden, aan de millioenen offervaardi
ge, weerbare mannen, dat danken wij aan
den grootsten Germaanschen aanvoerder
aller tijden, die de verantwoordelijkheid op
zich nam en attaqueerde voor het te laat
was, dat danken wij aan den Führer Adolf
Hitler.
WAT DEED NEDERLAND?
Wat heeft het Nederlandsche volk daar
voor gedaan in de afgeloopen jaren? Het
Nederlandsche volk heeft gedaan wat de
heerschers in dit land van haar verlang
den. De heerschers, d.w.z. de politieke per-
tijen, met de daarmede verbonden kapita
listische en marxistische handlangers. Zij
verlangden de solidariteit met Engeland
en Frankrijk. Zijverlangden de prediking
van den haat tegen Duitschland. Z\j ver
langden het onbeperkte geloof in de zege
ningen der democratie, de onbaatzuchtig
heid van het kapitalisme en de ongevaar-
lgkheid van het communisme. Het volk was
geestelijk en materieel weerloos en gaf wat
verlangd werd. Geen volk kan zich verzet
ten tegen een zoo goed georganiseerd en
zoo sluw uitgevoerd bedrog.
Er was één organisatie, die zich daar
wèl tegen verzette, die groeide tegen alle
verwachting in, tegen alle hoon en laster
in, dat was de N.S.B.
Van 1931 tot 1935 zijn wij onafgebro
ken bezig geweest om de z.g. democratie
in al haar naaktheid aan den volke ten
toon te stellen, uit liefde tot de natie, die
door haar verdeeld was in elkander be
strijdende partijen en daardoor onmachtig
was om zich te handhaven. Wij hebben ge
schreven en gesproken honderden, duizen
den malen om ons volk te trekken uit het
moeras der democratie op den vasten bo
dem der volkseenheid in nationaal-soci-
alistische gebondenheid. In 1935 antwoord
de acht procent van ons volk zich present
voor de nieuwe orde. Van 1935 tot 1937
hebben wg ons uitgesloofd om ons volk be
grip bij te brengen voor de nieuwe Euro
peesche ordening, die in gang was, voor
het recht vah het Duitsche en het Itali-
aansche volk op een onbedreigd volksbe
staan, op den grondslag, die zg zelf wilden
maken buiten de bankiers van Londen en
New-York or.i. Wij hebben geprobeerd be
grip te wekken voor de nationaal-socialis-
tische en fascistische solidariteit. Bij de
verkiezingen van 1937 meldde vier pro
cent van ons volk zich present, 96 keer
de zich af.
De teerling was geworpen. Bij de ko
mende botsing zou ons volk aan den ver
keerden kant staan.
Van 1937 tot 10 Mei 1940 was één
worsteling van die jaren om staande te
blgven, om niet vernietigd te worden, om
door te kunnen gaan met het vervullen
van ónzen plicht ons volk zooveel mogelijk
te waarschuwen tegen den waan van de in
ternationale dar democratie, om te pogen j
te redden, wat te redden viel.
Slechts één voorbeeld wil ik nu hier
van geven, een voorbeeld, dat zijn bijzon
dere beteekenis heeft in deze dagen, nu
Koningin Wilhelmina den oorlog verklaard
heeft aan Japan. In Volk en Vaderland
van 25 Februari 1938 schreef ik een
hoofdartikel over Nederland en den oor
log Japan-China. Daarin schreef ik over
de toenemende spanning rondom den Groo-
ten Oceaan en de onverantwoordelijke Co-
lijnpolitiek, die Indië onverdedigd liet en
honderden millioenen wegsmeet aan het
leger hier te lande. Dit was alleen logisch
verklaarbaar, als er een afspraak bestond
met Engeland in strijd met 's lanSs belang.
Als volgt heb ik dit onder woorden ge
bracht:
„Dat de Engelsch ex-minister van bui-
tenlandsche zaken Eden en de Londen be-
heerschende internationale geldmacht een
zoo sterk mogelijk Nederlandsch leger
wenschen om ons land en ons volk te ge
bruiken tegen het door hen gehate Duitsch
land, is geen onderstelling, maar een feit,
nu, dan zegt de ijzeren logica, dat de af-
waarover niemand in het onzekere is. Wei-
spraak is: Engeland zal Indië verdedigen
en wij zullen een sterk bruggehoofd voor
Engeland tegen Duitschla.lv. bouwen. Woe
dend zijn de heeren parlementariërs, dat
wij, nationaal-socialisten, zeggen: er is
dus een geheim militair verdrag met En
geland".
Natuurlijk verklaarde de minister van
defensie in de Eerste Kamer, dat dit ge
logen was. De heeren ontkenden altijd,
maar haatten ons, omdat wg hun speL
doorzagen en in ditzelfde artikel b.v. let
terlijk geschreven werd:
„Wg zullen ons te weer stellen met al
onze kracht, met al onze liefde voor ons
volk tegen misbruik van onze jongens in
dienst van den democratisch-marxistischen
haat tegen Duitschland".
Het jaar 1940 heeft ons in het gelijk
gesteld ten aanzien van {ie millioenenver-
kwisting aan-onze weermacht hier te lan
de. Het jaar 1941 geeft ons gelijk ten aan
zien van de samenwerking met Engeland
in Indië, beide ten koste van ons misleide
volk, dat helaas niet heeft willen luisteren
naar onze herhaalde waarschuwingen.
't Heeft niet mogen baten. De koers was
nemocratie, de koers was west naar Lon
den en New-York. Zoo kwam het noodlot
stap voor stap nader tot de voltrekking
begon op den lOen Mei 1940.
De Duitsche troepen rukten binnen om
haar taak te verrichten, namelijk de En-
gelsch-Joodsche macht te verdrijven uit
Europa. De regeering roept op tot weer
stand, deed duizenden vallen in nuttelooze,
tot mislukking gedoemde oorlogsdagen en
vlood zelve heen naar de vrienden in Lon
den, terwijl haar soldaten voor haar vie
len. Tevens bezetten de vrienden uit Lon
den onze West-Indische bezitting Cura
sao..
Uit Londen werden Joden aan het werk
gezet om voort te gaan ons volk op te
hitsen en tot sabotage aan te zetten, be
lovende koeien mét gouden horens als zij,
de heerschers, weer voet aan wal zouden
hebben gezet. De vrienden uit New-York
bezetten onze West-Indische kolonie Suri
name voor het groot-kapitalisme afdeeling
bauxiet en voor het Amerikaansche impe
rialisme afdeeling Brazilië.
DE BRAND IN OOST-AZIK.
En dezer dagen is dan de brand uitge
broken in Oost-Azië: de Vereenigde Staten
en Engeland tegen Japan. Toen de Neder
landsche regeering "met de koninklijke fa
milie vluchtte naar Engeland, heb ik meer
malen gezegd: ziet, dat zij ons volk aan
den verkeerden kant plaatsten, dat zij zei
ven vluchtten in de dagen van strijd, dat
alles, zal in meerdere of mindere mate
vergeven kunnen worden als zij tenminste
één ding doen: Indië buiten den oorlog
houden. Maar wat geschiedde? De oorlog
in het Oosten dreigt, Japan wordt econo
misch omsingeld, Nederlandsch-Indië gaat
in die omsingeling voorop en verhindert
den uitvoer van petroleum en al het an
dere wat Japan uit Indië noodig heeft. De
oorlog breekt uit. Japan verklaart den oor
log aan Engeland en Amerika en verklaart
uitdrukkelijk, dat het geen andere vijan
den kent dan Tsjang-Kai-sjek. Engeland
en Amerika. Een gevoel van dankbaarheid
voor de mogelijkheid van behoud. En wat
gebeurt: Koningin \Vilhelmina verklaart
den oorlog aan Japan.
Tegen zooveel waanzin valt niet op te
roeien. Het allerbeste wat wrj er van kun
nen denken is dit: Koningin Wilhelmina
en haar zoogenaamd eregeering in Londen
zijn Engelsche krijgsgevangenen, die land
en goed moeten offeren op het altaar van
Roosevelt en Churchill. Hetzelfde altaar
waarop straks het Britsche Empire in rook
zal opgaan. Ik vermag niet in te zien hoe
Indië op dit oogenblik voor Nederland be
houden zal kunnen blijven, al zullen wij
nimmer ons standpunt kunnen of willen
prjjs geven, dat Nederland onvervreemd
bare rechten heeft op Indië, omdat daar
drie eeuwen lang het bloed en het zweet
van honderdduizenden Nederlanders van
Indië gemaakt hebben wat het nu is.
Zoo voltrekt zich het noodlot aan ons
volk hier aan de Noordzee, aan onze be
zittingen in West- en Oost-Indië en wrj
waren niet bij machte dit noodlot te kee-
ren, omdat zij die ons volk regeerden met
blindheid waren geslagen en daartegen is
geen kruid gewassen.
Wanneer die verblindheid er niet ge
weest was, wanneer de stem der N.S.
B. niet geklonken had, als die der roe
penden in de woesttjn, dan zou het vol-
gende geschied zijn als de verkiezin
gen van 1937 niet de nieuwbakken
vader des vaderlands dr. Colijn aan
het roer gebracht hadden, maar wan
neer de N.S.B. den koers had bepaald,
dan zou van 1937 tot 1940 in drie ja
ren tijd de solidariteit tot stand ge
bracht zijn van ons volk met het Duit
sche en het Italiaansche, dan zou in
Mei 1940 deen broederbloed gevloeid
hebben, zouden geen bruggen in de
lucht gevlogen zijn, geen branden
Rotterdam en Middelburg hebben ge
teisterd. Dan zou de Nederlandsche
weermacht met de Duitsche mede op
gerukt, dan zouden wg ergens in
Frankrijk mede gewonnen hebben, dan
zouden wij als volk mede zijn opge
trokken tegen de Sovets, Dan zouden
wij hier in Europa mede tot de over
winnaars behoren, in plaats van tot
de overwonnen.
Zeker zouden ook dan Curasao en Suri
name bezet zijn. Maar Oost-Indië zou sterk
gemaakt zijn, haar grondstoffen zouden
niemand onthouden zgn, haar politiek zelf-
bestemmingsrecht, haar recht tot zelfbe- i
houd zou deze lijn gevolgd hebben: In Indië
Nederlands ch bestuur, geen oorlog tegen
Japan, geen oorlog tegen Engeland of
Amerika. Dan zouden onze volksgenooten
in Indië heel wat geruster kunnen zgn dan
nu, nu Koningin Wilhelmina den oorlog
verklaard heeft aan Japan, dat het eene
Engelsche of Amerikaansche slagschip na
het andere naar den bodem der zee stuurt.
Maar, zult gg dan vragen, nu wfl het
noodlot niet hebben kunnen keeren, is dan
alle strijd, zijn dan alle offers voor niets
geweest?.
N.S.B. VERVULT HAAR ROEPING.
Mijne kameraden, ik ben er dankbaar
voor en ik ben er trots op te kunnen zeg
gen, dat ik de vaste overtuiging heb, dat
dit geenszins het geval is, dat de N.S.B.
haar roeping voor het voortbestaan en het
welzijn van het Nederlandsche volk vervult.
Er staat temidden van ons bedrogen, ver
nederd en uiteengeslagen volk een kern, In
een jarenlangen strijd beproefd en gelou
terd, een onverwoestbaar stuk nationaal-
socialisme voortkomende uit de drie bron
nen: godsvertrouwen, liefde voor volk en
vaderland en eerbied voor den arbeid. Een
kern van 100.000 mannen en vrouwen,
waarvan er 10.000 in het veld staan om
mede te helpen Europa te beveiligen. Een
nationaal-socialistische beweging, die de
draagster kan zijn van de politieke wils
vorming in Nederland en die vertrouwd
kan worden door het Duitsche broedervolk,
dat vóór alles en terecht de zekerheid ver
langt, dat er geen 10 Mei meer zal komen.
Wg hebben van 1935 af onder de moeilijk
ste omstandigheden het bewijs geleverd
vertrouwd te kunnen worden. Daardoor is
de mogelijkheid ontstaan, dat het Rgks-
commariaat op den 7en October van dit
jaar heeft kunnen doen berichten, dat van
annexatie van Nederland door Duitsch
land geen sprake is, omdat de Führer dit
niet wil, Nederland zal dus zelfstandig
kunnen worden, Nederlanders zullen weer
door Nederlanders geregeerd worden. Wg
znllen geen protectoraat, geen kolonie wor
den, niettegenstaande wij een oorlog in 4*£
dag verloren. Nog is het niet tot het Ne
derlandsche volk doorgdrongen, dat het
dit dankt aan de N.S.B. en dat alleen
reeds daardoor de N.S.B. haar bestaans
recht heeft bewezen.
MUSSERT NAAR BERLIJN.
Maar er is meer. Gij hebt vernomen, Öat
ik op 12 December door den Führer ben
ontvangen. Wat heeft mij aanleiding gege
ven om dit onderhoud te verzoeken Ik zal
u daarvan nu zooveel mogelijk rekenschap
geven. De geweldige worsteling tegen de
onnoemlijk groote macht der Sovjets, moet
ieder die nadenkt doen begrijpen dat Euro
pa op den rand van dien afgrond heeft geba
lanceerd en dat het alleen aan de kracht
van het nationaal-socialisme te danken is,
dat het niet in dien afgrond gestort is.
Voorts, dat op dit beslissende oogenblik in
het leven van Europa, Engeland Europa
verried en het op den rug sprong. Het me
dedoen van Engeland! met de Sovjets en
met Amerika tó een aanslag op het leven
van Europa, welke aanslag door Engeland
betaald zal worden met den ondergang van
het Britsche wereldrijk en helaas ook door
Europa betaald zal worden met het verlies
van een groot deel van zrjni bezittingen en
zijn aanzien in andere werelddeelen. Wil
Europa niet ten onder gaan wil Europa
diat ten slotte slechts een klein schiereiland
is van Azië zich handhaven in de wereld,
dan moet men zich radicaal losmaken van
de verderfelijke Engelsche politiek van een
verdeeld Europa en moet het zich bewust
worden van de solidariteit van alle Euro
peesche volkeren. En wat ligt dan meer
voor de hand, om als een nieuw Europa
gevormd moét worden van volkeren, die
dielijkheidsgevoel, dan dat de Germaansche
voleren het voorbeeld geven, de volkeren
die zijn van één ras, van éénen bloede:
Duitschland, Nèderland, Zweden, Noorwe
gen, Denemarken. En zoo dat een levens
noodzakelijkheid is en dat is het zul
len wij Nederlanders dan straks als het
hinkende paard achteraan komen en smee-
peesche levensruimte of reeds nu als eerste
ons bekennen tot de Germaansche solidari
teit als grondslag vor een vereenigd en
krachtig nieuw Europa?
Ik heb niet geaarzeld, ik gevoel mij ver
antwoordelijk voor de toekomst voor ons
volk. De bezetting van Curasao en Surina
me, de onverantwoordelijke, ja waanzinnige
oorlogsverklaring aan Japan, hebben de
deur dicht gedaan. Ik ben naar den Führer
gegaan in Berlijn en heb hem gezegd, niet
als particulier, maar als leider der N.S.B.:
1) Dat naar mijn meening het welzijn en
het voortbestaan van het Nederlandsche
volk alleen gewaarborgd kan worden in het
lotsverbonden samenhouden van alle Ger
maansche volkeren;
2) dat ik het geloof heb, dat hij, Adolf
Hitler, de van God gegeven Germaansche
leider is, die tot roeping heeft de Germaan
sche volkeren uit den nood en de bedreiging
van heden te lelden naar een lichtende
toekomst;
3) dat ik de onwrikbare overtuiging heb,
dat hij, Adolf Hitler, als Germaansch lei
der nimmer iets zal eischen, dat in strijd
zou zgn met de eer, de waardigheid of de
belangen van het Nederlandsche volk, en
dat ik daaruit de consequentie trek: de
verbondenheid op leven en dood.
Ik kan u zeggen, mjjne kameraden, dat
de Führer zich daarover zeer verheugde
en ons volk de gelegenheid wil geven niet
als overwonnen natie, niet als kolonie, niet
als protectoraat, maar als vrij nationaal-
socialistisch Germaansch volk zgn plaats
in het nieuwe Europa in te nemen en zijn
aan het nieuwe Europa. Afgesneden van
aandeel te hebben aan het gestalte geven
zijn koloniën, afgesneden van andere we
relddeelen, zou het Nederlandsche volk op
zgn klein, grondgebied hier verkwijnen en
verkommeren, wanneer het niet werd toe
gelaten als deelgenoot in het nieuwe
Europa.
Het wordt toegelaten, neen, het is toe
gelaten op den 12en December en dit is het
grootste geschenk wat ik u, mijne kamera
den, op dezen dag kan brengen, dit is ook
het grootste geschenk wat de N.S.B., de
veel gehoonde en gesmade, op dezen, haar
tienjarigen, gedenkdag aan het Nederland
sche volk aanbiedt. Een geschenk dat eens
door het gansche volk op haar hooge waar
de zal worden geschat.
Zoo zetten wij dan ons tweede tienjarig
tijdvak in. Inderdaad te midden van woelige
baren, in stormgetij. De koers staat vast.
Zij was Oost, zij is Oost en zij blijft Oost.
Dat een iegelijk het hoore en er zich naar
richte.
DE TAAK VOOR DE TOEKOMST.
Onze taak staat ons klaar voor oogen. Ik
zal haar in enkele punten samenvatten
1) De actieve doelbewuste deelneming
aan de samenwerking van alle Germaan
sche volkeren tot veiligstelling van Euro
pa, gedragen door de zekerheid, dat dit ge
meenschappelijk belang vóórgaat, vóór het
belang van ieder der volkeren afzonderlijk.
2) Het deelnemen van het Nederlandsche
volk aan de kolonisatie en de exploitatie
van de Oost-Europeesche gebieden.
3- Het verkrijgen van de volkomen ge
lijkberechtigdheid in de Europeesche levens-
ruimte en het zoeken en vinden van em
plooi van de ondernemingsgeest en de ar
beidskracht van ons volk in Europa, opdat
welvaart zal komen en de armoede zal wor
den verdreven.
4) Het verhinderen van het wegkwijnen
en voortvegeteeren van ons volk in een te
nauwe levensruimte, nu alle wegen van
overzee zijn afgesloten.
5) De lichamelijke, zedelijke en geeste
lijke verheffing van ons volk de zorg voor
hetwelzijn van het volk door arbeidsdienst,
arbeidsfront, volkswelvaart, volksgezond
heidsdienst, enz. te organiseeren en tot
bloei te brengen.
6) Het organiseeren van de levenskrin
gen van ons volk, waardoor de enkeling tot
zijn recht kan komen en een dam wordt
opgeworpen tegen gelijkschakeling en
staatsabsolutisme.
7) Het organiseeren en tot leven wekken
van den komenden Nederlandschen Ger-
maatnschen nationaal-socialistischen staat,
waarin wij in vrijheid zullen kunnen leven.
Om dit alles tot stand te brengen is een
hechte, sterke, eensgezinde, offervaardige
nationaal-socialistische beweging noodig.
Wrj gaan het tweede tienjarig tijdvak in
met rond 100.000 leden, met een W.A., een
SS, een jeugdstorm en een N.S.V.O. in vol
len opbouw. De N.S.B. is op dezen dag ver
klaard tot de dragende politieke organi
satie in Nederland.
Dit legt ons vele verplichtingen op, alle
voortkomende uit deze eene te bewijzen,
dat zij is om God te dienen en niet den
duivel, opdat ons volk weer gezond en sterk
zal worden.
Het eerste tienjarig tijdperk is het tijd-
perk van de voorbereiding van de weder
opstanding van ons volkhet tweede tien
jarig tijdperk is dat van het leggen van alle
grondslagen voor de wederopstanding. Het
oude huis is afgebrand, het ontwerp voor
het nieuwe is klaarde uitvoering gaat
beginnen.
Daartoe Is noodig één volk. Het beste
deel, het strijdvaardigste en het offer
vaardigste deel daarvan wordt verzameld
In de N.S.B. om daarin voor zijn dragende
taak gereed gemaakt te worden. Velen
staan nog buiten onze gelederen, die er
in behooren.
Daarom bepaal ik, dat met Ingang
van 5 Januari a.s. weer leden in de
beweging zullen worden opgenomen.
De weg blijft via het instituut van
sympathiseerenden. Diegenen uit de
sympathiseerenden, die de kracht en
de roeping ln zich gevoelen om als
werkend lid toe te treden, znllen, na
dat zij dit bewezen hebben, van harte
welkom zUn en kameraadschappelijk
worden opgenomen, mits zU ons lei
dend beginsel en onze bronnen volko
men aanvaarden en disciplinair willen
dienen.
Ik dank allen, die, in den loop van deze
tien jaren trouw, ijverig en eerlijk hebben
gediend. De talrijke onbekende soldaten,
die altijd op hun post waren, die altijd
daar waren, waar te werken te offeren
en te strijden viel. Dank zjj hen, is de
beweging zoover gekomen. Zoo gaarne
zou ik ieder afzonderlijk in de oogen zien
en de tusschen ons geknoopten band met
een handdruk bevestigen. Dit is niet mo
gelijk. Ik onthoud mij zelfs van het noe
men van namen. Met één uitzondering.
De man, met wien ik de beweging begon
nen ben. De man met wien ik gewikt en
gewogen heb, of wij wel zouden beginnen.
Zoo zijn wij Nederlanders. Maar toen ik
hem de vraag stelde: gaat gij mede?, toen
zei hij ja en daarbij is het gebleven. Ka
meraad Van Geelkerken, ook gij herdenkt
als eenige naast mg tien jaren van strijd.
Het was goed. Gij zijt bedankt. Wij gaan
weer verder.
Kameraden. Ik vertrouw op u dat gij
voort zult gaan uw plicht te doen. Niet
alleen op mij rust de verantwoordelijk
heid voor de toekomst van uw volk. Ook
op u. Gij hebt de beweging gemaakt, zon
der u zou ik machteloos geweest zijn.
Gij hebt mij in de afgeloopen jaren niet
in den steek gelaten. Gij zult moedig en
vastberaden met mij ingaan het tweedê
tienjarig tijdvak. Uw belooning zal daarin
bestaan, dat gij weet. deel te hebben aan
de wederopstanding van uw volk.
Laten wij een oogenblik met onze ge
dachten zijn bij het jaar 2000. In het jaar
2000 zal er een nieuw Europa zgn. Zal
er dan een sterk, gezond en gelukkig Ne
derlandsch volk zijn, of zal dit volk
kapot, gebroken terneer liggen? Ik ge
loof onvoorwaardelijk dat het Nederland
sche volk in het nieuwe Europa, dat wij
zullen helpen bouwen, een groote toe
komst tegemoet gaat. De klokken van den
Dom zullen dan luiden boven een nieuwe
generatie, wij ouderen zullen allengs zijn
heengegaan. Alleen de jongsten onder ons
zullen dan vergrijsd nog in leven zijn en
zij zullen zich herinneren dezen dag, nu
wij staan op den drempel van een nieuwen
tijd.
Wij danken God dat hg ons het inzicht
en de kracht gegeven heeft te mogen zgn
een werktuig in Zijn hand, een onvolmaakt,
maar een het goede nastrevend werktuig,
dienende om ons volk uit zijn grooten nood
van heden te leiden naar een gelukkige
toekomst. Wij gelooven in de toekomst van
ons volk, er zal straks weer zijn arbeid en
brood, idealen en geloof en daardoor zal de
blijmoedigheid weer keeren, die geweken is
in deze benarde tijden.
Kameraden, ter eere van onze gasten, die
ik hierbij dank zeg voor hun aanwezigheid
en de door hen gesproken woorden en ter
eere van het strijdende en lijdende Duitsche
broedervolk, aan wie geheel Europa zooveel
verschuldigd is, zingen wg het Duitsche
volkslie. Daara het zesde couplet van het
Wilhelmus Mijn schilt ende betrouwen,
zrjt gij o God mgn heer
Nadat aan het einde van de bijeenkomst
het Deutschlandlied, het Horst Wessellied
en het 6e couplet van het Wilhelmus waren
RIJKSMINISTER KERRL OVERLEDEN.
De Duitsche rijksminister Hans Kerrl Js
in den nacht van Zaterdag op Zondag aan
een hartverlamming gestorven.
Minister Kerrl is 54 jaar geworden. Hij
was een der eerste zes afgevaardigden der
N.S.D.A.P., die in 1928 lid werden van het
Pruisische parlement. In 1932 werd hij ge
kozen tot president van den Pruisischen
landdag. In 1935 nam hij de leiding op zich
van het ministerie van kerkelijke aangele
genheden,
VAN ONZE BOEKENTAFFEL
De oud-kinderrechter van Amsterdam,
mr. G. T. J. de Jongh is altijd een buiten
gewoon sympathieke figuur in de Neder
landsche rechtspraak geweest. Uit zijn be
schouwingen over het recht, en uit het
geen men over dezen rechter las, bleek
zijn grooten menschenzin, zijn strijd tegen
sleuropvattingen, zijn drang tot vernieu
wing. Voor het a-sociale kind, beter ge
zegd voor de rechten van dat kind is hij
een ware pionier geweest. We wisten het
reeds, doch het blijkt nog overtuigender
uit zijn boek„Bedreigde levens", uitga-
ye Va.n Loghum Slaterus te Arnhem.
In dit merkwaardige, boeiende geschrift
geeft de thans hoog bejaarde oud-rechter
een blik in zgn carrière, die niet gewijd
was aan de veroordeeling van hen, die met
de wetten des lands in aanraking kwamen,
maar voornamelijk aan hun verbetering.
Mr. De Jongh heeft veel leed gezien, en
veel teleurstelling ondervonden in zgn
strijd tegen de bureaucratie. Deze laatste
heeft hem echter strijdvaardig en frisch
gehouden.
„Bedreigde levens" ademt deze strijd
vaardigheid en deze frischheid. Wij wen
schen dit uitnemende werk in handen van
allen, die belangstellen in onze recht
spraak en in de feilen, die de berechting
van de misdaad nog aankleven.
Van de hand van P. Guermonprez en A.
Siegenbeek van Heukelom verscheen bij de
N.V. Uitgevers-maatschappij Kosmos te
Amsterdam„Practisch bezuinigen", een
wijs boekje voor de huivrouw, die in dezen
tijd haar niet te onderschatten taak be
hoorlijk wenscht na te komen. Van de vele
raadgevingen, die de vrouwen ten dienste
staan lijkt ons dit boekje een van de
beste.
In de Salamander-reeks van E. M. Que-
rido'a uitgevers-maatschappij te Amster
dam verschenen „Koentje van Katten
burg", door Cor Bruyn en „Blanke ge
stalten", door Arthur van Schendel. Ook
uit deze aanwinsten blijkt weer de bijzon
dere beteekenis van de Salamander-reeks.
Van 1 „Het Idnd in de poëzie", de prach
tige bundel gedichten, met meesterlijk in
zicht bijeengebracht door Dirk Coster, en
uitgegeven door de N.V. uitgeversmaat
schappij Van Loghum Slaterus te Arnhem,
is reeds de derde druk verschenen. De bun
del is nog in waarde toegenomen, doordat
enkele verzen van jongeren zijn ingelascht,
en vooral door opneming van een aantal
illustraties, naar meesterwerken van Ne
derlandsche schilders, die zich aansluiten
bij den aard der gedichten.
De N.V. Van Holkema en Warendorf te
Amsterdam heeft een dwergen-serie het
licht doen zien. Deze serie omvat een
aantal boekjes ter grootte van een zak
agenda. Ze zgn keurig verzorgd en uiter
lijk voor velen stellig attractief. Ook de
inhoud van deze literaire dwergen kan de
toets der critiek doorstaan. Tot nu toe
verscheen „Reynaart de' Vos", „In Den
Haag, daar woont een graaf", een bundel
Hollandsche kinderrijmen „Natuurlijke
historie voor de jeugd", door den school
meester „Amoureuze liederen", door Bre-
deroo„Hugo de Groot", door Burkan
Huet„Tijdgedichten", door Joost van den
Vondel„Uit den Persiaanschen Bogaard",
door Musladie Saadi„Van mensch tot
mensch", 'door De Genestet; „De faamba-
zuin der Hollandsche zeelieden", liederen
en gedichten van onze mannen ter zee",
en „Gelijkenissen en wonderen van Jezus
Christus".
Uit de titels blijkt dat de uitgeefster
haar nieuwe serie met inzicht en smaak
samenstelt. De dwergen in hun aantrekke
lijke pakjes zullen de harten der boeken
vrienden snel veroveren.
Van den Berg.
„Europa Ahoy", door A. O. Met-
zelaar. Ultg. N.V. Holdert Co.,
Amsterdam.
„Europa Ahoy" is een boek dat bij oud-
zeelieden die de groote zeilvaart van nabij
hebben gekend, schoone herinneringen zal
oproepen en den jongeren zal boeien door
de bekoring die van de romantiek van den
zeiltijd uitgaat. De auteur, de heer A. C.
Metzelaar, oud-inspecteur voor Ned.-Indië
van den Rotterdamschen Lloyd, verhaalt
op onderhoudende wijze van een reis van
twee jaar die hij als stuurmansleerling
maakte op het driemastvolschip „Europa",
een van de'laatste Nederlandsche zeilsche
pen die door hun fraaie prestaties onze
driekleur op alle wereldzeeën hoog hielden.
Niet alleen krijgt de lezer een kijkje op
het zeemansleven in dien tijd, doch hier
naast ervaart hij welk een harde, maar
uitstekende leerschool het zeilschip voor
den jongen zeeman was. Hier werden jon
gens gekweekt die hun handen en hersens
konden gebruiken; zij leerden handelend
optreden, dikwijls onder de moeilijkste om
standigheden; kortom hun werden alle
goede eigenschappen bijgebracht die voor
den echten zeeman een kerel die alleen
op het water teert onontbeerlijk zijn.
Verder doet men al lezend een aardige
kennis van de zeiltechniek op.
„Europa Ahoy", dat ook typografisch
keurig is uitgevoerd en met tal van fraaie
foto's is geïllustreerd, bevat voorts een
aantal bouw- en tuigteekeningen, zoodat
knutselaars een model van het schip kun
nen bouwen.
Een boek, dat ieder die belang stelt in
de scheepvaart, moet lezen.
De Voogd.
gezongen, verlieten dr. Seyss-Inquart, Ir.
Mussert en de andere Duitsche en Neder
landsche gasten, nogmaals hartelijk toege
juicht, de zaal, waarna de eerevlag, de W.
A-, SS- en jeugdstormvlaggen werden weg
gedragen,
[.(Gedeeltelijk ongecorrigeerd.).