Tweede Blad PROVINCIALE ZEEUWSCHE COURANT Woensdag 8 October 1941 DE TIJGER ZAALBERG IN, LEIDEN De legerberichten van gisteren. FINSCH-ENGELSCH-NOORSCHE NOTAWISSELING. Te Helsinki is de notawisseling gepubli ceerd, welke gewisseld is tusschen de Noorsche en de Finsche regeering. Op 22 September heeft de vertegenwoordiger der uitgeweken Noorsche regeering te Helsin ki een memorandum overhandigd, waar in gewezen wordt op de zeer vriend schappelijk6 betrekkingen tusschen de Noorsche volken. Deze worden in gevaar gebracht door ^e oorlogshandelingen, waartoe Finland is overgegaan, in bond genootschap met een mogendheid, die zich met Noorwegen in oorlog bevindt. In haar antwoord! heeft de Finsche re geering het vriendschappelijke karakter der besprekingen onderstreept. Zij wijst er echter op dat de mogelijkheid eener ver wezenlijking der Noorsche gedachte door de oorlogsgebeurtenissen is beïnvloed, voor. al doordat Finland zich sinds 1939 tot het uiterste moet inspannen ter bescherming van zijn land tegen de veroveringsplannen van een staat, die niet behoort tot de Noorsche landen. Finland blijft echter trouw aan de Noorsche gedachte en zal, hoe de politieke toestand van Europa zich ook moge ontwikkelen, deze ook na den oorlog bevorderen. De Finsche regeering hoopt echter, dat de Noren zullen begrijpen, dat Finland gedwongen is te strijden, tot het gevaar, dat zijn bestaan bedreigt voor het geheele Noorden verbannen is. Op 28 September heeft ook de Engelsche regeering te, Helsinki een nota overhan digd, waarin wordt verklaard, dat Enge land Finland als openlijke vijand zal be schouwen, indien de Finsche opraarsch op zuiver Russisch gebied! wordt voortgezet, ook bij het sluiten van den vrede. Terug keer der normale diplomatieke betrekkin gen is echter alleen mogelijk, wanneer Finland een einde maakt aan zijn oorlog tegen Rusland en zijn troepen overal terug trekt, waar deze de grens van 1939 hebben overschreden. De Finsche regeering heeft in haar ant woord in de eerste plaats den oorlog van 1939 in herinnering gebracht en in dat ver. band op de uitspraken van den Volkenbond gewezen, waarbij Rusland met medewer king van, Engeland van het lidmaatschap werd uitgesloten. Op 12 Maart 1940 moest het in den steek gelaten Finland te Moskóu een gedwongen vrede sluiten. Omtrent de afpersingspolitiek, sindsdien door de Sovjet-Unie. uitgeoefend: zijn in het blauw- witboek no. 2 uitvoerige bijzonderheden medegedeeld. Er wordt op gewezen, dat de strijdkrachten der Sovjet-Unie op 22 Juni de vijandelijkheden tegen Finland geopend hebben. De strijd van Finland was en is zelf verdediging. In het memorandum wordt vervolgens vastgesteld, dat de Sovjet-Unie talrijke steunpunten heeft uitgerust voor aanvallen tegen het Westen. Een doeltreffende ver dediging, waartoe niemand Finland het recht kan ontzeggen, is voor dit land slechts mogelijk door verschuiving van zijn defensie naar deze gebieden zelf. Deze streken, die aan de andere zijde van de oude Oostelijke grens zijn gelegen, zijn ook niet „zuiver Russisch", maar haar bevol king is in de eerste plaats Finsch. Volgens de nieuwste Sovjet-statistiek, die ter be schikking is, van 1930, was de bevolking der in het memorandum genoemde gebie den aan de andere zijde Van de "Oostelijke grens volgens nationaliteit voor 93.4 tot 99.2 procent Finsch. De betrokken streken behooren tot de gebieden? waarvan de Fin sche bevolking in verband met den vrede van Dorpat van 1920 beloften omtrent een garantie van zeer aanzienlijke autonomie van de .Sovjet-regeering ontving, doch zon der, dat deze haar belofte naderhand in loste. Finland voert zijn verdedigingsoorlog zonder politieke verplichting. Het land is dankbaar, dat het ditmaal niet alleen be hoeft te strijden. Finland begrijpt niet, dat Groot- Brittannië, waarmee het vreedzame betrekkingen heeft wenscheh te hand haven, het geen het nog steeds doet, slechts omdat Finland thans niet alleen tegen de Sovjet-Unie strijdt, zich gerech tigd of zelfs verplicht kan gevoelen Finland als openlijken vijand te behandelen." De mishandeling van de Dultschers in Iran. xHet Bulgaarsche blad Utre publiceert een onderhoud, dat de na?yr Swilengrad ge zonden correspondent van dit blad gehad heeft met den Duitschen gezant in Teheran, Ettel, die Zondag aan het hoofd van de Duitsche kolonie op Bulgaarsch gebied is aangekomen. Gezant Ettel verklaarde het volgende Ik kan U niet zeggen welke moeilijke oogenblikken wij sedert 17 September be leefd hebben, toen wij de hoofdstad van Iran moesten verlaten. Zouden wrj nog tien minuten langer in de stad gebleven zijn, dan hadden wij hetzelfde lot ondergaan van het grootste deel van de achtergebleven landgenooten, die in Britsch-Indië en Sibe rië geïnterneerd werden. In weerwil van al onze pogingen en verzoeken werden veer tig Rijksduitschers als gijzelaars achter gehouden en geïnterneerd. Toen wig de Turksch-Iraansche grens na derden. werden wij door de Sovjet-officie ren gedwongen de Duitsche kolonie te verlaten. Wij lieten deze op het open veld achter. Intusschen. wex-d de kolonie uit geplunderd en thans bezit geen enkele vrouw een ring of eenig ander voorwerp van waarde meer. Wg verheugen ons over de vriendschappelijke ontvangst op Bul gaarsch gebied, na een waar Golgotha te hebben doorgemaakt. Maandagavond zijn 478 Duitsche vluch telingen uit Iran op him doorreis naar Duitschland te Boedapest met twee extra treinen aangekomen. De Italiaansche kolonie. In Swilengrad aan de Bulgaarsche-Turk- sche grens is gisteren ook dë Italiaansche kolonie uit Iran met aan het hoofd den Italiaanschen gezant Perucci aangekomen. MOORD TE PARIJS. De secretaresse van de anti-bolsjewis tische liga te Parijs, die sedert 23 Septem ber spoorloos was verdwenen, Is geworgd en in de Seine geworpen, naar men thans heeft geconstateerd. Het lijk is bij Bour- gival opgevischt. Ieder spoor van de moor denaars ontbreekt, Plan tot uitwisseling van Engelsche en Duitsche oorlogsgewonden. MOEILIJKHEDEN ONTSTAAN. De langs diplom atieken weg gevoerde onderhandelingen tot het uitwisselen van zware oorlogsgewonden tusschen Engeland en Duitschland hadden in toenemend mate tastbaren vorm aangenomen, toen door de van Engelsche zijde komende voorbarige mededeeling en een daaraan vastgeknoopte perscompagne plotseling moeilijkheden ont stonden. De stand van zaken was deze, dat een vijftigtal Duitsche ernstige gewon den tegen 1500 Engelsche gewonden voor de uitwisseling in aanmerking kwamen en Duitschland! in aansluit Lag op een over eenkomst uit het jaar 1940 omtrent de uit wisseling van geïnterneerde vrouwen en kinderen het voorstel deed, een zoodanige uitwisseling te organiseeren, dat een dui delijke en beide partijen bevredigende rege ling verwacht kon worden. Voor bepaalde technische kwesties stond de mogelijkheid der radioverbinding open, welke echter door de Engelschen in publicistischen geest werd uitgebuit. In antwoord op een offi- cieele verklaring van Duitsche zijde, dat desbetreffende Engelsche mededeelingen op de feiten vooruitloopen en dat over de voortzetting van de uitwisseling nog langs diplomatieken weg onderhandeld wordt, heeft de Engelsche radio in sensa- tioneelen vorm verkondigd, dat in die om standigheden de daarvoor aangewezen la zaretschepen niet zouden vertrekken. Te vens heeft de Engelsche pers geprobeerd, het initiatief voor de bewuste radiobood schappen Duitschland in de schoenen te schuiven, en beweert, dat Dutschland de daad van menschelijkheid' heeft doen mis- lukken. In de Wilhelmstrasse heeft men deze houding gisteren schandalig genoemd, te meer daar de uitwisseling van ernstige oorlogsgewonden, welke zooveel mogelijk diende te geschieden met uitschakeling van de openbare bekendheid, tot voorwerp eener smerige ophitsende campagne ge maakt wordt. Van Duitsche zgde meent men recht te hebben de vraag te stellen, hoe het bij/, gesteld is met de mensche- lijke behandelng van Duitsche vrouwen en kinderen in Iran, of dat men het wellicht in overeenstemming met het volkenrecht acht, de Duitsche mannen in Iran aan de bolsjewieken uit te leveren of naar Indië te sturen. Men verklaart ook, dat, zooals bij vele menschlievende handelingen, ook in deze kwestie der uitwisseling van ge wonden, Duitschland het initiatief geno men heeft. Wij moeten het van de hand wijzen, zoo constateert men in de Wilhelm strasse, de uitwisseling 'van ernstige ge wonden en de menschlievende handeling der uitwisseling van geïnterneerde vrouwen en kinderen tot voorwerp van propaganda- acties te maken. De onderhandelingen daar over blijven zich langs diplomatieken weg bewegen. Duitsche luchtaanval op Tobroek. Naar van militaire zijde wordt medege deeld zyn Maandag in den loop van den dag de havenwerken van Tobroek door Duitsche gevechtsvliegtuigen met goede uitwerking aangevallen. Nadat verscheide ne duizenden kilogrammen brand- en bri santbommen waren neergeworpen, ont stonden verscheidene branden. In luchtgevechten tijdens deze actie wer den vjjf vijandelijke Hurricane en Curtiss vliegtuigen neergeschoten. INTERNATIONAAL VROUWEN CONGRES TE BERLIJN. De rijksvrouwenleidster, mevr. Scholz- Klink, heeft gisteren in tegenwoordigheid van den rijksorganisatieleider, dit. Ley, het eerste internationale vrouwencongres on der het motto der Europeesche samenwer king, te Berlijn geopend. Zg wees op de be langstelling van het buitenland voor den arbeid der nat.-soc. Frauenschaft. DE BESCHADIGINGEN AAN DE „NELSTON". Naar uit La Linea wórdt gemeld, zgn de beschadigingen, welke het Engelsche slag schip „Nelson" door Italiaansche torpedo's heeft opgeloopen, zoo ernstig, dat het schip niet in Gibraltar kan worden gerepareerd. Het schip zal voor reparatie naar Enge land moeten worden gebracht. DE DUITSCH-TURKSCHE ONDERHANDELINGEN. In ambtelijke kringen te Berlijn toont men zich zeer optimistisch ten opzichte van de vooruitzichten der onderhandelingen van dr. Clodius in Ankara. „Wij maken hiervan geen politieke demonstratie" zoo verzeker de men, blijkbaar zinspelend op Londensche reclame met een beweerd Engelsch-Turksch handelsaccoord, „het gaat ons om een rege ling, welke tegemoet komt aan de concrete behoeften der beide bevriende volkeren". Ontslag van tijdelijke werknemers. De persdienst van het N.V.V. meldt: Met ingang van 1 Juni 1941 had de directeur-generaal van den arbeid aan lei ders van industrie- en handelsbedrijven, alsmede van landbouwbedrijven met uit zondering van akkerbouw- en veehouderij bedrijven, vergunning verleend tot het ont slaan van werknemers, die bij hen in tijdelijken dienst zjjn, onder wie wordt ver staan werknemers, die op niet meer dan 110 dagen in de zes onmiddellijk aan de datum van het ontslag voorafgaande maan den bjj hen werkzaam zijn geweest. Over deze vergunning zijn vele misver standen gerezen. De voornaamste hiervan was wel deze, dat men uitging van de opvatting, dat bij het bepalen van de 310 dagen uitsluitend rekening behoeft te worden gehouden met de dagen, waarop door den betreffenden arbeider, in den ter mijn van 6 maanden, onmiddellijk aan den datum van het ontslag voorafgaande, in dienst van den aanvrager arbeid werd ver richt. Zondagen en algemeen erkende Christelijke feestdagen, waarop niet was gewerkt, telden derhalve bij deze bereke ning niet mee. Evenmin was dit het geval met dagen, waarop de arbeider wegens ziekte, vacantie, onwerkbaar weer, ongeval enz. geen arbeid had verricht. De directeur-generaal van den arbeid heeft thans aan de vertrouwensinstantie voor het bouwbedrijf medegedeeld, dat de in het uitvoeringsbesluit genoemde woorden „bij hen werkzaam zijn geweest" moeten worden opgevat als „in hun dienstbetrek king zijn geweest". Dit beteekent dus, dat bij de berekening van het aantal van 110 dagen de duur der dienstbetrekking geldt en Zondagen, algemeen erkende Christe lijke feestdagen, vacantiedagen en elke andere dag, waarop wegens welke omstan digheden ook niet is gewerkt, wel worden meegeteld. Het is duidelijk, dat bg deze gewijzigde interpretatie, in vele gevallen, waarin voorheen geen vergunning tot ont slag behoefde te worden gevraagd, thans wel vergunning noodig is. Een veel voorkomende misvatting was vervolgens, dat bij het berekenen van de 110 dagen ook moeten worden geteld de dagen, waarop een arbeider, gedurende den termijn van 6 maanden onmiddellijk aan den datum van ontslag voorafgaande, in dienst van een anderen werkgever dan den aanvrager werkzaam was. Deze op vatting is onjuist. Er moet slechts rekening worden gehouden met het aantal dagen, dat de arbeider in genoemden termijn werkzaam was in de onderneming van den aanvragenden werkgever. Vele werkgevers zijn van meening, dat geen vergunning tot ontslag noodig is, indien een arbeider, die krachtèns een verleende vergunning werd ontslagen, na korten tijd opnieuw werd tewerkgesteld en opnieuw ontslagen. Zij zijn van oordeel, dat alsdan slechts rekening behoeft te worden gehouden met den duur van het laatste dienstverband. Ook deze opvatting is on juist. Bij elk geval van ontslag moet wor den nagegaan of de desbetreffende arbeider in den termijn van 6 maanden, onmiddellijk aan den datum van het ontslag vooraf gaande, meer dan 110 dagen in de onder neming werkzaam was. Meermalen komt het voor, dat werkge vers een vergunning vragen tot ontslag van een arbeider, die inmiddels zonder me dewerking van den werkgever bg een ander in dienst trad. Ook gebeurt het, dat een arbeider, terwijl de aanvrage om ver gunning tot ontslag in behandeling is, van werkgever verandert. In deze gevallen werd tot dusver geen vergunning verleend, wijl deze strikt genomen niet noodig was. De directeur-generaal van den arbeid heëft besloten in dergelijke gevallen toch een vergunning te verleenen, indien deze door den werkgever wordt gevraagd. Als datum van ingang dezer vergunning wordt dan gesteld de dag, waarop de arbeider bg een anderen werkgever in dienst trad. t'tiU l LiL/Èl'lUA DOOR J. REGIS 11) „Het zou mij plezier doen", mompelde hij. „De chef van de geheime politie is zelf ook al gekomen, zooals ik zie." Aspeland keek ook naar buiten. „Ja, werkelijk!" riep hij uit en haastte zich naar de deur. „Kom, jongens, nu gaat de jacht beginnen." Maurice Wallion bleef met Paschberg achter, die nu het laatste restje van zijn moed verloren had en onbewegelijk als een vette egel in zijn hoek zat. ,Mag ik u nog een paar vragen stellen, meneer Paschberg?" zei de journalist na een poosje. „Heel graag," slikte de egel en rolde Hij glimlachte nog steeds, zich een beetje uit Wallion liep heen en weer, liet zijn scherpe blikken overal rondgaan en onder zocht het dikke tapijt voor het venster met uiterste nauwkeurigheid. Daarop ging hij de gang op en onderzocht langdurig de linoleum vloerbedekking. Tenslotte stak hij een sigaret op en ging op den stoel zitten, waarop ze den gebonden Paschberg gevonden hadden. „VAN riTSTEL KOMT AFSTEL". Hoe dikwijls niet wordt dit spreekwoord wer kelijkheid? En hoe dikwijls hebt U uitgesteld uw bijdrage voor de Nederlandsche ambulance te storten, hoewel U zich stellig voorgenomen had dezen menschlievenden arbeid te steunen? Toch zéoidt U niet willen, dat, als straks de ambulance uitrijdt, gij niet hebt bijgedragen aan de totstandkoming daarvan. Stél daarom niet meer uit en. voorkom daarmede, dat van uitstel afstel komt! j Stort vandaag nog uw bijdrage op girorekening 87—600 Nederlandsche ambulance. Koninginnegracht 22 's-Gravenhage. wasoht en ruwt dekens zonder zeepbon i f 1.02, vracht niet Inbegrepen Door tusschenkomst van Uw leverancier. Ki«v gevoiinn. Herinnering Het gebouw ven de Tsje-Ka, weer vee wft In de jaren 1917 1922 een waar schrikbewind over stad en land werd uitgeoefend, waarbij duizenden slachtoffers werden vermoord (Continental-Holland) Duitschland strijdt voor Europa. Het opperbevel van de Duitsche weermacht maakte Dinsdag bekend: Binnen het bestek van de aange kondigde nieuwe operaties is in het gebied ten Noorden van de Zee van Azof een groote slag geleverd, zy aan zg met de verbonden troepen achtervolgden de Duitsche strijd krachten den Verslagen vgand. Ge motoriseerde en pantserformaties drongen diep binnen in de vijande lijke terugtochtsbewegingen. Daarbij werd de^staf van het negende Sov- jetleger gevangen genomen. De op perbevelhebber had zich tevoren per vliegtuig in veiligheid gebracht. Ook in de overige sectoren van het Oostelijke front hebben de aan- valsoperaties hun van te voren be paalde verloop. Een herhaalde nachtelijke lan dingspoging van Sovjetstrijdkrachten aan de kust ten Westen van Lenin grad werd afgeslagen. Het meeren- deel van de voor het aanvoegen ge bruikte schepen werd tot zinken ge bracht. De aan land gegane vijand werd volkomen vernietigd. Het luchtwapen heeft in den afge- loopen nacht een wapenfabriek in Rostof en militaire installaties in Moskou en Leningrad aangevallen. In den strijd tegen Groot-Brittannië hebben gevechtsvliegtuigen in den nacht van 6 op 7 October voor den oorlog belangrijke installaties in Zuidwest\ Engeland aanbevallen. In Noord-Afrika hebben Duitsche gevechtsvliegtuigen ook gisteren de haveninstallaties van Tobroek met goed gevolg aangevallen. Bij de luchtaanvallen op de reede van Suez in den nacht van 5 op 6 October zijn twee koopvaarders met tezamen 10.000 brt. met voltreffers vernield. Nog twee groote schepen werden zwaar getroffen. De vijand is overdag noch des nachts het rijksgebied binnengevlo gen. HET VERKOOPVERBOD VOOR INSTALLATIEBUIS. Blgkens een publicatie in de Nederland sche Staatscourant van Dinsdag, is met ingang van 7 October, het verkoopen en afleveren van installatiebuis verboden zon der vergunning van het bureau voor <3e metalenverwerkende industrie. Voor fabri kanten, grossiers, installateurs en andere afnemers dan installateurs, Is daarbij een regeling getroffen voor de verstrekking en afname. HET VOORMALIGE LLOYDHOTEL TE AMSTERDAM WORDT TIJDELIJK HUIS VAN BEWARING. De rijksgebouwendienst heeft een over eenkomst getroffen omtrent het verhuren aan het rijk van het voormalige Lloydhotel aan de Oostelijke Handelskade te Amster dam, ten behoeve van het departement van justitie. Dit departement wenscht het ge bouw nl. tijdelijk in te richten tot huis van bewaring. BENDE SLUIKHANDELAARS IN BELGIË. Voor het Brusselsche gerechtshof staan 94 beklaagden terecht, onder wie zich ver scheidene chauffeurs, kooplieden, ambtena ren en zelfs drie politie-agenten bevinden, die zich in een bende vereenigd hadden met het doel eigenaars van sluikhandel-artike len op te sporen en te berooven. Was een diefstal niet mogelijk, dan gingen de drie politiebeambten ertoe over de goederen in beslag te nemen. „Meneer Paschberg", begon Wallion, het nummer van de maat van uw schoen is twee en veertig." „Een en veertig", antwoordde de ander verbaasd. „Des te beter! In den middag bent u een poosje uit geweest, waarby u rubber overschoenen aan had. Toen u thuis kwam, zette u de overschoenen ginds by den parapluiestandaard neer. Daarna heeft uw huishoudster de schoenen weggenomen, ze schoongemaakt en ze op de plank neer gezet. Ik vertel u dat, niet omdat het op zichzelf eenige beteekenis heeft, maar om aan te toonen, welke duidelgke sporen smeltende sneeuw achterlaat. Be kan u zelfs vertellen, dat u met de tram bent gegaan, want uw linker overschoen heeft een van die kleine stukjes confetti uit de kniptang van den conducteur meegeno men „Dat is waar", bevestigde de kleine heer in de kamerjas, terwyi hy groote oogen opzette. „Ook ik heb duideiyke sporen achter gelaten en de afdrukken van de recher cheurs zyn eveneens duidelgk herkenbaar. „Wanneer hg Koprilis is nagegaan, moest hy onvermydelgk nat worden. Dat weet ik, want ik ben zelf Koprilis nage gaan. Hy moest dan myn hinderiyke aan wezigheid hebben opgemerkt en uw salon- Maar uw onbekende bezoeker heeft niet de geringste schaduw van een spoor achter gelaten! Hoe moet dat verklaard worden?" De mouwen van de kamerjas fladderden op in een hopeloos gebaar. De journalist keek met knipperende oogen den ander aan. „Jlebt u soms ook opgemerkt", vroeg hy, „of de kleeren van den man droog waren of dat ze nat waren van de sneeuw?" De kleine oogen van Paschberg rolden sterk in hun kassen naar voren. „Zoo waar als ik leef", riep hy uit, „nu u het zegt de kerel had een over jas aan van ruwe grove stof en ik kan zweren, dat die net zoo droog was als myn handen!" „Punt één", mompelde Wallion met een zucht van verlichting. „Laten we verder gaan!" Maar hg sprak meer tot zichzelf dan tot den ander. venster hebben opgezocht als een laatsten uitweg om zyn vgand te benaderen. Maar dat is onmogeiyk, want ook al zou hy zyn overschoenen hebben uitgetrokken, dan kon toch zijn jas niet droog zijn, en wat voor doel zou dat ook hebben gehad?" HET ITALIAANSCHE. Het Italiaansche legerbericht van Dins dag luidt Engelsche vliegtuigen hebben brand- en brisantbommen geworpen in de streek van Catania en Licata, zonder schade aan te richten. In Noord-Afrika hebben eenheden van ons luchtwapen met succes een vlieg veld bestookt in de streek van Mersa Ma- troeh, benevens doelen op den grond in het gebied van Tobroek. Aan de fronten van Marmarica-woestyn vuur- en verkennings actie van onze troepen. Het vgandelgke luchtwapen heeft nachtelgke aanvallen ge daan op Tripolis en heeft bommen gewor pen, die voor het grootste deal in zee vie len. In Oost-Afrika hebben onze eenheden in* den sector van Gondar met aanzien lijke strijdkrachten verkenningen uitge voerd en aanvalspogingen van den tegen stander afgeslagen. Tijdens een aanval stortte een Britsch vliegtuig dat door den afweer op den grond was getroffen, bran dend neer In de nabijheid van onze stel lingen. L(Wordt vervolgd.) Roosevelt wenscht verandering der neutrallteitswet. Gistermorgen heeft president Roosevelt de aangekondigde bespreking over een mogelijke wijziging der neutraliteitswet gehad met minister Hull, vice-president Wallace, Hopkins en acht leden van het Congres. De leider der democratische se naatsfractie, Barkley, deelde mede, ^dat de besprekingen Woensdagochtend worden voortgezet. Uit Washington meldt het D.N.B. Naar officieel wordt medegedeeld heeft president Roosevelt den leiders van het Ameri- kaansche Congres medegedeeld, dat hg vooratander van wijziging der neutraliteits wet is, opdat de Amerikaansche schepen kunnen worden gewapend en zich kunnen begeven naar havens van oorlogvoerende mogendheden en naar de thans verboden oorlogszónes. DE BEWAPENING VAN SCHEPEN ONDER PANAMEESCHE VLAG. Naar uit Wash'hgtin gemeld wordt heeft de Panameesche regeering besloten om de bewapening van koopvaardijschepen te ver- bieden. In politieke kringen te Washington heeft dit besluit pijnlijke verbazing gewekt, daar men op grond van de door de Pan- Amerikaansche conferentie op voorstel van Washington aangenomen resoluties alge meen had aangenomen, dat de Amerikaan sche regeering Panama verlof had ge vraagd, voordat zij stukken geschut op schepen onder Panameesche vlag bracht. De Amerikaansche minister van buiten- landsche zaken, Huil, gaf op de persconfe rentie toe, dat geen overleg met Panama heeft plaats gehad. Veeleer heeft de Ame rikaansche marine, zoo verklaarde Huil, tezamen met de federale scheepvaartauto riteiten en de particuliere scheepsvaart- maatschappg eigenmachtig de bewapening van de onder vreemde vlag varende sche pen doorgevoerd. Huil beweerde, dat het om een „onbeduidende detailkwestie" ging. Aan de solidariteit, zoo zeide hQ, wordt hierdoor niets veranderd. De genoemde Amerikaansche autoriteiten hebben, blijk baar in goed vertrouwen, gehandeld, daar slechts een enkel land, nl. de Vereenigde Staten, de bewapening van koopvaardg- schepen verbiedt. Huil hield een vurig plei dooi voor de opheffing van dit verbod BOTSING TUSSCHEN ARGENTIJNSCHE OORLOGSSCHEPEN. ELF OPVARENDEN GEDOOD. Uit Buenos Aires meldt het D.N.B. Tijdens vlootmanoeuvres zijn de Argen- tgnsche kruiser „Almirante Brown" en de torpedojager „Corrientcs" tengevolge van een dichten mist op ongeveer 54 mijlen van het zeebad Mar del Plata met elkaar in botsing gekomen. Volgens de tot nu toe ontvangen be richten zijn door de botsing elf leden van de bemanning van den torpedojager ge dood. De zwaar beschadigde torpedojager moest door de bemanning worden verlaten. Naar het Argentgnsche ministerie van marine mededeelt, hoopt men den torpedo jager „Corrientes" nog te kunnen redden, indien de mist optrekt. AMERIKAANSCHE BOMMENWERPER VERONGELUKT. De Associated Press meldt uit Flagstaff in Arizona, dat de sedert Donderdag jl. vermiste groote bommenwerper van het Amerikaansche leger volkomen vernield is gevonden op de, hellingen van den Agassiz- berg. De uit zes koppen bestaande beman ning is omgekomen. HET VERGIFTTGINGSGEVAL TE VENLO. Het noodlottige vergiftigingsgeval bg de familie K. P. te Venlo heeft zgn tweede slachtoffer geëischt. Maandagmiddag is de 71-jarige echtgenoote van P., die zelf reeds Vrijdag was overleden, eveneens gestorven. De toestand van het zesjarige kleinzoontje is naar omstandigheden redelijk,

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1941 | | pagina 5