Tweede Blad
PROVINCIALE ZEEUWSCHE COURANT
Woensdag 8 October 1941
DE TIJGER
ZAALBERG IN, LEIDEN
De legerberichten van gisteren.
FINSCH-ENGELSCH-NOORSCHE
NOTAWISSELING.
Te Helsinki is de notawisseling gepubli
ceerd, welke gewisseld is tusschen de
Noorsche en de Finsche regeering. Op 22
September heeft de vertegenwoordiger der
uitgeweken Noorsche regeering te Helsin
ki een memorandum overhandigd, waar
in gewezen wordt op de zeer vriend
schappelijk6 betrekkingen tusschen de
Noorsche volken. Deze worden in gevaar
gebracht door ^e oorlogshandelingen,
waartoe Finland is overgegaan, in bond
genootschap met een mogendheid, die zich
met Noorwegen in oorlog bevindt.
In haar antwoord! heeft de Finsche re
geering het vriendschappelijke karakter der
besprekingen onderstreept. Zij wijst er
echter op dat de mogelijkheid eener ver
wezenlijking der Noorsche gedachte door
de oorlogsgebeurtenissen is beïnvloed, voor.
al doordat Finland zich sinds 1939 tot het
uiterste moet inspannen ter bescherming
van zijn land tegen de veroveringsplannen
van een staat, die niet behoort tot de
Noorsche landen. Finland blijft echter
trouw aan de Noorsche gedachte en zal,
hoe de politieke toestand van Europa zich
ook moge ontwikkelen, deze ook na den
oorlog bevorderen. De Finsche regeering
hoopt echter, dat de Noren zullen begrijpen,
dat Finland gedwongen is te strijden, tot
het gevaar, dat zijn bestaan bedreigt voor
het geheele Noorden verbannen is.
Op 28 September heeft ook de Engelsche
regeering te, Helsinki een nota overhan
digd, waarin wordt verklaard, dat Enge
land Finland als openlijke vijand zal be
schouwen, indien de Finsche opraarsch op
zuiver Russisch gebied! wordt voortgezet,
ook bij het sluiten van den vrede. Terug
keer der normale diplomatieke betrekkin
gen is echter alleen mogelijk, wanneer
Finland een einde maakt aan zijn oorlog
tegen Rusland en zijn troepen overal terug
trekt, waar deze de grens van 1939 hebben
overschreden.
De Finsche regeering heeft in haar ant
woord in de eerste plaats den oorlog van
1939 in herinnering gebracht en in dat ver.
band op de uitspraken van den Volkenbond
gewezen, waarbij Rusland met medewer
king van, Engeland van het lidmaatschap
werd uitgesloten. Op 12 Maart 1940 moest
het in den steek gelaten Finland te Moskóu
een gedwongen vrede sluiten. Omtrent de
afpersingspolitiek, sindsdien door de
Sovjet-Unie. uitgeoefend: zijn in het blauw-
witboek no. 2 uitvoerige bijzonderheden
medegedeeld. Er wordt op gewezen, dat de
strijdkrachten der Sovjet-Unie op 22 Juni
de vijandelijkheden tegen Finland geopend
hebben.
De strijd van Finland was en is zelf
verdediging.
In het memorandum wordt vervolgens
vastgesteld, dat de Sovjet-Unie talrijke
steunpunten heeft uitgerust voor aanvallen
tegen het Westen. Een doeltreffende ver
dediging, waartoe niemand Finland het
recht kan ontzeggen, is voor dit land
slechts mogelijk door verschuiving van zijn
defensie naar deze gebieden zelf. Deze
streken, die aan de andere zijde van de
oude Oostelijke grens zijn gelegen, zijn ook
niet „zuiver Russisch", maar haar bevol
king is in de eerste plaats Finsch. Volgens
de nieuwste Sovjet-statistiek, die ter be
schikking is, van 1930, was de bevolking
der in het memorandum genoemde gebie
den aan de andere zijde Van de "Oostelijke
grens volgens nationaliteit voor 93.4 tot
99.2 procent Finsch. De betrokken streken
behooren tot de gebieden? waarvan de Fin
sche bevolking in verband met den vrede
van Dorpat van 1920 beloften omtrent een
garantie van zeer aanzienlijke autonomie
van de .Sovjet-regeering ontving, doch zon
der, dat deze haar belofte naderhand in
loste.
Finland voert zijn verdedigingsoorlog
zonder politieke verplichting. Het land is
dankbaar, dat het ditmaal niet alleen be
hoeft te strijden. Finland begrijpt niet, dat
Groot- Brittannië, waarmee het vreedzame
betrekkingen heeft wenscheh te hand
haven, het geen het nog steeds doet,
slechts omdat Finland thans niet alleen
tegen de Sovjet-Unie strijdt, zich gerech
tigd of zelfs verplicht kan gevoelen Finland
als openlijken vijand te behandelen."
De mishandeling van de
Dultschers in Iran.
xHet Bulgaarsche blad Utre publiceert
een onderhoud, dat de na?yr Swilengrad ge
zonden correspondent van dit blad gehad
heeft met den Duitschen gezant in
Teheran, Ettel, die Zondag aan het hoofd
van de Duitsche kolonie op Bulgaarsch
gebied is aangekomen.
Gezant Ettel verklaarde het volgende
Ik kan U niet zeggen welke moeilijke
oogenblikken wij sedert 17 September be
leefd hebben, toen wij de hoofdstad van
Iran moesten verlaten. Zouden wrj nog tien
minuten langer in de stad gebleven zijn,
dan hadden wij hetzelfde lot ondergaan van
het grootste deel van de achtergebleven
landgenooten, die in Britsch-Indië en Sibe
rië geïnterneerd werden. In weerwil van al
onze pogingen en verzoeken werden veer
tig Rijksduitschers als gijzelaars achter
gehouden en geïnterneerd.
Toen wig de Turksch-Iraansche grens na
derden. werden wij door de Sovjet-officie
ren gedwongen de Duitsche kolonie te
verlaten. Wij lieten deze op het open veld
achter. Intusschen. wex-d de kolonie uit
geplunderd en thans bezit geen enkele
vrouw een ring of eenig ander voorwerp
van waarde meer. Wg verheugen ons over
de vriendschappelijke ontvangst op Bul
gaarsch gebied, na een waar Golgotha te
hebben doorgemaakt.
Maandagavond zijn 478 Duitsche vluch
telingen uit Iran op him doorreis naar
Duitschland te Boedapest met twee extra
treinen aangekomen.
De Italiaansche kolonie.
In Swilengrad aan de Bulgaarsche-Turk-
sche grens is gisteren ook dë Italiaansche
kolonie uit Iran met aan het hoofd den
Italiaanschen gezant Perucci aangekomen.
MOORD TE PARIJS.
De secretaresse van de anti-bolsjewis
tische liga te Parijs, die sedert 23 Septem
ber spoorloos was verdwenen, Is geworgd
en in de Seine geworpen, naar men thans
heeft geconstateerd. Het lijk is bij Bour-
gival opgevischt. Ieder spoor van de moor
denaars ontbreekt,
Plan tot uitwisseling van
Engelsche en Duitsche
oorlogsgewonden.
MOEILIJKHEDEN ONTSTAAN.
De langs diplom atieken weg gevoerde
onderhandelingen tot het uitwisselen van
zware oorlogsgewonden tusschen Engeland
en Duitschland hadden in toenemend mate
tastbaren vorm aangenomen, toen door de
van Engelsche zijde komende voorbarige
mededeeling en een daaraan vastgeknoopte
perscompagne plotseling moeilijkheden ont
stonden. De stand van zaken was deze,
dat een vijftigtal Duitsche ernstige gewon
den tegen 1500 Engelsche gewonden voor
de uitwisseling in aanmerking kwamen
en Duitschland! in aansluit Lag op een over
eenkomst uit het jaar 1940 omtrent de uit
wisseling van geïnterneerde vrouwen en
kinderen het voorstel deed, een zoodanige
uitwisseling te organiseeren, dat een dui
delijke en beide partijen bevredigende rege
ling verwacht kon worden. Voor bepaalde
technische kwesties stond de mogelijkheid
der radioverbinding open, welke echter
door de Engelschen in publicistischen geest
werd uitgebuit. In antwoord op een offi-
cieele verklaring van Duitsche zijde, dat
desbetreffende Engelsche mededeelingen
op de feiten vooruitloopen en dat over
de voortzetting van de uitwisseling nog
langs diplomatieken weg onderhandeld
wordt, heeft de Engelsche radio in sensa-
tioneelen vorm verkondigd, dat in die om
standigheden de daarvoor aangewezen la
zaretschepen niet zouden vertrekken. Te
vens heeft de Engelsche pers geprobeerd,
het initiatief voor de bewuste radiobood
schappen Duitschland in de schoenen te
schuiven, en beweert, dat Dutschland de
daad van menschelijkheid' heeft doen mis-
lukken.
In de Wilhelmstrasse heeft men deze
houding gisteren schandalig genoemd, te
meer daar de uitwisseling van ernstige
oorlogsgewonden, welke zooveel mogelijk
diende te geschieden met uitschakeling van
de openbare bekendheid, tot voorwerp
eener smerige ophitsende campagne ge
maakt wordt. Van Duitsche zgde meent
men recht te hebben de vraag te stellen,
hoe het bij/, gesteld is met de mensche-
lijke behandelng van Duitsche vrouwen en
kinderen in Iran, of dat men het wellicht
in overeenstemming met het volkenrecht
acht, de Duitsche mannen in Iran aan de
bolsjewieken uit te leveren of naar Indië
te sturen. Men verklaart ook, dat, zooals
bij vele menschlievende handelingen, ook
in deze kwestie der uitwisseling van ge
wonden, Duitschland het initiatief geno
men heeft. Wij moeten het van de hand
wijzen, zoo constateert men in de Wilhelm
strasse, de uitwisseling 'van ernstige ge
wonden en de menschlievende handeling
der uitwisseling van geïnterneerde vrouwen
en kinderen tot voorwerp van propaganda-
acties te maken. De onderhandelingen daar
over blijven zich langs diplomatieken weg
bewegen.
Duitsche luchtaanval op Tobroek.
Naar van militaire zijde wordt medege
deeld zyn Maandag in den loop van den
dag de havenwerken van Tobroek door
Duitsche gevechtsvliegtuigen met goede
uitwerking aangevallen. Nadat verscheide
ne duizenden kilogrammen brand- en bri
santbommen waren neergeworpen, ont
stonden verscheidene branden.
In luchtgevechten tijdens deze actie wer
den vjjf vijandelijke Hurricane en Curtiss
vliegtuigen neergeschoten.
INTERNATIONAAL VROUWEN
CONGRES TE BERLIJN.
De rijksvrouwenleidster, mevr. Scholz-
Klink, heeft gisteren in tegenwoordigheid
van den rijksorganisatieleider, dit. Ley, het
eerste internationale vrouwencongres on
der het motto der Europeesche samenwer
king, te Berlijn geopend. Zg wees op de be
langstelling van het buitenland voor den
arbeid der nat.-soc. Frauenschaft.
DE BESCHADIGINGEN AAN DE
„NELSTON".
Naar uit La Linea wórdt gemeld, zgn de
beschadigingen, welke het Engelsche slag
schip „Nelson" door Italiaansche torpedo's
heeft opgeloopen, zoo ernstig, dat het schip
niet in Gibraltar kan worden gerepareerd.
Het schip zal voor reparatie naar Enge
land moeten worden gebracht.
DE DUITSCH-TURKSCHE
ONDERHANDELINGEN.
In ambtelijke kringen te Berlijn toont
men zich zeer optimistisch ten opzichte van
de vooruitzichten der onderhandelingen van
dr. Clodius in Ankara. „Wij maken hiervan
geen politieke demonstratie" zoo verzeker
de men, blijkbaar zinspelend op Londensche
reclame met een beweerd Engelsch-Turksch
handelsaccoord, „het gaat ons om een rege
ling, welke tegemoet komt aan de concrete
behoeften der beide bevriende volkeren".
Ontslag van tijdelijke
werknemers.
De persdienst van het N.V.V. meldt:
Met ingang van 1 Juni 1941 had de
directeur-generaal van den arbeid aan lei
ders van industrie- en handelsbedrijven,
alsmede van landbouwbedrijven met uit
zondering van akkerbouw- en veehouderij
bedrijven, vergunning verleend tot het ont
slaan van werknemers, die bij hen in
tijdelijken dienst zjjn, onder wie wordt ver
staan werknemers, die op niet meer dan
110 dagen in de zes onmiddellijk aan de
datum van het ontslag voorafgaande maan
den bjj hen werkzaam zijn geweest.
Over deze vergunning zijn vele misver
standen gerezen. De voornaamste hiervan
was wel deze, dat men uitging van de
opvatting, dat bij het bepalen van de
310 dagen uitsluitend rekening behoeft te
worden gehouden met de dagen, waarop
door den betreffenden arbeider, in den ter
mijn van 6 maanden, onmiddellijk aan den
datum van het ontslag voorafgaande, in
dienst van den aanvrager arbeid werd ver
richt. Zondagen en algemeen erkende
Christelijke feestdagen, waarop niet was
gewerkt, telden derhalve bij deze bereke
ning niet mee. Evenmin was dit het geval
met dagen, waarop de arbeider wegens
ziekte, vacantie, onwerkbaar weer, ongeval
enz. geen arbeid had verricht.
De directeur-generaal van den arbeid
heeft thans aan de vertrouwensinstantie
voor het bouwbedrijf medegedeeld, dat de
in het uitvoeringsbesluit genoemde woorden
„bij hen werkzaam zijn geweest" moeten
worden opgevat als „in hun dienstbetrek
king zijn geweest". Dit beteekent dus, dat
bij de berekening van het aantal van 110
dagen de duur der dienstbetrekking geldt
en Zondagen, algemeen erkende Christe
lijke feestdagen, vacantiedagen en elke
andere dag, waarop wegens welke omstan
digheden ook niet is gewerkt, wel worden
meegeteld. Het is duidelijk, dat bg deze
gewijzigde interpretatie, in vele gevallen,
waarin voorheen geen vergunning tot ont
slag behoefde te worden gevraagd, thans
wel vergunning noodig is.
Een veel voorkomende misvatting was
vervolgens, dat bij het berekenen van de
110 dagen ook moeten worden geteld de
dagen, waarop een arbeider, gedurende den
termijn van 6 maanden onmiddellijk aan
den datum van ontslag voorafgaande, in
dienst van een anderen werkgever dan
den aanvrager werkzaam was. Deze op
vatting is onjuist. Er moet slechts rekening
worden gehouden met het aantal dagen,
dat de arbeider in genoemden termijn
werkzaam was in de onderneming van
den aanvragenden werkgever.
Vele werkgevers zijn van meening, dat
geen vergunning tot ontslag noodig is,
indien een arbeider, die krachtèns een
verleende vergunning werd ontslagen, na
korten tijd opnieuw werd tewerkgesteld en
opnieuw ontslagen. Zij zijn van oordeel, dat
alsdan slechts rekening behoeft te worden
gehouden met den duur van het laatste
dienstverband. Ook deze opvatting is on
juist. Bij elk geval van ontslag moet wor
den nagegaan of de desbetreffende arbeider
in den termijn van 6 maanden, onmiddellijk
aan den datum van het ontslag vooraf
gaande, meer dan 110 dagen in de onder
neming werkzaam was.
Meermalen komt het voor, dat werkge
vers een vergunning vragen tot ontslag
van een arbeider, die inmiddels zonder me
dewerking van den werkgever bg een
ander in dienst trad. Ook gebeurt het, dat
een arbeider, terwijl de aanvrage om ver
gunning tot ontslag in behandeling is, van
werkgever verandert. In deze gevallen werd
tot dusver geen vergunning verleend, wijl
deze strikt genomen niet noodig was. De
directeur-generaal van den arbeid heëft
besloten in dergelijke gevallen toch een
vergunning te verleenen, indien deze door
den werkgever wordt gevraagd. Als datum
van ingang dezer vergunning wordt dan
gesteld de dag, waarop de arbeider bg een
anderen werkgever in dienst trad.
t'tiU l LiL/Èl'lUA
DOOR J. REGIS
11)
„Het zou mij plezier doen", mompelde
hij. „De chef van de geheime politie is
zelf ook al gekomen, zooals ik zie."
Aspeland keek ook naar buiten.
„Ja, werkelijk!" riep hij uit en haastte
zich naar de deur. „Kom, jongens, nu
gaat de jacht beginnen."
Maurice Wallion bleef met Paschberg
achter, die nu het laatste restje van zijn
moed verloren had en onbewegelijk als een
vette egel in zijn hoek zat.
,Mag ik u nog een paar vragen stellen,
meneer Paschberg?" zei de journalist na
een poosje.
„Heel graag," slikte de egel en rolde
Hij glimlachte nog steeds,
zich een beetje uit
Wallion liep heen en weer, liet zijn
scherpe blikken overal rondgaan en onder
zocht het dikke tapijt voor het venster
met uiterste nauwkeurigheid. Daarop ging
hij de gang op en onderzocht langdurig
de linoleum vloerbedekking. Tenslotte stak
hij een sigaret op en ging op den stoel
zitten, waarop ze den gebonden Paschberg
gevonden hadden.
„VAN riTSTEL KOMT AFSTEL".
Hoe dikwijls niet wordt dit spreekwoord wer
kelijkheid? En hoe dikwijls hebt U uitgesteld
uw bijdrage voor de Nederlandsche ambulance
te storten, hoewel U zich stellig voorgenomen
had dezen menschlievenden arbeid te steunen?
Toch zéoidt U niet willen, dat, als straks de
ambulance uitrijdt, gij niet hebt bijgedragen aan
de totstandkoming daarvan. Stél daarom niet
meer uit en. voorkom daarmede, dat van uitstel
afstel komt! j
Stort vandaag nog uw bijdrage op girorekening
87—600
Nederlandsche ambulance. Koninginnegracht 22
's-Gravenhage.
wasoht en ruwt dekens
zonder zeepbon i f 1.02,
vracht niet Inbegrepen
Door tusschenkomst van Uw leverancier.
Ki«v gevoiinn. Herinnering Het gebouw ven de Tsje-Ka, weer vee wft In de
jaren 1917 1922 een waar schrikbewind over stad en land werd uitgeoefend,
waarbij duizenden slachtoffers werden vermoord (Continental-Holland)
Duitschland strijdt voor Europa.
Het opperbevel van de Duitsche
weermacht maakte Dinsdag bekend:
Binnen het bestek van de aange
kondigde nieuwe operaties is in het
gebied ten Noorden van de Zee van
Azof een groote slag geleverd, zy
aan zg met de verbonden troepen
achtervolgden de Duitsche strijd
krachten den Verslagen vgand. Ge
motoriseerde en pantserformaties
drongen diep binnen in de vijande
lijke terugtochtsbewegingen. Daarbij
werd de^staf van het negende Sov-
jetleger gevangen genomen. De op
perbevelhebber had zich tevoren per
vliegtuig in veiligheid gebracht.
Ook in de overige sectoren van
het Oostelijke front hebben de aan-
valsoperaties hun van te voren be
paalde verloop.
Een herhaalde nachtelijke lan
dingspoging van Sovjetstrijdkrachten
aan de kust ten Westen van Lenin
grad werd afgeslagen. Het meeren-
deel van de voor het aanvoegen ge
bruikte schepen werd tot zinken ge
bracht. De aan land gegane vijand
werd volkomen vernietigd.
Het luchtwapen heeft in den afge-
loopen nacht een wapenfabriek in
Rostof en militaire installaties in
Moskou en Leningrad aangevallen.
In den strijd tegen Groot-Brittannië
hebben gevechtsvliegtuigen in den
nacht van 6 op 7 October voor den
oorlog belangrijke installaties in
Zuidwest\ Engeland aanbevallen.
In Noord-Afrika hebben Duitsche
gevechtsvliegtuigen ook gisteren de
haveninstallaties van Tobroek met
goed gevolg aangevallen. Bij de
luchtaanvallen op de reede van Suez
in den nacht van 5 op 6 October zijn
twee koopvaarders met tezamen
10.000 brt. met voltreffers vernield.
Nog twee groote schepen werden
zwaar getroffen.
De vijand is overdag noch des
nachts het rijksgebied binnengevlo
gen.
HET VERKOOPVERBOD VOOR
INSTALLATIEBUIS.
Blgkens een publicatie in de Nederland
sche Staatscourant van Dinsdag, is met
ingang van 7 October, het verkoopen en
afleveren van installatiebuis verboden zon
der vergunning van het bureau voor <3e
metalenverwerkende industrie. Voor fabri
kanten, grossiers, installateurs en andere
afnemers dan installateurs, Is daarbij een
regeling getroffen voor de verstrekking en
afname.
HET VOORMALIGE LLOYDHOTEL TE
AMSTERDAM WORDT TIJDELIJK
HUIS VAN BEWARING.
De rijksgebouwendienst heeft een over
eenkomst getroffen omtrent het verhuren
aan het rijk van het voormalige Lloydhotel
aan de Oostelijke Handelskade te Amster
dam, ten behoeve van het departement van
justitie. Dit departement wenscht het ge
bouw nl. tijdelijk in te richten tot huis van
bewaring.
BENDE SLUIKHANDELAARS IN
BELGIË.
Voor het Brusselsche gerechtshof staan
94 beklaagden terecht, onder wie zich ver
scheidene chauffeurs, kooplieden, ambtena
ren en zelfs drie politie-agenten bevinden,
die zich in een bende vereenigd hadden met
het doel eigenaars van sluikhandel-artike
len op te sporen en te berooven. Was een
diefstal niet mogelijk, dan gingen de drie
politiebeambten ertoe over de goederen in
beslag te nemen.
„Meneer Paschberg", begon Wallion, het
nummer van de maat van uw schoen is
twee en veertig."
„Een en veertig", antwoordde de ander
verbaasd.
„Des te beter! In den middag bent u
een poosje uit geweest, waarby u rubber
overschoenen aan had. Toen u thuis kwam,
zette u de overschoenen ginds by den
parapluiestandaard neer. Daarna heeft uw
huishoudster de schoenen weggenomen, ze
schoongemaakt en ze op de plank neer
gezet. Ik vertel u dat, niet omdat het op
zichzelf eenige beteekenis heeft, maar om
aan te toonen, welke duidelgke sporen
smeltende sneeuw achterlaat. Be kan u
zelfs vertellen, dat u met de tram bent
gegaan, want uw linker overschoen heeft
een van die kleine stukjes confetti uit de
kniptang van den conducteur meegeno
men
„Dat is waar", bevestigde de kleine
heer in de kamerjas, terwyi hy groote
oogen opzette.
„Ook ik heb duideiyke sporen achter
gelaten en de afdrukken van de recher
cheurs zyn eveneens duidelgk herkenbaar.
„Wanneer hg Koprilis is nagegaan,
moest hy onvermydelgk nat worden. Dat
weet ik, want ik ben zelf Koprilis nage
gaan. Hy moest dan myn hinderiyke aan
wezigheid hebben opgemerkt en uw salon-
Maar uw onbekende bezoeker heeft niet de
geringste schaduw van een spoor achter
gelaten! Hoe moet dat verklaard worden?"
De mouwen van de kamerjas fladderden
op in een hopeloos gebaar. De journalist
keek met knipperende oogen den ander
aan.
„Jlebt u soms ook opgemerkt", vroeg
hy, „of de kleeren van den man droog
waren of dat ze nat waren van de
sneeuw?"
De kleine oogen van Paschberg rolden
sterk in hun kassen naar voren.
„Zoo waar als ik leef", riep hy uit,
„nu u het zegt de kerel had een over
jas aan van ruwe grove stof en ik kan
zweren, dat die net zoo droog was als
myn handen!"
„Punt één", mompelde Wallion met een
zucht van verlichting. „Laten we verder
gaan!"
Maar hg sprak meer tot zichzelf dan tot
den ander.
venster hebben opgezocht als een laatsten
uitweg om zyn vgand te benaderen. Maar
dat is onmogeiyk, want ook al zou hy
zyn overschoenen hebben uitgetrokken, dan
kon toch zijn jas niet droog zijn, en wat
voor doel zou dat ook hebben gehad?"
HET ITALIAANSCHE.
Het Italiaansche legerbericht van Dins
dag luidt
Engelsche vliegtuigen hebben brand- en
brisantbommen geworpen in de streek van
Catania en Licata, zonder schade aan te
richten. In Noord-Afrika hebben eenheden
van ons luchtwapen met succes een vlieg
veld bestookt in de streek van Mersa Ma-
troeh, benevens doelen op den grond in het
gebied van Tobroek. Aan de fronten van
Marmarica-woestyn vuur- en verkennings
actie van onze troepen. Het vgandelgke
luchtwapen heeft nachtelgke aanvallen ge
daan op Tripolis en heeft bommen gewor
pen, die voor het grootste deal in zee vie
len. In Oost-Afrika hebben onze eenheden
in* den sector van Gondar met aanzien
lijke strijdkrachten verkenningen uitge
voerd en aanvalspogingen van den tegen
stander afgeslagen. Tijdens een aanval
stortte een Britsch vliegtuig dat door den
afweer op den grond was getroffen, bran
dend neer In de nabijheid van onze stel
lingen.
L(Wordt vervolgd.)
Roosevelt wenscht verandering
der neutrallteitswet.
Gistermorgen heeft president Roosevelt
de aangekondigde bespreking over een
mogelijke wijziging der neutraliteitswet
gehad met minister Hull, vice-president
Wallace, Hopkins en acht leden van het
Congres. De leider der democratische se
naatsfractie, Barkley, deelde mede, ^dat de
besprekingen Woensdagochtend worden
voortgezet.
Uit Washington meldt het D.N.B. Naar
officieel wordt medegedeeld heeft president
Roosevelt den leiders van het Ameri-
kaansche Congres medegedeeld, dat hg
vooratander van wijziging der neutraliteits
wet is, opdat de Amerikaansche schepen
kunnen worden gewapend en zich kunnen
begeven naar havens van oorlogvoerende
mogendheden en naar de thans verboden
oorlogszónes.
DE BEWAPENING VAN SCHEPEN
ONDER PANAMEESCHE VLAG.
Naar uit Wash'hgtin gemeld wordt heeft
de Panameesche regeering besloten om de
bewapening van koopvaardijschepen te ver-
bieden. In politieke kringen te Washington
heeft dit besluit pijnlijke verbazing gewekt,
daar men op grond van de door de Pan-
Amerikaansche conferentie op voorstel van
Washington aangenomen resoluties alge
meen had aangenomen, dat de Amerikaan
sche regeering Panama verlof had ge
vraagd, voordat zij stukken geschut op
schepen onder Panameesche vlag bracht.
De Amerikaansche minister van buiten-
landsche zaken, Huil, gaf op de persconfe
rentie toe, dat geen overleg met Panama
heeft plaats gehad. Veeleer heeft de Ame
rikaansche marine, zoo verklaarde Huil,
tezamen met de federale scheepvaartauto
riteiten en de particuliere scheepsvaart-
maatschappg eigenmachtig de bewapening
van de onder vreemde vlag varende sche
pen doorgevoerd. Huil beweerde, dat het
om een „onbeduidende detailkwestie" ging.
Aan de solidariteit, zoo zeide hQ, wordt
hierdoor niets veranderd. De genoemde
Amerikaansche autoriteiten hebben, blijk
baar in goed vertrouwen, gehandeld, daar
slechts een enkel land, nl. de Vereenigde
Staten, de bewapening van koopvaardg-
schepen verbiedt. Huil hield een vurig plei
dooi voor de opheffing van dit verbod
BOTSING TUSSCHEN
ARGENTIJNSCHE OORLOGSSCHEPEN.
ELF OPVARENDEN GEDOOD.
Uit Buenos Aires meldt het D.N.B.
Tijdens vlootmanoeuvres zijn de Argen-
tgnsche kruiser „Almirante Brown" en de
torpedojager „Corrientcs" tengevolge van
een dichten mist op ongeveer 54 mijlen
van het zeebad Mar del Plata met elkaar
in botsing gekomen.
Volgens de tot nu toe ontvangen be
richten zijn door de botsing elf leden van
de bemanning van den torpedojager ge
dood. De zwaar beschadigde torpedojager
moest door de bemanning worden verlaten.
Naar het Argentgnsche ministerie van
marine mededeelt, hoopt men den torpedo
jager „Corrientes" nog te kunnen redden,
indien de mist optrekt.
AMERIKAANSCHE BOMMENWERPER
VERONGELUKT.
De Associated Press meldt uit Flagstaff
in Arizona, dat de sedert Donderdag jl.
vermiste groote bommenwerper van het
Amerikaansche leger volkomen vernield is
gevonden op de, hellingen van den Agassiz-
berg. De uit zes koppen bestaande beman
ning is omgekomen.
HET VERGIFTTGINGSGEVAL
TE VENLO.
Het noodlottige vergiftigingsgeval bg de
familie K. P. te Venlo heeft zgn tweede
slachtoffer geëischt. Maandagmiddag is de
71-jarige echtgenoote van P., die zelf reeds
Vrijdag was overleden, eveneens gestorven.
De toestand van het zesjarige kleinzoontje
is naar omstandigheden redelijk,