11 mm mm mw wm' m fü M u §§f iét s jf§ I 1P ggf J§ 9 mi kJÊ M m 0 9 wA Door de jeugd Bij de mooiste roofvogels van ons land. KORTE PREDICATIE GOD EENZAAM OP AARDE. Mare. 3 7-35. Zijn moeder dachtdat Hij krankzinnig was geworden. Galilea was in beroering. Menigten verdrongen zich. Armen, kreupelen, blinden, bezetenen, stroomden samen, een havelooze miserie, en Jezus, vreemde mankeek door die zieligen heen, genas hun kwalen, sprak vrij van zonde, gaf bevelen aan een onzichtbare wereld van demonen. Maar toen Hij twaalf leerlingen tot zich riep, omdat een gehate te groot is voor een stil werk Gods. was het geen vechtploeg, doch een wonderlijk onkrijgshaftig troepje. En toen de schriftgeleerden, de man nen van gezag, de mannen van invloed, ver ontrust uit Jeruzalem kwamen, stootte Hij hen ter wille van de waarheid radicaal van zich af. Zoo liet Hij zijn kansen voorbij gaan. V/eldra zal het volk zich eveneens teleurge steld afwenden. Eenzaam staat de Zoon Gods tusschen de armen der wereld en laat zich door de geestelijke gezaghebbers een bezetene noe men. Wel gaat Hij op deze aantijging ernstig in. toont haar onhoudbaarheid, wel waarschuwt Hij: één stap verder en gij hebt Gods erbarmen voorgoed achter u gelaten, weet wat gij doet! Zijn moeder dacht, dat Hij krankzinnig was geworden en nam de broers mee om Hem vei lig thuis te halen. Dan moet om Gods wil de laatste en liefste band losgemaakt worden, de band met thuis. Dan zal Hij volslagen een zaam staan. Toen God in de wereld kwam, om aan die wereld zijn erbarmen voor te leven in een mensch. (ten. werd het een rel om Hem heen. zoolang Hij enkel gaf en niet? vroeg. Daarna het men Hem alleen. De vromen en de wijzen verklaarden Hem krankzinnig, omdat Hij an ders dacht en sprak dan zij. Wanneer God heden wederkeerde, zou Hem~ dan niet het zelfde geschieden in deze wereld? Zouden wij Hem niet weer volgen zoolang Hij gaf en Hem verlaten zoodraHij vroeg? Wij weten hoe Hij behoort te zijn. en als Hij niet zoo isOf zou Hij een kring vinden, broeder, zuster en moeder? En zou ik in dien kring ■gezeten zijn? F. ZEEUWSCHE KRONIEK DAMMEN REDACTEUR J. A. VAN DIX HOORN, Baan straat 85, BeverwUk. .Het volgende schitterende stukje van den oud- wereldkampioen Springer, dat we aantroffen in ..1001 miniaturen", bieden we onzen lezers dit maal ter oplossing aan. I '4 3 6 46 Antenr Bi Springer, Den Haag. Ccferstelüng Zwart 7 schijven óp 10. 16. IS—20, 24 en 30. Wit 7 schijven op 26, 29, 33, 37, 40. 47 en 48. Als steeds Wit begint en wint. Oplossingen worden gaarne ingewacht vóór of op 24 September as. I ij de Redactie der Prov. Zeeuwsche Crt. ojjder motto Damrubriek. Onze match met Barend Dukcl. We komen thans nog even terug op de laatste cn beslissende vijfde partij uit bevenstaapden, nu reeds weer twee maanden geleden, beëindig den tweekamp, die in dammerskringen allerwege da aandacht heeft getrokken. In deze hoogst in teressante partij mocht het den sterken meester- speler, dank zij zijn bijzondere spelkwaliteiten. gelukken een gelijk spel uit het vuur te sleeRen en dat nog wel in een oogenschijnlijk verloren stelling. Met twee schijven voorsprong mochten we niet het genoegen sipakcn onzen geachten te genstander een nederlaag toe te brengen. Het verrassende offer, dat we op den 53-en zet brach ten. bleek hoe prhehtig ook berekend niet voldoende om de zoozeer begeerde winst te be reiken. Tijdens de partij hadden we echter ook ons oog laten vallen op een ander offer, n.l. 1520. inplaats A'an het door ons uitgevoerde of fer met 1419. Wanneer we dit offer hadden ge bracht, zou de volgende diagramstand ontstaan Zwart Van Dlxhoorn, Beverwijk. wyyyfr Wit Barend Dnkel, IJmuiden. De witspeler is thans in zijn zetten zeer be perkt. Immers, op 15—10 zou volgen: 46x7 10x19 en 7x45 met gewonnen stand. Speelt wit in den diagramstand 12—8 dan volgt 46x40 35x44 en 3 x 12 met een, tebereiken winststelling. Wanneer wit eerst het offer 29—23 brengt, dan volgt 46x19 12—7 en 19—23, waarna schijf 88 ver loren gaat en een voorsprong van 2 schijven wordt verkregen. ^let offer met 32—27 en 21x43 bezorgt zwart al spoedig een tweede dam, het geen ook als verlies kan worden aangemerkt. Met liet oog op de belangrijkheid van dit eindspel laten wij verdere onderzoekingen gaarne aan on ze lezers over, onder' mededeeling, dat wiJ.de meest uitgebreide inzendingen gaarne in onze rubriek zullen opnemen. Oplossing probleem Hühl. Dit in onze rubriek van 20 Augustus J.J. aange beden probleem had den volgenden stand: Zwart 7 schijven op 69. 13. 26 en 40. Wit 7 schijven op 16 31, 36—38, 46 en 50. De fraaie ontleding verloopt aldua: 5044 40x49 dam: 16—11 49x41 (meersl.)11x4 dam 26x37 4x42 41—47 42—15 6—11: 4641 11—17; 41—37 17—21; 36—31 21—26 en 31—27. Goede oplossingen ontvingen we van de heeren S. v. E. en v. d. M.. beiden te Vlissingen: W. B. te Middelburg, A. C en H. M. S., beiden te Goes en J. N. de V. te Dordrecht. SCHORE ÉN VLAKE. I. De geschiedenis van elk der beide plaat sen is zeer nauw met elkaar verbonden. Wel waren zij een afzonderlijke ambachts heerlijkheid, maar hadden vrij spoedig steeds denzelfden ambachtsheer. Toen de hervorming op Zuid^Beveland vasten voet kreeg, werden zij samen één kerkelijke ge meente. Tot voor enkele maanden waren zij ook-, één burgerlijke gemeente. Belde plaatsen liggen in de groote oude kern van Zuid-Beveland, de breede Wate ring bewesten Yerseke. In het Zuidoosten hiervan werd een schor bedijkt, vandaar de naam Schortf. Meer noordelijk hiervan lag veel vlak land, het Vlake. Men sprak vroeger van de moeren van Vlake. Nog is deze onjgeving zeer vlak en dus veel laag gelegen welland. In oude stukken over de Roomsche kerk van Schore, dus in het Latijn, wordt dit dorp Score of ook wel Schora genoemd. Schore en Vlake moeten vrij oud zijn. De parochie Schore wordt reeds in 1252 gemeld in een charter van den Roomsch- koning Willem. Een zekere Dodinus de Schore, zijn vrouw Gheila en hun dochter Cecilia schonken toen hun goederen te Schore aan een zeker St. Bernardsklooster. De kapel of Roomsche kerk te Schore was voor dien tijd gesticht door de nonnen van het naburige klooster Jeruzalem te Bieze- linge. De kerk had een vicary, waarvan het altaar gewyd was aan St. Nicolaas. Een rijk persoon of een geestelijke had aan de kerk een" legaat of een stuk land geschon ken. In de kerk werd een afzonderlijk al taar gemaakt en een kapelaan aangesteld, die op 't altaar op geregelde tijden ziele- missen moest 'lezen voor den afgestorvene, den erflater. Hij werd hiervoor beloond met de rente van het legaat of de pacht van het land. Zoo'n Schenking heette een vica ry. Bijna elke Roomsche kerk had vroeger een of meer vicary's. Het klooster te Biezelinge had het patroonrecht der kerk te Schore, d.w.z. het benoemde de geestelijken, die in de kerk dienst deden. De Roomsche kerk, na de hervorming een Protestantsche kerk ge worden, stond op dezelfde plaats, waar de tegenwoordige hervormde kerk staat, dus midden in het dorp en wel op de hoogst gelegen plaats. t De oude pastorie der Roomsche kerk moet gestaan hebben aan de Oostzijde van het dorp, waar later een hofstede is ge bouwd, heetende Rust na Onrust. De hof stede is 25 jaar geleden gesloopt. Het ter rein is daarna volgebouwd met'woonhuizen. Onder een aldaar staanden timmermans winkel zijn nog twee groote gave kelders als overblijfsels der oude hofstede. Ook staan er nog twee arduinsteenen palen met de woorden Rust na Onrust. Het woonhuis '1 met timmermanswinkel wordt bewoond door een der nazaten der vroegere hof stede, welke sedert het begin der 18e eeuw in hun bézit was. Vlake is niet veel minder oud dan Scho re. In 1245 was er een ambachtsheer, die zich de Vlaca of Van Vlake noemde. De oude Roomsche kerk bestond reeds voor 1300. Het patronéatsreclit had de deken van het kapittel der St. Salvatorskerk te Utrecht. Na de hervorming werd de kerk ook gebruikt voor den protestantschen eeredienst. Wij zullen later melden, hoe Schore en Vlake één hervormde kerkelijke gemeente werden met eenzelfden predikant en kerkeraad, doch elk een afzonderlijk kerkgebouw, waar omheen het oude kerk hof lag. In de laatste helft der 17de eeuw hing er in de kerk te Vlake een schilderij. Over het algemeen houden de protestanten niet van opsiering hunner kerken met schilde rijen. Doch wat op dit schilderstuk* was afgebeeld, was iets bijzonders. Op het doek of bord was namelijk de duivel geschildei'd, die met de pen in de hand en papier en inkt voor zich, gereed was om te schrijven. Hij wilde toch niet al de zonden der kerkgangers aanteekenen Neen, dan zou zijn werk wellicht te zwaar zijn geweest. Het was hem te doen om één persoon, nl. den prediker. Van dezen zou hij aanteekenen de verkeerde leeringen in zijn preeken om ze in het oordeel van God te brengen. Dat dit het doel was van den satan, stond in de volgende LatQnsche re gels op de schilderij geschreven Fragmina verborum Titevullus colligit horum. Deze woorden beduiden De satan (Tite vullus) teekent aan de misslagen in de re devoeringen om ze in het oordeel van God te brengen ter waarschuwing voor allen, die hier het woord voeren. Wanneer en op wiens last deze schilderij in de kerk was opgehangen, is niet bekend. Wel weten wij hoe zij verdwenen is. Toen Cornells Lands man te Schore en Vlake predikant was (hij diende de gemeente van 16611701) kon hij het blijkbaar moeilijk velen, dét zijn woorden, van den kansel gesproken, door den duivel zouden worden gewikt en gewogen en al naar bevinding te worden opgeteekend. Hij wilde bij zijn prediking, als hij de schilderij zag, ten minste daar aan niet herinnerd worden. In navolging van den grooten hervormer Luther, die met zijn inktkoker naar den duivel wierp, dien hij in zijn kamer meende te zien en daar door hem verdreef, moest de geschilderde duivel volgens hem ook uit de kerk ver dwijnen. Hij gaf aan den koster last de schilderij weg te nemen en haar te ver branden. Dit verbranden van den duivel geschiedde omstreeks 1675. De kerk te Vlake is in 1802 afgebroken, niet omdat zij toer. zoo bouwvallig was geworden, maar omdat het aantal wonin gen er om heen was verminderd. De kerk had ook een toren en was inwendig volko men gelijk aan de toenmalige kerk te Schore. Wanneer zij voor het laatst dienst heeft gedaan, is niet bekend. In 1740 was de klok reeds verkocht aar. de hervormde gemeente te Oostburg tegeif^ 0.50 het pond. Op de klok staatBeirues heet ic en ben ghegoten van Sijmoen Waghenes in 't jaar MVC en vitj. Verder twee wapens en het beeld van Onze Lieve Vrouwe en dat van een bisschop. Later zijn van de fundamenten der kerk de steenen opgegraven en hiervan een paar omliggende woningen gebouwd. Toen zijn ook enkele grafsteenen opgegraven. Een er van lang 2.3 m. en breed 1.7 m. heeft voor de vroegere Roomsche kerk te Goes gele gen. Er stond een afbeeldsel van een pries- BEVELAN'SE BRIEVEN Bram z'u nachtgöed. Den are weke kwam den dokter, volgens belofte, nae' Bram kieke. Die een slech ten tied achter de rik. Van beterschap was niks te bespeurenden aevend te voren den nog 'ezeid, toen ten overènd zat om te 'oesten, „ik nie vee' baete ble m'n dokter". Ie begust de moed kwiet te raeken. En daerden are mirreg, k ten net, voe d' êerste keer een bord mirregeten vóór z'n zat, dae' stapt den dokter binnen. Net ofdat 'n percies uut'erekend 'oeneer k de ziekte een kêer zou neme. „Hè", ie zei„dat gaet 'ier è^óed g'lóof ik". Noe was 't waer, dé, Bram dien dag voe d' êerste kêer prombêerden om wat te eten, en nie allêene prombêere het gieng smaekelik nae' binnen. En ie 6 'êle voe- mirreg mee één óore buten z'n slupmusse ligge luustere wat k ter zö-è.' omgieng, ok •voe d' êeste kêer. Noe was 'n daerom toch nie van plan om dat zömae mie een praatje af te laete löopen. Ie zei„wil je dat bord is anpakke?" en gieng wee mee z'n 'Óod op 't kossen ligge. Toen vroog 'n: „dokter, 'k vraege mag, zou der is niks tegen dat zwêeten te doen weze? Ik bin een 'êel endje de kant op'ekrope, d's waer, mae' da' 's vandaege nog mae voe den êesten dag, en dat zwêeten ik voe mien g'löove, da.' een méns dae' vee' van ver zwakt". „Me zulle is kieke", zei den dokter, „en me zullen is luustere'. Toen begust 'n Bram te onderzoeken polse voele, tonge bekieke, op z'n blöote rik kloppe en luustere mee dat dienk, mee die slangen in z'n óoren. Daer Bram z'n goed voe los motte maeke en tw'int ten dae' mee bezeg was, gienge die öogen van den dokter 'oe langer 'oe wieder open. Wien k dat Mertiene wies 'emaekt dat weet ik niet, moe' ze voe Bram een pyama op-'esolferd en z' den werentig zövarre 'ekrege, dat 'n die an- 'edaen ok. Dus, voe den dokter z'n ver wonderde óogen begust Bram z'n eigen te pellen êest z'n pyamajasje, toen z'n onder vest. z'n 'ols-doeR, z'n boezeloen, z'n gouwe knoppen uut z'n 'emsbieze. Den dokter docht „ikg'löove, dat 'n ginêens e^n borstrok an eit". En dat was waer dae' kwam niks mi' as z'n finel. Nou, toen k den dokter oalles goed be klopt en beluusterd trok 'n die slangen uut z'n ooren en stak dat dienk wee' in z'n binnenzak. Bram begust oalles wee' één voer één an te {toen. De dokter vroog „onder 'oevee' dekens lig je?" Mertine stleng er ok bie en die gaf antwoord: „viere dokter, mae' die op 't laeken is maer een ketoenen dae' een wollen op ligt. dan vin''je je laeken den aren ochend oltied tenden de voeten En mie een ketoenen je dat nie". De dokter zei „doen dan dien gestikten der Avast maer is of" en tegen Bram „en geef jie dat boezeloen en dat ondervest maer is an je vrouwe en dien 'olsdoek. Kaerel-lleve DA' je niet 'estlkt bint Oe verzin je 't, om mie oal die klêeren an onder zóvee" dekens te krupen een 'emde en een pyama, mêer 'óor je nie An 't èn". Mae' dae' begon Bram is tegen te sparte len. Die wou z'n ondervest nie ofgeve. Den dokter gaf ok nie toe die begreep glad nie wat k Bram dae toch in zag. maer eindelienge kwam 't 'öogev woord er uut „dae' zit m'n zakboek in en dae' ei een aar nie mee nóodeg". Den dokter, die zat wee' net te kieken ofdat 'n van z'n verstand of was. Ie begust„mae' m'n goeie man jen- eigen vrouwe„Ja-ja, 't is góed", zei Bram en ie stak z'n 'and in 't ermsgat, „t is k wel k de kommies overoal z'n neuze in mö steke". „Mae", den dokter zei, ,,'oe zou je dat dan motte maeke k je is in een zaak zat mee een boek-'ouwer en een dêel klerken, die k oal jen ontvangsten en jen uutgaeven. toet de leste cent moste boeke? Die soort ménsen bluve dae' gin óogenblik bie stille stae". ,Dat motte zulder wete", zei Bram, „dat bin mien zaken nie. En joe zaak is mien van dat zwêeten of-'elpe". ,,'k Zé.' een recept schrieve", zei den dok ter en ie gieng nae' den taefel om 't te schrieven en liet het dae' opügge, toen k ten wiggieng. Mertine gieng mee nae' de vö'-deure. Toen k ze mee' vrom kwam, vroog Bram „leest is, wat k ter op staet of geeft 't is 'ier". Ie von' dat toch nogA' van belank een recept voe den aptheek. Mertine kust het niet zie-e zonder bril, dus ze kwaem der mee nae' de bestie en Bram las „luchtige nachtkleeding hemd en pyamaéén lakeh en twee wollen de- kens". h. C. H. UIT ONZE COURANTEN VAN VOOR 50 JAAR Ste week 1891. Door het prov. kerkbestuur van Gronin gen is tot de evangeliebediening toegela ten de heer P. de Buck, theol. doet. te Oost-Souburg. Van 5 tot 11 September vervoerden de mailbooten der Mij. „Zeeland"- 1973 passa giers, nl. 947 uit Queenboro en 1026 uit Vlissingen. Beroepen bjj de Ned. Herv. gemeente te Oostkapelle cand. P. de Buck te Souburg; te Zaamslag cand. C. J. van Paassen te Franeker. Naar de „Stand." meldt, is het voorstel tot vereeniging met de Chr. Geref. Kerk door de Synode der Ned. Geref. Kerk een parig aangenomen. ter op met het randschriftHier leit be graven heer Kornelis Jansz van Hoeke, pastóor van Vlake, wien stierf in 't jaer 1452 op Sinte Pontiaansdag, bidt voor de Siele. Op een hofstede te Schore lag een klei nere steen, waarop stond hier is begraven Ollners Sone priester van de kerke en cap- pitul te Vlake stierf in 1352, bid voor de Siele. Het kerkhof te Vlake is tot plm. 1875 als begraafplaats gebruikt (Wordt vervolgd). B. J. d. M. De boomvalken bewoners van de zandverstuivingen. BEHENDIGE JAGERS EN SNELLE VLIEGERS. De zon bllkkers over de oneindige zand verstuivingen van de Veluwe. Onbarm hartig heet is het rulle zand, waar we nu al meer dan een half uur doorheen sjouwen, en een zware geur van hars golft om ons heen. Want de verspreide dennen op de zandverstuiving, zweten in het zon netje, dat het een aard heeft! In het Hulshorster zand. Een vreemd landschap is dit Toen we het kleine Veluwe-dorp Hulshorst verlie ten, leek alles nog heel gewoon: denne- bossen met hier en daar een stukje hei develd er tussen, soms een korenakker waar de schoven klaar stonden om te wor den opgehaald door den boer, zo nu en dan een boerenwoning met wat kippen en var kens, kortom, een echt Veluwe-landschap. Maar voor we goed en wel wisten, wN»t er gebeurde, werd het bos dunner veel duri- ner, en voor ons strekte zich een buiten gewoon merkwaardig landschap uit: het Hulshorster zand. Niet de enige zandver stuiving van Nederland, o nee! Want de Brabanders kennen naast vele kleinere complexen, de enorme Loonsche en Dru- nensche duinen, de Drenten bezitten o.m. hun Balinger- en Mantingerzand en ook in Friesland (de Boschhoek) in Overjjsel en in Utrecht vinden w.» zandverstui vingen. Dat zijn nu je ware woeste gron den! Oorspronkelijk waren hier wellicht heidevelden, bossen, wie zal het zeggen. Toen kwam er toevallig een flink gat in de begroeiing, door graafwerk van men sen of dieren, en dat gat lag precies zo, dat de Zuia-Westen wind er in blies. Die blies iedere dag wat meer zand weg, de begroeiing begon te sterven, er kwam een heel valleitje, en toen dat zo een paar jaar was doorgegaan, lag er al een aar dige zandverstuiving. Je voelt wel, een houtvester, een bosbouwer of een grond bezitter is niet direct verheugd, wanneer er in zijn gebied een zandverstuiving op treedt. Deze plaatsen woekeren nl. steeds verder, breken hele bossen af, overstromen heidevelden met brede zandgolven, en er is vrijwel niets dat er tegen helpt, want de wind transporteert het fijne zand steeds verder. SCHAKEN REDACTEUR J. M. MULLIó. Onderstaande partij is de vijfde uit de zoo Juist gespeelde match tusschen de heeren Maartense en v. d. Ende. Grünfeld-Indisch. Wit: J. J. v. d. Ende. Zwart: K. Maartense. I. d2d4 Pg8—f6 2. c2c4 g7—g6 3. Pbl—c3 d7—d5 4- Lel—f4 Lf8—g7 5. f2e3 0-0 6. Tal—cl c7—<5 '7. d4 x c5 DrlSaö 8. c4 x d5 Tf8—d8 9. Lfl—-c4 Voor deze variant verwijzen we naar een artike* van S. Landau, in het Tijdschrift van den Kon. Ned. Schaakbond, jaargang 1939 pag. 257. getiteld: „De GrUnfeld-verdediging in een kritiek stadium". Hierin komt deze zin voor: zooals analyses echter aantoonen, kan wit met Lflc4 de gehéele speelwijze van zwart weer leggen, men zie: 1. 9 Lfl—c4 Da5 x cS 10 Ddl—b3 a7—a8 11 a2a4 Ph8—d7 12 e3e4, 2. 9 Lflr-c4 Pf6 x d5 10 Lc4 x d5 e7—e6 11 Lf4—d6 3. 9 Lfl—<4 Pf6e4 10 Pgl—e2 4. 9 Lfl—c4 Lc8—e6 10 Ddl—a4 Da5xa4 11 Po3xa4 Pf6xd5 12 Pgl—f3 Pd5-b4 13 a3—a3 Le6xc4 14 Tclxc4 Pb4—d3f 15 Kei—e2 etc. De negende zet van wit nl. Lfl—<4 wordt dus als de weerlegging van de door zwart gekozen verdediging beschouwd. Merkwaardig genoeg komt in deze partij wit evenwel in het nadeql, zonder direct aan te too- nen groote fouten, cn slechts doordat zwart de juiste voortzettingon mist verliest hij tenslotte nog. 9e7—e6 een omwisseling van den 9en en lOen zet, welke toch niet geheel juist is o.i., daar wit 10 d5—d6 kon spelen. 10. Lf4d6 e6xd5 11. Lc4xd5 Pf6xd5 12. Ddlxd5 Pb8c6 13. a2—a3 een on aangenaam tempo-verlies. Wit wil Pb4 verhinde ren, en uit eigen onderzoekingen is ons gebleken, dat deze zet inderdaad voor wit niet prettig is. 13 Lc8e6 4. Dd5—13 Lg7—«51 Styling na 14Lg7—e5 il Üi psr glli i #J§ 11 ié! H U' Ël SB BE 15. Df3dl hierdoor blijft de witte dame voort durend bedreigd, en daarom lükt deze zet, hoe wel voor de hand liggend niet de beste. Ont wikkeling van Pgl leek meer aan te bevelen. 1 5b7—b6 opnieuw goed gespeeld, de positie van den raadsheer op d6 wordt er niet beter op. 16. Pgl—13 thans komt deze ontwikkeling te laat. 1 6Le6—c4? deze zet doet het voordeel van zwart vervliegen. Hier moest 16b6xc5 17 Pf3xe5 Pc6xe5 18 0—0 Peö—c4 19 Pc3-e4 Da5—b6 en Ld6 gaat verloren. 17. Pf3—d2! Lc4—d3 18. f2—f4! Le5xd6 19. cöxdö Td8xd6? 20. Pd2—c4! Da5-c5 21. Pc3a4! wit manoeuvreert handig met zijn paarden, en hoewel zwart alles in het werk stelt, kan hij materieel nadeel niet vermijden. 21Ld3xc4 22. Pa4xc5 TdBxdlf 23. Kei x dl Ta8d8t 24. Kdlel Lc4-d5 25 e3e4 Td8—e8 26. Kei—12 en zwart gaf op. De zoogenaamde voorwedstrijd om het kam* pioenschap is geëindigd met onderstaand resul- taat: 1. J. M. Mullié 13 pnt.2. H. Strooband 10 pnt. 3. W. de Graaf 9 pnt.: 4. P. D. de Zeeuw IVt pnt.; 5. P. M. de Kleyn 6Vj pnt.; 6. J. F. Heemskerk 6 pnt: 7. H. J. Kraak 3 pnt; 8. J. Scheltens 1 pnt. Opgemerkt moet worden, dat de heer Scheltens niet alle partijen meer kon uitspelen voor den vastgestelden termijn, waardoor hij diverse par tijen reglementair verloor. Hoewel er nog enkele andere partijen op deze manier .beslist moesten worden, had een en ander toch geen invloed op den einduitslag. De heeren Mullié, Strooband en De Graaf ko men dus in aanmerking om mee te spelen in den kampioenswedstrijd. Een dankbaar excurslegebled. Voor ons, natuurvrienden, behoren de ze zandverstuivingen tot de schoonste ex cursie-gebieden die er te vinden zijn. In de eerste plaats om de schoonheid van het landschap zelf, die met niets te verge lijken is. Troosteloos en grauw onder re genluchten, gloeiend als een woestijn on der de zomerzon, maar altijd even weids en schoon altijd even verrassend en grillig. Nergens kan je zulke prachtige wolken luchten zien als boven de zandverstuivin gen. Maar vooral komen we hier zo gaarne om de interessante dieren die op de zand verstuivingen waar te nemen zijn. Naar de insecten hebben we al eens gekeken, en we zullen ons dan ook voornamelijk bezig houden met een van de belangwek- kenste vogels van de zandverstuivingen, en bovendien een vogel, waar nog betrekke lijk weinig van bekend is: de boomvalk. Een slanke rover. Wanneer we zo over de zandvlakte trekken, zullen we vast op een gegeven ogenblik een vrij kleine, slanke vogel over ons hoofd zien schieten, 't LQkt een heel grote zwaluw, zo slank zijn vleugels en staart, maar de grootte zegt ons toch wel direct, dat we met een andere vogelsoort te doen hebben. Als je nu even later een hoog en vrij scherp geluid hoort: „Klikli- kli", dan kun je zeker zijn van je zaak: dit is de boomvalk, de vogel waarvoor wij vandaag speciaal naar de zandverstuiving zyn getrokken. Het zal je nog niet mee vallen om deze sinjeur goed te leeren kennen. HQ is niet alleen een buitenge woon snelle vlieger, die alweer voorbij is voor je hem goed en wel gezien hebt, maar bovendien is de vogel» vrij schuw, en erg algemeen is hQ niet. Laten we maar eens veronderstellen, dat we hem met erg veel moeite hebhen beslopen tot op een zo geringe afstand, dat v/e de kleuren en de tekening der ve ren kunnen waarnemen. De onderzijde van de vogel is lichtbruin met een gele tint, en vertoont allerlei lichte en donkere vlek ken. De kleur van de vleugels Is donker grijs, van ,de rug een weinig lichter. De keelvlek is wit, en loopt naar de nek nog een aardig eindje door. Ook boven snavel en ogen zitten vrQ veel witte of lichte veren en daardoor zijn tussen keel en snavel de „snorren" van de boomvalk ontstaan, donkere veren, die inderdaad veel op snorren gelijken en die een van de 1 belangrijkste herkenningstekenen van de boomvalk uitmaken. Insecteneter bQ uitnemendheid. De boomvalk is een uitstekende jager. In razende vaart kan hij door de lucht schieten: zijn' zeer dunne en spitse zwa luwvleugels stellen hem in staat een snel heid te -bereiken die groter is dan die van welke andere Nederlandse vogel ook. Die snelheid komt hem goed van pas, want hij voedt zich met snelvliegende insecten, vooral met grote libellen. Dat kunnen we zien uit het braakballenonderzoek, dat al tijd een groot aantal gazige libellenvleugels bevat. Het nest van een boomvalk ligt zo een zaam mogelQk, heel ver van de mensen in hoge, oude dennen en sparren. Daar ko men dan drie eieren van een geelwitte grondkleur, waarop honderden rode stip peltjes. Ze hebben nu evenwel bjjna vol wassen jongen, die worden gevoed vooral met kleine zangvogels. In de zomer bela gen de oude boomvalken onze kleine zan gers voortdurend, en daar zjj zulke feno menaal snelle viegérs zQn, hebben zij met het bijeenscharrelen van voedsel voor hun jongen weinig moeite. Ze vliegen zo snel, dat ze zelfs zwaluwen kunnen vervangen. Het zQn echter zomervogéls, de boomval ken. Eerst in April komen zQ op hun broed plaatsen en reeds in September reizen zQ naar het warme Zuiden. GEMENGD NIEUWS CLANDESTIENE HANDEL IN SCHOENEN. VQf fabrieken zullen gesloten worden. Bij een in samenwerking met het Rijks bureau voor huiden en leder te Amsterdam gehouden controle bij schoenwinkeliers ter plaatse, kwam'de gemeentepolitie te Zwol le een uitgebreiden clandestienen handel in schoenen op het spoor. Bij den schoenwinkelier O. werd gecon stateerd, dat schoenen in den handel ge bracht waren op andere wijze dan een bonafide schoenfabriek deze onder de thans geldende voorschriften behoort af te leveren. Dit leidde tot aanhouding van O., die daarna bekende een kleine twee duizend schoenen frauduleus verkocht te hebben. Niet allen voor den schoenwinkelier zul len de gevolgen onaangenaam zQn, doch ook .de schoenfabrikanten, 5 in getal, pluk ken thans reeds de wrange vruchten van hun bedrQf, daar zij onmiddellijk na het bekend worden van hun handelwQze hier omtrent gehoord zQn, terwijl hun fabrieken gesloten zullen worden. Verdere arrestaties staan nog te wachten. De voorraad van den winkelier O. is in beslag genomen. Tevens zullen de koopers, die schoenen zolder bon van dezen winkelier hebben betrokken, hiervoor worden vervolgd. 1 LEEUWENPLAAG IN RHODESIË. Een gevaarlijk avontuur heeft, volgens een bericht in het Kaapstadsche blad The African World, een vrouw beleefd in het Mlanje-gebied in Rodesië. Op een eenza men tocht door de steppe sprong plotseling een leeuw op het dak van haar auto. ZQ had de tegenwoordigheid van geest vol gas te geven, waardoor zij na eenigen tQd den onpleizlerigen passagier kwijtraakte. Een andere leeuw heeft bij Zomba een auto der posterijen aangevallen. Het beest klemde zich vaat aan het portier. De chauffeur kon hem eindelijk, nadat hij zware beschadigingen had toegebracht aan de auto, kwijtraken. In hetzelfde gebied zQn zes inboorlingen door leeuwen verscheurd. De dieren drin gen ten gevolge van de buitengewone droogte van dezen winter steeds weer door in bewoonde streken.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1941 | | pagina 6