06 T)irigent
Waar blijven onze gebruikte distributiebonnen
De legerberichten van gisteren.
Zenuwachtig
Tweede Blad
PROVINCIALE ZEEUWSCHE COURANT
Vrijdag 29 Augustus 1941
——■W
Eerst contröle, dan vernietiging.
Het stoffelijk wel en wee van practisch
alle Nederlanders is in dezen oorlogstijd in
belangrijke mate afhankelijk van het cen
traal distributiekantoor, welke overheids
instelling de geheele technische uitvoering
van de Distributiewet 1939 in handen heeft.
Dat deze opdracht geen peulschilletje is en
dat een buitenstaander zich nauwelijks kan
voorstellen, hoe' omvangrijk en gecompli
ceerd het distributieapparaat wel is, zal
voor iedereen duidelijk zijn. De moeilijkhe
den, welke zich hierbij voordoen en welke
dikwijls op zeer korten termijn om een
oplossing vragen, zijn vele en men zal haar
eigenlijk eerst dan beseffen, wanneer men
een kijkje achter de schermen neemt en dan
niet alleen de zeer moderne mechanische
administratie ziet en bewondert en daarbij
allerlei astronomische getallen van te ver
werken kaarten en bonnen hoort, maar te
vens getuige is van het laatste distributie
stadium: de nacontröle van de ingeleverde
opplakvellen en de daarop volgende papier
vernietiging. Met nacontröle het woord
zegt het reeds wordt bedoeld een con
tröle op de contröle, welke door de distribu
tiediensten .wordt verricht.
Voor deze nacontröle moest destijds een
apart gebouw in gebruik worden genomen
Het werd gevestigd in Den Haag, dicht bij
den hoofdzetel van het Centraal Distributie
kantoor. Reeds spoedig echter bleek, dat de
taak zoo omvangrijk was, dat besloten
moest worden de groote steden het werk
der nacontröle zelve te laten uitvoeren. Bo
vendien en deze toestand was allerminst
ideaal moest de nacontröle voor enkele
artikelen, nl. voor vleesch, textiel en brood,
achterwege blijven.
Bykantoren in Hattem en Gennep.
Thans is ook aan dezen onbevredigenden
toestand eeh einde gemaakt. De oplossing
is gezocht en gevonden in de richting van
de centralisatie, waarbij het land in twee
deelen is gesplitst.
De noordelijke provincies leveren hun op
plakvellen in bij een in Hattem gevestigd
bijkantoor en de zuidelijke bij een kanton,
dat in Gennep is gesticht.
De organisatie van dit nieuwe systeem
maakt het noodzakelijk, dat de groote ste
den haar opplakvellen voorloopig nog naar
Den Haag sturen. In October echter zuilen
deze steden de bonnenvellen naar één der
bijkantoren moeten zenden.
Gedurende Me eerstvolgende weken is de
toestand dus zoo, dat de bonnen van .rond
3.350.000 personen in Hattem, van rond
3.260.000 personen in Gennep en van rond
2.230.000 personen in Den Haag worden in
geleverd, ook de vleesch-, textiel- en brobd-
bonneri.
Het bijkantoor in Hattem is zijn werk
zaamheden op 18 Augustas begonnen. Den
daarop volgenden dag kwamen de eerste
opplakvellen met vleeschbonnen daar bin
nen.
Na verloop van twee weken volgen tex-
tielbonnen en nog een week later de brood
bonnen. Daarna zullen de petroleumbonnen
aan de beurt komen en dan zal kunnen wor
den overgegaan tot het overhevelen van
alle tot nu toe in Den Haag verrichte werk
zaamheden naar Hattem, voor zoover het
De Britsche verliezen in de luchts
NEGEN SPITFIRES NEERGESCHOTEN.
Naar het D.N.B. verneemt, heeft de
Engelsche luchtmacht -gisteren bij aanval
len op de Kanaalzöne 9 Spitfires verloren.
Gistermiddag probeerden 25 tot 30 Spit
fires het kustgebied van West-Frankrijk te
naderen. Sterke groepen Duitsche jagers
gingen terstond tot de achtervolging over.
Een escadrille van deze formaties trof de
geheele vijandelijke groep aan en viel den
numeriek sterken tegenstander terstond
aan. Na hevige luchtgevechten schoten
de Duitsche jagers 6 Spitfires omlaag. De
escadrille Messerschmidts keerde zonder
verliezen op haar uitgangspunt terug.
Voorts vloog gistermiddag een Spitfire
naar het Noord-Fransche kustgebied en
werd door Duitsche jagers neergeschoten.
Voorts is gisteren door marineartillerie
een Britsche Vicker's-Wellington machine
aan de kust van het Kanaal omlaag ge
schoten.
ENGELSCHE VLIEGTUIGEN BOVEN
DUITSCHLAND.
Britsche vliegtuigen hebben in den nacht
van Donderdag op Vrijdag in West-Duitsch-
land een aantal bommen neergeworpen,
die slechts geringe schade aanrichtten.
Totdusver is bericht .ontvangen, dat zes
vijandelijke vliegtuigen door nachtjagers
en de luchtdoelartillerie zijn neergeschoten.
natuurlijk de noordelijke provincies betreft.
Het bijkantoor in Gennep begint de vol
gende week volgens hetzelfde plan te wer
ken. Einde September zal dan bereikt zgn,
dat alle bonnen, ook die, welke tot nu toe
bij de distributiediensten bewaard bleven,
nagecontroleerd en vernietigd worden.
Men zal zich wellicht afvragen, waarom
juist Hattem en Gerttxep zijn uitgekozen. In
de eerste plaats kwamen deze gemeenten in
aanmerking, omdat zij ten opzichte van het
gebied, dat den bijkantoren is toegewezen,
centraal zijn gelegen en in de tweede plaats,
omdat in beide dorpen een papierfabriek is
gevestigd, welke het vernietigde papier kan
verwerken. Dat dit laatste van veel betee-
kenis is, moge blijken uit het feit, dat alleen
reeds de brood- en vleeschbonnen per week
een hoeveelheid van 8000 9000 k.g papier
vertegenwoordigen. Door den aanvoer van
dit distributiepapier worden deze febrieken
in staat gesteld een gedeelte van het bedrijf
continu op gang te houden.
In Hattem heeft men voor het bijkantoor
beslag kunnen leggen op een oud en niet
meer in gebruik zijnde schoolgebouw, ter
wijl het bijkantoor in Hennep in de fabriek
zelve ondergebracht kon worden. In elk
der bijkantoren zijn ongeveer 80 menschen
te werk gesteld.
Het spreekt vanzelf, dat zoowel Hattem
als Gennep de vestiging dezer bijkantoren
in hun gemeenten met yreugde hebben be
groet. Immers het overgroote deel van het
personeel, dat in elk der kantoren te werk
is gesteld, bestaat uit inwoners dezer plaat
sen en het is voornamelijk de kleirfe mid
denstand, die hiervan profiteert.
De beteekenls voor de papierindustrie.
Tenslotte nog iets over de beteekenis van
deze ontzaglijke hoeveelheden gebruikte
bonnen voor de papierindustrie. Zooals be
kend, vormt de aanvoer van grondstoffen
voor deze industrie in oorlogstijd een zeer
moeilijk vraagstuk.
De voornaamste grondstoffen, hout en uit
hout bereide halfproducten als geslepen
houtstof en cellulose, moeten uit het bui
tenland komen en dit gaat zoo moeilijk en
met zooveel stagnatie, dat de grondstof
situatie voor de papierindustrie de grootste
zorgen baart.
Indien al het oud-papier in alle vormen
zooveel mogelijk als grondstof beschikbaar
kwam, zou dit een aanmerkelijke verbete
ring beteekenen. Weliswaar moeten ver
schillende papiersoorten bij gebruik van oud
rapier als grondstof aan heldere kleur en
aan vastheid iets inboeten, maar in de hui
dige omstandigheden is hoofdzaak, zooveel
mogelijk te kunnen voldoen aan de enorme
papierbehoefte van de moderne samenle
ving.
Weliswaar beschikte de Nederlandsche
papierindustrie bij het uitbreken van den
oorlog over groote voorraden en was ook
de handel goed voorzien, dóch deze voorra
den zijn reeds sterk afgenomen en niemand
kan voorzien hoelang wij ër hög'mee "Zulléh
toe moetpn komen. Daarom is het een prij
zenswaardig initiatief geweest, het distribu
tiepapier na vernietiging onmiddellijk weer
productief te maken.
De strijd tegen het communisme
in Frankrijk.
DRIE DOODVONNISSEN.
Uit Parijs meldt het D.N.B. In het
kader der maatregelen van de Fransche
regeering tegen de sabotagedaden der com
munisten hebben Woensdag bijzondere
rechtbanken, die krachtens een wet van
22 Augustus waren ingesteld, voor het
eerst vonnis geveld. Drie personen werden
ter dood veroordeeld. De vonnissen werden
gisterochtend voltrokken, naar van 'bevoeg
de Fransche zgde vernomen wordt. Zes
anderen werden veroordeeld tot tuchthuis
straffen van zeven jaar, tot levenslang en
twee tot gevangenisstraffen.
De plannen voor een conferentie
te Moskou.
Naar de Zweedsche Nya Dagligt Alle-
handa uit Londen meldt, valt daar onte
vredenheid op te merken in verband met
de vertraging van de conferentie te Mos
kou. In Britsche regeeringskringen is men
van meening, dat men niet veel kan doen,
voordat Washington zijn besluiten heeft
medegedeeld.Men acht het mogelijk, dat
Eden en Be^verbrook naar Moskou ge
zonden zullen worden.
DR. G0EBBELS OVER DE
DUITSCHE BERICHTGEVING.
ONDERGESCHIKT AAN DE BELANGEN
VAN WEERMACHT EN VOLK.
y spreekt wanneer het tyd is.
In een artikel in het tijdschrift „Das
Reich" karakteriseert rijksmini-ter dr.
Goebbels de bijzondere kenteekenen van
de Duitsche berichtenpolitiek, zooals die
vooral gebleken zijn uit de vereischten
van den oorlog.
Dr. Goebbels begint met te verklaren, dat
er in de geheele oorlogsgeschiedenis geen
voorbeeld aanwezig is, waarin een oorlog
gevoerd is, zonder dat de regeering invloed
uitoefende op de openbare meening. Zelfs
in de z.g. democratische landen bestaat
in den oorlog niets, wat men met „vrijheid
van meening" kan kenmerken. Wanneer
men bedenkt, dat het voeren van £e berich
tenpolitiek geheel ondergeschikt gemaakt
moet worden aan de belangen van het volk
en vooral aan die van zijn weermacht,
spreekt het vanzelf, dat de politieke berich
tendienst in den oorlog niet op goed geluk
georganiseerd mag worden, doch uitsluitend
volgens een breed grootsch opgezet plan.
Al moeten wij ook om militaire redenen
feiten van den meest uiteenloopenden aard
verzwijgen, toch staat het openbare leven
in Duitschland voor de kennisneming van
lederen neutralen vreemdeling open. Wij
hebben het niet noodig om, zooals de En-
gelschen doen de toegang tot heele steden
of provincies te verbieden. Bij ons kan
iedere buitenlandsche correspondent onbe
lemmerd met het buitenland telefoneeren of
telegrafeepen, terwijl in het z.g. democra
tische Engeland de censuur op buitenland
sche telegrammen al bij het begin van
den oorlog werd ingevoerd., Natuurlijk ja-
ten wij ons onze berichtenpolitiek niet
door den,vijand voorschrijven. Wanneer wij
derhalve op bepaalde leugens van vijandi-
gen kant niet reageeren, dan hebben wij
daarvoor goede redenen. De vijand .anceert
vaak bepaalde berichten, om ons tot een
antwoord te noodzaken dat den vijand
van nut zou kunnen zijn. Onze berichten
politiek moet derhalve soms ook zwijgen
over dingen en gebeurtenissen, die in bet
binnenland algemeen bekend zgn.
Rijksminister dr. Goebbels trekt vervol
gens een vergelijking tusschen de Duit
sche en de Engelsche berichtenpolitiek en
komt tot de conclusie, dat Duitschland
zich als gevolg van zijn openlijke en eer
lijke berichtgeving ook een tijdelijk ver
stommen van zijn nieuwsorganen kan per-
mitteeren. Anders daarentegen de Engel-
schen. Wanneer de menschen niet zoo ver
geetachtig waren, zouden zg van den Loh-
denschen nieuwsdienst geen woord meer
gelooven. Daar heeft men altijd slechts
valsche prognoses gesteld. De minister her
innert in dit verband ami de keten van
Engelsche leugenberichten, te beginnen bij
het Poolsche leger voor de poorten van
Berlijn, tot de beweerde nederlagen in
het Oosten, om van de bolsjewisten maar
te zwijgen. Zij liegen niet uit noodzaak,
maar uit. wellust. Zg geven zich niet eens
meer de moeite, aan hun berichten een
zweem V^n waarschijnlijkheid te g^ven.
Ten slotte merkt dr. Goebbels op, dat het
Duitsche volk van zijn leiding verwacht
ter overwinning geleid te worden. Op
welke wijze zij dat doet. moet aan haar
zelf worden overgelaten. Zij spreekt, wan
neer het tijd is om te spreken, zij zwijgt,
wanneer het tijd is om te zwijgen.
Menzies afgetreden als
Australische minister-president.
PADDEN ZIJN OPVOLGER.
Reuter meldt uit Melbourne, dat de
Australische minister-president Menzies,
die sinds 1936 in functie en ook minister
voor de coördinatie van het defensiepro
gram was. is afgetreden. De plaatsvervan
gende minister-president, Fadden, die Men
zies vervangen heeft tijdens diens verblijf
in Engeland, is eenstemmig in een gemeen
schappelijke vergadering van de vereenig-
de Australische partijen en de boerenpartij
tot minister-piesident gekozen. Het aftre
den van Menzies treedt formeel Vrijdag in
werking. In een persconferentie verklaar
de hij te hopen, dat zijn aftreden een gun-
stigen invloed zou hebben op de eensge
zindheid tusschen de regeering en de par
tgen.
""■aAkkuTUËVL
Duitschland strijdt voor Europa.
Het opperbevel der Duitsche weer
macht deelt mede:
„Aan het geheele Oostelijke front
ontwikkelden zich de operaties ook
Woensdag volgens de plannen. Aan
het Finsche front hebben Duitsche
en Finsche troepen in nauwe samen
werking een belangrijk succes be-
naald. Na onder de moeilijkste ter
rein- en weersgesteldheid gevoerde
gevechten, die dagen duurden, is ten
Oosten van Salla een vijandelijke
strijdmacht ter sterkte van twee di
visies vernietigend verslagen. x
Slechts kleine gfdeelingen slaag
den er in, met achterlating van vrij
wel alle oorlogsmateriaal te ont
komen.
Af deelingen der Duitsche lucht
macht hebben Woensdag, overdag
109 Sovjetvliegtuigen vernietigd. Bo
vendien werden door Tongaarsche ja
gers 10 en door Italiaansche jagers
8 Sovjettoestellen neergeschoten.
In de Engelsche wateren heeft-een
gevechtsvliegtuig overdag bij de Fa-
roër een vrachtschip van 4000 ton
tot zinken gebracht. Op verscheidene
Engelsche vliegvelden zijn geslaagde
nachtelijke aanvallen gedaan. Aan de
kust van het Kanaal verloor de
Britsche luchtmacht eergisteren 11
vliegtuigen bij luchtgevechten en 2
door afweergeschut.
Duitsche gevechtsvliegtuigen heb
ben in den macht van 26 op 27
Augustus bomtreffers geplaatst op
de installaties van het vliegveld Is-
maila aan het Suezkanaal.
Britsche vliegtuigen hebben
Woensdagnacht het gebied rondom
Mannheim aangevallen. De schade
is onaanzienlijk. Een der aanvallende
bommenwerpers is door afweerge-v
schut neergehaald".
Burgers in nood.
Er is weinig nnodig om te kunnen be
seffen, hoe het de burgerbevolking in het
strijdgebied van de Sovjet-Unië vergaat.
Evacuatieplannen, zooais die in de Wester-
sche landen waren gemaakt en ook tijdens
den strijd werden uitgevoerd, bestaan in de
Sovjet-Unie niet. De burgers, vrouwen,
kinderen en gnjsaards zijn geheel op zich
zelve aangewezen en wanneer het front
zich meer en meer naar hun woonsteden
vèrpj^atst, nemen zij als opgejaagd wild
de wijk. Niemand bekommert zich om hen
totdat het gebied, waarin zij zich bevinden,
in Duitsche handen is gevallen. Dan ont
fermen zich de Duitsche ambulances en
hulpexpeditie, over deze opgejaagde stak
kers, die eenmaal terug gekomen in hun
woonplaatsen, tot de verschrikkelijke ont
dekking komen, dat de terugtrekkende
Sovjet-troepen geen huis hebben gespaard.
Zoo maken deze menschen, die jarenlang
onder het juk van de Sovjets geleefd heb
ben voor het eerst kennis met de Wèster-
sche opvatting van naastenliefde.
Liefderijk worden zij opgenomen en ver
zorgd door dr ambulances. Medische hulp
wordt hun verleend en voedsel uitgereikt.
Daar is een geweldige organisatie voor
noodig om dit alles te verrichten, een orga
nisatie, die arbeidt onder de witte vlag met
het roode kruis.
Nederland zal ook aan dit werk mee
doen!
Nederland zendt een ambulance naar het
Oostfront.
Nederland weet, dat dit zgn plicht is!
Ook veel geld is noodig om dit werk
uit te voeren, doch de organisatoren ken
nen het Nederlandsche volk. Zij weten, ddt
er nimmer vergeefs een beroep pp dit volk
is gedaan als het er om ging anderen te
helpen.
Nederlanders, weet wat u te doen staat.
Steunt naar uw vermogen de tot stand
koming van de Nederlandsche ambulance.
Stort uw bgdrage, iets meer dan u kunt
missen, op girorekening
Nederlandsche ambulance, Koninginne
gracht 22, 's-Gravcnhage.
DRIE IRAKSCHE STAATSHOOFDEN
GEDEPORTEERD.
Uit Tunis meldt het D.N.B.: Drie Irak-
sche staatshoofden zgn gearresteerd en
naar Voor-Indië gedeporteerd. Als protest
tegen de Engelschen en tegen de huidige
Iraaksche regeering hadden zij. de burger
lijke ongehoorzaamheid geproclameerd.
Voorts hadden zij geweigerd belasting te
betalen en na een oproep der autoriteiten
te verschijnen.
HET ITAIJAANSCHE.
Het 450ste communiqué van het Italiaan
sche hoofdkwartier luidt
„De Duit3ch-Italiaansche luchtmacht
heeft Woensdag een levendige bedrijvigheid
ontplooid tegen de vesting Tobroek. Sterke
af deelingen Italiaansche en Duitsche bom
menwerpers hebben, begeleid door onze ja
gers, havenwerken, batterijen-en andere
doelen bestookt..Boven Sidi el Barrani heb
ben Duitsche jagers twee Britsche vliegtui
gen van het type Curtiss neergeschoten.
Italiaansche escadrilles hebben de vijande
lijke stellingen in de oase Dzjaraboeb ge
bombardeerd. Aan het landfront van To
broek aanzienlijke bedrijvigheid van voor
uitgeschoven afdeelingen en artillerievuur.
De Engelsche luchtmacht heeft opnieuw
aanvallen gedaan df> Tripolis en Benghazi.
In Oost-Afrika is een hevige vijandelijke
aanval op Wolsjefit afgeslagen dooi; den
hardnekkigen tegenst^Vid van onze troepen,
die werden gesteund door een welonderhou-
den artillerievuur en de doeltreffende actie
onzer dappere vliegers.
In de Middellandsche Zee hebben Italiaan
sche torpedovliegtuigen in opeenvolgende
golven 2 vijandelijke oorlogsschepen aan
gevallen en getroffen, nl. een lichten kruiser
en een hulpkruiser van 12.000 ton. Een
onzer vliegtuigen is niet op zijn basis terug
gekeerd."
Japan en de Ver. Staten.
NOMOERA OVERHANDIGT ROOSEVELT
PERSOONLIJK SCHRIJVEN VAN
KONOJE.
De Japansche ambassadeur te Washing
ton, Nomoera, heeft president Roosevelt
een persoonlijk schrijven van den Japan-
schen minister-president overhandigd. In
aansluiting daarop heeft Nomoera een on
derhoud gehad met president Roosevelt en
met den minister van buitenlandsche za
ken, Cordell Huil. Nomoera weigerde den
journalisten eenige aanduiding te verschaf
fen omtrent den inhoud van de boodschap.
Na de ontvangst van den Japanschen am
bassadeur verklaarde minister Huil, dat
president Roosevelt op den persoonlijken
brief van den Japanschen minister-presi
dent ook persoonlijk zal antwoorden.
DE AMERIKAANSCHE BENZINE
VERSCHEPINGEN NAAR
WLADIYV OSTOK.
Onder vette koppen houden zich zoowel
de New York Times als de New York He
rald Tribune bezig met de verklaring van
den Amerikaanschen minister van buiten
landsche zaken Cordell Huil omtrent de
Amerikaansche leveringen naar Wladiwos-
tok en omtrent de Japansche reactie op
deze leveranties.
De bladen berichten voorts over de
Woensdag uitgevaardigde proclamatie van.
Roosevelt, krachtens welke al het oorlogs
materiaal en alle grondstoffen en machine
rieën voor de vervaardiging van oorlogs
materiaal onder exportlicentie geplaatst
worden. Deze verordening betreft in de
eerste plaats de Philippijnen, waarvoor
geen exportlicenties meer zullen worden
goedgekeurd.
De New York Times meldt in dit ver
band uit Washington, dat de verklaring
van Huil betreffende Japan zoo uitgelegd
moet worden, dat de Ver. Staten ook ver
der het recht opeischen, Amerikaansche
schepen over den Stillen Oceaan naar Wla-
diwostok te zenden, ongeacht de positie
van Japan.
De New York Herald Tribune schrijft
Zoowel Roosevelt als Hull hebj>en in hun
jongste verklaringen te verstaan gegeven,
dat de Amerikaansche regeering vastbeslo
ten is, den bolsjewisten vliegtuigen en ben
zine te doen toekomen, evenals zij vastbe
sloten is te verhinderen, dat Japan vêor de
oorlogvoering belangrijke leveranties van
de Philippijnen zou kunnen betrekken.
De oorlog in China.
De Japansche strijdkrachten, die doende
zijn met veelomvattende omsingelings
operaties tegen Chineesche communisten in
het grensgebied van de provincies Sjansi
en Hopeh, hebben het belangrijke vijande
lijke hoofdkwartier Tsjankiajoean ingeno
men op vijftig kilometer ten Noordwesten
van Sjimen, zoo wordt gemeld van een
Japansche basis in Indo-China. Deze aan
val geschiedde met medewerking van Ja
pansche legervliegtuigen. Nadat de "Chinee
sche troepen uit de stad waren verdreven,
geraakten de Japanners nogmaals slaag
met de Chineezen te Tsjentsjwang. op om
streeks dertig kilometer ten Zuiden van
Foupïng, in het Westen der provincie
Hopeh.
door O. R.
7)
„Ja, van Sadi." De oogleden zonken ge
heel dicht, zij ademde met moeite. „Als
geschenk ter herinnering en ter ver
dediging."
„Maar hij flehield het zelf onder de hand,
want nu zat het toch in den zak van
zijn pels?"
Nu sprak ze snel, kort van adem. Haar
oogen hingen angstig spiedend aan de
zijne.
„Ja, hij ;sou het voor me dragen tot later.
Twee dagen geleden, toen we hier aan
kwamen, bestelde hij het wapen voor mq
bij een juwelier. U ziet mijn monogram
op het handvat. Vanmorgen gingen we sa
men uit om het af te halen. Ik vroeg
hem, het voor me te dragen en hij stak
het in den zak van zijn pels."
„En nu kwam u naar beneden om het
te halen. Ja, ja. Net nu! Zoudt u daar
misschien een speciale reden voor heb
ben?"
Ze keek hem aan zonder te antwoor
den, met opeengeklemde handen, verkoos
eindelijk haar schouders op te halen als
een soort antwoord.
„Mademoiselle Chervais", zei Van Mieth,
„u staat me toe, u nu naar uw kleedkamer
te begeleiden. Later zal ik mij misschien
genoodzaakt zien, u nog met een paar
vragen lastig te vallen."
Ze keerde zich om. „Mij begeleiden be
hoeft u niet, en op meer antwoorden dan
ik al gedaan heb, dat kan ik later ook
niet. Maar het pistool is van mij, niemand
weet er van dan ik, niemand heeft het
gezien, behalve ik, en zelfs Sadi heeft zon
der twijfel vergeten, dat hij het in zijn zak
had anders had hij natuurlyk zoo'n ge
vaarlijk ding weggelegd in zijn kamer, of
het naar mijn kamer gestuurd, zooals we
uitdrukkelijk hadden afgesproken. Meer
kan ik u niet zeggen én meer zal iemand
anders ook niet in staat zijn u te zeggen."
Van Mieth keek haar gestalte na, die
als een visioen van wit en violet in het
schemerig donker van de gang verdween.
Op dit oogenblik kwam dr. Charbin dwars
over het tooneel op hem toe. Van Mieth
reikte hem de revolver.
„Kijk eens", zei hij, „maar wees voor
zichtig, er zitten nog vijf patronen op."
De gerechtsmedicus opende het maga
zijn.
„Ja", zei hjj, „vijf scherpe patronen en
een afgeschoten huls. Het kaliber is 6
mm. Er is geen twijfel." Hij bekeek naden
kend den pels, dien Van Mieth hem wees.
„Zooveel staat nu vast", zei Van Mieth,
dat we hier één van de taflta gezochte
punten hebben: het wapen, fikt gebruikt
is en 'bovendien, dat het genomen is uit
dien jaszak door iemand, die in elk
geval geweten heeft, dat het zich daar
bevond en die na de daad, terwijl hier
alles tumult en verwarring was, het af
geschoten wapen weer op zgn plaats heeft
gebracht. Dat ziet er al leelijk uit voor
's pelzen eigenaar. Maar dat is allemaal
nog maar één punt en wat we nu moeten
zoeken als punt twee, om de lijn te kun
nen vastleggen, is volgens den goeden,
logischen regel: de beweegreden."
Pe dokter haalde zijn schouders op en
lachte goedmoedig.
„De gewone juridische systematiek! Jul
lie gaan altijd uit van logische regels en
veronderstellingen bg iedere wetbreuk en
psychologisch bewuste en geordende be
weegreden. Ontbreekt die toevallig, dan
staan de juridische heeren met de handen
in het haar en het raadsel blijft onopge
lost!"
„Intusschen moet ik nu een getuige heb
ben", zei Van Mieth. „Wil je met me mee
naar den bariton gaan, naar monsieur Sadi,
die zeker geïnterneerd is in zgn kleed
kamer. 't Lijkt me het beste, dat we hem
zgn pels brengen."
Van Mieth ging vooraan, en, den dokter,
die den pels onder zijn hoede had geno
men, verzoekend, zich wat achteraf te hou
den, klopte hij aan de deur van Sadi's
kleedkamer, die den langen corridor af
sloot.
Sadi opende snel de deur op een kier, zijn
gezicht vertoonde zich spiedend; toen ging
hg haastig een paar stappen achteruit en
liet Van Mieth binnen. Sadi was zichtbaar
veranderd, sinds Van Mieth hem een uur
geleden achter de coulissen ontmoet had.
Zijn gelaatstrekken hadden hun kalmte ver_
loren, hadden iets geforceerds gekregen,
zijn blik was geladen met heimelijke vrqes,
op zijn huid vertoonden zich roode ner
veuze vlekken. Hij stond te knikken in
zijn knieën, de handen slap neerhangend
boven het open deksel van een grooten,
bruinen koffer, dien hij bezig was te
pakken.
„Ik zie, monsieur Sadi, dat u zich klaar
maa'ct om af te reizen." Van Mieth gaf
den dokter een teeken om binnen te ko
men. „Ik heb mij die mogelijkheid inge
dacht en breng u daarom uw pels."
Sadi probeerde te glimlachen; zijn oogen
keken opgejaagd naar de zwarte massa,
die over Charbin's armen hing. Hij deed
een stap naar voren, zijn handen grepen
de pelsjas, keerden die binnenste buiten,
voelden in de zakken. Met een kort, droog
keelgeluid trad hij terug, streek met de
hand over zijn voorhoofd en stond eenige
seconden zwijgend.
„U ziet", zei hij, hoe onbeheerscht ik
me gedraag. En ik begrijp, dat de reden
daax-van u al duidelijk is. De revolver hebt
u dus bij u. Laat mij haar zien. Toe, laat
u mij haar zien. Sinds een half uur ge
leden de gedachte bij me op is gekomen,
dat die den geheelen avond daar in mijn
zak gezeten heeft, heb ik geen rustig
oogenblik gehad."
Van Mieth legde de revolver voor hem.
„Wanneer heeft u haar geladen?" vroeg
hij.
Sadi dacht na, hrj was kalmer nu, maar
zijn stem was zwak geworden; hij hield
zijn hand tegen zijn keel gedrukt: „Van
morgen, dadelijk nadat ik thuis kwam. Ja.
Ik wou het kaliber probeeren en deed zes
patronen in het magazijn. En later het
is onvergeeflijkdat weet ik heb
ik vergeten
„U hebt daarna de revolver niet weer
te voorschijn gehaald, monsieur Sadi?"
Sadi keek hem aan; eenige oogcnblikken
overwoog hij iets. Eindelijk knikte hij:'
„Jawel. Vlak voor het eten. Beneden, in
het Theater-café. Velen hebben het gezien.
Ik veronderstel, dat u van anderen ge
hoord hebt, wat er voorgevallen is. Ik kan
me best begrijpen, welke conclusies u daar
uit meent te moeten trekken: die conclu
sies liggen trouwens voor de hand. Wel!
ik kan alleen volhouden, dat die episode
niet in verband staat, in géén verband
hoegenaamd, met wat er vanavond ge
beurd is. Ik was driftig vanmiddag, en
daar had ik misschien alle reden toe.
Maar ik denk, dat ik toen gelegenheid
genoeg heb gehad om me te uiten in een
daad, als ik in ernst iets had willen doen."
„Vertelt u mij eens, monsieur Sadi: is
déze revolver dus voor u gekocht?
Goed! Vandaag? Wel! en ze
behoort u toe?"
„Ja
„Maar dit zilveren monogram met de
zuil met zeven kransen van violen, dat
zijn toch zeker uw voorletters niet?"
Sadi's oogen knepen samen; hrj zat in
gespannen en gepijnigd te denken. „Nu",
zei hij, „het wapen was bestemd tot een
geschenk."
(Wordt vervolgd.)