OORLOGSSCHADE f 450.000.000,- Sport Afd.A Afd.B Afd.C Afd.D Afd.E Afd.G Half jaarlijksche Schaderegeling ASSURANTIE-BEZORGER Een dialect-excursie door Zeeland. WEDSTRIJDPROGRAMMA ZEEUWSCHE ZWEMKRING. Het programma voor de te houden zwemwedstrijden en waterpolo-tournooien luidt als volgt: 16 Augustus. Waterpolo-tournooi te Axel, zoowel voor eerste als voor tweede ze ventallen. 17 Augustus. Tweekamp tusschen de S.Z. en P.C. „De Bruinvisch" te Sas van Gent en de Gentsche Zwemvereeniging met zwemnummers en polowedstrgden. Hieraan zal vermoedelijk ook deelgeno men worden door de andere Zeeuwsche zwemvereenigingen. 23 Augustus 2% km. wedstrijd in het Goesche Sas bij Goes (Kringwedstrijd). Na afloop organiseert de Zwem- en Badclub 't Sas in haar inrichting een onderlinge zwemwedstrijd. 24 Augustus. Waterpolo-tournooi te Vlis- singen. 30 Augustus. Onderlinge zwemwedstrijden te organiseeren door de zwemver. „Luc- tor et Emergo" te Middelburg. 6 September. Onderlinge zwemwedstrijden te organiseeren door de Axelsche Zwem- club te Axel. Zooals men hieruit ziet, zijn er dit jaar zeer weinig Kringwedstrijden, wat aan verschillende oorzaken te wijten is. Zoo zou bijv. „De Zeehond" uit Vlissingen, zoo als ze ieder jaar doet, ook nu wel een wedstrijd organiseeren, doch hiervoor kan deze vereeniging geen materialen, o.a. vlot ten, enz. krijgen. Vroeger werd altijd een beroep gedaan op de Marine, hetgeen thans natuurlijk onmogelijk is. Ook de actieve zwemver. „De Bruin visch" te Sas van Gent heeft met moei lijkheden te kampen. In de oorlogsdagen van Mei 1940 heeft haar inrichting zoo danig geleden, dat het ondoenlijk is om een groote wedstrijd te houden. Deze ver eeniging was juist aan de beurt om zich te belasten mét de organisatie van de Kringkampioenschappen, doch moet nu jammer genoeg haar beurt laten voorbij gaan. Volgend jaar hoopt men echter een geheel nieuw bad te hebben. De plannen tot herstel en uitbreiding der inrichting zijn in een vergevorderd stadium; de be doeling is dat het zgn. kikkerbad en het lesbad vervangen worden door in den ka naaldijk uit te graven basins. Er komen 50 m. banen en men krijgt tevens de be schikking over een poloveld van normale afmetingen. Al met al een pracht verbe tering. De bekende Ronde van Sas zal ook hoogstwaarschijnlijk geen doorgang vinden en ook dit houdt verband met de oorlogs omstandigheden waardoor het traject niet gezwommen kan worden. Daar „De Bruinvisch" de kringkam pioenschappen dus niet kan organi seeren, heeft de Technische Commissie van den Zeeuwschen Zwemkring thans de Zwemvereeniging „Scheldestroom" in Breskens verzocht dit te doen. Breskens is het meest centrale punt, wat gezien de reismoeilijkheden, de mees te kans biedt op ee~ flink aantal deel nemers (sters). Het bestuur van „Schelde stroom" heeft het verzoek nog in be raad gehouden en zal een dezer dagen een beslissing némen. DE SCHELDE—DE BRUINVISCH 1—L In het Zeebad Schelde werd de belang rijke competitiewedstrijd gespeeld tusschen De Schelde I (Terneuezen) en De Bruin visch I (Sas van Gent). Beide ploegen wa ren volledig. Onmiddellijk na het aanvangssignaal van scheidsrechter Pieters uit Sluis, onder namen de Sassenaars een gevaarlijke aan val, die echter op niets uitliep. De Schelde- mannen bleven echter niet achter en onder namen op hun beurt het Sassche doel onder vuur, doch ook hier bleek de verdediging paraat. Er werd over het algemeen zeer zwaar gespeeld en herhaaldelgk moest de scheidsrechter het spel onderbreken. Het werd er niet beter op, toen de scheidsrech ter van beide partgen een speler uit het water zond. Een tweede speler van De Schelde werd naar den kant verwezen, en De Bruinvisch kreeg een strafworp toege wezen, welke echter op de lat geschoten werd. Even voor de rust slaagden de Sas senaars er in de leiding te nemen, toen de rechtsbuiten onhoudbaar inschoot. Na de rust werd er iets minder fel ge speeld. Ook het tempo zakte wat af, het geen wel in hoofdzaak te wijten was aan het koude water. Nadat er ongeveer de helft van den tweeden speeltijd verstreken was, wist de Schelde-midvoor met een schot in den uitersten hoek, gelijk te ma ken. Er ontspon zich nu een heftige strijd om de leiding, doch door zenuwachtigheid gingen diverse kansen verloren. Onder he vige spanning verliepen de laatste minuten. Geen der partijen slaagde er echter in te doelpunten, zoodat tenslotte het einde kwam met een 11 gelijk spel, waarmede beide partgen tevreden mogen zijn. DE NEDERLANDSCHE ATHLETIEK- KAMPIOENSCHAPPEX. De Haagsche athletiekvereeniging „Vlug cn Lenig" organiseert op Zondag 10 Augus tus a.s. de Nederlandsche athletiekkam- pioenschappen. Deze wedstrijden beloven het hoogtepunt van het athletiekseizoen 1941 te worden. Het aantal inschrijvingen dat is binnengekomen overtreft alle verwachtin gen. Uit alle hoeken van Nederland zullen de athletiekcracks samenkomen om elkander de zoo begeerde kampioenstitel te betwis ten. Alle vooraanstaande athleten komen aan den start. De navolgende nummers worden ver werkt 100 m., 200 m., 400 m., 800 m., 1500 m., 5000 m. hardloopen. verspringen, hoogspringen, polstokhoogspringen en hink- stap-sprong, 110 meter horden en 400 m. horden. DR. EUWE WINT WEDEROM VAN BOGOLJUBOW. De negende partij in den schaakwedstrijd tusschen dr. Euwe en Bogoljubow werd door Bogoljubow met de damegambiet ge opend. Het scheen aanvankelijk, alsof Bo goljubow in het voordeel was, doch on danks dat gelukte het toch aan onzen land genoot door een serie goeddoordachte en interessante verdedigingszetten vanaf den 33sten zet het initiatief tot den aanval over te nemen. Bogoljubow zag het dreigende gevaar te laat in en geraakte langzamer hand in een hopelooze stelling, daar dr. Euwe er in slaagde met de dame en een looper -door te dringen. Na een nauwgezet uitgevoerde aanval won tenslotte onze landgenoot na 49 zetten. De stand voor de laatste partij is nu-dr. Euwe 6% pnt., te gen Bogoljubow 2% pnt. MODELVLIEGTUIGBOUW. Om aan den modelvliegtuigbouw een grootere bekendheid te geven, zal de Ne derlandsche Omroep,, in samenwerking met de Nederlandsche Vereeniging voor Luchtvaart, voor dezen tak van vliegsport een propaganda-actie organiseeren. Binnenkort zal de Nederlandsche Om- Verbeterde stemming op de Amsterdamsche beurs. Op de effectenbeurs te Amsterdam kon Vrijdag de handel bevredigend worden ge noemd. De stemming was verbeterd. Van liquidaties was geen sprake meer en een zeer kleine vraag was reeds voldoende om de koersen naar boven te stuwen. Onder beurstljd kon dan ook een opwaartsche koersrichting worden opgemerkt. Voor de Nederlandsche industrieelen bestond tame lijk goede belangstelling en daarbij waren deze papieren goed gedisponeerd. Aku's veroorzaakten eenige beweging. Ook Uni levers gaven duidelijke teekenen van leven. De Philips aandeelen waren eeni ge procenten hooger en in Van Ber- kels's»ging ook weer wat meer om. De affaire in Olies was van kal- men aard. Het toonaangevende petro- leumaandeel liep onder beurstgd langzaam aan op. In scheepvaartpapieren werd op rustige wijze zaken gedaan. De Indische cultuuraandeelen waren eveneens beter van toon. De belegglngsafdeeling was kalm. De Nederlandsche Staatspapieren waren wei nig veranderd, maar eerder toch aan den lusteloozen kant. A Incasso Bank 118% 119 Bataafaphe Petr. Mij. Obl. 3% 88% 88% A Amsterd. Bank 118% 118% A K.M. De Schelde Nat. Bez. T17 118% A Houthandel Alberts - 118% Nederland le lng 1940 4 100 9/16 100 11/16 Nederland 2e lng 1940 4 99 11/16 99% Nederland met bel. fac. 1940 4 100% 10011/16 Ned. k 1000 1938 (3%) 3 '92% 92%—92% Indië a 1000 1937A 3 93% 93% Indië a 1000 1937 3 94 93% A Koloniale Baijk 182 A Ned. Ind. Handelsbank 119 120% C Ned. Handel Mg. 130 130V, A Van Berkels Pat. 84 84%88 C Calvé Delft 88 90 A Lever Bros en Unilever 128% 128%—130 A Philips Gloeil. Gem. Bez. 222% 223%227 A Alg. Kunstzijde Unie 143% 145146 A Fokker Vliegt, fabriek 188% 189 A Ned. Ford-Auto Mg. 312 A Holland-Amerika lijn 117% 118%—119% A Java-China-Japan lgn 140 141141% A Kon. Ned. Stoomboot Mij. 164% 163—164% A Kon. Petr. Mij. 238% 289—241% A Dordtsche Petr. Ind. Mg. 213 213 A Javasche Cultuur Mg. 248 245% A Ned. Scheepvaart Unie 172% 171%—174 A Handelsver. Amsterdam 409406413 A Ned. Ind. Suiker U. 228 225 C Deli Mij. 1000 273% 271—272 A Senembah Mij. 216% 216% A Sumatra Rubber Cult. 234 A Ver. Ind. Cult. Ondern. 180% C Amsterdam Rubb. 263 261%265 A Deli Batavia Rubb. Mij. 214% 213% Nederland 1941 4 100 99 7/16 99 7/16 C Oostkust 500 156 roep een viertal lezingen uitzenden, waar in de bouw van een zeer eenvoudig, goed vliegend modelvliegtuig tot in alle onder deden wordt beschreven. De benoodigde materialen met een uit voerige handleiding worden voor een klein bedrag beschikbaar gesteld en zoo ver wacht men dat er een duizendtal model vliegtuigen geproduceerd zullen worden. Onderlinge Verzekering Ifijj Maatschappij VGRAVENHACe In de laatste vier weken werden nieuwe verzekeringen gesloten tot een bedrag van zoodat het totaal in alle afdeelingen samen thans is gestegen tot I/IH De totalen der afdeelingen zijn Woningen, winkels, in boedels, inventarissen, r5aoof-'.r.-..'ot1.970.000.000,- Andere en grootere risi- r co's J Persoonlijke ongevallen f door molest J* Gevaarlijke risico's, incl. f d 000.000,— in klasse D III op vaartuigen J Bedrijfsschade en Huur- derving J Geld, geldswaarden, pre- ciosa (herverzekerd bij -I- ifd. B.) J 472.000.000,- 54.000.000,- 82.000.000,- 50.000.000,- 4.000.000,- 38.000.000,- Kleinere inboedels en A f J dergelgke tot 7500,f /Aid» 1 (herverzekerd bg afd. J A.) DRIEMAANDELIJKSCHE SCHADEREGELING Voegt ook Uw belang bij de reeds verzekerde honderd-zestig duizend objecten en vraagt inlichtingen bij Uw 110 STUKS VEE INBESLAG GENOMEN. Donderdagavond zijn door ambtenai'en van den crisiscontróledienst, bij een vee houder te Ede niet minder dan 110 stuks rundvee in beslag genomen, meldt de N.R. Crt. De veehouder had zich schuldig ge maakt aan overtreding van verschillende bepalingen van het voedselvoorzienings- besluit, o.a. was het in beslag genomen vee niet in de daarvoor bestemde veeboek jes geregistreerd. Gistermorgen is het vee naar de markt te Doetinchem vervoerd om aldaar te worden verkocht. De heer P. J. Meertens te Amster dam, secretaris van de dialecten- en volkskunde-commissie van de Ne derlandsche Academie van Weten schappen, zond ons een belangwek kend verslag van een excursie door Zeeland, welke hij tezamen met prof. Blanquuert maakte, ter bestudeering van de dialecten in de 'onderschei dene gebieden van ons eilandenge west. Met de publicatie van z\jn ervarin gen, waarvoor wij bij onze lezers groote belangstelling aanwezig ach ten, maken wij heden een begin. De heer Meertens schreef deze artike lenserie in de nieuwe spelling, waar in wij geen wijziging aanbrachten. rn 1926 heeft de Gentse hoogleraar Prof. Dr. E. Blancquaert de grondslag gelegd voor een reeks „Nederlandse Dialect atlassen", waarvan het eerste deel, de Dialect-atlas van Klein-Brabant, in dat jaar het licht zag. Van de aanvang af zweefde hem het plan voor ogen, deze reeks voor geheel het Nederlandse taal gebied in Nederland en Vlaanderen voort te zetten, ofschoon meer dan een recen sent van het eerste deel twijfel uitsprak aan de mogelijkheid van de verwerkelijking van dit plan, o.m. op financiële gronden. Zes jaar later, in 1932, verscheen het tweede deel, de Dialect-atlas van Zuid- Oost-Vlaanderen, samengesteld door Prof. Blancquaert en Dr. H. Vangassen. Eerst genoemde was inmiddels zelfstandig voort gegaan met de bewerking van Noord-Oost- Vlaanderen en Zeeuws-Vlaanderen, een ge bied dat van zijn woonplaats Gent uit zonder al te grote moeite kon worden bereisd, 'icrwijl Prof. Blancquaert voor zijn eerste atlas een afgerond landschap had uitgekozen, heeft hg voor de vol- gende delen rechtlijnig begrensde stukken van de kaart genomen, teneinde de at lassen gemakkelgker aan elkaar te la ten aansluiten. De Dialect-atlas van Noord-Oost-Vlaanderen en Zeeuws-Vlaan deren, die in 1935 verscheen, wordt dus ten noorden begrensd door een rechte lijn, die precies even boven de beide top pen van Zeeuws-Vlaanderen (Breskens en Osscnisse) leept en dientengevolge Elle- woutaiijk, Ou'ielande, Baar'and, Ovezande en RilJand-Bath ten zuiden laat hg gen. DIRECTE EN INDIRECTE METHODE. Inmiddels was ik, in 1930, door rr.gn werkzaamheden aan de taalatlas der Ne derlandse Akademie van Wetenschappen, in contact gekomen met Prof. Blancquaert en zijn dialectologische arbeid. In 1930 vertoefde ik geruime tijd bij hem, om mQ op de hoogte te stellen van de door hem gevolgde methode en kennis te ne men van de resultaten van zijn arbeid. Dialectonderzoek kan op twee manieren plaats vinden, volgens de directe en vol gens de indirecte methode. Bij de directe methode tekent de onderzoeker het dia lect uit de mond der sprekers op; hij gaat dus naar de een of andere plaats, waar van het dialect hem interesseert, zoekt zich daar een of meer „proefpersonen" uit, laat hen praten, en noteert alles zoals hij het hoort. Voor dat noteren bedient hg zich van een fonetisch schrift, dat de gesproken taal tot in de Kleinste bijzon derheden vastlegt. Een groot aantal tekens stellen hem in staat, de stembuiging, het accent en alle mogelijke anöere eigenaar digheden te registreren met een nauw gezetheid, die die van een fonograaf na bijkomt en die de gebreken van dit in strument mist. Aldus kan hij, door zijn zegslieden een aantal woorden en zinnen te laten uitspreken, een min of meer vol ledig beeld van de klanken van een be paald dialect verkrijgen, en bovendien een meer of minder groot aantal woorden uit dat dialect noteren. Gilliéron en Edmont zgn op deze wgze te werk gegaan voor hun grote Atlas linguistique de la Fran ce, een baanbrekend werk voor de dialec tologie. Bij de Indirecte methode verzamelt men het materiaal langs schriftelijke weg, b.v. vragenlijsten die door de medewerkers worden Ingevuld. Weliswaar krijgt men dan een minder volledige indruk van de klanken, maar men kan betrekkelijk ge makkelijk, d.w.z. voor weinig geld en in weinig tijd, een groot aantal woorden bij eenbrengen. Indien men de corresponden ten met enige zorg uitzoekt, kan men er staat op maken, betrouwbaar materiaal te krijgen, vooral wanneer de medewer kers door hun grote aantal elkaar om zo te zeggen controleren. Wanneer men voor een betrekkelijk groot gebied vrij sne' ge gevens wil krijgen is de indirecte methode trouwens de enig mogelijke. Op deze wijze hebben Wenker en Wrede het materiaal voor de „Deutseher Sprachatlas" bijeen gebracht, die sinds 1926 het licht ziet. Op dezelfde wijze verzamëlt ook de Dialec tencommissie van de Nederlandse Akade mie van Wetenschappen de gegevens voor de Nederlandse dialect-atlas. Prof. Flancquaert, die In de jaren 1921 en '22 te Parijs leerling was van Gilliéron, verzamelt het materiaal voor zijn'reeks volgens de directe methode. Hij en zijn me dewerkers trekken er op uit, reizen een streek van dorp tot dorp af en tekenen overal uit de mond der bewoners zelf hun dialect op. Een met grote zorgvuldig heid samengestelde lijst van 141 zinnen of korte woordenreeksen bevat alle ge gevens, die men wenst te weten. Deze lijst wordt aan de zegslieden voorgelegd of voorgelezen, en zij zeggen de zin zoals die in hun dialect luidt. Ik had bg mijn bezoek aan Gent in 1930 deze methode leren kennen, doordat ik Prof. Blancquaert op enkele tochten door Noord-Oost-Vlaan- deren vergezelde, en ik had daarbg volop gelegenheid om terdege vertrouwd te ge raken met al de bezwaren, aan een der gelijk onderzoek verbonden. Bezwaren niet van wetenschappelijke, maar van materiële aard. Wetenschappelijke arbeid immers wordt doorgaans óf niet, óf slecht betaald, en een zo jonge wetenschap als de dialect ologie wordt althans hier te lande door de officiële autoriteiten nog niet zozeer erkent, dat zij zich in weelde kan baden. In de meeste gevallen zijn de dialecton derzoekers op eigen middelen aangewezen, en dit geldt ook voor de reeks van Prof. Blancquaert. Zo trokken we er in het gure najaar op de fiets op uit, voorzover dat doenlgk was, of wel namen we onze fietsen mee in de lokaaltreintjes, die ons tot in de buurt van ons doel brachten. Langs doorgaans vrg primitieve wegen, soms onder striemende regenvlagen, be reikten we dan eindelijk de plaats waar we moesten wezen: het huis van de dorps onderwijzer, een herberg, waar we enkele dorpelingen zouden ontmoeten, of een boer derij waar de bewoners onze Zegslieden zouden zijn. En dan begon het eigenlijke werk pas. Een „opneming" duurt tussen de twee en de drie uur, en a! die tijd zit ten de opnemers maar te luisteren en te schrijven. Geen enkele bijzonderheid van wat er gezegd wordt, mag hun ontgaan, de geringste stembuiging, de kleinste nu ance moet worden opgetekend. Na een uur worden ae zegslieden al wat onge duldig, ze bladeren de lijst eens door en zien, dat ze voorloopig nog niet aan het eind zfln. Er moet even gepauzeerd wor den, de gastvrouw schenkt een kop thee of koffie, het gesprek neemt een alge mene wending, maar de lijst moet afge werkt worden, en lang mag dit opont houd niet duren. Er zijn sprekers, die telkens af dwalen, die elke gelegenheid tot on nutte en hinderlijke uitweidingen dankbaar aangrijpen; met enige tact moeten ze in het goede spoor worden gebracht. Een toer is het dikwijls, om de mensen hun dialect precies te laten spreken, zoals ze dat in het dagelijks leven doen; wél is hun tevoren ver teld, dat dit nu juist de bedoeling is, maar tegenover de heren uit, de stad generen zé zich toch een beetje voor hun „platte" uitspraak, en ze doen wat de dialectspreker meestal doet tegenover een niet-dialectspreker: ze proberen zo'n beetje „netjes" te spre ken. Dat is nu juist wat we niet moeten hébben, en ai wordt hun dit doorgaans wel spoedig duidelijk, in het begin kost het enige moeite om ze zo geheel op hun gemak te zetten, dat ze geheel en al natuurlijk spreken. Overal waar dialect wordt gesproken, lean men opmerken dat de dialect spreker zich schaamt voor de taal, die hij uit moeders mond heeft geleerd. Dat is een valse schaamte, die door niets gerechtvaardigd wordt. Een al gemeen-beschaafd Nederlands is nu eenmaal een noodzakelijk middel voor mondeling verkeer tussen mensen van verschillende dialectgebieden, maar het is niet méér, het staat niet hoger dan de dialecten. Trouwens: wie spreekt dat z.g.n. algemeen-beschaafd Per slot van rekening is dat maar een handjevol mensen, en het overgrote merendeel der stedelingen spreken een stadsdialect, dat in welluidendheid verre onderdoet voor de landelijke dialecten. Maar dit tussen haakjes. In Vlaanderen leerde ik dus de directe methode van het dialectonderzoek kennen, waarmee ik en kele jaren later ook in Zwitserland ken nis maakte bij Prof. Jaber^f te Bern, de leider van de „Sprach- und Sachatlas Ita- liens und der Sildschweiz". En toen Prof. Blanquaert mij dan ook in 1933 voor stelde, samen met hem de Dialect-atlas van de Zeeuwse eilanden te bewerken, heb ik géén ogenblik geaarzeld om dit voorstel aan te nemen. Gedurende zes jaar hebben wij Jaarlijks enkele weken van onze vacantie besteed, om de op nemingen voor Zeeland en een deel van de Zuidhollandse eilanden bijéén te krijgen. De lAtste vond in October 1938 plaats. Het x-echtlgnig begrensde stuk van de kaart, dat we bewerkten, omvat de eilan den Walcheren, Zuid-Beveland (met uit zondering van Ellewoutsdök, Oudelande, Baarland, Ovezande en Rilland-Bath), Noord-Beveland, Tholen, Schouwen en Dui- veland, Sint-Fillpsland, Goeree en Over- flakkee (met uitzondering van Ooltgens- plaat), dat taalkundig bij Zeeland be hoort, en enkele plaatsen die buiten het Zeeuwse taalgebied vallen, t.w. Hellevoet- sluis en Zuidland op Voorne en Putten, Goudswaard op Beierland, en In het wes ten van Noord-Brabant Steenbergen, Hal steren, Bergen op Zoom en Hoogerhei- de. In September 1933 begonnen we met Walcheren. Dr. H. C. M. Ghijsen, de secretaresse van de Zeeuwse Vereeni ging voor Dialect-onderzoek, had ons te voren ingelicht over de keuze der plaat sen. Het is n.l. niet nodig, alle plaatsen te bewerken, aangezien het dialect van vele geheel of nagenoeg geheel gelijk luidend is. Als regel kozen we die plaat sen, waarvan het inwonersaantal twee duizend of meer bedroeg, en bovendien die dorpen die uit dialectoogpunt belangrijk zgn, omdat ze afwijken van de dorpen in de naaste omgeving. Doorgaans hadden we ons tevoren in verbinding gesteld met het hoofd der school of een andere medewer ker van de Dialecten-commissie der Aka demie, en met- hem plaats en uur afge sproken, waarop hij ons kon ontvangen. Wanneer we dan op de plaats van onze bestemming kwamen, bonden we behalve deze medewerker de „proefpersonen", die hij voor ons nad opgezocht. De onderwij zer zelf is n.l. doorgaans geen betrouw baar dialectspreker; in de meeste geval len is hij niet uit zijn woonplaats af komstig en zelfs wanneer dit het geval is in Nederland, ook in Zeeland be hoort dat tot de uitzonderingen dan is hij door zijn studie en door zijn ambt te veel gewend om algemeen-beschaafd te spreken, dan dat we ons onvoorwaarde lijk op zijn uitspraak zouden durven ver laten. (Tussen haakjes: voor de indirec te, schriftelijke methode kan dezelfde on derwijzer een uitstekende medewerker zijn, omdat hij -dan het dialect optekent uit do mond van zuivere dialectsprekers). Hij no digt dus een paar dorpelingen, meest boe ren of boerenarbeiders, uit om 's middags of 's avonds bij hem te komen, ofwel hem en ons in hun huis te ontvangen. Twee dialectsprekers is wel het minimum van onze wensen, zodat de een de ander kan controleren, maar doorgaans hebben we er enkele meer tot onze beschikking. Als het enigszins kan, zijn de „proefperso nen" in hun woonplaats geboren en geto gen, hebben ze nooit ergens anders ge woond en spreken ze in het dagelijks le ven hun dialect. In de meesté gevallen zijn het mensen van middelbare leeftijd of daarboven, maar we hebben opnemingen verricht met schoolkinderen, die uitste kend geslaagd zijn. De opvatting dat al leen oudere mensen nog goede dialect sprekers zijn en dat de jeugd geen dialect meer kent, is in haar algemeenheid stel lig onjuist. Het is ons meermalen opgeval len dat dialectwoorden, die zo goed als uitgestorven zijn, bij kinderen nog bekend waren, terwijl hun ouders ze nooit meer gebruikten. Wellicht is hier invloed van de taal der grootouders op die der klein kinderen in het spel, en zeker ook van de straat.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1941 | | pagina 6