OORLOGSSCHADE
f 450.000.000,-
Sport
Afd.A
Afd.B
Afd.C
Afd.D
Afd.E
Afd.G
Half jaarlijksche Schaderegeling
ASSURANTIE-BEZORGER
Een dialect-excursie door Zeeland.
WEDSTRIJDPROGRAMMA
ZEEUWSCHE ZWEMKRING.
Het programma voor de te houden
zwemwedstrijden en waterpolo-tournooien
luidt als volgt:
16 Augustus. Waterpolo-tournooi te Axel,
zoowel voor eerste als voor tweede ze
ventallen.
17 Augustus. Tweekamp tusschen de S.Z.
en P.C. „De Bruinvisch" te Sas van
Gent en de Gentsche Zwemvereeniging
met zwemnummers en polowedstrgden.
Hieraan zal vermoedelijk ook deelgeno
men worden door de andere Zeeuwsche
zwemvereenigingen.
23 Augustus 2% km. wedstrijd in het
Goesche Sas bij Goes (Kringwedstrijd).
Na afloop organiseert de Zwem- en
Badclub 't Sas in haar inrichting een
onderlinge zwemwedstrijd.
24 Augustus. Waterpolo-tournooi te Vlis-
singen.
30 Augustus. Onderlinge zwemwedstrijden
te organiseeren door de zwemver. „Luc-
tor et Emergo" te Middelburg.
6 September. Onderlinge zwemwedstrijden
te organiseeren door de Axelsche Zwem-
club te Axel.
Zooals men hieruit ziet, zijn er dit jaar
zeer weinig Kringwedstrijden, wat aan
verschillende oorzaken te wijten is. Zoo
zou bijv. „De Zeehond" uit Vlissingen, zoo
als ze ieder jaar doet, ook nu wel een
wedstrijd organiseeren, doch hiervoor kan
deze vereeniging geen materialen, o.a. vlot
ten, enz. krijgen. Vroeger werd altijd een
beroep gedaan op de Marine, hetgeen thans
natuurlijk onmogelijk is.
Ook de actieve zwemver. „De Bruin
visch" te Sas van Gent heeft met moei
lijkheden te kampen. In de oorlogsdagen
van Mei 1940 heeft haar inrichting zoo
danig geleden, dat het ondoenlijk is om
een groote wedstrijd te houden. Deze ver
eeniging was juist aan de beurt om zich
te belasten mét de organisatie van de
Kringkampioenschappen, doch moet nu
jammer genoeg haar beurt laten voorbij
gaan. Volgend jaar hoopt men echter een
geheel nieuw bad te hebben. De plannen
tot herstel en uitbreiding der inrichting
zijn in een vergevorderd stadium; de be
doeling is dat het zgn. kikkerbad en het
lesbad vervangen worden door in den ka
naaldijk uit te graven basins. Er komen
50 m. banen en men krijgt tevens de be
schikking over een poloveld van normale
afmetingen. Al met al een pracht verbe
tering.
De bekende Ronde van Sas zal ook
hoogstwaarschijnlijk geen doorgang vinden
en ook dit houdt verband met de oorlogs
omstandigheden waardoor het traject niet
gezwommen kan worden.
Daar „De Bruinvisch" de kringkam
pioenschappen dus niet kan organi
seeren, heeft de Technische Commissie
van den Zeeuwschen Zwemkring thans
de Zwemvereeniging „Scheldestroom"
in Breskens verzocht dit te doen.
Breskens is het meest centrale punt,
wat gezien de reismoeilijkheden, de mees
te kans biedt op ee~ flink aantal deel
nemers (sters). Het bestuur van „Schelde
stroom" heeft het verzoek nog in be
raad gehouden en zal een dezer dagen een
beslissing némen.
DE SCHELDE—DE BRUINVISCH 1—L
In het Zeebad Schelde werd de belang
rijke competitiewedstrijd gespeeld tusschen
De Schelde I (Terneuezen) en De Bruin
visch I (Sas van Gent). Beide ploegen wa
ren volledig.
Onmiddellijk na het aanvangssignaal van
scheidsrechter Pieters uit Sluis, onder
namen de Sassenaars een gevaarlijke aan
val, die echter op niets uitliep. De Schelde-
mannen bleven echter niet achter en onder
namen op hun beurt het Sassche doel onder
vuur, doch ook hier bleek de verdediging
paraat. Er werd over het algemeen zeer
zwaar gespeeld en herhaaldelgk moest de
scheidsrechter het spel onderbreken. Het
werd er niet beter op, toen de scheidsrech
ter van beide partgen een speler uit het
water zond. Een tweede speler van De
Schelde werd naar den kant verwezen, en
De Bruinvisch kreeg een strafworp toege
wezen, welke echter op de lat geschoten
werd. Even voor de rust slaagden de Sas
senaars er in de leiding te nemen, toen de
rechtsbuiten onhoudbaar inschoot.
Na de rust werd er iets minder fel ge
speeld. Ook het tempo zakte wat af, het
geen wel in hoofdzaak te wijten was aan
het koude water. Nadat er ongeveer de
helft van den tweeden speeltijd verstreken
was, wist de Schelde-midvoor met een
schot in den uitersten hoek, gelijk te ma
ken. Er ontspon zich nu een heftige strijd
om de leiding, doch door zenuwachtigheid
gingen diverse kansen verloren. Onder he
vige spanning verliepen de laatste minuten.
Geen der partijen slaagde er echter in te
doelpunten, zoodat tenslotte het einde
kwam met een 11 gelijk spel, waarmede
beide partgen tevreden mogen zijn.
DE NEDERLANDSCHE ATHLETIEK-
KAMPIOENSCHAPPEX.
De Haagsche athletiekvereeniging „Vlug
cn Lenig" organiseert op Zondag 10 Augus
tus a.s. de Nederlandsche athletiekkam-
pioenschappen. Deze wedstrijden beloven het
hoogtepunt van het athletiekseizoen 1941 te
worden. Het aantal inschrijvingen dat is
binnengekomen overtreft alle verwachtin
gen.
Uit alle hoeken van Nederland zullen de
athletiekcracks samenkomen om elkander
de zoo begeerde kampioenstitel te betwis
ten. Alle vooraanstaande athleten komen
aan den start.
De navolgende nummers worden ver
werkt 100 m., 200 m., 400 m., 800 m.,
1500 m., 5000 m. hardloopen. verspringen,
hoogspringen, polstokhoogspringen en hink-
stap-sprong, 110 meter horden en 400 m.
horden.
DR. EUWE WINT WEDEROM VAN
BOGOLJUBOW.
De negende partij in den schaakwedstrijd
tusschen dr. Euwe en Bogoljubow werd
door Bogoljubow met de damegambiet ge
opend. Het scheen aanvankelijk, alsof Bo
goljubow in het voordeel was, doch on
danks dat gelukte het toch aan onzen land
genoot door een serie goeddoordachte en
interessante verdedigingszetten vanaf den
33sten zet het initiatief tot den aanval over
te nemen. Bogoljubow zag het dreigende
gevaar te laat in en geraakte langzamer
hand in een hopelooze stelling, daar dr.
Euwe er in slaagde met de dame en een
looper -door te dringen. Na een nauwgezet
uitgevoerde aanval won tenslotte onze
landgenoot na 49 zetten. De stand voor de
laatste partij is nu-dr. Euwe 6% pnt., te
gen Bogoljubow 2% pnt.
MODELVLIEGTUIGBOUW.
Om aan den modelvliegtuigbouw een
grootere bekendheid te geven, zal de Ne
derlandsche Omroep,, in samenwerking
met de Nederlandsche Vereeniging voor
Luchtvaart, voor dezen tak van vliegsport
een propaganda-actie organiseeren.
Binnenkort zal de Nederlandsche Om-
Verbeterde stemming op de
Amsterdamsche beurs.
Op de effectenbeurs te Amsterdam kon
Vrijdag de handel bevredigend worden ge
noemd. De stemming was verbeterd. Van
liquidaties was geen sprake meer en een
zeer kleine vraag was reeds voldoende om
de koersen naar boven te stuwen. Onder
beurstljd kon dan ook een opwaartsche
koersrichting worden opgemerkt. Voor de
Nederlandsche industrieelen bestond tame
lijk goede belangstelling en daarbij waren
deze papieren goed gedisponeerd. Aku's
veroorzaakten eenige beweging. Ook Uni
levers gaven duidelijke teekenen van
leven. De Philips aandeelen waren eeni
ge procenten hooger en in Van Ber-
kels's»ging ook weer wat meer om.
De affaire in Olies was van kal-
men aard. Het toonaangevende petro-
leumaandeel liep onder beurstgd langzaam
aan op. In scheepvaartpapieren werd op
rustige wijze zaken gedaan. De Indische
cultuuraandeelen waren eveneens beter van
toon.
De belegglngsafdeeling was kalm. De
Nederlandsche Staatspapieren waren wei
nig veranderd, maar eerder toch aan den
lusteloozen kant.
A Incasso Bank 118% 119
Bataafaphe Petr. Mij. Obl. 3% 88% 88%
A Amsterd. Bank 118% 118%
A K.M. De Schelde Nat. Bez. T17 118%
A Houthandel Alberts - 118%
Nederland le lng 1940 4 100 9/16 100 11/16
Nederland 2e lng 1940 4 99 11/16 99%
Nederland met bel. fac. 1940 4
100% 10011/16
Ned. k 1000 1938 (3%) 3
'92% 92%—92%
Indië a 1000 1937A 3 93% 93%
Indië a 1000 1937 3 94 93%
A Koloniale Baijk 182
A Ned. Ind. Handelsbank 119 120%
C Ned. Handel Mg. 130 130V,
A Van Berkels Pat. 84 84%88
C Calvé Delft 88 90
A Lever Bros en Unilever
128% 128%—130
A Philips Gloeil. Gem. Bez.
222% 223%227
A Alg. Kunstzijde Unie 143% 145146
A Fokker Vliegt, fabriek 188% 189
A Ned. Ford-Auto Mg. 312
A Holland-Amerika lijn
117% 118%—119%
A Java-China-Japan lgn 140 141141%
A Kon. Ned. Stoomboot Mij.
164% 163—164%
A Kon. Petr. Mij. 238% 289—241%
A Dordtsche Petr. Ind. Mg. 213 213
A Javasche Cultuur Mg. 248 245%
A Ned. Scheepvaart Unie
172% 171%—174
A Handelsver. Amsterdam 409406413
A Ned. Ind. Suiker U. 228 225
C Deli Mij. 1000 273% 271—272
A Senembah Mij. 216% 216%
A Sumatra Rubber Cult. 234
A Ver. Ind. Cult. Ondern. 180%
C Amsterdam Rubb. 263 261%265
A Deli Batavia Rubb. Mij. 214% 213%
Nederland 1941 4 100 99 7/16 99 7/16
C Oostkust 500 156
roep een viertal lezingen uitzenden, waar
in de bouw van een zeer eenvoudig, goed
vliegend modelvliegtuig tot in alle onder
deden wordt beschreven.
De benoodigde materialen met een uit
voerige handleiding worden voor een klein
bedrag beschikbaar gesteld en zoo ver
wacht men dat er een duizendtal model
vliegtuigen geproduceerd zullen worden.
Onderlinge
Verzekering Ifijj Maatschappij
VGRAVENHACe
In de laatste vier weken werden nieuwe verzekeringen gesloten
tot een bedrag van
zoodat het totaal in alle afdeelingen samen thans is gestegen tot
I/IH
De totalen der afdeelingen zijn
Woningen, winkels, in
boedels, inventarissen,
r5aoof-'.r.-..'ot1.970.000.000,-
Andere en grootere risi- r
co's J
Persoonlijke ongevallen f
door molest J*
Gevaarlijke risico's, incl.
f d 000.000,— in klasse
D III op vaartuigen J
Bedrijfsschade en Huur-
derving J
Geld, geldswaarden, pre-
ciosa (herverzekerd bij -I-
ifd. B.) J
472.000.000,-
54.000.000,-
82.000.000,-
50.000.000,-
4.000.000,-
38.000.000,-
Kleinere inboedels en
A f J dergelgke tot 7500,f
/Aid» 1 (herverzekerd bg afd. J
A.)
DRIEMAANDELIJKSCHE SCHADEREGELING
Voegt ook Uw belang bij de reeds verzekerde honderd-zestig
duizend objecten en vraagt inlichtingen bij Uw
110 STUKS VEE INBESLAG
GENOMEN.
Donderdagavond zijn door ambtenai'en
van den crisiscontróledienst, bij een vee
houder te Ede niet minder dan 110 stuks
rundvee in beslag genomen, meldt de N.R.
Crt. De veehouder had zich schuldig ge
maakt aan overtreding van verschillende
bepalingen van het voedselvoorzienings-
besluit, o.a. was het in beslag genomen
vee niet in de daarvoor bestemde veeboek
jes geregistreerd. Gistermorgen is het vee
naar de markt te Doetinchem vervoerd om
aldaar te worden verkocht.
De heer P. J. Meertens te Amster
dam, secretaris van de dialecten- en
volkskunde-commissie van de Ne
derlandsche Academie van Weten
schappen, zond ons een belangwek
kend verslag van een excursie door
Zeeland, welke hij tezamen met prof.
Blanquuert maakte, ter bestudeering
van de dialecten in de 'onderschei
dene gebieden van ons eilandenge
west.
Met de publicatie van z\jn ervarin
gen, waarvoor wij bij onze lezers
groote belangstelling aanwezig ach
ten, maken wij heden een begin. De
heer Meertens schreef deze artike
lenserie in de nieuwe spelling, waar
in wij geen wijziging aanbrachten.
rn 1926 heeft de Gentse hoogleraar Prof.
Dr. E. Blancquaert de grondslag gelegd
voor een reeks „Nederlandse Dialect
atlassen", waarvan het eerste deel, de
Dialect-atlas van Klein-Brabant, in dat
jaar het licht zag. Van de aanvang af
zweefde hem het plan voor ogen, deze
reeks voor geheel het Nederlandse taal
gebied in Nederland en Vlaanderen voort
te zetten, ofschoon meer dan een recen
sent van het eerste deel twijfel uitsprak
aan de mogelijkheid van de verwerkelijking
van dit plan, o.m. op financiële gronden.
Zes jaar later, in 1932, verscheen het
tweede deel, de Dialect-atlas van Zuid-
Oost-Vlaanderen, samengesteld door Prof.
Blancquaert en Dr. H. Vangassen. Eerst
genoemde was inmiddels zelfstandig voort
gegaan met de bewerking van Noord-Oost-
Vlaanderen en Zeeuws-Vlaanderen, een ge
bied dat van zijn woonplaats Gent uit
zonder al te grote moeite kon worden
bereisd, 'icrwijl Prof. Blancquaert voor
zijn eerste atlas een afgerond landschap
had uitgekozen, heeft hg voor de vol-
gende delen rechtlijnig begrensde stukken
van de kaart genomen, teneinde de at
lassen gemakkelgker aan elkaar te la
ten aansluiten. De Dialect-atlas van
Noord-Oost-Vlaanderen en Zeeuws-Vlaan
deren, die in 1935 verscheen, wordt dus
ten noorden begrensd door een rechte
lijn, die precies even boven de beide top
pen van Zeeuws-Vlaanderen (Breskens en
Osscnisse) leept en dientengevolge Elle-
woutaiijk, Ou'ielande, Baar'and, Ovezande
en RilJand-Bath ten zuiden laat hg gen.
DIRECTE EN INDIRECTE
METHODE.
Inmiddels was ik, in 1930, door rr.gn
werkzaamheden aan de taalatlas der Ne
derlandse Akademie van Wetenschappen,
in contact gekomen met Prof. Blancquaert
en zijn dialectologische arbeid. In 1930
vertoefde ik geruime tijd bij hem, om
mQ op de hoogte te stellen van de door
hem gevolgde methode en kennis te ne
men van de resultaten van zijn arbeid.
Dialectonderzoek kan op twee manieren
plaats vinden, volgens de directe en vol
gens de indirecte methode. Bij de directe
methode tekent de onderzoeker het dia
lect uit de mond der sprekers op; hij gaat
dus naar de een of andere plaats, waar
van het dialect hem interesseert, zoekt
zich daar een of meer „proefpersonen" uit,
laat hen praten, en noteert alles zoals hij
het hoort. Voor dat noteren bedient hg
zich van een fonetisch schrift, dat de
gesproken taal tot in de Kleinste bijzon
derheden vastlegt. Een groot aantal tekens
stellen hem in staat, de stembuiging, het
accent en alle mogelijke anöere eigenaar
digheden te registreren met een nauw
gezetheid, die die van een fonograaf na
bijkomt en die de gebreken van dit in
strument mist. Aldus kan hij, door zijn
zegslieden een aantal woorden en zinnen
te laten uitspreken, een min of meer vol
ledig beeld van de klanken van een be
paald dialect verkrijgen, en bovendien een
meer of minder groot aantal woorden uit
dat dialect noteren. Gilliéron en Edmont
zgn op deze wgze te werk gegaan voor
hun grote Atlas linguistique de la Fran
ce, een baanbrekend werk voor de dialec
tologie.
Bij de Indirecte methode verzamelt men
het materiaal langs schriftelijke weg, b.v.
vragenlijsten die door de medewerkers
worden Ingevuld. Weliswaar krijgt men
dan een minder volledige indruk van de
klanken, maar men kan betrekkelijk ge
makkelijk, d.w.z. voor weinig geld en in
weinig tijd, een groot aantal woorden bij
eenbrengen. Indien men de corresponden
ten met enige zorg uitzoekt, kan men er
staat op maken, betrouwbaar materiaal
te krijgen, vooral wanneer de medewer
kers door hun grote aantal elkaar om zo
te zeggen controleren. Wanneer men voor
een betrekkelijk groot gebied vrij sne' ge
gevens wil krijgen is de indirecte methode
trouwens de enig mogelijke. Op deze wijze
hebben Wenker en Wrede het materiaal
voor de „Deutseher Sprachatlas" bijeen
gebracht, die sinds 1926 het licht ziet.
Op dezelfde wijze verzamëlt ook de Dialec
tencommissie van de Nederlandse Akade
mie van Wetenschappen de gegevens voor
de Nederlandse dialect-atlas.
Prof. Flancquaert, die In de jaren 1921
en '22 te Parijs leerling was van Gilliéron,
verzamelt het materiaal voor zijn'reeks
volgens de directe methode. Hij en zijn me
dewerkers trekken er op uit, reizen een
streek van dorp tot dorp af en tekenen
overal uit de mond der bewoners zelf
hun dialect op. Een met grote zorgvuldig
heid samengestelde lijst van 141 zinnen
of korte woordenreeksen bevat alle ge
gevens, die men wenst te weten. Deze lijst
wordt aan de zegslieden voorgelegd of
voorgelezen, en zij zeggen de zin zoals
die in hun dialect luidt. Ik had bg mijn
bezoek aan Gent in 1930 deze methode
leren kennen, doordat ik Prof. Blancquaert
op enkele tochten door Noord-Oost-Vlaan-
deren vergezelde, en ik had daarbg volop
gelegenheid om terdege vertrouwd te ge
raken met al de bezwaren, aan een der
gelijk onderzoek verbonden. Bezwaren niet
van wetenschappelijke, maar van materiële
aard. Wetenschappelijke arbeid immers
wordt doorgaans óf niet, óf slecht betaald,
en een zo jonge wetenschap als de dialect
ologie wordt althans hier te lande door
de officiële autoriteiten nog niet zozeer
erkent, dat zij zich in weelde kan baden.
In de meeste gevallen zijn de dialecton
derzoekers op eigen middelen aangewezen,
en dit geldt ook voor de reeks van Prof.
Blancquaert. Zo trokken we er in het
gure najaar op de fiets op uit, voorzover
dat doenlgk was, of wel namen we onze
fietsen mee in de lokaaltreintjes, die ons
tot in de buurt van ons doel brachten.
Langs doorgaans vrg primitieve wegen,
soms onder striemende regenvlagen, be
reikten we dan eindelijk de plaats waar
we moesten wezen: het huis van de dorps
onderwijzer, een herberg, waar we enkele
dorpelingen zouden ontmoeten, of een boer
derij waar de bewoners onze Zegslieden
zouden zijn. En dan begon het eigenlijke
werk pas. Een „opneming" duurt tussen
de twee en de drie uur, en a! die tijd zit
ten de opnemers maar te luisteren en te
schrijven. Geen enkele bijzonderheid van
wat er gezegd wordt, mag hun ontgaan,
de geringste stembuiging, de kleinste nu
ance moet worden opgetekend. Na een
uur worden ae zegslieden al wat onge
duldig, ze bladeren de lijst eens door en
zien, dat ze voorloopig nog niet aan het
eind zfln. Er moet even gepauzeerd wor
den, de gastvrouw schenkt een kop thee
of koffie, het gesprek neemt een alge
mene wending, maar de lijst moet afge
werkt worden, en lang mag dit opont
houd niet duren.
Er zijn sprekers, die telkens af
dwalen, die elke gelegenheid tot on
nutte en hinderlijke uitweidingen
dankbaar aangrijpen; met enige tact
moeten ze in het goede spoor worden
gebracht. Een toer is het dikwijls, om
de mensen hun dialect precies te laten
spreken, zoals ze dat in het dagelijks
leven doen; wél is hun tevoren ver
teld, dat dit nu juist de bedoeling is,
maar tegenover de heren uit, de stad
generen zé zich toch een beetje voor
hun „platte" uitspraak, en ze doen
wat de dialectspreker meestal doet
tegenover een niet-dialectspreker: ze
proberen zo'n beetje „netjes" te spre
ken. Dat is nu juist wat we niet
moeten hébben, en ai wordt hun dit
doorgaans wel spoedig duidelijk, in
het begin kost het enige moeite om
ze zo geheel op hun gemak te zetten,
dat ze geheel en al natuurlijk spreken.
Overal waar dialect wordt gesproken,
lean men opmerken dat de dialect
spreker zich schaamt voor de taal, die
hij uit moeders mond heeft geleerd.
Dat is een valse schaamte, die door
niets gerechtvaardigd wordt. Een al
gemeen-beschaafd Nederlands is nu
eenmaal een noodzakelijk middel voor
mondeling verkeer tussen mensen van
verschillende dialectgebieden, maar het
is niet méér, het staat niet hoger dan
de dialecten. Trouwens: wie spreekt
dat z.g.n. algemeen-beschaafd Per
slot van rekening is dat maar een
handjevol mensen, en het overgrote
merendeel der stedelingen spreken een
stadsdialect, dat in welluidendheid
verre onderdoet voor de landelijke
dialecten.
Maar dit tussen haakjes. In Vlaanderen
leerde ik dus de directe methode van het
dialectonderzoek kennen, waarmee ik en
kele jaren later ook in Zwitserland ken
nis maakte bij Prof. Jaber^f te Bern, de
leider van de „Sprach- und Sachatlas Ita-
liens und der Sildschweiz". En toen Prof.
Blanquaert mij dan ook in 1933 voor
stelde, samen met hem de Dialect-atlas
van de Zeeuwse eilanden te bewerken,
heb ik géén ogenblik geaarzeld om dit
voorstel aan te nemen. Gedurende zes
jaar hebben wij Jaarlijks enkele weken
van onze vacantie besteed, om de op
nemingen voor Zeeland en een deel van de
Zuidhollandse eilanden bijéén te krijgen.
De lAtste vond in October 1938 plaats.
Het x-echtlgnig begrensde stuk van de
kaart, dat we bewerkten, omvat de eilan
den Walcheren, Zuid-Beveland (met uit
zondering van Ellewoutsdök, Oudelande,
Baarland, Ovezande en Rilland-Bath),
Noord-Beveland, Tholen, Schouwen en Dui-
veland, Sint-Fillpsland, Goeree en Over-
flakkee (met uitzondering van Ooltgens-
plaat), dat taalkundig bij Zeeland be
hoort, en enkele plaatsen die buiten het
Zeeuwse taalgebied vallen, t.w. Hellevoet-
sluis en Zuidland op Voorne en Putten,
Goudswaard op Beierland, en In het wes
ten van Noord-Brabant Steenbergen, Hal
steren, Bergen op Zoom en Hoogerhei-
de.
In September 1933 begonnen we met
Walcheren. Dr. H. C. M. Ghijsen, de
secretaresse van de Zeeuwse Vereeni
ging voor Dialect-onderzoek, had ons te
voren ingelicht over de keuze der plaat
sen. Het is n.l. niet nodig, alle plaatsen
te bewerken, aangezien het dialect van
vele geheel of nagenoeg geheel gelijk
luidend is. Als regel kozen we die plaat
sen, waarvan het inwonersaantal twee
duizend of meer bedroeg, en bovendien die
dorpen die uit dialectoogpunt belangrijk
zgn, omdat ze afwijken van de dorpen in
de naaste omgeving. Doorgaans hadden we
ons tevoren in verbinding gesteld met het
hoofd der school of een andere medewer
ker van de Dialecten-commissie der Aka
demie, en met- hem plaats en uur afge
sproken, waarop hij ons kon ontvangen.
Wanneer we dan op de plaats van onze
bestemming kwamen, bonden we behalve
deze medewerker de „proefpersonen", die
hij voor ons nad opgezocht. De onderwij
zer zelf is n.l. doorgaans geen betrouw
baar dialectspreker; in de meeste geval
len is hij niet uit zijn woonplaats af
komstig en zelfs wanneer dit het geval
is in Nederland, ook in Zeeland be
hoort dat tot de uitzonderingen dan
is hij door zijn studie en door zijn ambt
te veel gewend om algemeen-beschaafd
te spreken, dan dat we ons onvoorwaarde
lijk op zijn uitspraak zouden durven ver
laten. (Tussen haakjes: voor de indirec
te, schriftelijke methode kan dezelfde on
derwijzer een uitstekende medewerker zijn,
omdat hij -dan het dialect optekent uit do
mond van zuivere dialectsprekers). Hij no
digt dus een paar dorpelingen, meest boe
ren of boerenarbeiders, uit om 's middags
of 's avonds bij hem te komen, ofwel hem
en ons in hun huis te ontvangen. Twee
dialectsprekers is wel het minimum van
onze wensen, zodat de een de ander kan
controleren, maar doorgaans hebben we
er enkele meer tot onze beschikking. Als
het enigszins kan, zijn de „proefperso
nen" in hun woonplaats geboren en geto
gen, hebben ze nooit ergens anders ge
woond en spreken ze in het dagelijks le
ven hun dialect. In de meesté gevallen
zijn het mensen van middelbare leeftijd of
daarboven, maar we hebben opnemingen
verricht met schoolkinderen, die uitste
kend geslaagd zijn. De opvatting dat al
leen oudere mensen nog goede dialect
sprekers zijn en dat de jeugd geen dialect
meer kent, is in haar algemeenheid stel
lig onjuist. Het is ons meermalen opgeval
len dat dialectwoorden, die zo goed als
uitgestorven zijn, bij kinderen nog bekend
waren, terwijl hun ouders ze nooit meer
gebruikten. Wellicht is hier invloed van
de taal der grootouders op die der klein
kinderen in het spel, en zeker ook van de
straat.