PROVINCIALE STATEN.
het doornige pad
De afdeelingsverslagen
Verschenen zfln de algemeene verslage*»
oetrefrende de door Ged. Staten ingediena«>
voorstellen. Verschillende voorstellen gaven
tot geen of tot een korte bespreking aan
leiding.
Vereeniging Bathpolder.
Bij het voorstel tot vereeniging van de
Eerste, en Tweede Bathpolder drukt een
der leden er zfln verwondering over uit,
•dat, nu er vanwege Gedeputeerde Staten
pogingen worden aangewend om een zoo
groot mogelijk aantal polders te vereeni
gen tot één waterschap, getuige het wa
terschap Het-Vrjje-van-Sluis, er hier vol
staan wordt met samenvoeging van slechts
twee polders, en vraagt, of hiermede op
name in een grooter verband voorkomen
kan worden.
Van de zyde van Gedeputeerde Staten
wordt geantwoord, dat deze vereeniging
geschiedt op verzoek van de ingelanden
zelf, die voor deze polders dezelfde men-
schen zijn. Deze vereeniging staat geheel
los van eventueele plannen tot het vor
men van grootere waterschappen.
Eenige andere leden wenschen nader te
worden ingelicht omtrent de plannen van
Gedeputeerde Staten inzake vereeniging
van polders. Het ligt waarschijnlijk in de
bedoeling, in de toekomst nog meerdere
polders samen te voegen en daarom vragen
deze leden, of het voorgestelde dan zóó
noodzakelijk is, dat het incidenteel moet
worden afgedaan.'
Nog een ander lid spreekt als zijn mee
ning uit, dat de thans voorgestelde ver
eeniging voor deze polders nooit een vrij
brief mag zijn om bij een verdergaande en
meer omvattende vereeniging van polders
niet te kunnen worden opgenomen.
Van de zijde van Gedeputeerde Staten
wordt geantwoord, dat hetgeen thans
wordt voorgesteld voor de hand ligt en aan
een latere verdergaande samenvoeging op
geen enkele wijze in den weg staat. De
thans voorgestelde vereeniging, die al
lang hangende is en dus reeds aan de orde
was, toen de voorlooplg ingestelde Com
missie tot bestudeering van de samenvoe
ging van polders benoemd werd, kan zon
der bezwaar worden afgedaan, en leidt tot
vereenvoudiging van administratieven ar
beid.
In een afdeeling vragen sommige leden
zich af, of de instandhouding van oude
vestingwallen van zooveel historisch be
lang is, dat een beroep op de Provinciale
kas gewettigd is. Zij waardeeren het ech
ter, dat in dezen tydi, ter verschaffing van
werk aan werkloozen, een dergelijk histo
risch monument in stand wordt gehouden
en gerestaureerd.
Andere leden zeggen, het voorstel te zul
len steunen, omdat het hier betreft een zoo
weinig in ons land voorkomend monument
van geschiedkundige beteekenis.
Een lid hoopt, dat de kosten der techni
sche uitvoering van het werk niet te veel
zullen worden opgevoerd, maar dat in de
eerste plaats aan werkverschaffing zal
worden gedacht.
Een lid van Gedeputeerde Staten brengt
naar voren, dat de vereischte gelden in
hoofdzaak voor werkverschaffing beschik
baar worden gesteld, maar dat de aan de
Provincie gevraagde subsidie zal worden
besteed ter dekking van de bijkomende
kosten.
Aankoop van belendende gronden zal
moeten plaats hebben, terwijl ook een brug
zal moeten worden gebouwd. Wat de uit
voering der werken betreft, dit is bij de
Nedei-landsche Heide Maatschappij en
Vereeniging Menno van Coehoorn, in ver
trouwde handen. De gelden zullen met zorg
worden besteed.
Do brug van Tholen.
In alle afdeelingen heeft het voorstel
om de tarieven te bestendigen aanleiding
gegeven tot bespreking. Een lid is van
meening, dat de gemeente Tholen bij de
oplossing van het onderhavige vraagstuk
niet het slachtoffer mag worden. Het he-
drag der door de gemeente Tholen ge
vraagde afkoopsom, acht hy evenwel veel
te hoog, zoodat dit bedrag onmogelijk een
basis voor onderhandeling kan vormen.
Ook is dit lid van meenlhg, dat de ove
rige Thoolsche gemeenten niet verplicht
zijn bij te dragen in de kosten van afkoop
van het brugrecht der gemeente Tholen.
De opbrengst van dit „brugrecht" vormt
voor de gemeente Tholen een belangrijke
bron van inkomsten, welke dient tot dek
king van verschillende uitgaven der huis
houding dier gemeente.
Het gemeentebestuur van Tholen, meent
dit lid, kan toch niet eischen, dat de overige
Thoolsche gemeenten, via hun bydx-agen in
de kosten van afkoop van het brugrecht,
zullen medehelpen om o.m. de tekorten op
de exploitatie der gasfabriek in de ge
meente Tholen te dekken.
De voorgestelde verlenging van de hef
fing van het bruggeld voor een tijdvak van
drie jaren, zal het gemeentebestuur van
Tholen wel zeer welkom zijn mogelijk
vindt het hierin wel aanleiding een nog
hoogere afkoopsom te vragen.
Een verlenging van het thans van kracht
zijnde tarief met één jaar, acht dit lid
voldoende. Kunnen Gedeputeerde Staten,
zoo vraagt dit lid, hét gemeentebestuur
van Tholen niet tot een meer actieve me
dewerking aansporen, door aan te dringen
op overlegging van het door prof Mr. C.
W. van der Pot, te Groningen, aan cJie ge-
mente terzake uitgebrachte advies?
Een ander lid meent, dat het gemeente
bestuur van Tholen zwak staat in zijn ver
dediging van het brugrecht.
Dit lid dringt ook aan op overlegging
van het advies van Prof. van der Pot en
acht ""eveneens een verlenging van het ta
rief met één jaar voldoende. Weer een
ander lid in deze afdeeling vraagt, waar
om de gemeente Tholen niet volledig kan
worden schadeloos gesteld. Toen de overige
gemeenten op Tholen niet bereid waren
hunmedewerking bij den biugbouw te
verleenen, heeft de gemeente Tholen zelf
het initiatief tot dezen bouw genomen. Z.i.
heeft de gemeente een onbetwistbaar recht
van bruggeldheffing. Onjuist acht dit lid
het, hier thans juridische bezwaren tegen
in te brengen.
Gaarne zag dit lid, dat Ged. Staten aan
de' Provinciale Staten overlegden het ant
woord van den Secretaris-Generaal van
het Departement van Waterstaat op het
schrijven van Gedeputeerde Staten van 18
April j.l.
Nog een ander lid in deze afdeeling zou
het betreuren, indien het publiek, hetwelk
van de brug gebruik maakt, de dupe werd
van de vasthoudendheid van het gemeen
tebestuur van Tholen. Met een ander lid in
deze afdeeling dringt hij aan op het, zoo
spoedig mogelijk, uitlokken van een proces.
Van de zijde van Ged. Staten wordt op
gemerkt, dat de provlncip het recht aan
haar zijde heeft. Ged. Staten zullen alles
doen om tot een juiste oplossing van dit
netelige vraagstuk te geraken.
Het financieele standpunt van het ge
meentebestuur van Tholen is niet houd
baar. H'et namens het College aan het
woord zijnde lid antwoordt op de hierbo
ven gestelde vraag, dat overlegging van
het antwoord van den Secretaris-Generaal
op bezwaren zou zijn gestuit, daar het
niet in het belang zou zijn van een goe
den afloop.
Door eenige leden wordt nogmaals aan
gedrongen op bestendiging van het ta
rief voor een tijdvak van één jaar. Zjj
meenen, dat bij bestendiging voor slechts
één jaar, met meer succes tegen de ge
meente Tholen kan worden opgetreden.
Van de zijde van Ged. Staten wordt ge-
antwoordt, dat uitstel wederom met
slechts één jaar geen beteekenis heeft.
Aangedrongen wordt op aanneming van
het voorstel
Een 'lid in een andere afdeeling vraagt
of door Ged. Staten inzake „het brug
recht" niet meer materiaal kan worden
overgelegd.
Het namens het College aan het woord
zijnde lid zegt eenigszins huiverig te zijn
voor de oplossing van dit vraagstuk, daar
deze wel eens ten nadeele van de gemeente
Tholen zou kunnen uitvallen, terwijl toch
de gemeente Tholen het initiatief tot het
bouwen van de brug heeft genomen, zoo
dat dit lid liever de gemeente Tholen zag
schadeloos gesteld, door overneming der
brug.
Een ander lid in deze afdeeling acht een
spoedige oplossing van dit reeds zoo lang
hangende vraagstuk, ook voor do gemeen
te Tholen, zeer gewenscht.
Weer een ander lid in deze afdeeling
acht een verlenging van het thans geldende
tarief niet een tijdvak van drie jaar te
lang en zou dit tijdvak op twee jaren wil
len stellen.
Nog een ander lid in deze afdeeling zou
het geldende tarief voor anderhalf)
jaar willen verlengen. Van de zyde, van
FRANVE8 BRAYBROOKE
27)
De huishoudster verwelkomde haar
allerhartelijkst. Ardell was vol van het
nieuws van het plotselinge huwelijk van
John Casslene. Men kende hem er heel
goed en in het algemeen werd hij ge
vreesd om zijn autocratisch optreden. Hij
was een prachtige buit voor een op for
tuin jagende weduwe. Mavis Casslene had
thuis moeten blijven en een oogje op hem
houden, zeiden de getrouwen, die overigens
erg nieuwsgierig waren, tegen elkaar.
Het pas getrouwde paar werd tegen
Maandagavond verwacht, vertelde de
hulshoudster. In het huis was niets ver
anderd. Ongetwijfeld zou mevrouw Cass
lene later verschillende wijzl&lngen aan
brengen, de leuke kamer van Mavis zag
er nog precies zoo uit als zij die had
achtergelaten. Ze kon nauwelijks geloo-
ven, dat ze ooit was weg geweest. In den
tuin waren twee mannen druk bezig om
alles in orde te brengen voor het critische
oog van hun meester.
Het huwelijk van John Casslene had een
plotseling einde gemaakt aan zijn wereld-
x*eis.
Zich bewust van de bedekte blikken van
het personeel, Lield Mavis haar hoofd
fier opgericht, terwijl ze door het huis
liep en de zorgvolle voorbereidingen prees,
die er voor den terugkeer van haar vader
werden getroffen.
Ofschoon ze zich wijs maakte, dat het
haar niet deex-de, bedierf het nieuws Mavis'
vrflen dag, dien ze zoo hai'd noodig had.
Ze was in haar hart blij, toen het tijd
was om naar haar plichten terug te kee-
ren. Het groote ziekenhuis was een veilige
schuilplaats, het werk haar redding.
Nadat ze zich eerst uren lang om en
om had gegooid in haar smalle bed, viel
ze eindelijk in slaap. Onopgefrischt werd
ze den volgenden morgen wakker met
zware hoofdpijn.
„Ik ben bly, dat je terug bent", be
groette zuster Ellis haar op wrangen
toon. „Dat joch heeft het ons bisteren
danig lastig gemaakt hij weigerde te
eten en te doen wat hem was voorge
schreven. Ten einde raad heb ik dokter
Dare laten komen, die hem flink de les
heeft gelezen. Sinds dat oogenblik is hij
kalmer, niet voor den tijd!"
Mavis zette haar eigen moeilijkheden op
zij. Michael Lascott eischte al haar aan
dacht op. Hij begroette haar met boozo
verwijten.
„Je hebt geen recht om uit to gaan en
mij aan die taaie oude zuster over te
laten", beklaagde hij zich. „Ik dacht dat
er overeengekomen wrs, dat je voor me
zou zorgen zoolang ik hier in dit akelige
hol ben. Moeder zal wel betalen, wat het
ook kost"
„Wees niet zoo flauw!" Mavis legde zijn
dekens recht „Komt het niet bij jo op,
dat ik ook wel eena tijd voor me zelf
noodig hebt? En bovendien heb ik je al
eens eerder verteld, dat het geen kwestie
van geld is. Ik ben eenvoudig met de
zorg voor jou belast, omdat geen enkele
andere zuster jouw manier van optreden
langer kon verdragen."
Dat Maris dc eenige was, die hem aan
kon, bleek ook nu weer. Hij draaide om
als een blad aan een boom en voordat er
een-kwartier verstreken was, had hy zti'n
Gedeputeerde Staten wordt er op gewezen,
dat de Staten geheel vrij zijn in de bepa
ling van den verlengingsduur. Een nog
niet aan het woord geweest zijnd lid in
dezelfde afdeeling heeft vernomen, dat de
heffing van liet brugrecht de gemeente
Tholen belangryke financieele voordeelen
oplevert, zonder de gemeente Tholen on
aangenaam te willen zijp, vraagt dit lid of
deze voordeelen, welke de gemeente Tho
len uit de heffing van het brugrecht
toevloeien, niet gekapitaliseerd kunnen
worden, waarna ook de bydragen der be
langhebbenden zouden kunnen worden be
paald.
Een ander lid in deze afdeeling zou de
baten, welke het „veerrecht" voor de ge
meente afwierp, als basis willen nemen
van deze kapitalisatie.
Van de zyde van Ged. Staten wordt ge
antwoord, dat de financieele voordeelen der
gemeente Tholen niet zoo buitensporig
zyn, als wel beweerd wordt.
Bovendien heeft Tholen toch ook zonder
medewerking van anderen, de brug ge
bouwd.
Het onderhavige vraagstuk kan een byna
hopeloos geval genoemd worden, met het
oplossen waarvan jaren kunnen heengaan.
In een conferentie met B. en W. van
Tholen is gevraagd, het rapport van Prof.
van der Pot ter inzage te mogen ontvan
gen, waarop de Burgemeester namens het
college, verklaarde, dit liever niet te
doen. In een persooniyk onderhoud van een
der ledenvan Gedeputeerde Staten met
een Wethouder der gemeente Tholen, is
deze uitspraak wel verzacht.
Van den Secretaris-Generaal is nog geen
antwoord ontvangen op het schrö'ven van
Ged. Staten van 18 April. Verzocht is
echter dit antwoord zoo tydig te mogen
ontvangen, dat daarvan aan de Staten
vóór of tijdens de openbare behandeling
van het voorstel mededeeling zal kunnen
worden gedaan.
Subsidie aan de Spoorwegmaat-
maatschappi/en MechelcnTer-
neuzen.
In een der afdeelingen brengt een lid
hulde aan Ged. Staten voor de wyze, waar
op dit College deze zaak heeft aangevat,
om haar tot een oplossing te brengen.
Een ander lid zou gaarne vernemen, hoe
het staat met de hulp van de streek, en
wel meer in het by zonder, of er van die
zijde algemeene medewerking wordt ver
leend.
Van de zyde van Ged. Staten wordt ge
antwoord, dat op een enkele uitzondering
na alle gemeenten in Oosteiyk Zeeuwsch
Vlaanderen hebben toegezegd, de maat
schappij mede to zullen subsidiéeren, het-
geon hierop neerkomt, dat door de streek
reeds een bedrag van 11.700 is gevoteerd,
hetwelk waarschynlyk nog zal stygen tot
12.000 k 13.000, terwijl het onaex-havige
voorstel beoogt, dat de Provincie een gelyk
bedrag beschikbaar zal stellen. Ook het.
Rylc zal zich vermoedely'k in deze niet on
betuigd laten, hetgeexx tx'ouwens ook
strikt noodig is, zal de maatschappy niet
alsnog tot liquidatie worden genoopt.'
Spreker doet verder opmerken, dat ook
de Belgische staat hulp zal verleenen met
een bedrag van bijna 2ys miüioen gulden
hiernevens is voor Nederland een bydrage
van 75.000 toch zeker niet aan den hoo-
gen kant.
Weer een ander lid zou voor één jaar
een subsidie willen geven en verder een
renteloos voorschot verleenen. Daar er
door het geringe vervoer weinig werk is,
vraagt dit lid zich af, of het niet beter zou
zyn, dat een gedeelte van het personeel
op wachtgeld voor rekening van het Ryk
werd gesteld, aangezien de personeels-uit-
gaven thans een-zwaren last op de maat
schappy leggen. Do omstandigheid, dat er
in België ook steun is gevraagd, geeft op
zichzelf nog geen zekerheid, dat die ook
zal worden verleend.
Van de zyde van Ged. Staten wordt op
gemerkt, dat ook In het College ér wel
iets voor gevoeld wordt, het subsidie voor
looplg voor één Jaar te verleenen.
Eenige leden waarschuwen tegen het
geven van subsldiën aan spoorwegen,
waarby hun de weinig aanlokkelijko erva
ring, door de Provincie daarmede opge
daan, voor oog en staat.
De opmerking wordt gemaakt, dat na
den oorlog de spoorwegen wellicht weer
overbodig zullen worden. Wat hiervan ook
zij, het behoud van den onderhavigen
spoorweg is in elk geval nog het meest een
industriebelang.
Weer andere leden wyzen er op, dat
steunverleening als gevraagd toch eigen-
lyk meer tot taak van het Ryk behoort,
hetwelk reeds vele millloenen besteedt, om
de spoorwegen in stand te houden. Zy vra
gen zich af, waarom voor dit Zeeuwsche
verontschuldigingen al aangeboden voor
zyn zelfzuchtig gedrag. Hy bleef er even
wel by, dat hy die „zure ouwe" Ellis niet
meer wilde zien.
Later op den morgen passeerde Mavis
in de gang Tony Dare. Ze zou hem met
een glimlach voorby zyn geloopen, als
hy" haar niet staande had gehouden.
„Wacht eens een oogenblikje, zuster
Casslene", zei hy vormelyk. „Ik ben erg
tevreden met de vorderingen, die uw
patiënt maakt. Dat is voor een niet gering
gedeelte aan u te danken." Dan, terwyl
zij nog haar dank stamelde, ging hy' op
gediempten toon voort„Maar ik ben
bang dat ik slecht nieuws voor je heb."
Ze werd bleek, dat hy er van schrok.
„Is er iets met Sam?" fluisterde ze, haar
handen in elkaar knypend.
„Wel neen. Het spyt me, dat ik je zoo
ontactvol heb toegesproken. Ik wilde je
alleen maar zeggen, dat myn advocaat er
niet in is geslaagd, de Wicks ertoe te bren
gen hun aanklacht in te trekken. De
klacht is al in behandeling. Met die tante
zou nog wel te onderhandelen zyn ge
weest, maar die Nellie schy'nt je met alle
geweld to willen treffen. Natuurlijk zal
myn advocaat al het mogeiyke doen om
het geval niet te onaangenaam voor je te
maken."
„Het spijt me, dat ik toen myn be-
heerschlng heb verloren", bekende Mavls,
„maar het spyt me niet, dat Ik haar dien
klap heb gegeven. Ik wilde, dat ik het nog
harder gedaan had", besloot ze opstandig.
Hy keek haar wanhopig aan. Het nieuws
over het onverwachte en plotselinge huwe
lijk van haar vader had haar opgewon
den. Hy sprak nog over de aankondiging
in dc krant, welke een ieder had verrast.
„Wist jy, dat hy zulk een stap zou
doen? Wat denk je er van?" informeerde
stukje iyn juist weer de streek en de pro
vincie in de bres moeten springen. Deze
provincie is toch werkelyk al zwaar genoeg
belast.
Van de zyde van Ged. Staten wordt ge-
antwoordt, dat de gansche aangelegenheid
in het College rypeiyk is overwogen.
Het College zal nauwkeurig toezien, dat
geen subsidie wordt uitgekeerd, waaraan
geen volstrekte behoefte bestaat.
Het laat zich aanzien, dat de maximum-
by'drage van 25.000 niet zal worden be
reikt, daar de streek vermoedeiyk ten
hoogste 12.000 A 13.000 beschikbaar zal
stellen.
Verwacht mag worden, dat na den oor
log de lijn weer rendabel zal worden.
4 VOORSTEL AAAN PROV. STATE
Ten einde de onzekerheid weg te nemen,
die er bestaat ten opzichte van de vraag
of, en zoo ja, in hoever de stadsgrachten
der gemeente Hulst binnen de grenzen van
het waterschap Hulster-en-Axeler-Am
bacht vallen en uit overweging, dat het
belang van dat waterschap in elk geval
medebrengt, dat deze grachten onder de
door het waterschap te onderhouden wa
terleidingen worden opgenomexi, heeft het
dageiyksch bestuur van het waterschap
den wensch kenbaar gemaakt, dat het
Byzonder reglement voor zyn waterschap
nader worde gewijzigd.
Ged. Staten deelen de Prov. Staten mee,
dat de stadsgrachten der gemeente Hulst
deel uit maken van het stroomgebied der
reeds tot het waterschap behoox-ende lei
dingen, terwyl niet alleen door tusschen-
komst van deze grachten het rioolwater
van de kom van Hulst de leidingen van
het waterschap bereikt, maar ook als boe
zem de grachten voor het waterschap van
beteekenis zyn.
Eenige publiekrechtelijke verplichting
ter zake van het onderhoud der grachten,
die voor een gedeelte eigendom zyn van
de gemeente Hulst en voor het overige ge
deelte van particulieren, heeft, voor zoo
veel kan worden nagegaan, afgezien van
die, v/elke voor de gemeente uit haar zorg
voor.de volksgezondheid van lieverlede is
voortgesproten, nimmer bestaan. Ook de
voormalige Commissie voor het Havenfort
heeft te dezen met de grachten nimmer
eenige bemoeienis gehad. Het verdient
volgens Ged. Staten dan ook aanbeveling,
dat de stadsgrachten der gemeente Hulst by
het waterschap Hulster-en-Axeler-Am
bacht in beheer en onderhoud komen. Arti
kel 1 van het Byzonder reglement zal daar
toe op een tweetal plaatsen wijziging moe
ten ondergaan.
Voorts heeft het igelyksch bestuur van
gemeld waterschap het verlangen kenbaar
gemaakt, dat het Byzonder reglement als
nog ook in dien zin worde gewyzigd, dat,
behalve, de evenbedoelde stadsgrachten,
ook de gronden der gemeente Hulst, welke
tot dusver niet onder polder-verband staan,
binnen het gezagsgebied van het water
schap worden gebracht. Het hier bedoelde
gebied valt uiteen in het binnen de grach
ten gelegen gedeelte der gemeente, uitma
kende de sectie A, en hét gedeelte van
sectie B, zonder de tot die sectie behoo-
rende perceelen, uitmakende de stads
grachten, dat begrensd wordt ten Westen,
ten Zuiden en ten Zuidoosten door de be
staande grens van het waterschap en aan
die Noord,, en de Oostzijde door de grens
der gemeente Hulst.
Wat het hiervorenbedoelde gedeelte van
sectie B betreft is Ged. Staten gebleken,
dat dit, anders dan het dagelyksch be
stuur meent, wel degelijk onder polderver-
band staat, wijl het gelegen is in den tot
het waterschap Lamswaarde-c.a. behoo
renden Dullaertp'older
Voor een wijziging van het Byzonder
reglement, waardoor laatstbedoelde gron
den voortaan tot het gezagsgebied van het
uit-.vateringswaterschap zullen behooren,
ontbreekt uit waterstaatsoogpunt alle aan
leiding.
Hetzelfde is het geval met het gedeelte
der gemeente Hulst, gelegen binnen de
stadsgrachten, daargelaten dat, om dit ge
bied binnen het uitwateringswaterschap te
kunnen betrekken, daarover eerst nog een
polder zou dienen te worden opgericht.
Ged. Staten hebben gemeend een verdere
wyziging van het byzonder reglement dan
uitsluitend voor zoover dc stadsgx-achteu
betreft, niet te moeten bevorderen.
ENGELSCHE SCHIPBREUKELINGEN IN
LISSABON.
Aan boord van het Portugeesche M.S.
„Nyassa" is Dinsdag een groep van 36
schipbreukelingen aangekomen van het
op 4 Juli j.l. door een Duitsche duikboot
tot zinken gebrachte Engelsche s.s. „In
verness".
hU.
„Ik wist er evenmin iets van als JU",
gaf ze ten antwoord. „Maar het deert me
niet. Het zou wat anders zyn, als ik nog
thuis was. Neem me niet kwalyk. Ik hoor
sir Michael roepen. Ik moet even naar
hem toe."
Ze verdween in kamer vier, den jongen
chirurg schouderophalend achterlatend.
Amaryllis Casslene, gezeten in een eerste
klas spoorwegcoupé van den trein, die hen
snel naar hun toekomstige woning bracht,
loosde een diepe zucht van voldoening.
Gelukkig was er een eind gekomen aan
het aan elkaar knoopen van de eindjes
en het allesbehalve gemakkelijke leven
van het kleine inkomen, waar zy en haar
dochter Eileen over beschikten. Een eind
aan de zorgen over de toekomst van het
meisje, want natuurlyk zou Eileen nu de
kans krygen voor een uitstekend huwe-
ïyk. Ze zou er Johii Casslene binnenkort
wel toe brengen om voor minstens zes
maanden per jaar een huis in Londen te
nemen. Dat was slechts een kwestie van
verstandig aanpakken, dacht mevrouw
Casslene, terwijl zy de kostbare bontjas,
zyn huwelykscadeau, vaster om haar
schouders trok.
Geld beteekende toch heel wat in de
wereld. Wat een bof was dat geweest, John
Casslene te ontmoeten, juist toen hy zoo
in den pu zat over het opstandige gedrag
van zyn dochter!
Haar man legde de krant, "waar hy in
verdiept was geweest neer en dat deed
haar uit haar mymeringen ontwaken. Hy'
keek op zyn horloge en kondigde aan, dat
zy aan het einde van de reis waren.
Ardell viel tegen met zyn hooge schoor-
steenen en nauwe straten, die vol men-
schen waren, een leelyke fabrieksstad.
MOSKOU GEBOMBARDEERD.
Het D.N.B. heeft over den eersten
gi-ooten aanval van de Duitsche lucht
macht op Moskou het volgende ooggetuige-
verslag ontvangen
Van de schemering tot aan middernacht
vlogen Duitsche gevechtsvliegtuigen naar
Moskou en bombardeerden de regeerings-
en bestuurswyk met brand, en brisant
bommen van zwaar kaliber. Ondanks het
feit, dat de bolsjewisten een geweldig af-
weervuur onderhielden, was omstreeks
middernacht alles rondom het Kremlin een
zee van vlammen. Op het vliegveld in het
Oosten heerschte dezer dagen een heele
drukte. Deze slag dat wisten allen, die
er by mochten zijn moest zoo zwaar
zyn, dat den bolsjewistischen machtheb
bers eens en voor altyd den wensch naar
een herhaling zou vergaan. De ondergaan
de zon werpt haar laatste stralen over het
vliegveld als wy starten voor Moskou.
Brandende dorpen, het vuren der zware
artillerie, de lichtspoormunitie der mitrail
leurs toonen ons, dat daar beneden by onze
kameraden van het leger ook in dezen
nacht de stryd niet gestaakt wordt De
frontlinie, welke wy by het begin van
onzen tocht op onze kaarten hebben aan
gegeven, is op enkele plaatsen al niet juist
meer. Onze troepen zyn alweer dieper het
vyandeiyke land binnengedrongen. Doch
dan laten wy de frontlinie met haar bran
den achter ons en voor ons ligt een groote
uitgestrektheid. Op den grond is alles
kalm. Slechts zelden flikkert het licht van
een schynwerper op en begint het afweer
geschut te vuren. Nog zyn wy te ver van
Moskou verwyderd om ons nauwkeuriger
te oriënteeren, doch iedere minuut brengt
ons nader tot ons doel. De Sovjet luchtaf
weer werd steeds intenser. Reeds grypen
dertig, veertig, vijftig vangarmen in de
lucht, flitsen wild en gejaag'd door elkaar
heen en zoeken en zoeken
Hoe meer wy naderen, des te duidelyker
blykt het dat de kameraden voor ons geen
half werk hebben verricht. En toch is dit
alles slechts een begin. Eerst moeten wy
ons doel dicht zien te naderen. Het wordt
ons door den vijand werkelyk niet gemak-
kelyk gemaakt. Hier hebben zy" alle af
weerkracht geconcentreerd, welke thans
een ware regen van vuur naar dc nade
rende Duitsche vliegtuigen zendt. Lucht
doelgranaten van alle kaliber leggen hun
lichtenden weg langs den nachtelyken he
mel af en honderden schynwerpers door
boren de duisternis. Thans zy wy vlak
boven het doel. Onder ons ligt een ware
hel. Geheele installaties staan in lichter
laaie en een dikke ondoordringbare rook
trekt langzaam en traag over de ruïne,
welke door de Duitsche bommen zijn ver
oorzaakt.
Wy zyn boven Londen en Liverpool, bo
ven Glasgow en Belfast, boven Huil en
Birmingham geweest. En wij hebben bo
vendien nog vele andere steden van het
Britsche eiland zien branden. Doch zelden
hebben wij in dezen oorlog branden van een
grooteren omvang en met een vernietigen
der indruk gezien. Daar beneden, waar de
verleide volksmassa's in de kelders zitten,
moet de hel zijn losgebroken. Ontploffin
gen na ontploffingen zijn waar te nemen.
Nieuwe branden ontstaan, oude branden
vinden steeds opnieuw voedsel en nog
steeds is het einde niet te zien. Voortdu
rend valt bom na bom op voor dén oorlog
belangryke doelen. Ook wy hebben onze
bommenlast uitgeworpen, de plaats, waar
zy ontploften waargenomen en keeren nu
terug.
By daglicht zyn wy vertrokken, by dag
licht zyn wy texnxg. Daar tusschen ligt een
nacht vol afgrijzen, een nacht, die geschud
heeft aan het bestaan van het bolsjewisme.
De diplomatieke betrekkingen
tusschen Engeland en Finland.
In het Britsche Hoogerhuisheeft Lord
Sncll, naar Reuter meldt, een verklaring
afgelegd omtrent de diplomatieke betrek
kingen tusschen Engeland en Finland. De
Engelsche regeering, zoo betoogde hy,
heeft besloten voorlooplg de diplomatieke
beti'ekkingen met Finland te handhaven,
zy heeft de Finsche regeering evenwel
duidelijk te verstaan gegeven, dat deze be
slissing elk oogenblik al naar den loop der
gebeurtenissen kan worden gewijzigd. En
geland geeft geen navicerts meer af voor
goederen, die naar Finland gaan en even
min wordt aan schepen met bestemming
Finland eenigerlei faciliteit verleend.
K0RTGENE.
Abonnementen en advertenties voor de
Provinciale Zeeuwsche Courant worden
aangenomen door den Agent
KR. DE VOS.
Maar de wagen en de attente chauffeur
vergoedden veel en Shadowlands was
grooter en uitgestrekter dan zy had dur
ven hopen. Eileen zou wel den spot dry
ven met de massieve meubels en het
solide comfort van de groote kamer, maar
dat was toch heel wat anders dan de
kleine flat in een onaanzienlyke straat
van Londen, waar moeder en dochter
woonden.
Eileen wist alleen het feit, dat haar
moeder in het huwelyk was getreden.
John Casslene scheen nog meer met haar
te hebben op gehad, toen hy hoorde, dat
ze een dochtex? had. Het meisje moest op
goeden voet zien te komen met den stief
vader, die oneenigheid had gehad met
zyn eigen dochter en haar het huis had
gewezen. Uit zyn testament moest ze ook
worden geschrapt als Amaryllis daar wat
in te zeggen had, dacht ze, terwyl ze het
huis bezichtigde na een uitstekend diner,
waarover ze de hulshoudster op char
mante wyze haar tevredenheid had be
tuigd.
Ze bleef staan voor een foto aan den
muur in den salon.
„Is dat aardige schepseltje jouw on
deugende dochtertje?" vroeg ze, terwyl
ze met bewondering de fyne gelaatstrek
ken bekeek.
John Casslene draaide zich om en
drukte op een bel.
„Bedenk wel, Amaryllis, dat ik geen
dochter heb," bitste hy om dan, toen ecu
meisje binnen kwam, naar het portret te
wyzen. „Berg dat weg".
Het meisje gehoorzaamde. Toen zy de
deur achter zich gesloten had, keek Cass
lene zyn vrouw aan.
XWordt vervolgd.);