PROVINCIALE STATEN. het doornige pad De afdeelingsverslagen Verschenen zfln de algemeene verslage*» oetrefrende de door Ged. Staten ingediena«> voorstellen. Verschillende voorstellen gaven tot geen of tot een korte bespreking aan leiding. Vereeniging Bathpolder. Bij het voorstel tot vereeniging van de Eerste, en Tweede Bathpolder drukt een der leden er zfln verwondering over uit, •dat, nu er vanwege Gedeputeerde Staten pogingen worden aangewend om een zoo groot mogelijk aantal polders te vereeni gen tot één waterschap, getuige het wa terschap Het-Vrjje-van-Sluis, er hier vol staan wordt met samenvoeging van slechts twee polders, en vraagt, of hiermede op name in een grooter verband voorkomen kan worden. Van de zyde van Gedeputeerde Staten wordt geantwoord, dat deze vereeniging geschiedt op verzoek van de ingelanden zelf, die voor deze polders dezelfde men- schen zijn. Deze vereeniging staat geheel los van eventueele plannen tot het vor men van grootere waterschappen. Eenige andere leden wenschen nader te worden ingelicht omtrent de plannen van Gedeputeerde Staten inzake vereeniging van polders. Het ligt waarschijnlijk in de bedoeling, in de toekomst nog meerdere polders samen te voegen en daarom vragen deze leden, of het voorgestelde dan zóó noodzakelijk is, dat het incidenteel moet worden afgedaan.' Nog een ander lid spreekt als zijn mee ning uit, dat de thans voorgestelde ver eeniging voor deze polders nooit een vrij brief mag zijn om bij een verdergaande en meer omvattende vereeniging van polders niet te kunnen worden opgenomen. Van de zijde van Gedeputeerde Staten wordt geantwoord, dat hetgeen thans wordt voorgesteld voor de hand ligt en aan een latere verdergaande samenvoeging op geen enkele wijze in den weg staat. De thans voorgestelde vereeniging, die al lang hangende is en dus reeds aan de orde was, toen de voorlooplg ingestelde Com missie tot bestudeering van de samenvoe ging van polders benoemd werd, kan zon der bezwaar worden afgedaan, en leidt tot vereenvoudiging van administratieven ar beid. In een afdeeling vragen sommige leden zich af, of de instandhouding van oude vestingwallen van zooveel historisch be lang is, dat een beroep op de Provinciale kas gewettigd is. Zij waardeeren het ech ter, dat in dezen tydi, ter verschaffing van werk aan werkloozen, een dergelijk histo risch monument in stand wordt gehouden en gerestaureerd. Andere leden zeggen, het voorstel te zul len steunen, omdat het hier betreft een zoo weinig in ons land voorkomend monument van geschiedkundige beteekenis. Een lid hoopt, dat de kosten der techni sche uitvoering van het werk niet te veel zullen worden opgevoerd, maar dat in de eerste plaats aan werkverschaffing zal worden gedacht. Een lid van Gedeputeerde Staten brengt naar voren, dat de vereischte gelden in hoofdzaak voor werkverschaffing beschik baar worden gesteld, maar dat de aan de Provincie gevraagde subsidie zal worden besteed ter dekking van de bijkomende kosten. Aankoop van belendende gronden zal moeten plaats hebben, terwijl ook een brug zal moeten worden gebouwd. Wat de uit voering der werken betreft, dit is bij de Nedei-landsche Heide Maatschappij en Vereeniging Menno van Coehoorn, in ver trouwde handen. De gelden zullen met zorg worden besteed. Do brug van Tholen. In alle afdeelingen heeft het voorstel om de tarieven te bestendigen aanleiding gegeven tot bespreking. Een lid is van meening, dat de gemeente Tholen bij de oplossing van het onderhavige vraagstuk niet het slachtoffer mag worden. Het he- drag der door de gemeente Tholen ge vraagde afkoopsom, acht hy evenwel veel te hoog, zoodat dit bedrag onmogelijk een basis voor onderhandeling kan vormen. Ook is dit lid van meenlhg, dat de ove rige Thoolsche gemeenten niet verplicht zijn bij te dragen in de kosten van afkoop van het brugrecht der gemeente Tholen. De opbrengst van dit „brugrecht" vormt voor de gemeente Tholen een belangrijke bron van inkomsten, welke dient tot dek king van verschillende uitgaven der huis houding dier gemeente. Het gemeentebestuur van Tholen, meent dit lid, kan toch niet eischen, dat de overige Thoolsche gemeenten, via hun bydx-agen in de kosten van afkoop van het brugrecht, zullen medehelpen om o.m. de tekorten op de exploitatie der gasfabriek in de ge meente Tholen te dekken. De voorgestelde verlenging van de hef fing van het bruggeld voor een tijdvak van drie jaren, zal het gemeentebestuur van Tholen wel zeer welkom zijn mogelijk vindt het hierin wel aanleiding een nog hoogere afkoopsom te vragen. Een verlenging van het thans van kracht zijnde tarief met één jaar, acht dit lid voldoende. Kunnen Gedeputeerde Staten, zoo vraagt dit lid, hét gemeentebestuur van Tholen niet tot een meer actieve me dewerking aansporen, door aan te dringen op overlegging van het door prof Mr. C. W. van der Pot, te Groningen, aan cJie ge- mente terzake uitgebrachte advies? Een ander lid meent, dat het gemeente bestuur van Tholen zwak staat in zijn ver dediging van het brugrecht. Dit lid dringt ook aan op overlegging van het advies van Prof. van der Pot en acht ""eveneens een verlenging van het ta rief met één jaar voldoende. Weer een ander lid in deze afdeeling vraagt, waar om de gemeente Tholen niet volledig kan worden schadeloos gesteld. Toen de overige gemeenten op Tholen niet bereid waren hunmedewerking bij den biugbouw te verleenen, heeft de gemeente Tholen zelf het initiatief tot dezen bouw genomen. Z.i. heeft de gemeente een onbetwistbaar recht van bruggeldheffing. Onjuist acht dit lid het, hier thans juridische bezwaren tegen in te brengen. Gaarne zag dit lid, dat Ged. Staten aan de' Provinciale Staten overlegden het ant woord van den Secretaris-Generaal van het Departement van Waterstaat op het schrijven van Gedeputeerde Staten van 18 April j.l. Nog een ander lid in deze afdeeling zou het betreuren, indien het publiek, hetwelk van de brug gebruik maakt, de dupe werd van de vasthoudendheid van het gemeen tebestuur van Tholen. Met een ander lid in deze afdeeling dringt hij aan op het, zoo spoedig mogelijk, uitlokken van een proces. Van de zijde van Ged. Staten wordt op gemerkt, dat de provlncip het recht aan haar zijde heeft. Ged. Staten zullen alles doen om tot een juiste oplossing van dit netelige vraagstuk te geraken. Het financieele standpunt van het ge meentebestuur van Tholen is niet houd baar. H'et namens het College aan het woord zijnde lid antwoordt op de hierbo ven gestelde vraag, dat overlegging van het antwoord van den Secretaris-Generaal op bezwaren zou zijn gestuit, daar het niet in het belang zou zijn van een goe den afloop. Door eenige leden wordt nogmaals aan gedrongen op bestendiging van het ta rief voor een tijdvak van één jaar. Zjj meenen, dat bij bestendiging voor slechts één jaar, met meer succes tegen de ge meente Tholen kan worden opgetreden. Van de zijde van Ged. Staten wordt ge- antwoordt, dat uitstel wederom met slechts één jaar geen beteekenis heeft. Aangedrongen wordt op aanneming van het voorstel Een 'lid in een andere afdeeling vraagt of door Ged. Staten inzake „het brug recht" niet meer materiaal kan worden overgelegd. Het namens het College aan het woord zijnde lid zegt eenigszins huiverig te zijn voor de oplossing van dit vraagstuk, daar deze wel eens ten nadeele van de gemeente Tholen zou kunnen uitvallen, terwijl toch de gemeente Tholen het initiatief tot het bouwen van de brug heeft genomen, zoo dat dit lid liever de gemeente Tholen zag schadeloos gesteld, door overneming der brug. Een ander lid in deze afdeeling acht een spoedige oplossing van dit reeds zoo lang hangende vraagstuk, ook voor do gemeen te Tholen, zeer gewenscht. Weer een ander lid in deze afdeeling acht een verlenging van het thans geldende tarief niet een tijdvak van drie jaar te lang en zou dit tijdvak op twee jaren wil len stellen. Nog een ander lid in deze afdeeling zou het geldende tarief voor anderhalf) jaar willen verlengen. Van de zyde, van FRANVE8 BRAYBROOKE 27) De huishoudster verwelkomde haar allerhartelijkst. Ardell was vol van het nieuws van het plotselinge huwelijk van John Casslene. Men kende hem er heel goed en in het algemeen werd hij ge vreesd om zijn autocratisch optreden. Hij was een prachtige buit voor een op for tuin jagende weduwe. Mavis Casslene had thuis moeten blijven en een oogje op hem houden, zeiden de getrouwen, die overigens erg nieuwsgierig waren, tegen elkaar. Het pas getrouwde paar werd tegen Maandagavond verwacht, vertelde de hulshoudster. In het huis was niets ver anderd. Ongetwijfeld zou mevrouw Cass lene later verschillende wijzl&lngen aan brengen, de leuke kamer van Mavis zag er nog precies zoo uit als zij die had achtergelaten. Ze kon nauwelijks geloo- ven, dat ze ooit was weg geweest. In den tuin waren twee mannen druk bezig om alles in orde te brengen voor het critische oog van hun meester. Het huwelijk van John Casslene had een plotseling einde gemaakt aan zijn wereld- x*eis. Zich bewust van de bedekte blikken van het personeel, Lield Mavis haar hoofd fier opgericht, terwijl ze door het huis liep en de zorgvolle voorbereidingen prees, die er voor den terugkeer van haar vader werden getroffen. Ofschoon ze zich wijs maakte, dat het haar niet deex-de, bedierf het nieuws Mavis' vrflen dag, dien ze zoo hai'd noodig had. Ze was in haar hart blij, toen het tijd was om naar haar plichten terug te kee- ren. Het groote ziekenhuis was een veilige schuilplaats, het werk haar redding. Nadat ze zich eerst uren lang om en om had gegooid in haar smalle bed, viel ze eindelijk in slaap. Onopgefrischt werd ze den volgenden morgen wakker met zware hoofdpijn. „Ik ben bly, dat je terug bent", be groette zuster Ellis haar op wrangen toon. „Dat joch heeft het ons bisteren danig lastig gemaakt hij weigerde te eten en te doen wat hem was voorge schreven. Ten einde raad heb ik dokter Dare laten komen, die hem flink de les heeft gelezen. Sinds dat oogenblik is hij kalmer, niet voor den tijd!" Mavis zette haar eigen moeilijkheden op zij. Michael Lascott eischte al haar aan dacht op. Hij begroette haar met boozo verwijten. „Je hebt geen recht om uit to gaan en mij aan die taaie oude zuster over te laten", beklaagde hij zich. „Ik dacht dat er overeengekomen wrs, dat je voor me zou zorgen zoolang ik hier in dit akelige hol ben. Moeder zal wel betalen, wat het ook kost" „Wees niet zoo flauw!" Mavis legde zijn dekens recht „Komt het niet bij jo op, dat ik ook wel eena tijd voor me zelf noodig hebt? En bovendien heb ik je al eens eerder verteld, dat het geen kwestie van geld is. Ik ben eenvoudig met de zorg voor jou belast, omdat geen enkele andere zuster jouw manier van optreden langer kon verdragen." Dat Maris dc eenige was, die hem aan kon, bleek ook nu weer. Hij draaide om als een blad aan een boom en voordat er een-kwartier verstreken was, had hy zti'n Gedeputeerde Staten wordt er op gewezen, dat de Staten geheel vrij zijn in de bepa ling van den verlengingsduur. Een nog niet aan het woord geweest zijnd lid in dezelfde afdeeling heeft vernomen, dat de heffing van liet brugrecht de gemeente Tholen belangryke financieele voordeelen oplevert, zonder de gemeente Tholen on aangenaam te willen zijp, vraagt dit lid of deze voordeelen, welke de gemeente Tho len uit de heffing van het brugrecht toevloeien, niet gekapitaliseerd kunnen worden, waarna ook de bydragen der be langhebbenden zouden kunnen worden be paald. Een ander lid in deze afdeeling zou de baten, welke het „veerrecht" voor de ge meente afwierp, als basis willen nemen van deze kapitalisatie. Van de zyde van Ged. Staten wordt ge antwoord, dat de financieele voordeelen der gemeente Tholen niet zoo buitensporig zyn, als wel beweerd wordt. Bovendien heeft Tholen toch ook zonder medewerking van anderen, de brug ge bouwd. Het onderhavige vraagstuk kan een byna hopeloos geval genoemd worden, met het oplossen waarvan jaren kunnen heengaan. In een conferentie met B. en W. van Tholen is gevraagd, het rapport van Prof. van der Pot ter inzage te mogen ontvan gen, waarop de Burgemeester namens het college, verklaarde, dit liever niet te doen. In een persooniyk onderhoud van een der ledenvan Gedeputeerde Staten met een Wethouder der gemeente Tholen, is deze uitspraak wel verzacht. Van den Secretaris-Generaal is nog geen antwoord ontvangen op het schrö'ven van Ged. Staten van 18 April. Verzocht is echter dit antwoord zoo tydig te mogen ontvangen, dat daarvan aan de Staten vóór of tijdens de openbare behandeling van het voorstel mededeeling zal kunnen worden gedaan. Subsidie aan de Spoorwegmaat- maatschappi/en MechelcnTer- neuzen. In een der afdeelingen brengt een lid hulde aan Ged. Staten voor de wyze, waar op dit College deze zaak heeft aangevat, om haar tot een oplossing te brengen. Een ander lid zou gaarne vernemen, hoe het staat met de hulp van de streek, en wel meer in het by zonder, of er van die zijde algemeene medewerking wordt ver leend. Van de zyde van Ged. Staten wordt ge antwoord, dat op een enkele uitzondering na alle gemeenten in Oosteiyk Zeeuwsch Vlaanderen hebben toegezegd, de maat schappij mede to zullen subsidiéeren, het- geon hierop neerkomt, dat door de streek reeds een bedrag van 11.700 is gevoteerd, hetwelk waarschynlyk nog zal stygen tot 12.000 k 13.000, terwijl het onaex-havige voorstel beoogt, dat de Provincie een gelyk bedrag beschikbaar zal stellen. Ook het. Rylc zal zich vermoedely'k in deze niet on betuigd laten, hetgeexx tx'ouwens ook strikt noodig is, zal de maatschappy niet alsnog tot liquidatie worden genoopt.' Spreker doet verder opmerken, dat ook de Belgische staat hulp zal verleenen met een bedrag van bijna 2ys miüioen gulden hiernevens is voor Nederland een bydrage van 75.000 toch zeker niet aan den hoo- gen kant. Weer een ander lid zou voor één jaar een subsidie willen geven en verder een renteloos voorschot verleenen. Daar er door het geringe vervoer weinig werk is, vraagt dit lid zich af, of het niet beter zou zyn, dat een gedeelte van het personeel op wachtgeld voor rekening van het Ryk werd gesteld, aangezien de personeels-uit- gaven thans een-zwaren last op de maat schappy leggen. Do omstandigheid, dat er in België ook steun is gevraagd, geeft op zichzelf nog geen zekerheid, dat die ook zal worden verleend. Van de zyde van Ged. Staten wordt op gemerkt, dat ook In het College ér wel iets voor gevoeld wordt, het subsidie voor looplg voor één Jaar te verleenen. Eenige leden waarschuwen tegen het geven van subsldiën aan spoorwegen, waarby hun de weinig aanlokkelijko erva ring, door de Provincie daarmede opge daan, voor oog en staat. De opmerking wordt gemaakt, dat na den oorlog de spoorwegen wellicht weer overbodig zullen worden. Wat hiervan ook zij, het behoud van den onderhavigen spoorweg is in elk geval nog het meest een industriebelang. Weer andere leden wyzen er op, dat steunverleening als gevraagd toch eigen- lyk meer tot taak van het Ryk behoort, hetwelk reeds vele millloenen besteedt, om de spoorwegen in stand te houden. Zy vra gen zich af, waarom voor dit Zeeuwsche verontschuldigingen al aangeboden voor zyn zelfzuchtig gedrag. Hy bleef er even wel by, dat hy die „zure ouwe" Ellis niet meer wilde zien. Later op den morgen passeerde Mavis in de gang Tony Dare. Ze zou hem met een glimlach voorby zyn geloopen, als hy" haar niet staande had gehouden. „Wacht eens een oogenblikje, zuster Casslene", zei hy vormelyk. „Ik ben erg tevreden met de vorderingen, die uw patiënt maakt. Dat is voor een niet gering gedeelte aan u te danken." Dan, terwyl zij nog haar dank stamelde, ging hy' op gediempten toon voort„Maar ik ben bang dat ik slecht nieuws voor je heb." Ze werd bleek, dat hy er van schrok. „Is er iets met Sam?" fluisterde ze, haar handen in elkaar knypend. „Wel neen. Het spyt me, dat ik je zoo ontactvol heb toegesproken. Ik wilde je alleen maar zeggen, dat myn advocaat er niet in is geslaagd, de Wicks ertoe te bren gen hun aanklacht in te trekken. De klacht is al in behandeling. Met die tante zou nog wel te onderhandelen zyn ge weest, maar die Nellie schy'nt je met alle geweld to willen treffen. Natuurlijk zal myn advocaat al het mogeiyke doen om het geval niet te onaangenaam voor je te maken." „Het spijt me, dat ik toen myn be- heerschlng heb verloren", bekende Mavls, „maar het spyt me niet, dat Ik haar dien klap heb gegeven. Ik wilde, dat ik het nog harder gedaan had", besloot ze opstandig. Hy keek haar wanhopig aan. Het nieuws over het onverwachte en plotselinge huwe lijk van haar vader had haar opgewon den. Hy sprak nog over de aankondiging in dc krant, welke een ieder had verrast. „Wist jy, dat hy zulk een stap zou doen? Wat denk je er van?" informeerde stukje iyn juist weer de streek en de pro vincie in de bres moeten springen. Deze provincie is toch werkelyk al zwaar genoeg belast. Van de zyde van Ged. Staten wordt ge- antwoordt, dat de gansche aangelegenheid in het College rypeiyk is overwogen. Het College zal nauwkeurig toezien, dat geen subsidie wordt uitgekeerd, waaraan geen volstrekte behoefte bestaat. Het laat zich aanzien, dat de maximum- by'drage van 25.000 niet zal worden be reikt, daar de streek vermoedeiyk ten hoogste 12.000 A 13.000 beschikbaar zal stellen. Verwacht mag worden, dat na den oor log de lijn weer rendabel zal worden. 4 VOORSTEL AAAN PROV. STATE Ten einde de onzekerheid weg te nemen, die er bestaat ten opzichte van de vraag of, en zoo ja, in hoever de stadsgrachten der gemeente Hulst binnen de grenzen van het waterschap Hulster-en-Axeler-Am bacht vallen en uit overweging, dat het belang van dat waterschap in elk geval medebrengt, dat deze grachten onder de door het waterschap te onderhouden wa terleidingen worden opgenomexi, heeft het dageiyksch bestuur van het waterschap den wensch kenbaar gemaakt, dat het Byzonder reglement voor zyn waterschap nader worde gewijzigd. Ged. Staten deelen de Prov. Staten mee, dat de stadsgrachten der gemeente Hulst deel uit maken van het stroomgebied der reeds tot het waterschap behoox-ende lei dingen, terwyl niet alleen door tusschen- komst van deze grachten het rioolwater van de kom van Hulst de leidingen van het waterschap bereikt, maar ook als boe zem de grachten voor het waterschap van beteekenis zyn. Eenige publiekrechtelijke verplichting ter zake van het onderhoud der grachten, die voor een gedeelte eigendom zyn van de gemeente Hulst en voor het overige ge deelte van particulieren, heeft, voor zoo veel kan worden nagegaan, afgezien van die, v/elke voor de gemeente uit haar zorg voor.de volksgezondheid van lieverlede is voortgesproten, nimmer bestaan. Ook de voormalige Commissie voor het Havenfort heeft te dezen met de grachten nimmer eenige bemoeienis gehad. Het verdient volgens Ged. Staten dan ook aanbeveling, dat de stadsgrachten der gemeente Hulst by het waterschap Hulster-en-Axeler-Am bacht in beheer en onderhoud komen. Arti kel 1 van het Byzonder reglement zal daar toe op een tweetal plaatsen wijziging moe ten ondergaan. Voorts heeft het igelyksch bestuur van gemeld waterschap het verlangen kenbaar gemaakt, dat het Byzonder reglement als nog ook in dien zin worde gewyzigd, dat, behalve, de evenbedoelde stadsgrachten, ook de gronden der gemeente Hulst, welke tot dusver niet onder polder-verband staan, binnen het gezagsgebied van het water schap worden gebracht. Het hier bedoelde gebied valt uiteen in het binnen de grach ten gelegen gedeelte der gemeente, uitma kende de sectie A, en hét gedeelte van sectie B, zonder de tot die sectie behoo- rende perceelen, uitmakende de stads grachten, dat begrensd wordt ten Westen, ten Zuiden en ten Zuidoosten door de be staande grens van het waterschap en aan die Noord,, en de Oostzijde door de grens der gemeente Hulst. Wat het hiervorenbedoelde gedeelte van sectie B betreft is Ged. Staten gebleken, dat dit, anders dan het dagelyksch be stuur meent, wel degelijk onder polderver- band staat, wijl het gelegen is in den tot het waterschap Lamswaarde-c.a. behoo renden Dullaertp'older Voor een wijziging van het Byzonder reglement, waardoor laatstbedoelde gron den voortaan tot het gezagsgebied van het uit-.vateringswaterschap zullen behooren, ontbreekt uit waterstaatsoogpunt alle aan leiding. Hetzelfde is het geval met het gedeelte der gemeente Hulst, gelegen binnen de stadsgrachten, daargelaten dat, om dit ge bied binnen het uitwateringswaterschap te kunnen betrekken, daarover eerst nog een polder zou dienen te worden opgericht. Ged. Staten hebben gemeend een verdere wyziging van het byzonder reglement dan uitsluitend voor zoover dc stadsgx-achteu betreft, niet te moeten bevorderen. ENGELSCHE SCHIPBREUKELINGEN IN LISSABON. Aan boord van het Portugeesche M.S. „Nyassa" is Dinsdag een groep van 36 schipbreukelingen aangekomen van het op 4 Juli j.l. door een Duitsche duikboot tot zinken gebrachte Engelsche s.s. „In verness". hU. „Ik wist er evenmin iets van als JU", gaf ze ten antwoord. „Maar het deert me niet. Het zou wat anders zyn, als ik nog thuis was. Neem me niet kwalyk. Ik hoor sir Michael roepen. Ik moet even naar hem toe." Ze verdween in kamer vier, den jongen chirurg schouderophalend achterlatend. Amaryllis Casslene, gezeten in een eerste klas spoorwegcoupé van den trein, die hen snel naar hun toekomstige woning bracht, loosde een diepe zucht van voldoening. Gelukkig was er een eind gekomen aan het aan elkaar knoopen van de eindjes en het allesbehalve gemakkelijke leven van het kleine inkomen, waar zy en haar dochter Eileen over beschikten. Een eind aan de zorgen over de toekomst van het meisje, want natuurlyk zou Eileen nu de kans krygen voor een uitstekend huwe- ïyk. Ze zou er Johii Casslene binnenkort wel toe brengen om voor minstens zes maanden per jaar een huis in Londen te nemen. Dat was slechts een kwestie van verstandig aanpakken, dacht mevrouw Casslene, terwijl zy de kostbare bontjas, zyn huwelykscadeau, vaster om haar schouders trok. Geld beteekende toch heel wat in de wereld. Wat een bof was dat geweest, John Casslene te ontmoeten, juist toen hy zoo in den pu zat over het opstandige gedrag van zyn dochter! Haar man legde de krant, "waar hy in verdiept was geweest neer en dat deed haar uit haar mymeringen ontwaken. Hy' keek op zyn horloge en kondigde aan, dat zy aan het einde van de reis waren. Ardell viel tegen met zyn hooge schoor- steenen en nauwe straten, die vol men- schen waren, een leelyke fabrieksstad. MOSKOU GEBOMBARDEERD. Het D.N.B. heeft over den eersten gi-ooten aanval van de Duitsche lucht macht op Moskou het volgende ooggetuige- verslag ontvangen Van de schemering tot aan middernacht vlogen Duitsche gevechtsvliegtuigen naar Moskou en bombardeerden de regeerings- en bestuurswyk met brand, en brisant bommen van zwaar kaliber. Ondanks het feit, dat de bolsjewisten een geweldig af- weervuur onderhielden, was omstreeks middernacht alles rondom het Kremlin een zee van vlammen. Op het vliegveld in het Oosten heerschte dezer dagen een heele drukte. Deze slag dat wisten allen, die er by mochten zijn moest zoo zwaar zyn, dat den bolsjewistischen machtheb bers eens en voor altyd den wensch naar een herhaling zou vergaan. De ondergaan de zon werpt haar laatste stralen over het vliegveld als wy starten voor Moskou. Brandende dorpen, het vuren der zware artillerie, de lichtspoormunitie der mitrail leurs toonen ons, dat daar beneden by onze kameraden van het leger ook in dezen nacht de stryd niet gestaakt wordt De frontlinie, welke wy by het begin van onzen tocht op onze kaarten hebben aan gegeven, is op enkele plaatsen al niet juist meer. Onze troepen zyn alweer dieper het vyandeiyke land binnengedrongen. Doch dan laten wy de frontlinie met haar bran den achter ons en voor ons ligt een groote uitgestrektheid. Op den grond is alles kalm. Slechts zelden flikkert het licht van een schynwerper op en begint het afweer geschut te vuren. Nog zyn wy te ver van Moskou verwyderd om ons nauwkeuriger te oriënteeren, doch iedere minuut brengt ons nader tot ons doel. De Sovjet luchtaf weer werd steeds intenser. Reeds grypen dertig, veertig, vijftig vangarmen in de lucht, flitsen wild en gejaag'd door elkaar heen en zoeken en zoeken Hoe meer wy naderen, des te duidelyker blykt het dat de kameraden voor ons geen half werk hebben verricht. En toch is dit alles slechts een begin. Eerst moeten wy ons doel dicht zien te naderen. Het wordt ons door den vijand werkelyk niet gemak- kelyk gemaakt. Hier hebben zy" alle af weerkracht geconcentreerd, welke thans een ware regen van vuur naar dc nade rende Duitsche vliegtuigen zendt. Lucht doelgranaten van alle kaliber leggen hun lichtenden weg langs den nachtelyken he mel af en honderden schynwerpers door boren de duisternis. Thans zy wy vlak boven het doel. Onder ons ligt een ware hel. Geheele installaties staan in lichter laaie en een dikke ondoordringbare rook trekt langzaam en traag over de ruïne, welke door de Duitsche bommen zijn ver oorzaakt. Wy zyn boven Londen en Liverpool, bo ven Glasgow en Belfast, boven Huil en Birmingham geweest. En wij hebben bo vendien nog vele andere steden van het Britsche eiland zien branden. Doch zelden hebben wij in dezen oorlog branden van een grooteren omvang en met een vernietigen der indruk gezien. Daar beneden, waar de verleide volksmassa's in de kelders zitten, moet de hel zijn losgebroken. Ontploffin gen na ontploffingen zijn waar te nemen. Nieuwe branden ontstaan, oude branden vinden steeds opnieuw voedsel en nog steeds is het einde niet te zien. Voortdu rend valt bom na bom op voor dén oorlog belangryke doelen. Ook wy hebben onze bommenlast uitgeworpen, de plaats, waar zy ontploften waargenomen en keeren nu terug. By daglicht zyn wy vertrokken, by dag licht zyn wy texnxg. Daar tusschen ligt een nacht vol afgrijzen, een nacht, die geschud heeft aan het bestaan van het bolsjewisme. De diplomatieke betrekkingen tusschen Engeland en Finland. In het Britsche Hoogerhuisheeft Lord Sncll, naar Reuter meldt, een verklaring afgelegd omtrent de diplomatieke betrek kingen tusschen Engeland en Finland. De Engelsche regeering, zoo betoogde hy, heeft besloten voorlooplg de diplomatieke beti'ekkingen met Finland te handhaven, zy heeft de Finsche regeering evenwel duidelijk te verstaan gegeven, dat deze be slissing elk oogenblik al naar den loop der gebeurtenissen kan worden gewijzigd. En geland geeft geen navicerts meer af voor goederen, die naar Finland gaan en even min wordt aan schepen met bestemming Finland eenigerlei faciliteit verleend. K0RTGENE. Abonnementen en advertenties voor de Provinciale Zeeuwsche Courant worden aangenomen door den Agent KR. DE VOS. Maar de wagen en de attente chauffeur vergoedden veel en Shadowlands was grooter en uitgestrekter dan zy had dur ven hopen. Eileen zou wel den spot dry ven met de massieve meubels en het solide comfort van de groote kamer, maar dat was toch heel wat anders dan de kleine flat in een onaanzienlyke straat van Londen, waar moeder en dochter woonden. Eileen wist alleen het feit, dat haar moeder in het huwelyk was getreden. John Casslene scheen nog meer met haar te hebben op gehad, toen hy hoorde, dat ze een dochtex? had. Het meisje moest op goeden voet zien te komen met den stief vader, die oneenigheid had gehad met zyn eigen dochter en haar het huis had gewezen. Uit zyn testament moest ze ook worden geschrapt als Amaryllis daar wat in te zeggen had, dacht ze, terwyl ze het huis bezichtigde na een uitstekend diner, waarover ze de hulshoudster op char mante wyze haar tevredenheid had be tuigd. Ze bleef staan voor een foto aan den muur in den salon. „Is dat aardige schepseltje jouw on deugende dochtertje?" vroeg ze, terwyl ze met bewondering de fyne gelaatstrek ken bekeek. John Casslene draaide zich om en drukte op een bel. „Bedenk wel, Amaryllis, dat ik geen dochter heb," bitste hy om dan, toen ecu meisje binnen kwam, naar het portret te wyzen. „Berg dat weg". Het meisje gehoorzaamde. Toen zy de deur achter zich gesloten had, keek Cass lene zyn vrouw aan. XWordt vervolgd.);

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1941 | | pagina 6