De geboortedag van Rembrandt
te Amsterdam herdacht.
Financiën.
Dammen
m
JÉÜ
8
w
tri*;
§j§
Hf
m 8
lip
Hf
ÉSi
n
H
i§
fi
8
12
?>t
Si
§f
m
as
£i
HP
S
j
SÉ
iü
m
S
Radioprogramma
STILLE No 9
Dr. T. Goedewaagen sprak over „Rembrandt en zijn tijd".
Op plechtige wijze is Dinsdag te Amster
dam den geboortedag van den grootsten
aller Nederlandsche schilders, Rembrandt
van Rgn, herdacht.
Autoriteiten en eenvoudige burgers wa
ren bijeengekomen in de Westerkerk, waar
Rembrandt begraven ligt en waar slechts
een al te eenvoudig gedenkschild herin
nert aan den grooten meester.
Maar ook de jeugd had zich niet onbe
tuigd gelaten.
Reeds voor de herdenking in de Wester
kerk had de nationale jeugdstorm in de
stad Rembrandt geëerd. Een afdeeling
stormers en stormsters, meeuwen en
meeuwkes was opgemarcheerd naar het
Rembrandtplein. Voor het hek hield zij
halt en maakte front naar het beeld van
Rembrandt. De leider van deze afdeeling
met een stormer en een stormster, legden
een krans aan den voet van het stand
beeld!, onderwijl de vlaggen neigden en de
jongens en meisjes den groet brachten.
Na de kranslegging marcheerde de na
tionale jeugdstorm naar de Westerkerk,
waar de jongens en meisjes de plechtige
herdenkingsbijeenkomst bijwoonden. Een
groot aantal belangstellenden vulde het
kerkgebouw, en vele autoriteiten hadden
rond de kansel plaats genomen.
Men zag daar o.m. de secretaris-gene
raal van het departement van volksvoor
lichting en kruisten, dr. T. Goedewaagen,
den secretaris-generaal van het departe
ment van justitie, prof. mr. J. J. Schrieke,
den commissaris der provincie Noord-
Holland, mr. D. J. Backer, den Beauf-
tragte van den Rijkscommissaris voor Am
sterdam, senator dr. Boehmker en den re-
geeringscommissaris van Amsterdam, bur
gemeester E. J. Voüte.
Terwijl de kerk zich langzaam vulde,
speelde de organist, Frans Hasselaar, een
improvisatie op het orgel. Nadat alle ge-
noodigden hadden plaats genomen, werd
de bijeenkomst geopend met de „Bede
voor het vaderland" uit Valerius' Gedenk-
clanck, gezongen door het Amsterdamsch
gemengd koor.
De organist speelde vervolgens varia
ties op het koraal „Mein junges Leben hat
ein End", van Rembrandt's tijdgenoot J. P.
Sweelinck, waarna het koor op imponee-
rende wijze „Merck toch hoe sterck" uit
voerde.
Daarna betrad dr. T. Goedewaagen het
spreekgestoelte voor den kansel om te
spreken over
f3Rembrandt in zijn tyd".
Rembrandt is niet alleen een Neder
lander, maar d e Nederlander, de sa
menvatting van alle wenschen, droomen
en daden van ons volk, gisteren, heden en
morgen, aldus spr.
Maar ook is hij Hollander, geboortig uit
het gewest, waar in dien tijd de kern van
verzet tegen Habsburg en tevens de kern
van positieven opbouw was gelegen.
Niet toevallig is het, dat Vondel, de
renaissancist, de Rubens der letteren,
Rembrandt verwijt, de „eerste ketter in de
schilderkunst te zijn", omdat hij met zijn
licht en schaduw den klaren vorm door
breekt en omdat bij hem de sfeer de klas-
slcistische vormgeving van haar absoluut
heid berooft. Het romanisme van zijn leer
meester, Pieter Lastman, wierp de jonge
Rembrandt spoedig van zich om in te gaan
in de eeuwige waarden van zijn eigen volk.
In zijn levensdynamiek, in de gespannen
scheppingsdrift is Rembrandt evenzeer een
kind van zijn tijd en zijn volk.
Kort zijn zijn eigenlijke leerjaren, want
al spoedig vinden wij den jongen Rem
brandt zelfbewust op zoek naar eigen
vorm.
In deze periode vindt hij de volkswijken,
de Jodenbuurt, de stemmige woonkamers
der patriciërs en de gedroomde praal van
Oostersche levensvormen als zijn werk
terrein. Het is een feest, een hoogtij vol
avontuur, een proeftijd, waarvan de nacht
wacht het proefstuk levert, de rijpe vrucht
van verre reizen in de landen van werke
lijkheid en droom van realiteit en fantasie.
Later, na den dood van Saskia is het
werk stiller en meer verdiept geworden.
Alles verinnigt en verinnerlijkt zich in
werken/als de heilige familie van 1646, de
barmhartige Samaritaan van 1648 of
groote monumentale gestalten als de stal-
meesteres van 1661 op het doek komen.
Het zijn de werken van zgn rijpen man-
nenleeftijd, waarin de vaste hand het heeft
gewonnen en de onderzoekingstochten der
jonge jaren slechts als herinnering nog
meedoen.
De laatste bestemming van Rembrandt
was de mystische aanschouwing en ver
beelding \an de meest innige gemeenschap
tusschen mensch en mensch. In zijn laat
ste jaren schildert hij de z.g. Joodsche
bruid, beeld van twee jonge menschen in
den eersten bloei van hun liefdede ver
loren zoon de familiegroep in Brunswijk
David en Saul en voor alles zichzelf, ver
ouderd en soms haast al uitdoovend vuur,
maar met den glimlach der wijsheid als de
overwinning op het leven.
Leg de werken uit deze laatste, mysti
sche, periode naast die der vorige. Gij ziet
in het spel van weleer de ernst der laatste
jaren en in den wereldschen geest der
jeugd de levenswijsheid van den grijsaard.
In dit leven spiegelt zich alles in elkaar
en herinnert alles aan elkaar. Zoo was
Rembrandt een levenskunstenaar, die ook
in zijn leven stralend licht en alles ver
slindende duisternis te mengen kreeg,
maar bleef heerschen met macht en genie.
Uit dit leven kwam het werk omhoog,
een unicum in de geschiedenis der schil
derkunst.
Rembrandt was een denker, die heel het
leven en heel de wereld als een organische
eenheid en als een zich ontwikkelend ge
heel aanschouwt, die in tegenstelling tot
een denken, dat klare en afgesloten vor
men wil, alles om en in zich als een eeuwig
worden verstaat.
Rembrandt heeft het alledaagsche als
goddeljjk gezien en het goddelijke in de
sfeer van het eenvoudig menschelijke ge
bracht
Rembrandt's kleur is de kleur der inti
miteit, de kleur van zelfbekentenis en
vergeestelijking.
Rembrandt heeft eigenlijk geen dingen
of menschen geschilderd, doch slechts het
leven, zooals het zich als ding en mensch
openbaart. Daarom is zijn werk ook volko
men on-klassicistisch en als men wil, bar-
baarsch, zij het dan ook naar het woord
van Langbehn, „Feinste Barbarei".
Zooals de mensch Rembrandt, de faus-
tische zelfoverwinnaar, de zoeker naar
steeds ruimer ruimten en dieper diepten
in zijn leven niet alleen den Hollander,
maar ook den Germaanschen mensch ver
tegenwoordigt, evenzoo is zgn wereldbeeld,
dat in zgn werk werdi neergelegd, Ger-
maansch van ziel en lijf.
Het ruige, vormlooze, barbaarsche, dat
hem verweten is, is het wezen van den
Germaanschen mensch, door klassicisti-
schen bril gezien en niet begrepen.
Wij willen hier uitspreken, dat in de re-
volutionnair ontwikkeling der komende
jaren, ook op cultureel gebied, Rembrandt
als een der grootste dragers van Ger-
maansch cultuurgoed zal leven. In de Ger-
maansche bewustwording dezer jaren, nu
de strijd tusschen cultuur en chaos wordt
gestreden, zal men den schilder van licht
en duisternis uit een ander licht bezien,
dan onze vaderlandsche cultuurgeschiede
nis tot nu toe heeft gedaan. Voor ons is
Rembrandt een mensch als Bach of Hegel
weliswaar gesproten uit een der Germaan-
sche landen, maar niettemin gemeenschap
pelijk bezit van den geheelen stam.
Rembrandt heeft zich in zijn werk zijn
eigen monument gewrocht. Maar als wij
te dezer plaatse telken jare op dezen dag
den man gedenken willen, die morgen de
opvoeder in een herleving van Germaansch
cultuurbewustzijn kan worden, dan past
het, aan dezen plek een vorm te geven, die
ook uiterlijk van onze dankbaarheid ge
tuigt.
Het Nederlandsche volk heeft den groo
ten Zwijger en vele zijne*» zeehelden met
praalgraven geëerd. Rembrandt echter,
dien de dood in de schaduwen, aim en on
bemiddeld verraste, wacht nog steeds.
Het volk, waar deze mensch geleefd en
gewerkt heeftde stad, die hem huisveste
en hem de mogelijkheid tot ontplooiing
heeft gegeven zij beiden hebben den
plicht hem ook in zijn rustplaats te eeren.
Dr. Goedewaagen besloot zijn hulde met
het neerleggen van een groote krans met
Oranje-wit-blauwe linten, namens het de
partement van volksvoorlichting en kun
sten.
Het koor zong vervolgens „Wilt heden
nu treden", waarna Frans Hasselaar de
chromatische fantasie D. kl. t. van J. P.
Sweelinck uitvoerde.
De plechtige bijeenkomst werd besloten
met het zingen van de zesde strophe van
het „Wilhelmus".
JONGEN UIT AUTOBUS GEVALLEN
EN GEDOOD.
De 13-jarige E. H., leerling van de Wil-
helminaschool te IJmuiden, zou met een
aantal andere leerlingen van dit instituut
voor bijzonder lager onderwijs, per auto
bus naar zijn huis worden teruggebracht
Door tot nog toe onopgehelderde oorzaak
is hij door de achterdeur van de autobus
op straat gevallen en met een ernstige
schedelbasisfractuur opgenomen. Nog voor
hij in het St. Anthonius ziekenhuis aan
kwam, overleed het slachtoffer.
De stand der rijksmiddelen.
Aan het overzicht van den stand der
rijksmiddelen op ultimo Juni jl. wordt het
volgende ontleend:
Directe belastingen.
De. totale opbrengst van deze groep van
belastingen was tot en met Juni van dit
jaar 128.525.794,— tegen 65.939.298,—
het vorig jaar, een vooruitgang derhalve
van ruim 62% millioen gulden, een accres,
dat in hooge mate tot voldoening stemt.
Zooals we reeds bij vorige overzichten
hebben opgemerkt, speelt de gewijzigde
regeling van de heffing der opcenten op de
grondbelasting bij dit mooie resultaat een
groote rol. Bracht de grondbelasting het
vorig jaar 10.472.498,op, thans is
deze opbrengst gestegen tot 36.958.752,
of bijna 26% millioen hooger.
Doch nog meer is het gunstige resultaat
te danken aan de sedert het vorig belas
tingjaar ingevoerde winstbelasting, welke
tot dusver 36.275.135,heeft bedragen,
op welk bedrag evenwel in mindering moet
worden gebracht de negatieve opbrengst
van de dividend en tantieme belasting van
bijna 2 millioen.
Voorts hebben de opcenten op de ge
meentefondsbelasting ten bedrage van
11.206.630 de kohieren met ruim 2.14
verhoogd vergeleken met het vorige jaar.
Daarentegen is in de tot de vorige
maand geconstateerde stijging van de op
brengst der inkomstenbelasting een stil
stand ingetreden, hetgeen te verklaren is
uit het feit, dat thans vrijwel geen belas
tingen meer worden betaald als gevolg van
de ontheffingen in verband met de inge
voerde loonbelasting.
Tot einde Juni werd een inkomstenbelas
ting ontvangen 33.856.832 of 1% millioen
minder dan het vorige jaar.
De beide andere belastingen van deze
groep, de vermogensbelasting (opbrengst
7.002.694,en de verdedigingsbelas
ting (opbrengst 3.225.749,bleven ieder
iets meer dan een half millioen beneden
het resultaat op ultimo Juni 1940.
De overige middelen.
Ook de opbrengst van deze belasting-
groep kan alleszins bevredigend worden
genoemd.
Evenals de vorige maand kan ook thans
de opbrengst over Juni nog niet vergeleken
worden met die van dezelfde maand van
verleden jaar, toen als gevolg van de om
standigheden het resultaat slechts ruim 24
millioen gulden bedroeg.
Thans bedraagt de opbrengst 51.829,757
of bgna 3.6 millioen minder dan in Mei van
dit jaar.
Voor het eerst is in dit overzicht opge
nomen de nieuwe commissarissen-belasting,
welke in Juni j.i. 264.644,heeft opge
bracht.
Wat de opbrengst over de eerste zes
maanden van het loopende jaar betreft,
kan worden medegedeeld dat deze
305.630.121,heeft bedragen, of bijna
103 millioen méér dan in het eerste half
jaar van 1940. Daarvan bedroeg de op
brengst van de loonbelasting 53.468,250.
Slechts twee middelen hebben in dit
tijdvak minder opgebracht dan het vorig
jaar en wel de rechten op den invoer,
welke als gevolg van de ingevoerde grens-
faciliteiten nog slechts 11.921.071,op
leverden en daarmede ruim 37 millioen bij
het vorige jaar ten achter bleven en het
statistiekrecht, dat bg een opbrengst van
727.065,ongeveer 283.000 minder op
bracht.
Alle overige middelen waren hooger dan
in 1940 en wel de accijns op zout bijna
9 ton, de accgns op geslacht 3% ton,
die op wijn ruim 3% ton, die op gedistil
leerd bijna 3 millioen, de accijns op bier
ruim 3% millioen evenals die op suiker.
De accgns op tabak had een opbrengst van
56.963.570 en steeg daarmede bijna 36
millioen boven het resultaat van het vorig
jaar. Ook de omzetbelasting gaf een enor
me vooruitgang te zien en wel van bgna
26.3 millioen, waardoor dit middel thans
kwam tot een opbrengst van 70.724.287.
Ten slotte zij vermeld, dat de motorrgtui-
genbelasting over het eerste halfjaar heeft
opgebracht 4.493.128 tegen 9.246.214
het vorige jaar.
STERKE AARDBEVING IN JAPAN.
Uit Tokio meldt Domei: Een sterke
aardbeving had Dinsdagavond in het Noor
delijke gebied van het district Nagano
plaats. Hierbjj kwamen 5 personen om het
leven, terwijl 12 gewond werden. Meer dan
dertig huizen stortten in, zooals door het
departement, van binnenlandsche zaken
werd bekend gemaakt. Deze instantie deel
de tevens mede, dat door de aardbeving het
spoorwegverkeer tusschen de districten
Nagano en Niigata trjdelgk werd onderbro
ken. Blijkens een mededeeling van het me-
tereologisch instituut lag het epicentrum
der beving in het Noorden van Nagano. De
schok werd tevens in Tokio, Nagoya en
Niigata gevoeld.
REDACTEUR: J. A. VAN DIXHOORN.
Baanstraat 85, Beverwijk.
Het volgende fraaie stukje van den
vroegeren Zeeuwschen problemist De
Vroom bieden we onzen lezers ditmaal ter
oplossing aan.
Auteur: J. N. de Vroom, Dordrecht.
12 3 4 5
18
n
Ut
ÜP SI
JU
U
8
zm
IB
8
JU
mm
8
8§
-•
46
47
48
49
50
Stand in cijfers: Zwart 7 schijven op
12—15, 18 21 en 42.
Wit 8 schijven op 24, 28, 29, 35, 37, 40,
48 en 49.
Als steeds: Wit begint en wint.
Oplossingen worden gaarne ingewacht
vóór of op 30 Juli a.s. bij de Redactie der
Prov. Zeeuwsche Crt. onder motto Damru-
briek.
Uit het Zeeuwsche damtournooi.
In aansluiting op onze vorige rubriek la
ten we onderstaand een partij volgen uit
bovengenoemd tournooi, waarin de Middel
burgers Boogaard en Lente elkaar be-
kampten.
Party No. 43.
Wit: W. Boogaard, Middelburg.
Zwart: W. Lente, Middelburg.
1. 32—28 18—23 2. 34—29 23X32 3. 37X28
12—'18 4. 41—37 7—12 5. 37—32 19—23
6. 28X19 14X34 7. 39X30 20—25 8. 44—39
25X34 9. 39X30 10—14. De opening is uit
gespeeld en de opbouw van het middenspel
neemt een aanvang. 10. 50—44 1419 11.
44—39 5—10 12. 46—41 10—14 13. 41—37
18—23 14. 33—28 14—20 15. 39—33 20—24
16. 31—27 12—18 17. 49—44 Een
niet voor de hand liggende zet. Voorkeur
verdiende uit positioneel oogpunt 3731.
1717—21 18. 44—39 1—7 19. 30—25
7—12 20. 37—31 15—20 21. 25X14 9X20
22. 3934 410. Ter versterking van den
linkervleugel. 23. 34-^30 3—9 24. 30—25
9—14 25. 43—39 10—15 26. 42—37 21—26!
27. 47—42 11—17 28. 27—21! Na
tuurlijk. 28:...16X27 29. 31X11 6X17.
30. 3631 27? De foutzet, waardoor wit
een damzet kan uitvoeren.
Stand na 30 zetten.
Zwart: W. Lente, Middelburg.
1 2 3 4 5
m
m
m
V/;;:
ym,-.
w,
46 47 48 49 50
Wit: W. Boogaard, Middelburg.
(Wordt vervolgd).
Oplossing probleem Ir. W. Vrijlandt.
Dit in onze rubriek van 25 Juni j.l. aan
geboden miniatuurtje had den volgenden
stand: Zwart 7 schijven op 8, 14, 17, 19,
27, 32 en 37. Wit 7 schgven op 23, 33, 38,
43 en 45—47.
De keurige ontleding verloopt aldus:
43—39 32X34 (meerslag); 4641! 19X39
Goed prijshoudende stemming op
de Amsterdamsche beurs.
Op de Amsterdamsche Effectenbeurs
was de stemming gisteren goed prijshou
dend. Bjj de opening werd meerendeels op
een llchtelgk verhoogd peil gehandeld,
waarna een kleine inzinking intrad, maar
per saldo legde de markt toch een groot
weerstandsvermogen aan den dag en de
koerswinsten, welke dezer dagen konden
worden gemaakt, konden over het alge
meen gemakkelijk gehandhaafd blijven, ter
wijl in verscheidene gevallen zelfs nog een
kleine verbetering kon worden geconsta
teerd. De industrieelen voerden verreweg
den boventoon, Aku's gaven geregeld vrij
drukke affaire te zien. Unilevers, die Dins
dag vrij snel naar boven waren geloopen,
konden zich nog verder verbeteren. De Phi-
lipsaandeelen zakten na vaste opening een
paar punten in, maar gingen nadien weer
iets naar boven. In Calvé Delft werd tame
lijk druk zaken gedaan op een lichtelijk
verhoogd peil. De affaire in Van Berkels
bevond zich voor een groot gedeelte in
handen van beroepshandelaren. Ook hier
kon de koers iets hooger komen. Van de
cultuurrubrieken gaf de suikerafdeeling ge
ringe affaire te zien in H.V.A.'s. De ta
bakken waren wederom goed gedisponeerd.
De rubbermarkt was stil. De handel in
scheepvaartaandeelen was van kleinen om
vang.
Voor de beleggingsmarkt werd slechts
matige belangstelling getoond.
A Incasso-bank 118 118%J
Bataafsche Petr. Mij. Obl. 3% 86% 87
A K.M. De Schelde Nat Bez. 1109% 110
Nederland le lng 1940 4 100% 100%
Nederland 2e lng 1940 4 9911/16 9911/16
NederL met bel. fac. 1940 4 100% 100%
Ned. k 1000 1938 (3%) 3 93% 93-9315/16
Indië k 1000 1937 3 95% 95%
Indië k 1000 1937 A 3 94 94
A Koloniale Bank 197% 198%'
A Ned. Ind. Handelsbank 129% 130%
C Ned Handel Mg. 134 135%'
A Van Berkels Pat. 85 88—85
C Calvé Delft 90% 93%— 92%
A Lever Bros en Unilever
128% 135%"—132%
A Philips Gloeil. Gem. Bez. 231 236%—233
A Algemeene Kunstzijde Unie
148% 151—149%
A Fokker Vliegt, fabriek 191 195
A Holland-Amerika lijn 11S 118%—120
A Java-China-Japanlijn 154 154
A Kon. Ned. Stoomboot Mij. 167 169—168
A Kon. Petroleum Mij. 250 256—252%
A Dordsche Petr. Ind. Mij. 223 225
A Arendsburg Tabak Mij. 335 335
A Javasche Cultuur Mg. 260
A Ned. Scheepvaart Unie 180%' 181%'183
A Handelsv. Amsterdam 432% 432437
A Ned. Ind. Suiker U. 240 244%'
C Deli Mg. a 1000 289% 295—293
A Senembah Mij. 227 232%—233%
A Sumatra Rubber Cult 242
A Ver. Ind. Cultuur Ouden 190 189%'
C Amsterdam Rubb. 282%" 285—282%'
A Deli Batavia Rubb. Mg. 230 230
A Hessa Rubber Mg. 143 144
Nederland 1941 4 100 99% 99%'
C Oostkust k 500 163 165
Vrijdag 18 Juli 1911.
HILVERSUM I. 415.5 M,
6.45 Gram. 6.50 Ochtendgymn. 7.00 Gram. 7.45
Ochtendgymn. 8.00 BNO: Ber. 8.15 Schriftlezing
en meditatie (Christ. Radio-Stichting). 8-25 Ge
wijde muziek (gr.pl.). 8.45 Gram. 9.15 Voor de
huisvrouw. 9.20 Gram. 1.00 Amabile-sextet. 11.20
Declamatie. 11.40 Amabile-sextet. 12.00 Omroep
orkest. 12.40 Almanak. 12.45 BNO: Nieuws- en
econ. ber. 1.00 Orgel. 1.30 Musette-orkest „Le.a
gars de Paris" en gram. 2.00 Amliemsche or-
kestver. en soliste, en gram. 4.00 Cursus „Een
dominé over de kerk" (Vrjjz. Protest. Kerk-
comité). 4.20 Gram. 5.15 BNO: Nieuws., econ.-
cn beursber. 5.30 Voor de jeugd. 5.-15 Nieuw
Hongaarsch Strijkkwartet. 6.30 Sportwetens-
waardigheden. 6.40 Orgel. 7.00 BNO: Vragen
van den dag. 7.15 Voor de kleuters. 7.25 Gram.
7.30 Onze cursus fotografie. 7.50 Gram. 8.00
BNO: Ber. 8.15 Spiegel van den dag. 8.30 Amu
sementsorkest. Omroeporkest y solist. 9.30 Ber,
Engelsch. 9.45 BNO: Ber. 10.00-rl0.15; Uitzen
ding in de Engélsche taal.
HILVERSUM II. 301.5 M.
6.45 Gram. 6.50 Ochtendgymn. 7.00 Gram. 7.45
Ochtendgymn. 8.00 BNO: Ber. 8.15 Gram. 10.20
Piano (gr.pl.). 11.00 Voor de kleuters. 11.20 Zang
met piano en gram. 12.00 Ber. 12.15 Ensemble
Bandi Balogh. 12.45 BNO: Ber. 1.00 Gevarieerd
niiddagprogr. 3.00 Voor de vrouw. 3.45 Gram.
4.30 Voor de jeugd. 5.00 Gram. 5.15 BNO:'
Nieuws-, econ.- en beursber 5.30 Orgel en
zang. 6.00 Causerie „Het heidendom als gods
dienst" (Christ. Radio-Stichting). 6.15 Klaas
van Beeck en zijn orkest. 6-45 Toeristische raad
gevingen. 7.00 BNO: Econ. vragen van den dag.
7.15 Fransch-Italiaansch muziekprogr. 8.00 BNO:'
Ber. 815 Utrechtsch Stedelijk orkest. (9.009.20
Boekbespreking). 9.45 BNO: Ber. 10.00 Avond
wijding (Vrüz. Prot. Kerkcomité). 10.05—10.15
Gram.
(meerslag)41X3dam en wint in bekenden
slots tand.
Goede oplossingen ontvingen we van de
heeren S. v. E. en v. d. M., beiden te Vlis-
singen, W. B. en H. D., beiden te Middel
burg, A. C. en H. M. S.. beiden te Goes en
J. N. de V. te Dordrecht.
Geschreven door
DASHIELL
HAM M ETT
Teekeningen van
ALEXANDER
RAYMOND
94
EN JU LIEGT OQkrr
DE INBREKER KREEG
'I GELD NIET JU
95. „Ik weet niet wat XT bedoelt, meneer", zegt Anderson en zijn
oogen draaien angstig in zijn bleek gezicht.
Dexter sleept den huisknecht aan zrjn jas mee naar het openstaande
raam.
„Dat weet je wel. Kom hier en kjtJk". De detective wgst naar buiten.
Daar staat een man. Met een hand is hg aan een boom in den tuin
vastgebonden. Hij heeft een onguur voorkomen en doet alle mogelijke
moeite om los te komen.
„Ik pakte hem", vervolgt Dexter, „hy had het geld niet by zich en zei,
dat jy het in je handen had, toen hij binnen kwam. Hy had geen tijd
het je af te nemen". Dexter houdt Anderson, wiens tanden van angst
tegen elkaar klapperen, nog steeds stevig vast.
„Het is niet waar", probeert Anderson er nog tegen in te brengen.
Dan' komt een stem van buiten. Het is de man aan den boom, die
spreekt, zyn stem klinkt ruw en onverschillig.
„Hij liegthij stopte de heele bos bankjes in zijn zak, toen ik hem
een oplawaai gaf. Ik had geen tijd ze in te pikken". Met een zucht van
spy t zwygt de man aan den boom.
Een oogenblik is het heel stil. Dan pakt Dexter den huisknecht forsch
beet. „Zeg op, waar is het geld", zegt hij gebiedend. Anderson wijkt
achteruit en ineenkrimpend onder den stevigen greep van den man
tegenover hem, zegt hij benauwd: „Het ligt onder het kussen van dien
grooten stoel".
Dexter laat den huisknecht los en gaat naar den aangewezen stoel.
XDinsdag xeryplg).