het doornige Pad
Luitenant-generaal Seyffardt over het
vrijwilligerslegioen.
H. J. Woudenberg een jaar commissaris van
het N.V.V.
Rechtszaken
Het eerste contingent vertrekt nog deze maand.
Wat tot stand is gebracht.
De persdienst van het N.V.V. schrift
ons o.m.:
Dinsdag, 15 Juli, was het een jaar gele
den, dat de Rijkscommissaris, Rijksminis
ter Seyss-Inquart, den heer H. J. Wouden
berg benoemde tot commissaris van het
N.V.V. Deze aanvaardde op 16 Juli 1940
zijn taak.
Volgens de opdracht van den Rijkscom
missaris verkreeg de heer Woudenberg
daarmede het recht alle maatregelen te
treffen, welke op organisatorisch, persoon
lijk of financieel gebied bij het N.V.V. of
bij de daarbij aangesloten vakbonden in het
belang van leden en van het behoud hun
ner rechten noodzakelijk waren.
De heer Woudenberg stond voor de taak
het oude N.V.V. te reorganiseeren en ook
in den vorm geschikt te maken voor en
aan te passen aan de nieuwe Europeesche
orde.
Het N.V.V. is thans losgemaakt van
vroegere politieke banden en het was
daardoor mogelijk een gemeenschappelijke
basis te vinden voor practisch werk. Los
van iedere politieke partij of beweging,
beweegt het N.V.V. zich niet op staatspoli-
tiek terrein, doch stelt het de sociale be
langen op den voorgrond.
Wat In één jaar werd bereikt.
Dat het N.V.V. een belangrijke taak
vervult op sociaal-economisch terrein, mo
ge blijken uit de volgende, in het afgeloo-
pen jaar verkregen resultaten:
Arbeidsrecht. In verband met de op 13
Juni 1940 in werking getreden ontslag
verordening heeft het N.V.V. bewerkstel
ligd, dat de arbeidsinspectie, alvorens ver
gunning te verleenen, de arbeidersverte
genwoordigers om advies vraagt. Daar
naast zorgde het N.V.V. er voor. dat de
loonverordeningen behandeld worden voor
de kantonrechters, zoodat de arbeider snel
recht kan verkrijgen.
Wachtgeldregelingen. Voor tal van on
dernemingen, die wegens slapte het werk
stopzetten of den arbeidstijd inkrompen,
zijn wachtgeldregelingen getroffen.
Werkverruiming. In de werkverruiming
werd o.m. een algeheele reorganisatie tot
stand gebracht, waarbij de tewerkstelling
van iederen Nederlander in principe mo
gelijk werd gemaakt en de loon- en andere
arbeidsvoorwaarden in overeenstemming
werden gebracht met die in het vrije be
drijf.
Loon- en arbeidsvoorwaarden. Nadat de
loonverordening was verschenen is het
N.V.V. aan het werk getogen tot het op
voeren van de laagste loonen. Duizenden
arbeiders hebben reeds loonsverhooging
gekregen.
Huur. Nadat gebleken was, dat vele
huiseigenaars van het verbod tot verhoo
ging van huur gebruik maakten om de
huur op te zeggen, heeft het N.V.V. ge
zorgd voor een huuropzeggingsbesluit, dat
den huurder beschermt tegen willekeur.
Werkloosheidsverzekering. Dank zij het
N.V.V. kunnen thans ook werkloozen toe
treden tot de werkloozenkassen.
Werkloozenzorg. Door het N.V.V. Is ge
zorgd, dat als bijzonderen wintertoeslag
100 extra steunuitkeering werd ver
strekt.
Arbeidsbemiddeling. Het N.V.V. wees
een vertegenwoordiger aan, die de belan
gen van de in Duitschland werkende Ne-
derlandsche arbeiders behartigt. Een rege
ling werd getroffen met betrekking tot de
contributiebetaling.
„Vreugde en arbeid".
Behalve dat het N.V.V. de sociale belan
gen van den arbeider behartigt, streeft
het er bovendien naar een nieuwe geestes
gesteldheid te kweeken, waardoor het
hoopt te komen tot de harmonische samen
werking van allen, die het Nederlandeche
volk dienen. Het wil voor den arbeider alle
gebieden van cultuur, kunst en natuur
schoon ontsluiten. Om dit te bereiken
werd de gemeenschap „Vreugde en Ar
beid" gesticht, die tot speciale taak heeft
de Nederlandsche arbeiders als geheel en
niet als vakgroep te verzorgen.
Het was noodzakelijk het N.V.V. als de
toekomstige centrale organisatie voor alle
werkenden een organisatorischen vorm te
geven, die daarvoor het meest passend is.
Daartoe is een landelijke centrale leiding
ingericht, en het land verdeeld in 75 dis
tricten, die elk op zich zelf een afspiege
ling zijn van deze landelijke centrale.
In de toekomst ziet het N.V.V. een Ne
derlandsche arbeidsorganisatie, die zich
uitstrekt over alle Nederlandsche arbei
ders, die van nature bij elkaar behooren.
Die organisatie zal niet alleen de arbeiders
van hoofd en hand, maar ook de onderne
mers in haar rijen moeten tellen.
„Naast mondelinge, stroomen schrifte
lijke aanmeldingen in een niet te stelpen
vloed bij de verschillende bureaux
binnen, zoodat ik vol vertrouwen ben, dat
wij met een behoorlijk legioen voor den
dag zullen komen", zoo verklaarde dezer
dagen de gep. luitenant-generaal H. A.
Seyffardt, oud-chef van den generalen
staf, tfldens een onderhoud met een ver
slaggever van het A.N.P.
De oproep in de dagbladen zoo ging
hij verder heeft in breede lagen van het
Nederlandsche volk weerklank gevonden.
Dit stemt ons tot groote blijdschap.
Kunt u mededeelen, wie het initiatief
tot de vorming van het legioen heeft ge
nomen
Jfe en nee. De idee is een spontane
uiting geweest van eenlge goed nationaal
voelende Nederlanders van ultcenloopend
politiek inzicht, die den nieuwen tijd be
grijpen en onafhankelijk van elkaar hun
weg naar mij vonden. Daarop heb ik met
den Rijkscommissaris besprekingen ge
voerd. Dr. Seyss Inquart toonde groote
belangstelling en vooral aan zijn daadwer
kelijke medewerking is het te danken ge
weest, dat reeds aanstonds de vorming van
een vrijwilligers-legioen ter hand kon wor
den genomen. De Rijkscommissaris heeft
tevens uiting gegeven aan den wensch, dat
dit legioen een zuiver Nederlandsch ka
rakter zal dragen en dat het een uitdruk
king zal zijn van Nederlandsche kracht,
zooals trouwens ook in mijn oproep staat.
Ik ontvang dagelijks een overstelpend
aantal brieven zoo ging de generaal
verder. Ik ontvang ze van oud-kameraden
ook van het Ned.-Indische leger en
van onbekenden, die spontaan hun geest
driftige instemming te kennen geven. Ook
ontvang ik anonieme brieven, die ik echter
niet lees, maar die een bron van belang
stelling en soms van hilariteit vormen
voor mijn bureau-personeel. Ik heb ziels
medelijden met deze verdwaalden, die in
machtelooze woede naar de pen grijpen,
omdat zij niets van het groote wereldge
beuren begrijpen.
De Duitsche legerberichten melden iede
ren dag groote successen. Steeds dieper
dringen de Duitsche troepen naar het
Oosten. Bestaat niet de mogelijkheid, dat
ons vrijwilligerskorps te laat komt?
Deze vraag wordt mg niet voor de
eersto maal gesteld. Inderdaad hebben de
Duitsche legers de bolsjewistische horden
voor een belangrijk deel vernietigend ver
slagen. Maar de strijd is nog niet ten
einde. Het is het werk van de vrijwilligers
legioenen uit alle landen van Europa, en
dus ook van onze vrijscharen zich op te
maken om de even groote als grootsche
taak der Duitsche legers eenigszins tc ver
lichten.
Data van vertrek.
Kunt u réeds mededeelen, wan
neer het Nederlandsche legioen ge
reed is en vertrekt
Een definitieve datum kan ik
nog niet noemen. Maar er wordt hard
gewerkt. Het ligt in de bedoeling, dat
ARRONDISSE3IENTS-RECHTBANK
TE MIDDELBURG.
Zitting van Woensdag 16 Juli.
De volgende vonnissen werden uitgespro
ken.
M. S., 19 jaar, arbeider te Ellewoutsdijk,
thans gedetineerd, wegens „poging tot
zware mishandeling".
3 maanden gevangenisstraf, met aftrek
voorarrest.
P. L. G., 36 jaar, leerbewerker te Grem-
bergen, thans gedetineerd en H. D., 47
jaar, schoenmaker te Sint Jansteen, thans
gedetineerd, wegens „het voortgezet mis
drijf van verduistering".
Ieder 3 maanden gevangenisstraf, met
aftrek voorarrest.
C. S., 29 jaar, vrachtrijder te Kruinin-
gen, verdacht van „een dier arbeid doen
verrichten op voor dat dier pijnlijke wijze".
Vrijspraak, met bevestiging van het
vonnis van den Kantonrechter.
C. J. v. H., 34 jaar, landbouwer te Wis-
senkerke, verdacht van „een rijwiel be
sturen terwijl hij verkeerde onder invloed
van gebruik van alcohol".
het eerste contingent nog deze maand
naar zijn standplaats achter het Oost
front zal vertrekken om aldaar een
spoedopleiding te volgen. Het tweede
contingent zal enkele weken later vol
gen.
Sprekende over de zgn. „afwachters" zei
de generaal, dat het zooveel gemakkelijker
voor hem geweest zou zijn om geen oproep
te plaatsen en eveneens maar af te wach
ten.
Maar tegen dat afwachten zoo sprak
de opperofficier komt mijn geheele ge
moed en mijn Nederlandsche hart In op
stand. Er moet iets gedaan worden om te
toonen, dat wij nog een volle zijn, waar
pit in zit, dat wij een volk zijn, dat voelt
en begrijpt, dat wij in het groot moeten
denken, dat wij moeten denken aan de on
vermijdelijk komende groote Europeesche
staten-gemeenschap, waarvan wij toch met
eere een deel willen uitmaken. Een volk
van echt Germaanschen stam zooals wij
Nederlanders zal een belangrijk en zelf
standig deel daarvan kunnen vormen, wan
neer het zich dat waardig maakt. En dat
kan het Nederlandsche volk niet doen door
afwachten, maar alleen door daden.
Duitschland en Nederland geheel Euro
pa trouwens heeft op dit oogenblik een
gemeenschappelijke vijand. Een vijand, dien
men zich niet vreeselgker en afschuwe
lijker kan voorstellen. Deze vijand is de
bolsjewiekenhorde, die zich reeds had op
gemaakt de Europeesche beschaving en
cultuur te gaan vernietigen en Europa
dus ook Nederland aan de afzichtelijke
ellende van het bolsjewisme te onderwer
pen.
Vele jonge Nederlanders, die het nog
niet geheel met zichzelf eens zijn, zouden
een voorbeeld kunnen nemen aan het zeer
groote aantal oud-gedienden en gep. mili
tairen, dat zich reeds aanstonds spontaan
meldde en van wie velen door hun hoogen
leeftijd tot mijn spijt geen deel van het
legioen kunnen uitmaken.
Ten aanzien van de verzorging van ach
terblijvende gezinnen, zeide de generaal,
dat een regeling in voorbereiding is, waar
mede de vrijwilligers naar zijn meening
ongetwijfeld zullen kunnen instemmen.
Hetzelfde geldt voor de gevallen, indien
men gewond of invalide wordt, dan wel
sneuvelt.
Verder wordt binnenkort verwacht,
dat een verordening wordt uitgevaar
digd, waarbij wordt bepaald, dat per-
sooneel in overheidsdienst 85 van
hun salaris, alsmede hun betrekking be
houden
Generaal Seyffardt eindigde het onder
houd met uiting te geven aan de hoop, dat
de toeloop zoo -groot zal zrjn, dat het Ne
derlandsche volk zich later, wanneer de
eindstrijd is gestreden, zich tegenover an
dere Europeesche volkeren niet behoeft te
schamen en dat het dan niet wordt aange
keken voor een volk van thuisblijvers, dat
anderen de kastanjes uit het vuur laat
halen.
Vrijspraak, met bevestiging van het
vonnis van den Kantonrechter.
HOOGER BEROEP.
Hooger beroep is aangeteekend door
M. F. M., 44 jaar, incasseerder te Goes,
tegen het vonnis van den Politierechter
te Middelburg van 1 Juli, waarbij hij
wegens verduistering is veroordeeld tot
een maand gevangenisstraf.
door Ch. L. M., 30 jaar, fruithande
laar Sint Jansteen, tegen het vonnis van
den Politierechter te Middelburg van 1
Juli, waarbij hij wegens „verboden neder-
lage" is veroordeeld tot 50 of 25 dagen
hechtenis.
door D. A. B., 65 jaar, landbouwer
Graauw, tegen het vonnis der arrondis-
sements-rechtbank van 3 Juli, waarbij hij
wegens „overtreding Landbouwinventai'i-
satiebesluit" is veroordeeld tot 500 of
60 dagen hechtenis.
door J. J. S., 25 jaar, werkman Poort
vliet, tegen het vonnis van den Econo-
mischen Rechter te Middelburg van II
Juli, waarbij hij wegens „handelen in
strijd met een krachtens het Voedsel-
voorzieningsbesluit gesteld verbod" is ver
oordeel tot 3 maanden gevangenisstraf.
De omzetbelasting en de
publiekrechtelijke lichamen.
De waarnemend secretaris-generaal van
het departement van financiën heeft onder
dagteekening 3 Juli 1941 een schrijven ge
zonden aan de directeuren der directe be
lastingen, enz. en aan de directeuren van
's rijles belastingen, betreffende de omzet
belasting ten aanzien van de publiekrechte
lijke lichamen.
In dit schrijven wordt meer in het bij
zonder aandacht geschonken aan de belas
tingheffing van diensten en leveringen,
verricht door de gemeenten. De terzake ge
geven voorschriften en aanwflzingen behoo
ren ten aanzien van andere publiekrechte
lijke lichamen op overeenkomstige wijze te
worden toegepast.
Aan bedoeld schrijven is het volgende
ontleend.
Bij de toepassing van het besluit op de
omzetbelasting 1940 ten aanzien van pu
bliekrechtelijke lichamen zijn verschillende
vragen gerezen. Met name heeft de beant
woording. van de vraag, in welke gevallen
de gemeente terzake van het verrichten
van diensten als ondernemer in den zin van
genoemd besluit moet worden aangemerkt,
in de practijk tot moeilijkheden aanleiding
gegeven. Publiekrechtelijke lichamen be
hooren niet als ondernemer te worden aan
gemerkt, voor zoover zij handelingen ver
richten ter uitvoering van de aan hen als
overheid opgedragen taak. In gevallen
echter, waarin zij in het algemeen aan het
maatschappelijk verkeer deelnemen op den
zelfden voet als andere, niet publiekrech
telijke lichamen, moeten zij worden geacht
als ondernemer op te treden. Een scherpe
grens is in dezen niet te trekken'. Geen
moeilijkheden bestaan als de gemeente han
delt ter uitvoering van hetgeen haar door
den hoogeren wetgever is opgedragen of
van haar politioneele taak en daartoe be
paalde diensten verrichtalsdan treedt de
gemeente steeds op als overheid. Anders is
het echter gesteld ten aanzien van andere
dan de hierbedoelde diensten.
Ten aanzien van de hierna te noemen
vergoedingen behoort steeds belastinghef
fing plaats te vinden, ook al zou de dienst,
terzake van welken zij wordt voldaan, op
een plaatselijke belastingverordening berus
ten:
a. vergoeding terzake van bezoeken van
gemeentelijke musea, historische gebouwen,
monumenten e.d.. schouwburgen ijsbanen,
badinrichtingen, stadions;
b. begrafenisrechten;
c. weegloonen voor gebruik gemeentelijke
waag;
d. vergoeding ten behoeve van de ge
meentelijke slachtplaats wegens stalling en
voeding van .vee, het gebruiken van de
gelegenheid tot slachten, tot het opslaan
van vleesch, tot het reinigen van pens en
darmen, tot het wegen van levend en van
geslacht vee, vet, afval en huiden, wegens
het gebruik van de koelcellen en van
het voorkoelhuis, van de gelegenheid tot
het steriliseeren van vleesch, van stoom en
van warm water en van ruimte op het
terrein der slachtplaats e.d.;
e. vergoeding voor het gebruik van het
gemeentelijke veilinggebouw, van de plaat
sen op de tribune, van de boxen en van
het buffet in dat gebouw;
f. vergoeding voor het gebruik van den
gemeentelijken vleeschafslag;
g. vergoeding voor het gebruik van de
rijwielbergplaatsen bij inrichtingen van on-
derwijs en der0elgke;
h. vergoeding voor het aanbrengen van
reclame aan gemeentegebouwen, lantaren
palen en tramwagens;
i. vergoeding voor den aanleg van stra
ten, verschuldigd door particulieren bjj over
neming door de gemeente van gronden, be
stemd voor stratenaanleg;
j. commissieloon voor door bemiddeling
van de gemeentelijke bank van leening
onderhands verkochte panden, de aan de
bank verschuldigde kosten van administra-
tieloori en bewaarloon;
k. de door de bank van leening ge
maakte opgelden bij veilingen.
Naast, de levering van gas en electrici-
teit als ondernemer, worden genoemd de
leveringen van catalogi van het gemeente
archief, gemeente-musea e.d., programma's
en boekenlijsten van gemeentelijke inrich
tingen van onderwijs, het gemeenteblad,
het gemeenteverslag, het verslag van de
handelingen van dec gemeenteraad, van de
gemeente-begrooting en van de begrootin
gen der bedrijven, vuil, puttenbeer, paar-
demest e.d. door den gemeentelijken reini
gingsdienst, ij 3 door de gemeentelijke
slachtplaats en gekapt hout door den ge
meentelijken plantsoendienst.
In geen geval mag heffing plaats vinden
ten aanzien van het verstrekken van we-
kelijksche opgaven uit de loopende regis
ters van den burgerlijken stand, uittrek
sels uit de kerkelijke doop-, trouw- en be
grafenisboeken en uittreksels en afschrif
ten ter voldoening aan eenig wettelijk voor
schrift. Het verstrekken van onderwijs
door de gemeente moet steeds worden aan
gemerkt als overheidsdienst.
Ten aanzien van het verrichten van in
terne leveringen door een bedrijf of dienst
der gemeente moet worden onderscheiden
tusschen goederen, welke het bedrijf of
de dienst zelf heeft vervaardigd en an
dere. Voor leveringen van zelf vervaar
digde goederen is in alle gevallen omzet
belasting verschuldigd (b.v. leveling van
cokes door het gasbedrijf aan gemeente
lij ke scholen). Ten aanzien van niet zelf
vervaardigde goederen is het mogelijk, dat
omzetbelasting moet worden betaald, doch
ook het tegendeel.
De door electriciteits-, gas- en water
leidingbedrijven in rekening gebrachte rae-
terhuur en de vergoeding voor onderhoud
en aanleg van leidingen worden niet aan
gemerkt als vergoeding voor een dienst,
doch als een bestanddeel van den voor het
afnemen van electriciteit, gas en water
verschuldigden prijs.
Met het departement van sociale zaken
is 'een regeling getroffen, ingevolge welke
de omzetbelasting, welke door de gemeen
ten is verschuldigd terzake van het aan
werkloozen en armlastigen verstrekken van
door het Rijk in distributie gebrachte goed-
koope levensmiddelen, niet door de ge
meenten zelf, doch namens haar door ge
noemd departement wordt voldaan.
CADZAND
Abonnementen en advertenties voor de
Provinciale Zeenwsche Courant worden
aangenomen door den Agent,
J. FREMOUW, Prinsenstraat M 9.
DE MILITAIRE DIENSTTIJD IN
AMERIKA.
Uit Washington meldt het D.N.B.: Een
officieel schrijven aan den voorzitter van
het Amerikaansche Congres heeft den
onder-minister van oorlog, Patterson, me
degedeeld, dat president Roosevelt voor
stander is van verlenging van den dienst
tijd voor degenen, die oorspronkelijk voor
12 maanden zijn opgeroepen, en wenscht,
dat de limiet voor het aantal recruten, dat
op een gegeven oogenblik onder de wape
nen is, wordt afgeschaft. Deze limiet be
droeg 900.000 man.
Mijnen voor de baai van Manilla.
Naar uit Manilla (Philippijnen) wordt
gemeld, hebben de marine-autoriteiten be
kend gemaakt, dat mijnen zijn gelegd in
de toegangswegen tot de baai van Manilla.
Het gebruik van deze toegangswegen is
slechts overdag geoorïtofd.
DUITSCHE EN ITALIAANSCHE
CONSULS UIT AMERIKA
VERTROKKEN.
Nit New York meldt het D.N.B.: Het
s.s. „Westpoint" is met de door de Ameri
kaansche regeering uitgewezen Duitsche
en Italiaansche consuls aan boord, Woens
dagmiddag uit New York naar Lissabon
vertrokken.
WEYGAND GOUVERNEUR-GENERAAL
VAN ALGIERS.
Officieel wordt te Vichy bekend ge
maakt, dat generaal Weygand als opvol
ger van admiraal Abrial benoemd is tot
gouverneur-generaal van Algiers, terwijl
hg zijn functie als algemeen gedelegeerde
voor Noord-Afrika blijft bekleeden.
FRANCES BRAYBROOKE
21)'
Nellie blij dat ze een verontschuldiging
hard om van tafel op te staan, begaf zich
vlug naar de voordeur. Toen ze die had
open gemaakt stond ze tegenover Anthony
Dare. Ze had nog nooit iemand zooals hij
ontmoet knap zelfverzekerd en uit de
hoogte. Hij keek haar niet eens aan toen
hij naar Sam Hart vroeg.
„Hjj is binnen. Goed, dat u uw bezoek
niet hebt uitgesteld", gaf Nellie onbe
schaamd ten antwoord, „ziet u, hjj moet
tegen het einde van de week ons huis ver
laten. Hij is ontslagen en dat verdient ie
ook. M\jn tante zegt, dat ze menschen van
zijn soort niet in haar huis wil hebben".
Ze wilde de koele, hooghartige houding
van Tony breken en bovendien zooveel
mogelijk kwaad berokkenen aan Sam. Dit
was zeker de een of andere vriend van dat
hooghartige geval van de foto van Sam's
kamer. Ze zouden allemaal weten, wat
Sam was overkomen.
Nu eerst keek Tony haar aan en ze
werd rood van kwaadheid toen ze den af
keer in zijn oogen zag.
„Zegt u aan meneer Hart, dat meneer
Dare hem graag zou willen spreken". Hij
sprak op bevelenden toon, onderwijl de
gang binnenstappend, waar het naar ge
bakken visch rook.
„Sam Hart is een dief, dat is-ie", ging
Nellie vinnig voort, „en het kan me niet
schelen wie het weet!"
„Dat merk ik", was het koele antwoord.
„Wilt u nu alstublieft mijn boodschap
overbrengen?"
Aldus afgesnauwd liep ze naar binnen en
riep:
„Tante hier is iemand voor Sam Hart.
Hij heet Dare".
Ze was niet van plan rechtstreeks tegen
Sam te spreken. Maar, tenzij hij doof was,
kon hij verstaan wat ze zei.
Ze werd met kracht opzij geduwd door
Sam, die haar met een ren voorbij stoof.
„Mavis!" zei hij tegen Tony. „Er is iets
met haar gebeurd. Vertel me maar meteen
het ergste".
„Kalm, kalm," gaf Tony hem haastig
ten antwoord. „Er is niets met haar ge
beurd. Ik moest in Kemlene zijn voor een
operatie en ik heb Mavis beloofd, dat ik je
zou opzoeken. Ze heeft me je adres gege
ven. Het spijt me, dat ik je aan het
schrikken heb gemaakt".
Sam loosde een diepe zucht van ver
lichting, terwijl de kleur In zijn gezicht
weer terug kwam.
„Ga mee dineeren in mijn hotel. Ik blijf
vannacht hier over. In dit huis kunnen we
toch niet praten", zei de jonge chirurg
met een blik in de richting van Nellie, die
op een afstand hun gesprek stond af te
luisteren.
Verrast door zrjn vriendschappelijke hou
ding, nam Sam het aanbod aan en enkele
minuten later reden de beide jongeman
nen heen. Tony had in het hotel een eigen
zitkamer gereserveerd. Een ronde tafel
was voo.' twee personen gedekt en weinige
oogenblikken na hun aankomst verscheen
een ober met de gerechten.
Tony, die op zijn dooie gemak sprak,
bleek een volmaakt gastheer en niet voor
dat de maaltijd beëindigd was en zg beide
alleen waren, ontvouwde hij de reden van
zgn uitnoodiging.
Hij begon over John Casslene te praten
en zette kalm maar duidelijk de minder
prettige verhouding tusschen vader en
dochter uiteen.
„Jg bent een man van de wereld, Hart,
met veel gezond verstand, dat is duidelijk",
merkte de jonge dokter op. „yind je het
werkelijk eerlijk tegenover Mavis, van haar
te verlangen, dat ze wacht, misschien wel
jaren, tot je in staat bent haar te trou
wen? Ze is heelemaal niet ingesteld op het
moeilgke en zware werk in het ziekenhuis,
dat ze met alle geweld wil blijven doen".
Sam onderbrak hem tamelijk ruw.
„Tracht u me ertoe te bewegen, mijn
verloving met het meisje, van wie ik houd,
te verbreken? Haar op te geven en haar
den raad te geven te trouwen met u, me
neer Dare?" vroeg hij.
„Min of meer is het dat, wat ik bedoek
Mavis gelooft, dat ze van jou houdt
maar dat spruit allemaal voort uit haar
romantische ideeën. Het is aan jou om
verstandig voor jullie beiden te zijn. Jij
moet tot de overtuiging komen, dat ze
niet geschikt is voor het soort leven, dat
jij haar zult kunnen bieden. Wees alsje
blieft niet bevooroordeeld. Het is heele
maal niet mijn bedoeling, je lastig te val
len. Ik doe dit evenzeer in haar belang als
in het mijne. Ik ben bereid alles te doen
wat ik kan voor het geluk van Mavis. Ik
wil volkomen open kaart spelen. Er is
geen kwestie van, dat ik iets achter je
rug om zou willen doen".
Hij sprak vrijmoedig en op prettige wijze.
Sam zat er stil bij. Het was waar. Het zou
in het voordeel van Mavis zgn, als hij het
voornemen opgaf met haar te trouwen.
Nu hij zijn kostbare uitvinding was kwijt
geraakt, was er geen enkel vooruitzicht,
dat hg haar ooit dat soort tehuis zou kun
nen bieden, waarvan hijg had gedroomd.
Verslagen door het onverwachte onheil, dat
hem was overkomen, was het eigenlijk
nog niet tot hem doorgedrongen, welk een
verschil dit voor hun toekomst beteeken-
de.
„Kan ik je misschien ergens mee hel
pen?" verbrak Tony de lange stilte. „Ik
eh meen begrepen te hebben uit het
verhaal van dat vrouwmensch, dat me
open deed, dat je weggaat Hij'
wachtte heel diplomatiek, maar Sam gaf
geen verdere verklaring, bepaalde zich tot
bevestigen.
„Ja", zei hij, „ik ga hier Inderdaad aan
het einde van de week weg".
„Terug naar Ardell?" informeerde Tony.
„Neen!" Sam kwam tot een snel besluit.
„Ik weet nog niet, waar ik heen ga, maar
het is niet mijn bedoeling, naar Ardell,
noch naar Maxford te gaan. U houdt van
Mavis en kunt haar alles geven waar ze
recht op heeft. Ik ben een egoïst geweest,
dat ik dit niet eerder duidelijk heb in
gezien. Ik had geen enkel recht om haar
te vragen mijn vrouw te worden. Ik zal
haar schrijven, dat ze vrij is, omdat ik
nu geen vooruitzichten heb om er ooit
aan te kunnen denken, haar te trouwen".
Zijn stem, schor van opwinding, schalde
door de kamer en voordat Tony wat terug
kon zeggen of zich zelfs maar bewegen,
was hij al verdwenen, de deur hard achter
zich dicht trekkend.
HOOFDSTUK XI.
„Een brief voor je, Mavis". Een van de
leerlingen gaf haar den brief met een
vroolijken, begrijpenden glimlach.
Mavis, vermoeid na lange moeilijke uren,
at haar vroege ontbijt, verdrietig en ter
neergeslagen, omdat een van haar patiën
ten in den afgeloopen nacht was gestor
ven.
Ze was tevoren nog nooit in aanraking
geweest met den dood. Het meisje was
jong en aardig geweest en ging goed voor
uit, tot haar toestand plotseling was ver
ergerd.
Het gesnik van de bedroefde ouders
klonk Mavis op dezen zonnigen morgen
nog steeds in de ooren. Na een wandeling
wilde ze naar bed gaan. Niet gewend aan
nachtelijk werk, vond ze het moeilijk,
overdag te slapen, ofschoon ze uitgeput
was.
Met een woord van dank stak ze den
brief van Sam, die dunner was dan ge
woonlijk, in den zak van haar schort en
at vlug af. Vervolgens zocht ze de zitkamer
op, die voor het overige verlaten was,
en terwijl ze ging zitten, opende ze den
brief met een teeder licht in haar oogen.
Als een standbeeld stond ze plotseling
overeind, starend naar de woorden, die
Sam had geschreven. Ze begonnen wild op
en neer te dansen. Ze moest eenvoudig
niet goed wakker zijn. Dat was het, een
onmogelijke nachtmerrie. Sam hield te
veel van haar om haar op te geven. Hg
had dezen brief, waarin hij schreef, dat
hij hun verloving verbrak omdat hij geen
vooruitzichten had om haar ooit een
tehuis aan te bieden, niet werkelijk ge
schreven!
Dan werd haar hoofd weer helder. De
brief was werkelijk. Natuurlijk zat Tony
cr achter. Hoe had ze zoo dwaas
kunnen zijn om hem naar Sam te sturen?.
(Wordt vervolgd).