het doornige Pad Luitenant-generaal Seyffardt over het vrijwilligerslegioen. H. J. Woudenberg een jaar commissaris van het N.V.V. Rechtszaken Het eerste contingent vertrekt nog deze maand. Wat tot stand is gebracht. De persdienst van het N.V.V. schrift ons o.m.: Dinsdag, 15 Juli, was het een jaar gele den, dat de Rijkscommissaris, Rijksminis ter Seyss-Inquart, den heer H. J. Wouden berg benoemde tot commissaris van het N.V.V. Deze aanvaardde op 16 Juli 1940 zijn taak. Volgens de opdracht van den Rijkscom missaris verkreeg de heer Woudenberg daarmede het recht alle maatregelen te treffen, welke op organisatorisch, persoon lijk of financieel gebied bij het N.V.V. of bij de daarbij aangesloten vakbonden in het belang van leden en van het behoud hun ner rechten noodzakelijk waren. De heer Woudenberg stond voor de taak het oude N.V.V. te reorganiseeren en ook in den vorm geschikt te maken voor en aan te passen aan de nieuwe Europeesche orde. Het N.V.V. is thans losgemaakt van vroegere politieke banden en het was daardoor mogelijk een gemeenschappelijke basis te vinden voor practisch werk. Los van iedere politieke partij of beweging, beweegt het N.V.V. zich niet op staatspoli- tiek terrein, doch stelt het de sociale be langen op den voorgrond. Wat In één jaar werd bereikt. Dat het N.V.V. een belangrijke taak vervult op sociaal-economisch terrein, mo ge blijken uit de volgende, in het afgeloo- pen jaar verkregen resultaten: Arbeidsrecht. In verband met de op 13 Juni 1940 in werking getreden ontslag verordening heeft het N.V.V. bewerkstel ligd, dat de arbeidsinspectie, alvorens ver gunning te verleenen, de arbeidersverte genwoordigers om advies vraagt. Daar naast zorgde het N.V.V. er voor. dat de loonverordeningen behandeld worden voor de kantonrechters, zoodat de arbeider snel recht kan verkrijgen. Wachtgeldregelingen. Voor tal van on dernemingen, die wegens slapte het werk stopzetten of den arbeidstijd inkrompen, zijn wachtgeldregelingen getroffen. Werkverruiming. In de werkverruiming werd o.m. een algeheele reorganisatie tot stand gebracht, waarbij de tewerkstelling van iederen Nederlander in principe mo gelijk werd gemaakt en de loon- en andere arbeidsvoorwaarden in overeenstemming werden gebracht met die in het vrije be drijf. Loon- en arbeidsvoorwaarden. Nadat de loonverordening was verschenen is het N.V.V. aan het werk getogen tot het op voeren van de laagste loonen. Duizenden arbeiders hebben reeds loonsverhooging gekregen. Huur. Nadat gebleken was, dat vele huiseigenaars van het verbod tot verhoo ging van huur gebruik maakten om de huur op te zeggen, heeft het N.V.V. ge zorgd voor een huuropzeggingsbesluit, dat den huurder beschermt tegen willekeur. Werkloosheidsverzekering. Dank zij het N.V.V. kunnen thans ook werkloozen toe treden tot de werkloozenkassen. Werkloozenzorg. Door het N.V.V. Is ge zorgd, dat als bijzonderen wintertoeslag 100 extra steunuitkeering werd ver strekt. Arbeidsbemiddeling. Het N.V.V. wees een vertegenwoordiger aan, die de belan gen van de in Duitschland werkende Ne- derlandsche arbeiders behartigt. Een rege ling werd getroffen met betrekking tot de contributiebetaling. „Vreugde en arbeid". Behalve dat het N.V.V. de sociale belan gen van den arbeider behartigt, streeft het er bovendien naar een nieuwe geestes gesteldheid te kweeken, waardoor het hoopt te komen tot de harmonische samen werking van allen, die het Nederlandeche volk dienen. Het wil voor den arbeider alle gebieden van cultuur, kunst en natuur schoon ontsluiten. Om dit te bereiken werd de gemeenschap „Vreugde en Ar beid" gesticht, die tot speciale taak heeft de Nederlandsche arbeiders als geheel en niet als vakgroep te verzorgen. Het was noodzakelijk het N.V.V. als de toekomstige centrale organisatie voor alle werkenden een organisatorischen vorm te geven, die daarvoor het meest passend is. Daartoe is een landelijke centrale leiding ingericht, en het land verdeeld in 75 dis tricten, die elk op zich zelf een afspiege ling zijn van deze landelijke centrale. In de toekomst ziet het N.V.V. een Ne derlandsche arbeidsorganisatie, die zich uitstrekt over alle Nederlandsche arbei ders, die van nature bij elkaar behooren. Die organisatie zal niet alleen de arbeiders van hoofd en hand, maar ook de onderne mers in haar rijen moeten tellen. „Naast mondelinge, stroomen schrifte lijke aanmeldingen in een niet te stelpen vloed bij de verschillende bureaux binnen, zoodat ik vol vertrouwen ben, dat wij met een behoorlijk legioen voor den dag zullen komen", zoo verklaarde dezer dagen de gep. luitenant-generaal H. A. Seyffardt, oud-chef van den generalen staf, tfldens een onderhoud met een ver slaggever van het A.N.P. De oproep in de dagbladen zoo ging hij verder heeft in breede lagen van het Nederlandsche volk weerklank gevonden. Dit stemt ons tot groote blijdschap. Kunt u mededeelen, wie het initiatief tot de vorming van het legioen heeft ge nomen Jfe en nee. De idee is een spontane uiting geweest van eenlge goed nationaal voelende Nederlanders van ultcenloopend politiek inzicht, die den nieuwen tijd be grijpen en onafhankelijk van elkaar hun weg naar mij vonden. Daarop heb ik met den Rijkscommissaris besprekingen ge voerd. Dr. Seyss Inquart toonde groote belangstelling en vooral aan zijn daadwer kelijke medewerking is het te danken ge weest, dat reeds aanstonds de vorming van een vrijwilligers-legioen ter hand kon wor den genomen. De Rijkscommissaris heeft tevens uiting gegeven aan den wensch, dat dit legioen een zuiver Nederlandsch ka rakter zal dragen en dat het een uitdruk king zal zijn van Nederlandsche kracht, zooals trouwens ook in mijn oproep staat. Ik ontvang dagelijks een overstelpend aantal brieven zoo ging de generaal verder. Ik ontvang ze van oud-kameraden ook van het Ned.-Indische leger en van onbekenden, die spontaan hun geest driftige instemming te kennen geven. Ook ontvang ik anonieme brieven, die ik echter niet lees, maar die een bron van belang stelling en soms van hilariteit vormen voor mijn bureau-personeel. Ik heb ziels medelijden met deze verdwaalden, die in machtelooze woede naar de pen grijpen, omdat zij niets van het groote wereldge beuren begrijpen. De Duitsche legerberichten melden iede ren dag groote successen. Steeds dieper dringen de Duitsche troepen naar het Oosten. Bestaat niet de mogelijkheid, dat ons vrijwilligerskorps te laat komt? Deze vraag wordt mg niet voor de eersto maal gesteld. Inderdaad hebben de Duitsche legers de bolsjewistische horden voor een belangrijk deel vernietigend ver slagen. Maar de strijd is nog niet ten einde. Het is het werk van de vrijwilligers legioenen uit alle landen van Europa, en dus ook van onze vrijscharen zich op te maken om de even groote als grootsche taak der Duitsche legers eenigszins tc ver lichten. Data van vertrek. Kunt u réeds mededeelen, wan neer het Nederlandsche legioen ge reed is en vertrekt Een definitieve datum kan ik nog niet noemen. Maar er wordt hard gewerkt. Het ligt in de bedoeling, dat ARRONDISSE3IENTS-RECHTBANK TE MIDDELBURG. Zitting van Woensdag 16 Juli. De volgende vonnissen werden uitgespro ken. M. S., 19 jaar, arbeider te Ellewoutsdijk, thans gedetineerd, wegens „poging tot zware mishandeling". 3 maanden gevangenisstraf, met aftrek voorarrest. P. L. G., 36 jaar, leerbewerker te Grem- bergen, thans gedetineerd en H. D., 47 jaar, schoenmaker te Sint Jansteen, thans gedetineerd, wegens „het voortgezet mis drijf van verduistering". Ieder 3 maanden gevangenisstraf, met aftrek voorarrest. C. S., 29 jaar, vrachtrijder te Kruinin- gen, verdacht van „een dier arbeid doen verrichten op voor dat dier pijnlijke wijze". Vrijspraak, met bevestiging van het vonnis van den Kantonrechter. C. J. v. H., 34 jaar, landbouwer te Wis- senkerke, verdacht van „een rijwiel be sturen terwijl hij verkeerde onder invloed van gebruik van alcohol". het eerste contingent nog deze maand naar zijn standplaats achter het Oost front zal vertrekken om aldaar een spoedopleiding te volgen. Het tweede contingent zal enkele weken later vol gen. Sprekende over de zgn. „afwachters" zei de generaal, dat het zooveel gemakkelijker voor hem geweest zou zijn om geen oproep te plaatsen en eveneens maar af te wach ten. Maar tegen dat afwachten zoo sprak de opperofficier komt mijn geheele ge moed en mijn Nederlandsche hart In op stand. Er moet iets gedaan worden om te toonen, dat wij nog een volle zijn, waar pit in zit, dat wij een volk zijn, dat voelt en begrijpt, dat wij in het groot moeten denken, dat wij moeten denken aan de on vermijdelijk komende groote Europeesche staten-gemeenschap, waarvan wij toch met eere een deel willen uitmaken. Een volk van echt Germaanschen stam zooals wij Nederlanders zal een belangrijk en zelf standig deel daarvan kunnen vormen, wan neer het zich dat waardig maakt. En dat kan het Nederlandsche volk niet doen door afwachten, maar alleen door daden. Duitschland en Nederland geheel Euro pa trouwens heeft op dit oogenblik een gemeenschappelijke vijand. Een vijand, dien men zich niet vreeselgker en afschuwe lijker kan voorstellen. Deze vijand is de bolsjewiekenhorde, die zich reeds had op gemaakt de Europeesche beschaving en cultuur te gaan vernietigen en Europa dus ook Nederland aan de afzichtelijke ellende van het bolsjewisme te onderwer pen. Vele jonge Nederlanders, die het nog niet geheel met zichzelf eens zijn, zouden een voorbeeld kunnen nemen aan het zeer groote aantal oud-gedienden en gep. mili tairen, dat zich reeds aanstonds spontaan meldde en van wie velen door hun hoogen leeftijd tot mijn spijt geen deel van het legioen kunnen uitmaken. Ten aanzien van de verzorging van ach terblijvende gezinnen, zeide de generaal, dat een regeling in voorbereiding is, waar mede de vrijwilligers naar zijn meening ongetwijfeld zullen kunnen instemmen. Hetzelfde geldt voor de gevallen, indien men gewond of invalide wordt, dan wel sneuvelt. Verder wordt binnenkort verwacht, dat een verordening wordt uitgevaar digd, waarbij wordt bepaald, dat per- sooneel in overheidsdienst 85 van hun salaris, alsmede hun betrekking be houden Generaal Seyffardt eindigde het onder houd met uiting te geven aan de hoop, dat de toeloop zoo -groot zal zrjn, dat het Ne derlandsche volk zich later, wanneer de eindstrijd is gestreden, zich tegenover an dere Europeesche volkeren niet behoeft te schamen en dat het dan niet wordt aange keken voor een volk van thuisblijvers, dat anderen de kastanjes uit het vuur laat halen. Vrijspraak, met bevestiging van het vonnis van den Kantonrechter. HOOGER BEROEP. Hooger beroep is aangeteekend door M. F. M., 44 jaar, incasseerder te Goes, tegen het vonnis van den Politierechter te Middelburg van 1 Juli, waarbij hij wegens verduistering is veroordeeld tot een maand gevangenisstraf. door Ch. L. M., 30 jaar, fruithande laar Sint Jansteen, tegen het vonnis van den Politierechter te Middelburg van 1 Juli, waarbij hij wegens „verboden neder- lage" is veroordeeld tot 50 of 25 dagen hechtenis. door D. A. B., 65 jaar, landbouwer Graauw, tegen het vonnis der arrondis- sements-rechtbank van 3 Juli, waarbij hij wegens „overtreding Landbouwinventai'i- satiebesluit" is veroordeeld tot 500 of 60 dagen hechtenis. door J. J. S., 25 jaar, werkman Poort vliet, tegen het vonnis van den Econo- mischen Rechter te Middelburg van II Juli, waarbij hij wegens „handelen in strijd met een krachtens het Voedsel- voorzieningsbesluit gesteld verbod" is ver oordeel tot 3 maanden gevangenisstraf. De omzetbelasting en de publiekrechtelijke lichamen. De waarnemend secretaris-generaal van het departement van financiën heeft onder dagteekening 3 Juli 1941 een schrijven ge zonden aan de directeuren der directe be lastingen, enz. en aan de directeuren van 's rijles belastingen, betreffende de omzet belasting ten aanzien van de publiekrechte lijke lichamen. In dit schrijven wordt meer in het bij zonder aandacht geschonken aan de belas tingheffing van diensten en leveringen, verricht door de gemeenten. De terzake ge geven voorschriften en aanwflzingen behoo ren ten aanzien van andere publiekrechte lijke lichamen op overeenkomstige wijze te worden toegepast. Aan bedoeld schrijven is het volgende ontleend. Bij de toepassing van het besluit op de omzetbelasting 1940 ten aanzien van pu bliekrechtelijke lichamen zijn verschillende vragen gerezen. Met name heeft de beant woording. van de vraag, in welke gevallen de gemeente terzake van het verrichten van diensten als ondernemer in den zin van genoemd besluit moet worden aangemerkt, in de practijk tot moeilijkheden aanleiding gegeven. Publiekrechtelijke lichamen be hooren niet als ondernemer te worden aan gemerkt, voor zoover zij handelingen ver richten ter uitvoering van de aan hen als overheid opgedragen taak. In gevallen echter, waarin zij in het algemeen aan het maatschappelijk verkeer deelnemen op den zelfden voet als andere, niet publiekrech telijke lichamen, moeten zij worden geacht als ondernemer op te treden. Een scherpe grens is in dezen niet te trekken'. Geen moeilijkheden bestaan als de gemeente han delt ter uitvoering van hetgeen haar door den hoogeren wetgever is opgedragen of van haar politioneele taak en daartoe be paalde diensten verrichtalsdan treedt de gemeente steeds op als overheid. Anders is het echter gesteld ten aanzien van andere dan de hierbedoelde diensten. Ten aanzien van de hierna te noemen vergoedingen behoort steeds belastinghef fing plaats te vinden, ook al zou de dienst, terzake van welken zij wordt voldaan, op een plaatselijke belastingverordening berus ten: a. vergoeding terzake van bezoeken van gemeentelijke musea, historische gebouwen, monumenten e.d.. schouwburgen ijsbanen, badinrichtingen, stadions; b. begrafenisrechten; c. weegloonen voor gebruik gemeentelijke waag; d. vergoeding ten behoeve van de ge meentelijke slachtplaats wegens stalling en voeding van .vee, het gebruiken van de gelegenheid tot slachten, tot het opslaan van vleesch, tot het reinigen van pens en darmen, tot het wegen van levend en van geslacht vee, vet, afval en huiden, wegens het gebruik van de koelcellen en van het voorkoelhuis, van de gelegenheid tot het steriliseeren van vleesch, van stoom en van warm water en van ruimte op het terrein der slachtplaats e.d.; e. vergoeding voor het gebruik van het gemeentelijke veilinggebouw, van de plaat sen op de tribune, van de boxen en van het buffet in dat gebouw; f. vergoeding voor het gebruik van den gemeentelijken vleeschafslag; g. vergoeding voor het gebruik van de rijwielbergplaatsen bij inrichtingen van on- derwijs en der0elgke; h. vergoeding voor het aanbrengen van reclame aan gemeentegebouwen, lantaren palen en tramwagens; i. vergoeding voor den aanleg van stra ten, verschuldigd door particulieren bjj over neming door de gemeente van gronden, be stemd voor stratenaanleg; j. commissieloon voor door bemiddeling van de gemeentelijke bank van leening onderhands verkochte panden, de aan de bank verschuldigde kosten van administra- tieloori en bewaarloon; k. de door de bank van leening ge maakte opgelden bij veilingen. Naast, de levering van gas en electrici- teit als ondernemer, worden genoemd de leveringen van catalogi van het gemeente archief, gemeente-musea e.d., programma's en boekenlijsten van gemeentelijke inrich tingen van onderwijs, het gemeenteblad, het gemeenteverslag, het verslag van de handelingen van dec gemeenteraad, van de gemeente-begrooting en van de begrootin gen der bedrijven, vuil, puttenbeer, paar- demest e.d. door den gemeentelijken reini gingsdienst, ij 3 door de gemeentelijke slachtplaats en gekapt hout door den ge meentelijken plantsoendienst. In geen geval mag heffing plaats vinden ten aanzien van het verstrekken van we- kelijksche opgaven uit de loopende regis ters van den burgerlijken stand, uittrek sels uit de kerkelijke doop-, trouw- en be grafenisboeken en uittreksels en afschrif ten ter voldoening aan eenig wettelijk voor schrift. Het verstrekken van onderwijs door de gemeente moet steeds worden aan gemerkt als overheidsdienst. Ten aanzien van het verrichten van in terne leveringen door een bedrijf of dienst der gemeente moet worden onderscheiden tusschen goederen, welke het bedrijf of de dienst zelf heeft vervaardigd en an dere. Voor leveringen van zelf vervaar digde goederen is in alle gevallen omzet belasting verschuldigd (b.v. leveling van cokes door het gasbedrijf aan gemeente lij ke scholen). Ten aanzien van niet zelf vervaardigde goederen is het mogelijk, dat omzetbelasting moet worden betaald, doch ook het tegendeel. De door electriciteits-, gas- en water leidingbedrijven in rekening gebrachte rae- terhuur en de vergoeding voor onderhoud en aanleg van leidingen worden niet aan gemerkt als vergoeding voor een dienst, doch als een bestanddeel van den voor het afnemen van electriciteit, gas en water verschuldigden prijs. Met het departement van sociale zaken is 'een regeling getroffen, ingevolge welke de omzetbelasting, welke door de gemeen ten is verschuldigd terzake van het aan werkloozen en armlastigen verstrekken van door het Rijk in distributie gebrachte goed- koope levensmiddelen, niet door de ge meenten zelf, doch namens haar door ge noemd departement wordt voldaan. CADZAND Abonnementen en advertenties voor de Provinciale Zeenwsche Courant worden aangenomen door den Agent, J. FREMOUW, Prinsenstraat M 9. DE MILITAIRE DIENSTTIJD IN AMERIKA. Uit Washington meldt het D.N.B.: Een officieel schrijven aan den voorzitter van het Amerikaansche Congres heeft den onder-minister van oorlog, Patterson, me degedeeld, dat president Roosevelt voor stander is van verlenging van den dienst tijd voor degenen, die oorspronkelijk voor 12 maanden zijn opgeroepen, en wenscht, dat de limiet voor het aantal recruten, dat op een gegeven oogenblik onder de wape nen is, wordt afgeschaft. Deze limiet be droeg 900.000 man. Mijnen voor de baai van Manilla. Naar uit Manilla (Philippijnen) wordt gemeld, hebben de marine-autoriteiten be kend gemaakt, dat mijnen zijn gelegd in de toegangswegen tot de baai van Manilla. Het gebruik van deze toegangswegen is slechts overdag geoorïtofd. DUITSCHE EN ITALIAANSCHE CONSULS UIT AMERIKA VERTROKKEN. Nit New York meldt het D.N.B.: Het s.s. „Westpoint" is met de door de Ameri kaansche regeering uitgewezen Duitsche en Italiaansche consuls aan boord, Woens dagmiddag uit New York naar Lissabon vertrokken. WEYGAND GOUVERNEUR-GENERAAL VAN ALGIERS. Officieel wordt te Vichy bekend ge maakt, dat generaal Weygand als opvol ger van admiraal Abrial benoemd is tot gouverneur-generaal van Algiers, terwijl hg zijn functie als algemeen gedelegeerde voor Noord-Afrika blijft bekleeden. FRANCES BRAYBROOKE 21)' Nellie blij dat ze een verontschuldiging hard om van tafel op te staan, begaf zich vlug naar de voordeur. Toen ze die had open gemaakt stond ze tegenover Anthony Dare. Ze had nog nooit iemand zooals hij ontmoet knap zelfverzekerd en uit de hoogte. Hij keek haar niet eens aan toen hij naar Sam Hart vroeg. „Hjj is binnen. Goed, dat u uw bezoek niet hebt uitgesteld", gaf Nellie onbe schaamd ten antwoord, „ziet u, hjj moet tegen het einde van de week ons huis ver laten. Hij is ontslagen en dat verdient ie ook. M\jn tante zegt, dat ze menschen van zijn soort niet in haar huis wil hebben". Ze wilde de koele, hooghartige houding van Tony breken en bovendien zooveel mogelijk kwaad berokkenen aan Sam. Dit was zeker de een of andere vriend van dat hooghartige geval van de foto van Sam's kamer. Ze zouden allemaal weten, wat Sam was overkomen. Nu eerst keek Tony haar aan en ze werd rood van kwaadheid toen ze den af keer in zijn oogen zag. „Zegt u aan meneer Hart, dat meneer Dare hem graag zou willen spreken". Hij sprak op bevelenden toon, onderwijl de gang binnenstappend, waar het naar ge bakken visch rook. „Sam Hart is een dief, dat is-ie", ging Nellie vinnig voort, „en het kan me niet schelen wie het weet!" „Dat merk ik", was het koele antwoord. „Wilt u nu alstublieft mijn boodschap overbrengen?" Aldus afgesnauwd liep ze naar binnen en riep: „Tante hier is iemand voor Sam Hart. Hij heet Dare". Ze was niet van plan rechtstreeks tegen Sam te spreken. Maar, tenzij hij doof was, kon hij verstaan wat ze zei. Ze werd met kracht opzij geduwd door Sam, die haar met een ren voorbij stoof. „Mavis!" zei hij tegen Tony. „Er is iets met haar gebeurd. Vertel me maar meteen het ergste". „Kalm, kalm," gaf Tony hem haastig ten antwoord. „Er is niets met haar ge beurd. Ik moest in Kemlene zijn voor een operatie en ik heb Mavis beloofd, dat ik je zou opzoeken. Ze heeft me je adres gege ven. Het spijt me, dat ik je aan het schrikken heb gemaakt". Sam loosde een diepe zucht van ver lichting, terwijl de kleur In zijn gezicht weer terug kwam. „Ga mee dineeren in mijn hotel. Ik blijf vannacht hier over. In dit huis kunnen we toch niet praten", zei de jonge chirurg met een blik in de richting van Nellie, die op een afstand hun gesprek stond af te luisteren. Verrast door zrjn vriendschappelijke hou ding, nam Sam het aanbod aan en enkele minuten later reden de beide jongeman nen heen. Tony had in het hotel een eigen zitkamer gereserveerd. Een ronde tafel was voo.' twee personen gedekt en weinige oogenblikken na hun aankomst verscheen een ober met de gerechten. Tony, die op zijn dooie gemak sprak, bleek een volmaakt gastheer en niet voor dat de maaltijd beëindigd was en zg beide alleen waren, ontvouwde hij de reden van zgn uitnoodiging. Hij begon over John Casslene te praten en zette kalm maar duidelijk de minder prettige verhouding tusschen vader en dochter uiteen. „Jg bent een man van de wereld, Hart, met veel gezond verstand, dat is duidelijk", merkte de jonge dokter op. „yind je het werkelijk eerlijk tegenover Mavis, van haar te verlangen, dat ze wacht, misschien wel jaren, tot je in staat bent haar te trou wen? Ze is heelemaal niet ingesteld op het moeilgke en zware werk in het ziekenhuis, dat ze met alle geweld wil blijven doen". Sam onderbrak hem tamelijk ruw. „Tracht u me ertoe te bewegen, mijn verloving met het meisje, van wie ik houd, te verbreken? Haar op te geven en haar den raad te geven te trouwen met u, me neer Dare?" vroeg hij. „Min of meer is het dat, wat ik bedoek Mavis gelooft, dat ze van jou houdt maar dat spruit allemaal voort uit haar romantische ideeën. Het is aan jou om verstandig voor jullie beiden te zijn. Jij moet tot de overtuiging komen, dat ze niet geschikt is voor het soort leven, dat jij haar zult kunnen bieden. Wees alsje blieft niet bevooroordeeld. Het is heele maal niet mijn bedoeling, je lastig te val len. Ik doe dit evenzeer in haar belang als in het mijne. Ik ben bereid alles te doen wat ik kan voor het geluk van Mavis. Ik wil volkomen open kaart spelen. Er is geen kwestie van, dat ik iets achter je rug om zou willen doen". Hij sprak vrijmoedig en op prettige wijze. Sam zat er stil bij. Het was waar. Het zou in het voordeel van Mavis zgn, als hij het voornemen opgaf met haar te trouwen. Nu hij zijn kostbare uitvinding was kwijt geraakt, was er geen enkel vooruitzicht, dat hg haar ooit dat soort tehuis zou kun nen bieden, waarvan hijg had gedroomd. Verslagen door het onverwachte onheil, dat hem was overkomen, was het eigenlijk nog niet tot hem doorgedrongen, welk een verschil dit voor hun toekomst beteeken- de. „Kan ik je misschien ergens mee hel pen?" verbrak Tony de lange stilte. „Ik eh meen begrepen te hebben uit het verhaal van dat vrouwmensch, dat me open deed, dat je weggaat Hij' wachtte heel diplomatiek, maar Sam gaf geen verdere verklaring, bepaalde zich tot bevestigen. „Ja", zei hij, „ik ga hier Inderdaad aan het einde van de week weg". „Terug naar Ardell?" informeerde Tony. „Neen!" Sam kwam tot een snel besluit. „Ik weet nog niet, waar ik heen ga, maar het is niet mijn bedoeling, naar Ardell, noch naar Maxford te gaan. U houdt van Mavis en kunt haar alles geven waar ze recht op heeft. Ik ben een egoïst geweest, dat ik dit niet eerder duidelijk heb in gezien. Ik had geen enkel recht om haar te vragen mijn vrouw te worden. Ik zal haar schrijven, dat ze vrij is, omdat ik nu geen vooruitzichten heb om er ooit aan te kunnen denken, haar te trouwen". Zijn stem, schor van opwinding, schalde door de kamer en voordat Tony wat terug kon zeggen of zich zelfs maar bewegen, was hij al verdwenen, de deur hard achter zich dicht trekkend. HOOFDSTUK XI. „Een brief voor je, Mavis". Een van de leerlingen gaf haar den brief met een vroolijken, begrijpenden glimlach. Mavis, vermoeid na lange moeilijke uren, at haar vroege ontbijt, verdrietig en ter neergeslagen, omdat een van haar patiën ten in den afgeloopen nacht was gestor ven. Ze was tevoren nog nooit in aanraking geweest met den dood. Het meisje was jong en aardig geweest en ging goed voor uit, tot haar toestand plotseling was ver ergerd. Het gesnik van de bedroefde ouders klonk Mavis op dezen zonnigen morgen nog steeds in de ooren. Na een wandeling wilde ze naar bed gaan. Niet gewend aan nachtelijk werk, vond ze het moeilijk, overdag te slapen, ofschoon ze uitgeput was. Met een woord van dank stak ze den brief van Sam, die dunner was dan ge woonlijk, in den zak van haar schort en at vlug af. Vervolgens zocht ze de zitkamer op, die voor het overige verlaten was, en terwijl ze ging zitten, opende ze den brief met een teeder licht in haar oogen. Als een standbeeld stond ze plotseling overeind, starend naar de woorden, die Sam had geschreven. Ze begonnen wild op en neer te dansen. Ze moest eenvoudig niet goed wakker zijn. Dat was het, een onmogelijke nachtmerrie. Sam hield te veel van haar om haar op te geven. Hg had dezen brief, waarin hij schreef, dat hij hun verloving verbrak omdat hij geen vooruitzichten had om haar ooit een tehuis aan te bieden, niet werkelijk ge schreven! Dan werd haar hoofd weer helder. De brief was werkelijk. Natuurlijk zat Tony cr achter. Hoe had ze zoo dwaas kunnen zijn om hem naar Sam te sturen?. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1941 | | pagina 6