Kiespijn
het doornige pau
De legerberichten van gisteren.
Tweede blad
PROVINCIALE ZEEUWSCHE COURANT
Dinsdag 8 Juli 1941
NEDERLAND VOOR DE KEUZE.
Het antwoord van de Nederlandsche Unie.
De redevoeringen van den Rijkscommis
saris voor het bezette Nederlandsche ge
bied zjjn telkenmale hoogtepunten in de
ontwikkeling met betrekking tot de poli
tieke wilsvorming van het Nederlandsche
volk.
Er vallen in de redevoeringen ook cli
maxen te onderkennen, voorzoover dr. Seyss
Inquart in steeds stelliger bewoordingen
de richting dezer politieke wilsvorming
aangeeft. Drie uitspraken van den Rijks
commissaris mogen hier dienen als il
lustratie. Deze uitspraken zijn te beschou
wen als de samenvatting van wat met het
uitspreken dezer redevoeringen tot uit
drukking moest worden gebracht en daar
in wordt, nu wij ruim een jaar onder de
Duitsche bezetting leven, het geheele
schema openbaar van een politieke lots
bestemming, zooals men zich die onge
twijfeld van den aanvang der bezetting
af, wijl immers de plannen van Berlijn
niet zijn geïmproviseerd by het ont
werpen van de nieuwe Europeesche con
tinentale statengemeenschap heeft ge
dacht.
Het Nederlandsche volk, aldus dr. Seyss
Inquart bij zijn installatie, heeft zijn lot
in eigen hand; het heeft de beslissing
aan zich over de politieke oriënteering
en over de plaats, die het in het nieuwe
Europa zal innemen.
Bij een tweede gelegenheid heeft de
Rijkscommissaris deze uitspraak nader toe
gelicht en zijn opvattingen verder uitge
werkt, toen hij het Nederlandsche volk te
verstaan gaf: Wie -tiet voor ons is, is
tegen ons.
En tydens de I ch-Nederlandsche
demonstratie op hei. IJsclubterrein te
Amsterdam die in wezen de veraan
schouwelijking en onderstreeping was van
de door de bezettingsmacht voorgestane en
uitsluitend aanvaarde stellingname van het
Nederlandsche volk heeft de Rijkscom
missaris nadrukkelijk gezegd: de oriëntee
ring van het Nederlandsche volk kan zich
uitsluitend voltrekken in nationaal-socialis-
tischen zin.
In deze climax schuilt geen tegenstel
ling. Wie haar toch meent te bespeuren,
voert strulsvogëlpolitiek. In een dynami-
schen tqd, als waarin wij thans leven, is
dat niet zonder gevaar. Wjj mogen onze
oogen niet sluiten voor de harde realiteit.
Hard inderdaad, voor zoover velen zijn
wakker geschud uit een neutraliteits-
droom, om tot de ontdekking te komen,
dat in deze geweldige worsteling een hou
ding van afzqdigheid niet kan worden
gehandhaafd.
Het heeft tot nog toe niet op
onzen weg gelegen, ons in te laten met
de gesties van bepaalde politieke partijen.
Wij hebben ons van den aanvang af op
het standpunt gesteld, dat wq de wijze,
waarop de politieke partijen reageerden op
de gebeurtenissen, die het gevolg waren
van den tienden Mei, met belangstelling
dienden te volgen, mdar nimmer hebben
wij gevolg gegeven aan bepaalde aan
moedigingen. om ons te mengen in het
politieke debat.
Vandaar, dat het den lezer eenigszins
vreemd zal aandoen, dat wjj ons, op het
oogenblik, dat het einde van vrijwel alle
politieke bewegingen bij verordening is
aangekondigd, in de discussie mengen.
Er staan thans zeer groote belangen
op het spel. Belangen, waarvan velen de
strekking ën de draagwijdte nog niet over
zien, nu de Rijkscommissaris voor het be
zette Nederlandsche gebied in zoo stellige
bewoordingen heeft te kennen gegeven, dat
het Nederlandsche volk in den nieuw-ont-
ketenden strqd tusschen nationaal-socia-
lisme en bolsjewisme, waartoe deze fase
van den Europeeschen oorlog is herleid,
zijn houding heet te bepalen ten gunste
van het nationaal-socialisme. Een der ge
volgen is thans geweest, dat aan het
bestaan van de meeste politieke partijen
na den tienden Mei overigens een vrjj la
tent verschijnsel een einde is gemaakt.
Vier organisaties zijn in stand gebleven.
De nationaal-socialistische partijen N.
S.B., N.S.N.A.P. en Nationaal Front
hebben thans het monopolie der politieke
activiteit verworven en daarnaast heeft dp-
Nederlandsche Unie haar kans behouden,
om haar verzekeringen omtrent de na
gestreefde Duitsch-Nederlandsche toenade
ringen waar te maken.
De jongste redevoering van den Rijks
commissaris heeft het Nederlandsche volk
voor de consequenties geplaatst eener ont
wikkeling, welke met ingang van 10 Mei
1940 in beweging werd gezet en die be
oogde de positie van ons land in de nieuwe
Europeesche orde af te bakenen. Wij zien
ons genoopt, het advies, dat de Unie daar
toe thans heeft gegeven, onder de loupe
te nemen. Blijkens een verklaring welke
het Driemanschap in het jongste nummer
van de Unie heeft doen afdrukken, heeft
de leiding van de Nederlandsche Unie zich
op het standpunt gesteld, dat Nederland
niet het recht heeft, thans stelling te ne
men in den strijd tusschen Duitschland
en de Sovjet-Unie, omdat een dergelijke
beslissing slechts in volle vrijheid en door
eigen overheid genomen kan worden.
Dit antwoord op de suggesties van den
Rijkscommissaris ziet er onbevredigend uit,
omdat het niet volledig is. Dat is te
meer te betreuren, wjjl daardoor een zeer
groot deel van het Nederlandsche volk
in het onzekere is gelaten, omtrent de
houding van de Unie-leiding. Het is dan
ook de vraag, of er op deze basis sprake
kan zijn van constructief werk.
Het antwoord van de Unie-leiding ziet
er negatief uit cn men kan zich niet aan
den indruk onttrekken, dat het op een
vlucht gelijkt. Een vlucht uit de reali
teit, terwijl toch verwacht had mogen wor-
belofte dan een stellingname, tenzij dan
positief den koers zor. hebben aangegeven.
Wanneer de Unie-leiding schrijft „Waar
wij staan, dan is dat misschien meer een
belofte, dan een stellingname, tenzy dan
een louter formeele.
Maar het formeele neeft voor het oogen
blik afgedaan. Daarom is het te hopen,
dat de Unie-leiding zich nogmaals zal uit
spreken. Dat is het belang van de Unie,
dat is ook het belang van vele Nederlan
ders, die zich aan de leiding van de Unie
hebben toevertrouwd als aan een goed
kompas. Maar nu heeft de kompasnaald
wel wat onzeker geslingerd.
Van den aanvang af der bezetting
moest men zich realiseeren, dat het nim
mer de bedoeling van den bezetter kan
zijn, waar het gaat om de vestiging van
een nieuwe Europeesche orde, dc Neder
landers, nadat de eindoverwinning zal zijn
behaald, aan hun lot over te laten. Het
hangt echter van de Nederlanders zelf af,
in hoeverre ons land in de "Europeesche
heroriënteering actief kan worden betrok
ken, opdat deze reformatie zich, wat ons
land betreft, naar Nederlandschen aard
kan voltrekken.
Daarop valt ook nu nog het volle accent
en in zooverre kan er ook gesproken wor
den van een eigen politieke wilsvorming,
wanneer Nederland trouw blijft aan zijn
historische zending, de overbrugging te
zijn tusschen West en Oost. Daardoor
heeft Nederland In het verleden zijn eigen
plaats kunnen Innemen; de Nederlandsche
aard werd er door bepaald.
Wie by de bepaling van Nederland's
plaats in het nieuwe Europa aan deize
fundamenteele waarheid voorbij gaat, be
gaat een onrecht jegens ons land en zijn
geschiedenis. Voor zoover Nederlanders
zelve er aan voorbij gaan, zqn zij lijdende
aan een historisch minderwaardigheids
complex.
De houding van lqdelqkheid siert ons
niet.
Die zending kan ook in het nieuwe Europa,
dat na dezen oorlog zal ontstaan, geen
andere zqn en bq de bezettingsautoriteiten
mag daarvoor waar van die zijde een
zoo groote en stimuleerende belangstelling
voor de geschiedenis van land en volk
aan den dag wordt gelegd volledig be
grip worden verondersteld.
In het licht echter van de redevoerin
gen van den Rqkscommissaris mag een
hernieuwd beroep op Nederlandsche be
zinning niet achterwege biyven.
Nu is daar iets anders by gekomen.
De groote gebeurtenissen van den laat-
sten tqd hebben het Nederlandsche volle
voor nieuwe problemen gesteld, voor zoo
ver het betreft het aanvaarden van de
consequenties dier gebeurtenissen," waarop
dr. Seyss Inquart in zijn laatste rede
voering heeft gezinspeeld.
Wq kunnen den volkenrechteiyken kant
buiten beschouwing laten, wql het hier im
mers gaat om" de ideologische beteekenis
van het vraagstuk, dat aan de orde werd
gesteld.
Nederland het Nederlandsche volk
heeft zijn standpunt te bepalen ten aan
zien van de gebeurtenissen, die, louter
formeel gesproken, slechts Duitschland en
de Sovjet-Unie aangaan en als zoodanig
slechts zouden zijn te beschouwen als een
fase in den strijd om de bevestiging en
beveiliging van Duitschland's levensruimte.
Maar de doelstelling is thans een geheel
andere geworden: de anti-bolsjewistische
tendenz van het Duitsche nationaal-socia
lisme is de impuls geworden voor den
veldtocht tegën de Sovjet-Unie.
Het Nederlandsche volk moet zqn keuze
thans doen en de plaats bepalen welke
het in deze wereldworsteling wenscht in
te nemen. Daarop heeft de Rijkscommis
saris zeer terecht' den nadruk gelegd.
Voor het bepalen van die plaats vinden
wij houvast in ons verleden.
Nederland had geen oorlog noodig, om
doordrongen te worden van het bolsjewis
tisch gevaar. Lang voordat het nationaal-
socialisme zich in Nederland begon te
ontwikkelen, lang ook, voor dat het Duit
sche nationaal-socialisme van zich deed
spreken, was Nederland uitgesproken anti-
bolsjewistisch. Wij hebben nimmer con
tacten onderhouden met het communisti
sche Moskou; wq hebben deze politiek
consequent volgehouden, ook toen de
groote mogendheden de toetreding van de
Sovjet-Unie tot den Volkenbond aanmoe
digden. Dat was geen politiek uit oppor-
tuniteitsoverwegingen, tenzq dan, dat de
Nederlandsche regeeringen met haar het
Nederlandsche volk den groei van het we-
reldbolsjewisme heeft onderkend als een
wezenlijke bedreiging van onze Christe-
iyke beschaving.
Ons anti-bolsjewisme vond zijn voedings
bodem in de Christelijke levensovertuiging
van het Nederlandsche volk. Daarin is
tot op den huidigen dag geen verandering
gekomen. Integendeel. Dc bewustwording
van een levend Christelqk geloof heeft aan
kracht, aan bezieling gewonnen en hech
ter nog dan voorheen is de overtuiging
in ons volksleven geworteld, dat tegen
over de verwoestende machten het Chris
telqk belqden het eenige tegenwicht biedt.
Zoo denkt in zqn groote meerderheid het
Nederlandsche volk er over.
Het heeft en dat is volkomen naar
zijn aard en traditie de groote tegen
stelling bolsjewisme-christendom onder
kend. Zoo kan dan ook het inzicht, dat
de Rqkscommissaris ten aanzien van het
bolsjewisme ontvouwde, een onmiddellqken
aanslag vinden bq het Nederlandsche
volk.
Het staat thans in zqn overtuiging zoo
mogelqk sterker nog dan vroeger.
Met den Rqkscommissaris aanvaardt
het Nederlandsche volk de stelling, dat
het wereldbolsjewisme vernietigd dient te
worden. Daarover bestaat wellicht in de
geheele Westersche wereld geen verschil
van meening.
De plaats van het Nederlandsche volk
schqnt thans echter wel bepaald. Zqn taak
ligt in de bevordering eener nieuwe soli
dariteit, welke een hecht en onneembaar
bolwerk zal biyken te zyn tegen de ver-
HET DUITSCHE.
Het opperbevel van de Duitsche weer
macht maakt bekend:
„In Bessarabië zijn de Duitsche en Roe-
meensche troepen, na tegenaanvallen te
hebben afgeslagen steeds in den aanval.
In de Boekowina hebben Roemeensche
troepen en Noordwestelijk daarvan Hon-
gaarsche strijdkrachten den bovenloop van
den Dnjestr bereikt. Czernowitz is geno
men. De achtervolging van den vqand werd
over een breed front aan de overzyde van
de Sereth voortgezet.
Ten Noorden van de Pripet-moerassen
rukken afdeelingen van het Duitsche leger
al strijdend over een breed front op naar
den Dnjepr en den bovenloop van de Duna.
De operaties der Duitsche en Finsche troe
pen biyven zich volgens de plannen ont
wikkelen.
Eskaders van de Duitsche luchtmacht
hebben ook Zondag een groot aantal vy-
andelqke pantserwagens en vrachtauto's,
alsmede treinen, verkeerswegen' en muni
tieopslagplaatsen vernield. Geslaagde
luchtaanvallen waren verder gericht op den
terugtrekkenden vyand in de Oekraïne en
op versterkingswerken. Andere afdeelingen
bombardeerden vijandelqke troepen rondom
Smolensk en ten Oosten van het Peipus-
meer. Gevechtsvliegtuigen en stuka's
steunden het landleger op het visschers-
schiereiland en bestookten steunpunten van
den vijand met bommen van elk kaliber.
Op de zesden Juli hebben- de Sovjets in
totaal 204 vliegtuigen verloren. Daarvan
werden er 160 bq luchtgevechten vernield,
41 vliegtuigen werden op den grond ver
nield en drie door mqnvegers neergescho
ten. Tien Duitsche vliegtuigen worden ver
mist.
In het Oosten der Oostzee ontmoetten
Duitsche mqnenvegers vier Sovjet torpe
dojagers. In een gevecht, dat een uur duur
de, werd een jager door geschutvuur be
schadigd, waarna de vyand zich terugtrok.
Dezelfde mqnenvegers sloegen zeven vqan-
delqke bomaanvallen af en schoten daarby
drie Sovjetvliegtuigen neer.
In den strijd tegen Engeland heeft de
luchtmacht in het Kanaal van St. George
twee vrachtschepen met een gezameniyken
inhoud van 10.000 ton tot zinken gebracht.
Gevechtsvliegtuigen hebben Zondagnacht
met succes vliegvelden in midden-Engeland
en havenwerken aan de Zuid- en Zuidoost
kust gebombardeerd. Het leggen van mij
nen voor Britsche havens werd voortgezet.
In Noord-Afrika hebben Duitsche en Ita-
liaansche gevechtsvliegtuigen en duikbom
menwerpers voltreffers geplaatst op artil-
.lerie- en luchtafweerstellingen bq Tobroek.
Bq aanvalspogingen heeft de vqand Zon
dag overdag aan de Kanaalkust 19 vlieg
tuigen door jagers en afweergeschut ver
loren en 1 door marinegeschut.
Britsche gevechtsvliegtuigen hebben
Zondagnacht op verschilende plaatsen in
West-Duitschland brisant- en brandbom
men laten vallen. De burgerbevolking leed
woestende- machten, die thans den kop
hebben opgestoken. De gebeurtenissen
van de laatste weken hebben de noodza
kelijkheid eener zoodanige solidariteit on
derstreept.
Nederland voor de keuze. Het kan geen
keuze zijn, ook niet waar het gaat om
de politieke wilsvorming, welke thans in
versneld tempo tot ontwikkeling schynt
te worden gebracht. De keuze van Ne
derland kan thans slechts zyn, dat het
trouw blqft aan zqn historische zending.
In de vervulling daarvan is Nederland
groot geworden, het zal als de brug tus
schen Oost en West een grootsche roe
ping vervullen, tot heil van een nieuwe
geordende Europeesche samenleving.
en landpijn overvallen U meesl-
onverwachts. Zoro daarom
V AK,KE.RTJES in hï™
ie hebben. Ze helpen U direct.
"AKKiT/flStfS
eenige verliezen. Branden in woonwqken
o.m. te Dordtmund konden snel gebluscht
worden. By deze aanvallen en bij een nach-
teiyken aanval op de kust van het bezette
Fransche gebied hebben nachjagers en af
weergeschut 8 gevechtsvliegtuigen neer
geschoten.
Van 3 tot 6 Juli ztjn 83 Britsche vlieg
tuigen neergeschoten, waarvan 58 in lucht
gevechten en door nachtjagers, 21 door af
weergeschut en 4 door oorlogsschepen. In
dezelfde periode gingen in den strijd te
gen Engeland 9 Duitsche vliegtuigen ver
loren.
By de gevechten in het Oosten hebben
zich bqzonder onderscheiden de eerste lui
tenant Knaak, de oberfeldwebel Werner, de
feldwebels Haut en Prohaska van een op
leidingsregiment en luitenant Populo van
een infanterieregiment. De eerste luitenant
Philipp heeft op 4 Juli zijn 31ste, 32ste en
33ste overwinning in de lucht behaald.
Voorts heeft zich een battery van het regi
ment luchtafweergeschut „General Goe-
ring" onder bevel van kapitein Schulz en
luitenant Wilmskoetter byzonder onder
schelden.
Matroos-korporaal Ernst Kölnner heeft
met een stuk licht afweergeschut zyn der
de Britsche vliegtuig neergehaald.
HET ITALIAANSCHE.
Weermachtbericht no. 397 luidt als volgt:
In Noord-Afrika heeft de Italiaansche
artillerie detachementen infanterie en
pantserwagens van den vqand aan het
front van Tobroek bestookt. Italiaansch-
Duitsche luchtformaties hebben duikaan-
vallen gericht op vqandeiyke batterijen en
stellingen der sterkte en andere toestel
len hebben concentraties van gemotoriseer
de strijdmiddelen ten Zuidwesten van Sidl
el Barrani gebombardeerd. De vqand heeft
een nachtelijken aanval gedaan op Bengha-
si.
In Oost-Afrika wordt levendige bedrij
vigheid der artillerie gemeld in den sector
van Woltsjefit in Gondar.
Zondagmiddag heeft de vyandelqke
luchtmacht een aanval gedaan op Paler
mo: eenige schade aan de haven, drie doo-
den en een twintigtal gewonden onder de
burgerbevolking.
Bloedige Incidenten aan de grens
tusschen Peru en Ecuador.
Aan de grens tusschen Peru en Ecuador
zijn bloedige incidenten voorgevallen. Vol
gens het Peruaansche bericht hebben troe
pen van Ecuador, in de provincie Deloro,
Peruaansche grensposten aangevallen en
getracht Peruaansch gebied binnen te
dringen. De poging werd, naar van Peru
aansche zijde wordt beweerd, afgeslagen,
waarbq een Peruaan werd gedood en drie
gewond. De verliezen van de troepen van
Ecuador zouden zestien dooden bedragen.
De Peruaansche militaire autoriteiten
hebben, naar uit Lima wordt gemeld, ver
sterkte verdedigingsmaatregelen gelast.
In tegenstelling hiermede meldt een of
ficieel bericht van Ecuador, dat Peruaan
sche grenswachten in 't gebied van Ecua
dor zyn binnengedrongen, waardoor van
weerszqden met de artillerie werd gescho
ten. VerdeJ hebben vier Peruaansche vlieg
tuigen, naar uit Quito wordt gemeld, drie
steden in Ecuador aangevallen, waarby
een kerk, alsmede een kazerne en parti
culiere huizen beschadigd zouden zijn.
Totdusver is hier niets bekend over de
consequenties, die de regeeringen van Li
ma en Quito uit deze botsingen zullen
trekken.
Burgerlijk rijkspersoneel op
op non-activiteit.
In de Nederlandsche Staatscourant van
gisteren is een beschikking van de secre
tarissen-generaal van de departementen
van algemeen bestuur opgenomen, waarby
de termqn van ten hoogste een jaar, ge
noemd in de nonactiviteitsregeling burger-
ïyk rijkspersoneel van 18 November 1940,
met ten hoogste een jaar wordt verlengd.
Dit betreft dep termijn, gedurende welken
burgerlijke rijksambtenaren, wier diensten
met de sedert 10 Mei 1940 ingetreden bq-
zondere omstandigheden tijdeiyk gemist
kunnen worden, op non-activiteit kunnen
worden gesteld.
FRANCES BRAYBROORE
13)'
Onderwijl hq sprak, holde Sanders door
de drukke straten. Iedereen scheen hier
haast te hebben, dacht Sam, die gewend
was aan den meer kalmen gang van zerken
in Ardell en de nieuwsgierige blikken van
zijn metgezel niet bemerkte. Albert San
ders' oogen en hersens waren druk bezig
met den nieuw aangekomene in zich op
te nemen; hq vroeg zich af waarom deze
jongeman was aangenomen, daar er geen
vacatures waren. De baas deed nooit iets
zonder reden. Hy moest z'n oogen den
host geven en zien uit te vinden, waarom
Hart hier was.
„Hier is het", kondigde hij tien minuten
later aan. „Tameiyk dicht by de fabriek.
Geen groot huis, maar wat gezelligheid
en eten en drinken betreft, kan niemand
tegen juffrouw Wiek op. Ik heb hier ook
gewoond voordat ik getrouwd was".
De huizen aan de Pedl Square waren
eens het aanzien waard geweest. Zq waren
gebouwd rondom een plein, in het midden
waarvan zich een groot plantsoen had be
vonden. Dit plantsoen was op het oogen
blik niet meer dan een braakliggend stuk
grond, omgeven door gebroken hekwerk,
waarop een groot aantal kinderen speelde
en schreeuwde. Als de huisjes nog meer in
verval zouden raken, verklaarde Sanders,
dan zouden ze allemaal tegen den grond
worden gegooid en nieuwe worden ge
bouwd op het braakliggend waardevolle
terrein
Nummer zeventien was ongetwqfeld het
netste en best onderhouden huisje van
het plein, met smettelooze gordijnen, een
blinkende bel en heldere stoep. Al de
huisjes hadden een kaart voor het ven
ster, waarop stond, dat er kamers te huur
waren. Sanders duwde de buitendeur open
en riep met luide stem „Ma".
„Hier is je nieuwe kostganger", kon
digde hq aan. „Ik hem 'm verteld, dat je
als een moeder voor hem zult zorgen".
Met een gryns verdween de oudere man,
Sam achterlatend met de omvangrqke
juffrouw Wick, die hem van het hoofd
tot de voeten opnam.
„Je kamer is boven voor, jonge man.
Ik zal Nellie roepen om ja naar boven
te brengen. Meer dan één keer per dag
trappen loopen is te veel voor me".
„Hier ben ik, tante, ik zal meneer Hart
wel even naar hoven brengen", kondigde
een stem achter Sam aan, en een knappe
jonge vrouw met vlammendrood haar, die
een hel blauwe jurk droeg en een groot
aantal imitatie sieraden, kwam te voor-
'schyn en lachte minzaam tegen Sam.
„Dezen kant op en pas op dat u niet
struikelt over dat versleten stuk zeil",
zei juffrouw Nellie met een coquetten blik
uit den hoek van haar groote oogen. „Ik
heb tante al gezegd, dat ze er een nieuw
stuk moet neerleggen, anders breekt van
daag of morgen nog iemand zqn nek er
over. Dit is uw kamer. Ik hoop dat-ie
u aanstaat", eindigde de jongedame, ter-
wql ze een deur open deed en hem voor
ging in een aardig kamertje, dat netjes,
hoewel schamel, was gemeubileerd. Alles
in het kamertje maakte den indruk van
goed onderhouden te zijn. Hq had het
veel slechter kunnen treffen, zei Sam bij
zichzelf, onderwijl hij rond keek en toe
liep op de tamelijk groote tafel, die voor
het venster stond. Het was hier boven
erg rustig en door het raam kon je heer-
Iqk naar buiten kijken. Hij zette zijn zwa-
ren koffer neer en opende het venster zoo
ver mogelijk.
„Ik houd ook van frlssche lucht", deelde
Nellie hem mede. „De bel voor het eten
za! over een minuut of tien luiden. Kunt
u den weg naar beneden terug vinden of
zal ik u even komen halen?"
„Dank u, ik vind het alleen wel". Zqn
koele blikken deden haar op haar roode
lippen bqten. Gewoon aan de bewondering
en de attenties van d kostgangers van
haar tante, had ze gedacht, dat deze knap
pe blo:-de reus niet ongevoelig voor haar
charmes zou zijn. Zijn onverschillige hou
ding viel haar bitter tegen, maar het
besluit om hem voor zich te winnen, werd
er des te vaster door.
Sam, die met zijn rug naar haar toe
bq het open venster stond, keek naar de
wuivende toppen van de stoffige boomen
in het verwaarloosde plantsoen. Hij loosde
een zucht van opluchting, toen de deur
werd gesloten. Hq nam zich voor, zijn
kamer een huiselijk aanzien te geven. Een
paar planken moesten worden aange
bracht voor zqn boeken. De leunstoel
miste een poot, waar een stuk hout voor
in de plaats was gekomen, maar dat kon
hij verhelpen. Vlug pakte hq zijn kleeren
uit, waarbij tevens een prachtige kunst
foto van Mavis in een lijst, die zq had
uitgekozen, te voorschijn Itwam. Hij
plaatste die foto op den smallen schoor
steenmantel, waardoor het 's morgens
het eerste voorwerp was, dat hy zag en
's avonds het laatste. Zq scheen de een
voudige kamer te beheerschen. Hy boog
zich voorover en drukte zyn lippen op
het portret.
„Liefste, wat zal ik hard voor jou wer
ken", mompelde hij. De schrille klank
van een bel deed; hem opschrikken. Na
vlug zijn haren te hebben gekamd en zqn
handen 4e hebben gewasschen, liep hij naar
beneden.
De tafel in de eetkamer beneden was
vol. Juffrouw Wick, die aan het hoofd
zat, zorgde dat ieder zqn deel kreeg van
de boterhammen, terwijl Nellie groote
koppen met dampende thee vulde. De
maaltijd was goed verzorgd en uitgebreid,
het taffellaken, ofschoon versleten, was
even helder als elk ander ding in nummer
17. Nellie, naast wie hq was gezeten, deed
duidelijk uitkomen," dat zij beslag had ge
legd op den nieuwen kostganger van haar
tante. Een zwak gevoel van twijfel maak
te zich van Sam meester, toen hij haar
overmoedige bruine oogen ontmoette. Hq
verdrong dat gevoel als onbelangrqk en
stom. Omdat het meisje het hem zoo
prettig mogelqk wilde maken, vriendeiyk
tegen hem was, ging hq denken dat ze een
oogje op hem had.
„Er zyn hier veel bioscopen", vertelde
ze hem al meteen. „We gaan er vaak met
een clubje heen. Gaat u graag naar films
meneer Hart?"
„Ja", gaf hq ten antwoord, „maar ik
zal er geen tqd voor hebben. Ik ga des
avonds lessen in techniek nemen en voor
het overige ben ik van plan veel boeken
op diat gebied te lezen. Ik zal erg hard
moeten werken".
„Loop heenAlleen maar werken en
nooit eens ontspanning, zal u geen goed
doen", voegde Nellie hem toe. „Dat zal
niet gebeuren. Ik zal er wel voor zorgen,
dat u zoo nu en dan met ons eens mee
gaat".
Z'n koele blikken ontmoetend, besefte
ze, dat het niet mee zou vallen, Sam Hart
tets tegen zijn wil te laten doen. Ver
drietig kwam ze eveneens tot het besef,
dat voor het eerst in haar leven haar
knappe uiterlq'k had gefaald indruk tè
maken.
Hy ging direct na het eten uit en toen
ze met het afwasschen van het vaatwerk
klaar was, greep Nellie die gelegenheid
aan om naar zqn kamer te gaan en eens
rond te neuzen.
Ze zag onmiddeliyk de groote foto en
haar gezicht betrok, toen ze hem nader
bekeek, afgunstige blikken werpend op
het perfecte tenniscostuum, dat Mavis
droeg. De parels om haar hals waren na
tuurlijk echt. Wie was deze knappe dame,
vroeg Nellie zich jaloersch af, in welke
betrekking stond ze tot een eenvoudig
werkman als Sam Hart?
Toen Nellie zich omdraaide, stond ze
van aangezicht tot aangezicht met den
jongeman. Ze klqurde onder zijn onver-
stoorbaren blik.
„Tante heeft me naar boven gestuurd
met nog een deken voor uw bed", ver
klaarde ze haastig. „Ik kan er niets aan
doen, dat m'n aandacht op die mooie
foto viel. Wie is dat, meneer Hart?" vroeg
ze brutaalweg.
„Een goede kennis van me", antwoord
de hy kalm. „U bent erg vriendeKJk. Ik
geloof wel, dat ik nu al het noodzakelqke
heb, juffrouw Wiek", merkte hq vervolgens
opmet een blik in de richting van de
deur.
Ze schonk geen aandacht aan dezen tip.
„Juffrouw Wiek lachte ze. „U mag
gerust Nellie tegen me zeggen, dat doen
de anderen ook. Wq zqn hier niet zoo vor-
meiyk".
„Erg vriendelqk van u", gaf hy ten
antwoord op een niet mis te verstanen
toon.
(Wordt vervolgd.)