Kiespijn het doornige pau De legerberichten van gisteren. Tweede blad PROVINCIALE ZEEUWSCHE COURANT Dinsdag 8 Juli 1941 NEDERLAND VOOR DE KEUZE. Het antwoord van de Nederlandsche Unie. De redevoeringen van den Rijkscommis saris voor het bezette Nederlandsche ge bied zjjn telkenmale hoogtepunten in de ontwikkeling met betrekking tot de poli tieke wilsvorming van het Nederlandsche volk. Er vallen in de redevoeringen ook cli maxen te onderkennen, voorzoover dr. Seyss Inquart in steeds stelliger bewoordingen de richting dezer politieke wilsvorming aangeeft. Drie uitspraken van den Rijks commissaris mogen hier dienen als il lustratie. Deze uitspraken zijn te beschou wen als de samenvatting van wat met het uitspreken dezer redevoeringen tot uit drukking moest worden gebracht en daar in wordt, nu wij ruim een jaar onder de Duitsche bezetting leven, het geheele schema openbaar van een politieke lots bestemming, zooals men zich die onge twijfeld van den aanvang der bezetting af, wijl immers de plannen van Berlijn niet zijn geïmproviseerd by het ont werpen van de nieuwe Europeesche con tinentale statengemeenschap heeft ge dacht. Het Nederlandsche volk, aldus dr. Seyss Inquart bij zijn installatie, heeft zijn lot in eigen hand; het heeft de beslissing aan zich over de politieke oriënteering en over de plaats, die het in het nieuwe Europa zal innemen. Bij een tweede gelegenheid heeft de Rijkscommissaris deze uitspraak nader toe gelicht en zijn opvattingen verder uitge werkt, toen hij het Nederlandsche volk te verstaan gaf: Wie -tiet voor ons is, is tegen ons. En tydens de I ch-Nederlandsche demonstratie op hei. IJsclubterrein te Amsterdam die in wezen de veraan schouwelijking en onderstreeping was van de door de bezettingsmacht voorgestane en uitsluitend aanvaarde stellingname van het Nederlandsche volk heeft de Rijkscom missaris nadrukkelijk gezegd: de oriëntee ring van het Nederlandsche volk kan zich uitsluitend voltrekken in nationaal-socialis- tischen zin. In deze climax schuilt geen tegenstel ling. Wie haar toch meent te bespeuren, voert strulsvogëlpolitiek. In een dynami- schen tqd, als waarin wij thans leven, is dat niet zonder gevaar. Wjj mogen onze oogen niet sluiten voor de harde realiteit. Hard inderdaad, voor zoover velen zijn wakker geschud uit een neutraliteits- droom, om tot de ontdekking te komen, dat in deze geweldige worsteling een hou ding van afzqdigheid niet kan worden gehandhaafd. Het heeft tot nog toe niet op onzen weg gelegen, ons in te laten met de gesties van bepaalde politieke partijen. Wij hebben ons van den aanvang af op het standpunt gesteld, dat wq de wijze, waarop de politieke partijen reageerden op de gebeurtenissen, die het gevolg waren van den tienden Mei, met belangstelling dienden te volgen, mdar nimmer hebben wij gevolg gegeven aan bepaalde aan moedigingen. om ons te mengen in het politieke debat. Vandaar, dat het den lezer eenigszins vreemd zal aandoen, dat wjj ons, op het oogenblik, dat het einde van vrijwel alle politieke bewegingen bij verordening is aangekondigd, in de discussie mengen. Er staan thans zeer groote belangen op het spel. Belangen, waarvan velen de strekking ën de draagwijdte nog niet over zien, nu de Rijkscommissaris voor het be zette Nederlandsche gebied in zoo stellige bewoordingen heeft te kennen gegeven, dat het Nederlandsche volk in den nieuw-ont- ketenden strqd tusschen nationaal-socia- lisme en bolsjewisme, waartoe deze fase van den Europeeschen oorlog is herleid, zijn houding heet te bepalen ten gunste van het nationaal-socialisme. Een der ge volgen is thans geweest, dat aan het bestaan van de meeste politieke partijen na den tienden Mei overigens een vrjj la tent verschijnsel een einde is gemaakt. Vier organisaties zijn in stand gebleven. De nationaal-socialistische partijen N. S.B., N.S.N.A.P. en Nationaal Front hebben thans het monopolie der politieke activiteit verworven en daarnaast heeft dp- Nederlandsche Unie haar kans behouden, om haar verzekeringen omtrent de na gestreefde Duitsch-Nederlandsche toenade ringen waar te maken. De jongste redevoering van den Rijks commissaris heeft het Nederlandsche volk voor de consequenties geplaatst eener ont wikkeling, welke met ingang van 10 Mei 1940 in beweging werd gezet en die be oogde de positie van ons land in de nieuwe Europeesche orde af te bakenen. Wij zien ons genoopt, het advies, dat de Unie daar toe thans heeft gegeven, onder de loupe te nemen. Blijkens een verklaring welke het Driemanschap in het jongste nummer van de Unie heeft doen afdrukken, heeft de leiding van de Nederlandsche Unie zich op het standpunt gesteld, dat Nederland niet het recht heeft, thans stelling te ne men in den strijd tusschen Duitschland en de Sovjet-Unie, omdat een dergelijke beslissing slechts in volle vrijheid en door eigen overheid genomen kan worden. Dit antwoord op de suggesties van den Rijkscommissaris ziet er onbevredigend uit, omdat het niet volledig is. Dat is te meer te betreuren, wjjl daardoor een zeer groot deel van het Nederlandsche volk in het onzekere is gelaten, omtrent de houding van de Unie-leiding. Het is dan ook de vraag, of er op deze basis sprake kan zijn van constructief werk. Het antwoord van de Unie-leiding ziet er negatief uit cn men kan zich niet aan den indruk onttrekken, dat het op een vlucht gelijkt. Een vlucht uit de reali teit, terwijl toch verwacht had mogen wor- belofte dan een stellingname, tenzij dan positief den koers zor. hebben aangegeven. Wanneer de Unie-leiding schrijft „Waar wij staan, dan is dat misschien meer een belofte, dan een stellingname, tenzy dan een louter formeele. Maar het formeele neeft voor het oogen blik afgedaan. Daarom is het te hopen, dat de Unie-leiding zich nogmaals zal uit spreken. Dat is het belang van de Unie, dat is ook het belang van vele Nederlan ders, die zich aan de leiding van de Unie hebben toevertrouwd als aan een goed kompas. Maar nu heeft de kompasnaald wel wat onzeker geslingerd. Van den aanvang af der bezetting moest men zich realiseeren, dat het nim mer de bedoeling van den bezetter kan zijn, waar het gaat om de vestiging van een nieuwe Europeesche orde, dc Neder landers, nadat de eindoverwinning zal zijn behaald, aan hun lot over te laten. Het hangt echter van de Nederlanders zelf af, in hoeverre ons land in de "Europeesche heroriënteering actief kan worden betrok ken, opdat deze reformatie zich, wat ons land betreft, naar Nederlandschen aard kan voltrekken. Daarop valt ook nu nog het volle accent en in zooverre kan er ook gesproken wor den van een eigen politieke wilsvorming, wanneer Nederland trouw blijft aan zijn historische zending, de overbrugging te zijn tusschen West en Oost. Daardoor heeft Nederland In het verleden zijn eigen plaats kunnen Innemen; de Nederlandsche aard werd er door bepaald. Wie by de bepaling van Nederland's plaats in het nieuwe Europa aan deize fundamenteele waarheid voorbij gaat, be gaat een onrecht jegens ons land en zijn geschiedenis. Voor zoover Nederlanders zelve er aan voorbij gaan, zqn zij lijdende aan een historisch minderwaardigheids complex. De houding van lqdelqkheid siert ons niet. Die zending kan ook in het nieuwe Europa, dat na dezen oorlog zal ontstaan, geen andere zqn en bq de bezettingsautoriteiten mag daarvoor waar van die zijde een zoo groote en stimuleerende belangstelling voor de geschiedenis van land en volk aan den dag wordt gelegd volledig be grip worden verondersteld. In het licht echter van de redevoerin gen van den Rqkscommissaris mag een hernieuwd beroep op Nederlandsche be zinning niet achterwege biyven. Nu is daar iets anders by gekomen. De groote gebeurtenissen van den laat- sten tqd hebben het Nederlandsche volle voor nieuwe problemen gesteld, voor zoo ver het betreft het aanvaarden van de consequenties dier gebeurtenissen," waarop dr. Seyss Inquart in zijn laatste rede voering heeft gezinspeeld. Wq kunnen den volkenrechteiyken kant buiten beschouwing laten, wql het hier im mers gaat om" de ideologische beteekenis van het vraagstuk, dat aan de orde werd gesteld. Nederland het Nederlandsche volk heeft zijn standpunt te bepalen ten aan zien van de gebeurtenissen, die, louter formeel gesproken, slechts Duitschland en de Sovjet-Unie aangaan en als zoodanig slechts zouden zijn te beschouwen als een fase in den strijd om de bevestiging en beveiliging van Duitschland's levensruimte. Maar de doelstelling is thans een geheel andere geworden: de anti-bolsjewistische tendenz van het Duitsche nationaal-socia lisme is de impuls geworden voor den veldtocht tegën de Sovjet-Unie. Het Nederlandsche volk moet zqn keuze thans doen en de plaats bepalen welke het in deze wereldworsteling wenscht in te nemen. Daarop heeft de Rijkscommis saris zeer terecht' den nadruk gelegd. Voor het bepalen van die plaats vinden wij houvast in ons verleden. Nederland had geen oorlog noodig, om doordrongen te worden van het bolsjewis tisch gevaar. Lang voordat het nationaal- socialisme zich in Nederland begon te ontwikkelen, lang ook, voor dat het Duit sche nationaal-socialisme van zich deed spreken, was Nederland uitgesproken anti- bolsjewistisch. Wij hebben nimmer con tacten onderhouden met het communisti sche Moskou; wq hebben deze politiek consequent volgehouden, ook toen de groote mogendheden de toetreding van de Sovjet-Unie tot den Volkenbond aanmoe digden. Dat was geen politiek uit oppor- tuniteitsoverwegingen, tenzq dan, dat de Nederlandsche regeeringen met haar het Nederlandsche volk den groei van het we- reldbolsjewisme heeft onderkend als een wezenlijke bedreiging van onze Christe- iyke beschaving. Ons anti-bolsjewisme vond zijn voedings bodem in de Christelijke levensovertuiging van het Nederlandsche volk. Daarin is tot op den huidigen dag geen verandering gekomen. Integendeel. Dc bewustwording van een levend Christelqk geloof heeft aan kracht, aan bezieling gewonnen en hech ter nog dan voorheen is de overtuiging in ons volksleven geworteld, dat tegen over de verwoestende machten het Chris telqk belqden het eenige tegenwicht biedt. Zoo denkt in zqn groote meerderheid het Nederlandsche volk er over. Het heeft en dat is volkomen naar zijn aard en traditie de groote tegen stelling bolsjewisme-christendom onder kend. Zoo kan dan ook het inzicht, dat de Rqkscommissaris ten aanzien van het bolsjewisme ontvouwde, een onmiddellqken aanslag vinden bq het Nederlandsche volk. Het staat thans in zqn overtuiging zoo mogelqk sterker nog dan vroeger. Met den Rqkscommissaris aanvaardt het Nederlandsche volk de stelling, dat het wereldbolsjewisme vernietigd dient te worden. Daarover bestaat wellicht in de geheele Westersche wereld geen verschil van meening. De plaats van het Nederlandsche volk schqnt thans echter wel bepaald. Zqn taak ligt in de bevordering eener nieuwe soli dariteit, welke een hecht en onneembaar bolwerk zal biyken te zyn tegen de ver- HET DUITSCHE. Het opperbevel van de Duitsche weer macht maakt bekend: „In Bessarabië zijn de Duitsche en Roe- meensche troepen, na tegenaanvallen te hebben afgeslagen steeds in den aanval. In de Boekowina hebben Roemeensche troepen en Noordwestelijk daarvan Hon- gaarsche strijdkrachten den bovenloop van den Dnjestr bereikt. Czernowitz is geno men. De achtervolging van den vqand werd over een breed front aan de overzyde van de Sereth voortgezet. Ten Noorden van de Pripet-moerassen rukken afdeelingen van het Duitsche leger al strijdend over een breed front op naar den Dnjepr en den bovenloop van de Duna. De operaties der Duitsche en Finsche troe pen biyven zich volgens de plannen ont wikkelen. Eskaders van de Duitsche luchtmacht hebben ook Zondag een groot aantal vy- andelqke pantserwagens en vrachtauto's, alsmede treinen, verkeerswegen' en muni tieopslagplaatsen vernield. Geslaagde luchtaanvallen waren verder gericht op den terugtrekkenden vyand in de Oekraïne en op versterkingswerken. Andere afdeelingen bombardeerden vijandelqke troepen rondom Smolensk en ten Oosten van het Peipus- meer. Gevechtsvliegtuigen en stuka's steunden het landleger op het visschers- schiereiland en bestookten steunpunten van den vijand met bommen van elk kaliber. Op de zesden Juli hebben- de Sovjets in totaal 204 vliegtuigen verloren. Daarvan werden er 160 bq luchtgevechten vernield, 41 vliegtuigen werden op den grond ver nield en drie door mqnvegers neergescho ten. Tien Duitsche vliegtuigen worden ver mist. In het Oosten der Oostzee ontmoetten Duitsche mqnenvegers vier Sovjet torpe dojagers. In een gevecht, dat een uur duur de, werd een jager door geschutvuur be schadigd, waarna de vyand zich terugtrok. Dezelfde mqnenvegers sloegen zeven vqan- delqke bomaanvallen af en schoten daarby drie Sovjetvliegtuigen neer. In den strijd tegen Engeland heeft de luchtmacht in het Kanaal van St. George twee vrachtschepen met een gezameniyken inhoud van 10.000 ton tot zinken gebracht. Gevechtsvliegtuigen hebben Zondagnacht met succes vliegvelden in midden-Engeland en havenwerken aan de Zuid- en Zuidoost kust gebombardeerd. Het leggen van mij nen voor Britsche havens werd voortgezet. In Noord-Afrika hebben Duitsche en Ita- liaansche gevechtsvliegtuigen en duikbom menwerpers voltreffers geplaatst op artil- .lerie- en luchtafweerstellingen bq Tobroek. Bq aanvalspogingen heeft de vqand Zon dag overdag aan de Kanaalkust 19 vlieg tuigen door jagers en afweergeschut ver loren en 1 door marinegeschut. Britsche gevechtsvliegtuigen hebben Zondagnacht op verschilende plaatsen in West-Duitschland brisant- en brandbom men laten vallen. De burgerbevolking leed woestende- machten, die thans den kop hebben opgestoken. De gebeurtenissen van de laatste weken hebben de noodza kelijkheid eener zoodanige solidariteit on derstreept. Nederland voor de keuze. Het kan geen keuze zijn, ook niet waar het gaat om de politieke wilsvorming, welke thans in versneld tempo tot ontwikkeling schynt te worden gebracht. De keuze van Ne derland kan thans slechts zyn, dat het trouw blqft aan zqn historische zending. In de vervulling daarvan is Nederland groot geworden, het zal als de brug tus schen Oost en West een grootsche roe ping vervullen, tot heil van een nieuwe geordende Europeesche samenleving. en landpijn overvallen U meesl- onverwachts. Zoro daarom V AK,KE.RTJES in hï™ ie hebben. Ze helpen U direct. "AKKiT/flStfS eenige verliezen. Branden in woonwqken o.m. te Dordtmund konden snel gebluscht worden. By deze aanvallen en bij een nach- teiyken aanval op de kust van het bezette Fransche gebied hebben nachjagers en af weergeschut 8 gevechtsvliegtuigen neer geschoten. Van 3 tot 6 Juli ztjn 83 Britsche vlieg tuigen neergeschoten, waarvan 58 in lucht gevechten en door nachtjagers, 21 door af weergeschut en 4 door oorlogsschepen. In dezelfde periode gingen in den strijd te gen Engeland 9 Duitsche vliegtuigen ver loren. By de gevechten in het Oosten hebben zich bqzonder onderscheiden de eerste lui tenant Knaak, de oberfeldwebel Werner, de feldwebels Haut en Prohaska van een op leidingsregiment en luitenant Populo van een infanterieregiment. De eerste luitenant Philipp heeft op 4 Juli zijn 31ste, 32ste en 33ste overwinning in de lucht behaald. Voorts heeft zich een battery van het regi ment luchtafweergeschut „General Goe- ring" onder bevel van kapitein Schulz en luitenant Wilmskoetter byzonder onder schelden. Matroos-korporaal Ernst Kölnner heeft met een stuk licht afweergeschut zyn der de Britsche vliegtuig neergehaald. HET ITALIAANSCHE. Weermachtbericht no. 397 luidt als volgt: In Noord-Afrika heeft de Italiaansche artillerie detachementen infanterie en pantserwagens van den vqand aan het front van Tobroek bestookt. Italiaansch- Duitsche luchtformaties hebben duikaan- vallen gericht op vqandeiyke batterijen en stellingen der sterkte en andere toestel len hebben concentraties van gemotoriseer de strijdmiddelen ten Zuidwesten van Sidl el Barrani gebombardeerd. De vqand heeft een nachtelijken aanval gedaan op Bengha- si. In Oost-Afrika wordt levendige bedrij vigheid der artillerie gemeld in den sector van Woltsjefit in Gondar. Zondagmiddag heeft de vyandelqke luchtmacht een aanval gedaan op Paler mo: eenige schade aan de haven, drie doo- den en een twintigtal gewonden onder de burgerbevolking. Bloedige Incidenten aan de grens tusschen Peru en Ecuador. Aan de grens tusschen Peru en Ecuador zijn bloedige incidenten voorgevallen. Vol gens het Peruaansche bericht hebben troe pen van Ecuador, in de provincie Deloro, Peruaansche grensposten aangevallen en getracht Peruaansch gebied binnen te dringen. De poging werd, naar van Peru aansche zijde wordt beweerd, afgeslagen, waarbq een Peruaan werd gedood en drie gewond. De verliezen van de troepen van Ecuador zouden zestien dooden bedragen. De Peruaansche militaire autoriteiten hebben, naar uit Lima wordt gemeld, ver sterkte verdedigingsmaatregelen gelast. In tegenstelling hiermede meldt een of ficieel bericht van Ecuador, dat Peruaan sche grenswachten in 't gebied van Ecua dor zyn binnengedrongen, waardoor van weerszqden met de artillerie werd gescho ten. VerdeJ hebben vier Peruaansche vlieg tuigen, naar uit Quito wordt gemeld, drie steden in Ecuador aangevallen, waarby een kerk, alsmede een kazerne en parti culiere huizen beschadigd zouden zijn. Totdusver is hier niets bekend over de consequenties, die de regeeringen van Li ma en Quito uit deze botsingen zullen trekken. Burgerlijk rijkspersoneel op op non-activiteit. In de Nederlandsche Staatscourant van gisteren is een beschikking van de secre tarissen-generaal van de departementen van algemeen bestuur opgenomen, waarby de termqn van ten hoogste een jaar, ge noemd in de nonactiviteitsregeling burger- ïyk rijkspersoneel van 18 November 1940, met ten hoogste een jaar wordt verlengd. Dit betreft dep termijn, gedurende welken burgerlijke rijksambtenaren, wier diensten met de sedert 10 Mei 1940 ingetreden bq- zondere omstandigheden tijdeiyk gemist kunnen worden, op non-activiteit kunnen worden gesteld. FRANCES BRAYBROORE 13)' Onderwijl hq sprak, holde Sanders door de drukke straten. Iedereen scheen hier haast te hebben, dacht Sam, die gewend was aan den meer kalmen gang van zerken in Ardell en de nieuwsgierige blikken van zijn metgezel niet bemerkte. Albert San ders' oogen en hersens waren druk bezig met den nieuw aangekomene in zich op te nemen; hq vroeg zich af waarom deze jongeman was aangenomen, daar er geen vacatures waren. De baas deed nooit iets zonder reden. Hy moest z'n oogen den host geven en zien uit te vinden, waarom Hart hier was. „Hier is het", kondigde hij tien minuten later aan. „Tameiyk dicht by de fabriek. Geen groot huis, maar wat gezelligheid en eten en drinken betreft, kan niemand tegen juffrouw Wiek op. Ik heb hier ook gewoond voordat ik getrouwd was". De huizen aan de Pedl Square waren eens het aanzien waard geweest. Zq waren gebouwd rondom een plein, in het midden waarvan zich een groot plantsoen had be vonden. Dit plantsoen was op het oogen blik niet meer dan een braakliggend stuk grond, omgeven door gebroken hekwerk, waarop een groot aantal kinderen speelde en schreeuwde. Als de huisjes nog meer in verval zouden raken, verklaarde Sanders, dan zouden ze allemaal tegen den grond worden gegooid en nieuwe worden ge bouwd op het braakliggend waardevolle terrein Nummer zeventien was ongetwqfeld het netste en best onderhouden huisje van het plein, met smettelooze gordijnen, een blinkende bel en heldere stoep. Al de huisjes hadden een kaart voor het ven ster, waarop stond, dat er kamers te huur waren. Sanders duwde de buitendeur open en riep met luide stem „Ma". „Hier is je nieuwe kostganger", kon digde hq aan. „Ik hem 'm verteld, dat je als een moeder voor hem zult zorgen". Met een gryns verdween de oudere man, Sam achterlatend met de omvangrqke juffrouw Wick, die hem van het hoofd tot de voeten opnam. „Je kamer is boven voor, jonge man. Ik zal Nellie roepen om ja naar boven te brengen. Meer dan één keer per dag trappen loopen is te veel voor me". „Hier ben ik, tante, ik zal meneer Hart wel even naar hoven brengen", kondigde een stem achter Sam aan, en een knappe jonge vrouw met vlammendrood haar, die een hel blauwe jurk droeg en een groot aantal imitatie sieraden, kwam te voor- 'schyn en lachte minzaam tegen Sam. „Dezen kant op en pas op dat u niet struikelt over dat versleten stuk zeil", zei juffrouw Nellie met een coquetten blik uit den hoek van haar groote oogen. „Ik heb tante al gezegd, dat ze er een nieuw stuk moet neerleggen, anders breekt van daag of morgen nog iemand zqn nek er over. Dit is uw kamer. Ik hoop dat-ie u aanstaat", eindigde de jongedame, ter- wql ze een deur open deed en hem voor ging in een aardig kamertje, dat netjes, hoewel schamel, was gemeubileerd. Alles in het kamertje maakte den indruk van goed onderhouden te zijn. Hq had het veel slechter kunnen treffen, zei Sam bij zichzelf, onderwijl hij rond keek en toe liep op de tamelijk groote tafel, die voor het venster stond. Het was hier boven erg rustig en door het raam kon je heer- Iqk naar buiten kijken. Hij zette zijn zwa- ren koffer neer en opende het venster zoo ver mogelijk. „Ik houd ook van frlssche lucht", deelde Nellie hem mede. „De bel voor het eten za! over een minuut of tien luiden. Kunt u den weg naar beneden terug vinden of zal ik u even komen halen?" „Dank u, ik vind het alleen wel". Zqn koele blikken deden haar op haar roode lippen bqten. Gewoon aan de bewondering en de attenties van d kostgangers van haar tante, had ze gedacht, dat deze knap pe blo:-de reus niet ongevoelig voor haar charmes zou zijn. Zijn onverschillige hou ding viel haar bitter tegen, maar het besluit om hem voor zich te winnen, werd er des te vaster door. Sam, die met zijn rug naar haar toe bq het open venster stond, keek naar de wuivende toppen van de stoffige boomen in het verwaarloosde plantsoen. Hij loosde een zucht van opluchting, toen de deur werd gesloten. Hq nam zich voor, zijn kamer een huiselijk aanzien te geven. Een paar planken moesten worden aange bracht voor zqn boeken. De leunstoel miste een poot, waar een stuk hout voor in de plaats was gekomen, maar dat kon hij verhelpen. Vlug pakte hq zijn kleeren uit, waarbij tevens een prachtige kunst foto van Mavis in een lijst, die zq had uitgekozen, te voorschijn Itwam. Hij plaatste die foto op den smallen schoor steenmantel, waardoor het 's morgens het eerste voorwerp was, dat hy zag en 's avonds het laatste. Zq scheen de een voudige kamer te beheerschen. Hy boog zich voorover en drukte zyn lippen op het portret. „Liefste, wat zal ik hard voor jou wer ken", mompelde hij. De schrille klank van een bel deed; hem opschrikken. Na vlug zijn haren te hebben gekamd en zqn handen 4e hebben gewasschen, liep hij naar beneden. De tafel in de eetkamer beneden was vol. Juffrouw Wick, die aan het hoofd zat, zorgde dat ieder zqn deel kreeg van de boterhammen, terwijl Nellie groote koppen met dampende thee vulde. De maaltijd was goed verzorgd en uitgebreid, het taffellaken, ofschoon versleten, was even helder als elk ander ding in nummer 17. Nellie, naast wie hq was gezeten, deed duidelijk uitkomen," dat zij beslag had ge legd op den nieuwen kostganger van haar tante. Een zwak gevoel van twijfel maak te zich van Sam meester, toen hij haar overmoedige bruine oogen ontmoette. Hq verdrong dat gevoel als onbelangrqk en stom. Omdat het meisje het hem zoo prettig mogelqk wilde maken, vriendeiyk tegen hem was, ging hq denken dat ze een oogje op hem had. „Er zyn hier veel bioscopen", vertelde ze hem al meteen. „We gaan er vaak met een clubje heen. Gaat u graag naar films meneer Hart?" „Ja", gaf hq ten antwoord, „maar ik zal er geen tqd voor hebben. Ik ga des avonds lessen in techniek nemen en voor het overige ben ik van plan veel boeken op diat gebied te lezen. Ik zal erg hard moeten werken". „Loop heenAlleen maar werken en nooit eens ontspanning, zal u geen goed doen", voegde Nellie hem toe. „Dat zal niet gebeuren. Ik zal er wel voor zorgen, dat u zoo nu en dan met ons eens mee gaat". Z'n koele blikken ontmoetend, besefte ze, dat het niet mee zou vallen, Sam Hart tets tegen zijn wil te laten doen. Ver drietig kwam ze eveneens tot het besef, dat voor het eerst in haar leven haar knappe uiterlq'k had gefaald indruk tè maken. Hy ging direct na het eten uit en toen ze met het afwasschen van het vaatwerk klaar was, greep Nellie die gelegenheid aan om naar zqn kamer te gaan en eens rond te neuzen. Ze zag onmiddeliyk de groote foto en haar gezicht betrok, toen ze hem nader bekeek, afgunstige blikken werpend op het perfecte tenniscostuum, dat Mavis droeg. De parels om haar hals waren na tuurlijk echt. Wie was deze knappe dame, vroeg Nellie zich jaloersch af, in welke betrekking stond ze tot een eenvoudig werkman als Sam Hart? Toen Nellie zich omdraaide, stond ze van aangezicht tot aangezicht met den jongeman. Ze klqurde onder zijn onver- stoorbaren blik. „Tante heeft me naar boven gestuurd met nog een deken voor uw bed", ver klaarde ze haastig. „Ik kan er niets aan doen, dat m'n aandacht op die mooie foto viel. Wie is dat, meneer Hart?" vroeg ze brutaalweg. „Een goede kennis van me", antwoord de hy kalm. „U bent erg vriendeKJk. Ik geloof wel, dat ik nu al het noodzakelqke heb, juffrouw Wiek", merkte hq vervolgens opmet een blik in de richting van de deur. Ze schonk geen aandacht aan dezen tip. „Juffrouw Wiek lachte ze. „U mag gerust Nellie tegen me zeggen, dat doen de anderen ook. Wq zqn hier niet zoo vor- meiyk". „Erg vriendelqk van u", gaf hy ten antwoord op een niet mis te verstanen toon. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1941 | | pagina 5