het doornige Pad
De Raad van Oostburg vergaderde.
Het ambtenarencorps ter secretarie. De huisvesting van „het
Vrije van Sluis". Bezwaarschriften tegen het uitbreidingsplan.
De raad dezer gemeente kwam Maandag
middag, onder voorzitterschap van burge
meester Hoekzema, in openbare vergade
ring bijeen. Mededeeling werd gedaan van
goedkeuring door Ged. Staten van diverse
raadsbesluiten. Verder van de in orde bevin_
ding van kas en boeken van den gemeente
ontvanger en van de overdracht door den
tijdelijk benoemden gemeente-ontvanger P.
A. Bril aan den nieuw benoemden gemeen
te-ontvanger H. P. Everwijn. Deze mede-
deelingen werden voor kennisgeving aange
nomen. Van een aantal vergunninghouders
voor den verkoop van sterken drank in
het klein, was een bezwaarschrift ingeko
men tegen den aanslag ten aanzien van
vergunningsrecht 1941-42 en waarin ver
zocht wordt deze terug te brengen tot
50 van den aanslag. Van het bestuur
der vereeniging „Immanuel" kwam een
verzoek in om een voorschot over 1941
voor het salaris van zijn vakonderwijzer
in de lichamelijke oefening. Daar deze
beide laatste stukken te laat waren inge
komen, werden zij in handen gesteld van
B. en W. om advies.
Op voorstel van B. en W. werden de
uren van openstelling der secretarie, spe
ciaal wat betreft de zitting van den ge
meente-ontvanger, gewijzigd inplaats van
•Vrijdag op Woensdag, zulks met het oog
op het gemak voor het publiek.
Een Se ambtenaar ter secretarie?
Op voorstel van B. en W. werden de
jaarwedden van de ambtenaren ter secre
tarie als volgt vastgesteld
De aanvangsjaarwedde bedraagt voor
den eersten ambtenaar 1300, met 5
tweejaarlijksche verhoogingen van 100
voor den tweeden ambtenaar 900 met 5
tweejaarlijksche verhoogingen van 80
voor den derden ambtenaar 600 met 5
tweejaarlijksche verhoogingen van 60.
Voor het bezit van diploma A in de ge
meente-administratie wordt een vergoe
ding toegekend aan den eersten ambtenaar
van 200aan den tweeden ambtenaar
van 100.
Deze verordening wordt geacht in wer
king te zijn getreden op 1 Januari 1941.
Hieruit volgt dus dat de mogelijkheid is
geopend een derde ambtenaar te benoe
men.
Een nieuwe verordening op de heffing
van rioolrechten werd vastgesteld. Op
voorstel van B. en W. werd afwijzend be
schikt op een verzoek van het bestuur
der schoolvereeniging „Immanuel" om
gelden voor de uitbreiding van het school
gebouw in verband met de invoering van
het onderwijs in de lichamelijke oefening,
daar voor dit onderwijs gebruik kan wor
den gemaakt van het gymnastieklokaal der
openbare lagere school.
De veldwachtersverordening werd gewij
zigd, evenals de gemeente-begrooting over
1940. Aangenomen werd het voorstel van
B. en W. om aan het waterschap „Het
Vrije van Sluis" de geheele bovenverdie
ping van het huis Markt 2, met inbegrip
van de gang en het gedeelte gelijkvloers,
niet grenzende aan het gemeentehuis, te
verhuren voor onbepaald en tijd, ingaande
1 Juli 1941 tegen een jaarlijkschen huur
prijs van 750 en onder bijzondere voor
waarden.
Een verzoek van den Ned. Kappersbond
om een verplichte sluiting der kappersza
ken op Maandagmiddag, werd op voorstel
van B. en W. voor kennisgeving aange
nomen.
Besloten werd om aan F. de Smet een
muur, eigendom van de gemeente en waar
van De Smet reeds sedert 1928 voor het
gebruik daarvan jaarlijks 5 betaald, te
verkoopen voor 1.
Tevens werd aan voornoemden De Smet
vergunning verleend tot het leggen van een
septie-tank in gemeentegrond op het Kerk
plein. In verband met het feit dat de heer
De Smet het voornemen heeft de zijgevel
van zijn magazijn aan het Kerkplein zoo
danig te veranderen, dat deze geheel zal
aanpassen aan de omgeving, ontstond
eenige discussie, zulks in verband met de
daar ter plaatse staande brievenbus.
Bij de gestelde voorwaarden zal nu wor
den ingelascht de bepaling, dat deze brie
venbus ter plaatse moet blijven staan.
Tijdens de terinzagelegging van het ont
werp van het plan vair uitbreiding, zyn
bezwaren ingebracht door mej. J. W. C.
Ie Nobel, H. J. M. Ie Nobel en C. Ie Nobel,
eigenaren van eenige perceelen grond, ge
legen nabij het „Groote Gat", die bezwaar
maken tegen de ligging van den geprojec-
teerden rijksweg en tegen het feit, dat hun
grond niet voor bouwterrein is aangewe
zen. B. en W. merken naar aanleiding
daarvan op, dat tegen den geprojecteerden
rijksweg niet bij de gemeente, maar bij den
rijkswaterstaat gerequestreerd zal moeten
worden dat voor den aanleg van straten
aan de overzijde van den rijksweg op gron
den, gelegen tegen het Groote Gat, geen
aanleiding bestaat, doch dat het integen-
"deel wenschelijk is de uitbreiding van een
gemeente als Oostburg, indien zulks mo
gelijk is, aan één zijde van den grooten
weg te doen plaats vinden. Verder zijn de
bedoelde terreinen steeds als landbouw- of
veeteeltterrein gebruikt. Er bestaat dus
niet de minste aanleiding om de eigen
dommen van de familie Le Nobel in hun
geheel in het uitbreidingsplan op te nemen.
Op voorstel van B. en W. wordt daarom
afwijzend beschikt -op bovengenoemd re
quest en wordt het gewaarmerkt plan van
uitbreiding der gemeente in hoofdzaak
vastgesteld.
Besloten werd tenslotte in de plaatselijke
politieverordening een kleine aanvulling te
brengen.
Rondvraag.
Bij de rondvraag wees de heer VAN
KAMPEN op het vele zand in de Zuidzand-
sche straat, dat hinderlijk voor de bewo
ners is.
De VOORZ. antwoordde dat de langdu
rige droogte daarvan de oorzaak is.
De heer ROSEVELT zag gaarne dat de
patates friteskraam op het Kerkplein daar
niet de geheele week bleef staan.
De heer DE VUIJST klaagde over het
lange wachten op het postkantoor en de
raad besloot, op zijn voorstel, daarover
een request in te dienen aan den directeur-
generaal der posterijen.
Nog informeerde de heer DE VUIJST
naar de rattenbestrijd ng, waarbij de heer
MIJS wees op den toestand op de vuilnis
belt en aan de achterzijde van de am
bachtsschool, nu aldaar een keuken is ge
vestigd.
De VOORZ. beloofde deze kwestie nog
eens ter hand te zullen nemen.
TROELSTR ABE WEGING (T.B.N.) IN DE
N.S.N.A.P. OPGENOMEN.
Na besprekingen tusschen den leider van
de N.S.N.A.P., dr. E. H. van Rappard en
den leider van de Troelstrabeweging (T.B.
N.) Paul Kiès, heeft de Troelstra-beweging,
na de meening van haar leden te hebben
ingewonnen, eenstemmig besloten, tot de
N.S.N.A.P. over te gaan.
De heer Kiès zal naar wij vernemen
een taak krijgen in de algemeene pro
paganda van de N.S.N.A.P. en bovendien
als inspecteur in Friesland de leiding in de
organisatie op zich nemen.
De Troelstrabeweging werd vier jaar ge
leden als gevolg van een conflict in Fries
land tusschen Paul Kiès en de leiding van
de S.D.A.P. opgericht. In dit conflict liep
een zeer groot deel der Friesche aanhan
gers van de S.D.A.P. naar den heer Kiès
over.
Hoewel het zwaartepunt van de Troel
strabeweging in Friesland bleef, breidde de
jonge beweging zich steeds meer over het
land uit, vooral in Noord Holland, Am
sterdam en Den Haag.
De Troestrabeweging, die nooit bij een
internationale is aangesloten geweest, on
derwierp zich na dc capitulatie van het
vorige jaar aan een nieuwe orienteering en
sprak zich tenslotte in het voorjaar van
1941 voor het hakenkruis uit. In punt 2.
van haar program werd reeds gezegd, dat
de Troelstrabeweging bereid is, in een hoo-
gere eenheid op te gaan. Gedreven door de
aanhankelijkheid jegens den Fiihrer en
door het inzicht, dat het bestaan en optre
den van meer dan een partij, die het ha
kenkruis voert, met het zinnebeeld zelf in
strijd is, heeft de leider van de Troelstra
beweging trouw gesteund door de geheele
organisatie van zijn beweging, thans zijn
program verwezenlijkt.
KATS.
Voor abonnementen en advertentiè'n
J. S. VERSPRILLE.
Het huis van Oranje.
De Nederl. Politieke Dienst (Nepodi)
schrijft
Officieel gewerd ons het bericht, dat
Koningin Wilhelmina dezer dagen voor de
Britsche microfoon heeft gesproken en
daarbij de Ne'deranders opwekte om schou
der aan schouder met de bolsjewieken te
gen de spilmogendheden strijd te voeren.
.Wij ontvingen dit bericht met diepe
droefenis. De Oranjekleuren zijn ons dier
baar. Ze zijn symbool van ons rijk ge
schiedkundig verleden en van een band,
gedurende eeuwen van gezamenlijke noo-
den en gezamenlijke uitkomsten gelegd.
Wij zouden om wat liefs willen, dat de
toekomst in dit opzicht „open" bleef.
Maar ieder zal gevoelen dat op deze
wijze elke mogelijkheid daartoe vernietigd
wordt en wij vragen ons verbijsterd af
hebben Gerbrandy en de zijnen daar te
Londen dan in het geheel geen hersens
meer De raadgevers van Koningin Wil
helmina hebben aan het Oranjehuis wel
een zéér slechten dienst bewezen. Of heeft
men dit te Londen reeds gevoeld? Naar
uit goede bron verluidt, moet het in het
Nederlandsche „kabinet" aldaar kraken en
staan verscheidene leden ervan op het punt
om uit te treden of hebben dit deels al
reeds gedaan.
Maar inmiddels is het kwaad gebeurd.
Wij constateeren dat Nederlanders, die als
raadgevers den bovengenoemden stap van
Koningin Wilhelmina ondersteunden en als
ministers door hun aanblijven dekken, be
zig zijn hun vorstenhuis te vermoorden.
Er was immers in de gegeven omstan
digheden slechts één mogelijkheid beider
zijds van de Noordzee, om de toekomst
„open" te houden nl. indien over en weer
gezwegen kon worden.
Met alle respect gezegd het Oranje
huis was hiertoe ook verplicht want Ne
derland heeft gecapituleerd. Sindsdien is
Nederland verplicht van eiken .strijd af te
zien en loyaal zich aan de voorwaarden
der capitulatie te houden. Bovendien heeft
de agent van het naar Londen gevluchte
bewind, de gewezen opperbevelhebber ge
neraal Winkelman, in naam van de Konin
gin formeel en officieel zijn toestemming
er aan gegeven, dat de hoofden der Ne
derlandsche departementen en met hen het
geheele Nederlandsche volk loyale samen
werking met de bezettingsautoriteiten aan
vaardden. Dat is officieel en formeel over
eengekomen en onderteekend. Daaraan is
men te Londen krachtens de aan generaal
Winkelman gegeven volmachten formeel
en officieel gebonden en inbreuk daarop
is politiek, juridisch en moreel op geen
enkele wijze te rechtvaardigen.
Wij staan thans voor den toestand, dat
en niet voor den eersten keer noch-
thans een flagrante inbreuk heeft plaats
gevonden.
Het is ook om andere redenen onbegrij
pelijk. Wat kan een vorstenhuis, dat den
tsaar aller Russen neef noemde, van al de
uitmoordingen in Rusland van de schan
daalgevangenissen van Barcelona en zoo
veel meer afweet, de - ideeën der proleta
rische wereldrevolutie kent en reeds vele
malen in practjjk heeft gezien, met de
Sovjetunie van doen hebben? De' conse
quentie van een Sovjet-overwinning zou de
wereldrevolutie, ook in -Nederland, zjjn.
Wij verbazen ons.
Verderde vroegere regeeringen in
Nederland hebben althans deze deugd ge
had, dat zrj nimmer de bolsjewiekenregee-
ring erkend hebben. Heeft deze geschiede
nis niets meer te zeggen Zal een regee
ring, die de vlucht nam en nu geen con
tact met de bevolking hier te lande meer
heeft, buiten ons om en tegen ons in de
bolsjewieken gaan erkennen?
Voorts nog ditdat er menschen zijn,
die nog steeds een Engelsche overwinning
verwachten of althans daarop hopen, wij
weten het. Doch ook z(j die hierop vast
rekenen, moeten mede de andere, heel wat
waarschijnlijker mogelijkheid van een Duit-
scbe overwinning in het oog houden. In
het laatste geval regeeren hier te lande de
vrienden van Duitschland. Heeft het vor
stenhuis er belang bij, deze voor goed en
volkomen van zich te vervreemden? Is het
verstandig de brug volledig af te breken?
De vraag stellen is haar beantwoorden.
Ten slotteNederland moet kiezen.
Duitschland verwacht van- het Nederland
sche broedervolk, dat het zyn bekende af
wijzing van het bolsjewisme juist nu
niet verloochent en met beslistheid zich te
genover het bolsjewisme stelt. Geschiedt
dit niet of in onvoldoende mate, dan worde
zulks in de geschiedannalen met onuit-
wischbaren inkt opgeteekend en verliest
Kazerne politiebataljon
Amsterdam geopend.
Met eenig zij het dan door de tijds
omstandigheden bescheiden gehouden
officieel vertoon, is Woensdagochtend de
kazerne van het politie-bataljon Amster
dam in gebruik genomen. Ter gelegenheid
hiervan heeft het bataljon, alsmede een
aantal andere afdeelingen der. hoofdstede
lijke politie, een défilé gehouden voor Duit-
sche en Nederlandsche politie- en justitie-
autoriteiten, in den namiddag gevolgd door
een marsch door de stad.
De hoofdcommissaris van de Amster-
damsche politie, kolonel S. Tulp, heeft de
pers willen inlichten over het nieuwe po
litiebataljon, dat is te beschouwen als een
onderdeel van de komende reorganisatie
van de geheele Nederlandsche politie en
daarop in zekere mate reeds vooruit is
geloopen.
De dit en het volgende jaar door te
voeren reorganisatie brengt mede, dat de
politie van de grootste zes steden van ons
land: Amsterdam, Rotterdam, Den Haag,
Utrecht, Groningen en Eindhoven, rijks
politie wordt, onder de hoofdleiding van
den inspecteur-generaal der Nederlandsche
politie.
Het half Mei j.l. opgerichte politie
bataljon is voornamelijk te beschouwen als
een uitgebreide voortgezette opleiding voor
politie-agent, d.w.z., dat degenen, die voor
plaatsing in aanmerking komen en aan
de exameneischen hebben voldaan, hier ge
durende zes jaren instructie en onderwijs
ontvangen.
De lessen en oefeningen omvatten: exer
citie, straatgevecht (w.o. klewang-scher
men), schieten, gasbeschermingsdienst, po-
litiekennis, motorkennis, Duitsch, projec
tie-teekenen (situatieschetsen bij verkeers
ongevallen), sport (w.o. jiu-jitsu, scher
men, zwemmen), zang, afstandsmarschen
en indoortraining.
Na deze eerste zes jaren gaan de agen
ten over in verschillende takken van
dienst, om, na weer zes jaar, geplaatst
te worden by de recherche of de gendar
merie.
Het bataljon in zijn huidige samenstel
ling bestaat, wat de manschappen betreft,
geheel uit nieuw personeel, allen oud
militairen uit den jongsten mobilisatietijd.
RIJKSBUREAU VOOR HET NATIONALE
PLAN
Het rijkscommissariaat maakt bekend:
De rijkscommissaris voor de bezette Ne
derlandsche gebieden heeft op grond van
par. 1 zyner verordeningen no. 90/41,
waardoor de verordening no. 108/40 vier
de verordening over bijzondere bestuurs
rechtelijke maatregelen wordt aangevuld,
den secretaris-generaal in het ministerie
van binnenlandsche zaken, dr. Frederiks,
met de voorloopige waarneming der zaken
van voorzitter van het rijksbureau voor
het nationale plan belast, en hem opge
dragen, den opbouw van dit rijksbureau
ter hand te nemen.
Nederland te Berlijn méér Jan de sympathie
alleen. Zijn de thans te Londen, door de
Nederlandsche Koningin gesproken woor
den op die voor de toekomst van het 'Ne
derlandsche volk zoo belangrijke geschied
kundige moment verstandig te noemen?
Gaat van deze woorden een goede invloed
uit op het Nederlandsche volk Wordt onze
toekomst daardoor gediend? Niemand aan
deze zijde van het Kanaal zal dit kunnen
staande houden.
Dat Oranje in oorlog is met Duitschland,
wij weten het. Nederland heeft gecapitu
leerd, Oranje ging heen.
Maar de eenige mogelijkheid om deze
moeilijke positie op draaglijke wijze door te
komen is zwijgen. Indien Oranje in zoo
verre zw g, dat 't zich zorgvuldigbuiten
de Nederlandsche aangelegenheden hield
en het hier niemand moeilijk maakte, zou
ooit anderzijds gezwegen kunnen worden,
zou ook en men vergete het belang
hiervan niet Berlijn kunnen zwygen.
Spreken echter beduidt wederzijds
breuk
We constateeren het met diépe droefe
nis. En we denken met het tegengestelde
van dankbare gevoelens aan de Nederland
sche raadsleden dér I roon te Londen, die
na hun vlucht niets hebben nagelaten om
de verhouding moeilijker te maken en
daardoor' den ondergang van het Oranje
huis nabij te brengen.
Officiel wordt gemeld, dat de Nederland
sche politieke dienst een onderafdeeling
is van het Algemeen Nederlandsch Pers
bureau. Zij staat onder leiding van dr. v.
d. Vaart Smit.
Handel in gebruikte
motorrijtuigen geordend.
Het is noodig gebleken den koop en ver
koop van gebruikte auto's en motorrijwie
len aan bijzondere voorschriften te bin
den. De basis van de prijscontröle, de ver
gelijking van den prijs op 9 Mei 1940 was
voor den handel in tweedehands motorrij
tuigen niet zeer bruikbaar, omdat deze
pi-ys in den regel ontbrak.
In de plaats daarvan heeft men, naar
de gemachtigde voor de prijzen mededeelt,
een taxatiesysteem ingevoerd. Dit is om
schreven in een beschikking van de secre
tarissen-generaal van de departementen
van handel, nijverheid en scheepvaart en
van waterstaat, welke in de staatscourant
van heden is gepubliceerd.
Voortaan zal men nog slechts een ge
bruikt motorrijtuig mogen koopen of ver
koopen, indien er een waardebewijs aan
wezig is. Dat bewijs kan men aanvragen
bij de rijksverkeersinspectie, die er voor
zorgt, dat de auto of de motor door des
kundigen wordt getaxeerd. De getaxeerde
waarde wordt bij het waardebewijs ver
meld.
Het is uitdrukkelijk verboden een prfls te
betalen of te vragen, die hooger is dan de
taxatieprijs, indien de verkooper een ge
bruiker is. Is de verkooper een handelaar,
dan mag hij den taxatieprijs met ten hoog
ste 15 verhoogen.
Nadere mededeellngen.
Omtrent de uitvoering van de prijzen-
beschikking gebruikte motorrijtuigen 1941,
no. 1 wordlt ons van de zijde van de rijks
verkeersinspectie het volgende medege
deeld
Ieder, die een gebruikt motorrijtuig in
den zin van art. 1 van de pryzenbeschik-
king gebruikte motorrijtuigen 1941, no. 1
wenscht te verkoopen of te ruilen, dient
een aanvrage tot het verkrijgen van een
waardebewijs in 3-voud in bij den rijks
inspecteur van het verkeer voor het per
sonenvervoer binnen wiens district hij
woonachtig of gevestigd is. Voor de aan
vrage wordt een formulier gebezigd, dat
op alle kantoren van de rijksinspectie en
op de bureaux van verschillende organi
saties op toeristisch en vervoergebied gra
tis verkrijgbaar is.
De door den aanvrager te betalen taxa
tiekosten bedragen 15 per personenauto
en 10 voor elk ander voertuig. Deze
kosten moeten op de postgirorekening van
den rijksinspecteur worden bijgeschreven.
De aanvrager ontvangt een oproeping
om het voertuig waarvoor een waardebe
wijs is aangevraagd op een bepaalde
plaats en tyd ter taxatie voor te brengen.
Voor zoover noodig verleent die rijles-
inspecteur den aanvrager voor dit doel
een bijzondere rijvergunning en wijst hem
de noodige brandstof toe.
Op grond der gehouden taxatie wordt
den aanvrager een waardebewijs ver
strekt. By verkoop van het motorrijtuig is
de houder van het waardiebewys verplicht
den rijksinspecteur van het verkeer, die
het waardebewijs heeft afgegeven, ter
stond mededeeling te doen van naam en
adres van den kooper.
Indien een voertuig niet op de aange
wezen plaats en tyd ter taxatie is voorge
bracht en niet tijdig een bericht van ver
hindering is ingekomen, verbeurt die aan
vrager de gestorte taxatiegelden. Btinrca
8 dagen na dagteekening van het waarde
bewijs kan de aanvrager tegen het vast
gestelde waardebedrag schriftelijk bezwa
ren indienen bij den rijksinspecteur van
het verkeer, die het waardebewijs heeft
afgegeven en hertaxatie vragen. Hiervoor
ziin opnieuw de taxatiekosten verschul-
digd.
Het verzoek moet met redenen zijn om
kleed en vergezeld gaan van het afgegeven
waardebewijs.
POSTVERKEER DIET DE
SOVJET-REPUBLIEKEN VERBROKEN.
Tot nader order wordlt geen correspon
dentie en pakketpost ter verzending naar
de Vereenigde Sovjet republieken aange
nomen, dit geldt eveneens voor de vroe
gere staten Litauen, Letland en Estland.
Reeds ter post bezorgde stukken zullen
aan de afzenders worden teruggezonden,
BIJ HET ZWEMMEN VERDRONKEN.
Maandagavond is de 16-jarige J. van E.,
onder de gemeente Maartensdijk in het
nieuwe kanaal bij het zwemmen' verdron
ken. Een Utrechtsche politieman trachtte
den jongen door duikpogingen te redden,
doch dit mocht helaas niet lukken. Na on
geveer een half uur dreggen is het lichaam
van het slachtoffer opgehaald, doch de
levensgeesten bleken toen reeds te zijn ge
weken.
FRANCESBRAYBROOKB
10)
Mavis bleef stil staan op de trappen
van het zusterhuis en keek uit naar een
taxi. Aan de uitgave dacht ze heelemaal
niet. Ze had nog een flink gedeelte van
haar toelage op de bank laten staan en
had er niet over nagedacht, wat er zou
gebeuren als dat allemaal op zou zijn. Ze
was er zoo aan gewend met kwistige hand
uit te geven, dat het niet in haar hoofd
opkwam, dat een taxi een onnoodige bui
tensporigheid was. Ze wandelde langzaam
de stille straat in.
„Hallo Mavis!" Tony's wagen stond plot
seling naast haar stil. „Wat denk je van
een ritje en misschien ergens lunchen?"
„Dank je. Ik vind het erg vriendelijk,
maar ik heb een afspraakje met Sam en
we gaan picniccgn", zei ze, wijzend op
het mandje, dat ze bij zich had. „Hij
wacht op het marktplein op me."
„Stap in, dan ryd ik je er heen", ant-
nieuws verwe
woordde Tony kortaf, het onwelkome
nieuws verwerkend.
Hij had Sam Hart nog nooit gezien. Hij
zou deze gelegenheid aangrijpen om ken
nis met hem te maken en hem te doen
beseffen, dat hij een te vreezen tegen
stander was.
Na aanvankelijk te hebben geaarzeld,
gaf Mavis aan zyn verzoek gevolg. De
comfortabele auto van Tony was verre te
verkiezen boven een hobbelende taxi. Ze
aanvaarden zijn aanbod dankbaar. Het
was vriendelijk van Tony.
„Moe?" vroeg hij liefjes, haar aankij
kend, terwijl hij de auto startte.
„Neen", gaf ze hem stuurs ten ant
woord, „natuurlijk niet."
Hij glimlachte ongeloovig, zich er over
verwonderend, dat ze dit werk tot nu toe
nog had volgehouden.
„Ik ben een paar avonden geleden bij
je vader op bezoek geweest. Wist je dat
hij weg gaat? Voor een groote reis, om
de wereld of zoo iets, Shadowlands wordt
gesloten en aan de hoede van een huis
bewaarder overgelaten. Ik geloof, dat hij
al heel gauw vertrekt", voegde hij er aan
toe.
„Ik wist het niet", antwoordde Mavls
rustig. „Het zal paps goed doen."
Hij keek haar opnieuw aan. Ze was
bleeker en smaller dan ze geweest was,
maar haar wilskracht en vastberaden
heid spraken uit eiken trek van haar
knap gelaat.
Het was nog een tamelyke afstand van
het ziekenhuis naar het marktplein. St.
Austin's stond in het armere gedeelte van
de stad. Als ze Tony niet had ontmoet,
dan zou ze de bus hebben moeten nemen,
want de mand was te zwaar om er langen
tyd mee te loopen, en het scheen dat er
op Zondagmorgen geen taxi's te krijgen
waren.
„Je vader heeft me verzocht op je te
letten", zette Tony het gesprek voort. „Het
lykt me, dat dit een inspannend baantje
is. Je houdt er van, je eigen weg te gaan,
is het niet, Mavis?"
„Ik ben geen kind, Tony. Waarom zou
ik m'n eigen weg niet gaan?" bracht ze
in het midden. „O, kijk daar is Sam!"
Ze wuifde opgewonden naar een langen
man, die op den hoek stond en op wiens
blonde haren de zonnestralen vroolijk dan
sten.
Sam Hart was opvallend knap en van
een bijzonder type. Tony zag dat in een
oogopslag. De jonge man maakte zóo'n
goeden indruk, dat hij zich niet langer
verwonderde over de gevoelens van het
meisje naast hem. Jaloezie kroop Tony's
hart binnen en vermeerderde nog, toen
hij keek in Sam's eerlijke, wijd-open
blauwe oogen, met wihpers, welke iedere
filmster hem benijd zou hebben.
Ze knikten beleefd tegen elkaar, toen
Mavis, die straalde van geluk en trots,
hen aan elkaar voorstelde, waarbij zij
zich beiden bewust waren van een zekere
vijandigheid.
Met een verstolen minachtenden blik
op het weinig toonbare" motorrijwiel, dat
tegen den trottoirband stond, maakte
Tony aanstalten om hen te verlaten. De
man, waarvan Mavis hield en dien hij
bijna had veracht, was geen nietsnut, wien
het er om te doen was een meisje om
haar geld te trouwen, maar een krachtige
en aantrekkelijke man, op wien ieder
meisje verliefd zou worden. De vastbe
raden trekken en de stevige figuur waren
Tony niet ontgaan.
Ter wille van Sam Hart klom Mavis
Casslene, die sinds zij zich iets herinne
ren kon, slechts in kostbare auto's had
gereden, vroolijk op de duo van een af
gejakkerde motorfiets en ze zette er nog
een tevreden gezicht bij ook. Op zyn lip
pen bijtend, reed Tony weg, de twee ge
liefden, die te zeer in elkaar opgingen om
zyn vertrek te bemerken; alleen latend.
Mavis voor zich te winnen, zou moei
lijker blijken dan hij zich had voorge
steld, zelfs als het John Casslene gelukte,
Hart naar een ander deel van het land
te doen verplaatsen.
Met de picnic-mand onder zijn hoede,
reed Sam snel naar het uitgestrekte heu-
velgebled, dat op dezen uitgelezen Zon
dagmorgen buitengewoon in trek bleek
te zijn. Het viel niet mee om een rustig
plekje te vinden, waar zij konden zitten
praten tot het tijd was om het kostelijke
maal, waar Mavis voor had gezorgd, aan
te spreken.
„We gaan nog verder op", besliste Sam.
„Ik weet tien kilometer hier vandaan een
leuke plek."
„Zoo ver als je wilt", gaf Mavis ten ant
woord, „maar denk er aan, dat ik precies
om twee uur in liet ziekenhuis terug moet
zijn."
„Tijd genoeg", verzekerde Sam haar,
terwijl hy zijn weg vervolgde.
Toen zij Fording Wells bereikten, was
het daar rustig genoeg, zelfs voor hen,
rustig en mooi. Op een schaduwrijk plekje
nam Sam haar in zijn armen en kuste
haar keer op keer.
„O, liefste, wat ben ik blij, dab ik je
weer zie", zei Mavis, met haar hoofd op
zyn schouder. „Het lijkt zoo lang geleden
sinds ik voor het eerst in het ziekenhuis
kwam en toch ben ik er pas kort."
Hij vroeg haar belangstellend naar haar
werk en nam als vaststaand aan, dat
Hilda Bloom haar uiterste best deed om
haar te helpen en aan te moedigen. Mis
schien deed ze dat ook wel, dacht Mavis,
want per slot van rekening was ze ver
antwoordelijk voor de zusters van haar
afdeeling. Ze moest Hun de les lezen en
standjes uitdeelen om haar het werk te
leeren en natuurlijk had zij de noodige
fouten gemaakt en stommiteiten begaan
bij het uitvoeren van dc ongewone taken,
die haar waren opgedragen.
Onderwijl ze nog steeds in de armen
van Sam rustte, kwam een groepje pra
tende en goed gekleede menschen nader
bij. Blozend bevrijdde Mavis zich en keek
dan op.
„Wel Mavis, ben jij het werkelijk?" riep
lady Fonthill ongeloovig uit, daarbij Sam
aankj^end. Allerlei praatjes hadden er
over de dochter van John Casslene de
ronde gedaan dat zij en haar vader
oneenigheid hadden gehad over een of
ander verschrikkelijk jongmensch, met
wien Mavis omging, en waarschijnlijk be
rustte dit alles op waarheid. De adellijke
dame verstrakte en met een koele buiging
liep zij verder zonder Mavis gelegenheid
te geven haar metgezel voor te stellen.
„Ik haat haar!" riep Mavis boos toen
de schelle stemmen waren weggestorven.
„Ze was beestachtig onbeschoft tegen ons,
Sam".
„Ik ben bang, dat je aan dat soort din
gen zult moeten wennen", zuchtte Sam.
„Natuurlijk staan al je vrienden aan den
leant van je vader en denken ze, dat ik
een fortuinjager ben. Wat heb ik je aan
te bieden in vergelijking tot dien jongen
dokter, die je naar me toe heeft gere
den?"
Ze legde glimlachend haar hand op zyn
mond.
„Ik houd van ie cn dat is het eenige
belangrijke verxlaarde ze. „Je denkt
toch zeker niet, dat de meening van deze
nietsnutten' er iets toe doet? Ze tellen
heelemaal niet mee. Ik zal hun allemaal
laten zien, dat ik evenals de beste van
hen in myn eigen onderhoud kan voor
zien", zei ze met een trotsch en nadruk
kelijk gebaar. Ze wist niet hoe moeilijk
de stryd om het bestaan zou zijn, dacht
Sam, terwijl hij haar opnieuw kuste. Wat
gaf ze toch een hoop voor hem op!
(Wordt vervolgd.)'