AKKERTJES het doornige Pa«. PROVINCIALE STATEN KUNST VOORSTELLEN VAN GEDEPUTEERDE STATEN. DE WALLEN VAN RETRANCHEMENT. In verband met de buitengewone om standigheden, die er toe noopten het pro vinciale budget niet met extra-uitgaven te belasten, hielden de Staten in December 1939 de beslissing op het verzoek van het gemeentebestuur van Retranchement om toekenning van een subsidie in de kosten van herstel der ron<L die gemèente liggen de wallen aan. Ged. Staten deelen thans mede, dat de restauratie der jvallen opnieuw onderwerp van bespreking heeft uitgemaakt tusschen het departement van opvoeding, weten schap en cultuurbescherming en het ge meentebestuur. Het ligt in de bedoeling de restauratie als werkobject van den Arbeidsdienst in aanmerking te doen komen. Daar een bij drage uit 's Rijks kas voor dat werk af hankelijk wordt gesteld van de verstrek king van een provinciale subsidie, verzoe ken B. en W. van Retranchement, Ged. Staten hun eerder ingediende aanvrage opnieuw aan de orde te stellen. Ged. Staten deelen mede, dat er hunner zijds geen bezwaar tegen bestaat wanneer de Prov. Staten voorshands zouden beslui ten aan de restauratie der wallen, voor zooveel betreft de bijkomende kosten, in beginsel hun medewerking te verleenen. Omtrent de grootte van het subsidie, en het tijdstip van uitbetaling zou dan later besloten kunnen worden. Volgens het op 26 Juli 1939 vastgestelde schema zou het subsidie kunnen bedragen 10 van 30.000 plus 5 van 22.000, of in totaal 4100, welk bedrag eventueel ware te ver- hoogen als gevolg van prijsstijgingen. Ged. Staten achten de instandhouding der wallen voor Zeeland en voor Retran chement van groote geschiedkundige be- teekenis. ONTTREKKEN AAN OPENBAAR VERKEER. Ged. Staten stellen voor den weg, ge naamd Inlaag-van-den Oost-Nieuwland- poldler in de gemeente Wolphaartsdijk en het op den N.W. berm van den inlaagdijk in den Oost-Nieuwlandpolder gelegen deel van den weg genaamd Bermweg-in-den- Oost-Nieuwlandpolder, lang resp. 320 M. en 330 M., te onttrekken aan het open baar verkeer. De bedoeling is dat de inlaagdijk wordt vergraven, waarna de strook, die hierdoor vrijkomt, met de inlaag zelf wordt gevoegd bij de Noordwestwaarts aangrenzende per- ceelen. DE IEPENZIEKTE. Ged. Staten stellen voor aan het comité inzake bestudeering en bestrijding van de Iepenziekte zooals van 1930 af is ge schied, wederom een subsidie van 100 te verleenen. VERBETERING GEITENRAS. De vereeniging tot verbetering van het geitenras in Zeeland, verzoekt te besluiten tot wijziging der Verordening tot het tegengaan Van het dekken van geiten 'door jiiet-ingeschreven bokken. Verzocht wordt artikel 1 der Verorde ning in dier voege te wijzigen, dat het verboden wordt, andere dan ingeschreven bokken in bezit te hebben of te stallen. Hierdoor wordt voorkomen, dat z.g. wilde, dus niet-ingeschreven bokken ter dekking worden beschikbaar gesteld, wat thans nog wel het geval blijkt te zrjn. Met den Rijkszuivelconsulent voor Zeeland zyn Ged. Staten van oordeel, dat wijziging van gemeld artikel inderdaad aanbeveling ver dient, opdat het doel der verordening, ver betering van het geitenras te bevorderen, zooveel mogelijk wordt benaderd. DUURTETOESLAG PROVINCIAAL PERSONEEL. Nadat de provinciale staten 22 Januari het besluit hadden genomen tot toeken ning van een duurtetoeslag aan de leden van Ged. Staten en aan de ambtenaren in vasten en tydelyken dienst der Provincie, hebben Ged. Staten dit besluit gezonden aan den secretaris-generaal van het depar tement van Binnenlandsche Zaken, ten einde daarop de door de wet gevorderde goedkeuring te verkrijgen. Deze goedkeu ring werd geweigerd. Daar een nadere briefwisseling niet tot het gewenschte resultaat leidde, hebben Ged. Staten gemeend, geen verdere stappen te moeten doen, teneinde te trachten het besluit alsnog voor uitvoering vatbaar te maken. Overduidelijk is gebleken, dat de centrale Regeering niet bereid is, ten behoeve der lagere organen af te wijken van de regelen, die zij zich met betrekking tot haar eigen personeel in deze materie had gesteld. Met plaatselijk afwijkende en, voor de ambtenaren bezwarende omstandig heden kon blijkbaar, om der uniformiteits wille, geen rekening worden gehouden. Ged. Staten stonden toen voor de vraag, of zrj met deze geheele aangelegenheid wederom tot de Prov. Staten zouden ko men hetgeen zou beduiden, dat een uit eindelijke beslissing eerst in de tweede helft van dit jaar zou kunnen worden geno men dan wel, of zij, overwegende, dat de Prov. Staten, die het meerdere gewild heeft, althans het mindere niet aan de ambtenaren zou willen onthouden, konden besluiten, aan hun besluit een zoodanige uitvoering te geven, dat mocht worden aangenomen, dat hierop de sanctie van het hooger gezag zou kunnen worden verkre gen. In het belang der ambtenaren, die ten slotte de dupe zouden zijn geworden van een verdere voortzetting van dit admini stratief steekspel, hebben Ged. Staten tot het laatste besloten. Uit een daarna ontvangen schrijven van den secretaris-generaal blykt echter, dat deze alsnog een formeel besluit van de Prov. Staten noodzakelijk acht, doch er geen bezwaar tegen heeft, dat Inmiddels op het nemen van een zoodanig besluit wordt vooruitgeloopen door reeds thans tot uitkeering van de tijdelijke toelage over te Gaan. De Ged. Staten rneenen in het midden te mogen laten, in hoeverre een dergelijk optreden constitutioneel te ver antwoorden is; de materie vordert een be slissing op korten termijn en, aldus doende meenen zij te handelen in den geest van Prov. Staten. Voorgesteld wordt te besluiten: 1. met ingang van 1 December 1940 wordt aan het gehuwde personeel in vas ten of tydelyken dienst, dan wel op ar beidsovereenkomst werkzaam in dienst der Provincie Zeeland, alsmede aan hen, die, hoezeer ongehuwd, geacht kunnen worden als eenige kostwinner va.n een gezin op te treden, zulks ter beoordeeling van Ged. Staten, een tijdelijke toelage verleend van zes ten honderd van de bruto-wedde of het bruto-loon, voor zooverre de bruto- wedde of bet bruto-loon, vermeerderd met deze toelage een bedrag van 1900, 's jaars niet overschrijdt. 2. met ingang van 1 Januari 1941 wordt, bij wijze van tijdelijke maatregel, het minimum-bedrag van de kindertoelage, bedoeld in artikel 13 van de Verordening tot regeling der bezoldiging van de ambté naren in dienst der provincie Zeeland van 60,per (daarvoor in aanmerking ko mend) kind en per jaar opgevoerd tot 75,per kind en per jaar. 3. Het onder 1 en 2 bepaalde vindt overeenkomstige toepassing ten aanzien van hen, die een wachtgeld genieten ten laste der provincie Zeeland. KINDERTOESLAG PROV. PERSONEEL. In de briefwisseling over den duurtetoe slag werd eenerzyds gevorderd, dat het Pro vinciaal personeel niet in gunstiger conditie zou komen dan het personeel in Rijksdienst, anderzijds mocht gevraagd worden, dat het ook weer niet in ongunstiger positie dan dat personeel zou komen te, resp. blijven verkeeren. De Provinciale jaarweddenrege- ling en die, welke voor de Rijksambtenaren is neergelegd in het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1934 verschil len inderdaad op enkele, niet alle even be langrijke, punten. De voornaamste verschilpunten zijn wel, dat het Rijk een huwelijkstoelage kent en de Provincie nietdat het Rijk een onge- huwdenaftrek kent en de Provincie niet dat de kindertoeslag bij het Rijk begint bij het eerste kind en bij de Provincie bij het derde kind tenslotte kent het Rijk nog een klasse-indeeling der gemeenten en, in ver band daarmede, een standplaatsaftrek, ook dit is bg de Provincie onbekend. Tijdens een bespreking, die vanwege Ged. Staten in Den Haag is gevoerd met den Chef van het Bureau Ambtenarenzaken bleek aanvankelijk, dat men er in het alge meen prijs op stelde dat, wanneer Provin ciale regelingen aan die van het Rijk gecon formeerd werden, de gelijkstelling in alle opzichten en over de geheele lijn plaats vond, zij hét dan, dat reeds dadelijk werd medegedeeld, dat op invoering van een standplaatsaftrek voor provinciaal perso neel geen prijs werd gesteld. Wel was men van oordeel, dat een huwelijkstoelage eener- zijds en een ongehuwdenaftrek anderzijds onverbrekelijk verbonden waren. Invoering van het eene moest noodzakelijkerwijze ge paard gaan met invoering van het andere. Wat de kindertoeslag aangaat, tegen wijzi ging in dien zin, dat die toeslag, ook voor het Provinciaal personeel, zou beginnen met het eerste, inplaats van met het derde kind, bestond geen bezwaar, mits deze maatregel gepaard ging met een evenredige verlaging van de grondsalarissen. Een dergelijke wij ziging van den kindertoeslagregeling be duidt nl. een indirecte salarisverhooging van ongeveer 6 Nadat Ged. Staten deze inlichtingen had den ontvangen, hebben zij zich beraden, welke voorstellen zij Prov. Staten zouden kunnen doen. Een gecombineerde invoering van een huwelykstoelage en een ongehuw denaftrek leek Ged. Staten niet raadzaam, aangezien de huweltjkstoelage in de Rijks regeling in het algemeen alleen wordt toe gekend in die gevallen, waarin het geza menlijk bedrag aan wedden en toelagen, met uitzondering van de kindertoelage, niet stijgt boven de 1800.terwijl de onge huwdenaftrek over de geheele linie, dus ook op wedden van meer dan 1800, wordt toe gepast. Wijziging van de regeling der kindertoe lage, in dier voege, dat deze voortaan reeds wordt genoten van het eerste kind af, scheen Ged. Staten het meest verkieslijk, mits niet vastgehouden behoefde te worden aan de evenredige verlaging der grond- salarissen. Na een briefwisseling met den secretaris generaal van binnenlandsche zaken stellen Ged. Staten voor te besluiten 1. Artikel 13 der Verordening tot regeling der bezoldiging van de ambtenaren in dienst "der Provincie Zeeland te lezen als volgt „Boven en behalve dè wedden, toelagen en verdei'e belooningen, naar de regelen van deze verordening toe te kennen, genieten de ambtenaren, bij wijze van tydelijke toelage, voor hun wettige of gewettigde, zooinede voor de uit een vroeger huwelijk van hun echtgenoot gesproten, kinderen beneden den leeftijd van 18 jaar, die zij op den lsten Januari van het jaar bezitten, een kinder toelage. Deze toelage bedraagt per kind 3 ten honderd van de wedden en toelagen, met uitzondering van die, bedoeld in dit ar tikel, benevens 3 ten honderd van de gelds waarde voor het geheel of gedeeltelijk genot van vrye woning en/of vrij vuur, licht en/of water, voor zoover deze inkomsten worden genoten op den lsten Januari van het jaar of bij latere indiensttreding op den datum der indiensttreding. Een en ander met dien verstande a. dat deze toelage, behoudens het be paalde in het tweede en derde lid, ten min ste 60 en ten hoogste 216 per kind per jaar bedraagt b. dat, ingeval beide ouders een betrek king in Provincialen dienst bekleeden, uit sluitend rekening wordt gehouden met de wedde of het totaal aan wedden en toela gen, met uitzondering van die, bedoeld in dit artikel, van den hoogst bezoldigden ouder c. dat, indien de andere ouder ten laste van eenige andere publiekrechtelijke ge meenschap een kindertoelage geniet, de in dit artikel bedoelde toelage slechts wordt uitgekeerd, indien en voor zoover deze toe lage hooger is dan hetgeen door den ande ren ouder uit evengenoemden hoofde wordt genoten. Ten aanzien van pleegkinderen, die deel uitmaken van het gezin van den ambtenaar en geheel als eigen kinderen door hem wor den onderhouden en opgevoed, zijn de be palingen van dit^ artikel van overeenkom stige toepassing." 2. Dit besluit wordt geacht te zijn inge gaan op 1 Januari 1941. PROVINCIALE REKENING. Ged. Staten stellen voor de rekening der provinciale inkomsten en uitgaven over 1939 in ontvangsten vast te stellen op 7.912.471.06; de uitgaven op 8.383.690.96. Het kwaad slot bedraagt 471.219.90. PROVINCIAAL WEGENFONDS. Voorgesteld wordt de balans van het pro vinciaal wegensfonds per 31 Dec. 1939 vast te stellen in activa en passiva op 1.086.219.06 de baten en lasten over 1939 op 557.708.29 het voordeelig saldo over 1939 op 112.445.78. Prijshoudende stemming op de Amsterdamsche beurs. In den toestand op de effectenbeurs was vrijwel geen verandering gekomen. De koersverbetering, die eergisteren echter kon worden verkregen, kon gisteren goed behouden blflven. Overigens had de markt een vrfl onbelangwekkend en daarby een onbewogen verloop. Bij de opening werd weliswaar op de meeste afdeelingen boven het vorig slot gehandeld, maar daarna trad een kleine reactie in, die in enlcele gevallen weer werd gevolgd door een licht herstel. In dit opzicht was de marktbe- weging geheel overeenkomstig aan die van eergisteren. De petroleumafdeeling had een rustig verloop. Koninklijke waren in doorsnee zoo goed als onveranderd. Op de cultuurafdeeling werden H.V.A.'s in vaste houding ingezet. Naderhand was het aanbod van slechts een paar stukken genoeg om den koers beneden de 400 pct.- afscheiding te brengen. De affaire in ta bakken was onbeteekenend. In rubber waarden was weinig te doen. De meeste soorten* waren prijshoudend. Scheepvaart- aandeelen hadden een kalm verloop. Ove rigens kwamen geen veranderingen van beteekenis voor. Voor industrieelen be stond maar weinig animo. De Philipsaan- deelen en Unilevers werden tegen ongeveer de vorige prijzen afgedaan. Aku's, welke Maandag een klein verlies leden, konden dit grootendeels achterhalen. Ten opzichte van Nederlandsche beleg gingen betoonde men zich weer behoed zaam. De Nederlandsche staatspapieren waren door elkaar genomen prijshoudend, maar nauwelijks gewijzigd. De gestaffelde leening kwam gemiddeld iets hooger te liggen. A Amsterdamsche Bank 113 112% A Ned. Gist- en Spiritusfabr. 375 380 A K.M. De Schelde Nat. Bez. 91 91 A Houthandel Alberts 107% 107 Nederland le lng 1940 4 100 99 15/16 Nederland 2e lng 1940 4 97.11/16 97% Nederland met bel. fac. 1940 4 100 9915/16 Ned. k 1000 1938 (3%) 3 ©0*4 90*4—80% Indië k 1000 1937 3 90% 91% A Koloniale Bank 179 179% A Ned. Ind. Handelsbank 111% 112 C Ned. Handel Mij. 122% 123% C Calvé Delft 67 67 A Lever Bros en Unilever 113% 113114% A Philips Gloeil. Gem. Bez. 204% 205%—203% A Kon. Petroleum Mij. 23-1% 23-3230% A Ned. Scheepvaart Unie 163% 163%—166% A Handelsver. Amsterdam 401 403->-398 A Ned. Ind. Suiker U. 225 225 A Deli Batavia Mij. 192% 194195 C Deli Mij. a 1000 266 268 A Senembah Mij. 208%209 C Amsterdam Rubb. 246% 246244% A Deli Batavia Rubb. My. 195197 A Hessa Rubber Mij. 125 128% A Serbadjadi Sum Rubb. 122 125 Nederland 1941 4 100 98 13/16 98 13/16 Waarom zoudtGénog hoofd* pijn hebben, als Ge in een1 kwartier er van af kunt zijnt Neem 'n AKKERTJE het nieu we merkwaardige middel, dat alle pijnen vTug verdrijft en Uw lichaam niet schaadt. "AKKERTJES" zijn de geluk* kige vinding van Apotheker Dumont in den gemakkelijk In te nemen ronden cachet- J vorm, veel nagemaakt en toch nog nooit geëvenaard! Laat U niets anders aanpra ten en let op 't AKKER-merk. legen pijnen, nare dagen, koorts, kou. BEGRAFENIS HELENE SWARTH. Gistermiddag is op de begraafplaats „Heiderust" te Worth-Rheden (G.) onder groote belangstelling het stoffelijk hulsel van onze groote Nederlandsche dichteres Helene Swarth ter ruste gelegd. Onder de aanwezigen merkten wfl o.m. op mr. M. W. G. van der Veur, Middelburg. In de aula voerden eenige personen het woord. De eerste spreker was de heer J. Reddingius. Spr. zeide, dat een geestelijk leven heeft geleefd. Haar hart klopte voor alles wat liefde was. Zy heeft Nederland veel beloofd en dit op grootsche wijze in vervulling gebracht. Haar liederen leven in de harten van velen en zullen blijven le ven. Ds. Couvee van Rotterdam herinnerde eraan, dat haar liederen meer van smart spraken dan van treuren, maar daarnaast waren er altijd ook woorden van troost in te vinden. Spr. las een van hare ge dichten voor. Als laatste spreker trad mr. M. W. G. v. d. Veur naar voren om Helene Swarth te danken namens vrienden, die niet aan wezig konden zyn. Ook deze spreker las een passend gedicht van de overledene voor. Ds. Couvee bad het „Onze Vader", waar na dr. Krans uit Arnhem namens de fa milie dank bracht voor de laatste eer aan de overledene bewezen. MUZIEKAVOND TE NISSE. NISSE. Onder leiding van den heer Gommert de Kok, organist, werd hier gis teravond in de Ned. Herv. Kerk «ie tweede muziekavond gegeven. Hieraan werkten voorts mede mej. Maps van Westen, viool en de heer Jan Kousemaker viool en alt viool. Uitgevoerd werd o.a. muziek van Mendelsohn, Handel, Cotelli, Fartini, Brachthuizer en Jan Zwart. Wij gewaagden reeds meermalen over de goede kwaliteiten van den organist en daarbij deed de heer Jan Kousemaker zich ook als een uitstekend violist kennen. Met niet minder lot ft-meum wy echter gewagen over mej. Maps van Westen, die wij voor het eerst als soliste hoorden. Niet alleen bleek zij de vaak moeilijke technische pro blemen op goede en vlotte wijze op te lossen, doch evenzoo bewonderden wij haar gevoelvolle voordracht en den mooien toon die zij uit haar instrument wist te halen. Wjj noemen dit het eerst, omdat het kunnen der medewerkers oorzaak was, dat de toehoorders zoo ten volle genoten van de schoone, gewijde muziek, die steeds tot stille aandacht wekte. Dit mooie kerkge bouw, warm verlicht door de laatste stralen der dalende zon, was ook nu een tempel, waarin de aanwezigen het wreede rumoer der wereld een wijle vergaten en meegenomen werden naar hooger sferen van harmonie en schoonheid. Het was on getwijfeld een uitvoering, die sprak tot aller hart, en die, tot en met het laatst» nummer, zeker hoog gewaardeerd werd. NATIONALE ONDERLINGE WAARBORGMAATSCHAPPIJ TEGEN BRANDSCHADE. In de op 23 dezer gehouden jaarlijksche algemeene vergadering van deelgenooten der Nationale Onderlinge Waarborgmaat schappij tegen brandschade, voor houthan delaren en houtbewerkers, gevestigd te Amsterdam, waarin de rekening en ver antwoording over het 37ste boekjaar werd goedgekeurd, bleek, dat het verwaarborgd kapitaal op 1 Januari 1941 bedroeg 40.203.264 en de inleg en reservefondsen op dien datum gestegen waren tot een ge zamenlijk bedrag van 1.335.118. Aan brandschaden werden in 1940, na aftrek van het aandeel van reassuradeu- ren, betaald 9.831.37. In de vacature, ontstaan door de regle mentaire aftreding van den commissaris, ir. A. A. Brevet (houthandel v.h. G. Al berts Lzn. Co.) te Middelburg, werd ge kozen de heer J. M. van Dam (houthandel W. S. van de Wetering Co. N.V.) te Schiedam. PRIJSOPDRIJVINGSWET OVERTREDEN Bij den winkelier K. te Lunteren werd wegens overtreding van de prijsopdryvings- wet 1500 eieren en 300 pond koffie in beslag genomen. FRANCES BRAYBROOKE 3) Vader en dochter keken elkaar aan. Het was dezen man nog zelden overkomen, dat iemand tegen hem in was gegaan. Dat zijn eenig kind zich op zoo koele wijze tegen hem zou verzetten, was niet te ge- looven. „Je durft me in mijn gezicht te zeggen, jongedame, dat je met deze romantische dwaasheid zult doorgaan? Je zult zien, nu het wel duidelijk geworden is, dat je hooit een cent van mij zult krijgen, mocht je hem trouwen, dat hij zich niet verder met je zal bemoeien". ,,Hy wil niet met me trouwen zonder uw toestemming. Dat heeft hij me gezegd. Hrj is verstandig en een harde werker. Hij zal wel heel gauw hoogerop komen. Hij is niet iemand, die een ander voor zijn vrouw laat zorgen", gaf zij ten antwoord. „Bah, apekool!" was het ruwe antwoord. „Denk je, dat ik dat soort niet ken? Ik laat 'm er uit smijten als hjj z'n snuit weer in de fabriek vertoont. En hij krijgt geen getuigschrift van me". „U moest zich schamen om zoo onmen- schelijk te zijn", merkte Mavis boos op. Dan gaf ze zich moeite om haar opko mende woede te beheerschen. „Paps, ik houd zielsveel van hem. U zou zich ooit niet door iemand laten voorschrijven met wie u moest trouwen." „Dat heeft hier niets mee te maken. Jij trouwt mèt Anthony Dare. Hij is in elk opzicht een passende partij voor je. Daar blijft het bij. Als je er mee doorgaat dien Hart te ontmoeten, dan krijg je geen cent meer van me." Dat zal haar wel tot rede brengen, dacht hij bij zichzelf met grimmige voldoening. Ze moest beseffen, dat het hem ernst was. „Het heeft nooit in mijn voornemen ge legen om met Tony te trouwen", gaf zij ten antwoord. „We zijn goede vrienden en we zullen nooit iets anders zijn." „Nu is het uit met dien onzin! Je hebt mijn laatste woord gehoord. Beloof me wat ik je gevraagd heb of verlaat mijn huis. In het laatste geval trek ik m'n han den heelemaal van je terug." Hij kon deze houding veilig aannemen, dacht hij. Ze zou wel merken, dat die on beschaamde jongeling geen zin had haar te trouwen zonder het fortuin, dat hem had aangelokt. „Ik kan u een dergelijke belofte niet geven", was het ferme antwobrd. „Dan weet je wat je te doen staat. Ik heb niet m'n heele leven hard gewerkt om geld voor jou te verdienen en nu op een dergelijke wijze te worden behandeld. Je hebt te kiezen tusschen dezen fortuin jager en je vader." Hij draaide zich om teneinde een sigaar aan te steken met handen, die in weerwil van zichzelf beefden. „Het spijt me paps, maar ik kan werken en in mijn eigen onderhoud voorzien en Sam bewijzen, dat ik geen onnuttig schep sel ben", zei Mavis op kalmen toon. „Werken!" smaalde haar vader. „Wat zou jij willen werken?" Op hetzelfde oogenblik, dat h\j die vraag stelde, herinnerde hij zich haar dwaas heid van een jaar geleden, toen ze voor ver pleegster had willen leeren. Hij had flink op zijn poot gespeeld en haar het idee uit het hoofd gepraat. Nu hij zoo tegen over zijn opstandige dochter stond, besefte hij, dat ze even vast besloten kon zijn als hij was, dat ze er niet aan dacht toe te geven. „Ik zal je tien minuten geven om na .te denken", ging hij voort. Mavis aarzelde. „Paps u kunt het niet meenen, dat ik het huis moet verlaten, tenzij ik u de belofte doe, die u niet het recht hebt mij te vragen!" „En toch meen ik dat wel degelijk", bracht hij uit. Haar ooren deden nog pijn van de hevige uitbarstingen van haar woedenden vader, toen ze zich, bijna net zoo boos als haar vader, terug vond in haar weelderige slaap kamer, bezig voorbereidingen te treffen om het huis te verlaten. Gelukkig had ze nog een vrij groot be drag aan geld in haar handtaschje en haar driemaandelyksche toelage, een ..eer ruime, was juist gisteren door de bank uitbetaald. Ze was van plan nog vanavond naar de Dalbergs te gaan en daar om ad vies en hulp te vragen. Benoodigdheden voor onmiddellijk gebruik zou ze meene men en de rest van haar uitgebreide gar derobe liet ze zich nazenden. Ze trok een eenvoudig tweed costuum aan en pakte zoo gcyd en zoo kwaad als dat ging een handkoffertje, iets waar ze zich nog nooit te voren mee bezig had be hoeven te houden; Binnen enkele minuten zag haar kamer er uit alsof er een tornado had gewoed, kleedingstukken lagen overal verspreid. Haar kamermeisje zou alles wel weer opruimen, zich onderwijl ver-wonde rend over haar plotseling vertrek. Al het personeel zou er trouwens wel versteld over staan. Ze ging verpleegster worden, zooals ze altijd al had gewild. Paps zou merken dat ze geen kind was. Ze zou bewijzen, dat ze het stellen kon zonder alle com fort en weelde waarvan haar vader dacht, dat het zooveel voor haar beteekende. Hij dacht over haar te kunnen beschikken alsof ze een dood voorwerp was. Tony had notabene nog niet eens een aanzoek ge daan. Nadat ze voor het laatst haar blikken door haar prettige kamer had laten gaan, ging Mavis naar beneden, het koffertje in haar hand. Ze opende de deur van de bibliotheek, waar haar vader met afge wend gezicht de krant zat te lezen. Hij geloofde nog steeds niet, dat ze weg zou gaan. Toen hij haar hoorde binnen komen, dacht hij, dat ze kwam om hem te ver tellen, dat ze gehoorzamen zou. Hy draaide zich niet om, noch keek hij op, maar hy hield krampachtig de krant vast, toen hy wachtte tot zij spreken zou. „Ik ga", zei Mavis op kalmen toon. Zijn lippen bewogen zich, maar hy bracht geen geluid voort. Met een be zwaard gemoed verliet ze langzaam de kamer en het huis en vijf minuten later liep ze vlug de laan af. Na een rustelooze en slapeloozen nacht stond John Casslene nog vroeger op dan gewoonlijk. Mavis zou wel bij de Dalbergs zyn. Daar was ze veilig. De zonnige eetkamer zag er akelig leeg uit zonder zyn dochter, die koffie in schonk, toekeek of hy wel alles had en hem nawuifde als hij het huis verliet. Wat was het nu stil in huis. Hy keek de post door, terwyl hy ontbeet. Ze zou wel spoedig tot rede komen als ze merkte, dat het dien kerel alleen maar om haar geld te doen was. „Neem me niet kwalijk meneer", be gon de butler voorzichtig met een blik op het niet veel goeds voorspellende gezicht van zyn meester en zijn nieuwsgierigheid verbergend „komt juffrouw. Mavis van daag terug?" „Neen. Zeg aan haar kamermeisje, dat ze al haar kleeren pakt allemaal, ver sta je en die naar het huis van meneer Dalberg stuurt", was het norsche ant woord. Zich niets aantrekkend van 's mans ver bazing, ging John Casslene naar zijn auto en bleef onderweg naar de fabriek aan dachtig in zyn ochtendblad zitten lezen. Het was alleen maar een kwestie van tijd en dan zou Mavis wel berouwvol en ont goocheld terugkomen, lacht hy. Toen de auto dc binnenplaats van de fabriek opreed, vond hy die tot zyn ver wondering gevuld met groepjes mannen, zijn eigen arbeiders. Zijn glanzende blauwe wagens stonden werkeloos in ryen en bij den ingang van de fabriek liep zyn be- dryfsleider rond, klaarblykelyk opgewon den en kwaad. John Casslene vroeg zich af wat er gebeurd was en hij was zich er tevens van bewust, dat alle oogen op hem waren gericht, toen hij uit zijn auto stapte. „Wat heeft dit te betëekenen?" vroeg hij aan zyn bedrijfsleider. „Waarom zijn de mannen niet aan het werk?" „Het spyt me, dat ik het zeggen moet, meneer, maar zrj staken", was het ver rassende antwoord. „Zy weigeren aan het werk te gaan, tenzy u Sam Hart, die gis teren door u werd ontslagen, weer in dienst neemt. De vuren zijn uit, zoodat de fabriek volkomen stil ligt. Het is on mogelijk om hen te vervangen door andere werkkrachten, die met den gang van za ken hier niet op de hoogte zijn". .(Wordt vervolgd.)'

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1941 | | pagina 6