het doornige pad Winsten van verschillende maatschappijen werden verhoogd. Maak uw tuin productief. Rechtszaken o'sd) Derde blad PROVINCIALE ZEEUWSCHE COURANT Zaterdag 21 Juni 1941 Financieel Economisch Overzicht De vormen der toekomstige staatsfinanciering. Het lijkt niet waarschijnlijk, dat het bin nen afzienbaren tijd tot sterke koersbewe- gingen op de effectenbeurs zal komen. Viel er kort geleden een neiging waar te nemen om obligaties tegen aandeelen te ruilen, de verschillende bekendmakingen ten aanzien van de nieuwe belastingen alsmede de ver wachting van de komende heffingen, die tot een beperking van de dividenduitkeering zullen leiden, hebben aan de markt een geheel ander beeld gegeven en hebben er toe geleid, dat men thans slechts nog wei nig op de beurs onderneemt. Een belangrijk punt vormt daarbij de reeds eerder be sproken uitbreiding van de inkomstenbe lasting totde speculatiewinsten. Toch begint men zich langzamerhand te realiseeren, dat de belasting op zulke win sten slechts in bijzondere gevallen ver schuldigd zal zijn, n.l. dan wanneer op de beurs gekochte fondsen binnen het jaar weer met winst worden verkocht. In de eerste plaats moet de winst dan meer dan 500 bedragen, maar bovendien zal zich wellicht de mogelijkheid voordoen, dat men de verliezen op andere fondsen weer kan aftrekken. Zou men in normale omstandig heden met den verkoop der fondsen, die in koers zijn gedaald wellicht hebben ge wacht, na de in werking treden van de nieuwe bepalingen, zullen velen dan liever tot realisatie overgaan in de verwachting, dat men een ander fonds van ongeveer de zelfde waarde zal kunnen terugkoopen. In Amerika kent men het verschijnsel van de z.g. tax-stelling, welke verkoopen te gen het einde van het jaar optreden en die eveneens ten doel hebben om verliezen op effectenbezit met het oog op de opgave voor de belasting reëel te maken. Uit het bovenstaande blijkt reeds doch wij leggen hierop nog eens den nadruk dat er geen belasting verschuldigd is, in dien er een koersstijging is ingetreden, zon der dat de betreffende fondsen zyn ver kocht en dus de winst reëel is binnenge haald. In het algemeen kan men zeggen, dat de bonafide belegger of fondsenbezit- ter niet zoo heel veel met de belasting op speculatiewinst te maken zal hebben. Dit neemt niet weg, dat de operaties van spe culatieve belangen vroeger wel eens een levendig beeld aan de beurs gaven, waar door een beweging werd ingezet, die dan later door het publiek werd overgenomen. Dergelijke mogelijkheden lijken thans niet bijzonder groot meer en het gevolg is, dat de markt wat men noemt ^dun" is ge worden, d.w.z. er zijn weinig orders, zoo wel om te koopen als om te verkoopen en een kleine vermeerdering der orders aan den een of aan den anderen kant kan soms in verhouding tot de omzetten vrij sterke fluctuaties in het leven roepen, Dringende beleggingsvraag, hetzij op de aandeelen- of de obligatiemarkt in verband met den drang tot belegging van spaar kapitaal lijkt op het oogenblik weinig waarschijnlijk, omdat er reden*is om aan te nemen, dat de kapitaalvorming in dezen zin thans niet bijzonder groot is. Belang rijke bronnen van inkomsten op het natio nale vermogen zijn voor het oogenblik afgesloten. Men denke maar eens aan de beleggingen in het buitenland en in Ned. Indië en het ontbreken van de inkomsten uit de scheepvaart. De berichten van hoo- gere winsten over het afgeloopen jaar hebben wel eens aanleiding gegeven tot de meening, dat de inkomsten uit het effectenbezit aanzienlijk moeten zijn ge stegen. Gestegen 'zijn die inkomsten inder daad, maar toch zeker niet in zeer sterke mate. De Amstérdamsche Bank heeft kor telings een samenstelling gepubliceerd van de winsten en de uitkeeringen van 287 in het binnenland werkende maatschap pijen. Uit de cijfers bleek, dat de netto winst inderdaad dooreengenomen belang rijk is gestegen, indien men de verliezen van sommige maatschappijen daarby in mindering brengt. De nettowinst bedroeg nl. in 1939 34 millioen en in 1940 voor dezelfde onderneming 80.2 millioen. De stijging van de uitkeeringen hield daar mede echter lang niet gelijken tred. De gezamenlijke uitkeeringen bedroegen nL in 1939 35.1 millioen en in 1940 42.8 millioen. In 1939 werd dus meer uitge keerd dan de winst bedroeg, in 1940 be langrijk minder. Over de stijging van de nettowinsten valt nog op te merken, dat het onjuist zou zijn hieruit te concludeeren, dat de betreffende ondernemingen in bijzonder sterke mate van de omstandigheden zouden hebben geprofiteerd. Inderdaad zijn voor verkochte goederen en voorraden in verre weg de meeste gevallen hoogere pryzen gemaakt dan in normale omstandigheden waarschijnlijk het geval zou zijn geweest. Indien de betreffende maatschappijen de geliquideerde goederen- en grondstoffen-^ voorraden tegen de oude inkoopprijzen zou kunnen vervangen, dan zou men van reëele winst kunnen spreken. Het behoeft echter nauwelijks te worden betoogd, dat zulks niet mogelijk is, in de eerste plaats omdat de goederen en grondstoffen er niet zijn, althans niet in voldoenden omvang en inde tweede plaats omdat, voor zoover zij wel aanwezig zijn, de prijzen aanzienlijk hooger zijn. De verkoopprijzen der eind producten zijn echter niet andermaal ver hoogd. Het gevolg is dus, dat de pro ducenten met hetzelfde bedrijfskapitaal thans een veel kleinere goederenvoorraad zouden kunnen koopen, zoodat zij eigen lijk op hun vermogen hebben ingeteerd. De gemaakte boekwinsten zijn dus eigen lijk op hun vermogen hebben ingeteerd. De gemaakte boekwinsten zijn dus voor een deel slechts schijn en daarom zou het ver keerd zijn overhaaste conclusies te trekken. Hetzelfde verschijnsel heeft zich ook tn den vorigen oorlog, maar toen in nog veel sterkere mate voorgedaan. Vele pai-- ticulieren en de leiders van ondernemingen hebben zich toen ryk gerekend om achter af tot de conclusie te komen, dat zij slechts armer waren geworden. Indien men het bovenstaande in aan merking neemt, dan kan de groote over vloed van geldkapitaal, welke men overal waarneemt, niet zijn verklaring vinden in de toegenomen welvaart van de betreffende ondernemingen, doch men moet hierin veeleer de spiegel zien van het gerealiseer de vermogen van de ondernemingen, waar bij dikwyls stille reserves door den ver koop van goederen, die tegen een matigen prijs te boek stonden, in kasmiddelen wer den omgezet. Het behoeft geen betoog, dat de groote geldruimte, die men thans kan waarnemen met de eigenlijke kapitaal vorming, dus met besparingen uit een overschot van prodifctie niets te maken heeft. Daaruit zou dan tevens moeten worden afgeleid, 'dat de eventueele nieuwe staatsleeningen, die nog zy'n te wachten niet of slechts in zeer beperkte mate bij het eigenlijke spaarkapitaal zouden kun nen worden ondergebracht. Veeleer zou de Staat zich moeten wenden tot de- geld- reservoirs, die wij hierboven hebben aan geduid en die feitelijk de tegenwaarde vormen van het gerealiseerde goederen vermogen. Die gelden zijn natuurlijk aller minst geschikt om op den duur in staats leeningen te worden belegd, daar zij de beschikkingsmacht vormen van de pro ducenten, waarmede zij straks weer goe deren en grondstoffen zullen moeten in slaan. Tot nu toe werden deze gelden tij delijk in schatkistpapieren belegd, maar indien de Staat tot consolidatie zou over gaan dan heeft men geen keus en zou men dus deze gelden voor dit doel moeten aan trekken. De geruchten over een staats- leening met korten looptijd zijn met be waarheid en het schijnt, dat de betreffende plannen geheel van den baan zijn. Indien men in aanmerking neemt, dat In Duitseh- land de inschryving op de nieuwe staats- leening thans voor onbepaalden tijd wordt De uitoefening van de sleepvaart. De sleepvaartcommissie deelt mede, dat van 23 Juni 1941 af controle zal wor den uitgeoefend op de nakoming der bepa lingen van het besluit van den secretaris generaal van het departement van water staat, betreffende de uitoefening van de sleepvaart in het bezette Nederlandsche gebied, dd. 25 Februari 1941 (verordenin genblad dd. 6 Maart 1942, no. 47) en het desbetreffende reglement dd. 10 Maart 1941 (Nederlandsche Staatscourant dd. 10 Maart 1941, no. 48). Houders van sleepbooten worden er op gewezen, dat zij voor het verrichten van sleepwerk in bezit dienen te zijn van een door of namens de sleepvaartcommissie afgegeven vergunning. GROOTE BRAND IN -GEBAKFABRIEK TE AMERSFOORT. Vannacht omstreeks twee uur ontdekte de. nachtwaker van Doorn brand in Meur- sing'S gebakfabriek aan het Smalle pad te Amsterdam. Hij maakte alarm en .ter stond rukte de brandweer uit met volledig materiaal. De brand was ontstaan in de nabijheid van de koekbakkerij bij de ovens. De vlammen vonden hier blijkbaar gretig voedsel en sloegen over op de pakinrich- ting, waar veel papier en ander licht ont vlambaar materiaal aanwezig was. Aan gewakkerd door den noordwesten wind nam de brand in korten tijd enorme afme tingen aan, zoodat de vlammen in verren omtrek zichtbaar waren. Omstreeks drie uur ontplofte met een hevige knal een in de- fabriek aanwezige groote flesch ammoniak. Men meende eerst, dat het een gashouder was. Deze echter bleek nog volkomen intact te zrjn gebleven, ondanks de geweldige hitte. Behalve het nieuwe gedeelte aan de koppelpoortzijde, is de fabriek nagenoeg geheel uitgebrand. Door snel ingrijpen gelukte het, uit de kantoorgebouwen eenige wa "devolle pa pieren te redden. De directie van de fabriek is tegen brand- en bedrijfsschade verzekerd. VERGOEDING OORLOGSSCHADE MOTORRIJTUIGEN. In de Rijksregeling inzake de vergoe dingen voor oorlogsgeweld-sehaden aan aan huisraad, enz., worden in een apart artikel (art 8) ook de bijdragen geregeld wegens het verloren gaan van motor rijtuigen door oorlogsgeweld. De redactie van het artikel kon er toe leiden, dat enkele schade-enquête-commis sies slechts bijdrageii toekenden wanneer het verloren gegane motorrijtuig voor den rechthebbende als onmisbaar moest worden beschouwd. De K.N.A.C. meende aan het bedoelde artikel echter een andere interpretatie te moeten geven, waardoor de beperkende be paling van de noodzakelijke onmisbaarheid van het motorrytuig niet zou geiden. Dezer dagen ontving zij van het departe ment van financiën bericht, dat dit zich met de interpretatie kan vereenigen, zoodat voortaan onafhankelijk van het feit of het motorrytuig voor den rechthebbende on misbaar was of niet, in ieder geval een rijksbijdrage kan worden verleend, wan neer het voertuig door oorlogsgeweld ver loren gaat. opengesteld en dat daaraan ook geen vast bedrag is verbonden, dan lijkt het niet on waarschijnlijk, dat te eeniger tijd ook hier te lande tot dit systeem zal worden over gegaan. Hieronder volgt een overzicht van het koersverloop in de afgeloopen week. 4 Nederland 1940 H 97 3/16, 9715/16 4 Nederland 1941 98 9/16, 98 15/16 3—3% N .derland 1938 89 5/16, 90 5/16 Aku 136%, 134%, 136%, 136% Lever Bros 114, 113%, 116, 112, 112% Philips 206%, 204, 207, 204%, 205% Koninklijke Petroleum 223%, 227, 224%, 230%, 225%. Amsterdam Rubber 236, 247%, 240, 241 Ned. Scheepvaart Unie 157, 162%, 159, 160% H.V.A. 386%, 398, 393, 400, 390. Senembah 194, 208%, 206 FRANCESBRAYBROOKB i) „Mavis Casslene, wat zal je vader wel zeggen als hy hoort, dat je uitgaat met een van de chauffeurs van zyn fabriek, terwijl hij het in zijn hoofd heeft gezet, dat je met Anthony Dare trouwt?" zei Janet Dalberg, onderwijl zy haar vriendin gadesloeg, die bezig was haar hoed op de meest voordeelige wijze op haar hoofd te zetten. Hoe aantrekkelyk was ze, deze eenige dochter van een zeer rijk man, met haar glanzend zwarte haar en groote donkere oogen. Viel het te verwonderen, dat Tony Dare, de lcnappe en reeds naam makende jonge arts, met een schitterende toekomst voor zich, verliefd op haar was geworden? Tony's moeder bezat veel geld en op een goeden dag zou Tony den titel erven van zijn ongetrouwden oom. Hij wilde een huls koopen in Harley Street en daar wachten op patiënten, die zich in drom men zouden aandienen, om den jongen dokter te consulteeren, die zich reeds op jeugdigen leeftijd een goeden naam had verworven. H(j had een vrouw noodig en Mavis zou daarvoor heed geschikt zyn. Maar zij was verliefd op Sam Hart, den chauffeur van een der auto's van haar vader Ofschoon John Casslene buitengewoon trotsch was op het feit, dat hjj zich met eigen krachten had opgewerkt tot de sport van de maatschappelijke ladder, waarop hij zich thans bevond, wat zijn dochter betreft was hij erg eerzuchtig. Geen vroegtijdige moeilijkheden voor haar. Zij moest beginnen, waar John Casslene op hield. Janet zuchtte, zich ervan bewust, dat het heel wat narigheid zou geven als hjj de waarheid wist. Mavis mocht Tony graag, maar alleen als vriend en ze stond even zeer op haar .standpunt al- haar vader. Een weerbarstige krul recht strijkend, richtte zij zich glimlachend tot Janet. „Paps is iemand, die zich zelf heeft op gewerkt. Hij laat zich er op voorstaan dat hij van niets iets is geworden. Hij mag iemand, die vooruit wil komen, zooals Sam erg graag". „Misschien, maar hij wil voor jou het allerbeste, hij wil dat jij mevrouw Dare wordt, de vrouw van den knapsten arts van deze eeuw en daarover kun jij je niet verbazen", beweerde Janet. „Sam is het allerbeste", antwoordde Ma. vis, haar roode lippen spitsend, er zoo precies eender uitziend als haar vader, wanneer hij zijn zinnen op iets had ge zet. „En op het oogenblik is een huwelijk met hem nog niet aan de ordie". „Maar dat zal aan de orde komen", hield haar vriendin vol. „Je kunt niét ontkennen, dat je smoor verliefd op hem bent". „Ja, dat ben ik". Een blos kleur .Ie Ma vis' wangen. „Ik ben er zeker van dat hij ook van my houdt, maar bij wil het niet bekennen". „Dat kan ik me voorstellen. Het doet me - plezier, dat hjj zoo verstandig is. Hij moest eigenlijk een filmster zijn, geen chauffeur. Als je dien dag, dat wij jouw vader gingen opzoeken, niet van de stee- nen trap in de fabriek naar beneden was getuimeld, dan zou je hem nooit hebben ontmoet". „Het was een verstuikten enkel meer dan waard Sam te leeren kennen", zei Mavis met een teederen glimlach, die haar zoo mooi maakte, dat Janet haar adem in hield. Wat een pracht paar zouden zij en Sam zyn. Maar John Casslene zou het nooit goed vinden. Hij zou dol van woede zyn als hij wist, dat al zijn prachtige plannen voor de toekomst van zijn dochter waren mislukt Mavis had in haar leven alle comfort gekend. Zij was de meesteres van het groote huis van haar vader aan den bui tenkant van Ardell, daar haar moeder was gestorven toen zij nog een baby was. Ze had haar eigen duren wagen en meer kleeren voor één jaargetijde dan Janet, <ie oudste dochter van William Dalberg, in twee jaar kreeg. Janet was secretaresse bij haar vader, die advocaat was. Er viel nooit eenig geld te spa_en in him comfortabele, artistiek slordige woning. Haar zuster had een baan in Londen en haar broer was in Kenya. Janet benijdde Mavis haai- rijkdom nooit Daarvoor hield ze tie veel van haar. Mavis had een buitengewoon goed karakter en ze stond altyd klaar om anderen te hel pen, maar ze had geen idee van de werke lijke aarde van geld, dat als water door haar kleine blanke handen liep. Het idee, dat zij een man zou trouwen in Sam's ne derige positie, was absurd. „Ik zal je bij de tennisbaan afzetten. Je moet injj bij Tony verontschuldigen, zeg hem maar, dat ik bij nader inzien toch niet kon komen. Natuurlijk heb ik niet beloofd, dat ik zou komen. Ik heb gezegd, dlat ik er zyn zou als ik kon", zei Mavis na een korte pauze, „Komt in orde, was het antwoord van Janet. „Je hebt zeker een afspraakje met Sam?" „Ja, hy belde me een uur geleden op en zei, dat hy me dringend moest spreken. Kijk niet zoo ernstig, Janet. Paps zal na tuurlijk boos zijn, maar hij zal er wel over heen komen". Janet betwijfelde dat John Casslene was een hard iemand en zijn woord was wet op zijn buiten Shadowlands zoowel als in de fabriek. Zijn ondergeschikten waren bang voor hem, ofschoon ze hem ook res pecteerden. Het was bekend, dat wanneer hij eenmaal een besluit had genomen, hjj nooit op zyn woord terug kwam. Wat zou hij zeggen en doen als hij de waarheid over Mavis wist? Janet durfde daar niet aan te denken. Uiterlijk Wenken voor den leek. WERK IN DEN TUIN xvn. Eindelyk is het echt zomer geworden en op den groei van onze gewassen in den tuin heeft de warmte een weldadigen in vloed. Men zegt wel eens „Je kunt het zien groeien" en we staan versteld hoe sommige gewassen in een paar dagen in omvang zijn toegenomen. Dit heeft echter tot gevolg, dat .er ineens volop werk is, dat geen uitstel kan lijden. Zoo zijn er tal van gezaaide gewassen, die nu moeten worden uitgedund. Dit is o.a. het geval met peen, kroten, Brusselsch witlof en schorseneeren. Zomerpeen dunnen we uit op 4 cm. kroten op 20 cm. Brusselsch witlof tot 15 cm. en schorseneeren tot op 10 cm. De erwten en peulen vragen nu steun van een draad, waardoor ze tegen het rijshout worden gedruktde stokboonen vragen al spoedig onze hulp bij het klim men in de daarbij geplaatste stokken. Daarbij houden we .er rekening mede, dat de boon een gewas is, dat tegen den kring loop van de zon inklimt. In het begin kun nen we de jonge ranken het beste met een biesje aan de stokken binden, maar vooral niet te stijf, daar ze anders worden afge- snoerd. Planten en zaaien. Het is nu ook uitstekend weer om te planten en enkele gewassen nog te zaaien. Het planten van kool is nu in vollen gang en waar dat mogelijk is, stellen we het dan ook niet uit. Een groen tensoort, die we steeds in op volging in onzen tuin voorhanden willen hebben, is kropsla. Zoo hebben we thans ook weer jonge planten, die -uitgeplant kunnen worden. We gebruiken de zomer- soorten, die niet zoo spoedig door zullen schieten. U weet immers, dat dan een zaadstengel .ontstaat en de krop waarde loos wordt. We kunnen ook weer kropsla zaaien, maar we doen dit nu ter plaatse. De jonge plantjes worden dus niet meer uitgeplant. We zaaien zeer ruim en zoodra de plantjes opkomen, worden deze uitge dund tot op ongeveer 25 cm. onderlingen afstand. De niet verplante kropsla schiet niet zoo spoedig door, vandaar dat we ter plaatse zaaien. We zaaien thans ook postelein. Het is er nu ideaal weer voor, dus wachten we er geen dag meer mede. Dit zaad moet niet worden ondergewerkt, maar hoogstens even oppervlakkig worden doorgeharkt. Ook dit is niet bepaald noodig. Wel dek ken we het gezaaide af met èen mat of zak, totdat het opkomt. Dan moet deze bedekking vooral direct worden weggeno men. Om in opvolging te beschikken over oogstbare postelein, moeten we ook in op volging zaaien. We kunnen dit doen met een tusschenruimte van 2 of 3 weken. Het is opmerkelijk, dat na den langsten dag de groeikracht al direct minder wordt. Vooral bij teere gewassen is dit zeer merk baar. Een verschil van eenige dagen zaaien geeft dan soms weken verschil in tijd van oogsten. Onkruid. Niet alleen de gewassen die we telen, maar ook het onkruid groeit thans welig en dat is vanzelfsprekend niet prettig. Hiertegen moeten we ook.en wel zoo spoe dig mogelijk den strijd aanbinden. Bij droog weer en waar dit mogelijk is, ge bruiken we den schoffel. Wie dit gereed schap voor het eerst moet hanteeren heeft wel eenige aanwijzing noodig. Loop bij het schoffelen nooit over het reeds geschoffel de land. Gewoonlijk werkt men achteruit, maar trap daarbij dan niet de gewassen plat. Schoffel niet te diep, maar zorg wel dat alle onkruid goed los komt te liggen het gaat dan door de zon wel dood. Schof fel zoo dicht mogelijk bij de gewassen, maar beschadig deze daarbij niet. Het laatste onkruid, dus dat wat tegen de ge wassen aangroeit, moet met de hand wor den uitgeplukt. Bij regenachtig weer helpt schoffelen weinig of niets. Dan moet alle onbevreesd, besefte Mavis niet wat het zeggen wilde tegen zijn verlangen in te handelen. „Sam blijft niet z'n heele leven chauf feur. Hy wil meer bereiken. Ik zeg nog eens, dat paps bewondering heeft voor mannen met de ambitie om hooger op te komen", verklaarde Mavis met nadruk. „Niet als het er op aankomt zyn doch ter en erfgename té trouwen", bracht Ja- net in het'midden. „Ik sta er op mijn eigen man te kiezen". Omhoog ging de kleine karakteristieke kin van het meisje. Er zouden haar nog veel moeilijkheden wachten, maar het was woorden verspillen haar dat te zeggen. Gearmd met Janet de trap afrennend, was Mavis er van overtuigd, dat ze in staat was haar vader in de goede richting te leiden. Ze stapten in den glanzenden wagen, die stond te wachten en reden langzaam weg. Maris in haar simpele, witte jurk en bijpassend hoofddeksel, waarop het stempel van kostbaren een voud was gedrukt, had altdij haar wen- schen vervuld gezien, fee zag er uit als een prinses. Een ervaren vrouwelijke kracht zorgde voor haar uiterlijk,' kleeren en andere onderdeelen. Janet bracht haar gedachten met een schok terug naar het heden, toen zy voor het hek van. de tennisbaan stopten op het oogenblik, dat juist Anthony Dare uit zyn auto stapte. Tony zag er in zijn onberis pelijk tenniscostuum aantrekkelyk en voornaam uit ;,Ik speel vanavond niet, Tony", zette Mavis zorgeloos uiteen. Ik heb een be langrijke afspraak, Laat Janet mijn plaats maar innemen". Hij legde zyn welgevormde döktershand op het portier van haar auto. „Vind je het aardig om me zoo teleur te stellen, Mavis?" vroeg hij op verwij tenden toon en kennelijk uit zyn humeur. Hy was gewend bewonderd en omstreden te worden door de vele meisjes, die tever geefs getracht hadden de liefde te winnen VERBODEN WAPENBEZIT. Jongeman tot 5 jaar tuchthuisstraf veroordeeld. Voor het Duitsche Kriegsgerfcht te Utrecht had zich gisterochtend te verant woorden de 37-jarige E. uit Haarlem, ter zake van ongeoorloofd wapenbezit. In verband hiermede stonden ook terecht de 18-jarige en de 20-jarige broers L., even eens uit Haarlem. Laatstgenoemden had den op een avond in de omgeving van Haarlem eenige wapens opgevischt uit het water. De jongens vonden het een attrac tie en beseften niet, dat zij gevaarlijk spel speelden. Zy kwamen in contact met be klaagde E., die op zjjn beurt groote be langstelling toonde voor de opgevischtc wapens en twee pistolen, welke nog in goeden staat waren, mee naar huis nam. E. had de wapens gekregen en stapte hier na, in gezelschap van een vriend, naar huis. Onderweg werd hij aangehouden door de politie. De president van het Kriegsgericht wees er op, dat beklaagde zoo verstandig had moeten zyn, -die wapens niet mee naar huis te nemen, ook al waren zij uit het water opgevischt en ook al stond beklaag de zeer gunstig bekend. Er is, aldus spr., nu genoeg gewaarschuwd, dat het streng verboden is wapens by zich te dragen. Dat had beklaagde E. kunnen weten. Ten aan zien van de twee beklaagden L. merkte de president op,- dat zij wellicht in jeugdige onbezonnenheid gehandeld hebben. Maar voor E. is het feit veel ernstiger. Hij is in militairen dienst geweest en al heeft hg dan met de wapens niets gedaan en al had hy er dan ook, zooals is gebleken, geen kwade bedoelingen mede, het Kriegsge richt moet een einde maken aan dergelijke feiten. Tegen beklaagde E. werd vyf jaar tucht huisstraf geëischt en tegen de andere twee drie maanden. Mr. E. J. Emmelot uit Utrecht hield hierop een langdurig pleidooi en bracht nog eens naar voren, dat E. geen kwade bedoe lingen had. In zijn vonnis wees de president er o.m. op, dat hier een afschrikwekkend voorbeeld gesteld dient te worden, zoodat hy be klaagde E. overeenkomstig den'eisch, ver oordeelde tot een tuchthuisstraf van vijf jaar, met dien verstande, dat er acht we ken voorarrest werden afgetrokken. Postpaketten voor de grensgebieden. Naar aanleiding van de bijzondere maat regelen voor het vervoer en het opslaan van goederen in de grensgebieden moeten op de bestelkaarten van de voor deze gebieden bestemde postpaketten de zich daarin be vindende artikelen met de werkelijke of eigen benaming genoemd worden. Dit moet, voor zoover mogelijk, geschieden op een deel van de ruimte, welke bestemd is voor het opplakken van frankeerzegels. Pakketten, welke vergezeld gaan van een binnenlandsche pas, uitgereikt door den ontvanger of sub-ontvanger der accijnzen, zyn van deze formaliteit vrygesteld. Ter beantwoording van de vraag of een bepaalde plaats tot de hier vermelde grens gebieden behoort of niet, richte men zich tot de postkantoren. 50 JAREN RAADSLID. De heer J. E. Penraad* herdenkt 22 Juni a.s. zyn 50-jarig jubileum als raads lid- Sedert 20 November ^1913 is hij te vens wethouder der gemeente Maurik. Al deze jaren heeft hij in beide functies de belangen der gemeente op de beste wijze behartigd. Zyn groote verdiensten werden indertijd erkend by zyn benoeming tot ridder in de orde van Óranje-Nassau. onkruid met de hand worden uitgetrokken. Men komt dan zoo licht in de verleiding om te wachten op droog weer, maar pluk dan in elk geval reeds het grootere on kruid uit, opdat het u niet de baas wordt. By droog weer kunnen we dan het klei nere wel verdelgen door schoffelen. van den knappen en veelbelovenden jongen dokter. Hy was danig bedorven door zijn moeder en zijn vroege succes. Evenals Mavis had hij altyd gekregen wat zijn hart begeerde geld, positie en talent, teza men met een knap uiterlyk maakten hem onweerstaanbaar. Janet vroeg zich af hoe oen meisje Sam Hart boven hem kon ver kiezen, want ze was jaren lang in het ge heim verliefd op hem geweest. „Ik heb niet beloofd, dat ik zou komen spelen", gaf ze ten antwoord. „Het spijt me erg, maar ik kan niet langer meer blijven, anders kom ik te laat". Tony vroeg zich jaloers af waar ze heen zou gaan. Hij had gedacht dat hij, dank zy haar vader en zijn eigen moeder, maar een aanzoek zou behoeven te doen om.geaccepteerd te worden. De weerspan nige houding van Mavis had hem wakker geschud. Het was geen kunSt om je hand uit te steken en de vrucht te plukken, die je hebben wilde. Het was veel opwinden der tot de ontdekking te komen, dat die vrucht onbereikbaar voor je was. Tenslotte zou ze toch de zijne worden. Dat stond by hem vast. Ze speelde met hem, dacht die jonge dokter gelaten. Het kon geen kwaad als hij net deed of hij aandacht aan Janet Dalberg schonk. Dus kwam hij met zyn meest inneanenden glimlach op haar toe en begeleidde haar naar de ten nisbaan, gevolgd door de jaloersche blik ken van de andere meisjes van de club. Misschien keek Mavis hem wel na, on aangenaam verrast door zyn grif aan vaarden van dit andere gezelschap en haar haastige weigering betreurend, dacht hij, een gesprek met Janet beginnend.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1941 | | pagina 9