het doornige pad
Winsten van verschillende maatschappijen
werden verhoogd.
Maak uw tuin
productief.
Rechtszaken
o'sd)
Derde blad
PROVINCIALE ZEEUWSCHE COURANT
Zaterdag 21 Juni 1941
Financieel Economisch Overzicht
De vormen der toekomstige staatsfinanciering.
Het lijkt niet waarschijnlijk, dat het bin
nen afzienbaren tijd tot sterke koersbewe-
gingen op de effectenbeurs zal komen. Viel
er kort geleden een neiging waar te nemen
om obligaties tegen aandeelen te ruilen, de
verschillende bekendmakingen ten aanzien
van de nieuwe belastingen alsmede de ver
wachting van de komende heffingen, die
tot een beperking van de dividenduitkeering
zullen leiden, hebben aan de markt een
geheel ander beeld gegeven en hebben er
toe geleid, dat men thans slechts nog wei
nig op de beurs onderneemt. Een belangrijk
punt vormt daarbij de reeds eerder be
sproken uitbreiding van de inkomstenbe
lasting totde speculatiewinsten.
Toch begint men zich langzamerhand te
realiseeren, dat de belasting op zulke win
sten slechts in bijzondere gevallen ver
schuldigd zal zijn, n.l. dan wanneer op de
beurs gekochte fondsen binnen het jaar
weer met winst worden verkocht. In de
eerste plaats moet de winst dan meer dan
500 bedragen, maar bovendien zal zich
wellicht de mogelijkheid voordoen, dat men
de verliezen op andere fondsen weer kan
aftrekken. Zou men in normale omstandig
heden met den verkoop der fondsen, die
in koers zijn gedaald wellicht hebben ge
wacht, na de in werking treden van de
nieuwe bepalingen, zullen velen dan liever
tot realisatie overgaan in de verwachting,
dat men een ander fonds van ongeveer de
zelfde waarde zal kunnen terugkoopen.
In Amerika kent men het verschijnsel van
de z.g. tax-stelling, welke verkoopen te
gen het einde van het jaar optreden en die
eveneens ten doel hebben om verliezen op
effectenbezit met het oog op de opgave
voor de belasting reëel te maken.
Uit het bovenstaande blijkt reeds doch
wij leggen hierop nog eens den nadruk
dat er geen belasting verschuldigd is, in
dien er een koersstijging is ingetreden, zon
der dat de betreffende fondsen zyn ver
kocht en dus de winst reëel is binnenge
haald. In het algemeen kan men zeggen,
dat de bonafide belegger of fondsenbezit-
ter niet zoo heel veel met de belasting op
speculatiewinst te maken zal hebben. Dit
neemt niet weg, dat de operaties van spe
culatieve belangen vroeger wel eens een
levendig beeld aan de beurs gaven, waar
door een beweging werd ingezet, die dan
later door het publiek werd overgenomen.
Dergelijke mogelijkheden lijken thans niet
bijzonder groot meer en het gevolg is, dat
de markt wat men noemt ^dun" is ge
worden, d.w.z. er zijn weinig orders, zoo
wel om te koopen als om te verkoopen en
een kleine vermeerdering der orders aan
den een of aan den anderen kant kan soms
in verhouding tot de omzetten vrij sterke
fluctuaties in het leven roepen,
Dringende beleggingsvraag, hetzij op de
aandeelen- of de obligatiemarkt in verband
met den drang tot belegging van spaar
kapitaal lijkt op het oogenblik weinig
waarschijnlijk, omdat er reden*is om aan
te nemen, dat de kapitaalvorming in dezen
zin thans niet bijzonder groot is. Belang
rijke bronnen van inkomsten op het natio
nale vermogen zijn voor het oogenblik
afgesloten. Men denke maar eens aan de
beleggingen in het buitenland en in Ned.
Indië en het ontbreken van de inkomsten
uit de scheepvaart. De berichten van hoo-
gere winsten over het afgeloopen jaar
hebben wel eens aanleiding gegeven tot
de meening, dat de inkomsten uit het
effectenbezit aanzienlijk moeten zijn ge
stegen. Gestegen 'zijn die inkomsten inder
daad, maar toch zeker niet in zeer sterke
mate. De Amstérdamsche Bank heeft kor
telings een samenstelling gepubliceerd van
de winsten en de uitkeeringen van 287
in het binnenland werkende maatschap
pijen. Uit de cijfers bleek, dat de netto
winst inderdaad dooreengenomen belang
rijk is gestegen, indien men de verliezen
van sommige maatschappijen daarby in
mindering brengt. De nettowinst bedroeg
nl. in 1939 34 millioen en in 1940 voor
dezelfde onderneming 80.2 millioen. De
stijging van de uitkeeringen hield daar
mede echter lang niet gelijken tred. De
gezamenlijke uitkeeringen bedroegen nL
in 1939 35.1 millioen en in 1940 42.8
millioen. In 1939 werd dus meer uitge
keerd dan de winst bedroeg, in 1940 be
langrijk minder.
Over de stijging van de nettowinsten
valt nog op te merken, dat het onjuist
zou zijn hieruit te concludeeren, dat de
betreffende ondernemingen in bijzonder
sterke mate van de omstandigheden zouden
hebben geprofiteerd. Inderdaad zijn voor
verkochte goederen en voorraden in verre
weg de meeste gevallen hoogere pryzen
gemaakt dan in normale omstandigheden
waarschijnlijk het geval zou zijn geweest.
Indien de betreffende maatschappijen de
geliquideerde goederen- en grondstoffen-^
voorraden tegen de oude inkoopprijzen zou
kunnen vervangen, dan zou men van
reëele winst kunnen spreken. Het behoeft
echter nauwelijks te worden betoogd, dat
zulks niet mogelijk is, in de eerste plaats
omdat de goederen en grondstoffen er niet
zijn, althans niet in voldoenden omvang en
inde tweede plaats omdat, voor zoover
zij wel aanwezig zijn, de prijzen aanzienlijk
hooger zijn. De verkoopprijzen der eind
producten zijn echter niet andermaal ver
hoogd. Het gevolg is dus, dat de pro
ducenten met hetzelfde bedrijfskapitaal
thans een veel kleinere goederenvoorraad
zouden kunnen koopen, zoodat zij eigen
lijk op hun vermogen hebben ingeteerd.
De gemaakte boekwinsten zijn dus eigen
lijk op hun vermogen hebben ingeteerd.
De gemaakte boekwinsten zijn dus voor een
deel slechts schijn en daarom zou het ver
keerd zijn overhaaste conclusies te trekken.
Hetzelfde verschijnsel heeft zich ook tn
den vorigen oorlog, maar toen in nog
veel sterkere mate voorgedaan. Vele pai--
ticulieren en de leiders van ondernemingen
hebben zich toen ryk gerekend om achter
af tot de conclusie te komen, dat zij
slechts armer waren geworden.
Indien men het bovenstaande in aan
merking neemt, dan kan de groote over
vloed van geldkapitaal, welke men overal
waarneemt, niet zijn verklaring vinden in
de toegenomen welvaart van de betreffende
ondernemingen, doch men moet hierin
veeleer de spiegel zien van het gerealiseer
de vermogen van de ondernemingen, waar
bij dikwyls stille reserves door den ver
koop van goederen, die tegen een matigen
prijs te boek stonden, in kasmiddelen wer
den omgezet. Het behoeft geen betoog, dat
de groote geldruimte, die men thans kan
waarnemen met de eigenlijke kapitaal
vorming, dus met besparingen uit een
overschot van prodifctie niets te maken
heeft. Daaruit zou dan tevens moeten
worden afgeleid, 'dat de eventueele nieuwe
staatsleeningen, die nog zy'n te wachten
niet of slechts in zeer beperkte mate bij
het eigenlijke spaarkapitaal zouden kun
nen worden ondergebracht. Veeleer zou
de Staat zich moeten wenden tot de- geld-
reservoirs, die wij hierboven hebben aan
geduid en die feitelijk de tegenwaarde
vormen van het gerealiseerde goederen
vermogen. Die gelden zijn natuurlijk aller
minst geschikt om op den duur in staats
leeningen te worden belegd, daar zij de
beschikkingsmacht vormen van de pro
ducenten, waarmede zij straks weer goe
deren en grondstoffen zullen moeten in
slaan. Tot nu toe werden deze gelden tij
delijk in schatkistpapieren belegd, maar
indien de Staat tot consolidatie zou over
gaan dan heeft men geen keus en zou men
dus deze gelden voor dit doel moeten aan
trekken. De geruchten over een staats-
leening met korten looptijd zijn met be
waarheid en het schijnt, dat de betreffende
plannen geheel van den baan zijn. Indien
men in aanmerking neemt, dat In Duitseh-
land de inschryving op de nieuwe staats-
leening thans voor onbepaalden tijd wordt
De uitoefening van de sleepvaart.
De sleepvaartcommissie deelt mede, dat
van 23 Juni 1941 af controle zal wor
den uitgeoefend op de nakoming der bepa
lingen van het besluit van den secretaris
generaal van het departement van water
staat, betreffende de uitoefening van de
sleepvaart in het bezette Nederlandsche
gebied, dd. 25 Februari 1941 (verordenin
genblad dd. 6 Maart 1942, no. 47) en het
desbetreffende reglement dd. 10 Maart
1941 (Nederlandsche Staatscourant dd. 10
Maart 1941, no. 48).
Houders van sleepbooten worden er op
gewezen, dat zij voor het verrichten van
sleepwerk in bezit dienen te zijn van een
door of namens de sleepvaartcommissie
afgegeven vergunning.
GROOTE BRAND IN -GEBAKFABRIEK
TE AMERSFOORT.
Vannacht omstreeks twee uur ontdekte
de. nachtwaker van Doorn brand in Meur-
sing'S gebakfabriek aan het Smalle pad te
Amsterdam. Hij maakte alarm en .ter
stond rukte de brandweer uit met volledig
materiaal.
De brand was ontstaan in de nabijheid
van de koekbakkerij bij de ovens. De
vlammen vonden hier blijkbaar gretig
voedsel en sloegen over op de pakinrich-
ting, waar veel papier en ander licht ont
vlambaar materiaal aanwezig was. Aan
gewakkerd door den noordwesten wind
nam de brand in korten tijd enorme afme
tingen aan, zoodat de vlammen in verren
omtrek zichtbaar waren.
Omstreeks drie uur ontplofte met een
hevige knal een in de- fabriek aanwezige
groote flesch ammoniak. Men meende eerst,
dat het een gashouder was. Deze echter
bleek nog volkomen intact te zrjn gebleven,
ondanks de geweldige hitte. Behalve het
nieuwe gedeelte aan de koppelpoortzijde,
is de fabriek nagenoeg geheel uitgebrand.
Door snel ingrijpen gelukte het, uit de
kantoorgebouwen eenige wa "devolle pa
pieren te redden.
De directie van de fabriek is tegen
brand- en bedrijfsschade verzekerd.
VERGOEDING OORLOGSSCHADE
MOTORRIJTUIGEN.
In de Rijksregeling inzake de vergoe
dingen voor oorlogsgeweld-sehaden aan
aan huisraad, enz., worden in een apart
artikel (art 8) ook de bijdragen geregeld
wegens het verloren gaan van motor
rijtuigen door oorlogsgeweld.
De redactie van het artikel kon er toe
leiden, dat enkele schade-enquête-commis
sies slechts bijdrageii toekenden wanneer
het verloren gegane motorrijtuig voor den
rechthebbende als onmisbaar moest
worden beschouwd.
De K.N.A.C. meende aan het bedoelde
artikel echter een andere interpretatie te
moeten geven, waardoor de beperkende be
paling van de noodzakelijke onmisbaarheid
van het motorrytuig niet zou geiden.
Dezer dagen ontving zij van het departe
ment van financiën bericht, dat dit zich
met de interpretatie kan vereenigen, zoodat
voortaan onafhankelijk van het feit of het
motorrytuig voor den rechthebbende on
misbaar was of niet, in ieder geval een
rijksbijdrage kan worden verleend, wan
neer het voertuig door oorlogsgeweld ver
loren gaat.
opengesteld en dat daaraan ook geen vast
bedrag is verbonden, dan lijkt het niet on
waarschijnlijk, dat te eeniger tijd ook hier
te lande tot dit systeem zal worden over
gegaan.
Hieronder volgt een overzicht van het
koersverloop in de afgeloopen week.
4 Nederland 1940 H 97 3/16, 9715/16
4 Nederland 1941 98 9/16, 98 15/16
3—3% N .derland 1938 89 5/16, 90 5/16
Aku 136%, 134%, 136%, 136%
Lever Bros 114, 113%, 116, 112, 112%
Philips 206%, 204, 207, 204%, 205%
Koninklijke Petroleum 223%, 227, 224%,
230%, 225%.
Amsterdam Rubber 236, 247%, 240, 241
Ned. Scheepvaart Unie 157, 162%, 159,
160%
H.V.A. 386%, 398, 393, 400, 390.
Senembah 194, 208%, 206
FRANCESBRAYBROOKB
i)
„Mavis Casslene, wat zal je vader wel
zeggen als hy hoort, dat je uitgaat met
een van de chauffeurs van zyn fabriek,
terwijl hij het in zijn hoofd heeft gezet,
dat je met Anthony Dare trouwt?" zei
Janet Dalberg, onderwijl zy haar vriendin
gadesloeg, die bezig was haar hoed op
de meest voordeelige wijze op haar hoofd
te zetten.
Hoe aantrekkelyk was ze, deze eenige
dochter van een zeer rijk man, met haar
glanzend zwarte haar en groote donkere
oogen. Viel het te verwonderen, dat Tony
Dare, de lcnappe en reeds naam makende
jonge arts, met een schitterende toekomst
voor zich, verliefd op haar was geworden?
Tony's moeder bezat veel geld en op een
goeden dag zou Tony den titel erven van
zijn ongetrouwden oom. Hij wilde een
huls koopen in Harley Street en daar
wachten op patiënten, die zich in drom
men zouden aandienen, om den jongen
dokter te consulteeren, die zich reeds op
jeugdigen leeftijd een goeden naam had
verworven. H(j had een vrouw noodig en
Mavis zou daarvoor heed geschikt zyn.
Maar zij was verliefd op Sam Hart, den
chauffeur van een der auto's van haar
vader
Ofschoon John Casslene buitengewoon
trotsch was op het feit, dat hjj zich met
eigen krachten had opgewerkt tot de
sport van de maatschappelijke ladder,
waarop hij zich thans bevond, wat zijn
dochter betreft was hij erg eerzuchtig.
Geen vroegtijdige moeilijkheden voor haar.
Zij moest beginnen, waar John Casslene
op hield.
Janet zuchtte, zich ervan bewust, dat het
heel wat narigheid zou geven als hjj de
waarheid wist. Mavis mocht Tony graag,
maar alleen als vriend en ze stond even
zeer op haar .standpunt al- haar vader.
Een weerbarstige krul recht strijkend,
richtte zij zich glimlachend tot Janet.
„Paps is iemand, die zich zelf heeft op
gewerkt. Hij laat zich er op voorstaan dat
hij van niets iets is geworden. Hij mag
iemand, die vooruit wil komen, zooals Sam
erg graag".
„Misschien, maar hij wil voor jou het
allerbeste, hij wil dat jij mevrouw Dare
wordt, de vrouw van den knapsten arts
van deze eeuw en daarover kun jij je
niet verbazen", beweerde Janet.
„Sam is het allerbeste", antwoordde Ma.
vis, haar roode lippen spitsend, er zoo
precies eender uitziend als haar vader,
wanneer hij zijn zinnen op iets had ge
zet. „En op het oogenblik is een huwelijk
met hem nog niet aan de ordie".
„Maar dat zal aan de orde komen",
hield haar vriendin vol. „Je kunt niét
ontkennen, dat je smoor verliefd op hem
bent".
„Ja, dat ben ik". Een blos kleur .Ie Ma
vis' wangen. „Ik ben er zeker van dat hij
ook van my houdt, maar bij wil het niet
bekennen".
„Dat kan ik me voorstellen. Het doet
me - plezier, dat hjj zoo verstandig is. Hij
moest eigenlijk een filmster zijn, geen
chauffeur. Als je dien dag, dat wij jouw
vader gingen opzoeken, niet van de stee-
nen trap in de fabriek naar beneden was
getuimeld, dan zou je hem nooit hebben
ontmoet".
„Het was een verstuikten enkel meer
dan waard Sam te leeren kennen", zei
Mavis met een teederen glimlach, die haar
zoo mooi maakte, dat Janet haar adem in
hield. Wat een pracht paar zouden zij en
Sam zyn. Maar John Casslene zou het
nooit goed vinden. Hij zou dol van woede
zyn als hij wist, dat al zijn prachtige
plannen voor de toekomst van zijn dochter
waren mislukt
Mavis had in haar leven alle comfort
gekend. Zij was de meesteres van het
groote huis van haar vader aan den bui
tenkant van Ardell, daar haar moeder
was gestorven toen zij nog een baby was.
Ze had haar eigen duren wagen en meer
kleeren voor één jaargetijde dan Janet,
<ie oudste dochter van William Dalberg,
in twee jaar kreeg.
Janet was secretaresse bij haar vader,
die advocaat was. Er viel nooit eenig geld
te spa_en in him comfortabele, artistiek
slordige woning. Haar zuster had een baan
in Londen en haar broer was in Kenya.
Janet benijdde Mavis haai- rijkdom nooit
Daarvoor hield ze tie veel van haar. Mavis
had een buitengewoon goed karakter en
ze stond altyd klaar om anderen te hel
pen, maar ze had geen idee van de werke
lijke aarde van geld, dat als water door
haar kleine blanke handen liep. Het idee,
dat zij een man zou trouwen in Sam's ne
derige positie, was absurd.
„Ik zal je bij de tennisbaan afzetten.
Je moet injj bij Tony verontschuldigen,
zeg hem maar, dat ik bij nader inzien toch
niet kon komen. Natuurlijk heb ik niet
beloofd, dat ik zou komen. Ik heb gezegd,
dlat ik er zyn zou als ik kon", zei Mavis
na een korte pauze,
„Komt in orde, was het antwoord van
Janet. „Je hebt zeker een afspraakje met
Sam?"
„Ja, hy belde me een uur geleden op en
zei, dat hy me dringend moest spreken.
Kijk niet zoo ernstig, Janet. Paps zal na
tuurlijk boos zijn, maar hij zal er wel over
heen komen".
Janet betwijfelde dat John Casslene was
een hard iemand en zijn woord was wet
op zijn buiten Shadowlands zoowel als in
de fabriek. Zijn ondergeschikten waren
bang voor hem, ofschoon ze hem ook res
pecteerden. Het was bekend, dat wanneer
hij eenmaal een besluit had genomen, hjj
nooit op zyn woord terug kwam.
Wat zou hij zeggen en doen als
hij de waarheid over Mavis wist? Janet
durfde daar niet aan te denken. Uiterlijk
Wenken voor den leek.
WERK IN DEN TUIN
xvn.
Eindelyk is het echt zomer geworden en
op den groei van onze gewassen in den
tuin heeft de warmte een weldadigen in
vloed. Men zegt wel eens „Je kunt het
zien groeien" en we staan versteld hoe
sommige gewassen in een paar dagen in
omvang zijn toegenomen. Dit heeft echter
tot gevolg, dat .er ineens volop werk is,
dat geen uitstel kan lijden. Zoo zijn er tal
van gezaaide gewassen, die nu moeten
worden uitgedund. Dit is o.a. het geval
met peen, kroten, Brusselsch witlof en
schorseneeren. Zomerpeen dunnen we uit
op 4 cm. kroten op 20 cm. Brusselsch
witlof tot 15 cm. en schorseneeren tot op
10 cm.
De erwten en peulen vragen nu steun
van een draad, waardoor ze tegen het
rijshout worden gedruktde stokboonen
vragen al spoedig onze hulp bij het klim
men in de daarbij geplaatste stokken.
Daarbij houden we .er rekening mede, dat
de boon een gewas is, dat tegen den kring
loop van de zon inklimt. In het begin kun
nen we de jonge ranken het beste met een
biesje aan de stokken binden, maar vooral
niet te stijf, daar ze anders worden afge-
snoerd.
Planten en zaaien.
Het is nu ook uitstekend weer om te
planten en enkele gewassen nog te zaaien.
Het planten van kool is nu in vollen gang
en waar dat mogelijk is, stellen we het
dan ook niet uit.
Een groen tensoort, die we steeds in op
volging in onzen tuin voorhanden willen
hebben, is kropsla. Zoo hebben we thans
ook weer jonge planten, die -uitgeplant
kunnen worden. We gebruiken de zomer-
soorten, die niet zoo spoedig door zullen
schieten. U weet immers, dat dan een
zaadstengel .ontstaat en de krop waarde
loos wordt. We kunnen ook weer kropsla
zaaien, maar we doen dit nu ter plaatse.
De jonge plantjes worden dus niet meer
uitgeplant. We zaaien zeer ruim en zoodra
de plantjes opkomen, worden deze uitge
dund tot op ongeveer 25 cm. onderlingen
afstand. De niet verplante kropsla schiet
niet zoo spoedig door, vandaar dat we ter
plaatse zaaien.
We zaaien thans ook postelein. Het is er
nu ideaal weer voor, dus wachten we er
geen dag meer mede. Dit zaad moet niet
worden ondergewerkt, maar hoogstens
even oppervlakkig worden doorgeharkt.
Ook dit is niet bepaald noodig. Wel dek
ken we het gezaaide af met èen mat of
zak, totdat het opkomt. Dan moet deze
bedekking vooral direct worden weggeno
men. Om in opvolging te beschikken over
oogstbare postelein, moeten we ook in op
volging zaaien. We kunnen dit doen met
een tusschenruimte van 2 of 3 weken.
Het is opmerkelijk, dat na den langsten
dag de groeikracht al direct minder wordt.
Vooral bij teere gewassen is dit zeer merk
baar. Een verschil van eenige dagen zaaien
geeft dan soms weken verschil in tijd van
oogsten.
Onkruid.
Niet alleen de gewassen die we telen,
maar ook het onkruid groeit thans welig
en dat is vanzelfsprekend niet prettig.
Hiertegen moeten we ook.en wel zoo spoe
dig mogelijk den strijd aanbinden. Bij
droog weer en waar dit mogelijk is, ge
bruiken we den schoffel. Wie dit gereed
schap voor het eerst moet hanteeren heeft
wel eenige aanwijzing noodig. Loop bij het
schoffelen nooit over het reeds geschoffel
de land. Gewoonlijk werkt men achteruit,
maar trap daarbij dan niet de gewassen
plat. Schoffel niet te diep, maar zorg wel
dat alle onkruid goed los komt te liggen
het gaat dan door de zon wel dood. Schof
fel zoo dicht mogelijk bij de gewassen,
maar beschadig deze daarbij niet. Het
laatste onkruid, dus dat wat tegen de ge
wassen aangroeit, moet met de hand wor
den uitgeplukt. Bij regenachtig weer helpt
schoffelen weinig of niets. Dan moet alle
onbevreesd, besefte Mavis niet wat het
zeggen wilde tegen zijn verlangen in te
handelen.
„Sam blijft niet z'n heele leven chauf
feur. Hy wil meer bereiken. Ik zeg nog
eens, dat paps bewondering heeft voor
mannen met de ambitie om hooger op te
komen", verklaarde Mavis met nadruk.
„Niet als het er op aankomt zyn doch
ter en erfgename té trouwen", bracht Ja-
net in het'midden.
„Ik sta er op mijn eigen man te kiezen".
Omhoog ging de kleine karakteristieke kin
van het meisje. Er zouden haar nog veel
moeilijkheden wachten, maar het was
woorden verspillen haar dat te zeggen.
Gearmd met Janet de trap afrennend,
was Mavis er van overtuigd, dat ze in
staat was haar vader in de goede richting
te leiden. Ze stapten in den glanzenden
wagen, die stond te wachten en reden
langzaam weg. Maris in haar simpele,
witte jurk en bijpassend hoofddeksel,
waarop het stempel van kostbaren een
voud was gedrukt, had altdij haar wen-
schen vervuld gezien, fee zag er uit als
een prinses. Een ervaren vrouwelijke
kracht zorgde voor haar uiterlijk,' kleeren
en andere onderdeelen.
Janet bracht haar gedachten met een
schok terug naar het heden, toen zy voor
het hek van. de tennisbaan stopten op het
oogenblik, dat juist Anthony Dare uit zyn
auto stapte. Tony zag er in zijn onberis
pelijk tenniscostuum aantrekkelyk en
voornaam uit
;,Ik speel vanavond niet, Tony", zette
Mavis zorgeloos uiteen. Ik heb een be
langrijke afspraak, Laat Janet mijn plaats
maar innemen".
Hij legde zyn welgevormde döktershand
op het portier van haar auto.
„Vind je het aardig om me zoo teleur
te stellen, Mavis?" vroeg hij op verwij
tenden toon en kennelijk uit zyn humeur.
Hy was gewend bewonderd en omstreden
te worden door de vele meisjes, die tever
geefs getracht hadden de liefde te winnen
VERBODEN WAPENBEZIT.
Jongeman tot 5 jaar tuchthuisstraf
veroordeeld.
Voor het Duitsche Kriegsgerfcht te
Utrecht had zich gisterochtend te verant
woorden de 37-jarige E. uit Haarlem, ter
zake van ongeoorloofd wapenbezit. In
verband hiermede stonden ook terecht de
18-jarige en de 20-jarige broers L., even
eens uit Haarlem. Laatstgenoemden had
den op een avond in de omgeving van
Haarlem eenige wapens opgevischt uit het
water. De jongens vonden het een attrac
tie en beseften niet, dat zij gevaarlijk spel
speelden. Zy kwamen in contact met be
klaagde E., die op zjjn beurt groote be
langstelling toonde voor de opgevischtc
wapens en twee pistolen, welke nog in
goeden staat waren, mee naar huis nam.
E. had de wapens gekregen en stapte hier
na, in gezelschap van een vriend, naar
huis. Onderweg werd hij aangehouden door
de politie.
De president van het Kriegsgericht wees
er op, dat beklaagde zoo verstandig had
moeten zyn, -die wapens niet mee naar
huis te nemen, ook al waren zij uit het
water opgevischt en ook al stond beklaag
de zeer gunstig bekend. Er is, aldus spr.,
nu genoeg gewaarschuwd, dat het streng
verboden is wapens by zich te dragen. Dat
had beklaagde E. kunnen weten. Ten aan
zien van de twee beklaagden L. merkte de
president op,- dat zij wellicht in jeugdige
onbezonnenheid gehandeld hebben. Maar
voor E. is het feit veel ernstiger. Hij is
in militairen dienst geweest en al heeft
hg dan met de wapens niets gedaan en al
had hy er dan ook, zooals is gebleken, geen
kwade bedoelingen mede, het Kriegsge
richt moet een einde maken aan dergelijke
feiten.
Tegen beklaagde E. werd vyf jaar tucht
huisstraf geëischt en tegen de andere twee
drie maanden.
Mr. E. J. Emmelot uit Utrecht hield
hierop een langdurig pleidooi en bracht nog
eens naar voren, dat E. geen kwade bedoe
lingen had.
In zijn vonnis wees de president er o.m.
op, dat hier een afschrikwekkend voorbeeld
gesteld dient te worden, zoodat hy be
klaagde E. overeenkomstig den'eisch, ver
oordeelde tot een tuchthuisstraf van vijf
jaar, met dien verstande, dat er acht we
ken voorarrest werden afgetrokken.
Postpaketten voor de
grensgebieden.
Naar aanleiding van de bijzondere maat
regelen voor het vervoer en het opslaan van
goederen in de grensgebieden moeten op de
bestelkaarten van de voor deze gebieden
bestemde postpaketten de zich daarin be
vindende artikelen met de werkelijke of
eigen benaming genoemd worden. Dit moet,
voor zoover mogelijk, geschieden op een
deel van de ruimte, welke bestemd is voor
het opplakken van frankeerzegels.
Pakketten, welke vergezeld gaan van een
binnenlandsche pas, uitgereikt door den
ontvanger of sub-ontvanger der accijnzen,
zyn van deze formaliteit vrygesteld.
Ter beantwoording van de vraag of een
bepaalde plaats tot de hier vermelde grens
gebieden behoort of niet, richte men zich
tot de postkantoren.
50 JAREN RAADSLID.
De heer J. E. Penraad* herdenkt 22
Juni a.s. zyn 50-jarig jubileum als raads
lid- Sedert 20 November ^1913 is hij te
vens wethouder der gemeente Maurik. Al
deze jaren heeft hij in beide functies de
belangen der gemeente op de beste wijze
behartigd.
Zyn groote verdiensten werden indertijd
erkend by zyn benoeming tot ridder in de
orde van Óranje-Nassau.
onkruid met de hand worden uitgetrokken.
Men komt dan zoo licht in de verleiding
om te wachten op droog weer, maar pluk
dan in elk geval reeds het grootere on
kruid uit, opdat het u niet de baas wordt.
By droog weer kunnen we dan het klei
nere wel verdelgen door schoffelen.
van den knappen en veelbelovenden jongen
dokter. Hy was danig bedorven door zijn
moeder en zijn vroege succes. Evenals
Mavis had hij altyd gekregen wat zijn hart
begeerde geld, positie en talent, teza
men met een knap uiterlyk maakten hem
onweerstaanbaar. Janet vroeg zich af hoe
oen meisje Sam Hart boven hem kon ver
kiezen, want ze was jaren lang in het ge
heim verliefd op hem geweest.
„Ik heb niet beloofd, dat ik zou komen
spelen", gaf ze ten antwoord. „Het spijt
me erg, maar ik kan niet langer meer
blijven, anders kom ik te laat".
Tony vroeg zich jaloers af waar ze
heen zou gaan. Hij had gedacht dat hij,
dank zy haar vader en zijn eigen moeder,
maar een aanzoek zou behoeven te doen
om.geaccepteerd te worden. De weerspan
nige houding van Mavis had hem wakker
geschud. Het was geen kunSt om je hand
uit te steken en de vrucht te plukken, die
je hebben wilde. Het was veel opwinden
der tot de ontdekking te komen, dat die
vrucht onbereikbaar voor je was. Tenslotte
zou ze toch de zijne worden. Dat stond
by hem vast. Ze speelde met hem, dacht
die jonge dokter gelaten. Het kon geen
kwaad als hij net deed of hij aandacht
aan Janet Dalberg schonk. Dus kwam hij
met zyn meest inneanenden glimlach op
haar toe en begeleidde haar naar de ten
nisbaan, gevolgd door de jaloersche blik
ken van de andere meisjes van de club.
Misschien keek Mavis hem wel na, on
aangenaam verrast door zyn grif aan
vaarden van dit andere gezelschap en
haar haastige weigering betreurend, dacht
hij, een gesprek met Janet beginnend.