PROVINCIALE ZEEUWSCHE COURANT DONDERDAG 19 JUNI 1941 VRIENDSCHAPSVERDRAG TUSSCHEN DUITSCHLAND EN TURKIJE. Voor den duur van tien jaar. De krijgsverrichtingen in Syrië. Inleveringsplicht van koper? nikkel, tin en lood. Engelsche luchtaanvallen. ABONNEMENTSPRIJS 19 ct. per week of 2.42 per kwartaal Franco per post 2.63 per kwartaal Afzonderlijke nummers 5 cent ADVERTENTIEPRIJS Van 15 regels 1.65. Iedere regel meer 33 cent. BU abonnement speciale prijs. Kleine advertenties van 15 regels 0.55. Iedere regel meer 11 ct. (max. 8 regels.) „Brieven of adres bureau van dit blad" 10 cent extra. Dit nummer bestaat uit 8 bladzijden. WAARIN OPGENOMEN DE MIDDELBURGSCHE, VLISSINGSCHE, GOESCHE EN BRESKENSCHE COURANT UITGAVE DER FIRMA'S F. VAN DE VELDE JR. EN G. W. DEN Bp ER POSTREKENING 359300, PROVINCIALE ZEEUWSCHE COURANT. MIDDELBURG Directie P. van de Velde, F. B. den Boer 184ste JAARGANG NUMMER 142 HoofdredacteurJ. C. Visser, Vlissingen "De BUREAUX van de Provinciale Zeeuwsche Courant zijn gevestigd tej VLISSINGEN Redactie en Adminl- stratie Walstr. 58-60, tel. 10 (2 lijnen); Redactie na kantoortijd telefoon 578 MIDDELBURG Londensche Kaal 29 Redactie telefoon 269, na kantoortijd telefoon 825, Administratie telefoon 139 GOES Red. en Administr. Turfkade 15, tel. 2863, na kantoortijd tel. 2475 OOSYBURG Redactie en Admini- stratie Breedestraat 45, telefoon 102 SOUBURG* Kanaalstraat 45. teL 35 BRESKENS Dorpsstraat 35, tel. 21 AANGESLOTEN BIJ HET BUREAU VOOR PUBLICITEITSWAARDE, INGESTELD DOOR DE VEREENIGING „DE NEDERLANDSCHE DAGBLADPERS'' Eerbiediging van integriteit en onschendbaarheid van het staatsgebied. BERLIJN, 18 Juni. (D.N.B.) Woensdag om 21.00 uur is te Ankara door den Duitschen ambassadeur Von Papen, in opdracht van de Rijks- regeering en door den Turkschen minister van buitenlandsche zaken, Saradjogloe, namens de Turksche regeering een vriendschapsverdrag tusschen Duitschland en Turkije onderteekend. Het verdrag heeft den volgenden tekst: Het Duitsche rijk en de Turksche republiek, bezield door den wensch de betrekkingen der beide landen te ba seeren op wederzijdsch vertrouwen en oprechte vriendschap, zijn onder voor behoud van de tegenwoordige ver plichtingen van beide landen, overeen gekomen een verdrag te sluiten. Hiertoe heeft de Duitsche rijkskanselier tot zijn gevolmachtigde benoemd ambas sadeur Franz von Papen en de president van de Turksche republiek den minister van buitenlandsche zaken Saradjogloe, die op grond van de hun verleende volmachten de volgende bepalingen zijn overeengeko men: Artikel 1. Duitschland en Turkse verplichten zich wederzijdsch de in tegriteit en onschendbaarheid van hun staatsbeleid te eerbiedigen en geenerlei maatregelen te nemen, die direct of indirect tegen den anderen verdrags partner zijn gericht. Artikel 2. Duitschland en Turkije ver plichten zich in de toekomst om in alle vraagstukken, die hun wederzijdsche be langen raken, met elkaar in vriendschap pelijk contact te treden, teneinde by het behandelen van dergelijke vraagstukken tot overeenstemming te geraken. Artikel 3. Bovenstaand verdrag wordt geratificeerd en de ratificatie-oorkonden zullen weldra te Berlyn worden uitgewis seld. Het verdrag treedt op den dag der on- derteekenlng in werking en geldt van dat oogenblik af voor den duur van tien jaar. De verdragspartners zullen te zyner tijd overleg plegen over verlenging van het verdrag. VOLDOENING IN BERLIJN. De onderteekening van het Duitsch-Turk- sche vriendschapsverdrag heeft naar de Berlijnsche correspondent van het A.N.P. meldt in politieke kringen de grootste vol doening teweeggebracht. Dit is niet slechts een gevolg van de groote politieke beteeke- nis, die dit verdrag uiteraard onder de tegenwoordige omstandigheden toekomt, maar vooral ook van het feit, dat het Duitsche publiek de oude vriendschappelijke gevoelens jegens Turkije heeft bewaard on danks alle politieke gebeurtenissen en ver anderingen van de laatste jaren. Men mag niet vergeten, dat de Duitsch-Turksche vriendschap historisch teruggaat tot het midden van de achttiende eeuw en sinds dien niet ernstig is, onderbroken. Men wijst er gaarne op, dat naar ook uit het sluiten van het verdrag blijktniemand er ook tegenover Turkije in geslaagd is deze oude vriendschapsbanden tusschen de beide volken blijvend te vernietigen. Men zal zich herinneren, dat de schepper van het nieuwe Turkije, Kemal Ataturk, by het Duitsche publiek groote vereering ge noot en dat men zyn bevrijdingsstrrjd hier met de grootste sympathie volgde. Ook Ataturks opvolger, de huidige president, Ismet Inönu, verheugt zich in Duitschland nog in groote populariteit, die dateert uit den tijd van eijn overwinningen als leger aanvoerder en als eerste medewerker van Ataturk. Men weet hier te waardeeren, dat Ismet Inönu de op gemeenschappelijke be langen berustende nauwe economiscche be trekkingen tusschen Duitschland en Tur- kije,waarvan de uitbreiding door Ataturk" aangevangen was, is blijven bevorderen, waardoor Duitschland tot eersten klant en eersten leverancier van Turkije is ge worden. Voorts juicht men het met de grootste voldoening toe, dat dezelfde staatsman ook de oude politieke traditie heeft hervat en door het verdrag met Duitschland weer een duidelijken, vasten toestand tusschen de beide groote landen heeft geschapen, nadat vreemde elementen steeds weer had den geprobeerd de betrekkingen van de beide staten te vertroebelen. Men wijst er hier op, dat Duitschland door de ervaringen van de laatste jaren de overtuiging heeft gekregen, dat Turkije een stabiliseerend element in het Zuidoosten en het Nabye Oosten vormt, dat vertrouwen verdient. Omgekeerd, zoo meent men hier, heeft Turkije zich door den April-veldtocht op den Balkan kunnen overtuigen, dat Duitschland geenerlei territoriale belangen in het Zuidoosten en Nabije Oosten najaagt. In dit verband herinnert men in politieke leringen alhier aan de rede van den Fiihrer van 5 Mei, waarin hij wees op de vredes politiek van Turkije tegenover het Engel- sche gekonkel en betoogde, dat zijn stre ven gericht is op nauwe samenwerking, gebaseerd op doelmatigheid tusschen Duitschland en zijn voormaligen wapen broeder uit den wereldoorlog. Op overeen komstige wijze heeft, naar men weet, ook de Duce onlangs verklaard hetgeen hier eveneens wordt aangevoerd als feit van vérstrekkende beteekenis en tevens als blijk van de evenwijdigheid van het streven der asmogendheden dat Italië tegen over Turkije een politiek van begrip en samenwerking wil voeren, gebaseerd op de overeenkomsten van 1928. Groote beteekenis hecht men hier uiter aard evenals aan de verklaring over de houding van pers en radio in beide landen ook aan de notawisseling, die eveneens onder verwijzing naar de gelukkige slui ting van het verdrag uiting geeft aan het besluit de economische betrekkingen tus schen beide landen zooveel als eenigszins mogelijk is te bevorderen. Volgens de hier heerschende opvatting gaat men niet te ver, als men in dit verdrag een ondubbel zinnige, definitieve zege ziet van de Duitsch-Turksche vriendschap op alle po gingen om Turkije in een positie te #boeg- seeren, die de Engelsche belangen dient. New Yorksche pers over het verdrag. Het D.N.B. meldt uit New York. De meeste New Yorksche middagbladen pu- bliceeren als sensatie onder zware koppen het bericht over het Duitsch-Turksche vriendschapsverdrag. VERKLARING VAN SARADJOGLOE. Ter gelegenheid van de onderteekening van het TurkschDuitsche verdrag heeft de minister van buitenlandsche zaken, Sa radjogloe, de volgende verklaring afge legd ten overstaan van de pers: Duitschland en Turkije, die in den loop der tijden eeuwenlang nooit in conflict met elkaar geweest zijn en welker wederzijd sche houding altijd duidelyk en correct ge bleven is, hebben door het verdrag, waar van de tekst heden gepubliceerd is, hun vriendschap op de meest solide grondsla gen geplaatst en hebben verzekerd, dat zij ook in de toekomst niet met elkaar in con flict zullen geraken. Zoo hebben de Duit sche en Turksche natie elkaar in een nieu wen geest van volkomen veiligheid weer de hand geschud. De reeds bestaande verdragsver plichtingen der belde partijen blijven onaangetast en er wordt verzekerd, dat de verplichtingen niet in tegen spraak tot het verdrag zijn- Gaarne aanvaard ik de onderteekening van dit verdrag, dat een belangrijk histo risch stuk van vriendschap vormt e:i ik acht het hiermede mijn plicht speciaal melding te maken van den belangrijken ar beid van mijn vriend Von Papen, die mijn land kent, bij het bereiken van dit resul taat. Na afloop van de onderhandelingen zijn wy den gezant Von Papen tege moet gekomen inzake diens wensch, dat de publicaties van de pers en de ra dio van onze landen bezield mogen zijn door den geest van vriendschap en we derzijdsch vertrouwen, welke de ver houding tusschen Turkije en Duitsch land kenmerken''. De R.A.F. verloor 90 vliegtuigen in vier dagen. Het D.N.B. meldt: Laat in den middag zijn gisteren weer luchtgevechten aan de Fransche Kanaalkust ontstaan, waarbij Duitsche jagers drie Britsche vliegtuigen zonder eigen verliezen hebben neergescho ten. De R.A.F. heeft in de periode van 18 tot 17 Juni negentig vliegtuigen aan alle fron ten verloren, waarvan 53 van 13 tot 16, de overige 37 den 17den en gisternacht. In dezelfde periode verloor het Duitsche luchtwapen 25 vliegtuigen, waarvan 22 van 13 tot 16 en 3 den 17den en gister nacht. DUITSCH TANKSCHIP DOOR VER. STATEN OVERGENOMEN. Uit New York meldt het D.N.B. Het Duitsche tankschip „Pauline Friedrich" is, naar de Amerikaansche pers meldt, giste ren officieel door de regeering der Ver. Staten overgenomen en de reparatie van ri Vlchy acht den militairen toestand zeer bevredigend. Het D.N.B. meldt, dat volgens een in Vichy ontvangen bericht uit Beiroet de Fransche troepen in den loop van Dinsdag de punten, die den dag tevoren veroverd waren, geconsolideerd hebben. De vijand ondernam zonder succes tegenaanvallen. Het Fransche luchtwapen heeft talrijke batterijstellingen van den tegenstander ge bombardeerd, evenals troepenconcentraties. Een woordvoerder van het Fransche mi nisterie van oorlog heeft Woensdagmiddag verklaard, dat de militaire toestand op het Syrische oorlogstooneel zeer bevredigend is. Het Fransche tegenoffensief, dat sedert drie dagen op verschillende punten van het front aan den gang is, is over het geheel gunstig verloopen. Door afzonderlijke aan vallen werden in het bijzonder de verbin dingen achter het front van den tegen stander bedreigd. In het Zuiden van den Libanon, in het bijzonder in het gebied van Merj Ajoem, dat door Franschen her overd is, worden nog steeds verbitterde gevechten geleverd. Daarentegen hebben de bij Saida in dén strijd geworpen Australi sche troepen geen nieuwe aanvallen onder nomen, sedert de Britsche vloot zich ver wijderd heeft van de Libaneesche kust. De Britten ondervinden moeilijkheden. De militaire medewerker van de Times verklaart, dat de tegenstand der Fran schen in Syrië aan het toenemen is. De tegenstand is „sterker dan de Britten had den gedacht". Het langzame vorderen van den Syri- schen veldtocht wordt in Londen pijnlijk gevoeld, zoo meldt de Londensche corres pondent van Nya Dagligt Allehanda. In Londen zoo schrijft de Zweedsche correspondent heerscht groote onrust over het feit, dat tot dusver geen belang rijke plaats in Syrië. Damascus noch Alep po, genomen is, ofschoon men reeds voort durend heaft hooren zeggen, dat de beide steden bedreigd worden. Aan den anderen kant spreekt men in Londen de vrees uit, dat de Britsche vloot voor de beide fronten in Syrië en Libye wellicht niet voldoende zal zijn. Bovendien vreest men een aanval van de Fransche vloot. Cyrill Laykin heeft gisterochtend in een radiotoespraak toegegeven, dat de Engel- schen in Syrië „moeilijkheden" hebben, aangezien „de Franschen op twee punten achter de Britsche stellingen zijn gedron gen". Laykin ging voort met te zeggen, dat „geen openlijke Duitsche interventie plaats gevonden heeft". Berge ret in Syrië. De Fransche staatssecretaris voor lucht vaart, generaal Bergeret, is, naar uit Bei roet gemeld wordt, op het oorlogstooneel in Syrië aangekomen. Hij zal de lucht macht, welke dezer dagen versterking uit Afrika en het moederland gekregen heeft, inspecteeren. Onmiddellijk na zijn aankomst begaf hij zich naar het hoofdkwartier van generaal Dentz, den hoogen commissaris, met wien hij in de eerste plaats de luchtverdediging der Levantstaten besprak. Dentz gaf hem de verzekering, dat de luchtmacht het landleger op doeltreffende wijze heeft ge steund. Bergeret verklaarde namens de Fransche regeering, dat hij een volledig vertrouwen in generaal Dentz heeft. BRITSCH OFFENSIEF IN LYB1E MISLUKT. Uit Berlijn meldt het D.N.B.Een door den Londenschen berichtendienst bekend gemaakt communiqué van het Britsche hoofdkwartier in Cairo meldt, dat in Libye de Britsche strijdkrachten in felle aanval len geweken zijn voor den vijandelijken druk en zich teruggetrokken hebben op him oude stellingen. Naar het D.N.B. verneemt, hebben de Duitsche gevechtstoestellen en Stuka's het in Noord-Afrika strijdende landleger ge steund door krachtige en voortdurende aan vallen op de vijandelijke stellingen. Deze aanvallen hadden goede gevolgen. Door het bestoken van colonnes en autoconcentraties kon de vijand verdreven en op verschillende punten op de vlucht gedreven worden. Dins dag zijn bij luchtgevechten in Noord-Afrika 14 vijandelijke vliegtuigen neergeschoten. Slechts één Duitsch toestel ging verloren. Uit Rome meldt Stefani, dat de gepant serde Britsche strijdkrachten, die voor Sol- loem zijn verslagen, bestonden uit twee Britsche divisies welke dienst deden bij de defensie van Engeland en zeer kortgeleden naar Noord-Afrika waren overgebracht. Een van deze divisies was de bekende elfde divisie huzaren. Hoewel men nog niet juist den omvang kent van de zeer zware verliezen, die de Engelschen bij Solloem hebben geleden, raamt men het aantal Britsche tanks, dat vernield of in handen van de Duitschers is gevallen bij de Duitsch-Italiaansche omsin gelingsmanoeuvre, op ruim 200. Bij de uitreiking der nieuwe distributiekaarten zal het publiek boekjes ontvangen, welke al e kaarten en bonnen bevatten, die voor een persoon noodig zijn. Dit zal de uitreiking vergemakkelijken en abuizen voorkomen. Bovendien zijn de kaarten; voor zoover dit mogelijk was, vereenvoudigd (Pax-Holland) Woensdag ls een verordening ver schenen waarin wordt bepaald dat koper, nikkel, tin, lood of legeeringen daarvan, moeten worden ingeleverd. Ook gelden de bepalingen o.m. voor uit deze metalen vervaardigde voor werpen welke gemist kunnen worden en oud materiaal en afvalstoffen af komstig uit de huishouding. Het Rijk der Nederlanden kan de metaalwaarde van het ingeleverde voorwerp vergoeden. Voor kerkklokken, museumstukken enz. geldt deze verplichting tot Inleve ring niet. Voor de volledige verordening ver wijzen wy naar pag. 1, 2e blad. Distributie van gasgeneratoren. In de bepaling (beschikking nr. 46 1941) dat „gasgeneratoren, persgasinstalla ties en drukvaten, een en ander voor zoo ver dienend voor de aandrijving van moto ren, aangewezen worden als distributiegoe. deren in den zin van art 4 van die distri butie wet 1939) is by beschikking van den secretaris-generaal van handel, nijverheid en scheepvaart met ingang van 18 Juni deze wyziging gekomen, dat de beperkende woorden „een en ander voor zoover dienen de voor de aandrijving van motoren" ver vallen. Drie personen gedood en drie gewond. Ook in den nachfc van Dinsdag op Woens dag vlogen vrij veel Britsche vliegtuigen bo ven ons land en wierpen een aantal brisant- en brandbommen hier en daar op willekeu rige wijze omlaag. De aangerichte schade had over het algemeen weinig te beduiden, slechts in een dorp in het Westen des lands werd door een dozijn bommen een groep woonhuizen getroffen met als gevolg, dat een tiental huizen werd vernield en een groot aantal huizen lichtere schade kreeg, met name glasschade. Bij dezen aanval wer den helaas drie burgerlijke personen gedood, twee zwaar- en een licht gewond. Het aangeven van vergaderingen Het gisteren verschenen nieuw veror deningenblad bevat een wijziging in de verordening no. 241940 ter verzekering van de openbare orde in Nederland. In deze verordening luidt par. 2, lid 4 voortaan aldus: 4) De bepalingen der leden 1 en 2 gel- den niet voor: 1) vergaderingen met een zuiver gods dienstig of artistiek karakter en besloten gezelschappen; 2) vergaderingen van anderen aard dan dien, bedoeld in lid 2, indien aan haar niet meer dan twintig personen deelne men. Dit besluit treedt 18 Juni in werking. Deze wyziging brengt een verscherping inzake samenkomsten van minder dan twintig personen. De handelsbesprekingen tusschen Japan en Ned.-Indië mislukt. Tokio gelast den leider der Japansche delegatie uit Batavia te vertrekken. de beschadigde machines is bevolen. Het in orde brengen van het schip zal waar schijnlijk, volgens de Amerikaansche pers, maanden duren en ongeveer 250.000 dollar kosten. Uit Batavia meldt Domei: Nu de onder handelingen tusschen Japan en Neder- landsch-Indië zijn mislukt, heeft Kenkitsji Josjizawa, de leider van de Japansche handelsdelegatie, gisteravond den gouver neur-generaal, jhr. Tjarda van Starken- borch Stachouwer, medegedeeld, dat de Ja pansche delegatie op 29 Juni met de „Nis- syo Maroe" naar Tokio zal terugkeeren, overeenkomstig de van de regeering in Tokio ontvangen instructies. Dit besluit heeft een definitief einde ge maakt aan de onderhandelingen, welke sinds begin Februari gevoerd werden door Josjizawa, na den terugkeer in Japan van minister Ichize Kobajasji. Men zal zich herinneren, dat Kobajasji de onderhande lingen verleden jaar zomer begon. In een onderhoud van een uur met de Nederlandsch-Indische autoriteiten heeft Josjizawa den aard der instructies van zyn regeering uiteengezet en de laatste ver langens voorgelegd. Aangezien Neder- landsch Indië, zoo verklaarde hij, voor de Japansche verlangens evenwel geen open oog had, had het geen nut de onderhande lingen voort te zetten. In de laatste be spreking waren ook aanwezig de Japan sche consul-generaal Joetaka Isjizawa als mede de heeren H. J. van Mook, directeur van de afdeeling economische zaken en J. E. van Hoogstraten, hoofd van het departe ment van handeL EEN OFFICIEELE JAPANSCHE VERKLARING. De woordvoerder van het centrale bu reau van voorlichting van het Japansche kabinet heeft in een officieele verklaring uitvoerig het Japansche standpunt uit eengezet met betrekking tot de handels besprekingen tusschen Japan en Neder lands ch Indië. De regeering, zoo verklaarde hij, heeft zich in Mei van het vorige jaar tot de regeering van Nederlandsch Indië gericht om de levering te waarborgen van belang rijke grondstoffen. De regeering van Nederlandsch-Indië heeft bij deze gelegen heid haar voornemen tot actieve samen werking met Japan tot uiting gebracht. De in September van het vorige jaar gevoerde onderhandelingen zyn van zeer uitgebreiden aard geweest en hebben niet alleen betrekking gehad op de kwestie van den aankoop van grondstoffen, doch boven dien op de vraagstukken der uitbreiding van de algemeene handelsbetrekkingen, als mede van de Japansche deelneming aan Ned.-Indische ondernemingen, van het recht van nederzetting voor Japanners en voorts op kwesties van scheepvaart en luchtverkeer. Met de toenemende versterking van de economische crisis, heeft evenwel de hou ding van Ned.-Indië het verloop van de onderhandelingen steeds moeilijker ge- gemaakt. Batavia antwoordde tenslotte dat het zich het recht voorbehoudt om telkens naar eigen goeddunken de te leveren hoe veelheid goederen te verminderen. Dit antwoord, zoo vervolgde de woord voerder, was niet geschikt om daarop een internationale overeenkomst te bouwen. De Japansche regeering heeft daarom be sloten, de onderhandelingen niet verder voort te zetten en haar delegatie uit Ba tavia terug te roepen. Het spreekt echter van zelf, dat Japan aan zyn rechtvaardige eischen vasthoudt. Het staken van de on derhandelingen heeft echter in geen enkel opzicht invloed op de normale betrekkingen tusschen Japan en Nederlandsch-Indië*

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1941 | | pagina 1