Tweede Blad PROVINCIALE ZEEUWSCHE COURANT Dinsdag 17 Juni 19-11 Kroniek van den dag De legerberichten van gisteren. e**. mooi houd&i füp* ...nut H£c* s/itA**U%£ ITchJëmC ONTVOERD In afwachting. Het kan niet ontkend worden, dat er in de geheele wereld sprake is van toegeno men spanning. Na de beëindiging van den Balkanveldtocht en de bezetting van Kreta is er, althans wat de door Duitschland uit gevoerde operaties betreft, een betrekke lijke stilstand ingetreden. De Fransch-Duitsche onderhandelingen, welke na het onderhoud tussschen Hitier en Darlan geleid hebben tot een nauwere samenwerking tusschen beide landen, waarbij van de zijde van Vichy het streven voorzit Frankrijks rol een plaats in het nieuwe door de as geleide Europa te ver zekeren, hebben een verscherping van be trekkingen tot gevolg gehad tusschen Vichy en de Angelsaksische landen. Deze ontwikkeling heeft* de politieke si tuatie eenigen tijd beheerscht, ook voor zoover zij de aanleiding vormde voor het Britsche ingrijpen in Syrië en voor de Amerikaansche maatregelen tegen de Fransche scheepvaart. In Londen en Washington bestaat de vrees, dat de Fransch-Duitsche toenadering zal leiden tot een, wat men zou kunnen noemen, voortschrijdende capitulatie. De Amerikaansche reactie was op deze ver wachting afgestemd, toen Roosevelt in zijn jongste redevoering ook een bezetting van Dakar als een bedreiging zal beschouwen van de posities op het Westelijk halfrond. Dakar in Fransch Koloniaal gebied en de onschendbaarheid daarvan en van de Fransche vloot is in het wapenstilstands verdrag gegarandeerd. Wanneer Roosevelt niettemin Dakar in zijn beschouwingen betrekt, dan blijkt daaruit, dat hij Vichy en met name Darlan er van verdenkt, aan een opzijdeschuiving van het wapenstilstandsverdrag te willen medewerken. Darlan heeft zulks ten stelligste ontkend en slechts beoogd, het een levensbelang van Frankerijk te achten, dat het ter ver zekering van zijn toekomst, reeds thans in nauwere relatie treedt met Duitschland. Inderdaad doet de figuur eeniger mate •vreemd aan, maar zij vindt haar verkla ring in de omstandigheid, dat thans in Frankrijk mannen het bewind in handen hebben genomen, die reeds lang voor den oorlog de opvatting waren toegedaan, dat de Fransch-Duitsche tegenstelling een voortdurende en wezenlijke belemmering was te achten voor een vreedzame samen werking op het Europeesche continent. Het verloop van den strijd heeft bovendien aangetoond, dat Frankrijk niet over de zedelijke la-achten en over de miltaire paraatheid beschikte, om deze tegenstel ling in economisch, en politiek opzicht te voeden. Een zoodanig verschijnsel, als in Frankrgk valt ook elders in Europa waar te nemen, maar dat Vichy thans een sa menwerking met Duitschland voorstaat, werkt verwarrend, omdat men zich niet los kan maken van de gedachte, dat de po litiek van rFankxijk-van-vóór-de-capitula- tie zich positief tegen de Duitsche doel stellingen had verklaard en dat de oor logsverklaring van Frankrijk was uitge gaan op grond van overwegingen, welke door de meerderheid in het Fransche par lement werden onderschreven. Vgn dezen gedachtengang moet men zich bij de beoordeeling van de situatie van het oogenblik los maken, omdat met de capitu latie ook de opvattingen van de oude re publiek hadden afgedaan en plaats maak ten, voor de opvattingen van hen, wier minderheidsgeluid tot nog toe niet werd verstaan. Zoo komt ook de figuur van Dar lan in de juiste belichting te staan. Deze ontwikkeling houdt- de openbare meening sterk bezig, ook met het oog op de consequenties, wijl de regeering van Vichy ook de souvereiniteit over de kolo niën heeft overgenomen met de terzijde stelling van het oude regieme. Europa en de wereld zijn in afwachting hoe zich dit alles nog zal ontwikkelen. Het feit dat Londen het protest van Vichy van de hand heeft gewezen, wettigt het ver moeden, dat er in de naaste toekomst een nog scherper kant zal komen aan de toch reeds zoo slechte betrekkingen tusschen Vichy en de Angelsaksische landen. Tot nog toe gaat het nog om een zaak, Geruchten omtrent wijzigingen in het Engelsche kabinet. CRII'PS ZOO AMERV VERVANGEN. Het Zwitsersche Telegr. Ag. meldt uit Londen In politieke kringen in Londen doen ge ruchten de ronde, dat er enkele wijzigin gen in het kabinet Churchill op handen zijn. Volgens deze geruchten zal Amery, de minister voor Indië en Birma, zijn ambt neerleggen en vervangen worden door Sir Stafford Cripps, den Britschen ambassa deur in Rusland, die op het oogenblik in Londen vertoeft. Amery zou minister van oorlog worden. Andere geruchten spreken echter van een benoeming van Amery tot opvolger van Duff Cooper in het ministerie van voor lichting. Voorts verluidt in semi-officieele kringen te Londen, dat Griffith, den voor zitter van den Engelschen mijnwerkers- bond, een plaats in het kabinet zal worden aangeboden. DUFF COOPER DREIGT MET AFTREDEN. Naar de „New York Herald Tribune" uit Londen meldt, verluidt aldaar, dat de Britsche minister van voorlichting, Duff Coop ar, met aftreden gedreigd heeft, in dien hij geen grootere bevoegdheid over de oorlogsberichtgeving en Britsche pro paganda krijgt, zoo bericht het D.N.B. uit New York. Duff Cooper heeft de ophef fing geëischt van alle beperkingen, waar aan hg door het leger, de vloot en het de partement van buitenlandsche zaken on derworpen is. Tevens heeft de bekende schrijver Priestley, die aan het hoofd staat van de politieke groep „1941 committee" heel openlijk het verlangen uitgesproken, dat er een propagandaministerie gelijk aan dat in Duitschland gevormd zal worden. Volgens genoemd blad zal dit verlangen ongetwijfeld in breede kringen steun ge nieten, daar er groote ontevredenheid heerscht over de Britsche propaganda en den berichtendienst. Deze ontevredenheid zou zoover gaan, dat vele Engelschen ge regeld de Duitsche radio aanzetten, daar him de Engelsche omroep te vervelend is. De strijd tegen de Engelsche koopvaardij. Het D.N.B. meldt dat een koopvaarder van 3000 brt. gisteren ten Zuiden van Plymouth met goed resultaat is gebom bardeerd. De postboot, die den dienst met Ierland over het kanaal van St. George onderhield, is door Duitsche Stuka's tot zinken ge bracht, na$r Reuter meldt. DISTRIBUTIEFRAUDE. Procesverbaal is opgemaakt tegen een 27-jarige winkelierster - te 's-Gravenhage wegens het hamsteren van 144 busjes 250 gram koffie, 45 k.g. rijst, 75 k.g. sui ker, 10 liter slaolie en 60 k.g. bruine boo- nen. Zij had verzuimd deze voorraden aan den distributiëdienst op te geven. Alles is in beslag genomen. waaromtrent alleen Vichy te beslissen heeft. Aldus werd te Berlijn verklaard. Het zal ecfiter van de komende gebeur tenissen afhangen, of Berlijn in deze hou ding van toeschouwer kan volharden. Im mers wat zich thans in Syrië afspeelt is, afgezien van de argumenten vai. het oogen blik, een Britsche poging, om de plannen der Duitschers in het Nabije Oosten, met het einddoel Suez, te doorkruisen. Daarom is Duitschland, thans weliswaar oppervlakkig geïnteresseerd, waar het hier een geschil van den vriendschap zoekenden Franschman, met den Engelschen aartsvij and betreft, in werkelijkheid partij. En vroeg of laat zal daarvan toch het een en ander moeten blijken. Afwachten. Niet slechts wat Frankrijk betreft, ook elders in de wereld want er is een groote onderlinge samenhang ■- wacht men af. Groote gebeurtenissen wer pen hun schaduwen vooruit. Daarover in een volgende kroniek. HET J0ÜRNALISTENBESLÜ1T. Verschenen is een derde uitvoeringsbe sluit van den secretaris-generaal van het departement van volksvoorlichting en kun sten van 13 Juni 1941 betreffende het jour nalistenbesluit. Het luidt als volgt: Artikel 1. (1) De verklaring van een drukwerk is alleen dan tot een bepaalden kring van per sonen, in den zin van artikel 2 van het journalistenbesluit, beperkt, indien dit drukwerk buiten dien kring niet verkrijg baar is. (2) De secretaris-generaal van het de partement van volksvoorlichting en kun sten kan verklaren door middel van een schriftelijke kennisgeving aan den uitge ver, dat een bepaalde kring van personen in den zin van artikel 2 van het journa listenbesluit niet aanwezig is, indien in feite de mogelijkheid van een beïnvloeding van de openbare meening bestaat. Artikel 2. (1) Onder van ambtswege uitgegeven nieuwsbladen en tijdschriften worden slechts die nieuwsbladen en tijdschriften verstaan, waarvan de redactie en de uit gave verzorgd worden door een rijks-, pro vincialen- of gemeentelijken dienst. (2) In, den zin van het journalistenbe sluit geven alle tijdschriften voorlichting op het gebied van het volksleven, welke niet zuiver wetenschappelijk of technisch zijn. Bovendien kan de secretaris-generaal van het departement van volksvoorlichting en kunsten door middel van een schrifte lijke kennisgeving aan den uitgever verkla ren, dat een bepaald tijdschrift geen voor lichting op het gebied van het volksleven geeft. Artikel 3. (1) Het is den uitgever op straffe van nietigheid verboden bijzondere richtlijnen te geven in verband met bepaalde feitelijke omstandigheden. (2) de richtlijnen, bedoeld in artikel 14 van het journalistenbesluit zijn een onder deel van de arbeidsovereenkomst en moe ten derhalve schriftelijk opgesteld worden. Artikel 4. De functie van uitgever is onvereenig- baar met die van hoofdredacteur. In bij zondere gevallen kan de secretaris-ge neraal van het departement van volks voorlichting en kunsten aan een hoofdre dacteur toestemming verleenen om onder beroepsaanduiding „hoofdredacteur-direc teur" zich naast zijn redactioneele werk zaamheden tevens te belasten met de com- merieele leiding van of het toezich op de uitgave. Artikel 5. Het plan van werkverdeeling bedoeld in artikel 17 van het journalistenbesluit moet de nauwkeurige afbakening van de be voegdheden van iederen journalist die'aan een blad medewerkt, omvatten. Artikel 6. (1) Indien voor een afdeeling van een blad, geen journalist uitdrukkelijk verant woordelijk is gesteld, draagt de hoofdre dacteur de geheele verantwoordelijkheid. (2) Indien voor een afdeeling van een blad, in feite een bepaalde journalist regel matig de bijdragen levert of tot opneming aanwijst, moet deze in het plan van werk verdeeling als verantwoordelijk journa list worden aangewezen. Artikel 7. De naam en woonplaats van iederen jour nalist, die verantwoordelijk is voor den in houd van een gedeelte van een blad, moet op een vaste plaats van elk exemplaar vajj dat blad vermeld worden. Artikel 8. (1) Elke journalist is verplicht Iedere door hem met den uitgever afgesloten overeenkomst onverwijld toe te zenden aan het Verbond van Nederlandsche Journalis ten. (2) Elke hoofdredacteur is verplicht ieder door hem opgesteld schriftelijk plan van werkverdeeling onverwijld toe te zen den aan het Verbond van Nederlandsche Journalisten. Artikel 9. Dit besluit treedt in werking op den dag ztjner afkondiging. HET DUITSCHE. Het opperbevel van de Duitsche weer macht maakt bekend: Jn den strijd tegen de Britsche scheep vaart heeft het luchtwapen nieuwe suc cessen behaald. In den Atlantischen Oceaan ten Westen van Gibraltar bestreden ge vechtsvliegtuigen een krachtig beschermd convooi en vernietigden vijf vrachtschepen met tezamen 21.000 brt. In Noord-Afrika viel de vijand aan het front van Solfoem met vry sterke strijdkrachten aan. De aanval weid verijdeld door het afweervuur van de Duitsch-Italiaaiische troepen in samen werking met het luchtwapen. Volgens de voorlooplge berichten werden zes tig Britsche pantserwagens vernietigd. De gevechten duren vooit. Duitsche duikbommenwerpers vielen met bijzon der resultaat sterke vijandelijke colon nes en concentraties voertuigen aan. Duitsche jagers schoten in felle lucht-, gevechten boven het gevechtsterrein negen Britsche jacht- en twee ge vechtsvliegtuigen omlaag. In het Oostelijke bekken van de Mld- dellandsche Zee bestreden Duitsche ge vechtsvliegtuigen onder bevel van kapi tein Kollewe met bijzonder succes een for matie Britsche oorlogsschepen. Zij brach ten een lichten kruiser tot zinken door vier bomtreffers van zwaar kaliber en beschadigden een zwaren kruiser. Andere Duitsche gevechtsvliegtuigen vielen op het eiland Cyprus verscheidene vliegvelden doeltreffend met bommen en boordwapens aan. Pogingen van den vijand om overdag de bezette gebieden binnen te vliegen mis lukten. Jagers schoten drie van de aan vallende Britsche vliegtuigen omlaag. Twee Britsche gevechtsvliegtuigen werden door een patrouillevaartuig en een mijnenveger, een ander door marine-artillèrie neerge schoten, De vijand wierp Zondagnacht op verscheidene plaatsen in West-Duitschland brisant- en brandbommen. De burgerbe volking leed geringe verliezen. Op eenige plaatsen ontstond onbeteekende materieele schade in woonwijken. Nachtjagers schoten twee Britsche vliegtuigen omlaag. Bij den afweer van vijandelijke lucht aanvallen heelt zich de onder bevel van den luitenant ter zee eerste klasse Heim- berg staande patrouilleboot door het om-' laagschieten van vier vijandelijke vlieg tuigen bijzonder onderscheiden. HET ITALIAANSCHK. Het 376ste communiqué van het Itali- aansche hoofdkwartier luidt: In Noord-Afrika heeft de vijand, die sedert verscheidene dagen een of fensief voorbereidde, Zondag aan het front van Soloem een massalen aan val ingezet. Overal werd hü met aan zienlijke verliezen teruggedreven. De slag duurt voort. Duitsche en Italiaansche vliegtuigen hebben herhaaldelijk de havenwerken, de versterkingen en de kampementen van To- broek getroffen. Te Mersamatroeh zijn op slagplaatsen en verdedigingswerken door onze vliegtuigen gebombardeerd. Uit Ooat-Afrika wordt niets van betee- kenis gemeld. De distributie van kunstmest. In de Nederlandsche Staatscourant van gisteravond is verschenen de kunstmest- distributiebeschikking Hl, inhoudende na dere regelingen voor het koopen, verkoo- pen en afleveren van kunstmeststoffen. Ter toelichting op deze beschikking kan het volgende worden medegedeeld Het thans bestaande systeem van toe wijzingen met bijbehoorende kunstmest- bonnen blijft gehandhaafd. Teneinde een doelmatige spreiding der beschikbare hoeveelheden kunstmeststof fen te kunnen bereiken, moet de verdee- ling niet, zooals in het seizoen 1940/41 ge beurde, van boven af, d.w.z. beginnende bij den verkoop door producenten, plaats vinden, doch de aan verbruikers toegewe zen hoeveelheden door middel van bestel lingen van kleinhandel, via tusschenhan- del en groothandel, tot bij den producent verkoop er geraken waarna deze laatstge noemde weer via den weg der bestelling het beschikbare product kan leveren. In verband hiermede verliezen de kunstmest- bonnen hun karakter vein afleveringsbon nen en krijgen het kenmerk van een bon, welke recht geeft op öe bestelling van een bepaalde hoeveelheid kunstmeststoffen, opdat deze na aankomst ter plaatse aan den betreffenden verbruiker afgeleverd kunnen worden. Zoodra een handelaar voldoende kunst- mestbonnen van verbruikers heeft ontvan gen, zendt hij deze bonnen met een aan vraagformulier aan het K.D.P., waarop hij een machtiging tot het betrekken van kunstmeststoffen ontvangt. Deze machti ging zendt hij aan zijn leverancier groot handel of via tusschenpersoon, welke de ontvangen machtigingenaan den verkoo- per uit de eerste hand zendt onder bestel ling van de hoeveelheid waarop de mach tigingen recht geven. Teneinde één en a^ider een wettelijke basis tè geven is de nieuwe beschikking ontworpen. Tevens zijn daarin overgangs- regelen gegeven om van het oude op het nieuwe systeem te geraken. DE STANDAARD. In het dagblad De Standaard wordt me degedeeld, dat de heer M. Blokzijl wegens zgn benoeming tot hoofd van de afdeeling perszaken van het departement van volks voorlichting en kunsten, zijn arbeid aan dat blad heeft beëindigd. Engeland wil volhouden. REDE VAN CHURCHILL. In een radiorede, die de Britsche pre mier, Churchill, tot de Ver. Staten gehou den heeft ter gelegenheid van het feit, dat de Amerikaansche universiteit van Rochester hem het doctoraat honoris cau sa heeft verleend, beriep hij zich ter in leiding op het „gevoel van verwantschap en eenheid," dat tusschen de beide kusten van den Atlantischen Oceaan bestaat en in dezen tijd van wereldcrisis een bemoediging en opwekking voor hem is. „Een wonderbaarlijke gebeurtenis rolt voor onze oogen af" vervolgde Churchill. Helaas is het ons niet gegeven te weten hoe het einde zal zijn. Zeker is evenwel, dat de huidige gebeurtenissen ons leven diep zullen schokken. Wg allen aan beide zijden van den Oceaan voelen, dat or.s lot en dat van vele geslachten op het spel staat. Nadat Churchill met klem betoogt had, dat ipen „trotsch en verheugd" moet zijn ondanks alle tegenslagen in een dei-mate verheven tijdperk te leven en na voort3 gesproken te hebben van de „van haai zetel verdreven gerechtigheid", van de „met voeten getreden rechten der zwak ken" en de „groote vrijheid", richtte hij zich o.a. met de volgende verklaring tot de Ver. Staten: „Een jaar lang bieden wij, Britten, al leen tegenstand, gesteund door uw steun en uw hoogachting en overeind gehouden docr onzen onbedwingbaren ■wal en onze hoop op uw geweldige hulp. \/at er ook moge komen, wij zullen ons tot het einde goed- houden. En thans biedt de oude leeuw alleen tegenstand aan de jagers, die moord dadige wapenen bezitten". Tot besluit vergeleek Churchill den oor log met een reis en zei: „De tijd dringt evenwel. Iedere maand, die verstrijkt, draagt bij tot verlenging en tot de gevaren van de reis, die gemaakt moet worden Vereenigd zullen wij het houden, verdeeld echter zullen wij vallen". ST. LAURENS. Abonnementen en advertenties voor de Provinciale Zeeuwsche Courant wordei aangenomen door den Agent. A. JANSE. 1 DOOS 25 CT. - J8E. 35 CT. DOOR P. MATTHEÜS. 34) Graddle sloot de deur achter haar eh haalde den 'sleutel er uit. Jerry nam hem den sleutel af. „Klaar?" vroeg hij. „Klaar", antwoordde Graddle. „Ho; wacht eensnee de bgl!" mengde zich Kelly in het gesprek. „Allemachtig dat had ik waarachtig vergeten", bromde Graddle, terwijl hij weer naar het dek terug liep. Hij kwam terug met een bgl met korten steel, die hij in een hoek van het voor onder tegen een wand zette. „Zoo!" verklaarde hij. „Nu is alles klaar." „Ja alles klaar, niets vergeten", be aamde Kelly. „Goed", zei Jerry, terwijl hij achter hen aan de smalle trap opklom. „JQ brengt nu het schip op gang, Kelly. En jij, Graddle, houd je bereid om je chef te ont vangen. Alles precies volgens de afspraak asjeblieft! Om ons bekommer je je maar niet meer. Alleen moet je niet vergeten, dat we er zijn. Dat zouheel onplezierige gevolgen voor jullie hebben". Jerry en Gill traden terug en verdwe nen in de duisternis. Kelly betrok zgn plaats in de stuurhut en zette den motor aan, en Graddle slenterde doelloos over de planken van het dek op en neer. Met een langzaam gangetje gleed de „Zeespin" dieper de bocht binnen. Gedurende langen tijd gebeurde er heele- maal niets. Langen tijd was er niets an ders te hooren dan het gedempte stam pen van de machine, het klotsen van het water en de voetstappen van Graddle. Zoo verging op zgn minst een uiir. Doch toen gebeurde er iets. Van de landzijde naderde snel het hooge gezoem van een bootmotor. Wat daar aan kwam, was blijkbaar een raceboot. Een zoeklicht flitste plotseling op, gleed een maal over de „Zeespin" heen en doofde weer. Een stem riep „Hallo! Boot ahoi!" „Hé riep Graddle terug. „Wat is dat voor een boot?" klonk de stem weer. „Waarom varen jullie zonder licht „Dat gaat je niks aan!" brieschte Graddle woedend. „Loop voor mijn part naar den duivel!" „Wat Dat zal ik je eens laten zien!" schreeuwde de stem. „Hier rivierpolitie! Achter me bevindt zich een boot met acht man. Draai maar gauw bg ik kom aan boord." De opschepperige onhebbelijkheid van Graddle was met één slag verdwenen. Ge durende eenige oogenblikken zweeg hij. Daarop riep hij op gehéel veranderden toon, die in tegenstelling van vroeger niet alleen beleefd, maar zelfs overredend klonk „Waarde heer, vaart u maar rustig ver der. Wat wilt u hier aan boord? Hier is alles in orde." „Daar wil ik me zelf graag van over tuigen, draai dadelijk bij!" beval de stem eigenzinnig. „Je vaart zonder licht dat is hoogst verdacht. Ik kom aan boord. Houd een touw klaar." Graddle zuchtte diep en schudde het hoofd. „Kelly! Machine afzetten!" riep hij naar voren. Daarop trad hij dicht aan die verschan sing, met een touw in de hand, en wachtte. Op het zilverachtige schemerende water gleed de schaduw van een smalle boot naderbij en kwam langszij. Eén enkele man zat erin, klein en rond. Hij stond op en stak zijn hand naar voren. „Het touw!" Graddle wierp hem het touw toe. De kleine man slingerde het om een haak, sloeg er een knoop in en klom aan boord. „Ik wensch het schip te doorzoeken", zei hij. „Maar beste meneerzei Graddle. „Ik wensch het schip te doorzoeken!" herhaalde de kleine man. „Kun je me niet verstaan?" „Maar beste meneerzei Graddle nog eens, terwijl hij hem in den weg trad. De volgende seconde gebeurde er "iets verrassends. De kleine man tastte bliksemsnel in den borstzak, haalde een lang slank voorwerp te voorschijn, dat er als een gummistok uitzag, en sloeg Graddle daarmee krachtig op het hoofd. „Oeff»liet Graddle hooren. Zijn beenen knikten. Hfl sloeg tégen den grond. Het scheen werkelijk een gummiknuppel te zijn. In drie passen was de man bij de stuur hut en sloeg hij ook Kelly op het hoofd. Kelly rolde over de" planken en bleef stil liggen. „Zoo!" zei de kleine man tevreden, stak zijn gummistok in zijn zak en haalde een zaklantaarn te voorschijn. Terwijl hij de lamp met een riempje aan den bovensten knoop van zijn jas vastknoopte, snelde hij met lange schreden naar achteren. Hg verdween in het achterluik. Nauwelijks was hij weg, of achter de stuurhut kwam een schaduw te voorschgn, sprong over het dek en boog zich eerst over Kelly en dan over Graddle. Twee handen tastten over hen heen en een stem mompelde in een toon van hoogste ver bazing „Allemachtig nog an toe!" Daarop gleed de gestalte in de duister nis terug. Van onderen klonk een dof gedreun omhoog. De kleine man trommelde met zijn beide vuisten tegen de deur van Edna's hut. „Openmaken!" riep hy. „Maak eens open! Dadelijk!" „Ik kan toch niet", jammerde Edna van binnen. „Ik word hier gevangen gehouden. De deur is op slot." „Ha zoo gevangen? Heb ik het niet gedacht?" De kleine man draaide zich snel om en pakte de bijl, die achter hem in een hoek lag. „Voorzichtig!" riep hij. „Gaat u eens een eindje terug! Ik sla de deur stuk." ,Drie slagen kraakten met veel lawaai en versplinterden het hout. Een vierde trof het slot. De deur sprong open. De kleine man stormde over den drempel. „*Miss Tiggel!" riep hij en bleef als aan den grond genageld staan. „Mister Skinner!" riep Edna. „U De bijl viel met een luiden slag tegen den grond. Mister Skinner breidde zijn armen wijd uit. „Een gelukkig toeval", klaterde hn, „heeft me hierheen gebraqht! Denkt u eens aan ik was ginds in Great Kills en kon niet slapen. Ik nam mijn motorboot en voer een beetje in de bocht heen en weer. En daarbij kwam ik dit schip tegen. Een merkwaardig schip moet u weten. Het vaart zonder licht alleen maar met een gele lantaarn aan den achtersteven. Dat kwam me zonderling verdacht voor. Er wordt zooveel verteld over smokkelarij cn ontvoering, niet waar? Ik riep het schip, aan en kreeg een onhebbelijk ant woord. Dat versterkte mij in mijn ver denking. Kort en goed, ik gaf me voor een beambte van de rivierpolitie uit en kwam aan boord. De bemanning wilde me ver hinderen het schip te doorzoeken. Ik heb de bemanning tegen den grond geslagen. Twee man. Kortom hier ben ik! Ik ben blij, dat mijn gevoel me niet bedro gen heeft, en dubbel gelukkig ben ik, dat ik juist u hier vind, miss Tiggel, en dat ik u bevrijden kan." „O mijn bevrgderzuchtte Edna, terwijl zij haar gezicht achter haar han den verborg. „Hoe kan ik u genoeg dan ken?" „Geen dankAlstublieft geen dank. hoor zei mister Skinner .waardig. „Ik heb alleen maar gedaan, wat ik doen moest. Maar komt u nu mee Mijn boot ligt te wachten. Het is beter, dat we van boord gaan, voordat die beide schurken daarboven wakker worden. Ik zou u graag het vreeselijk gezicht van een gevecht be sparen". (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1941 | | pagina 5