De leiding van de Algemeene Synode der
Ned. Herv. Kerk.
Distributie
vraagstukken.
WELKE BONNEN GELDIG ZIJN?
KERKNIEUWS
Het verantwoordelijkheidsbesef is versterkt.
DE KERK IS LOSGERUKT UIT
EEN SLEURGANG.
f Er is geen enkel levensterrein te
noemen of het ondergaat min of meer
de invloeden van de omwentelingen in
de politieke, maatschappelijke en gees-
teltjke wereld. Ook in de kerk, met na
me in de Ned. Herv. Kerk, die nog 3
millloen Nederlanders omsluit, is het
gebeuren van dezen tyd als een aard
schok doorleefd. Onder het kerkvolk
is in menige gemeente, zoowel by ion-
geren als by ouderen een herleving en
verdieping van godsdienstige belang
stelling, in de besturen Is het besef van
verantwoordelgkheid versterkt. De Al
gemeene Synode gevoelt meer dan ooit
dat zy geroepen is om aan dit her
nieuwde kerkeiyk leven, leiding te ge
ven.
Men heeft In velschillende kringen voor
heen veel getwist over de vraag of de Sy
node wel geesteiyke leiding mocht geven,
en er zijn jaren voorbygegaan zonder dat
men iets van geestelyke leiding bespeurde.
De besturen, vv.o. ook het hoogste kerkbe
stuur, hadden hun taak reglementair be
perkt tot het op gang houden van de ker-
kelgke machinerie. Het merkwaardige is,
dat men thans in overgroote meerderheid
in de kerk, leiding van de besturen begeert
en aanvaardt. Nog merkwaardiger is het,
dat de veel-gelaakte bestuurlyke inrichting
van de Ned. Herv. Kerk, die men tot op
voor eenige jaren vervangen had willen
zien door een presbyteriaal-democratische,
thans bij uitstek geschikt blykt te zyn, en
in *n revolutionnaire periode buitengemeen
groote voordeelen heeft. De betrekkelijk
kleine besturen maken het mogelyk snel
en dikwyis byeen te komen en op korten
termyn belangryke besluiten te nemen.
De Algemeene Synode zelf bestaat uit
niet meer dan 29 vaste leden, en haar uit
voerend orgaan, de Algemeene Synodale
Commissie telt er slechts 9. Meestal zitten
hierin menschen met lange kerkelijke er-
varing. Enkele krachtige figuren treden
thans uit den aard der zaak sterk naar vo
ren. Zoo werkt het leiders-principe onge
merkt in de kerk door. Er wordt snel en
doelbewust gehandeld. Het tempo, dat
voorheen 'n tragen indruk maakte, is met
het tempo van onzen tyd in overeenstem
ming. Andere kerken, die een presbyte-
riaal-synodale inrichting hebben, werken
minder gemakkelijk.
KERKELIJKE COMMISSIE.
Onmiddeliyk na 't uitbreken van den
oorlog en de doorwerkende revolutie heeft
de Algemeene Synode begrepen, dat het
kerkeiyke leven moest worden geïntensi
veerd en vernieuwd. Er werd bijzonder veel
aandacht geschonken aan verlevendiging
van heel "het gemeentelyke leven. Men ge
voelde diep, dat de vernieuwing niet van
boven af kon worden opgelegd, maar van
binnen uit moest groeien. Vooral voor de
kerkeraden, met name voor predikanten,
lag er een nieuwe taak klaar. Een taak om
de gemeente in geestelijke beweging te
brengen en aan die beweging leiding te ge
ven. Het woord: Gemeente-opbouw sloeg
in! De Synode benoemde voor elke classis
een tweetal gedelegeerden, die persoonlijk
ingelicht door den secretaris der Synode,
Ds. K. H. E. Gravemeijer, de opdracht ont
vingen alle kerkeraden te bezoeken en voor
te lichten, bovenal het besef van verant
woordelijkheid te versterken en een nieuw
enthousiasme voor de mogelijkheden van
dezen tijd op te wekken. De secretaris reis
de daarvoor alle provincies af om de ge
delegeerden als ook de afgevaardigden dei-
besturen te ontmoeten. Deze methode
kwam zeer ten goede aan het nauwe ver
band tusschen de lagere en de hoogere be
sturen, tusschen gemeenten en kerkelijke
leiding. De Synode, die nimmer populair
was of populariteit zocht, wordt tegen
woordig in de meest verschillende kringen
en onder allerlei richtingen voor haar ini
tiatief en energie gehuldigd en geprezen.
Een commissie voor „Kerk en Gemeenteop
bouw" onder stimuleerende leiding van
Prof. Dr. H. Kraemer te Leiden blijft rus
teloos aan het werk om voor heel dezen ar
beid richtlynen te vinden en tot dien arbeid
aan te sporen. Menigeen heeft van dit werk
groote verwachtingen.
Ik noem deze commissie voor gemeente
opbouw het eerste omdat ze in het mid
denpunt van de belangstelling staat. Maar
ze is niet de eenige. Voor allerlei terrein-
nen van kerkeiyke bemoeienis zyn commis
sies gevormd, die alle te zamen onderdee-
len zyn van de groote commissie voor „ker
kelijk overleg". Immers zyn er op alle pun
ten nieuwe verhoudingen ontstaan, die
nieuwe bezinning en nieuwe methodes
eischen. Zoo zyn er binnen de groote com
missie werkgroepen voor: kerk en school,
kerlj en Jeugd, kerk en Zending, kerk en
ziekenzorg, kerk en overheid, kerk en ker
ken, kerk en Prediking, kerk en Finan
ciën, kerk en Pers en de reeds genoemde
commissie voor kerk en Gemeenteopbouw.
Deze sub-commissies zijn klein en de leden
ervan zijn menschen, aan wier deskundig
heid op hun terrein, niet wordt getwijfeld.
Thans ligt er reeds een groote bundel rap
porten op de synodale tafel, die juist dezer
dagen ter kennisname aan de lagere Bestu
ren is doorgezonden. De inhoud dezer rap
porten kan thans nog niet worden gepubli
ceerd. Wel kan in 't algemeen worden op
gemerkt, dat zij voor 't grootste deel uit
munten door concreetheid en zakeüjkheid.
Ze zyn door en door gericht op de onmid-
dellyke practyk van het kerkelijke leven
en overbodig getheoretizeer treft men in de
rapporten niet aan. En toch voelt men:
achter deze practische verslagen ligt de
stoere bezinning van theologen.
HET RICHTINGSVRAAGSTUK.
In 't algemeen kan ook worden gecon
stateerd, dat men by dezen arbeid het
rlchtingsvraagstuk niet uit den weg is ge
gaan; men beseft te zeer de actualiteit van
dit probleem. Onze kerk zit er nu eenmaal
mee. Maar meer dan ooit gevoelt men, dat
er hier sprake is van een gezamelijke
schuld van de heele kerk en van alle .-ich-
tingen en groepen, in zooverre de roeping
der kerk en de nood der wereld niet bran
dend genoeg zyn geweest in onze zielen,
in de verantwoordelijke organen der kerk
en in de verschillende groepen. Langs den
weg van een verdrag of wederzydsche uit
sluiting der partyen komt men er nooit uit.
De wederzijdsche verantwoordeiykheid
voor elkaar mag niet langer wordén ont
kend. Er behoort in elk geval meer samen
werking te komen tusschen de kerkeraden
en de Evangelisaties in gehoorzaamheid
aan de H. Schrift en op den bodem van de
belydenis geschriften der N.H. Kerk. Zul
ke evangelisaties kunnen een eigen taak
hebben, als haar prediking en arbeid voor
komen uit de begeerte uit te gaan naar
degenen, die van de kerk vervreemd zyn
of voor haar dreigen verloren te gaan. Met
deze evangelisaties behooren de kerke
raden samenspreking te zoeken om in nau
wer en waardiger verband met elkaar te
gaan leven dan nu toe meestal het geval
is. Het stemt tot groote voldoening, dat
deze door de commissie van Gemeenteop
bouw vastgestelde richtlijnen thans door
de Hoofdbesturen van bijna alle groepen
zyn aanvaard. Dat is reeds een zeer be
langrijk resultaat!.
KERK EN JEUGD.
Niet minder belangryk lykt my de po
ging om velerlei jeugdwerk dat als het
ware uit het leven der kerk is geboren,
maar officieel geheel buiten de kerk om
ging, thans organisatorisch met de kerk te
verbinden.
De Jong Hervormden-beweging was van
de beginne af aan kerkelijk ingesteld. Het
nieuwe prestige van de kerk dringt ook
andere bewegingen naar de kerk toe. Er
ontwikkelen zich tusschen kerk en Jeugd
thans geheel niiuwe verhoudingen. Is er
thans by de jeugd meer waardeering en
minder critiek, by de kerk is een veel
grooter openheid voor alles wat er onder
de jeugd leeft. Zy beseft diep haar roeping
een echte en richte moeder te zyn oor
haar oudere kinderen, die de wegen van
den Vader willen gaan. Het hoofddoel van
dezen kerkeiyiten Jeugdarbeid kan niet an
ders zyn, dan de jeugd tot Christus te lei
den en voor Zijn dienst te winnen en te
bewaren. Practisch lykt het noodzakeiyk,
dat thans alle kerkeraden door middel van
Jeugdcentrales organisatorisch aan deze
grootsche taak meewerken.
Wat t.a.v. de jeugdorganisaties is opge
merkt, geldt evenzeer voor den arbeid der
Inwendige Zending, terwyl het als bekend
mag worden ondersteld dat de Uitwendige
Zending reeds sedert lang een incorporee-
ring in het organisme der kerk nastreeft.
Aan al deze dingen wordt thans een in
tensieve aandacht geschonken.
Wellicht staat de werkgroep: Kerk en
Kerken voorloopig voor de moeilykste
taak. Er wordt getracht een vorm te vin
den om voorloopig een contact mogelyk
te maken tusschen de Protestantsche ker
ken in ons land. Groote verwachtingen kan
men vooralsnog op dit terrein in ons land
niet koesteren. Toch schynt het my van
groote beteekenis dat de Ned. Herv. kerk
hier een initiatief neemt en daarmee de
lsidende plaats, die haar in het oecume
nische „gesprek der kerken" in Neder
land van nature toekomt, gaat innemen;
nu niet door het min of meer persoon
lijke initiatief van een aantal barer leden,
maar van synodale zyde.
DE PREDIKING.
Nergens is echter de leiding, die van
de Synode uitgaat, zoo verrassend als ten
opzichte van de prediking. Op dit punt
is er bij velen, ook in den kring der Be
sturen, nog eenige aarzeling waar te ne
men en zit men met de vraag: komt de
Synode hier niet op een al te principieel
terrein en kan de Synode hier by de
verdeeldheid der richtingen wel leiding
geven? De Synode is, gedrongen door den
nood der tyden, over deze bezwaren heen
gestapt. In de Algemeene Synodale Com
missie werd deze zaak lyeedvoerig be
handeld, en tenslotte werd op haar voor
stel de commissie voor „kerk en predi
king" aan 't werk gezet om een teksten-
rooster. vast te stellen voor het kerkeiyk
jaar, voorzien van „Homil'ètische toelich
tingen", zulks voornamelijk om jonge
predikanten in de byzondere moeilijkheden
van dezen tyd eenigen steun bu de wekc-
lyksche" prediking te geven. Wel is er
vooral op de toelichtingen nog al critiek
uitgeoefend, maar over 't geheel wordt in
allerlei kring de hulp der Synode dank
baar aanvaard. Men kan zeggen, dat de
Synode vooral door deze geste voor het
eerst na zeer vele jaren welbewust en
principieel ook theologische en geestelyke
leiding aan de kerk geeft. Daarmee is
het karakter van de Synode buitengewoon
sterk veranderd. Zy is als het ware over
het doode punt heen. Haar verantwoorde
lijkheid is ontzaglijk toegenomen, dit zal
haar ook in de toekomst voor nieuwe
geweldige consequenties stellen.
a
Een teer punt is de inrichting van onze
kerk in de verhouding van Bestuur en Be
heer. De beheerscolleges staan feitelyk
zeer los naast de besturen en conflicten
zijn dikwyis niet te vermyden. De ver
houdingen werkten menigmaal remmend
op het kerkelijk leven. Aan weerskanten
waren er vervvyten. Ook het eigen syno
dale beheer van allerlei fondsen was zeer
weinig gecoördineerd. Telkens had men
last van een volstrekt verouderde werk-
wyze. Tusschen de kerkeiyke administratie
der kerkvoogdyen, het beheer van de
fondsen door den Quaestor-Generaal, den
Pensioenraad, den Raad van Beheer op de
ELECTRISCHE
Aj GASAANSTEKER
è'kYftt J Calandplein. 3 Oün Haaq
xJMjy TELEFOON 180826
Predikantstractementen bestond tot vóór
verleden Jaar zoo goed als geen verband.
Het is een pracht-daad van. de
Synode geweest, dat zy er in slaagde,
de elkaar dikwyis bestrijdende verte
genwoordigers van deze instellingen
aan de conferentietafel te krygen, en
het is nog mooier, dat deze mannen
vooral onder de leiding van rar.
Wagenaar, den directeur van den Raad
van Beheer, er in zyn geslaagd een
volstrekt nieuw „Reglement op de
Predikantsplaatsen" tot stand te bren
gen. Dit reglement zal, wanneer de
kerk het aanvaardt, niet minder be-
teekenen dan een volkomen reorgani
satie van het bestuursapparaat binnen
het raam van het Algemeen Regle
ment. Het Reglement werd in de hoo
gere besturen met groote geestdrift en
instemming ontvangen. Dat het in dit
jaar tot een oprecht, hartelijke samen
werking tusschen voortyds opposlti-
oneele instellingen kon komen, is een
gebeurtenis waarover allen die het met
de kerk goed meenen, zich zullen
verbiyden. Wederom een gewichtige
post op het credit der Synode.
Wy hebben alle reden aan te nemen,
dat een zoo voorbeeldig en deskundig
ontworpen reglement door de kerk zal
worden aanvaaid. Functionneert eenmaal
dit Reglement, dan zal dit een byzonder
gunstigen invloed hebben op de verhou
ding van bestuur- en beheerscolleges. Een
uiteenzetting van de leidende beginselen
in deze materie zou thans te veel ruimte
innemen, maar dat men t.a.v. de proble
men, die hier aan de orde zyn, tot zoo
froote overeenstemming kwam, houdt een
elofte in, dat de werkgroep „Kerk en
Financiën" nog meer kan bereiken. Juist
hier liggen problemen, die al veel te lang
op hun oplossing wachten!
Wy hebben in dit artikel een indruk
willen geven van de zeldzaam krachtige
activiteit in de energieke leiding van ons
hoogste kerkbestuur. De kerk (niet het
minst de Algemeene Synode en de Alge
meene Synodale Commissie, die haar lei
den) de kerk is door de schokken van
dezen tyd losgerukt uit een sleurgang,
die op zyn minst bfl de jeugd en haar
actieve leden een bittere wrevel wekte
uit een vermoeiende richting strijdt, die
feitelijk al lang op het doode punt stond,
uit een kleurlooze neutraliteit en allen
sparende voorzichtigheid, die by niemand
instemming verwierf! De kerk dankt het
aan de geweldige gebeurtenissen van 1940,
dat zy op een nieuwe wijze leerde vragen
naar Gods wil, dat zij in geloof en gehoor
zaamheid bereid werd tot Gods taak. Zy
staat midden in het bewogen leven.
Dat de redactie van de Prov. Zeeuwsche
Crt. my vroeg om voorlichting te 'geven
over den arbeid der Synode, moge hier
van een verblijdend en dankbaar aanvaard
teeken zijn!
J. W. DIPPEL.
DE NIEUWE DISTRIBUTIE
KAARTEN.
In de nu volgende weken zal in alle
plaatsen de gelegenheid worden gegeven
tot het afhalen van de nieuwe distributie
kaarten. Evenals de vorige maal zullen
ook nu vele kaarten tegelijk worden uit
gereikt. In tegenstelling met de thans
in gebruik zynde kaarten zyn de nieuwe
alle van gelyk formaat, hetgeen voor het
gebruik zeer doelmatig genoemd mag
worden. Een andere nieuwigheid is, dat de
meest voorkomende kaarten samengebun
deld zyn met een nietje. Zoo bestaat by-
voorbeeld de eerste groep uit 5 verschil
lende bonkaarten, n.l. een voor vleesch,
twee voor brood, een voor diversen (kaas,
eieren, bloem en aardappelen) en het al
gemeen bonboekje. Aldus worden er 7
verschillende groepen uitgegeven, o.m. een
groep kaarten voor* de kinderen beneden
de 3 jaar, één voor de kaarten met extra
rantsoenen voor zwaren arbeid, enz. Bly-
kens de voor uitgifte gereedliggende kaar-
tengroepen wordt het geheele tegenwoor
dige systeem van toeslagen voor brood
aan kinderen tusschen de 14 en 20 jaar,
extra zeep aan zeer kleine en grootere
kinderen, benevens de toeslagkaarten voor
zwaren arbeid, gehandhaafd. Buiten de tot
heden gebruikelyke toeslagen voor vleesch.
vet en brood voor degenen, die zwaren of
zeer zwaren arbeid verrichten, worden
ook extra rantsoenen voor aardappelen
verstrekt. De periode, waarvoor de nieuwe
kaarten zullen kunnen dienen, zal weder
om ongeveer een half jaar zyn, want de
kaarten bevatten 26 verschillende bonnum
mers. De ellenlange broodkaart, zooals die
de vorige maal is uitgegeven, zal ditmaal
vervangen worden door eenzelfde soort
kaart als de tegenwoordige vleeschkaart.
Om dit te kunnen bereiken is het aantal
broodbonnen teruggebracht van 20 op 8
bonnen. Van deze 8 bonnen geven er 4
recht op 4 rantsoenen per bon, d.I. een
half broodje, terwyl de andere 4 bonnen
ieder recht geven op 1 rantsoen. Tezamen
heeft men dus weer 20 rantsoenen, even
als thans.
De uitreiking van de nieuwe kaarten
is, in vergelyking met de uitgifte van alle
vorige kaarten, vry omslachtig. Voor
iedere in ontvangst genomen kaarten-
groep moet door den ontvanger worden
geteekend. Voor een gezin van 5 personen
moet dus 5 maal worden geteekend. Een
en ander zal vrij veel tyd in beslag nemen
en daarom zal het uitgeven der kaarten
ook over twee of drie weken verdeeld
worden. Aan den anderen kant is het een
goede controlemaatregel, want niemand
zal achteraf kunnen ontkennen een kaart
ARTIKEL
BON
DUUR
HOEVEELHEID
Aardappelen
Ak 5
Ak 6
9 t/m 15 Junl
16 t/m 22 Junl
1% Kg aardappelen
Bloem
BL 8
19 Mel t/m 15 Junl
50 gram brood of Vz
rantsoen gebak of 35
gram meel of bloem
I geen Doekweitmeel)
Boter ot margarine
Bo. 17
Bo. 18
Bo. 19
Bo. 20
Ve. 17
Ve. 18
Ve. 1»
Ve. 20
26 Mel t/m 11 (14) Junl
28 Mei t/m 11 (14) Junl
12 t/m 29 Juni
12 t/m 29 Junl
26 Mei l/m 11 (14) Juni
26 Mei t/m 11 (14) Juni
12 t/m 29 Juni
12 t/m 29 Juni
250 gr. boter of 200 gr
sl'a-olie of raapolie
250 gram boter
250 gr. boter.
250 gr. boter.
250 gr. boter of mar
garine of 200 gr. sla-
oiie of raapolie
250 gr. bo. (15 ct. red
250 gr. bo. (15 c. red.)
250 gr. bo. (15 c. red.)
Brandstoffen
„02 KF" van
bonnenkaarten
M en N
1 t/m 30 Junl
eenheid vaste brandstol
Brood
Br. 24
Br. 22
26 Mei t/m 22 Junl
9 t/m 22 Junl
100 gr. roggebrood of
ander brood of 1 rant
soen gebak
200 gr. brood of 2 rant
soenen gebak
Eieren
A 53 en 88
A 36 en 98
9 t/m 15 .Juni
16 t/m 22 Juni
1 ei
Gebak
BI. 8
Br. 22
19 Mei t/m 15 Juni
9 t/m 22 Juni
Va rantsoen
2 rantsoenen
Gort, gortmout of
grutten
A 26
A 45
21 April t/m 15 Junl
16 Junl t/m 10 Aug.
250 gram
Havermout haver
vlokken, haverbloem.
aardappel meel vlok
ken, gortmout, gort
of grutten
A 24
A 44
21 April t/m 15 Juni
16 Juni t/m 10 Aug.
250 gram
Kaas
A 66 en 76
A 67 en 77
A 68 en 78
19 Mei t/m 1 (15)
Juni
2 t/m 15 (29) Junl
16 t/m 29 Juni
(13 Juli)
100 gram
Koffiesurrogaat
A 34
26 Mei t/m 22 Juni
250 gr. koffiesurrogaat
Macaroni of vermi
celli of spaghetti
A 26
A 54
21 April t/m 15 Juni
16 Juni t/m 10 Aug.
100 gram
Maïzena of gries-
meel of pudding
poeder of sago ot
aardappelmeel
A 27
A 55
21 April t/m 15 Junl
16 Junl t/m 10 Aug.
100 gram
Melk
Me. 20
Me. 21
9 t/m 15 Juni
16 t/m 22 Juni
1% liter melk
Peulvruchten
A 52
2 t/m 22 Junl
500 gram
Petroleurn
Per. 10
21 April t/m 15 Junl
2 liter voor de keuken
Ryst, (-emeel, -gries,
-ebloem) of grutten-
meel
A 32
A 43
19 t/m 15 Junl
16 Juni t/m 13 Juli
250 gram
Scheerzeep
letter K tex-
tlelkaart
1 MeU/m 31 Aug.
50 gr. scheerzeep of
een tube of pot
Sla-olle
Bo. 17 en
Ve. 17
t/m 31 Juli
200 gr. sla-olie of
raapolie
Suiker
A 42
9 t/m 22 Juni
1 kg
nee
A 84
26 Mel. t/m 22 Juni
40 gram
Vleesch
VI. 18
VI. 19
8 t/m 15 Juni
16 t/m 23 Juni
Vz rantsoen
Vleeschwaren
VI. 18
VI. 19
8 t/m 15 Juni
16 t/m 23 Juni
Vt rantsoen
Zeep
A 35
1 t/m 29 Juni
1 rantsoen
te hebben ontvangen, omdat by twyfel-
gevallen het ontvangstbewijs zal kunnen
worden getoond door den distributiedienst.
Aangeraden wordt om goed nota te ne
men van de officieele publicaties, die straks
zullen verschijnen en vooral gevolg te ge
ven aan de voorgeschreven afhalingsdata.
DE DISTRIBUTIESTAMKAART.
De distributiestamkaart is een belangrijk
document geworden in het dageiyksch le
ven. Toen indertijd de stamkaarten wer
den uitgereikt, kon niemand vermoeden,
dat deze ietwat vreemde, met zooveel
vakjes bedrukte kaart, zoo'n belangryke
rol zou spelen. Intusschen zyn er weer al
heel wat van die geheimzinnige vakjes
afgekruist Uit die kruisjes blykt tevens
hoe belangryk de stamkaart wel is en
dat zy alle aandacht van een waardevol
stuk verdient. Wy vestigen de aandacht
echter op de stamkaart, omdat vry veel
menschen haar ook gebruikt hebben als
identiteitsbewys. Nu de nieuwe identiteits
bewijzen worden uitgereikt, meenen som
migen, dat de stamkaart met foto geen
dienst meer behoeft te doen, waarna de
stamkaart in enkele gevallen vernietigd
werd. Dit mag in geen geval gebeuren,
want de stamkaart behoudt als grond
kaart van het geheele distributiesysteem
haar volle waarde. Bewaar dus Uw stam
kaart als een belangrijk document.
RIJWIELBANDEN
Het artikel rywielbanden is 'n schaarsch
artikel geworden. Ook voor degenen, die
een rijwielbandenbon van den distributie-
dienst hebben ontvangen, is het niet altyd
even gemakkeiyk om een rywlelband vast
te. krijgen. Dat kan gebeuren in de eer
ste plaats, omdat de rywlelhandelaar
geen voorraad heeft óf omdat hij mis
schien niet verkoopen wil. Om met het
laatste te beginnen, zij medegedeeld, dat
iedere handelaar verplicht is op een gel-
digen rijwielbandenbon een rywielband te
leveren, zoo hy daartoe in staat is. Zelfs
als hy alleen over banden beschikt, die
al aan een nieuw rijwiel gemonteerd zijn,
dan is bij nog verplicht om een band te
leveren, ook als de kooper niet tot ztjn
zgn. vaste klanten behoort. De nieuwe
band moet dan van het ten verkoop ge
reed staande rijwiel afgehaald worden.
Het kan echter ook voorkomen, dat een
rijwielhandelaar over een aantal ingeno
men rijwielbandenbonnen beschikt, waar
voor hy weer nieuwe banden wil aanschaf
fen en dat zyn grossier hem geen banden
kan leveren. Biykens een mededeeling van
het Rijksbureau voor Rubber kan een
rywielhandelaar zich in zoo'n geval tot
NEDERL. STAATSLOTERIJ
(Niet officieel)
5de klasse, 17de l(Jst
Trekking van Vrijdag 13 Juni 1941
Hooge Prijzen
10350 niet met premie van f 3000.—
Prijzen van f 70.—
1192 1307 1688 1744 6425 7193 7213 7„.
8091 9546 10671 12347 13286 15034 15745 1643.
17895 17999 19280 21018 21789
Nieten
1267 1268 1394 1773 1794 1828 2424 2623
2638 2805 2813 3312 3363 3584 3728 4198
5535 5679 5713 5907 6285 6405 6440 7103
7391 7514 7558 7605 7619 7641 7719 7753
7908 8057 8147 9184 9753 9919 10031 10274
10836 11060 11263 12416 12627 12758 12918 13023
13122 13139 13372 13700 13744 13844 14001 14493
15320 15907 16511 16785 17177 17295 17564 17830
18228 18230 18249 18588 18889 19089 19332 20549
20741 20767 2t089 21184 21241 21509
Verbetering 5e klasse, 16e lijst: 20645 m. z
met f 70.—.
THEE VOOR 15.50 PER POND.
Kettinghandel op het spoor.
De politie te Amsterdam is dezer dagei
een kettinghandel op het spoor gekomen.
Een der verhandelde artikelen was thee,
waarvan 30 k.g. in beslag werd genomen.
Het bleek, dat de thee voor 6.per ponc
(natuurlijk al abnormaal duur) was inge
kocht en voor niet minder dan 15,50 per
pond van de hand werd gedaan.
Verder werd nog de hand gelegd op een
partij aardappelmèel, groot 750 kg., waar
voor het drievoudige van den normalen
prijs werd gevraagd.
Ook 1C0 kg. vleesch, werd daar aange
troffen, doch dit bleek reeds bedorven te
zyn.
In verband met deze affaire werd ook
een onderzoek ingesteld in een woning aar.
den Aalsmeerweg. Daar werd een partij
spek, alsmede 70 k.g. koffie, in beslag ge
nomen.
een anderen grossier, of fabriek wenden,
welke hem dan, Indien de aangeschrevene
over voorraad beschikt, aan de gewenschte
banden moet helpen, vpor zoover dat mo
gelijk is. De bedoeling van deze bepaling
is duidelyk; een grossier of fabriek mag
een nieuwe bestelling niet afwezen, om
dat de opdrachtgever niet behoort tot de
oude of vaste klanten