Handel in Amerikaansche fondsen wordt
stopgezet.
Maak uw tuin
productief.
ONTVOERD
Vierde blad
PROVINCIALE ZEEUWSCHE COURANT
Zaterdag 14 Juni 1941
Financieel Economisch Overzicht
De beurs en de onderhandelingen te Batavia.
STERK TERUGLOOPENDE KOERSEN.
De beurs is in de afgeloopen week be-
heerscht door het weinig opwekkende
nieuws met betrekking tot den handel in
Amerikaansche fondsen. Met ingang van 1
Juli a.s. zal de handel in deze fondsen nl.
verboden zijn.
Zooals men weet was de officieele no
teering reeds sinds eenigen tijd stopgezet,
doch de handel was geoorloofd, zoover die
plaats vond tusschen ingezetenen onder
ling. Er was een algemeene toestemming
verleend, (die noodig was op grond van
de Deviezenverordening), dat dergelijke
handel was toegestaan, zonder dat voor
elke transactie afzonderlijk toestemming
van het Deviezeninstituut behoefte te wor
den gevraagd. Er waren echter bepalingen
gemaakt ten aanzien van de afwikkeling
van loopende prolongatieposten en rekening
courantvoorschotten met onderpand van
Amerikaansche fondsen. Wij hebben deze
bepalingen destijds besproken en zy kwa
men, zooals men weet, hierop neer, dat
voor het einde van het jaar deze leeningen
moesten zijn afgelost en wel door middel
van maandelijksche betalingen.
Men had toen reeds verwacht, dat na het
einde van het jaar de handel zou moeten
worden gestaakt, doch er bestond een vage
hoop, dat een regeling zou kunnen worden
getroffen, waardoor een dergelijk besluit
zou kunnen worden voorkomen. In tegen
stelling met deze verwachting is het stop
zetten van den handel echter aanmerke
lijk vervroegd en na 1 Juli zal op de beurs
geen enkele affaire meer in deze fondsen
mogen worden afgesloten, tenzij hierv- ir
uitdrukkelijk toestemming van het Devie
zeninstituut is gevraagd en verkregen. Van
een markt zal dan uit den aard der zaak
niet meer kunnen worden gesproken en de
hoeklieden, die in den betreffenden handel
een bestaan vonden zullen naar ander em-
pooi moeten omzien.
Aanvankelijk was men de opvatting toe
gedaan, dat de geldgevers de vrijheid had
den, om indien zij hiervan zelf het risico
wilden aanvaarden, geldleeningen met on
derpand van Amerikaansche fondsen, over
eenkomstig een tevoren getroffen regeling,
inhoudende dus een afwikkeling vóór het
einde van het jaar, tot dit" tijdstip te doen
doorloopen. Deze opvatting is echter niet
juist gebleken, want uitdrukkelijk is offi
cieus verklaard, dat het de bedoeling van
de betrokken autoriteiten is, dat alle geld
leeningen en voox-schotten, met Amerikaan
sche fondsen als onderpand of als gedeel
telijk onderpand, vóór 1 Juli zoodanig moe
ten zyn afgewikkeld, dat het Amerikaan
sche gedeelte geheel komt vry te liggen en
door den houder in onbezwaard eigendom
wordt overgenomen.
Het behoeft nauwelijks betoog, dat niet
alle houders van deze fondsen, die hun be
zit niet volledig hebben betaald, tot een
dergelijke afwikkeling op korten termijn
in staat zullen zijn. Nu de geldgevers aan
de bedoelde eischen tot afwikkeling zullen
moeten vasthouden, ook al wordt zulks niet
uitdrukkelijk in de betreffende bepalingen
gezegd, zal men rekening moeten houden
met gedwongen verkoopen, hetzij op de
beurs of bij executie. Van welken omvang
de loopende prolongatieposten zyn, valt
moeilijk met zekerheid te zeggen. De ra
mingen daaromtrent loopen nogal uiteen
en wij hoorden bedragen noemen varieeren-
de tusschen de 20 en de 40 millioen.
Nu moet worden aangenomen, dat een ge
deelte van deze leeningen waarschijnlijk
wel zonder al te groote moeilijkheden zal
kunnen worden afgewikkeld, maar toch
mag men verwachten, dat zelfs dan nog de
verkoopen, die zullen moeten plaats vin
den, vrij omvangrijk zullen zijn.
Reeds kort vóór en na het bekend wor
den van het betreffende besluit was de
stemming voor Amerikaansche fondsen ge
ducht flauw, zoodat het overgroote deel
van het nog bestaande agio verloren is ge
gaan.
Niet alleen Amerikaansche fondsen,
maar ook de locale markt was deze week
gedrukt. Er is reden te verwachten, dat in
dien er gedwongen verkoopen zullen moe
ten plaats vinden om het onderpand van
Amerikaansche fondsen vrij te maken, ook
locale waarden daardoor zullen worden ge
troffen. Overigens heeft ook nog het uit
breiden van de Inkomstenbelasting tot de
speculatiewinsten ongunstig nagewerkt op
de markt. Het gevolg van deze uitbreiding
van het belastingterrein is' uit den aard
der zaak, dat velen, die gewend waren re
gelmatig zaken op de beurs te doen, zich
daarvan nu zullen onthouden. De handel
krimpt daardoor geleidelijk in. In tegen
stelling met hetgeen men daarom
trent zou mogen verwachten, worden de
koersfluctuaties dan in sommige gevallen
juist grooter. Dit brengt dan de technische
positie van de beurs mee. In een markt
waar zeer weinig vraag is, kan een ongun
stig bericht aanbod uitlokken en zonder
dat dit aanbod bepaald groot behoeft te
zijn, zal er dan een scherpe koersdaling in
treden. Ook het omgekeerde kan zich
voordoen. Immers juist, omdat er weinig
materiaal aan de markt komt, kan net op
treden van slechts matige vraag, zooals
byv. j.l. Dinsdag het geval was, plotseling
een vrij scherpe koersstijging veroorza
ken.
Indische fondsen stonden onder den
invloed van de berichten over het af
breken van de Japansch-Ned. Indische
onderhandelingen, en de vrees, dat
daaruit bepaalde spanningen zouden
kunnen voortvloeien. Intusschen heb
ben zich nog geen verschijnselen voor
gedaan, die grond geven om het aller
ergste te vreezen. Later is de stem
ming dan ook weer eenigermate ver
beterd.
Vrij gunstig gestemd waren aandeelen
Aku, waarschijnlijk in verband met de pu
blicatie van het jaarverslag dezer maat
schappij. De bruto-bedrijfswinst gaf een be
langrijke stijging te zien en wel met om
streeks 2 millioen tot 6.27 millioen.
Daarentegen is de nettowinst vrjj sterk ge
daald nl. van 7.41 tot 5.16 millioen.
De daling van de nettowinst is eensdeels
het gevolg van de aanzienlijke verhoogde
winstbelasting, zoodat er dit jaar een be
drag van 2i/2 millioen voor dit doel moest
worden gereserveerd. Tegelijkertijd zijn de
winsten uit andere bronnen nl. de deelne
mingen verminderd. Beide factoren ver
klaren dus de achteruitgang van de netto
winst. Maar toch zou het voorbarig zijn
om uit dit verschijnsel de conclusie te
trekken, dat het bedrijf in zijn geheel aan'
rentabiliteit zou hebben ingeboet. Het te
gendeel is het geval. De vermindering van
de winst uit andere bronnen is in hoofd
zaak het gevolg van het feit, dat alleen
de bedragen, die uit deze deelnemingen in
derdaad zijn binnengekomen als winst wer
den geboekt. Sedert Mei 1940 was het ech
ter niet mogelijk om gelden van de Ame
rikaansche dochterondernemingen te doen
overmaken. Er is dan ook een bedrag van
5.71 millioen aan vorderingen geblok
keerd, voornamelijk in Amerikaansche dol
lars. Tevens moet men in aanmerking ne
men, dat de winst van de Ver. Glanzstoff
nog niet is binnengekomen, daar het jaar
verslag van deze maatschappij nog niet is
gepubliceerd en het dividend nog niet is
betaald. Ook verleden jaar was deze winst
niet in de cijfers begrepen, maar het was
toen niet mogelijk om deze over te ma
ken, hetgeen thans wel het geval is. Ver
moedelijk zullen deze baten aan de winst
van het volgende jaar ten goede komen.
Houdt men met deze punten rekening, dan
mag worden geconstateerd, dat de verkre
gen resultaten alleszins gunstig zyn te noe
men en dat dus de verhouding van het di
vidend van 4 op 5 wel degelijk gerecht
vaardigd is.
ONTVLUCHTE NA EEN HALF JAAR
GEARRK STEERD.
In December 1940 is uit een der Rijks
opvoedingsgestichten hier te lande een 19-
jarige chauffeur ontvlucht, die wegens een
inbraak in het gesticht verblijf hield.
De politie deed alle mogelijke nasporin
gen, doch de chauffeur bleef onvindbaar,
of wist op het laatste oogenblik aan de
speurende oogen van de politie te ontsnap
pen. 's Nachts hield hij zich meestal in
spoorwagens op uit vrees, bij eventueele
contröle in pensions of logementen te wor
den aangehouden. In verschillende plaatsen
in het land werd hij gesignaleerd. Ook
kwam bij de politie nog een aangifte bin
nen van mishandeling, welke de chauffeur
zou hebben gepleegd.
Ook de Haagsche politie lette scherp op
of zij den gezochte kon bespeuren en in
derdaad bleek, dat hij zich nu en dan ook in
Den Haag vertoonde. Men legde nu nog
grootere waakzaamheid aan den dag, te
meer daar de chuffeur bekend stond als
iemand, die niet gauw ergens voor terug-
deinste.
Eenige dagen geleden zagen rechercheurs
hem rijden in de stad op een racefiets.
Doch toen hij bemerkte dat hij ontdekt
was, spurtte hij weg. De rechercheurs ont
dekten hem weer toen ze in een auto in de
Calandstraat reden. Uit tegenovergestel
de richting kwam de chauffeur op zijn ra
cefiets aangepeddeld. Direct sprong een der
rechercheurs met zijn revolver in de vuist
uit de auto, terwijl zijn collega de auto
dwars voor de fiets van den ontvluchte
reed. Deze was door dit snelle handelen
volkomen overrompeld en liet zich gewil
lig medevoeren.
HANDEL IN KUNSTME STBONNEN.
Verschillende landbouwers in de omge
ving van Emmen hebben stikstofmestbon-
nen, welke onder hen werden verdeeld
overeenkomstig die oppervlakte land, over
gehouden. Het gevolg is geweest, dat er in
deze streek een levendige handel in deze
bonnen is ontstaan. Zij worden voor een
hoogen prijs opgekocht en tegen veel hoo-
geren prijs verder verkocht. De opspo
ringsambtenaren pogen reeds geruimen
tijd paal en perk aan dezen ongeoorloofden
handel te stellen. Arrestaties zijn tot dus
verre echter niet verricht.
Het verslag gaf verder nog eenige me-
dedeelingen over de beoogde uitbreidingen,
nl. wat betreft de productie van celwol en
die van melkwol. Naar men weet zal de
cellulose in eigen fabriek worden vervaar
digd uit stroo en de kosten voor den bouw
van de nieuwe fabriek wordt bestreden
door de destijds vermelde onderhandsche
emissie van 10 millioen gewone aandee-
en tegen 112 De maatschappij kreeg
daardoor de beschikking over een bedrag
in contanten 'van 11.250.000 en hieruit
is wel voornamelijk de grootere liquiditeit
toe te schrijven. Het totale bedrag aan be
schikbare middelen is niet minder dan 21
millioen, dat voor een niet gering deel in
schatkistpapier is belegd. Uit den aard
der zaak is dit een tijdelijke belegging,
daar de gelden voor een groot deel noodig
zullen zyn voor de financiering van den
febrieksbouw.
Op de staatsfondsenmarkt Is de
stemming iets vaster geworden, nadat
bekend geworden was, dat de plannen
tot de uitgifte van een staatsleening
met korten looptjjd, waarvan wij reeds
eerder melding hebben gemaakt, voor-
loopig van de baan zjjn.
Hieronder volgt een overzicht van het
koersverloop in de afgeloopen week.
4 Nederland 1940 11 96%, 96%
4 Nederland 1941 98 98%
Aku 321/2, 138%, 137%, 138%
Lever Bros 112, 109, 113%, 109i/2, 112%
Philips 194%, 193%, 202, 206%, 204, 205
Kon. Petroleum 227, 224%, 229%, 223%,
220%, 221%
A'dam Rubber 244, 234, 244, 231, 234%
DeU Bat. Rubber 195%, 193%, 199%,
192%
Ned. Scheepv. Unie 160%, 157%, 160,
156%, 156%
H.V.A. 389, 375, 390, 383
Deli Mij. 259, 261, 254%, 255
Senembah 202, 192, 194.
Wenken voor den leek.
KOOLPLANTEN.
XVI.
In Juni moeten de verschillende kool
soorten worden uitgeplant Voor de sluit-
koolsoorten als roode, savoye en witte kool
is het zelfs noodig, dat deze vóór den
langsten dag aan den groei zijn.
Planten we ze later, dan wordt de groei-
tijd te kort en krijgen we nog wel bladeren,
maar geen volgroeide vaste kool meer.
De meest bekende soort is wel de roode
kool. Hiervan telen we o.a. „Zenith", een
fijne, vroege en donkerroode soort, die
ook wel heel vroeg wordt geteeld, zoodat
we ze reeds in Augustus kunnen oogsten.
Voor bewaarkool is deze dan ook minder
geschikt. Wanneer we ze nu planten .zullen
we ze ook in den herfst kunnen gebruiken.
„Utrechtsche" is eveneens een fijne zwart-
roode soort, die middelvroeg is. Dit is ook
geen bewaarkool en wordt eveneens in
den voorwinter gebruikt.
De „Langedijker late donkerroode" is de
echte bewaarkool en men doet goed om
ook hiervan wat aan te planten. We geven
roode kool eën onderlinge afstand van
6070 c.M. en gieten bij droog weer de'
planten, één of twee keer flink aan. Tit
geldt ook voor de andere, hierna te noe
men koolsoorten. Van witte kool telen we
ook wel een vroege soort, n.l. „Spitse wit
te" of „suikerkool", die ook in den nazo
mer of herfst wordt geoogst. Voor be
waarkool en inmaak telen we „Langedij
ker late winter" en „Brunswijker groote
platte", terwijl ook de „Deensche witte"
hiervoor in aanmerking komt. Van savoye
kool telen we zoowel groene als gele soor
ten. „Bloemendaalsche gele" en „Lange
dijker gele" zijn bekende soorten.
Vooral laatstgenoemde is ook een goede
soort om te bewaren. „Groote late groene"
is eveneens als bewaarkool geschikt. „Bre-
dasche kleine groene" of zoogenaamde put
jeskool, is een soort, die uitstekend tegen
den winter bestand is en gedurende den
winter nog van het land wordt geoogst.
Deze kunnen we ook eind Juni nog wel
planten. Daar deze soort niet zoo groot
wordt, planten we ze iets nauwer, n.l.
op een afstand van 5060 c.M.
Modern en mes*.
Alle koolsoorten verlangen een goeden
voedzamen, humusrijken grond. Wie de
beschikking heeft over stikstofmeststoffen
b.v. Chilisalpeter, kalksalpeter, kalkam-
monsalpeter of zwavelzure ammoniak,
verzuime niet de planten, zoodra ze aan
gegroeid zyn by te mesten. We strooien
hiervan dan om de planten, op den grond
en niet over de bladei'en en gebruiken ('aar-
voor ongeveer 3 ons per 10 M2. Dit her
halen we na ongeveer 2 weken nog eens.
Bij gebrek aan kunstmest kunnen we de
planten ook bijmesten met verdunden koe
mest. Bij vodrkeur goen we dit bij regen
achtig weer.
Ziekten.
Kool heeft soms te lijden van ziekte:'.
Het meest gevreesd is wel de knolvoet.
Soms zijn de jonge planten hier al door
aangetast. Deze hebben dan aan den wor
tel een knolachtige verdikking. Het is doel
loos, deze uit te planten, want ze groeien
niet of slecht en vormen geen kool. Men
moet daarom de planten zorgvuldig in-
specteeren.
Een andere gevreesde ziekte is draai-
hartigheid. In dit geval worden de jonge
blaadjes, dus het hart van de plant, aan
getast. Eenige der jonge bladen zijn dan
gewoonlijk krom gegroeid en vaak ont
breekt het hart geheel. De jonge planten
moeten daarom ook daarop worden geïn
specteerd, hoewel ook later de planten nog
kunnen worden aangetast. Zooals te begrij
pen is worden deze planten geen kool.
Tenslotte wordt kool ook vaak geteisterd
door rupsen. Deze vreten aan de bladeren
en bij voorkeur aan de jonge bladeren, wat
natuurlijk ook het vormen van een behoor
lijke kool in den weg staat. Deze rupsen
kan men echter vangen en dooden,
zoodat dit kwaad bij eenige oplettendheid
voldoende kan worden bestreden. Men
LIJK VAN MANSPERSOON
GEVONDEN.
Gisteren is nabij de Belgische grens te
Rijsbergen het lijk gevonden van een tot
nu toe onbekend manspersoon, dat een
revolverwond in het voorhoofd vertoonde.
Kort te voren waren ter plaatse twee per
sonen gezien en daarna was een schot ge
hoord!. Een fiets lag naast het slachtoffer.
Aangezien geen wapen te vinden is en op
het slachtoffer geen bezittingen worden
aangetroffen, wordt aan roofmoord ge
dacht.
De N.R.Crt meldt nog de volgende bij-
zonderheden
Het was ongeveer 1 uur dat de aandacht
van een toevallig surveilleerend mare
chaussee en een rijksambtenaar getrokken
werd door een rijwiel met een koffer en
een regenjas op den bagagedrager, dat
midden in een zijlaantje in het gehucht
Diynt op den grond lag zonder dat van
den berijder iets te bespeuren viel. De beide
politiemannen begaven zich naar het rij
wiel, vermoedend dat het van een smok
kelaar was die bij hun nadering dekking
had gezocht. Bij het rijwiel gekomen, ont
dekten zij evenwel in een greppel op een
afstand van ongeveer 2 meter van het ry-
wiel het lijk van een man, die door een
schot uit een revolver midden in het voor
hoof dv was gedood.
Bij het eerste politioneel onderzoek bleek
dat de vermoorde langs bosch- en heide
wegen uit de richting Ginneken naar de
Belgische grens was komen fietsen. Vlak
bij de plaats van het misdryf is hij, zooals
uit remsporen van het rywiel bleek, door
iemand opgewacht of tegengehouden en op
zeer korten afstand neergeschoten. Op on
geveer 1 meter van het lijk werd namelijk
een patroonhuls van'het kaliber 765 ge
vonden en ongeveer 2 meter verder een
niet afgeschoten patroon van hetzelfde
merk en hetzelfde kaliber. De moord moet
eerst kort voor het Vinden van het lijk zijn
gepleegd. Omwonende boeren hadden on
geveer een uur tevoren, dus te rond 12 uur,
een schot hooren vallen, waaraan zy ech
ter op dat oogenblik geen bijzondere aan
dacht hadden besteed, aangezien zulks in
de grensstreek meermalen voorkomt.
By onderzoek van de kleeding van den
vermoorde werden geen papieren gevonden
waaruit de idenditeit zou kunnen blijken.
Meende men aanvankelijk rekening te
moeten houden met de mogelijkheid van
een smokkeldrama, zoo is men daarvan la
ter teruggekomen, niet alleen omdat de
gevonden patroon en patroonhuls van een
ander merk zijn zijn als bij de rijkspolitie
en rijksambtenaren in gebruik, maar ook
omdat door omwonende boeren tusschen 11
en 12 uur des middags in de buurt van het
misdrijf een verdacht persoon is gesigna
leerd, die blijkbaar op iemand wachtte.
WEMELDINGE.
Abonnementen en advertenties voor de
Provinciale Zeeuwsche Courant worden
aangenomen door den Agent
J. M. WESTSTRATE.
zorge echter bijtijds in te grijpen, opdat
groote schade wordt voorkomen.
Spruitkool.
Een bekende koolsoort, die tot in den
winter op het land blijft staan en wordt
geoogst, is spruitkool. Deze kunnen we ook
tot eind Juni planten. We geven ze een
afstand van ongeveer 60 c.M. Hiervan be
staan ook verschillende soorten. Bekend
zijn Brusselsche hooge, Paarsnerr', Per
fection en Westlandsche hooge. Vooral
spruitkool is een zeer gewaardeerde win
tergroente.
Minder geteeld wordt boerenkool, hoewel
de teelt hiervan al heel eenvoudig is.
Deze wordt gewoonlyk in de maanden
Juni en Juli uitgeplant. Hier is het niet
te doen om eën gesloten kool, maar, zoo
als bekend zal zijn, gebruiken we de bla
deren en vooral de jonge topbladeren. We
geven boerenkoolplanten een afstand van
ongeveer 50 c.M.
Bloemkool wordt over het algemeen
vroeg geteeld, maar we kunnen voor laten
oogst gedurende de maand Juni deze kool
nog planten. We gebruiken daarvoor soor
ten als „Italïaansche reuzen" en „Lom-
bokker". G.
DOOR P. MATTHEÜ8.
32)
„Ik hoopte", ging Jerry voort, na diep
te hebben adem gehaald, „dat wy samen,
u en ik, deze zaak heelemaal tot een goed
einde zouden kunnen brengen. U begrijpt
me wel, nietwaar? Zeker, u bent nu vrij.
Niets kan u verhinderen, hier vandaan te
gaan, wanneer u (jat wilt. U behoeft dan
alleen maar aangifte te doen bij de politie.
Maar dan ontsnapt ons beslist de aan
voerder van de bende. En dat mag niet,
vind ik. Die gedachte kan ik eenvoudig
niet verdragen. Graddle en Kelly zyn maar
werktuigen. Ik zou maar al te graag den
„chef" vangen dien gehedmzinnigen
man, die achter alles staat".
Ze keek met een glimlach naar hem op.
„En hoe," vroeg ze „kunnen we dat
aanleggen? Wijwij samen?"
Hij keek naar haar opgeheven gelaat en
kreeg opnieuw een kleur. Maar ditmaal
was het niet bepaald van ontstemming.
„O ik weet een heele hoop," zei hij
haastig. „Ik heb daarginds boven in het
huis 'n gesprek kunnen afluisteren, waar
we gevangen werden gehouden. Vannacht
wil de geheimzinnige chef aan boord
komen. Maar niet hier. In de boot van
Great Kills. We hoeven er alleen maar
naar toe te varen".
„En Joram? Kan ik tenminste geen
bericht sturen aan mijn broer?"
Jierry schudde '.iet hoofd.
„Ik vrees van niet. Wanneer u uw broer
opbelt, wordt de man, op wien wij wach
ten, misschien gewaarschuwd. In ieder ge
val moeten we met die mogelijkheid reke
ning houden. Ik heb er immers geen idee
van, wie de man is en of hij niet overal
zijn spionnen heeft zitten. Uw broer is
geen goede tooneelspeler. Waarschijnlijk
zou hy zichzelf verraden."
„Maar hij zal toch vreeselijk in zorg
zitten over me!"
„Niet lang meer", zei Jerry. „Ik geloof,
dat u hem heel gauw weer zien zult. Hy
zal zeker ook wel vannacht in de bocht
van Great Kills aan boord komen."
„Hij ook?" riep Edna verrast uit. „Hoe
is dat mogelijk?"
„Ik héb een boodschap voor hem achter
gelaten", verklaarde Jerry.
Ze sprong op en keek hem eenige oogen-
blikken zonder iets tè zeggen aan.
„Ik sta telkens in verbazing over u!"
zei ze tenslotte. „Waaraan heeft u eigen
lijk niet gedacht?"
„O er is wel iets, w: raan ik niet ge
dacht had", mompelde hjj met een zucht
en hij kreeg voor de derde maal een kleur.
Edna wendde zich snel af en liep een
paar passen over het dek. Daarop bleef
ze staan en keek zwijgend over de water
vlakte van de rivier.
Jerry keek haar bezorgd na. Hij kon
haar gezicht niet zien, maar haar schou
ders schokten zoo vreemd.
Huilde ze Ze huilde toch niet?
Haar stem klonk echter in het geheel
niet naar tranen, toen ze weer het woord
tot hem richtte.
„Arme Joram!" zei ze. „Ik heb zooveel
verdriet om hem en ik kan hem niet
helpen. Hij zal verwoestingen aanrichten
onder de pillendoosjes."
„Welnee", wierp hy haar tegen. „Toen
ik hem het laatst zag, was hij kerngezond.
Ik geloof, dat hij heelemaal geen pillen
meer slikt."
Ze wendde zich snel naar haar om.
„Wat? Hebt u dat ook al in orde ge
maakt?"
„Ik niet", zei hij bescheiden. „Dat bent
u heusch geweest Het was verwonderlijk,
hoe snel hij gezond werd, toen hij bemerk
te, dat u zich in gevaar bevondt."
Beiden begonnen ze te lachen.
„Dus we varen!" riep ze. „U bent de
kapitein, niet waar? U heeft het com
mando. Maar ik zou ook wel graag een
baantje hier aan boord willen hebben."
„Ik benoem u hierbij tot myn stuur
man", zei hij plechtig.
„Heerlijk!"
Edna deed twee stappen naar hem toe
en bracht haar hand salueerend naar haar
voorhoofd.
„Stuurman Edna meldt zich! Wat heeft
u voor stuurman Edna te doen?"
„Vooreerst", zei Jerry, terwijl hij met
veel gewichtigheid op de stuurhut leunde,
„gaat stuurman Edna naar beneden in
den salon en gaat daar op één oor liggen.
Er is beneden een prachtige divan. Kapi
tein Jerry wenscht dat stuurman Edna
vanavond wakker en frisch is."
„Maar
„Insubordinatie aan boord van een
schip", vervolgde Jerry met een grafstem,
„is een heel ernstige zaak, die streng be
straft wordt, en
Edna stampte boos met haar voet.
„Maar ik wil niet naar beneden! U
u......"
en beleedigende uitlatingen jegens
den kapitein zijn eveneens verboden." be
sloot Jerry onverstoorbaar. „Houdt u daar
alstublieft rekening mee!"
Hij zag den rug van Edna nog juist aeht-
ter de deur van den salon verdwijnen.
Dadelijk daarop werd deze deur zeer na
drukkelijk dichtgeslagen.
Fluitend sprong hy aan land en maakte
het touw los, waarmee de „Zeespin" vast
lag. Daarop ging hij achter het stuurrad
staan en maakte de machine op gang.
Achter de boot borrelde het water op.
Een oogenblik later gleed de „Zeespin"
langzaam de rivier af.
Op dit tijdstip waren de beide hutten
in het voorschip leeg. De twee hutten in
het achterschip waren echter bezet.
Graddle en Kelly lagen ieder in een kooi,
gedoemd tot gedwongen werkloosheid en
ten prooi aan onbehaaglijke gevoelens.
Op datzelfde tydstip kwam mister Wil
liam Tracy Skinner met een koffertje in
de hand zijn huis uit. Hij daalde met
de lift naar de benedenverdieping, betrad
de Drle-en-veertigste Straat en stapte in
een zwarte cabriolet, waarin de chauffeur
reeds op hem wachtte.
En op datzelfde tijdstip vloog Gill in
het gele auto'tje van Edna door het villa
dorp bij Great Kills, liet het plaatsje ach
ter zich en stopte spoedig daarna voor het
logement „De Vuurtoren", dat vlak by den
inham van de zee lag.
Hy sprong uit den auto en. snelde de
kamer binnen, waarin mister Tiggel zat
te dineeren.
„Hij komt!" bracht hij er ademloos uit.
Mister Tiggel liet van opwinding zyn
mes en zijn vork vallen.
„Wanneer?" vroeg hij.
„Nu! Hij moe;t nu onderweg zijn .Ik
hoorde vanmiddag van zijn bediende, dat
hij tegen den avond voor een paar dagen
naar zyn buitenhuis zou gaan. Ik heb
niet eerst opgebeld. Ik ben dadeiyk als
de duivel hierheen komen rijden."
„Goed zoo!" zei mister Tiggel en hy
schoof haastig zijn bord van zich af.
Hij stond op, zette een pet op het hoofd
en hing een verrekijker over zijn schouder.
Zijn hand gleed tastend naar de achter
zak van zijn broek.
„In orde", zei hij, terwijl hij Gill toe
knikte. „Kom maar mee!"
De beide mannen liepen een smal steen
achtig paadje af naar beneden, dat van
het hotel naar het strand leidde. Daar,
achter lage klippen verborgen, lag een
klein roeibootje.
„Onze boot", zei mister Tiggel met een
handbeweging. „Motorbooten maken te
veel lawaai. We moeten roeien."
Hy klom vooruit, op een van de klippen,
die zich wat hooger verhief dan de an
dere, ging languit op zijn buik liggen en
haalde zijn verrekijker te voorschijn.
Gill volgde hem.
Uren lang keken ze met hun beiden
naar de wijde grijze watervlakte, die zich
voor hen uitbreidde. Twee jachten zeilden
achter elkaar voorbij, een klein plezier-
boótje stoomde in de verte langs hen heen
en een roeibootje, waarin twee hengelaars
zaten, schommelde op korten afstand van
hen op en neer.
Verder was er niets te zien.
Heel laat pas, toen het begon donker
te worden, verscheen een groot schip aan
den ingang van de bocht.
Mister Tiggel wierp een blik door zijn
verrekijker en reikte vervolgens den kijker
aan Gill.
„Vlug!" hijgde hij opgewonden. „Wat
zie i*?"
„G.yze romp, roode streepen", zei Gill
prompt, nadat hij den kijker van zijn
oogen had weggetrokken.
„Ze zijn het! Dat moet de „Zeespin"
zyn!" juichte mister Tiggel. „Vooruit
naar beneden, de boot in! En als we erbij
zijn, Gill, dan: aan boord en de revolvers
uit de zak! Je weet zelf, hoe gevaarlijk
die knapen zijn".
Dadelyk daarop schoot de roeiboot tus
schen de klippen uit.
Gill roeide en mister Tiggel zat aan het
stuur.
De duisternis daalde snel neer. Steeds
meer vervaagden de omtrekken van den
grijzen kotter in de verte. Steeds meer
werd de boot één geheel met de grijze
vlakte in de bocht. Tenslotte was de kot
ter niet meer te herkennen. Ginds, waar
hg langzaam door het water gleed, flitste
een licht op.
Gill roeide met alle kracht en mister
Tiggel hield scherp aan op het schitte
rende licht
„Pas op!" mompelde hy na eenigen tijd.
Gill wierp een blik over zyn schouders
naar voren en begon langzamer te roeien.
Zy waren nog ten hoogste vijftig meter
van den grijzen kotter verwijderd. Geen
motorgebrom was te horen. De machine
scheen te zijn afgezet Een lantaarn hing
aan het dak van de stuurhut Aan dek
was niemand te zien.
(Wordt vervolgd.)