Handel in Amerikaansche fondsen wordt stopgezet. Maak uw tuin productief. ONTVOERD Vierde blad PROVINCIALE ZEEUWSCHE COURANT Zaterdag 14 Juni 1941 Financieel Economisch Overzicht De beurs en de onderhandelingen te Batavia. STERK TERUGLOOPENDE KOERSEN. De beurs is in de afgeloopen week be- heerscht door het weinig opwekkende nieuws met betrekking tot den handel in Amerikaansche fondsen. Met ingang van 1 Juli a.s. zal de handel in deze fondsen nl. verboden zijn. Zooals men weet was de officieele no teering reeds sinds eenigen tijd stopgezet, doch de handel was geoorloofd, zoover die plaats vond tusschen ingezetenen onder ling. Er was een algemeene toestemming verleend, (die noodig was op grond van de Deviezenverordening), dat dergelijke handel was toegestaan, zonder dat voor elke transactie afzonderlijk toestemming van het Deviezeninstituut behoefte te wor den gevraagd. Er waren echter bepalingen gemaakt ten aanzien van de afwikkeling van loopende prolongatieposten en rekening courantvoorschotten met onderpand van Amerikaansche fondsen. Wij hebben deze bepalingen destijds besproken en zy kwa men, zooals men weet, hierop neer, dat voor het einde van het jaar deze leeningen moesten zijn afgelost en wel door middel van maandelijksche betalingen. Men had toen reeds verwacht, dat na het einde van het jaar de handel zou moeten worden gestaakt, doch er bestond een vage hoop, dat een regeling zou kunnen worden getroffen, waardoor een dergelijk besluit zou kunnen worden voorkomen. In tegen stelling met deze verwachting is het stop zetten van den handel echter aanmerke lijk vervroegd en na 1 Juli zal op de beurs geen enkele affaire meer in deze fondsen mogen worden afgesloten, tenzij hierv- ir uitdrukkelijk toestemming van het Devie zeninstituut is gevraagd en verkregen. Van een markt zal dan uit den aard der zaak niet meer kunnen worden gesproken en de hoeklieden, die in den betreffenden handel een bestaan vonden zullen naar ander em- pooi moeten omzien. Aanvankelijk was men de opvatting toe gedaan, dat de geldgevers de vrijheid had den, om indien zij hiervan zelf het risico wilden aanvaarden, geldleeningen met on derpand van Amerikaansche fondsen, over eenkomstig een tevoren getroffen regeling, inhoudende dus een afwikkeling vóór het einde van het jaar, tot dit" tijdstip te doen doorloopen. Deze opvatting is echter niet juist gebleken, want uitdrukkelijk is offi cieus verklaard, dat het de bedoeling van de betrokken autoriteiten is, dat alle geld leeningen en voox-schotten, met Amerikaan sche fondsen als onderpand of als gedeel telijk onderpand, vóór 1 Juli zoodanig moe ten zyn afgewikkeld, dat het Amerikaan sche gedeelte geheel komt vry te liggen en door den houder in onbezwaard eigendom wordt overgenomen. Het behoeft nauwelijks betoog, dat niet alle houders van deze fondsen, die hun be zit niet volledig hebben betaald, tot een dergelijke afwikkeling op korten termijn in staat zullen zijn. Nu de geldgevers aan de bedoelde eischen tot afwikkeling zullen moeten vasthouden, ook al wordt zulks niet uitdrukkelijk in de betreffende bepalingen gezegd, zal men rekening moeten houden met gedwongen verkoopen, hetzij op de beurs of bij executie. Van welken omvang de loopende prolongatieposten zyn, valt moeilijk met zekerheid te zeggen. De ra mingen daaromtrent loopen nogal uiteen en wij hoorden bedragen noemen varieeren- de tusschen de 20 en de 40 millioen. Nu moet worden aangenomen, dat een ge deelte van deze leeningen waarschijnlijk wel zonder al te groote moeilijkheden zal kunnen worden afgewikkeld, maar toch mag men verwachten, dat zelfs dan nog de verkoopen, die zullen moeten plaats vin den, vrij omvangrijk zullen zijn. Reeds kort vóór en na het bekend wor den van het betreffende besluit was de stemming voor Amerikaansche fondsen ge ducht flauw, zoodat het overgroote deel van het nog bestaande agio verloren is ge gaan. Niet alleen Amerikaansche fondsen, maar ook de locale markt was deze week gedrukt. Er is reden te verwachten, dat in dien er gedwongen verkoopen zullen moe ten plaats vinden om het onderpand van Amerikaansche fondsen vrij te maken, ook locale waarden daardoor zullen worden ge troffen. Overigens heeft ook nog het uit breiden van de Inkomstenbelasting tot de speculatiewinsten ongunstig nagewerkt op de markt. Het gevolg van deze uitbreiding van het belastingterrein is' uit den aard der zaak, dat velen, die gewend waren re gelmatig zaken op de beurs te doen, zich daarvan nu zullen onthouden. De handel krimpt daardoor geleidelijk in. In tegen stelling met hetgeen men daarom trent zou mogen verwachten, worden de koersfluctuaties dan in sommige gevallen juist grooter. Dit brengt dan de technische positie van de beurs mee. In een markt waar zeer weinig vraag is, kan een ongun stig bericht aanbod uitlokken en zonder dat dit aanbod bepaald groot behoeft te zijn, zal er dan een scherpe koersdaling in treden. Ook het omgekeerde kan zich voordoen. Immers juist, omdat er weinig materiaal aan de markt komt, kan net op treden van slechts matige vraag, zooals byv. j.l. Dinsdag het geval was, plotseling een vrij scherpe koersstijging veroorza ken. Indische fondsen stonden onder den invloed van de berichten over het af breken van de Japansch-Ned. Indische onderhandelingen, en de vrees, dat daaruit bepaalde spanningen zouden kunnen voortvloeien. Intusschen heb ben zich nog geen verschijnselen voor gedaan, die grond geven om het aller ergste te vreezen. Later is de stem ming dan ook weer eenigermate ver beterd. Vrij gunstig gestemd waren aandeelen Aku, waarschijnlijk in verband met de pu blicatie van het jaarverslag dezer maat schappij. De bruto-bedrijfswinst gaf een be langrijke stijging te zien en wel met om streeks 2 millioen tot 6.27 millioen. Daarentegen is de nettowinst vrjj sterk ge daald nl. van 7.41 tot 5.16 millioen. De daling van de nettowinst is eensdeels het gevolg van de aanzienlijke verhoogde winstbelasting, zoodat er dit jaar een be drag van 2i/2 millioen voor dit doel moest worden gereserveerd. Tegelijkertijd zijn de winsten uit andere bronnen nl. de deelne mingen verminderd. Beide factoren ver klaren dus de achteruitgang van de netto winst. Maar toch zou het voorbarig zijn om uit dit verschijnsel de conclusie te trekken, dat het bedrijf in zijn geheel aan' rentabiliteit zou hebben ingeboet. Het te gendeel is het geval. De vermindering van de winst uit andere bronnen is in hoofd zaak het gevolg van het feit, dat alleen de bedragen, die uit deze deelnemingen in derdaad zijn binnengekomen als winst wer den geboekt. Sedert Mei 1940 was het ech ter niet mogelijk om gelden van de Ame rikaansche dochterondernemingen te doen overmaken. Er is dan ook een bedrag van 5.71 millioen aan vorderingen geblok keerd, voornamelijk in Amerikaansche dol lars. Tevens moet men in aanmerking ne men, dat de winst van de Ver. Glanzstoff nog niet is binnengekomen, daar het jaar verslag van deze maatschappij nog niet is gepubliceerd en het dividend nog niet is betaald. Ook verleden jaar was deze winst niet in de cijfers begrepen, maar het was toen niet mogelijk om deze over te ma ken, hetgeen thans wel het geval is. Ver moedelijk zullen deze baten aan de winst van het volgende jaar ten goede komen. Houdt men met deze punten rekening, dan mag worden geconstateerd, dat de verkre gen resultaten alleszins gunstig zyn te noe men en dat dus de verhouding van het di vidend van 4 op 5 wel degelijk gerecht vaardigd is. ONTVLUCHTE NA EEN HALF JAAR GEARRK STEERD. In December 1940 is uit een der Rijks opvoedingsgestichten hier te lande een 19- jarige chauffeur ontvlucht, die wegens een inbraak in het gesticht verblijf hield. De politie deed alle mogelijke nasporin gen, doch de chauffeur bleef onvindbaar, of wist op het laatste oogenblik aan de speurende oogen van de politie te ontsnap pen. 's Nachts hield hij zich meestal in spoorwagens op uit vrees, bij eventueele contröle in pensions of logementen te wor den aangehouden. In verschillende plaatsen in het land werd hij gesignaleerd. Ook kwam bij de politie nog een aangifte bin nen van mishandeling, welke de chauffeur zou hebben gepleegd. Ook de Haagsche politie lette scherp op of zij den gezochte kon bespeuren en in derdaad bleek, dat hij zich nu en dan ook in Den Haag vertoonde. Men legde nu nog grootere waakzaamheid aan den dag, te meer daar de chuffeur bekend stond als iemand, die niet gauw ergens voor terug- deinste. Eenige dagen geleden zagen rechercheurs hem rijden in de stad op een racefiets. Doch toen hij bemerkte dat hij ontdekt was, spurtte hij weg. De rechercheurs ont dekten hem weer toen ze in een auto in de Calandstraat reden. Uit tegenovergestel de richting kwam de chauffeur op zijn ra cefiets aangepeddeld. Direct sprong een der rechercheurs met zijn revolver in de vuist uit de auto, terwijl zijn collega de auto dwars voor de fiets van den ontvluchte reed. Deze was door dit snelle handelen volkomen overrompeld en liet zich gewil lig medevoeren. HANDEL IN KUNSTME STBONNEN. Verschillende landbouwers in de omge ving van Emmen hebben stikstofmestbon- nen, welke onder hen werden verdeeld overeenkomstig die oppervlakte land, over gehouden. Het gevolg is geweest, dat er in deze streek een levendige handel in deze bonnen is ontstaan. Zij worden voor een hoogen prijs opgekocht en tegen veel hoo- geren prijs verder verkocht. De opspo ringsambtenaren pogen reeds geruimen tijd paal en perk aan dezen ongeoorloofden handel te stellen. Arrestaties zijn tot dus verre echter niet verricht. Het verslag gaf verder nog eenige me- dedeelingen over de beoogde uitbreidingen, nl. wat betreft de productie van celwol en die van melkwol. Naar men weet zal de cellulose in eigen fabriek worden vervaar digd uit stroo en de kosten voor den bouw van de nieuwe fabriek wordt bestreden door de destijds vermelde onderhandsche emissie van 10 millioen gewone aandee- en tegen 112 De maatschappij kreeg daardoor de beschikking over een bedrag in contanten 'van 11.250.000 en hieruit is wel voornamelijk de grootere liquiditeit toe te schrijven. Het totale bedrag aan be schikbare middelen is niet minder dan 21 millioen, dat voor een niet gering deel in schatkistpapier is belegd. Uit den aard der zaak is dit een tijdelijke belegging, daar de gelden voor een groot deel noodig zullen zyn voor de financiering van den febrieksbouw. Op de staatsfondsenmarkt Is de stemming iets vaster geworden, nadat bekend geworden was, dat de plannen tot de uitgifte van een staatsleening met korten looptjjd, waarvan wij reeds eerder melding hebben gemaakt, voor- loopig van de baan zjjn. Hieronder volgt een overzicht van het koersverloop in de afgeloopen week. 4 Nederland 1940 11 96%, 96% 4 Nederland 1941 98 98% Aku 321/2, 138%, 137%, 138% Lever Bros 112, 109, 113%, 109i/2, 112% Philips 194%, 193%, 202, 206%, 204, 205 Kon. Petroleum 227, 224%, 229%, 223%, 220%, 221% A'dam Rubber 244, 234, 244, 231, 234% DeU Bat. Rubber 195%, 193%, 199%, 192% Ned. Scheepv. Unie 160%, 157%, 160, 156%, 156% H.V.A. 389, 375, 390, 383 Deli Mij. 259, 261, 254%, 255 Senembah 202, 192, 194. Wenken voor den leek. KOOLPLANTEN. XVI. In Juni moeten de verschillende kool soorten worden uitgeplant Voor de sluit- koolsoorten als roode, savoye en witte kool is het zelfs noodig, dat deze vóór den langsten dag aan den groei zijn. Planten we ze later, dan wordt de groei- tijd te kort en krijgen we nog wel bladeren, maar geen volgroeide vaste kool meer. De meest bekende soort is wel de roode kool. Hiervan telen we o.a. „Zenith", een fijne, vroege en donkerroode soort, die ook wel heel vroeg wordt geteeld, zoodat we ze reeds in Augustus kunnen oogsten. Voor bewaarkool is deze dan ook minder geschikt. Wanneer we ze nu planten .zullen we ze ook in den herfst kunnen gebruiken. „Utrechtsche" is eveneens een fijne zwart- roode soort, die middelvroeg is. Dit is ook geen bewaarkool en wordt eveneens in den voorwinter gebruikt. De „Langedijker late donkerroode" is de echte bewaarkool en men doet goed om ook hiervan wat aan te planten. We geven roode kool eën onderlinge afstand van 6070 c.M. en gieten bij droog weer de' planten, één of twee keer flink aan. Tit geldt ook voor de andere, hierna te noe men koolsoorten. Van witte kool telen we ook wel een vroege soort, n.l. „Spitse wit te" of „suikerkool", die ook in den nazo mer of herfst wordt geoogst. Voor be waarkool en inmaak telen we „Langedij ker late winter" en „Brunswijker groote platte", terwijl ook de „Deensche witte" hiervoor in aanmerking komt. Van savoye kool telen we zoowel groene als gele soor ten. „Bloemendaalsche gele" en „Lange dijker gele" zijn bekende soorten. Vooral laatstgenoemde is ook een goede soort om te bewaren. „Groote late groene" is eveneens als bewaarkool geschikt. „Bre- dasche kleine groene" of zoogenaamde put jeskool, is een soort, die uitstekend tegen den winter bestand is en gedurende den winter nog van het land wordt geoogst. Deze kunnen we ook eind Juni nog wel planten. Daar deze soort niet zoo groot wordt, planten we ze iets nauwer, n.l. op een afstand van 5060 c.M. Modern en mes*. Alle koolsoorten verlangen een goeden voedzamen, humusrijken grond. Wie de beschikking heeft over stikstofmeststoffen b.v. Chilisalpeter, kalksalpeter, kalkam- monsalpeter of zwavelzure ammoniak, verzuime niet de planten, zoodra ze aan gegroeid zyn by te mesten. We strooien hiervan dan om de planten, op den grond en niet over de bladei'en en gebruiken ('aar- voor ongeveer 3 ons per 10 M2. Dit her halen we na ongeveer 2 weken nog eens. Bij gebrek aan kunstmest kunnen we de planten ook bijmesten met verdunden koe mest. Bij vodrkeur goen we dit bij regen achtig weer. Ziekten. Kool heeft soms te lijden van ziekte:'. Het meest gevreesd is wel de knolvoet. Soms zijn de jonge planten hier al door aangetast. Deze hebben dan aan den wor tel een knolachtige verdikking. Het is doel loos, deze uit te planten, want ze groeien niet of slecht en vormen geen kool. Men moet daarom de planten zorgvuldig in- specteeren. Een andere gevreesde ziekte is draai- hartigheid. In dit geval worden de jonge blaadjes, dus het hart van de plant, aan getast. Eenige der jonge bladen zijn dan gewoonlijk krom gegroeid en vaak ont breekt het hart geheel. De jonge planten moeten daarom ook daarop worden geïn specteerd, hoewel ook later de planten nog kunnen worden aangetast. Zooals te begrij pen is worden deze planten geen kool. Tenslotte wordt kool ook vaak geteisterd door rupsen. Deze vreten aan de bladeren en bij voorkeur aan de jonge bladeren, wat natuurlijk ook het vormen van een behoor lijke kool in den weg staat. Deze rupsen kan men echter vangen en dooden, zoodat dit kwaad bij eenige oplettendheid voldoende kan worden bestreden. Men LIJK VAN MANSPERSOON GEVONDEN. Gisteren is nabij de Belgische grens te Rijsbergen het lijk gevonden van een tot nu toe onbekend manspersoon, dat een revolverwond in het voorhoofd vertoonde. Kort te voren waren ter plaatse twee per sonen gezien en daarna was een schot ge hoord!. Een fiets lag naast het slachtoffer. Aangezien geen wapen te vinden is en op het slachtoffer geen bezittingen worden aangetroffen, wordt aan roofmoord ge dacht. De N.R.Crt meldt nog de volgende bij- zonderheden Het was ongeveer 1 uur dat de aandacht van een toevallig surveilleerend mare chaussee en een rijksambtenaar getrokken werd door een rijwiel met een koffer en een regenjas op den bagagedrager, dat midden in een zijlaantje in het gehucht Diynt op den grond lag zonder dat van den berijder iets te bespeuren viel. De beide politiemannen begaven zich naar het rij wiel, vermoedend dat het van een smok kelaar was die bij hun nadering dekking had gezocht. Bij het rijwiel gekomen, ont dekten zij evenwel in een greppel op een afstand van ongeveer 2 meter van het ry- wiel het lijk van een man, die door een schot uit een revolver midden in het voor hoof dv was gedood. Bij het eerste politioneel onderzoek bleek dat de vermoorde langs bosch- en heide wegen uit de richting Ginneken naar de Belgische grens was komen fietsen. Vlak bij de plaats van het misdryf is hij, zooals uit remsporen van het rywiel bleek, door iemand opgewacht of tegengehouden en op zeer korten afstand neergeschoten. Op on geveer 1 meter van het lijk werd namelijk een patroonhuls van'het kaliber 765 ge vonden en ongeveer 2 meter verder een niet afgeschoten patroon van hetzelfde merk en hetzelfde kaliber. De moord moet eerst kort voor het Vinden van het lijk zijn gepleegd. Omwonende boeren hadden on geveer een uur tevoren, dus te rond 12 uur, een schot hooren vallen, waaraan zy ech ter op dat oogenblik geen bijzondere aan dacht hadden besteed, aangezien zulks in de grensstreek meermalen voorkomt. By onderzoek van de kleeding van den vermoorde werden geen papieren gevonden waaruit de idenditeit zou kunnen blijken. Meende men aanvankelijk rekening te moeten houden met de mogelijkheid van een smokkeldrama, zoo is men daarvan la ter teruggekomen, niet alleen omdat de gevonden patroon en patroonhuls van een ander merk zijn zijn als bij de rijkspolitie en rijksambtenaren in gebruik, maar ook omdat door omwonende boeren tusschen 11 en 12 uur des middags in de buurt van het misdrijf een verdacht persoon is gesigna leerd, die blijkbaar op iemand wachtte. WEMELDINGE. Abonnementen en advertenties voor de Provinciale Zeeuwsche Courant worden aangenomen door den Agent J. M. WESTSTRATE. zorge echter bijtijds in te grijpen, opdat groote schade wordt voorkomen. Spruitkool. Een bekende koolsoort, die tot in den winter op het land blijft staan en wordt geoogst, is spruitkool. Deze kunnen we ook tot eind Juni planten. We geven ze een afstand van ongeveer 60 c.M. Hiervan be staan ook verschillende soorten. Bekend zijn Brusselsche hooge, Paarsnerr', Per fection en Westlandsche hooge. Vooral spruitkool is een zeer gewaardeerde win tergroente. Minder geteeld wordt boerenkool, hoewel de teelt hiervan al heel eenvoudig is. Deze wordt gewoonlyk in de maanden Juni en Juli uitgeplant. Hier is het niet te doen om eën gesloten kool, maar, zoo als bekend zal zijn, gebruiken we de bla deren en vooral de jonge topbladeren. We geven boerenkoolplanten een afstand van ongeveer 50 c.M. Bloemkool wordt over het algemeen vroeg geteeld, maar we kunnen voor laten oogst gedurende de maand Juni deze kool nog planten. We gebruiken daarvoor soor ten als „Italïaansche reuzen" en „Lom- bokker". G. DOOR P. MATTHEÜ8. 32) „Ik hoopte", ging Jerry voort, na diep te hebben adem gehaald, „dat wy samen, u en ik, deze zaak heelemaal tot een goed einde zouden kunnen brengen. U begrijpt me wel, nietwaar? Zeker, u bent nu vrij. Niets kan u verhinderen, hier vandaan te gaan, wanneer u (jat wilt. U behoeft dan alleen maar aangifte te doen bij de politie. Maar dan ontsnapt ons beslist de aan voerder van de bende. En dat mag niet, vind ik. Die gedachte kan ik eenvoudig niet verdragen. Graddle en Kelly zyn maar werktuigen. Ik zou maar al te graag den „chef" vangen dien gehedmzinnigen man, die achter alles staat". Ze keek met een glimlach naar hem op. „En hoe," vroeg ze „kunnen we dat aanleggen? Wijwij samen?" Hij keek naar haar opgeheven gelaat en kreeg opnieuw een kleur. Maar ditmaal was het niet bepaald van ontstemming. „O ik weet een heele hoop," zei hij haastig. „Ik heb daarginds boven in het huis 'n gesprek kunnen afluisteren, waar we gevangen werden gehouden. Vannacht wil de geheimzinnige chef aan boord komen. Maar niet hier. In de boot van Great Kills. We hoeven er alleen maar naar toe te varen". „En Joram? Kan ik tenminste geen bericht sturen aan mijn broer?" Jierry schudde '.iet hoofd. „Ik vrees van niet. Wanneer u uw broer opbelt, wordt de man, op wien wij wach ten, misschien gewaarschuwd. In ieder ge val moeten we met die mogelijkheid reke ning houden. Ik heb er immers geen idee van, wie de man is en of hij niet overal zijn spionnen heeft zitten. Uw broer is geen goede tooneelspeler. Waarschijnlijk zou hy zichzelf verraden." „Maar hij zal toch vreeselijk in zorg zitten over me!" „Niet lang meer", zei Jerry. „Ik geloof, dat u hem heel gauw weer zien zult. Hy zal zeker ook wel vannacht in de bocht van Great Kills aan boord komen." „Hij ook?" riep Edna verrast uit. „Hoe is dat mogelijk?" „Ik héb een boodschap voor hem achter gelaten", verklaarde Jerry. Ze sprong op en keek hem eenige oogen- blikken zonder iets tè zeggen aan. „Ik sta telkens in verbazing over u!" zei ze tenslotte. „Waaraan heeft u eigen lijk niet gedacht?" „O er is wel iets, w: raan ik niet ge dacht had", mompelde hjj met een zucht en hij kreeg voor de derde maal een kleur. Edna wendde zich snel af en liep een paar passen over het dek. Daarop bleef ze staan en keek zwijgend over de water vlakte van de rivier. Jerry keek haar bezorgd na. Hij kon haar gezicht niet zien, maar haar schou ders schokten zoo vreemd. Huilde ze Ze huilde toch niet? Haar stem klonk echter in het geheel niet naar tranen, toen ze weer het woord tot hem richtte. „Arme Joram!" zei ze. „Ik heb zooveel verdriet om hem en ik kan hem niet helpen. Hij zal verwoestingen aanrichten onder de pillendoosjes." „Welnee", wierp hy haar tegen. „Toen ik hem het laatst zag, was hij kerngezond. Ik geloof, dat hij heelemaal geen pillen meer slikt." Ze wendde zich snel naar haar om. „Wat? Hebt u dat ook al in orde ge maakt?" „Ik niet", zei hij bescheiden. „Dat bent u heusch geweest Het was verwonderlijk, hoe snel hij gezond werd, toen hij bemerk te, dat u zich in gevaar bevondt." Beiden begonnen ze te lachen. „Dus we varen!" riep ze. „U bent de kapitein, niet waar? U heeft het com mando. Maar ik zou ook wel graag een baantje hier aan boord willen hebben." „Ik benoem u hierbij tot myn stuur man", zei hij plechtig. „Heerlijk!" Edna deed twee stappen naar hem toe en bracht haar hand salueerend naar haar voorhoofd. „Stuurman Edna meldt zich! Wat heeft u voor stuurman Edna te doen?" „Vooreerst", zei Jerry, terwijl hij met veel gewichtigheid op de stuurhut leunde, „gaat stuurman Edna naar beneden in den salon en gaat daar op één oor liggen. Er is beneden een prachtige divan. Kapi tein Jerry wenscht dat stuurman Edna vanavond wakker en frisch is." „Maar „Insubordinatie aan boord van een schip", vervolgde Jerry met een grafstem, „is een heel ernstige zaak, die streng be straft wordt, en Edna stampte boos met haar voet. „Maar ik wil niet naar beneden! U u......" en beleedigende uitlatingen jegens den kapitein zijn eveneens verboden." be sloot Jerry onverstoorbaar. „Houdt u daar alstublieft rekening mee!" Hij zag den rug van Edna nog juist aeht- ter de deur van den salon verdwijnen. Dadelijk daarop werd deze deur zeer na drukkelijk dichtgeslagen. Fluitend sprong hy aan land en maakte het touw los, waarmee de „Zeespin" vast lag. Daarop ging hij achter het stuurrad staan en maakte de machine op gang. Achter de boot borrelde het water op. Een oogenblik later gleed de „Zeespin" langzaam de rivier af. Op dit tijdstip waren de beide hutten in het voorschip leeg. De twee hutten in het achterschip waren echter bezet. Graddle en Kelly lagen ieder in een kooi, gedoemd tot gedwongen werkloosheid en ten prooi aan onbehaaglijke gevoelens. Op datzelfde tydstip kwam mister Wil liam Tracy Skinner met een koffertje in de hand zijn huis uit. Hij daalde met de lift naar de benedenverdieping, betrad de Drle-en-veertigste Straat en stapte in een zwarte cabriolet, waarin de chauffeur reeds op hem wachtte. En op datzelfde tijdstip vloog Gill in het gele auto'tje van Edna door het villa dorp bij Great Kills, liet het plaatsje ach ter zich en stopte spoedig daarna voor het logement „De Vuurtoren", dat vlak by den inham van de zee lag. Hy sprong uit den auto en. snelde de kamer binnen, waarin mister Tiggel zat te dineeren. „Hij komt!" bracht hij er ademloos uit. Mister Tiggel liet van opwinding zyn mes en zijn vork vallen. „Wanneer?" vroeg hij. „Nu! Hij moe;t nu onderweg zijn .Ik hoorde vanmiddag van zijn bediende, dat hij tegen den avond voor een paar dagen naar zyn buitenhuis zou gaan. Ik heb niet eerst opgebeld. Ik ben dadeiyk als de duivel hierheen komen rijden." „Goed zoo!" zei mister Tiggel en hy schoof haastig zijn bord van zich af. Hij stond op, zette een pet op het hoofd en hing een verrekijker over zijn schouder. Zijn hand gleed tastend naar de achter zak van zijn broek. „In orde", zei hij, terwijl hij Gill toe knikte. „Kom maar mee!" De beide mannen liepen een smal steen achtig paadje af naar beneden, dat van het hotel naar het strand leidde. Daar, achter lage klippen verborgen, lag een klein roeibootje. „Onze boot", zei mister Tiggel met een handbeweging. „Motorbooten maken te veel lawaai. We moeten roeien." Hy klom vooruit, op een van de klippen, die zich wat hooger verhief dan de an dere, ging languit op zijn buik liggen en haalde zijn verrekijker te voorschijn. Gill volgde hem. Uren lang keken ze met hun beiden naar de wijde grijze watervlakte, die zich voor hen uitbreidde. Twee jachten zeilden achter elkaar voorbij, een klein plezier- boótje stoomde in de verte langs hen heen en een roeibootje, waarin twee hengelaars zaten, schommelde op korten afstand van hen op en neer. Verder was er niets te zien. Heel laat pas, toen het begon donker te worden, verscheen een groot schip aan den ingang van de bocht. Mister Tiggel wierp een blik door zijn verrekijker en reikte vervolgens den kijker aan Gill. „Vlug!" hijgde hij opgewonden. „Wat zie i*?" „G.yze romp, roode streepen", zei Gill prompt, nadat hij den kijker van zijn oogen had weggetrokken. „Ze zijn het! Dat moet de „Zeespin" zyn!" juichte mister Tiggel. „Vooruit naar beneden, de boot in! En als we erbij zijn, Gill, dan: aan boord en de revolvers uit de zak! Je weet zelf, hoe gevaarlijk die knapen zijn". Dadelyk daarop schoot de roeiboot tus schen de klippen uit. Gill roeide en mister Tiggel zat aan het stuur. De duisternis daalde snel neer. Steeds meer vervaagden de omtrekken van den grijzen kotter in de verte. Steeds meer werd de boot één geheel met de grijze vlakte in de bocht. Tenslotte was de kot ter niet meer te herkennen. Ginds, waar hg langzaam door het water gleed, flitste een licht op. Gill roeide met alle kracht en mister Tiggel hield scherp aan op het schitte rende licht „Pas op!" mompelde hy na eenigen tijd. Gill wierp een blik over zyn schouders naar voren en begon langzamer te roeien. Zy waren nog ten hoogste vijftig meter van den grijzen kotter verwijderd. Geen motorgebrom was te horen. De machine scheen te zijn afgezet Een lantaarn hing aan het dak van de stuurhut Aan dek was niemand te zien. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1941 | | pagina 11