Tweede Blad PROVINCIALE ZEEUWSCHE COURANT Maandag 9 Juni 1941 De onderhandelingen tusschen Nederlandsch-Indië en Japan. De legerberichten van gisteren. Vreeselijke misdaad te Amsterdam opgehelderd. ONTVOERD Tokio acht het antwoord van Batavia onbevredigend. In officieele Japansche kringen wordt, naar het D.N.B. nit Tokio meldt, het door de regeering van Ne derlandsch-Indië verstrekte antwoord aan Japan onbevredigend genoemd. Men kan evenwel nog niet zeggen, zoo verklaarde men verder, of de onder handelingen in Batavia zullen worden voortgezet of niet. De Tokio Nitsji Nitsji meldt uit Bata via, dat de Japansche delegatie aan het ministerie vem buitenïandsche zaken in Tokio nieuwe instructies verzocht heeft. De toestand moet als zeer kritiek worden beschouwd. De leider van de Japansche delegatie heeft verklaard, dat men een dergelijk antwoord van Nederlandsch-Indië niet verwacht had. Hoewel de Japansche voorstellen bescheiden eischen inhielden, zijn zfl desondanks door Batavia afgewe zen. Dientengevolge, zoo voegde de Japan sche delegatieleider hieraan toe, moeten wij thans voorbereidingen treffen om naar Japan terug te keeren. De Jomioe Sjimboen spreekt- van een min of meer ontoegeeflijke houding van Nederlandsch-Indië en is van meening, dat het antwoord thans verscheidene dagen lang door de Japansche delegatie zal moe ten worden bestudeerd. DE ONDERHANDELINGEN TE BATAVIA. Domei meldt nader: - Ofschoon het antwoord van Neder- landsch-Indië als onbevredigend be- schouwd wordt, zal de Japansche dele gatie nog een laatste poging doen om door verdere onderhandelingen tot een overeenkomst te geraken. Men is van gevoelen, dat „eenige tijd" noodig zal zijn om vast te stellen, of de Nederlandsch-Indische autoritei ten al dan niet werkelijk het voorne men hebben de besprekingen tot een succesvol besluit te brengen, aldus verluidt van den kant van de Japan sche delegatie. Het Nederlandsch-Indische antwoord op het Japansche voorstel van 7 Mei is aan den Japanschen gedelegeerde voorgelegd tijdens een bijeenkomst van Zaterdag, die 90 minuten duurde, waarna Josjizawa te kennen gaf, dat hij wellicht de Nederland- sche delegatie zou verzoeken zekere onop gehelderd gebleven punten toe te lichten, aangezien zij in strgd zijn met de Japan sche formuleering, Te kennen gevende, dat zijn geduld op de proef werd gesteld, maar niet was uitgeput, zeide Josjizawa: „Ik kan thans niet zeggen, of ik de Nederland- sche gedelegeerden zal verzoeken hun hou ding verder te herzien. Ik zal mijn best blijven doen om het doel van mijn missie tot stand te brengen. Wanneer echter blijkt, dat het onmogelijk is een bevredi gende oplossing te bereiken, dan blijft er geen andere weg over dan terug te keeren naar Japan". Uit kringen der Japansche delegatie wordt vernomen, dat het Nederlandsche antwoord betrekking heeft op alle punten, VERHOOGING BIERACCIJNS. By besluit van den secretaris-gene- raad van het departement van finan ciën is de bieraccijns met veeifig cent per hectolitergraad verhoogd, n.l. van 2,20 gebracht op 2,60. Dit besluit treedt in werking van 1 van 10 Juni 1941. Dit besluit treedt In werking met ingang daaronder begrepen de nog niet geheel afgewerkte brouwsels, welke de bierbrou wers op 10 Juni 1941 voorhanden hebben, wordt de verhooging van den accijns nagevorderd. De bierbrouwers zijn verplicht van de by hen op 10 Juni 1941 aanwezige hoeveel heden vóór 15 Juni 1941 aangfte te doen bij den ontvanger der accijnzen, onder Wiens kantoor de brouwerij is gevestigd. maar slechts weinig punten behelst, welke de Japanners als bevredigend kunnen be schouwen. Er verluidt, dat Josjizawa nieuwe in structies uit Tokio verwacht, alvorens re gelingen te treffen voor een verder con tact met de Nederlandsche vertegenwoor digers. EEN PROTEST VAN BATAVIA IN TOKIO. De Nederlandsche gezant, generaal Pabst, heeft te Tokio bij het Japan sche ministerie van buitenïandsche za ken een protest ingediend tegen de recente verklaring van den woordvoer der van het bureau van voorlichting der regeering, die de Nederlandsch- Indische overheid in verband met de handelsbesprekingen in Batavia van onoprechtheid beschuldigd had. Uit officieele Japansche kringen wordt hieromtrent vernomen, dat van Japansche zijde geen antwoord op dit protest van Nederlandsch-Indië verwacht kan worden, daar het overbodig is, zoo verklaart men hier, ten aanzien hiervan een standpunt uiteen te zetten. AANZIENLIJK TEKORT OP DE NED.-INDISCHE BEGROOTING. Naar het D.N.B. te Sjanghai uit Bata via verneemt, vertoont de staatsbegrooting van Nederlandsch-Indië voor 1941 een aan zienlek tekort, zonder dat tot dusver maat regelen overwogen zijn om aan dit tekort tegemoet te komen. Voor het loopende jaar, zoo wordt verder gemeld, wordt een on gunstige ontwikkeling van den Nederl.- Indischen buitenlandschen handel in ver gelijking met het vorige jaar verwacht. De export wordt vooral belemmerd door het tekort aan scheepsfuimte. JAPANSCHE PERSSTEMMEN. De geheele Japansche pers eischt thans dat de economische onderhandelingen met Nederlandsch-Indië worden afgebroken en verklaart dat Batavia klaarblijkelijk in het geheel geen belang heeft bg een economi sche samenwerking met Japan en tegen over Tokio een oneerlijk spel speelt in de verwachting op de hulp van Amerika en Engeland te kunnen steunen. De „Tokio Asahi Sjimboen" verklaart, dat Batavia niet alleen de samenwerking met Japan van de hand heeft gewezen, doch dat het tegeiyktydig geweldig bewapend en een gemeenschappelijk front van actie met Amerika en Engeland gevormd heeft. De „Tokio Nitsji Nitsji" noemt de Japansche eischen het minimum van datgene, wat Japan moet eischen en verklaart, dat Ja pan onmiddellijk maatregelen dient te ne men om zijn rechtvaardige belangen door te drijven. Nederlandsch-Indië overschat het geduld van Japan. De „Hotsji Sjimboen" gelooft, dat Ne derlandsch-Indië door eenzijdige leveran ties alleen de strijdkracht van de anti-spil- landen wil versterken. „Miyako Sjimboen" acht het betreurenswaardig, wanneer door de houding van Batavia de vrede zou wor den verstoord. Majoor Kruyt's partij opgeheven. Naar ons medegedeeld wordt, heeft ma joor Kruyt de opheffing van zgn partij met ingang van 6 Juni 1941 bekend gemaakt. Met de opheffing van de N.S.N.A.P.- Kruyt is verdere klaarheid ontstaan inzake de bestaande nationaal-socialistische par tyen. Behalve de N.S.B. bestaat thans slechts nog de Groot-Duitsche beweging der N.S.N.A.P.-dr. Van Rappard. MAXIMUM-PRIJZEN VOOR OESTERS. Naar wij vernemen is er een regeling in voorbereiding om voor het a.s. oestersei zoen maximum-.verkooppryzen vast te stellen. Alvorens hiertoe wordt overgegaan zal een grondig onderzoek naar den kostprgs van het product worden ingesteld. Man vermoordde zijn vrouw. De Amsterdamsche politie heeft dank zg knap speurderswerk licht gebracht in de geheimzinnige misdaad, waarvoor de eerste aanwgzingen werden verkregen door het vinden van een vrouwenhoofd in het Mer- wedekanaal. Het onderzoek heeft geleld tot de arres tatie van een 52-jarigen monteur, die tenslotte heeft bekend in zgn woning in de Balistraat te Amsterdam zijn vrouw om het leven te hebben gebracht. - Omtrent de toedracht van deze moord zaak zijn thans van politiewege eenige na dere bgzonderheden medegedeeld. Naar men zich zal herinneren kwam op 27 Mei 1.1. bij de politie het bericht binnen, dat in het Merwedekanaal een pakket was gevonden, dat bg opening een vrouwenhoofd bleek te bevatten. Het hoofd, dat tamelgk verminkt was, was opgevuld met een prop, bestaande uit een zakdoek en een stuk windsel, en ver pakt in een vaatdoek, welke met steenen was verzwaard. Dit waren alle gegevens, waarover de politie bij het begin van het onderzoek beschikte, en allereerst ging men na, of er bg de in den laatsten tgd aangege ven vermiste vrouwen, iemand was, wier signalement eenigszins met het gevonden hoofd overeen kwamen. Dit was inder daad met een vrouw het geval en hoewel de kleur van de oogenniet geheel over eenstemde met de bedoelde vermiste, werd tot huiszoeking op de woning van deze vermiste vrouw besloten. Hier vond de politie nieuwe aanwijzingen, n.l. windsel en vaatdoeken, welke gelijkenis vertoonden met de uit het water opgehaalde. Deze vondst gaf de politie aanleiding, den man (die N. B. zelf op 8 Mei aan gifte van de vermissing had gedaan) van de vermiste vrouw in Hillegersberg, waar hg zich bg kennissen bevond, te doen ar resteeren. Deze arrestatie geschiedde door de politie aldaar en onmiddellgk daarop togen inspecteur Bijlsma vergezeld van de rechercheurs Becking en Moes, naar Hil legersberg om den r.ian aan den tand te voelen. Dit had echter weinig succes, daar de man volkomen kalm hardnekkig ontkende, iets van den moord op zijn vrouw af te weten. Intusschen werd het onderzoek naar alle kanten voortgezet, waarbij ook de vi'ouw, bij wie de verdachte in Hillegersberg ver toefde, aan een scherp verhoor werd onder worpen. Het bleek al spoedig, dat zij de laatste weken van den verdachte allerlei goederen ten geschenke had gekregen, o.a. een naaimachine, welke uit de woning van den verdachte afkomstig was en ver scheidene kleedingstukken, welke aan de vermiste vrouw hadden toebehoord. Daar onder bevond zich ook een wintermantel, die de vermiste vrouw (men wist nog steeds niet met zekerheid, dat zg ook de vermoorde vrouw zou zgn), zeker zou hebben aangetrokken, als zg, volgens de opgave va nden man, op 5 Mei de woning had verlaten. De aanWgzingen tegen den verdachte waren ten slotte zoo sterk, dat de man daarvoor bezweek en bekende, zgn vrouw te hebben vermoord. Dit zou overdag op 5 Mei in de woning zgn geschied. Volgens de lezing van den moordenaar zou er ruzie tusschen hem en zgn vrouw zgn ontstaan, hg zou daarbg de vrouw naar de keel zgn gevlogen en haar in drift hebben gewurgd. Daarop heeft hg het Igk naar den zolder gebrach1 en in stukken gesneden, welke hg, verpakt, op verschil lende plaatsen in het water heeft gedepo neerd. Een bewgs van de geraffineerdheid, waarmee de dader het lijk heeft laten verdwijnen, is wel, dat noch zijn zoon het echtpaar had twee kinderen, van wie een getrouwd en een nog thuis was toen hg 's avonds van zijn werk thuis kwam, noch een van de buren iets -be merkt had van het gruW-elijke drama, dat zich in de woning had afgespeeld. HET DUITSCHE. Het opperbevel der Duitsche weermacht maakte gisteren bekend: Een onderzeeër onder bevel van kapi tein-luitenant Hessier heeft 21.250 brt. tot zinken gebracht. Daarmede heeft dit schip bg deze onderneming zeven vaar tuigen van 42.641 brt. vernietigd. Het luchtwapen heeft in den afgeloo- pen nacht aan de Westkust van Schot land drie gewapende vgandelgke koop vaarders van 21.000 brt. tot zinken ge bracht. Twee andere groote schepen wer den in de Schotsche wateren en op den Atlantischen Oceaan beschadigd. Een geT vechtsvliegtuig vernielde aan de Oostkust van Engeland een vgandelgk patrouille vaartuig door voltreffers van bommen. In Noord-Afrika heeft Duitsch-Italiaan- sche artillerie Britsche schepen in de ha- van van Tobroek doeltreffend onder vuur genomen. Het Duitsche luchtwapen viel met succes vgandelgke artilleriestellingen en collonnes vrachtauto's aan. Overdag noch des nachts heeft de vyand gevechtshandelingen verricht boven Duitsch gebied. Maatschappij der Nederlandsche letterkunde. TWEE BEKRONINGEN. Op de jaarlijksche algemeene vergadering van de maatschappij der Nederlandsche let terkunde werd besloten den jaariykschen prgs van aanmoediging, genaamd Lucie B. en C.W. van der Hoogt-prgs, groot 1000 gulden, toe te kennen aan mevr. M. Droog- leever FortuynLeenmans voor den dicht bundel «Parken en Woestgnen". De dr. Wgnand Franken-prgs, groot 500 gulden, werd dit jaar toegekend aan S. Vestdgk voor het werk „Albert Verwey en de idee". Aan de toelichting is het volgende ont leend Het bundeltje poëzie „Parken en Woestg nen" draagt de commissie van schoone let teren voor ter bekroning met den Van der Hoogt-prgs, den aanmoedigingsprgs. Want de verzen in dit bundeltje zgn van een ge halte, dat men zeker de hoop mag uitspre ken, dat deze dichteres niet zal ophouden te dichten, wijl wg haar geluid nu reeds als een stem in onze poëzie erkennen. Deze bundel is niet een verzameling vai^ zoovele goede, even verrassend mooie ge dichten, als het in onze verlangende ver beelding zou zijn, maar de beste ervan zgn zoo levend, zoo bezield, dat wel niemand aan hun bekoring ontkomt. Omtrent 't bekroonde werk van Vestdijk wordt o.m. opgemerkt Vestdijk's „Albert Verwey en de idee" is altgd boeiend van opvatting en doordrin gend van uitdrukking, verrassend door scherpzinnige onderscheidingen, fgngevoe- lige ontledingenhet werk vormt een doorloopend geheel rondom een kernge dachte, die verschillende perspectieven op het leven opent en Albert Verwey met eer biedige critiek benadert Behalve Vestdgk kwamen voor een be krooning in aanmerking Hoornik voor zgn „Tafelronde", Smit voor zgn „Dichters der reformatie in de zestiende eeuw" en Bin- nendyk voor zgn opstellen „Zin en tegen zin". MR. J. WOLTMAN f Te 's-Gravenhage is op 74-jarigen leeftijd overleden mr. J. Woltman, oud-secretaris generaal van het departement van defensie. Als secretaris-generaal heeft mr. Wolt man groot aandeel gehad in de samensmel ting van de departementen van oorlog en marine, waarna hg in Juni 1929 werd be noemd tot secretaris-generaal van het de partement van defensie. BOERDERIJ DOOR DEN BLIKSEM GETROFFEN. Zondagavond is bg een kort, doch hevig onweer, tengevolge van blikseminslag brand ontstaan in de aangrenzende schuur van de boerderg van den heer J. Trip, staande aan het Noorderdiep te NieuW Buinen. De brandweer uit Borger en nieuw- Buinen was spoedig tér plaatse en wist door kx-achtig ingrijpen het woonhuis te behouden. De schuur is geheel uitgebrand. De schade wordt door verzekering gedekt. HET ITALIAAN SCHE. Het 368e Italiaansche weermachtsbericht luidt als volgt: In den nacht van Vrgdag op Zaterdag hebben onze vliegtuigen luchtbases op Malta gebombardeerd. In Noord-Afrika valt te land niets te melden. De luchtmacht heeft herhaalde malen in den nacht van Vrgdag op. Zater dag en gisteren de batterijen en militaire installaties van de versterking Tobroek ge troffen, waardoor brand en vernieling werd veroorzaakt. In de omgeving van Siwa werden gemotoriseerde Britsche strgdmiddelen gebombardeerd. Vgandelgke vliegtuigen deden aanvallen op Benghasi en Derna. In Oost-Afrika wordt de slag in het gebied van Galla en Sidamo voortgezet. In het gebied van Gondar wees het garni zoen van Wolsjefit opnieuw een uitnoodi- ging om zich over te geven van de hand en bracht den vgand na stoutmoedige uit vallen gevoelige verliezen toe. De Britsche vlootverliezen in Mei. A.N.P. meldt f Over de verliezen van de Britsche ma rine in Mei wordt van Duitsche zijde me degedeeld, dat zg het hoogst zgn sedert het begin van den oorlog. Reeds in April heeft Engeland in de gevechten om Griekenland talrgke verliezen aan kruisers en kleinere eenheden geleden bij het wegvoeren van het Britsche expeditiecorps uit Grieken land. Na een jaar zag Engeland zich voor het eerst bg den strgd bg Kreta weer ge noopt gebruik te maken van sterke forma ties van zgn vloot. Doel en taak was de heerschappg ter zee rondom Kreta te handhaven tegen sterke agressief lucht te verijdelen. Het' Duitsche luchtwapen heeft het bewgs geleverd, dat op de niet open zee vlootformaties zich niet kunnen handhaven tegen sterk, agressief lucht wapen. Van Duitsche zgde wordt betoogd, dat de luchtslag rondom Kreta in de oor logsgeschiedenis een gebeurtenis van revo- lutionnaire beteekenis zal vormen. In den luchtslag van 20 tot 25 Mei worten door bommen tot zinken gebracht zeven krui sers, acht torpedojagers en vgf snelboo- ten en twee onderzeeërs. De Engelsche verlieslgst in Mei ziet er, volgens Duitsche gegevens als volgt uit Door Duitsche strijdkrachten werden tot zinken gebracht een slagkruiser, zeven kruisers, elf torpedojagers, zeven snelboo- ten, drie hulpkruisers, vier duikbooten en zes patrouille- en wachtschepen. De Italianen brachten vijf kruisers, twee duikbooten en een torpedojager tot zinken. Bovendien hebben de Duitsche en Italiaansche luchtstrijdkrachten twee slag kruisers, twee vliegtuigmoederschepen en een vrij groot aantal kruisers, toi-pedoja- gers en lichte vaartuigen beschadigd. Het rooien van vroege aardappelen. Voor aardappelen, niet onder glas geteeld voorloopig verboden, be houdens ontheffing. De Staatscourant van Vrijdag bevat het rooiverbod vroege aardappelen 1941, vast gesteld bg besluit van den secretaris generaal van landbouw en visscherg. Krachtens (lit besluit is het rooien van vroege aardappelen en daarmede gelgkge- stelde aardappelen verboden. Het verbod geldt niet, indien: a. het rooien geschiedt op of na een door de Stichting Nederlandsche groenten- en fruitcentrale vast te stellen datum of b. van het verbod ontheffing is verleend door of vanwege de centrale en de voor waarden, zoo noodig aan deze ontheffing te verbinden, zijn nagekomen, of c. het betreft aardappelen, geteeld on der glas. Het besluit is gisteren in werking ge treden. DOOR P. MATTHEUS. 27) „Dat is niet waar! Ik zie aan je gezicht, dat je iets op het hart hebt. Kom er mee voor den dag!" „Ik zou gi-aag verlof willen hebben", zei hy eindelgk. „Een paar dagen." Mister Tiggel bleef een seconde lang met open mond zitten. „Stop eens even!" brulde hy toen en sclioot van zijn zitplaats omhoog. Verschrikt stuurde Gill den wagen naar den rand van het trottoir en stopte. Mister Tiggel keek met gevaarlijk fon kelende oogen op hem neer. „Verlof?" vroeg hg. „Wou je nu verlof hebben? Voor twee dagen? Op dit oogen- blik, nu je de eenige persoon bent, op wiens hulp ik gerekend heb? Je weet, dat mgn zuster ontvoerd is. Je weet, dat ik me ook niet tot de politie kan wenden. Je weet, dat mister Cole in de handen van deze bende is gevallen. Je weet, dat alleen nog. maar de weg overblgft, de „Zeespin" op te sporen en mijn zuster er vandaan te halen. En nou wil je verlof hebben? Nou wil je d'r vandoor gaan? Nou wil je 'm smeren?. Je Mister Tiggel kwam tegelgkertgd adem jen Woorden tekort. Gill stak bezwerend zyn armen om hoog. „Maar mgnheer! Zoo heb ik het toch niet bedoeld! U beoordeelt me verkeerd. Ik wil zelfs ook niets anders dan miss Edna daar vandaan halen. Maar ik wil het op mijn eentje probeeren. Ik kan uw meening op een bepaald punt niet deelen." „Op je eentje probeeren?" hoonlachte mister Tiggel. „Wat zgn dat voor smoes jes, Gill? Heb je niets beters kunnen be denken? Je kunt myn meening niet dee len? Ja waarom zeg je het dan niet? Waarom vertel je niet, wat je op het hart hebt? Hè „Mijnheer, ik zou u moeten tegenspre ken", zei Gill zeer ernstig. „Hoe kan ik dat doen? U bent mister Joranj B. Tig gel. Ik ben maar uw chauffeur en Boem! Mister Tiggel had zich plotseling op zgn zitplaats laten terugvallen en snakte naar lucht. „Je bent een idioot!" snoof hg einde lgk. „Een driemaal doorgehaalde idioot! Gill je hebt me bgna geworgd en ik heb je knockout geslagen! Zoo iets geeft een zekeren band. We hebben samen tegen deze schurken gestreden, we zaten schou der aan schouder, toen ze ons de banden stukschoten. En nu zou je op je eigen houtje aan het werk willen gaan? Alleen omdat je een andere meening bent toe gedaan dan ik? Wat is dat voor onzin, Gill! Wat is dat voor een verschrikkelgke onzin! Vooruit zeg op, wat je te zeg gen hebt, spreek me maar rustig tegen en laten we verder samen optrekken. Geef me je hand!" Hy pakte de hand van Gill en kneep die byna af. „Nou? Vooruit dan „Het komt me voor", begon Gill nog steeds voorzichtig, „dat we dien mister Skinner niet zoo maar gelooven moeten. Want wat hg daar van zijn auto vertelt, verplicht hem eigenlijk tot heelemaal niets." „Hoezoo? Hoe bedoel je dat?"» „Nou zou hy niet om zoo te zeggen zelf zijn eigen wagen gestolen kunnen hebben? Wie heeft gezien, dat vreemden er mee zijn weggereden?" „Niemand, dat komt uit", gaf mister Tiggel toe. „Maar je vergeet de politie! Hy heeft bij de poiltle aangifte gedaan." „Wat heeft dat nu te beteekenen", zei Gill. „De politie komt en kgkt eens naar den wagen. Het ding was gestolen en is weer terug. Klaar, Daar is het geval mee uit." „Hm", zei mister Tiggel. „Voor mister Skinner is de aangifte bg de politie zelfs heel belangrgk", ging Gill voort. „Daarmee is hij de verantwoording kwgt. Niemand kan hem meer verdenken. De wagen was gestolen officieel ge stolen! Bggevolg kan hy hem dus niet gebruikt hebben." Mister Tiggel begon zachtjes te fluiten. „U hebt natuurlgk niet aan zgn be diende gevraagd, hoe laat mister Skinner .'s nachts thuis is gekomen?" vroeg Gill. „En ook niet aan den chauffeur, of hg iets bgzonders aan den wagen heeft op gemerkt?" „Natuurlgk niet", zéi mister Tiggel iet wat bedremmeld. „Ik kan toch onmogelijk achter den rug van mister Skinner Hg schudde het hoofd. „Nou ik kan het wel", zei Gill. „Ik zou zoowel den bediende als den chauf feur kunnen uithooren. Ik wilde het doen, toen ilt u om verlof vroeg, en ik zou het nog willen doen, als u me er den tgd toe. geeft. Het is best mogelijk, dat alles, wat mister Skinner zegt, klopt. Maar ik wil het precies weten. Ik wil het heel precies weten." Mister Tiggel zat een tijdje in gedachten verdiept. Tenslotte richtte hg zich met een ruk op. „Je hebt gelgk", zei hy. „We kunnen het ons niet veroorloven, iets te verzui men. Rgd me nu naar Edge water. Ik VSrël zien, of ik de „Zeespin" daar kan ontdekken. Jij gaat weer terug en pro beert je geluk in de Drie-en-veertigste Straat, We vinden elkaar weer in Flymore Park. Voor het geval ik de „Zeespin" vind en niet kan komen, bel ik je wel op. Is alles duidelgk?" „Volkomen", zei Gill. „Alles duidelgk!" Twee seconden later, bevond de gele auto zich op weg naar Edgewater. HOOFDSTUK XV. Mister Tiggel verliet den auto bg het begin van het oude deel van Edgewater. Hij keek, hoe Gill den wagen keerde en de straat waarlangs zg gekomen waren, weer opreed. Daarop wendde hij zich om en begaf hij zich op zgn ontdekkingsreis. Maar reeds na vijftig schreden kwam hg tot de erkenning, dat hg zgn taak on derschat had. Al die nauwe, door hooge schuttingen omgeven steegjes, die eerst recht naar de Hudson schenen te loopen, bogen op een gegeven oogenblik naar links of naar rechts en liepen dan evenwgdig aan de rivier. Die steegjes! Ze waren een hopelooze warwinkel van heen en weer, op en neer. En de planken schuttingen zagen er overal eender uit. Na tien minuten moest mister Tiggel bekenen, dat hij zich vergist had. Hij stond op een kruispunt, waarvan een half dozijn gelijksoortige, bochtige weggetjes uitging. En hg had er geen idee van, in welke richting de rivier lag. Hg wist niet, welke van de zes steegjes hy kiezen zou. In zgn nood bereikte plotseling het ge luid van schreden zgn oor. Om een van de hoeken kwam een gestalte te voor- schgn, die mister Tiggel onder andere om standigheden zoo ver mogelgk vermeden zou hebben. Het was een oude, hoogst zonderling gekleede man met een stoppelig gezicht en een neus, die op een knol ge leek en waarvan het intensieve rood straalde als een seinlamp. „Hopla!" zei hij met heesche stem, toen hg mister Tiggel gewaar werd. „Nou, wat?" De man bleef staan en staarde mister Tiggel ongegeneerd aan. Hij legde zich zelf daarbij geen noemenswaardige beper king op. Hy begon met de schoenen, ein digde met den hoed en liet zgn oogen weer terugdwalen. Een eerlgke verbazing was op zgn gezicht te lezen. „Piekfgn", mompelde hij tenslotte en schudde met het hoofd. „Piekfgn! Ver duiveld nog an toe!" „Neemt u me niet kwalgk", zei mister Tiggel, een weinig verlegen. „Ik zou u graag wat willen vragen." „Hé Vragen zei de man. Mister Tiggel knikte. „Ja. Ik zoek hier een boot. Juister ge zegd: een motorkotter. De naam is '„Zee spin". Grijze romp, roode „Zeespin", onderbrak de man hem met een toon van verachting in zgn stem. „Zeespin" is genoeg. Hou de rest maar gerust voor je. De werf van Poole!" Hg hief zgn hand op en wees met zgn duim over zgn schouder ergens heen in de omgeving. „Aha!" zei mister Tiggel verheugd. Hy zag het doel reeds dicht bg. „Kunt u me misschien ook nog zeggen, hoe ik bij de werf van Poole kom?" De man wees op een van de steegjes, die van het kruispunt uitgingen. „Daarlangs", zei hg heesch. „Twee links, een rechts, dan rechtuit. Je kunt niet missen." „O, dank u vriendelgk ik ben u wer- kelgk heel dankbaar", zei mister Tiggel beleefd, greep in zgn zak en hield den man een dollarbiljet voor. Een reusachtig behaarde hand nam het papiertje in ontvangst. De bezitter van de hand zag er verbaasd uit. „Allemachtig!" zei hy. „Allemachtig nog an toe! Mooi! Een heele dollar alleen maar om iemand den weg te wyzen! Mooi!" (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1941 | | pagina 5