Tweede Blad
PROVINCIALE ZEEUWSCHE COURANT
Maandag 9 Juni 1941
De onderhandelingen
tusschen Nederlandsch-Indië en Japan.
De legerberichten van gisteren.
Vreeselijke misdaad te
Amsterdam
opgehelderd.
ONTVOERD
Tokio acht het antwoord van Batavia onbevredigend.
In officieele Japansche kringen
wordt, naar het D.N.B. nit Tokio
meldt, het door de regeering van Ne
derlandsch-Indië verstrekte antwoord
aan Japan onbevredigend genoemd.
Men kan evenwel nog niet zeggen, zoo
verklaarde men verder, of de onder
handelingen in Batavia zullen worden
voortgezet of niet.
De Tokio Nitsji Nitsji meldt uit Bata
via, dat de Japansche delegatie aan het
ministerie vem buitenïandsche zaken in
Tokio nieuwe instructies verzocht heeft.
De toestand moet als zeer kritiek worden
beschouwd. De leider van de Japansche
delegatie heeft verklaard, dat men een
dergelijk antwoord van Nederlandsch-Indië
niet verwacht had. Hoewel de Japansche
voorstellen bescheiden eischen inhielden,
zijn zfl desondanks door Batavia afgewe
zen. Dientengevolge, zoo voegde de Japan
sche delegatieleider hieraan toe, moeten
wij thans voorbereidingen treffen om naar
Japan terug te keeren.
De Jomioe Sjimboen spreekt- van een
min of meer ontoegeeflijke houding van
Nederlandsch-Indië en is van meening, dat
het antwoord thans verscheidene dagen
lang door de Japansche delegatie zal moe
ten worden bestudeerd.
DE ONDERHANDELINGEN TE
BATAVIA.
Domei meldt nader: -
Ofschoon het antwoord van Neder-
landsch-Indië als onbevredigend be-
schouwd wordt, zal de Japansche dele
gatie nog een laatste poging doen om
door verdere onderhandelingen tot een
overeenkomst te geraken.
Men is van gevoelen, dat „eenige
tijd" noodig zal zijn om vast te stellen,
of de Nederlandsch-Indische autoritei
ten al dan niet werkelijk het voorne
men hebben de besprekingen tot een
succesvol besluit te brengen, aldus
verluidt van den kant van de Japan
sche delegatie.
Het Nederlandsch-Indische antwoord op
het Japansche voorstel van 7 Mei is aan
den Japanschen gedelegeerde voorgelegd
tijdens een bijeenkomst van Zaterdag, die
90 minuten duurde, waarna Josjizawa te
kennen gaf, dat hij wellicht de Nederland-
sche delegatie zou verzoeken zekere onop
gehelderd gebleven punten toe te lichten,
aangezien zij in strgd zijn met de Japan
sche formuleering, Te kennen gevende, dat
zijn geduld op de proef werd gesteld, maar
niet was uitgeput, zeide Josjizawa: „Ik
kan thans niet zeggen, of ik de Nederland-
sche gedelegeerden zal verzoeken hun hou
ding verder te herzien. Ik zal mijn best
blijven doen om het doel van mijn missie
tot stand te brengen. Wanneer echter
blijkt, dat het onmogelijk is een bevredi
gende oplossing te bereiken, dan blijft er
geen andere weg over dan terug te keeren
naar Japan".
Uit kringen der Japansche delegatie
wordt vernomen, dat het Nederlandsche
antwoord betrekking heeft op alle punten,
VERHOOGING BIERACCIJNS.
By besluit van den secretaris-gene-
raad van het departement van finan
ciën is de bieraccijns met veeifig cent
per hectolitergraad verhoogd, n.l. van
2,20 gebracht op 2,60.
Dit besluit treedt in werking van 1
van 10 Juni 1941.
Dit besluit treedt In werking met ingang
daaronder begrepen de nog niet geheel
afgewerkte brouwsels, welke de bierbrou
wers op 10 Juni 1941 voorhanden hebben,
wordt de verhooging van den accijns
nagevorderd.
De bierbrouwers zijn verplicht van de by
hen op 10 Juni 1941 aanwezige hoeveel
heden vóór 15 Juni 1941 aangfte te doen
bij den ontvanger der accijnzen, onder
Wiens kantoor de brouwerij is gevestigd.
maar slechts weinig punten behelst, welke
de Japanners als bevredigend kunnen be
schouwen.
Er verluidt, dat Josjizawa nieuwe in
structies uit Tokio verwacht, alvorens re
gelingen te treffen voor een verder con
tact met de Nederlandsche vertegenwoor
digers.
EEN PROTEST VAN BATAVIA
IN TOKIO.
De Nederlandsche gezant, generaal
Pabst, heeft te Tokio bij het Japan
sche ministerie van buitenïandsche za
ken een protest ingediend tegen de
recente verklaring van den woordvoer
der van het bureau van voorlichting
der regeering, die de Nederlandsch-
Indische overheid in verband met de
handelsbesprekingen in Batavia van
onoprechtheid beschuldigd had.
Uit officieele Japansche kringen wordt
hieromtrent vernomen, dat van Japansche
zijde geen antwoord op dit protest van
Nederlandsch-Indië verwacht kan worden,
daar het overbodig is, zoo verklaart men
hier, ten aanzien hiervan een standpunt
uiteen te zetten.
AANZIENLIJK TEKORT OP DE
NED.-INDISCHE BEGROOTING.
Naar het D.N.B. te Sjanghai uit Bata
via verneemt, vertoont de staatsbegrooting
van Nederlandsch-Indië voor 1941 een aan
zienlek tekort, zonder dat tot dusver maat
regelen overwogen zijn om aan dit tekort
tegemoet te komen. Voor het loopende jaar,
zoo wordt verder gemeld, wordt een on
gunstige ontwikkeling van den Nederl.-
Indischen buitenlandschen handel in ver
gelijking met het vorige jaar verwacht. De
export wordt vooral belemmerd door het
tekort aan scheepsfuimte.
JAPANSCHE PERSSTEMMEN.
De geheele Japansche pers eischt thans
dat de economische onderhandelingen met
Nederlandsch-Indië worden afgebroken en
verklaart dat Batavia klaarblijkelijk in het
geheel geen belang heeft bg een economi
sche samenwerking met Japan en tegen
over Tokio een oneerlijk spel speelt in de
verwachting op de hulp van Amerika en
Engeland te kunnen steunen. De „Tokio
Asahi Sjimboen" verklaart, dat Batavia
niet alleen de samenwerking met Japan
van de hand heeft gewezen, doch dat het
tegeiyktydig geweldig bewapend en een
gemeenschappelijk front van actie met
Amerika en Engeland gevormd heeft. De
„Tokio Nitsji Nitsji" noemt de Japansche
eischen het minimum van datgene, wat
Japan moet eischen en verklaart, dat Ja
pan onmiddellijk maatregelen dient te ne
men om zijn rechtvaardige belangen door
te drijven. Nederlandsch-Indië overschat
het geduld van Japan.
De „Hotsji Sjimboen" gelooft, dat Ne
derlandsch-Indië door eenzijdige leveran
ties alleen de strijdkracht van de anti-spil-
landen wil versterken. „Miyako Sjimboen"
acht het betreurenswaardig, wanneer door
de houding van Batavia de vrede zou wor
den verstoord.
Majoor Kruyt's partij opgeheven.
Naar ons medegedeeld wordt, heeft ma
joor Kruyt de opheffing van zgn partij met
ingang van 6 Juni 1941 bekend gemaakt.
Met de opheffing van de N.S.N.A.P.-
Kruyt is verdere klaarheid ontstaan inzake
de bestaande nationaal-socialistische par
tyen. Behalve de N.S.B. bestaat thans
slechts nog de Groot-Duitsche beweging der
N.S.N.A.P.-dr. Van Rappard.
MAXIMUM-PRIJZEN VOOR OESTERS.
Naar wij vernemen is er een regeling in
voorbereiding om voor het a.s. oestersei
zoen maximum-.verkooppryzen vast te
stellen.
Alvorens hiertoe wordt overgegaan zal
een grondig onderzoek naar den kostprgs
van het product worden ingesteld.
Man vermoordde zijn vrouw.
De Amsterdamsche politie heeft dank zg
knap speurderswerk licht gebracht in de
geheimzinnige misdaad, waarvoor de eerste
aanwgzingen werden verkregen door het
vinden van een vrouwenhoofd in het Mer-
wedekanaal.
Het onderzoek heeft geleld tot de arres
tatie van een 52-jarigen monteur, die
tenslotte heeft bekend in zgn woning in
de Balistraat te Amsterdam zijn vrouw
om het leven te hebben gebracht. -
Omtrent de toedracht van deze moord
zaak zijn thans van politiewege eenige na
dere bgzonderheden medegedeeld.
Naar men zich zal herinneren kwam
op 27 Mei 1.1. bij de politie het bericht
binnen, dat in het Merwedekanaal een
pakket was gevonden, dat bg opening
een vrouwenhoofd bleek te bevatten. Het
hoofd, dat tamelgk verminkt was, was
opgevuld met een prop, bestaande uit
een zakdoek en een stuk windsel, en ver
pakt in een vaatdoek, welke met steenen
was verzwaard.
Dit waren alle gegevens, waarover de
politie bij het begin van het onderzoek
beschikte, en allereerst ging men na,
of er bg de in den laatsten tgd aangege
ven vermiste vrouwen, iemand was, wier
signalement eenigszins met het gevonden
hoofd overeen kwamen. Dit was inder
daad met een vrouw het geval en hoewel
de kleur van de oogenniet geheel over
eenstemde met de bedoelde vermiste, werd
tot huiszoeking op de woning van deze
vermiste vrouw besloten. Hier vond de
politie nieuwe aanwijzingen, n.l. windsel en
vaatdoeken, welke gelijkenis vertoonden
met de uit het water opgehaalde.
Deze vondst gaf de politie aanleiding,
den man (die N. B. zelf op 8 Mei aan
gifte van de vermissing had gedaan) van
de vermiste vrouw in Hillegersberg, waar
hg zich bg kennissen bevond, te doen ar
resteeren. Deze arrestatie geschiedde door
de politie aldaar en onmiddellgk daarop
togen inspecteur Bijlsma vergezeld van de
rechercheurs Becking en Moes, naar Hil
legersberg om den r.ian aan den tand te
voelen. Dit had echter weinig succes, daar
de man volkomen kalm hardnekkig
ontkende, iets van den moord op zijn
vrouw af te weten.
Intusschen werd het onderzoek naar alle
kanten voortgezet, waarbij ook de vi'ouw,
bij wie de verdachte in Hillegersberg ver
toefde, aan een scherp verhoor werd onder
worpen. Het bleek al spoedig, dat zij de
laatste weken van den verdachte allerlei
goederen ten geschenke had gekregen, o.a.
een naaimachine, welke uit de woning van
den verdachte afkomstig was en ver
scheidene kleedingstukken, welke aan de
vermiste vrouw hadden toebehoord. Daar
onder bevond zich ook een wintermantel,
die de vermiste vrouw (men wist nog
steeds niet met zekerheid, dat zg ook
de vermoorde vrouw zou zgn), zeker zou
hebben aangetrokken, als zg, volgens de
opgave va nden man, op 5 Mei de woning
had verlaten.
De aanWgzingen tegen den verdachte
waren ten slotte zoo sterk, dat de man
daarvoor bezweek en bekende, zgn vrouw
te hebben vermoord. Dit zou overdag op
5 Mei in de woning zgn geschied. Volgens
de lezing van den moordenaar zou er
ruzie tusschen hem en zgn vrouw zgn
ontstaan, hg zou daarbg de vrouw naar
de keel zgn gevlogen en haar in drift
hebben gewurgd. Daarop heeft hg het Igk
naar den zolder gebrach1 en in stukken
gesneden, welke hg, verpakt, op verschil
lende plaatsen in het water heeft gedepo
neerd.
Een bewgs van de geraffineerdheid,
waarmee de dader het lijk heeft laten
verdwijnen, is wel, dat noch zijn zoon
het echtpaar had twee kinderen, van wie
een getrouwd en een nog thuis was
toen hg 's avonds van zijn werk thuis
kwam, noch een van de buren iets -be
merkt had van het gruW-elijke drama, dat
zich in de woning had afgespeeld.
HET DUITSCHE.
Het opperbevel der Duitsche weermacht
maakte gisteren bekend:
Een onderzeeër onder bevel van kapi
tein-luitenant Hessier heeft 21.250 brt. tot
zinken gebracht. Daarmede heeft dit
schip bg deze onderneming zeven vaar
tuigen van 42.641 brt. vernietigd.
Het luchtwapen heeft in den afgeloo-
pen nacht aan de Westkust van Schot
land drie gewapende vgandelgke koop
vaarders van 21.000 brt. tot zinken ge
bracht. Twee andere groote schepen wer
den in de Schotsche wateren en op den
Atlantischen Oceaan beschadigd. Een geT
vechtsvliegtuig vernielde aan de Oostkust
van Engeland een vgandelgk patrouille
vaartuig door voltreffers van bommen.
In Noord-Afrika heeft Duitsch-Italiaan-
sche artillerie Britsche schepen in de ha-
van van Tobroek doeltreffend onder vuur
genomen. Het Duitsche luchtwapen viel
met succes vgandelgke artilleriestellingen
en collonnes vrachtauto's aan.
Overdag noch des nachts heeft de vyand
gevechtshandelingen verricht boven Duitsch
gebied.
Maatschappij der Nederlandsche
letterkunde.
TWEE BEKRONINGEN.
Op de jaarlijksche algemeene vergadering
van de maatschappij der Nederlandsche let
terkunde werd besloten den jaariykschen
prgs van aanmoediging, genaamd Lucie B.
en C.W. van der Hoogt-prgs, groot 1000
gulden, toe te kennen aan mevr. M. Droog-
leever FortuynLeenmans voor den dicht
bundel «Parken en Woestgnen". De dr.
Wgnand Franken-prgs, groot 500 gulden,
werd dit jaar toegekend aan S. Vestdgk
voor het werk „Albert Verwey en de idee".
Aan de toelichting is het volgende ont
leend
Het bundeltje poëzie „Parken en Woestg
nen" draagt de commissie van schoone let
teren voor ter bekroning met den Van der
Hoogt-prgs, den aanmoedigingsprgs. Want
de verzen in dit bundeltje zgn van een ge
halte, dat men zeker de hoop mag uitspre
ken, dat deze dichteres niet zal ophouden
te dichten, wijl wg haar geluid nu reeds als
een stem in onze poëzie erkennen.
Deze bundel is niet een verzameling vai^
zoovele goede, even verrassend mooie ge
dichten, als het in onze verlangende ver
beelding zou zijn, maar de beste ervan zgn
zoo levend, zoo bezield, dat wel niemand
aan hun bekoring ontkomt.
Omtrent 't bekroonde werk van Vestdijk
wordt o.m. opgemerkt
Vestdijk's „Albert Verwey en de idee"
is altgd boeiend van opvatting en doordrin
gend van uitdrukking, verrassend door
scherpzinnige onderscheidingen, fgngevoe-
lige ontledingenhet werk vormt een
doorloopend geheel rondom een kernge
dachte, die verschillende perspectieven op
het leven opent en Albert Verwey met eer
biedige critiek benadert
Behalve Vestdgk kwamen voor een be
krooning in aanmerking Hoornik voor zgn
„Tafelronde", Smit voor zgn „Dichters der
reformatie in de zestiende eeuw" en Bin-
nendyk voor zgn opstellen „Zin en tegen
zin".
MR. J. WOLTMAN f
Te 's-Gravenhage is op 74-jarigen leeftijd
overleden mr. J. Woltman, oud-secretaris
generaal van het departement van defensie.
Als secretaris-generaal heeft mr. Wolt
man groot aandeel gehad in de samensmel
ting van de departementen van oorlog en
marine, waarna hg in Juni 1929 werd be
noemd tot secretaris-generaal van het de
partement van defensie.
BOERDERIJ DOOR DEN BLIKSEM
GETROFFEN.
Zondagavond is bg een kort, doch hevig
onweer, tengevolge van blikseminslag
brand ontstaan in de aangrenzende schuur
van de boerderg van den heer J. Trip,
staande aan het Noorderdiep te NieuW
Buinen. De brandweer uit Borger en nieuw-
Buinen was spoedig tér plaatse en wist
door kx-achtig ingrijpen het woonhuis te
behouden. De schuur is geheel uitgebrand.
De schade wordt door verzekering gedekt.
HET ITALIAAN SCHE.
Het 368e Italiaansche weermachtsbericht
luidt als volgt:
In den nacht van Vrgdag op Zaterdag
hebben onze vliegtuigen luchtbases op
Malta gebombardeerd.
In Noord-Afrika valt te land niets te
melden. De luchtmacht heeft herhaalde
malen in den nacht van Vrgdag op. Zater
dag en gisteren de batterijen en militaire
installaties van de versterking Tobroek ge
troffen, waardoor brand en vernieling
werd veroorzaakt. In de omgeving van
Siwa werden gemotoriseerde Britsche
strgdmiddelen gebombardeerd. Vgandelgke
vliegtuigen deden aanvallen op Benghasi
en Derna.
In Oost-Afrika wordt de slag in het
gebied van Galla en Sidamo voortgezet.
In het gebied van Gondar wees het garni
zoen van Wolsjefit opnieuw een uitnoodi-
ging om zich over te geven van de hand
en bracht den vgand na stoutmoedige uit
vallen gevoelige verliezen toe.
De Britsche vlootverliezen in Mei.
A.N.P. meldt f
Over de verliezen van de Britsche ma
rine in Mei wordt van Duitsche zijde me
degedeeld, dat zg het hoogst zgn sedert het
begin van den oorlog. Reeds in April heeft
Engeland in de gevechten om Griekenland
talrgke verliezen aan kruisers en kleinere
eenheden geleden bij het wegvoeren van
het Britsche expeditiecorps uit Grieken
land. Na een jaar zag Engeland zich voor
het eerst bg den strgd bg Kreta weer ge
noopt gebruik te maken van sterke forma
ties van zgn vloot. Doel en taak was de
heerschappg ter zee rondom Kreta te
handhaven tegen sterke agressief lucht
te verijdelen. Het' Duitsche luchtwapen
heeft het bewgs geleverd, dat op de niet
open zee vlootformaties zich niet kunnen
handhaven tegen sterk, agressief lucht
wapen. Van Duitsche zgde wordt betoogd,
dat de luchtslag rondom Kreta in de oor
logsgeschiedenis een gebeurtenis van revo-
lutionnaire beteekenis zal vormen. In den
luchtslag van 20 tot 25 Mei worten door
bommen tot zinken gebracht zeven krui
sers, acht torpedojagers en vgf snelboo-
ten en twee onderzeeërs.
De Engelsche verlieslgst in Mei ziet er,
volgens Duitsche gegevens als volgt uit
Door Duitsche strijdkrachten werden tot
zinken gebracht een slagkruiser, zeven
kruisers, elf torpedojagers, zeven snelboo-
ten, drie hulpkruisers, vier duikbooten en
zes patrouille- en wachtschepen.
De Italianen brachten vijf kruisers,
twee duikbooten en een torpedojager tot
zinken. Bovendien hebben de Duitsche en
Italiaansche luchtstrijdkrachten twee slag
kruisers, twee vliegtuigmoederschepen en
een vrij groot aantal kruisers, toi-pedoja-
gers en lichte vaartuigen beschadigd.
Het rooien van vroege
aardappelen.
Voor aardappelen, niet onder glas
geteeld voorloopig verboden, be
houdens ontheffing.
De Staatscourant van Vrijdag bevat het
rooiverbod vroege aardappelen 1941, vast
gesteld bg besluit van den secretaris
generaal van landbouw en visscherg.
Krachtens (lit besluit is het rooien van
vroege aardappelen en daarmede gelgkge-
stelde aardappelen verboden.
Het verbod geldt niet, indien:
a. het rooien geschiedt op of na een
door de Stichting Nederlandsche groenten-
en fruitcentrale vast te stellen datum of
b. van het verbod ontheffing is verleend
door of vanwege de centrale en de voor
waarden, zoo noodig aan deze ontheffing
te verbinden, zijn nagekomen, of
c. het betreft aardappelen, geteeld on
der glas.
Het besluit is gisteren in werking ge
treden.
DOOR P. MATTHEUS.
27)
„Dat is niet waar! Ik zie aan je gezicht,
dat je iets op het hart hebt. Kom er mee
voor den dag!"
„Ik zou gi-aag verlof willen hebben", zei
hy eindelgk. „Een paar dagen."
Mister Tiggel bleef een seconde lang
met open mond zitten.
„Stop eens even!" brulde hy toen en
sclioot van zijn zitplaats omhoog.
Verschrikt stuurde Gill den wagen naar
den rand van het trottoir en stopte.
Mister Tiggel keek met gevaarlijk fon
kelende oogen op hem neer.
„Verlof?" vroeg hg. „Wou je nu verlof
hebben? Voor twee dagen? Op dit oogen-
blik, nu je de eenige persoon bent, op
wiens hulp ik gerekend heb? Je weet, dat
mgn zuster ontvoerd is. Je weet, dat ik
me ook niet tot de politie kan wenden.
Je weet, dat mister Cole in de handen
van deze bende is gevallen. Je weet, dat
alleen nog. maar de weg overblgft, de
„Zeespin" op te sporen en mijn zuster er
vandaan te halen. En nou wil je verlof
hebben? Nou wil je d'r vandoor gaan?
Nou wil je 'm smeren?. Je
Mister Tiggel kwam tegelgkertgd adem
jen Woorden tekort.
Gill stak bezwerend zyn armen om
hoog.
„Maar mgnheer! Zoo heb ik het toch
niet bedoeld! U beoordeelt me verkeerd.
Ik wil zelfs ook niets anders dan miss
Edna daar vandaan halen. Maar ik wil
het op mijn eentje probeeren. Ik kan uw
meening op een bepaald punt niet deelen."
„Op je eentje probeeren?" hoonlachte
mister Tiggel. „Wat zgn dat voor smoes
jes, Gill? Heb je niets beters kunnen be
denken? Je kunt myn meening niet dee
len? Ja waarom zeg je het dan niet?
Waarom vertel je niet, wat je op het hart
hebt? Hè
„Mijnheer, ik zou u moeten tegenspre
ken", zei Gill zeer ernstig. „Hoe kan ik
dat doen? U bent mister Joranj B. Tig
gel. Ik ben maar uw chauffeur en
Boem!
Mister Tiggel had zich plotseling op zgn
zitplaats laten terugvallen en snakte naar
lucht.
„Je bent een idioot!" snoof hg einde
lgk. „Een driemaal doorgehaalde idioot!
Gill je hebt me bgna geworgd en ik
heb je knockout geslagen! Zoo iets geeft
een zekeren band. We hebben samen tegen
deze schurken gestreden, we zaten schou
der aan schouder, toen ze ons de banden
stukschoten. En nu zou je op je eigen
houtje aan het werk willen gaan? Alleen
omdat je een andere meening bent toe
gedaan dan ik? Wat is dat voor onzin,
Gill! Wat is dat voor een verschrikkelgke
onzin! Vooruit zeg op, wat je te zeg
gen hebt, spreek me maar rustig tegen
en laten we verder samen optrekken. Geef
me je hand!"
Hy pakte de hand van Gill en kneep
die byna af.
„Nou? Vooruit dan
„Het komt me voor", begon Gill nog
steeds voorzichtig, „dat we dien mister
Skinner niet zoo maar gelooven moeten.
Want wat hg daar van zijn auto vertelt,
verplicht hem eigenlijk tot heelemaal
niets."
„Hoezoo? Hoe bedoel je dat?"»
„Nou zou hy niet om zoo te zeggen
zelf zijn eigen wagen gestolen kunnen
hebben? Wie heeft gezien, dat vreemden
er mee zijn weggereden?"
„Niemand, dat komt uit", gaf mister
Tiggel toe. „Maar je vergeet de politie!
Hy heeft bij de poiltle aangifte gedaan."
„Wat heeft dat nu te beteekenen", zei
Gill. „De politie komt en kgkt eens naar
den wagen. Het ding was gestolen en is
weer terug. Klaar, Daar is het geval mee
uit."
„Hm", zei mister Tiggel.
„Voor mister Skinner is de aangifte bg
de politie zelfs heel belangrgk", ging Gill
voort. „Daarmee is hij de verantwoording
kwgt. Niemand kan hem meer verdenken.
De wagen was gestolen officieel ge
stolen! Bggevolg kan hy hem dus niet
gebruikt hebben."
Mister Tiggel begon zachtjes te fluiten.
„U hebt natuurlgk niet aan zgn be
diende gevraagd, hoe laat mister Skinner
.'s nachts thuis is gekomen?" vroeg Gill.
„En ook niet aan den chauffeur, of hg
iets bgzonders aan den wagen heeft op
gemerkt?"
„Natuurlgk niet", zéi mister Tiggel iet
wat bedremmeld. „Ik kan toch onmogelijk
achter den rug van mister Skinner
Hg schudde het hoofd.
„Nou ik kan het wel", zei Gill. „Ik
zou zoowel den bediende als den chauf
feur kunnen uithooren. Ik wilde het doen,
toen ilt u om verlof vroeg, en ik zou het
nog willen doen, als u me er den tgd
toe. geeft. Het is best mogelijk, dat alles,
wat mister Skinner zegt, klopt. Maar ik
wil het precies weten. Ik wil het heel
precies weten."
Mister Tiggel zat een tijdje in gedachten
verdiept. Tenslotte richtte hg zich met
een ruk op.
„Je hebt gelgk", zei hy. „We kunnen
het ons niet veroorloven, iets te verzui
men. Rgd me nu naar Edge water. Ik
VSrël zien, of ik de „Zeespin" daar kan
ontdekken. Jij gaat weer terug en pro
beert je geluk in de Drie-en-veertigste
Straat, We vinden elkaar weer in Flymore
Park. Voor het geval ik de „Zeespin"
vind en niet kan komen, bel ik je wel op.
Is alles duidelgk?"
„Volkomen", zei Gill. „Alles duidelgk!"
Twee seconden later, bevond de gele auto
zich op weg naar Edgewater.
HOOFDSTUK XV.
Mister Tiggel verliet den auto bg het
begin van het oude deel van Edgewater.
Hij keek, hoe Gill den wagen keerde en
de straat waarlangs zg gekomen waren,
weer opreed. Daarop wendde hij zich om
en begaf hij zich op zgn ontdekkingsreis.
Maar reeds na vijftig schreden kwam
hg tot de erkenning, dat hg zgn taak on
derschat had.
Al die nauwe, door hooge schuttingen
omgeven steegjes, die eerst recht naar de
Hudson schenen te loopen, bogen op een
gegeven oogenblik naar links of naar
rechts en liepen dan evenwgdig aan de
rivier.
Die steegjes! Ze waren een hopelooze
warwinkel van heen en weer, op en neer.
En de planken schuttingen zagen er overal
eender uit.
Na tien minuten moest mister Tiggel
bekenen, dat hij zich vergist had. Hij
stond op een kruispunt, waarvan een half
dozijn gelijksoortige, bochtige weggetjes
uitging. En hg had er geen idee van,
in welke richting de rivier lag. Hg wist
niet, welke van de zes steegjes hy kiezen
zou.
In zgn nood bereikte plotseling het ge
luid van schreden zgn oor. Om een van
de hoeken kwam een gestalte te voor-
schgn, die mister Tiggel onder andere om
standigheden zoo ver mogelgk vermeden
zou hebben. Het was een oude, hoogst
zonderling gekleede man met een stoppelig
gezicht en een neus, die op een knol ge
leek en waarvan het intensieve rood
straalde als een seinlamp.
„Hopla!" zei hij met heesche stem, toen
hg mister Tiggel gewaar werd. „Nou,
wat?"
De man bleef staan en staarde mister
Tiggel ongegeneerd aan. Hij legde zich
zelf daarbij geen noemenswaardige beper
king op. Hy begon met de schoenen, ein
digde met den hoed en liet zgn oogen
weer terugdwalen. Een eerlgke verbazing
was op zgn gezicht te lezen.
„Piekfgn", mompelde hij tenslotte en
schudde met het hoofd. „Piekfgn! Ver
duiveld nog an toe!"
„Neemt u me niet kwalgk", zei mister
Tiggel, een weinig verlegen. „Ik zou u
graag wat willen vragen."
„Hé Vragen zei de man.
Mister Tiggel knikte.
„Ja. Ik zoek hier een boot. Juister ge
zegd: een motorkotter. De naam is '„Zee
spin". Grijze romp, roode
„Zeespin", onderbrak de man hem met
een toon van verachting in zgn stem.
„Zeespin" is genoeg. Hou de rest maar
gerust voor je. De werf van Poole!"
Hg hief zgn hand op en wees met zgn
duim over zgn schouder ergens heen
in de omgeving.
„Aha!" zei mister Tiggel verheugd. Hy
zag het doel reeds dicht bg. „Kunt u me
misschien ook nog zeggen, hoe ik bij de
werf van Poole kom?"
De man wees op een van de steegjes,
die van het kruispunt uitgingen.
„Daarlangs", zei hg heesch. „Twee links,
een rechts, dan rechtuit. Je kunt niet
missen."
„O, dank u vriendelgk ik ben u wer-
kelgk heel dankbaar", zei mister Tiggel
beleefd, greep in zgn zak en hield den
man een dollarbiljet voor.
Een reusachtig behaarde hand nam het
papiertje in ontvangst. De bezitter van de
hand zag er verbaasd uit.
„Allemachtig!" zei hy. „Allemachtig
nog an toe! Mooi! Een heele dollar alleen
maar om iemand den weg te wyzen!
Mooi!"
(Wordt vervolgd.)