KORTE PREDICATIÊ Voor de Huisvrouw MJ^SUPEROL Zeeuwsche Kroniek NAPOLEON BIJ DE ZEEUWEN. Peter de Groote's werk in modernen vorm. SCHAKEN Van onze Boekentafel HERSTEL. In oerttijden ziet Genesis een lichten tuin op een jonge aarde. En wanneer de Heere God lustwandelde door Zijn hof, dan liep Adam aan Zijn ééne hand en Eva aan Zijn andere hand, en het was zeer goedeen teeder, harmonisch gezin Toen is de zwarte zonde gekomen, en een demonische slang, toen is het God wantrouwen van den mensch ge komen en de vlucht voor God en de vloek. En als God nu naar de wereld kijkt, dan doet het pijn en geeft ver driet. Waarom kijkt Hij er nog naar, als hei Hem pijn doetGod is koppig in Zijn liefde. Hij wil een groot, gelukkig gezin en Hij zal het hebben. Als in den beginne zal het nooit meer worden. Er 'is te veel gebeurd. Er zijn te veel tranen geweest aan beide kanten. De onschuld, het jonge, het prille is weg. Herstel kan niet meer zijn een tuin. Het zal wor den een stad. Maar als het groote ge zin gevormd is, en de stad Gods klaar, dan zal het misschien nog heerlijker tvezen. Is er schooner te denken voor God en voor menschen, dan dat Hij rond zal gaan om één voor één bij Zijn kinderen de tranen te drogen, zacht zeggendhet is voorbij, voorgoed voorbij Dat Hij zich niet haastte om Zijn gezin te herstellenHaastig werk is slordig werk. God is met oppervlakkig herstel niet tevreden. Lang, diep en hevig zal de zonde uitwerken. En God kiest, voor de verzameling van Zijn gezin, voor de bevolking van Zijn stad, een langen, stillen, maar zekeren weg den weg van het innerlijk overtuigen van telkens één mensch. Dwars door alle rumoer der wereldtijden heen is Gods Geest bezig een eeuwenlang, moeizaam, maat grondig werk te ver richten Menschen van binnen en voor goed, één voor één, te overtuigen dat ze Zijn kinderen zijn. Tot de stad Gods vol is. F. DB BLOEMKOOLBLADEREN ALS GERECHT. Het voorlichtingsbureau van den voe dingsraad deelt mede: Het is bij ons Nederlanders gebruikelijk, dat wij van bloemkool alleen de „bloem" op tafel zien verschijnen. De omhullende groe ne bladeren beschouwen wij ten onrechte als afval. De bladeren van bloemkool z^jn minstens éven smakelijk als die van groene- of boe renkool, bovendien bezitten ze een grooter gehalte aan vitaminen dan in de „bloem" voorkomt ook ufondesi. dt desinfectans Itool cJjenxecn.jetrUuJ, Er is dus alle reden om en het blanke binnenste en het omhullende groen van de boemkool te gebruiken, zooals dit trou- wons in verschillende andere streken de ge woonte is. Hoe is dat nu mogelijk. Als er van de bloemkool veel van het omhulsel bewaard i3 gebleven, wordt dit bestemd als groente voor een tweeden maaltijd. De bladeren worden gesneden en goed fijn gesnipperd, met nerven en al waarna ze met een bodempje kokend wa ter opgezet en op een zacht vuur gaar wor den gemaakt (J/2 uur). Het overtollige vocht wordt gebonden met een weinig mai- izena of aardappelmeel, waarna door de groente een klein stukje boter geroerd en er naar smaak wat zout wordt bijge voegd. Heeft de groenteboer, om op zgn kar ruimte te winnen, reeds een gedeelte van het groen verwijderd, dan is het restje toch nog wel de moeite waard. Het wordt zeer fijn gehakt of gesneden en by wijze van peterselie gemengd met de bloemkoolsaus, die daardoor niet alleen een aardige groene kleur aanneemt, maar ook pittiger van smaak en rijder aan vitaminen wordt. In het bijzonder leenen de bloemkoolbla deren zich ook voor het bereiden van een smakelijke soep. Een gemakkelijk, eenvou dig recept daarvoor is het volgende: Groene bloemkoolsoep (4 personen). De buitenste groene bladeren van een bloemkool, 1 groote aardappel, 50 gr. (1 theekopje) taptemelkpoeder, 40 gr. (4 af gestreken eetlepels) bloem, 1 liter water, 10 gr. 0/2 afgestreken eetlepel) boter, wat zout, wat" peper en nootmuskaat, een paar takjes bieslook of een preitje. Snipper de gewasschen bloemkoolblade ren met de nerven fijn, ^nijd den gewas schen aardappel in kleine blokjes en laat beide met een bodempje water (ongeveer 20 minuten) samen gaar en droog koken. Roer er de droog dooreengemengde bloem en melkpoeder door en verdun dan geleide lijk het mengsel met water. Laat de 3oep nog even doorkoken tot ze gelijkmatig ge bonden is en maak ze op smaak af met zout, nootmuskaat, peper en fijngesneden bieslook of prei, ZUIDZANDE. in. Strijd tusschen -Zuidzande en NIenwvllet om een eigen kerk te krijgen. Zuidzande somde tal van redenen op, waarom zij meer behoefte meende te heb ben aan een nieuw kerkgebouw en een pre dikant dan Nieuwvllet. De Mariaweg, zijn de de eenige korte verbinding met Cad- zand, waar de Zuidzandenaars ter kerk moesten gaan, was lang 1135 roeden of bijna 50 minuten gaans. Voor de bewoners van de buurt De Oostburgsche Brug kwam hier nog een kwartier bij. Dan stontf de Mariaweg in het najaar en des winters op verschillende plaatsen onder water, zoodat de aangrenzende slooten dan niet te on derscheiden zijn. Zoo was niet lang gele den een jonge man te paard, den weg passeerende, in een sloot terecht gekomen en verdronken. Een vrouw, die op den eer sten Zondag van het nieuwe jaar te Cad- zand aan 't Heilig Avondmaal wenschte deel te nemen, reed er ook te paard heen. ,Het dier bleef in den modder steken en de vrouw viel er af. Gelukkig kwam er hulp om haar uit haar moeilijke positie te redden. De bewonèrs van Nieuwvliet, die kerke lijk ook tot Cadzand behooren, hebben door het land een goed voetpad, dat er heen leidt. En 's winters kunnen zij langs den dijk van den polder „Den Knockaart" er zeer „genoeglijk" passeeren. Ook kunnen zij gemakkelijk naar het naburige Groede ter kerk gaan. De afstand is de helft min der, nl. maar 600 roeden, dus ruim 20 minuten gaans. Ook is de weg veel beter dan de Mariaweg. Zuidzande heeft meer recht op een kerk dan Nieuwvliet, daar zij tienden betaalt van ruim 2400 gemeten lands, terwijl Nieuwvllet maar 1003 gemeten groot is, dus meer dan de helft minder. Bovendien zijn zoo goed als alle bewoners van Zuid zande van de Gereformeerde religie of godsdienstalleen 5 gezinnen zijn van een andere gezindte. Verder wordt er een druk kerkbezoek verwacht en een groot aantal communicanten of a.s. nieuwe lidmaten. Toen er onlangs eens gepredikt werd, waren en ongeveer 300 hoorders. Nieuw vliet telt ook veel minder bewoners. Daar bij komt, dat van de 1000 gemeten van Nieuwvliet maar 350 gemeten gebruikt worden door de Gereformeerden. De an dere 650 gemeten zijn van de Mennisten of Doopsgezinden, die verre in de meerder heid zijn en er hun eigen kerk en predi kant hebben. Zuidzande kan later een predikant en een koster onderhouden, Nieuwvliet niet, daar de Gereformeerden aldaar niet kapitaal krachtig genoeg zijn. Verder heeft de ver vallen kapel te Nieuwvliet geen middelen, die van Zuidzande heeft redelijke Inkom sten. In de laatste jaren is Zuidzande door nieuwe bedijkingen belangrijk toegenomen, Nieuwvliet daarentegen heeft aan de zee zijde veel land verloren en heeft kans dit nog te doen. De kerk te Nieuwvliet zou gebouwd worden op het gehucht St. Pieter ('t te genwoordige dorp), waar nooit een kapel of kerk heeft gestaan. De ambachtsheer lijkheid is daar nog geen 70 roeden breed, ingesloten liggende tusschen Cadzand en Groede. Dat de ambachtsheer van Nieuwvllet zoo ijvert voor een kerk in zijn ambacht komt niet, omdat hij zooveel gevoelt voor den Gereformeerden godsdienst, integen deel, want zelf is hij Roomsch, maar als in het dorp van zjjn ambachtsheerlijkheid een kerk staat, dan kan hij bij verkoop van het ambacht meer geld maken, daar een Pro- testantsche ambachtsheer in zoo'n kerk verschillende rechten heeft. Van haar. goed recht overtuigd zijnde, zond Zuidzande ook een afgevaardigde naar de Generale Staten in Den Haag om haar zaak te bepleiten. Terwijl Zuidzande en Nieuwvliet elkaar zoo in de haren zaten, meenden de heeren van St. Baaf zich best te kunnen terug trekken en weigerden de uitbetaling van den eersten termijn voor den toegezegden opbouw van de kerk te Zuidzande. De kerkeraad van Cadzand, voor de rechten van zijn kerkelijke leden te Zuidzande op komende, daagde nu de geestelijke heeren voor de rechtbank van 't College 's Lands Vrije van Sluis, dat het platteland van Westelijk Staatsch-Vlaanderen bestuurde, behalve de heerlijkheden Nieuwvliet en Breskens. De uitspraak was, dat St. Baaf zich niet van zijn toegezegde flnancieele verplichtingen tegenover Zuidzande kon onttrekken. Nu was het wachten op het antwoord van de Staten in Den Haag, bij wie beide partijen hare belangen hadden bepleit. Eindelijk kwam een oplossing, die èn Zuid zande èn Nieuwvliet bevredigde. De Generale Staten stonden bij hun be sluit van 31 Mei 1659 toe, dat er in b e i d e dorpen een nieuw kerkgebouw zou komen. Voor een kerk te Nieuwvliet had vooral de classis Walcheren geijverd, als zijnde een bolwerk tegen de vele Doopsgezinden, die zich meer en meer in Staatsch-Vlaanderen gingen uitbreiden. De kapittelen van St. Baaf te Gent en die van O.L.V. te Doornik werden op hun plicht gewezen om voor belde kerk gebouwen hun volledige medewerking te verleenen, zoo zij in het volle genot wilden blijven van de jaarlijksche tienden. De Staten droegen aan de classis Walcheren op, dat 4 gedeputeerden uit de classis met 2 commissarissen van 't College van 's Lands Vrije zouden overgaan tot het kiezen van een kerkeraad te Zuidzande. ]}oor genoemde personen werden dubbel tallen opgemaakt, waaruit de ouderlingen en de diakenen werden gekozen. Op 24 Juni 1659 werd de opbouw van de kerk aanbesteed. Het werk werd gegund aan Adriaan Adriaans, timmerman te Sluis voor 1040 p. vl. 2 sch. 3 gr. of 6240.37%. Toen de kerkeraad gevormd was, kon overgegaan worden tot het beroepen van ©en predikant. De keuze viel op den pro ponent Daniël Horenbeke. Voor de betrekking van koster, tevens voorzanger en schoolmeester, waren ver scheidene sollicitanten. Destijds kon ieder, die maar wat lezen, schrijven en rekenen kon, solliciteeren. Op 13 October 1659 werd benoemd. Jacob Crom. (Wordt vervolgd). J. B. d. M. GESPREKKEN MET DE BOERENBEVOLKING. In een vroeger artikel beloofden wij, terug te zullen komen op het verdere ver blijf van den Keizer in Zeeand. Op 11 Mei 1810 landde Napoleon in den vroegen morgen op Zuid-Beveland, en wel bij den Zuidkraayert-polder. Twee koetsen stonden daar klaar, de eene met zes, de andere met acht paarden bespan nen, en vergezeld van wel 100 ruiters. Een inwoner van Goes, die bij de ont vangst aanwezig was, beschrijft ons dit verblijf van ongeveer een uur in dAen polder, zijn onderhoud met verschillende Zeeuwen en het eenvoudig ontbijt op een boerderij. Zijn gemalin, Marie Louise, en gevolg waren naar de hofstede van een boer, Hon derd genaamd, gegaan, alwaar voor een ontbijt zou gezorgd worden. Napoleon was ondertusschen den dijk opgeloopen, om van daar uit het Sloe in oogenschouw te nemen, waar de Engelschen in het jaar 1809 beschoten waren. Toen ook hij op de boerderij aankwam, was hij tamelijk verstoord, dat het ont bijt nog niet in orde bleek te zijn, en meteen werden alle maatregelen daartoe genomen: er werd brood gesneden, koffie gezet, eieren gekookt. Bediend werd men door de dochter van den boer. Het gesprek verliep wonderlijk, want de dochter verstond wel iets van betgeen de Keizer tot haar sprak in het Fransch, daar er langen tijd Fransche soldaten in en bjj de boerderij hadden ge legen. Van Marie Louise "verstond het meisje evenwel niets, daar die in het Duitsch het woord tot haar richtte. De vader en een broer, met wie Napoleon later ook eenige woorden trachtte te wis selen, gaven uitsluitend in onvervalscht Zeeuwsch antwoord. De Keizer was zeer geïnteresseerd in het meisje, en vroeg of ze wel een vrijer had. Toen ze dat bevestigend beant woordde, opperde Napoleon het plan, dezen vrijer maar te laten schieten en met hem mee naar Parijs te gaan. Dat plannetje lokte bet meisje wel aan, maar de ouders waren er tegen. De interesse van den Keizer was nog niet geheel bevredigd, en ze moest voorts vertellen, waarom ze dan nog niet ge trouwd was. Zij antwoordde, dat ze nog niet genoeg geld hadden om zich een huwelijk te kunnen permitteeren, en toen ze op een vraag van den vorst antwoord de, dat naar haar meening 300 gulden per jaar voldoende waren, beloofde deze haar een uitkeering van dat bedrag per jaar zoolang ze nog ongehuwd was. Zoo dra ze in den echtelijken staat verkeerde,. Zou dat bedrag verdubbeld worden, op voorwaarde dat dan het eerste kind zou vernoemd worden naar Marie Louise of naar Napoleon. Aan het slot van het ontbijt gaf Napo leon den boer, die intusschen ook op het matje moest komen, een flink stuk taart. Deze beet er in en bood de rest van het stuk aan een gemeenteraadslid van Goes om er ook van te proeven. Napoleon was verrukt van dit primitieve gebaar en riep zelfs uit: „Voilé. ITiomme comme il doit être!" Toen de boer het stuk ver orberd bad en weer in staat was antwoord te geven, stelde Napoleon hem allerlei vragen omtrent den stand van zaken op de hofstede. Toen hem bleek, dat die goed rendeerde, wilde hij hem wel koopen, maar de boer dacht er niet aan, en gaf dat duidelijk te verstaan: „Ik bin er op ebo- ren, ik wil er op sturven". De keizer vroeg hem toen, of hij wel wist wien hij voor zich had. Boer Hon derd antwoordde prompt: ,Jk docht wel, dat ji et wer, omdat ik zag, dat ieder jou en Jl tegen niemand je complement meekte; ook zou ik je wel 'ekonnen e'n, omdat je in min huus hangt met je wuuf er bi". De aldus aangesprokene werd nieuwsgierig en wenschte de beelte nissen te aanschouwen. Zoodra bespeurde hij echter, dat het „wuuf" niet Marie Louise, maar Joséfine was, of hij draaide zich meteen weer om. De boer had het gelukkig niet heelemaal bij hem verbruid, want als gunst werd hem toegestaan, dat het op zijn hof opgeslagen kruit verwij derd werd. De audiëntie was nog niet ten einde. De vrouw van den boer en zijn oudste zoon moesten nog te voorschijn komen. Deze laatste antwoordde op de vraag van den vorst, waarom hij niet getrouwd was: „Omdat ik er geen zin in èe". Hierna werd dan een einde gemaakt aan 't bezoek. Na poleon besteeg zijn ros, en reed, begeleid door drie generaals en eenige ingezetenen van het eiland, naar de batterijen aan de Westerschelde en naar fort Bath. Het tempo waarin hij er vandoor stoof was dermate groot, dat de laatste begeleider het maar bij Hoedekenskerke opgaf. Na dat hij gezien had wat hij wilde en de noodige instructies gegeven had, vertrok hij naar Antwerpen, en verliet daarmede Zeeland. Hoewel het niet zeker is, dat de vol gende anecdote historisch zou zijn, is het toch wel aardig den lezers te vertellen, dat bij een andere gelegenheid in een dorp ook op Zuid-Beveland Napoleon ont vangen werd door een boeren-maire, die zich wat link gedroeg. De keizer ergerde zich dermate over het onhandige optre den van dezen burgemeester, dat hij hem toesnauwde: „Vous êtes fou!" De maire, die geen Fransch verstond, vroeg de ver taling hiervan, en complimenteerde hierop Zijne Majesteit, dat deze reeds zoo goed bekend bleek met de Zeeuwsche gewoon ten. „Er is immers in Zeeland een spreek- wyze, dat luidt: „In Zeeland zendt men wyzen tot wijzen, gekken tot gekken en mij tot den Keizer". Mr. J. M. FUCHS. De Timirjazewska-Iandbouwacademie. (Van onzen correspondent). Reeds Tsaar Peter de Groote had ingezien, dat rationeele landbouw op groote schaal niet een practische, maar ook theoretische landbouwkennis veronderstelde. Het duurde echter toch nog tot 1850, alvorens de toenmalige tsaristische regeering besloot over te gaan tot de stichting van de eerste Russische landbouw academie. Voor dit doel werd door den staat een groot grondbezit bjj Moskou aangekocht, waar l>et nieuwe agrarische instituut in 1865 in gebruik werd genomen. Het 75-jarige bestaan van deze hoogeschool, die door de Sowjets werd herdoopt in de „Timirjazewska landbouw-aeade- mie", geeft aanleiding tot een verge lijking tusschen den Russischen land bouw van vroeger en nu. Vóór de opheffing van de lijfeigenschap in Rusland bezat de Russische adel onge veer een derde van alle bebouwbare gron den, terwijl twee derden daarvan den staat, den steden en landbouwondernemingen toe behoorde. Van de gronden, die het eigen dom van den adel waren, bezaten de boe ren iets meer dan 35 millioen desjatie- nen. Het peil, waarop de landbouw stond, was in hooge mate primitief in het bijzonder bij de kleine bóeren, ook als zij zelfstandig waren. Weliswaar trachtten enkele groot grondbezitters moderne landbouwmethoden toe te passen, maar het meerendeel der landeigenaren bewerkte de aarde op nage noeg eendere wijze als de lijfeigenen onder de boeren dat deden. Na de afschaffing der lijfeigenschap in Rusland waren de adellijke grondbezitters wel gedwongen zich in meerdere mate zélf voor den land bouw te interesseeren. Ook de inmiddels vrij. geworden boeren deden dat. Toch kon er voorloopig nog geen sprake zijn. van een waarlijk loonenden landbouw. Hongersnood bleef een tamelijk gewoon verschijnsel, zelfs in de districten, waar de zwarte aar de het vruchtbaarst was. Eerst toen dc revolutie van het Russi sche proletariaat het pleit had beslecht, poogden de nieuwe machthebbers op hun wijze de moederaarde, die zoo lange tijden in gebreke was gebleven winstgevender te maken. Op krachtige wijze wilden zij de landbouwproductie bevorderen. De indivi- dueele landbouw werd volkomen terzijde geschoven en de kleine en groote boeren werden gedwongen hun bedrijven aaneen te sluiten tot collectieve of coöperatieve landbouwbedrijven de kolchozen. Onder den indruk van den vooruitgang der mo derne techniek werd het gebruik van trac tors en nieuwe landbouwmachines en -werktuigen verplichtend gesteld voor de kolchozboeren. Tezelfdertijd gold «het als een eisch, dat de landbouwers wetenschap pelijk geschoold moesten worden, waartoe men later sowchozen stichtte, de staats- landbouwbedrtjven. Groote aandacht werd besteed aan uit breiding van de eerste Russische landbouw- hoogeschool bjj Moskou. Dit instituut had een tamelijk bewogen verleden achter zich. Na de oprichting van deze academie in 1865 stond men aanvankelijk in Rusland nogal onverschillig tegenover de nieuwe in stelling. In landbouw- en openbare kringen bereidde men den eersten gediplomeerden landbouwkundigen een tamelijk koelen ont vangst. De regeering volgde met wantrou wen de ontwikkeling van dit onderwijs. Zij had daarvoor ook wel reden. In de jaren 1860 en 1870 waren bloedige opstanden onder de boeren uitgebroken en de leer lingen van het agrarische instituut by Moskou hadden daaraan actief deelgeno men. Sindsdien nam het wantrouwen in regeeringskringen nog toe. In het jaar 1892 werd de instelling gesloten en twee jaar later vervangen door een instituut voor Agricultuur in de Russische hoofd stad, dat onder streng politietoezicht Stond. Na de bolsjewistische omwenteling werd een meer wetenschappelijk landbouwonder zoek nieuw leven ingeblazen en het oude Agrarische Instituut beleefde een tijdperk van opbloei. Het veranderde van naam en werd voortaan genoemd de „Timirjazewska landbouw-academie", naar een der kundig- ste vroegere leeraren, K. A. Timirjazew. Niet lang geleden is het 75-jarig bestaan van deze landbouwhoogeschool in de Sow- jetpers herdacht, waarbij betoogd werd, dat deze vernieuwde instelling een enorme rol heeft gespeeld in de ontwikkeling van den Russischen landbouw. Gelijk te doen ge bruikelijk is, maakte men een vergelijking, waarbij men constateerde, dat in den loop van 52 jaar (18651917) het agrarische in stituut in zijn ouden vorm in totaal 3103 agronomen had opgeleid, terwgl de Timir jazewska landbouw-academie na de revo lutie tot dusver 7500 landbouwkundigen heeft opgeleid. Wat de verdiensten van deze hooge school betreft, zoo kan er in de eerste plaats op worden gewezen, dat zij meer in het bgzonder het collectiviseeringsproces onder de boeren heeft voorbereid. Dit ge schiedde in opdracht van de party en de regeering. zy heeft voorts nieuwe land bouwmethoden ingevoerd, een einde ge maakt aan de verwaarloozing van het boschbezit, verbeteringswerken ter hand genomen en invasies van schadelijk ge dierte bestreden. Meer dan 15.000 kolchoz boeren hebben er de curcussen bijgewoond en in de laboratoria de experimenten ge volgd. Vermaarde landbouwspecialisten in Europa behoorden en behooren deels nog tot den staf van docenten. Door toedoen van deze landbouwhoogeschool werden in de verschillende Russische districten onge veer 90 landbouw-instltuten geopend voor hooger en lager onderwgs. In latere jaren heeft de Timirjazewska- landbouwacademie aan de spits gestaan bij de bemoeiingen, om de Russische oogst- campagnes te vermeerderen, en al evenzeer heeft zij geyverd voor doelmatige bebou wingsmethoden in de Noord-Russische ge bieden en verbetering van de Timirjazcw- ska-academle by de bevordering van den Russischen landbouw wordt dan ook in waardeerenden zin herinnerd in tal van ar tikelen in de Sowjetpers. Een desjatien is 1.0925 H.A. REDACTEUR: J. M. MULLUS. Naar aanleiding van het vorige week gepubliceerde eindspel uit de party Mullié- Strooband ontvingen wg een zeer uitvoe rige analyse. We danken inzender ten zeerste voor zijn opmerkingen en hopen hier volgende week op terug te komen. Van een Vlissingsche schaker ontvingen wij eveneens een bydrage voor deze ru briek. Ook hierop komen wg nader terug. We willen van de gelegenheid gebruik maken, nogmaals bg onze lezers er op aan te dringen, interessante bgdragen, liefst uit eigen kring, voor deze rubriek in te zenden. De wedstrijd Noord-BrabantZeeland. De onderhandelingen zyn nog loopende. Vermoedelgk zullen er 20 spelers onzer zijds noodig zgn. Goes en Vlissingen gaven reeds him deelnemers op. Welke Middel burgers gaan mee? De wedstrgd zal op een Zondag gespeeld worden te Breda of Roosendaal. De reiskosten worden gedeel- teiyk door den Zeeuwschen Schaakbond vergoed. Aanmelden bg den secretaris van den Z.S.B. Uit een oud tournooi-boek. Onderstaande party is uit het beroemde tournooi te Hastings, in het jaar 1895. De toen 22-jarige Amerikaansche schaker Pillsbury won den eersten prgs en oogstte er die grootste triomf van zgn leven. Stei- nitz was toen reeds over zijn hoogtepunt heen, maar dat neemt niet weg, dat hij nog tot fraaie prestaties in staat was. Men spele de party maar eens na. Party gespeeld in het meestertournool te Hastings, 1895. WitW. Steinitz. ZwartC. v. Bardeleben Giuoco piano. 1. e2e4 e7e5 2.Pgl—f3 PbS—c6 3. Lflc4 Lf8—c5 4. c2—c3 Pg8—f6 5. d2d4 e5Xd4 6. c3Xd4 Lc5—b4-f 7. Pblc3 d7—dó na 7Pe4: volgt 8. 00 Lc3: 9 d5! de zgn. Möller-aanval. De nu ontstane stelling is buitengewoon ingewikkeld en het aantal analyses is legio. Volgens het Hastings-tournooiboek was Steinitz van plan na 7Pe4: 8 00 Lc3: 9 bc3: te spelen, maar na 9 d5 10. La3 dc4: 11. Tel Le6! 12. Te4: Dd5 had hy in het nadeel gekomen (Steinitz Lasker 1896). De party ging als volgt verder 8. e4Xd5 Pf6Xd5 9. 0—0 Lc8—e6 10. Lel—g5 Lb4—e7 11. Lc4Xd5 Le6Xd5 12. Pc3Xd5 Dd8 Xd5 13. Lg5Xe7 Pc6 X e7 14.Tfl—el! f7—f6 15. Ddlo2 Dd5d7 16. Talcl c7c6 hier had zwart 16... Kf7 moeten spelen. 17. d4d5 c6Xd5 18. Pf3—d4 Ke8—f7 19. Pd4e6 Th8c8 20. De2—g4 g7—g6 21. Pe6g5-f-Kf7e8 22. Tel)<e7-}-!! begin van een prachtige combinatie. Zie diagram. Stelling na 22 Tel X 674-". 22Ke8—f8 Op 22 Ke7: volgt 23. Tel-f Kd6 24. Db4+ Kc7 25. Pe6-j- Kb8 26. Df4+ én wint. 23. Te7—f7-h Kf8—g8 24. Tf7—g7-f Kg8h8 25. Tg7Xh7+ en zwart gaf op, want in dien nu 25 Kg8 volgt mat in 10 zet ten, "i wel 25Kg8 26. Tg7 -f- Kh8 27. Dh4-K Kg7: 28. Dh7+ Kf8 29. Dh8+ Ke7 30. Kg7+ Ke8 31. Dg8+ Ke7 32. Df7-f- Kd8 83. Df8+ De8 34. Pf7+ Kd7 35. Dd6 mat. De Ryn als voorwater. Bg Born's Uitgeversbedrijf N.V. te As sen is de tweede druk verschenen van bo vengenoemd werkje van G. C. van Kooy, een oud-Rgnschipper en oud-leeraar van de Binnenvaartschool te Rotterdam. Het boekje geeft een uitvoerige beschrij ving van de wgze waarop bg middelbaren waterstand en by lagen waterstand geva ren moet worden op het Duitsche gedeel te van den Rgn, terwijl voorts de eenigszins gewyzigde vlaggeseinen in het gebergte zgn opgenomen. Voor Rynschippers is dit boekje 'n goede „loods" aan boord terwgl leerlingen van binnenvaartscholen die een Ryn-patent wil len behalen, hieruit veel kunnen leeren. Oplossing Kruiswoordraadsel van Zaterdag 31 Mei. MA L V ORl E TOME O M A ABT NT NIP EZ R MA I T A D A T O S S 1 R|T R E H|T O MIS PIET A L T ROSE IJS E L S R 1 O G PAR ISO STA T |0 IJ KI F I 1 A F E 0 I L AST A| E T 1 N Nl ETC T E I U R R 1 N U SAS Al U T E L|T A A A A O N N E LILA I WED A I D I MM A I E E I E RIOT OLE LIAR 00 s S I B L 1 MA A GALA RS |N AST! S I R A KAT NISI BAN ANA ANA RAS I AT L T I A I A S PAS A S E R I N I LI AAM STA TEN E RN R I A

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1941 | | pagina 11