Mul i Ci 2 Knippatronen DE HOEDEN Het SPORTIEVE ELEMENT treedt op den voorgrond haar stad In tijden als die, ■waarin wij thans leven, stelt men andere eisehen aan de mode, dan wanneer het eco nomische leven op een hoogtepunt gekomen is. Het is dan ook zeer begrijpelijk, dat sportieve kleeding een groote plaats in het modebeeld inneemt en een eisch des tijds is geworden. Spor tief is sedert lan gen tyd een aan duiding voor klee ding, die met sport als zoodanig niets te maken heeft, doch meer het stempel op een bepaald gen re modellen drukt. In de eerste plaats is het de eenvoud vüj lijn, die op valt, terwijl gar neeringen, die de aandacht al te sterk op zich ves tigen, als goud- borduursel, -tres, kralen, pailletten e.d. vermeden worden. In de plaats hier van treden o.m. biezen, stiksels, nervures, plooien, passen, knoopen, in één woord al datgene wat men toepast met de bedoeling een al te eentonige lijn te onderbreken en een effect te krij gen, dat ondanks teijn soberheid toch elegant aan doet. Sportieve klee ding leent zich thans voor ieder deel van den dag en het zyn vooral de vele werkende vrouwen, in- of buitenshuis, die practische bruik baarheid op den voorgrond stellen, zonder dat het a esthetische element evenwel mag ontbre ken. Sportiviteit is dus geenszins synoniem met uniformiteit, want steeds-weer valt op, dat de fantasie een stem in het kapittel heeft, die niet te onderschatten valt, het geen vooral waar te hemen is aan model len, waarbij weefsels van verschillende kleuren zijn gecombineerd. Sportieve mo dellen over de geheele linie zullen in de komende maanden het stadsbeeld beheer- schen. Zoowel mantels als ensembles, die nog steeds de gunsteling der mode blijven, omdat ze zooveel mogelijkheden bieden, dragen een sportief karakter, deux-pièces handhaven zich niet alleen, doch gaan zelfs een groote toekomst tegemoet, evenals de robe chemisier. Effen weefsels worden in twee en soms meer kleuren tot één geheel verwerkt, ter wijl ook ruiten en strepen geen plan heb ben zich te laten verdringen, nu zij reeds verschillende seizoenen vasten voet hebben veriaregen. Aan mantels en fantasiecostu- mes past men veel plooien toe, soms ten deele gestikt, dan weer binnenwaartsche geperste en stolpplooien, terwijl op korte mantels de ceintuur weer een rol speelt. Zakken blijken zich onmisbaar te voelen, bijna op ieder kleedingstuk kan men ze waarnemen. Groot en klein, plat of in bui- delvorm, ingezet en opgestikt. Vierkant, rond, hartvormig en ovaal, verscheidenheid te over dus. Ook het meerendeel der lange mantels draagt een uitgesproken sportief karakter en maakt desondanks een gekleeden in druk. De aansluitende modellen hebben een min of meer klokkende onderwijdte, ter wijl op zonnige voorjaars dagen een wan deljapon den mantel kan vervangen. Bij gaand model leent zich hiervoor uitste kend en is gemaakt van genopte stof, ter wijl overslagjes in halven maanvorm ge knipt aan voorpand en voorbaan zijn aan gebracht. Een eenvoudig gegeven, dat evenwel een aparte noot aan het geheel verleent. Om practische redenen zal de regenman tel in komende maanden op den voorgrond treden, temeer, daar hij over het mantel- costume gedragen en bij twijfelachtig weer gemakkelijk meegedragen kan worden. Naarmate men verder in het voorjaar komt, zullen de geïmpregneerde zijden mantels, die zoowel van bedrukte als kleurige zijde gemaakt zijn, een fleurige noot brengen, evenals de met gummi gevoerde katoenen en linnen weefsels. De „Trench-Coat" met of zonder afknoopbare capuchon kan het geheele jaar door gedragen worden, terwijl het stevige materiaal het mogelijk maakt om voorjaarsregens en -storm te trotsee- ren. (G. C. M.—S.) (Nadruk verboden). BABY leert LUUPEN De eerste schreden, die een kindje doet, bereiden vader en moeder steeds veel vreugde. Verschillende pogingen worden in den beginne aangewend, die herhaalde lijk mislukken, totdat de beentjes op een gegeven oogenblik krachtig genoeg blijken, om enkele passen te doen. Eerst zijn zij nog wat onzeker, doch 't kleintje is vol begrijpelijke trots en ziet triomfantelijk om zich heen! Het zullen slechts enkele stap jes zijn, die hij doet, want weldra verliest hij zijn evenwicht en tuimelt op den grond, indien hij niet bijtijds in de beschermende armen van de trotsGhe omstanders aan landt. Van dag tot dag zal het echter be ter gaan en langzamerhand worden de stappen, die „kleintje" doet, al vaster. Toch zal hij nog gauw moe worden, want het loopen vereischt nog veel inspanning van het jonge lichaampje. Als alles zich op normale wijze ontwik kelt, doen zich geen bijzondere bezwaren voor, doch vooral jonge ouders kunnen hun ongeduld vaak niet bedwingen en trachten him kindje te „leeren" loopen. Men neemt het onder de armpjes en tracht het aan te moedigen de voetjes te verzetten en legt hiermede in menig geval de grond voor been verkrommingen. Loopen leert ieder normaal kind uit zich zelf. Het begint hier- meéf zoodra het zich krachtig genoeg voelt. Iedere hulp van anderen is niet alleen overbodig, doch kan ook zeer ten nadeele van de kleine zijn. Men late het kind aan zich zelf over en late het kruipen zoo veel hij wil. Indien het kind een speelbroekje over de kleertjes aan heeft, dan behoeft moeder niet bang te zijn, dat deze te vuil worden, iets wat trouwens van onderge schikt belang is, want de gezonde lichaams beweging van het kruipen, brengt de spie ren in beweging en gaat boven alles. De box, waarin de kleintjes zich optrek ken en waarlangs zij meestal de eerste schreden doen is het eenige middel, dat hun meer durf mag geven. Verschillende voet- bezwaren. die zich op lateren leeftijd open baren, ontstaan reeds in de eerste jeugd. Bijzonder voorzichtig moet men ten aan zien van het loopen zijn met rachitis-kin- dertjes, wier beenderstelselzeer spoedig plat- of spreidvoeten geeft. Verkeerd is het jOm de voeten steun te geven door kinde- •ren hooge laarzen te laten dragen, die eng om het been sluiten. Een schoen moet breed zijn, zoodat spieren en knokken zich kunnen bewegen en door de natuurlijke beweging ook sterker kunnen worden. Het loopen op de bloote voetjes gedurende eeni- gen tijd natuurlijk op het kleed in een warme kamer ontwikkelt de spieren even eens. Grootere kinderen zullen-dagelijks voet- gymnastiek doen, die zeer eenvoudig toe te passen is. Een rolletje papier laat men met dé voetzool heen en weer bewegen of men laat hen met de teenen een stukje gummi spons opnemen, terwijl cirkelvormige .voet bewegingen de enkels sterker zullen ma ken. Mochten zich .ondanks alle voorzorgen toch voetbezwaren voordoen, dan is het wenschelijk niet te lang te wachten, d«ch een orthopaedisch arts te raadplegen. (Nadruk verboden). AFKLEEDENDE MODELLEN. Succespatroon A 650. Prijs 40 cent. Japon van effen zyde met hoog opgestikt voorbaantje en ruime blousedeelen aan de voorrijde. Flatteuse halsafwerking met ru che. Lange, aansluitende mouwen. Patronen in de maten 444648. Succespatroon A 651. Prijs 40 cent. Gekleede middagjapon van effen of ge bloemde kunstzijde met naar de taille pun tig toeloopend vest. Ook van een aardig gebloemd katoentje kleedt dit model aardig b.v. met piqué vest. De rug bestaat uit twee lange banen en de voorzijde uit drie deelen. Aansluitende, lange mouwen, die naar verkiezing ook verkort kunnen worden, bv. tot boven den elleboog. Patronen in de maten 4446 en 48. Succespatroon A 652. Prijs 40 cent. Japon in het zoo populaire overhemdmo- del bestaande uit bovendeel, dat gegarneerd is met groepjes smalle plooitjes aan voor panden Opgestikte schouderstukken en te gen den hals opstaand, scherp gepunt kraag je. Rok bestaande uit gladde achterbaan met figuurnaden en voorbaan met gedeel telijk opgestikte binnenwaartsche plooi. Patronen in de maten 46—42 en 44. A 650 A 651 A 652 KNIPPATRONEN VAN DEZE MODELLEN zUn verkrijgbaar tegen den aangegever orijs bij Hei Practtsch Modeblad", Post ius 36 Den Haag. Betaling steeds vooruit per giro (post ekenine 203703) per postwissel of in post zegels mits *eze een waarde nebben vai 1%. 3 ol 7% ct. Voor de practische huisvrouw Een zeilmop van katoenrestjes. Het opwrijven van, zeilen en zelfs van parketvloeren kan uitstekend geschieden met behulp van een mop, die gemaakt wordt van allerlei resten breikatoen, wit of gekleurd. Het werk wordt uitgevoerd in lussen en vasten. Men knipt een stuk ste vig karton van 10 cM. lang en 30 cM. breed, (links boven) waarover men de lus sen werkt. Men begint met een toer los sen te haken, waarop vasten gewerkt wor den, nadat men lussen heeft gemaakt, die over het plankje worden gewonden en dus gelijkmatig van grootte worden. Heeft men de vereischte lengte, dan wordt den om trek omgehaakt met lossen en vasten (links onderaan), waardoor een band gehaald wordt. Het overtrek kan b.v. gebruikt worden over een ouden luiwagen (rechts) en be wijst uitstekende diensten by het huishou delijk werk. Vrouwen verdedigen Een Amazonestaat In China. De troepen van den mikado stonden in het voorjaar van 1938 op drie honderd KM. tenNoordoosten van de stad Nanking en marcheerden in de richting van Kwai-tong, een typisch Chineesehe nederzetting met 3987 inwoners, die omgeven is door hooge dikke muren. Voorzichtig naderden zy de stad, en omsingelden den wal van Kwai- tong. Maar, wat beteekent dat? Tik-tik-tik klinkt hun -tegemoet uit tal van machinege weren. In razenden stormloop rennen de Japanners op deze vuurspuwende muren af klimmen er overheen en dringen de stad binnen. Verbluft laten de soldaten hun geweren zakken: voor hen staan en vech tenvrouwen! Jonge en oudere vrou wen zien zy voor zich met fanatiek glinste- toonen zich ook thans weer min of meer grillig, in tegenstelling met hetgeen Me vrouw Mode ons zoowel in de hoofdzaken als in details biedt. Toch zijn er nog steeds een reeks zeer gematigde modellen, zoodat iedere vrouw datgene kan kiezen, dat bij haar persoon en leeftijd past. De hoeden worden nu eens ver in het gelaat gedragen en laten ook veelal het voorhoofd geheel vrij. geven soms zelfs een deel van het haar te zien. Inderdaad geeft de mode hierdoor twee uitersten te zien Voor het begin van het voorjaar geven de hoeden nog slechts sporadisch bloemen en voiles te zien, doch naarmate we verder komen, zullen deze garneeringen meer op dui voorgrond treden. Onze schets geeft een viertal voorjaars hoeden te zien, waarvan links een moder ne matrozenmuts van fijn zwart stroo, ter wijl no. 2 een combinatie van ribszijde is met stroogalon, dat langs den opstaanden rand is bevestigd. Rechte veer door den bol gestoken. Een interessant model vormt de derde hoed met opgestoken rand, die min of meer streng aandoet. Hij is aan de voorzijde op geslagen en laat evenals de beide buitenste modellen, het voorhoofd geheel vrij. Apart is het z.g. bonnet-model met bree- den luifel, die naar de zijkanten smaller is. Inderdaad brengt de mode vele nieuwe ont werpen, waarvan een deel zich slechts leent voor jeugdige gezichtjes. Bij de keuze van hoeden geldt het steeds, dat men rekening dient te houden met het type en met den leeftijd. Hoeden maken een belangrijk onderdeel der kleeding uit en dienen met overleg gekozen te worden. rende oogen en verwrongen gelaatstrekken, vol haat en vertwijfeling. Vrouwen, met machinegeweren gewapend en pistolen in de hand, verdedigen haar stad. Geen enkele man treedt de Japansche soldaten tegemoet, maar een troep van by- na vier duizend vrouwelijke soldaten ver dedigt een groote stad. dë stad der uitge wezen meisjes. De Japanners, van hun ver rassing bekomen, herstelden zich evenwel spoedig, dreven de zich heftig verdedigen de vrouwen bijeen en namen ze gevangen. Slechts weinige verdedigsters van Kwai- tong moesten haar dapperheid met het le ven bekobpen; Kwai-tong evenwel, haar stad, de eenige vrouwenstad der wereld, ging in vlammen op. De stad zonder mannen. Eerst vele uren later vernam de Japan sche commandant bij het verhoor der" ge vangenen, dat men niet met een vrouwen bataljon van Tsjang-Kai-Sjek te doen had gehad, doch met een Amazonenstad, die onder militair bevel stond van haar „bur gemeester", een redactrice van een dag blad van Kwai-tong. Deze vrouw, die wei gerde de wapens neer te leggen, joeg zich ee,n kogel door het hoofd, toen de Japan ners haar gevangen wilden nemen. Kwai- tong werd slechts door vrouwen en meisjes bewoond en nog wel door vondelingen. Tot op heden toch heerscht de afschuwelijke gewoonte in China, een deel der pasgebo ren meisjes op het land te vondeling te leg gen. De ouders wenschen mannelijke nako melingen; dochters zijn niet in tel en daar om beschouwt men het als een doodgewone zaak, zich. van haar te ontdoen. Omstreeks het einde van de vorige eeuw trachtten zendelingen, dezen door de regeering stil zwijgend toegelaten moörd op pasgebore nen tegèn te gaan. Deze pogingen misluk ten evenwel door den tegenstand der har- telooze ouders, zoodat de zendelingen zich moesten bepalen tot het opnemen der arme wezentjes in hun tehuizen. De liefde in het spel. Ongeveer tien jaar vóór den wereldoor log leefden in Kwai-tong zes honderd jon ge meisjes, die tevreden haar dagtaak ver vulden en gelukig waren, dat zij een menschwaardig bestaan en een tehuis ge vonden hadden. Maar er gebeurde, wat nu eenmaal niet kon uitblijven. Vele boe ren uit den omtrek raakten verliefd op de meisjes en verlieten hun vrouwen. Deze laatsten, jaloersch als zij waren, lieten het er niet bij zitten en verjoegen dé" meisjes kolonie, waardoor amazonegevechten ont brandden en nu eens de eene, dan weer de andere partij zegevierde of het onderspit moest delven. Zoo ging het niet langer, er ontstond een onhoudbare toestand en de zendelingen besloten om het grondbezit rondom Kwai-tong op te koopen en ter be schikking te stellen van de meisjeskolonie. Zij eischten evenwel, dat de boeren het dorp zouden verlaten en in een andere landstreek zouden gaan wonen, hetgeen dan ook geschiedde. De boeren trokken af. Het experiment gelukte. De meisjes be wezen uitstekende landarbei.dsters te zijn en reeds na betrekkelijk kórten tijd kon den zij, begunstigd door goede oogsten, niet alleen huizen laten bouwen, doch ook win kels vestigen. Langzamerhand ontstond een kleine Amazonestaat. Een tevreden vrouwenkolonie. In het jaar 1935 bezat de vrouwenstad een «eigen dagblad, dat door zes redactrices geredigeerd werd; verder een bioscoop met 300 plaatsen, een sportterrein, waarop door drie verschillende vereenigingen gespeeld werd. voorts enkele restaurants en tearooms en ten slotte een veiligheidsdienst, waar van honderd vrouwen deel uitmaakten. De ze groep was uitgerust met drie machine geweren en de noodige andere wapens, het geen noodig was om de stad te beschermen tegen de herhaaldelijk voorkomende over vallen van rooversbenden, welke hoopten in deze rijke nederzetting hun slag te kun nen slaan. De stad Kwai-tong werd ten slotte omringd door hooge. dikke muren, waarop afweergeschut geplaatst werd om zoo noodig het vuur op de bandieten te openen. Drie maal hebben deze vrouwen haar aanvallers weten te verjagen en na dien heeft de vrouwen-republiek rust ge kregen. De Japanners hebben Kwai-tong. den eenigen grooten Amazonenstaat ter wereld, weer opgebouwd; doch vele vrouwen en meisjes hebben de stad verlaten. Men hoopt evenwel, dat zij wanneer de oor-log ten einde is. weer naar Kwai-tong zullen terug- keeren om met vereende kracht de plaats, die haar lief was, tot nieuw leven te wek ken en tot nieuwen bloei te brengen. PIQUé-GARNEERINGEN VOOR VOORJAARSJAPONNEN. Een ander garnituur doet onze donkere japonnen, die we wellicht reeds gedurende de lange wintermaahden hebben gedragen, volkomen van aspect veranderen. Op onze schets geven we een drietal vlotte halsaf werkingen, die van fijn piqué gemaakt en zeer flatteus zijn. A. geeft een kraagje te zien, met a jour randen in het midden en garneering van kleine glazen knoopjes. Men zoomt de bei de te verbinden stofdeelen uiterst smal om, rijgt ze daarna op een afstand wan a 1 cM. van elkander verwijderd op stevig pa pier, waarna men ze met. flanelsteekjes verbindt. Zie werk proef 1. C. Kraagje B is uiterst eenvoudig van uit voering en heeft stiksels langs den omtrek, terwijl de sluiting evenals van het voor gaande aan^de rugzijde is en met een knoop en lusje plaats vindt. i 1 Gekleeder is het model onder C aange geven, dat langs den omtrek behalve een a jour randje ook nog een zig-zag of punt- galon te zien geeft. Een smal biesje van piqué wordt als afwerking aangewend en evenals de smalle zoom van het garnituur dicht langs den kant opgestikt en met fla nelsteken verbonden. Het galon wordt met kleine steekjes aan den bies verbonden (zie werkproef 2). N

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1941 | | pagina 12