Provinciale Zeeuwsche Courant Middelburgsche, Vlissingsche, Goesche en Breskensche Courant De distributie van schoeisel uitgebreid. Engelsche luchtaanvallen. waarin opgenomen de 184ste JAARGANG NUMMER 107 DINSDAG 6 MEI 1941 Uitgave der Firma's F. van de Velde Jr en G W den Boer ABONNEMENTSPRIJS: 19 cent j. «aak of I 2.42 per kwarlea franco par oost t 2-63 per kwartaal. Afzonderlijke nummers ,5 cent. ADVERTENTIEPRIJS: Van 1-5 regels i1.65. iedere regel meer 33 cent Bij abonnernem speciale prijs» Kleine advertenties van 1—5 regels 0.55, iedere regel meer 11 ct. (ma*. 8 regels). POSTREKENING 359300 (MIDDELBURG) Dit nummer bestaat uit twee bladen. Het journalistenbesluit, de journalist en de lezer. Nieuwe verhoudingen en nieuwe verantwoordelijkheid. Met de afkondiging van het journalisten- besluit is een mijlpaal van beteekenis be reikt. Van beteekenis niét slechts, voor zoo ver daarin de positie van den journalist een' nauwkeurige omschrijving heeft gevonden, niet. slechts doordat het joumalistenberoep en de naam journalist thans hun wettelijke bescherming hebben gekregen, maar omdat en dat is zeker niet het minst belangrijke de juiste afbakening is verkregen van de verhouding, welke tot de meest essentieele Jn onze samenleving kan worden gerekend, de verhouding namelijk van publiek en pers. Uit den aard der zaak biedt het jj. Zater dag afgekondigde besluit tal van aspecten, maar voor het oogenblik willen wij ons be palen tot de hierboven genoemde relatie. Het journalistenbesluit komt als zooda nig niet onverwacht. De loop der gebeurte nissen heeft de totstandkoming erVan be spoedigd, doch geenszins mogen vergeten worden de pogingen, die ook voor den tien den Mei met wisselend succes zijn onder nomen, om voor den journalist de positie in ons volksleven te veroveren, waarop hij krachtens zijn opdracht en zijn roeping aan spraak mocht maken. Dat deze pogingen niet tot een uiteindelijk bevredigend resul taat hebben geleid, was voor een niet gering deel de schuld vande journalisten zelf Want zeker mag getuigd worden, dat vele journalisten zich voor het wezen van hun opdracht en taak geen zuiver beeld ver mochten te vormen. Z|j wisten voor de ver houding publiek en pers geen bevredigende omschrijving'te vinden en voor zoover zij deze wel vonden, omvatte zij nog maar de verhouding tot een bepaald deel van het publiek. De journalist, die zich om welke reden dan ook achter de anonimiteit, ver school beging daarmede een onrecht jegens zichzelf, maar miskende tevens den zin van zijn opdlracht Vandaar, dat het dilettantis me zoo welig kon opbloeien, vandaar, dat zoovelen, die zich journalist noemden, om dat de man-van-de-krant als het erop aan kwam toch in de schaduw kon treden, de eer en de waardigheid van het beroep te grabbel hebben gegooid en den joumalis- tenstand in discrediet hebben gebracht. Welk een verantwoordelijkheid jegens de gemeenschap hebben bovendien zij op zich geladen, die den journalist hebben mis bruikt als de spreekbuis om bepaalde denk beelden te lanceeren of die hem voor hun belangenwagentje hebben gespannen, zon der zich te .bekommeren over de gevolgen eener zoodanige grove aanranding van een beroep, dat zich krachtens zijn opdracht heeft te stellen in dienst van de gansche volksgemeenschap. Ja, er zijn uitzonderingen en wij in Ne derland mogen ons gelukkig prijzen dat de uitzonderingen vele waren. Dat is geen zelfverheffing, maar dat is het getuigenis van de besten onder ons de Nederlandsche pers heeft haar integriteit in vele gevallen ongerept vermogen te bewaren en in ver gelijking met wat het buitenland, met na me in Frankrijk en Engeland, aan verwor ding der perszedeh heeft te zien gegeven was het Nederlandsche perswezen in zijn algemeenheid van vreemde smetten vrij en openbaarde zich ook daarin de gezonde Nederlandsche degelijkheid. Viel er dan niets aan te merken en viel er dan niets te verbeteren Is zoo be schouwd het journalistenbesluit niet meer dan het constateeren van een bestaande verhouding? De vraag stellen, is haar be antwoorden. Wij hebben te zeer oog voor de leemten en gebreken van ons vaderland- sche perswezen, dan dat wij de dringende noodzakelijkheid van een ordenend optreden van bovenaf niet zouden onderschrijven. Wij hebben de journalistieke zedenverwildering niet buiten onze grenzen kunnen houden en ook de Nederlandsche pers zou vroeg of laat in deze kolking van fatsoensverkrach ting, waarvan de symptomen zich in steeds bedenkelijker mate gingen afteekenen, zijn medegesleurd. Heeft het journalistenbesluit nu tegen deze aftakeling een dam opgeworpen? In beginsel ongetwijfeld en de richtige naleving en toepassing ervan kan niet slechts voor den journalist en voor de waar digheid van zijn beroep, maar bovenal voor de verhouding publiek en pers Zegenrijke gevolgen hebben. Men moet zich voor deze laatste verhou ding een duidelijk beeld vormen. En het is van gewicht dat de juiste omschrijving worde gevonden, opdat bij de lezers geen misvatting ontsta, over wat de zin is van het journalistenberoep in dezen dynami- schen tijd. Wij hebben er in ander verband reeds op gewezen, dat niemand zich aan deze dynamiek kan en mag onttrekken. Maar aan den anderen kant hoede men zich voor overdrijving. Wie thans is plus roya- liste que le roi loopt vast in zijn eigen over leggingen. Wij blijven ook in het verband van de wordende^ Europeesche statenge meenschap Nederlanders, met eigen aard en eigen geestelijken inslag. Wie van ons een soort geestelijke capitulatie verlangt begaat een misrekening. In het nieuwe Europa zal Nederland de plaats moeten innemen, waarop het krachtens aard, histo rie en traditie aanspraken kan laten gelden. De eisch van gelijkgerechtigdheid kan niet tot gelding worden gebracht, wanneer daar bij aan wat recht geeft tot het stellen van dien eisch onrecht wordt gedaan. Nederland in het mieuwe Europa. De nauwkeurige omschrijving van deze-positie zal voor velen iets paradoxaals hebben. Het gaat echter om de juiste onderkenning der belangen. Hierin vindt de taak van den journalist haar voedingsbodem. Niet ieder is bekwaam tot de vervulling daarvan. Zij vraagt van den journalist in de eerste plaats de ge schiktheid en de vakbekwaamheid, een zoo danige ontwikkeling bovendien, dat hq zijn voorlichtende en opvoedende taak naar be- hooren kan vervullen en tenslotte een scherp inzicht in de belangen van Neder land en het Nederlandsche volk. De nauw keurige omschrijving daarvan in het jour nalistenbesluit stemt tot verheugenis, om dat daarmede een einde is gemaakt aan het onverkwikkelijke verschijnsel der beunha zerij. Tegenover dit verschijnsel stond de journalist machteloos, zoolang zfln beroep vrö was in dien zin, dat eén ieder, wien zulks lustte zich aan dit beroep kon ver grijpen. De journalistieke anarchie heeft niet slechts de standing van het beroep omlaag gehaald, maar bovenal van de taak van den journalist een mismaakt gedrocht, eèn caricatuur gemaakt. Deze taak is in de eerste plaats een die nende. Zoo heeft men er in het verleden wellicht over gedacht, maar dan beperkte het dienen zich tot het lanceeren van be paalde denkbeelden en opvattingen, voor zoover deze strookten met de publieke en materieels belangen van zekere groepen of individuen. De journalist was te veel ge bonden aan belangen, die buiten zqn con troleerend vermogen stonden, oogenschijn- •lijk een minder belangrijke coïncidentie, maar in principe fnuikend voor de onafhan kelijkheid van den scribent bij de vervul ling van zijn dienende taak. Het was een positie van passiviteit, welke in haar exces sen, ook ten onzent tot schromelijke wan verhoudingen heeft geleid. De dienende taak van den journalist thans is hoewel gebonden aan zekere normen van algemeen lands- en volksbe lang een onafhankelijke taak, waarin hij zijn activiteit ten volle kan stellen in dienst van de volksgemeenschap. Deze doelstelling is vooral in een tijd als deze klem mend en zij verzwaart de verantwoordelijk heid van deri journalist in niet geringe mate. Vandaar dan ook, dat in het journalis tenbesluit de voorwaarden zqn opgenomen, waaraan de man moet voldoen, die zich den naam journalist wil waardig maken. Voor den journalist is dat in de eerste plaats een zaak van eer en geweten, wijl hij zich de hoeder mede weet van de waarden, die in ons volksleven besloten liggen. Dat is zeker geen holle frase. Naar eer en geweten kan slechts hq zijn taak naar behooren vervul len, wanneer hij haar ziet als roeping en niet uitsluitend <als de uitoefening van een betrekking. Daarnaast echter staan thans contróle- apparaten ter beschikking, waar de .jour nalist een door den staat geregelde open bare taak heeft waardoor dus de rela tie overheid en pers is vastgelegd ter wijl daarnaast het Verbond van Nederland sche Journalisten meer is dan een club van vakgenooten, ook meer dan een vakver- eeniging, maar een publiek-rechterlijke organisatie, als de samenbundeling van krachten, die zich gesteld zien voor de in lossing van een taak in dienst der geheele gemeenschap. Beteekent zulks nu gelijkschakeling? Ware dat het geval, dan zou met recht ge sproken kunnen worden van een experi ment, dat tot mislukken gedoemd is. Neen en dit is de verdienste van het journa listenbesluit er moet rekening worden gehouden met de differenties van ons volksleven, want daaraan ontleent het zijn beteekenis, en zijn kracht. Gelijkschakeling beteekent slavernij en die slavernij zou iedere Nederlander, van welke denkrichting hij ook moge zijn, verwerpen, gesteld dat deze hem zou worden opgelegd. Geen ge- SsdsaMïSSS Een karwei, dat op rolletjes gaat Voordat thans het bietenzaad aan den bodem wordt toevertrouwd, moet het land gerold worden (Pax-Holland) Groot aantal soorten schoenen, welke tot dusver vrij waren, nu op den bon. APARTE BONNEN VOOR SCHOENEN WAARAAN RUBBER EN HOUT VERWERKT IS. De secretaris-generaal van het departement van handel, nijver heid en scheepvaart maakt be kend, dat met ingang van Zater dag 10 Mei 1941 de vrije verkoop van een groot aantal soorten schoenen, welke tot dusverre zon der bon mochten worden verkocht, niet meer is toegestaan, en hier voor derhalve een schoenenbon dient te worden ingeleverd. Voor deze soorten schoenen zullen apar te schoenenbonnen worden uitgegeven, welke van de gewone bonnen zijn te onder scheiden, doordat op de bonnen een cijfer „2" is gedrukt en zij een andere kleur hebben. Deze „bonnen 2" kunnen op de gebruikelijke' wijze bq de plaatselijke dis tributiediensten worden aangevraagd. Met nadruk wordt er echter de aan- lijkschakeling alzoo, maar vrijheid van den ken en schrijven, mits deze niet leidt tot ontaarding en ontwaarding van de ware belangen van de Nederlandsche volksge meenschap. De taak van den journalist is een die nende, een voorlichtende, een opvoedende. Hier raken wij aan de kern der verordening, waar zq betrekking heeft op de verhouding pers en publiek. Het courantenlezend publiek moet ver trouwen hebben in den journalist. Men heeft daaraan vroeger wel eens te weinig aandacht geschonken en in vele gevallen heeft dit van de zijde der journalisten ge leid tot een raak-schrqverq. De journalist, die naar eer en geweten handelt kan niet tot raak-schrqverij komen, ook al bestond de relatie overheid-pers niét, zooals deze thans is gelegd. De goede jour nalist zal zich stellen boven de vooroordee- len, omdat hij uitsluitend het belang van.de gansche gemeenschap voor oogen heeft. Daarbij behoeven wij onzen eigen aard niet te verloochenen, het zou zelfs onduld baar zijn, omdat daardoor de afstand pu bliek en pers zou worden vergroot tot schade van lands- en volksbelang. De pers is voorlichtster. Zij is thans ook de heraut,, die den klaroenstoot van den nieuwen tijd doen hooren, niet als een schrille, onwezenlijke en afstootende fan fare. Maar waar anderen zich gaarne laten verlokken door ijle luchtspiegelingen, daar moet de journalist van vandaag den moed hebben met beide voeten in de reaüteit te staan. Dat is stalend voor zqn zelfbeheer- sching, maar kan tevens van zegenrqken invloed zijn op hen die hq met zqn voorlich ting bereikt. De journalist, die thans zijn taak begrijpt zal zich als een goede gids niet te ver van den troep verwqderen. Hij zal het contact bewaren, maar tevens het parool uitgeven vooruit. Da.t is medé zijn taak hij moet zijn troep activeeren. Want alleen zoo geraakt men tot een gemeen scha ppelqk dragen van den gemeenschap- pelrjken nood, tot een beleven van gemeen schappelijke vreugden. Wij, journalisten hebben een taak gekre gen. Een zware taak vooral. Wq willen haar zien als een roeping, waaraan wij onder Hooger leiding de kracht willen ontleenen, om de belapgen van ons volk, ook van ons Zeeuwsche volk. in getrouwheid» naar eer en geweten te dienen. Vr. dacht op gevestigd, dat de „bonnen 2" uit sluitend reoht geven op het koopen van open sandaletten, opanken, vléchtschoenen, riempjes., of biesjesschoenen, witlederen schoenen, Samoa's, raffia's, alle schoeisel met een boventuig van leder en een onder werk van hout of andier vervangingsmate riaal (eventueel met een achterlap van leder of rubber), alle huispantoffels, waar aan leder is verwerkt, alle textlelschoei- sel met rubber of lederzooi, rubberlaarzen en overschoenen, klompsokken, echt rep tiellederen schoenen, avondschoenen van zilvergoud-, goudtorrenleder, laklederen heerenavondschoenen met wasdoek hiel, kinderschoenen tot en met maat 23 en dat het koopen van gewone schoenen op deze bonnen verboden is. Een beperkt aantal soorten schoenen kan echter ook thans nog zonder inlevering van een distributiebon bij een kleinhandelstar worden gekocht. Dit zijn uitsluitend de volgende soortenspikes, raceschoenen, boksschoenen en korfbalschoenen, voorts schoenen, welke door of namens den di recteur van het rijksbureau voor huiden en leder gestempeld zijn met de woorden af gekeurd schoeisel r. h. L en schoeisel, waaraan geen leder of rubber, noch afval van leder of rubber is verwerkt, alsmede strandsandalen met een houten zool en een boventuig van ten hoogste vijf lederen riempjes (welke niet breeder mogen zijn dan 1% c.m.). De .vrqstelling van de distributieregeling van die na verkregen machtiging van den directeur van het rijksbureau voor huiden en leder met de woorden „vrij van bon" gestempeld schoeisel komt dus met ingang van 10 Mei 1941 te vervallen. Voor dit met de woorden „vrij van bon" gestempeld schoeisel zal dus in het ver volg een geldige distributiebon moeten worden ingeleverd. Brltsche vliegtuigen boven Dultsch gebied. Uit Berlijn meldt het D.N.B.: In den nacht van 5 op 6 Mei heeft het Britsche luchtwapen een aantal vluchten gemaakt naar Zuid- en Zuidwest-Duitschland. Op verschillende plaatsen, o.m. op bekende Kurorten werden brisant- en brandbom men geworpen. Talrijke bommen vielen zonder schade aan te richten op open veld. De aangerichte schade is over het alge meen gering. DE BOUW VAN ZWARE BOMMENWERPERS. ROOSEVELT EISCHT EEN ONMIDDELLIJKE, AANZIENLIJKE UITBREIDING. Uit Washington meldt het D.N.B.: In een schrqven aan den minister van oor log, Stimson, heeft president Roosevelt een „onmiddellijke, aanzienlijke uitbrei ding" bij den bouw van zware bommen werpers geëischt, omdat het tempo be spoedigd moet worden, teneinde de .de mocratische superioriteit in de lucht" te verzekeren. De versterkte bouw van zware bommenwerpers is onvoorwaardelijk noo- dig voor de verdediging van Amerika en andere democratische landen. HOOFDPRIJZEN STAATSLOTERIJ. Trekking van heden. ƒ1500 21348. 400: 4307 20925. 200: 11207 11244. 100: 8035 10203 15076 18103 18116 20592. In het afgeloopen weekeinde vlogen wel enkele Engelsche vliegtuigen boven ons land en wierpen bommen omlaag, doch noemenswaardige schade werd niet aan gericht en dooden of gewonden zqn niet te betreuren. Dinsdags en Vrijdags geen vleesch in eetgelegenheden. De directeur van het rijksbureau voor het hotel-, café-, restaurant- en pension- bedrijf heeft bepaald, dat met ingang van Dinsdag voor inrichtingen, waar voor het publiek gereedgemaakte spijzen al of niet voor gebruik ter plaatse verkrqgbaar worden gesteld, de Dinsdag en de Vrijdag van iedere week als vleeschlooze dagen gelden. Op die dagen mogen geen gerech ten worden verstrekt met vleesch en/of vleeschwaren dan wel gerechten waarin vleesch en/of vleeschwaren zijn verwerkt. Deze bepaling is mede van kracht voor het verstrekken van wild en gevogelte. De brandstoffenvoorzienlng ten plattelande. Het Centraal Secretariaat voor land- en tuinbouw had de aandacht van het Cen traal Distributiekntoor te 's-Gravenhage gevestigd zoowel op de groote moeilijkhe den ten plattelande, veroorzaakt door het gebrek aan kolen voor koofedoejeiden, als op de wenschelijkheid van distributie van bagger en persturf. Het Centraal Distribu tiekantoor heeft thans aan het Centraal Secretariaat voor land- en tuinbouw mede gedeeld, dat in verband met de beschikba re hoeveelheid vaste brandstoffen liet niet mogelijk is gebleken om in de 'maand April 1941 nog één of meer bonnen aan te wij zen. Teneinde aan de behoefte van kook- kolen te voorzien, is een aanvullende rege ling getroffen krachtens welke personen, die voor kookdoeleinden uitsluitend op het gebruik'van vaste brandstoffen zijn aange wezen, in aanmerking komen voor een bon voor één eenheid. Voor de komende zomer maanden zal een afwijkende regeling wor den getroffen. Het ligt voorts in de be doeling de verbruikers in de gelegenheid te stellen gedurende de zomermaanden een gedeelte van het brandstoffenrantsoen voor den a.s. winter te betrekken. Tevens zqn ten aanzien van de zomerbevoorrading met bagger, turf en persturf speciale maatrege len in overweging, waarbij getracht zal worden aan de moeilijkheden op het plat teland zooveel mogelijk tegemoet te ko men. DE LEIPZIGER NAJAARSMESSE. Naar wordt medegedeeld, zal de eerstvol gende internationale Rijks-Messe in Leipzig plaats hebben van 31 Augustus tot en met 4 September. Deze zal gehouden worden in 22 hiervoor beschikbare groote jaar beursgebouwen, gelegen in de binnenstad en men verwacht ongeveer 6500 deelnemers uit 21 landen. PAKKETPOSTVERKEER MET HET NEUTRALE BUITENLAND HEROPEND. Nog geen pakketten naar Frankrijk en België. Met ingang van gisteren is het pakket postverkeer van Nederland met alle landen in Europa, waarmede Duitschland zich niet in oorlog bevindt, en ook met het Aziatisch grondgebied van Turkije en Sovjet Rusland, in beide richtingen, heropend. Alleen ge wone pakketten en paketten met aange geven waarde zijn toegelaten. Het pakketpostverkeer met Duitschland was reeds eerder heropend. De aandacht wordt er op gevestigd, dat tot de landen, waarmede Duitschland zich in oorlog be vindt ook Frankrijk en België worden ge rekend. Met deze landen vindt dus nog geen pakketpostverkeer plaats.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1941 | | pagina 1