Provinciale Zeeuwsche Courant Middelburgsche, Vlissingsche, Goesche en Breskensche Courant HITLER SPREEKT VOOR DEN RIJKSDAG. EEN OVERZICHT VAN DEN STRIJD. Reichsjugendfuehrer Axmann bezoekt ons land. 184ste JAARGANG NUMMER 106 1 MAANDAG 5 MEI 194 1 ABONNEMENTSPRIJS: waarin opgenomen de Uitgave der Firma's F. van de Velde Jr en G. W den Boer t Ill 1 JUMJ.t.» BJIHHJLJJAAA IB I 14.14 l IV een» je *eek ot 1 2.42 per kwartaal franco per post 1 2.63 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 5 cent ADVERTENTIEPRIJS; Van 1-6 regels 11.65, iedere regel meer 33 cent Bij abonnement speciale prijs. Kleine advertenties van 1 5 regels i0.55# iedere regel meer 11 ct (max. 8 regels). POSTREKENING 359300 (MIDDELBURG) Olt nummer bestaat uit twee bladen. In een groote redevoering, welke Hitier gisteren tijdens een plechtige zitting van den Groot-Duitschen Rijksdag heeft' uitgesproken, heeft hij een overzicht gegeven van het verloop van den strijd tot op vandaag. De Führer sprak van zijn pogingen om met Engeland tot een vergelijk te komen en betoogde dat deze pogingen mislukten tengevolge van eene BritschFransche samenzwering, welke leidde tot het uitbreken van den oorlog en waarvan Polen het eerste slachtoffer werd. Vervolgens sprak de Führer van de pogingen der geallieerden om het oorlogsterrein door uitbreiding van het front tot Nederland en België, Duitschland te treffen in zijn hartader. De veldtocht van Mei was daarop het antwoord. Al mijn waarschuwingen, aldus Hitier, werden door Churchill in den wind geslagen. Hij heeft zijn intrigenspel ook uitgebreid tot den Balkan. Hitier gaf daarop een uitvoerig overzicht van de ontwikkeling der Bal- kanpolitiek en van het verloop van den strijd in Griekenland, waarbij hij een opsomming gaf van het aantal krijgsgevangenen en van de geringe Duitsche verliezen. Hitier besloot zijn rede met een beroep op het Duitsche volk om vast aaneengesloten te blijven voor de verzekering van de totale overwinning. Aan de rede van den Führer ontleenen wij het volgende In een tijd, waarin daden allés en woor den weinig beteekenen, is het niet mijn bedoeling als gekozen vertegenwoordiger 'van het Duitsche volk meer dan absoluut noodzakelijk voor u te verschijnen. De eerste maal heb ik mij bij het uitbreken van den oorlog tot u gewend op het oogen- blik, waarop dank zij de Engelsch-Fran- sche samenzwering tegen den vrede iedere poging om met Polen tot een vergelijk te komen, hetgeen anders zeker mogelijk was geweest, was mislukt. Al mijn pogingen om juist met Enge land tot een vergelijk, ja tot een blijvende en vriendschappelijke samenwerking te komen, leden schipbreuk op den wensch en den wil van een kleine .kliek, die ofwel uit haat of uit materieel oogpunt, elk Duitsch voorstel tot een vergelijk van de hand wezen met het niet verheelde besluit den oorlog onder alle omstandigheden te willen. De man, die dit even fanatieke als duivelsche plan tot eiken prijs doorzette om een" oorlog te verkrijgen, was toen reeds mister Churchill, en' zijn helpers wa rén de mannen, die op dit oogenblik deel uitmaken van de Britsche regeering. Openlyk en heimelijk werd dit streven deels krachtigst bevorderd door de z.g. „groote democratieën" aan deze en gene zijde van den Oceaan. Hitier hekelde in dit verband de inter nationale beurs speculanten. Evenals voorheen was men zonder gewetensbe zwaar ertoe bereid om terwille van hun goud het bloed der volkeren te offeren. Zoo begon deze oorlog. Enkele weken later was de staat, die zich heu èerst lichtvaar dig genoeg voor het karretje had lat r spannen van de belangen van financiën kapitaal dezer oorlogsophitsers verslagen en vernietigd. Hitier herinnerde eraan, hoe hij ook daarna'op 6 October 1939 een beroep had gedaan op het inzicht en het -geweten der andere staatslieden. Ik waarschuwde, al dus de Führer, voor den strijd der zware, vèrdragende artillerie tegen door burgers bewoonde plaatsen, wel wetende, dat daar uit slechts van beide zijden een verwoes ting van uitgebreide landstreken kon ont staan. In het bijzon,der wees ik erop, dat het gebruik van het luchtwapen met zijn uitwerking op grooten afstand zou leiden tot de vernietiging van alles wat eeuwen lange arbeid moeizaam had opgebouwd en in Europa als cultureel bezit tot stand ge bracht had. Dit beroep werd uitgelegd als zwakheid. Toen reeds begon, verblind door een met een stalen gezicht geuite voorspellin gen van mister Churchill, 'de Noorsche re geering met de gedachte eener Britsche invasie te spelen, ten einde door een be zetting van Noorsche havens en van het Zweedsche ertsgebied te dulden, tot de vernietiging van Duitschland by te dragen. De Britsche aanslag op Noorwegen was' ongetwijfeld de voor het Duitsche Rijk dreigendste onderneming. Enkele weken later was dit gevaar geweken. De zoo vol komen succesvolle Duitsche afweer leidde tot een zoodanige versterking van onze positie in Europa, dat zij strategisch niet hoog genoeg geschat kan worden. Terstond na de mislukking van deze plannen ontstond een verhoogde druk der Engelsche oorlogsophitsers op België en Nederland. Het doel was thans, nu de aanslag op den aanvoer van erts mislukt was om door het meesleepen van België en Nederland, het front te verleggen tot aan den Rijn en daarmede de plaatsen, waar het erts verwerkt werd, te bedrei gen en uit te schakelen. Op den tienden Mei van het vorige jaar begon de ge denkwaardigste strijd misschien van onze geheele Duitsche geschiedenis. Binnen enkele dagen ty'ds braken wij dóór de vij andelijke fronten en werd een toestand ge schapen, welke een operatie mogelijk maakte, leidende tot de grootste vernie tigende veldslagen in de wereldgeschiede nis. Zoo stortte Frankrijk ineen. België en Nederland waren bezet. De Britsche afdee- lingen verlieten verslagen en zonder wa lmens verstrooid het Europeesche continent. (Foto P.I.B.) Het derde beroep. Op den 19en Juli 1940 riep ik toen voor de derde maal den Duitschen rijksdag bij een. Ik heb ook die vergadering gebruikt om de wereld nog eens tot den vrede te vernamen. Ik liet er geen twijfel over be staan, dat mijn hoop in deze richting op grond van mijn ervaringen slechts gering zou kunnen zijn. Immers, de mannen, die den oorlog gewild hadden, handelden niet uit eenigerlei ideëele' overtuiging. Achter hen stond als stuwende kracht het Joodsch democratische kapitalisme, waaraan zy verplicht en waaraan zij daarmede waren overgeleverd- Mijn vredesaanbod werd als het teeken van. angst en lafheid van de hand ge wezen. Het gelukte den Europeesehen en Amerikaanschen oorlogsophitsers, het ge zonde verstand der breede massa, die geen voordeel van dezen oorlog kon hebben, op nieuw te benevelen door leugenachtige voorstellingen, nieuwe hoop te wekken en daarmede eindelijk door middel van de openbare meening, welke door hun pers geleid werd, de volkeren wederom tot een voortzetting van den strijd te verplichten. Ook mijn waarschuwingen tegen het toe passen van de door den heer Churchill ge propageerde nachtelijke bomaanvallen op de. burgerbevolking, werden slechts opge vat als een teeken van de Duitsche on macht. Deze bloedigste dilettant van de geschiedenis aller tijden meende in ernst de maandenlange gereserveerdheid van het Duitsche luchtwapen slechts als een be- wys voor zyn onbekwaamheid om des nachts te vliegen, te mogen opvatten. Juist daarvoor heb ik steeds weer gewaarschuwd en wel meer dan 3J£ maand. Dat deze waarschuwingen op Churchill geen indruk maakten, verwondert my niet. Wat is voor dezen man het leven van anderen waard? Wat beteekent voor hem cultuur, wat be teekenen voor hern bouwwerken Bij het begin van den oorlog heeft hij het reeds gezegd, dat hy zyn oorlog hebben wil. Ook al zouden zelfs de steden van, Engeland daarbij tot puin moeten vervallen. Hij heeft dien oorlog nu gekregen. Mijn verzeke ring. dat wy van een bepaald oogenblik af elke bom zoo' noodig honderdvoudig zouden vergelden, heeft dezen man niet kunnen bewegen ook maai* eenmaal over het misdadige van zijn optreden na te denken. Wij zijn echter niet minder vast besloten om voor elke bom, ook in de 'toe komst, er zoo noodig honderd terug te werpen en wel zoolang totdöt het Britsche volk zich van dezen misdadiger en zijn methoden ontdaan- heeft Een nieuwe brandhaard. Nadat hy het in den loop van den winter had klaargespeeld aan het Britsche volk door een wolk van beweringen en be driegerijen de meening op te dringen als zou het Duitsche Rijk uitgeput door den veldtocht van het vorige jaar volkomen aan het eind van zijn krachten zijn, zag jiij zich thans verplicht om te handelen 1 alvorens het Duitsche Rijk weer zou zijn ontwaakt, opnieuw een nieuwe brandhaard in Europa te stichten. Hjj keerde daarbij terug tot het plan, dat hem reeds in het najaar van 1939 en het voorjaar van 1940 door het hoofd speelde, om in den winter 1939/1940 van den Balkan een Europeesch oorlogstooneèl te maken. De plotselinge ineenstorting in Mei en Juni van het vorige jaar liet ook deze plannen voorloopig weer met rust. Reeds in het najaar van het vorige jaar begon de heer Churchill opnieuw dit vraagstuk te overwegen, hoewel deze poging nu moei lijker geworden was alleen al omdat in- tusschen op den Balkan zelf' in zooverre een verandering ontstaan was daar door de wijziging in Roemenië deze staat defi nitief voor Engéland was uitgevallen. Het nieuwe Roemenië ónder leiding van gene raal Antonescu begon een uitsluitend Roe- meensche politiek te voeren, zonder reke ning te houden met de hoop van Britsche belanghebbenden by den oorlog. Daar kwam nog bij de houding van Duitsch land zelf. Het doel van de Duitsche Balkan- politiek. Hitier vatte de Duitsche Balkanpolitiek als volgt samen: 1. Zooals steeds had het Duitsche Rijk op den Balkan geen territoriale en en geen zelfzuchtige politieke belang- stelling. Dat beteekent. dat het Duit sche rijk in geen enkel opzicht om een of andere egoïstische reden belang had bij de territoriale vraagstukken en binnenlandsche toestanden in deze staten. 2. Het Duitsche Rijk heeft er echter naar gestreefd, juist met deze staten nauwe economische betrekkingen aan te knoopen en te versterken. Dat was niet alleen in het belang van Duitschland maar ook in dat van die landen zelf. Want als ergens de nationale econo mieën van twee handelscontractanten el kaar aanvullen, dan was en is dat het geval tusschen de Balkanstaten en Duitschland. Duitschlnd is een industrieland en heeft levensmiddelen en grondstoffen noodig. De Balkanstaten zyn landlbouwlanden: zij be schikken over grondstoffen en hebben in dustrieel e producten noodig. De mogelijk heid van, eeii buitengewoon vruchtbare uit breiding der handelsbetrekkingen vloeide daar noodzakelijk uit voort. Indien Engel sche of Amerikaansche kringen daarin een ongerechtvaardigde penetratie van Duitsch land. in den Balkan wilden zien, dan was dat een even domme als onbeschaamde aanmatiging. 3. Met het oog hierop heeft het Duitsche Rijk als men. dan al van politieke belangen wil spreken slechts één belang gehad dat de han delspartner inwendig gezond en krach tig was. Het Duitsche Rijk heeft dan ook alles gedaan, om door zijn invloed en hulp, met raad en daad deze landen bij te staan in de bevestiging van hun eigen bestaan en van hun inwendige orde, ongeacht hun byzondere staats vormen. Hitier behandelde vervolgens de Britsche garanties jegens de Balkanlanden, met het doel de vreedzame ontwikkeling te breken. Roemenië heeft zyn garantie, die het wei- bewust van de spilmogendhéden moest 'ver vreemden, duur moeten betalen. Grieken land, dat de garantie juist het minste noodig had, was eveneens bereid aan de Engelsche lokstem gehoor te geven en zijn lot te verbinden aan dat van den geldschieter en lastgever van zijn konink lijken heerscher. Want ik .moet ook thans nog ik meen dit aan de historische waarheid verschuldigd te zijn onder scheid maken tusschen het Grieksche en de dunne laag eener verdorven leiding, die, onder inspiratie van een aan Engeland ondergeschikten koning, minder de wer kelijke taak van het Grieksche staatsbe stuur op het oog had en in de eérste plaats de bedoelingen der Britsche oorlogs politiek tot de hare maakte. Ik héb dit oprecht betreurd. Door de documenten van La Charite hadden Wy een kijk gekregen op het drijven van de machten, die den Griekschen staat vroeg of laat in een onmetelijk ongeluk moesten storten. In den nazomer vari. het vorige jaar slaagde Churchill erin, de platonische ga rantiebeloften aan Griekenland in het brein van zekere kringen zooveel vorm te geven, dat daaruit een geheele reeks voortdurende neutraliteitsschendingen konden worden afgèleid. Het eerst werd Italië daardoor getroffen. Het voelde zich dan ook genoopt, in October 1940 de Grieksche regeering voorstellen te doen en waarborgen te eischen, die aan dezen voor Italië onhoud- baren toestand «een einde konden maken. Onder invloed van de Britsche oorlogs- dryvers wees men dit verzoek bruusk af, waarmede aan den vrede op den Balkan een einde kwam. Het slechte weer, sneeuw storm én regen, en terwille van de historische rechtvaardigheid moet ik dat constateeren de buitengewoon dappere tegenstand der Grieksche soldaten gaven de regeering te Athene genoeg tijd om zich op de gevolgen van haar ongelukkig besluit te bezinnen en naar een mogelyke verstandige oplossing uit te zien. Duitsch land heeft in dien tijd de betrekkingen met Griekenland niet verbroken, in de stille hoop, dat het toch nog op de een of andere wijze tot opheldering van den toestand kon bedragen. De Führer wees er op, dat Engeland het oude Saloniki-denkbeeld uit den wereld oorlog weer had opgevat en in toenemende mate de grondslagen voor de vorming van zulk een nieuw Salonikileger begon te leggen. Wij hebben naar dit geheele eigen- aardige spel, maandenlang, hoewel met terughoud'ng, toch met aandacht ge keken. De tegenslag, welke het Itali- aansche leger in Noord-Afrika als ge volg eener technische inferioriteit van dén pantserafweer en van het pantsers- wapen zelf leed, bracht eindelijk den heer Churchill tot de overtuiging, dat thans het oogenblik gekomen was om het oorlogstooneel van Libyë naar Griekenland t'e verplaatsen. Zoodra er 'geen twijfel meer mogelijk was over de bedoeling van Engeland om zich op den Balkan te nestelen, heb ik de noodige stappen gedaan om ook van Duitsche zijde, leer om leer, op dit voor ons vitale gebied, de strijdkrachten gereed te houden, die noodig waren om aan elke eventueele onbeschaamdheid van dezen heer het hoofd te kunnen bieden. GEEN HULP AAN ITALIË. Ik moet hier uitdrukkelijk vaststel len, dat dit niet tegen Griekenland ge richt was. De Duce zelf heeft mij er nooit om verzocht hem voor dit geval ook maar een Duitsche divisie ter beschikking te stellen. Hy- was er van overtuigd, dat zoodra het goede jaar getijde zou aanbreken, de stryd tegen Griekenland op de een of andere wijze spoedig tot succes zou leiden. Ik was dezelfde meening toegedaan. Bij 't op rukken van de Duitsche strijdkrachten ging het dus niet om hulpverleening aan Italië tegen Griekenland, doch om een voorzorgsmaatregel tegen de Brit sche poging, onder dekking van het geraas van den Italiaansch-Griekschen oorlog zich heimelijk op den Balkan te nestelen, teneinde vandaar naar het voorbeeld vau het leger van Saloniki uit den wereldoorlog een beslissing uit te lokken, vooral echter óm daarmede ook nog andere strijdkrachten by den maalstroom van den oorlog te betrek ken. Deze hoop berustte daarby o.a. op twee staten Turkije en op Yoego-Slavie. Hitier herinnerde aan de positie dezer beide lan den, gedurende dezen wereldoorlog en zeide vervolgensTerwijl nu Turkije dank zij de realistische houding van zijn regeering de onafhankelijkheid van eigen besluit wist te bewaren, viel Yoegoslavië ten offer aan de Britsche kuiperijen. Ik heb er naar gestreefd tusschen Duitschland en Yoegoslavië oprechte betrekkingen van goed begrip ja van vriendschap tot stand te brengen. Toen als gevolg van de Brit sche kuiperijen de Balkan meer en meer door het gevaar bedreigd werd, vroeg of laat eveneens bij den oorlog betrokken te worden, was het eerst recht mijn streven alles in het werk te stellen om Yoego slavië voor een zoo gevaarlijke verwikke ling te behoeden. Dank zij het onvermoeide werken van minister Von Ribbentrop sche nen ook in den toenmaligen Yoegoslavi- schen staat de stemmen toe te nemen die voor een zoodanige nauwe samenwerking te vinden waren. Het is daarom ook volkomen juist wanneer minister Halifax heden ver klaart, dat het niet de Duitsche be doeling geweest was op den Balkan' een oorlog te verwekken. Ja, het is juist dat het integendeel ons oprecht streven was, langs den weg eener, nauwere samenwerking met Yoego slavië wellicht zelfs nog de mogelijk heid te benaderen van een bijlegging van het conflict met Griekenland op zoodanige wijze, dat met de bülyke wenschen van Italië rekening gehouden zou worden. Hitier gaf vervolgens een uiteenzetting van de met Belgrado geslóten overeen komst. Zoo werd op den 25sten Maart van dit jaar të Weenen een pact onderteekend. dat den Yoegoslavischen staat de grootste toekomst bood en aan den Balkan den vrede kon waarborgen. Met een werkelijk gélukkig gevoel verliet ik op dien dag ae mooie Donaustad niet alleen, omdat daar mede een buitenlandsche politieke taak van bijna acht jaren beloond scheen te worden, maar ook, omdat ik meende, dat daarmede wellicht nog óp het laatste oogenblik het Duitsche ingrijpen op den. Balkan volkomen overbodig zou kunnen worden. Twee dagen latei* werden wij allen geschokt door het bericht over den staats? greep van een handjevol gehuurde putsch- isten, die een daad volbrachten, welke den Britschen minister-president den jubelkreet deed uiten dat hij eindelijk iets goeds te melden had. BEVEL TOT DEN AANVAL. Ik gaf nu terstond het bevel tot den aanval. Ik kon dit besluit op dit oogenblik des te kalmer nemen, daar ik wist dat ik daarby handelde in overeenstemming 1. Met de gezindheid en houding van Bulgarije, dat jegens het Duitsche ryk on wankelbaar trouw gebleven was. 2. Met de thans eveneens terecht ver ontwaardigde opvatting van Hongarije. (Vervolg pag. 3). Feestelijke bijeenkomst van Hitlerjugend en Jeugdstorm. Zaterdag is de leider van de Duitsche jeugd, Reichsjugendführer Arthur Ax mann voor een bezoek van enkele dagen aan ons land, te 's-Gravenhage aange komen, waar de Duitsche jeugd en de Na tionale jeugdstorm den hoogen gast hebben Verwelkomd. In den loop van den dag heeft dc Riechs- jugendführer een bezoek gebracht aan den Rijkscommissaris en aan den Duitschen militairen bevelhebber in Nederland. Het hoogtepunt van dezen eersten dag, welke de Reichsjugendführer in ons land doorbrengt, werd ongetwijfeld gevormd door de officieele opening van het ge bouw. dat de Rijkscommissaris voor de in Den Haag wonende Hitlerjugend heeft be schikbaar gesteld. Dit Hitlerjugendheim is gevestigd in het gebouw Plein 1813 no. 3, dat voor dit doel geheel is gemoderniseerd en buitengewoon aardig is ingericht. Zondagmiddag heeft in het Concertge bouw te Amsterdam een gemeenschappe lijke feestelijke byëenkomst plaats gehad van de Hitlerjugend en den Nationalen Jeugdstorm. Na een welkomstwoord van den scout H. W. die Vryer en het zingen van het eerste couplet van het Stormerslied, hield de hoofdstormer, C. van Geelkerken, een korte toespraak. Vervolgens vond de uitvoering plaats van de kindercantate „Michiel Adriaans- zoon de Ruyter". Hierna betrad de Jugendführer van het Duitsche Rijk, Arthur Axmann het po dium. Deze noemde de gezamenlyke ver gadering een groote gebeurtenis en een uiting van den wil der Nederl.. jeugdbe weging. In deze cantate vinden wij, met de Nederlanders innerlijke aanrakings punten. De Ruyter is niet alleen de groot ste Nederlandsche zeeheld, doch de voor naamste zeeheld zonder meer. Al het groote komt voor uit een inwen- digen drang. Spr. herinnerde aan 1918 en aan het begin der nationaal-socialistische partij in Duitschland, toen slechts enkele mannen eenzaam om hun vaandels ston den. D t wij thans trotsch zijn op de jeugd is niet in de eerste plaats, omdat de Duitsche nationaal-socialistische jeugdbeweging de grootste organisatie op dit gebied ter we reld is, maar omdat zij door haar goede eigenschappen en hoedanigheden zoo groot geworden is. De Duitsche jeugd had des tijds zelf nog geen idee, wat de nationaal- socialistische beweging wilde, maar toch volgde zij haar instinctief. Wij hebben -thans in Duitschland een staat van de jeugd. De Duitsche arbeider en de Duitsche boer werden vrijgemaakt, doch de ^hrer wilde, dat ook de jeugd voor haar deel aan dit groote werk kon medehelpen. Door de nationaal-socialistische revo lutie is de Duitsche toekomst verzekerd. Zonder eenigen twijfel zal Duitschland den oorlog winnen niet omdat wij de beste soldaten, de beste wapens, maar omdat wy tot Führer Adolf Hitler hebben. .Wie niet bereid is, zyn leven te offeren voor een idee, zal ook geen natie kunnen winnen. Ook gij, -in uw land, hebt strijd te voeren, dat is goed. Daardoor komen uit de rijen der jongeren de besten naar voren en vormt zich een bloem van de natie. „Gijmoogt er daarom trotsch op gaan, door anderen uitgelachen en ver volgd te worden". Wy weten allen, dat groote tyden steeds de jeugd naar voren brengen. In het nieuwe Europa zullen de Duitsche nationaal-socialistische beweging en de N.S.B. schouder aan schouder gaan en zal ook de Hitlerjeugd met de uwe in goede komeraadschap verbonden zyn (applaus). Wij marcheeren gemeenschappelijk als broeders. Op de toespraak van den rijksjeugdlei der volgde een luid applaus. Daarna bracht Hauptbannführer dr. H. Lmden- burger een drievoudig Sieg Heil op den Führer uit, dat door de aanwezigen met een krachtig Heil werd beantwoord. Met het zingen van het Deutschland- en Horst Wessellied en het sde couplet van het Wilhelmus werd de bijeenkomst ge sloten. In aansluiting op de groote Duitsch-Ne derlandsche jeugdbijeenkomst in het Con certgebouw te Amsterdam, heeft de rijks leider van de Duitsche jeugd. Artur Ax mann. een thee-receptie aangeboden ii\ het Amstelhotel. waar verschillende Duit sche en Nederlandsche gasten tegenwoor dig waren.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1941 | | pagina 1