Provinciale Zeeuwsche Courant
Middelburgsche, Vlissingsche,
Goesche en Breskensche Courant
HITLER SPREEKT VOOR DEN RIJKSDAG.
EEN OVERZICHT VAN DEN STRIJD.
Reichsjugendfuehrer Axmann bezoekt
ons land.
184ste JAARGANG
NUMMER 106 1
MAANDAG 5
MEI 194 1
ABONNEMENTSPRIJS:
waarin opgenomen de
Uitgave der Firma's F. van de Velde Jr en G. W den Boer
t Ill 1 JUMJ.t.» BJIHHJLJJAAA IB I 14.14 l
IV een» je *eek ot 1 2.42 per kwartaal
franco per post 1 2.63 per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 5 cent
ADVERTENTIEPRIJS;
Van 1-6 regels 11.65, iedere regel meer
33 cent Bij abonnement speciale prijs.
Kleine advertenties van 1 5 regels i0.55#
iedere regel meer 11 ct (max. 8 regels).
POSTREKENING 359300 (MIDDELBURG)
Olt nummer bestaat uit twee bladen.
In een groote redevoering, welke Hitier gisteren tijdens een plechtige
zitting van den Groot-Duitschen Rijksdag heeft' uitgesproken, heeft hij
een overzicht gegeven van het verloop van den strijd tot op vandaag.
De Führer sprak van zijn pogingen om met Engeland tot een vergelijk
te komen en betoogde dat deze pogingen mislukten tengevolge van eene
BritschFransche samenzwering, welke leidde tot het uitbreken van den
oorlog en waarvan Polen het eerste slachtoffer werd.
Vervolgens sprak de Führer van de pogingen der geallieerden om het
oorlogsterrein door uitbreiding van het front tot Nederland en België,
Duitschland te treffen in zijn hartader. De veldtocht van Mei was daarop
het antwoord.
Al mijn waarschuwingen, aldus Hitier, werden door Churchill in den
wind geslagen. Hij heeft zijn intrigenspel ook uitgebreid tot den Balkan.
Hitier gaf daarop een uitvoerig overzicht van de ontwikkeling der Bal-
kanpolitiek en van het verloop van den strijd in Griekenland, waarbij hij
een opsomming gaf van het aantal krijgsgevangenen en van de geringe
Duitsche verliezen.
Hitier besloot zijn rede met een beroep op het Duitsche volk om vast
aaneengesloten te blijven voor de verzekering van de totale overwinning.
Aan de rede van den Führer ontleenen
wij het volgende
In een tijd, waarin daden allés en woor
den weinig beteekenen, is het niet mijn
bedoeling als gekozen vertegenwoordiger
'van het Duitsche volk meer dan absoluut
noodzakelijk voor u te verschijnen. De
eerste maal heb ik mij bij het uitbreken
van den oorlog tot u gewend op het oogen-
blik, waarop dank zij de Engelsch-Fran-
sche samenzwering tegen den vrede iedere
poging om met Polen tot een vergelijk te
komen, hetgeen anders zeker mogelijk was
geweest, was mislukt.
Al mijn pogingen om juist met Enge
land tot een vergelijk, ja tot een blijvende
en vriendschappelijke samenwerking te
komen, leden schipbreuk op den wensch
en den wil van een kleine .kliek, die ofwel
uit haat of uit materieel oogpunt, elk
Duitsch voorstel tot een vergelijk van de
hand wezen met het niet verheelde besluit
den oorlog onder alle omstandigheden te
willen. De man, die dit even fanatieke als
duivelsche plan tot eiken prijs doorzette
om een" oorlog te verkrijgen, was toen
reeds mister Churchill, en' zijn helpers wa
rén de mannen, die op dit oogenblik deel
uitmaken van de Britsche regeering.
Openlyk en heimelijk werd dit streven
deels krachtigst bevorderd door de z.g.
„groote democratieën" aan deze en gene
zijde van den Oceaan.
Hitier hekelde in dit verband de inter
nationale beurs speculanten. Evenals
voorheen was men zonder gewetensbe
zwaar ertoe bereid om terwille van hun
goud het bloed der volkeren te offeren. Zoo
begon deze oorlog. Enkele weken later
was de staat, die zich heu èerst lichtvaar
dig genoeg voor het karretje had lat r
spannen van de belangen van financiën
kapitaal dezer oorlogsophitsers verslagen
en vernietigd.
Hitier herinnerde eraan, hoe hij ook
daarna'op 6 October 1939 een beroep had
gedaan op het inzicht en het -geweten der
andere staatslieden. Ik waarschuwde, al
dus de Führer, voor den strijd der zware,
vèrdragende artillerie tegen door burgers
bewoonde plaatsen, wel wetende, dat daar
uit slechts van beide zijden een verwoes
ting van uitgebreide landstreken kon ont
staan. In het bijzon,der wees ik erop, dat
het gebruik van het luchtwapen met zijn
uitwerking op grooten afstand zou leiden
tot de vernietiging van alles wat eeuwen
lange arbeid moeizaam had opgebouwd en
in Europa als cultureel bezit tot stand ge
bracht had.
Dit beroep werd uitgelegd als zwakheid.
Toen reeds begon, verblind door een
met een stalen gezicht geuite voorspellin
gen van mister Churchill, 'de Noorsche re
geering met de gedachte eener Britsche
invasie te spelen, ten einde door een be
zetting van Noorsche havens en van het
Zweedsche ertsgebied te dulden, tot de
vernietiging van Duitschland by te dragen.
De Britsche aanslag op Noorwegen was'
ongetwijfeld de voor het Duitsche Rijk
dreigendste onderneming. Enkele weken
later was dit gevaar geweken. De zoo vol
komen succesvolle Duitsche afweer leidde
tot een zoodanige versterking van onze
positie in Europa, dat zij strategisch niet
hoog genoeg geschat kan worden.
Terstond na de mislukking van deze
plannen ontstond een verhoogde druk der
Engelsche oorlogsophitsers op België en
Nederland. Het doel was thans, nu de
aanslag op den aanvoer van erts mislukt
was om door het meesleepen van België
en Nederland, het front te verleggen tot
aan den Rijn en daarmede de plaatsen,
waar het erts verwerkt werd, te bedrei
gen en uit te schakelen. Op den tienden
Mei van het vorige jaar begon de ge
denkwaardigste strijd misschien van onze
geheele Duitsche geschiedenis. Binnen
enkele dagen ty'ds braken wij dóór de vij
andelijke fronten en werd een toestand ge
schapen, welke een operatie mogelijk
maakte, leidende tot de grootste vernie
tigende veldslagen in de wereldgeschiede
nis. Zoo stortte Frankrijk ineen. België en
Nederland waren bezet. De Britsche afdee-
lingen verlieten verslagen en zonder wa
lmens verstrooid het Europeesche continent.
(Foto P.I.B.)
Het derde beroep.
Op den 19en Juli 1940 riep ik toen voor
de derde maal den Duitschen rijksdag bij
een. Ik heb ook die vergadering gebruikt
om de wereld nog eens tot den vrede te
vernamen. Ik liet er geen twijfel over be
staan, dat mijn hoop in deze richting op
grond van mijn ervaringen slechts gering
zou kunnen zijn. Immers, de mannen, die
den oorlog gewild hadden, handelden niet
uit eenigerlei ideëele' overtuiging. Achter
hen stond als stuwende kracht het Joodsch
democratische kapitalisme, waaraan zy
verplicht en waaraan zij daarmede waren
overgeleverd-
Mijn vredesaanbod werd als het teeken
van. angst en lafheid van de hand ge
wezen. Het gelukte den Europeesehen en
Amerikaanschen oorlogsophitsers, het ge
zonde verstand der breede massa, die geen
voordeel van dezen oorlog kon hebben, op
nieuw te benevelen door leugenachtige
voorstellingen, nieuwe hoop te wekken en
daarmede eindelijk door middel van de
openbare meening, welke door hun pers
geleid werd, de volkeren wederom tot een
voortzetting van den strijd te verplichten.
Ook mijn waarschuwingen tegen het toe
passen van de door den heer Churchill ge
propageerde nachtelijke bomaanvallen op
de. burgerbevolking, werden slechts opge
vat als een teeken van de Duitsche on
macht. Deze bloedigste dilettant van de
geschiedenis aller tijden meende in ernst
de maandenlange gereserveerdheid van het
Duitsche luchtwapen slechts als een be-
wys voor zyn onbekwaamheid om des
nachts te vliegen, te mogen opvatten. Juist
daarvoor heb ik steeds weer gewaarschuwd
en wel meer dan 3J£ maand. Dat deze
waarschuwingen op Churchill geen indruk
maakten, verwondert my niet. Wat is voor
dezen man het leven van anderen waard?
Wat beteekent voor hem cultuur, wat be
teekenen voor hern bouwwerken Bij het
begin van den oorlog heeft hij het reeds
gezegd, dat hy zyn oorlog hebben wil. Ook
al zouden zelfs de steden van, Engeland
daarbij tot puin moeten vervallen. Hij heeft
dien oorlog nu gekregen. Mijn verzeke
ring. dat wy van een bepaald oogenblik
af elke bom zoo' noodig honderdvoudig
zouden vergelden, heeft dezen man niet
kunnen bewegen ook maai* eenmaal over
het misdadige van zijn optreden na te
denken. Wij zijn echter niet minder vast
besloten om voor elke bom, ook in de 'toe
komst, er zoo noodig honderd terug te
werpen en wel zoolang totdöt het Britsche
volk zich van dezen misdadiger en zijn
methoden ontdaan- heeft
Een nieuwe brandhaard.
Nadat hy het in den loop van den winter
had klaargespeeld aan het Britsche volk
door een wolk van beweringen en be
driegerijen de meening op te dringen als
zou het Duitsche Rijk uitgeput door den
veldtocht van het vorige jaar volkomen
aan het eind van zijn krachten zijn, zag
jiij zich thans verplicht om te handelen
1 alvorens het Duitsche Rijk weer zou zijn
ontwaakt, opnieuw een nieuwe brandhaard
in Europa te stichten. Hjj keerde daarbij
terug tot het plan, dat hem reeds in het
najaar van 1939 en het voorjaar van 1940
door het hoofd speelde, om in den winter
1939/1940 van den Balkan een Europeesch
oorlogstooneèl te maken.
De plotselinge ineenstorting in Mei en
Juni van het vorige jaar liet ook deze
plannen voorloopig weer met rust. Reeds
in het najaar van het vorige jaar begon de
heer Churchill opnieuw dit vraagstuk te
overwegen, hoewel deze poging nu moei
lijker geworden was alleen al omdat in-
tusschen op den Balkan zelf' in zooverre
een verandering ontstaan was daar door
de wijziging in Roemenië deze staat defi
nitief voor Engéland was uitgevallen. Het
nieuwe Roemenië ónder leiding van gene
raal Antonescu begon een uitsluitend Roe-
meensche politiek te voeren, zonder reke
ning te houden met de hoop van Britsche
belanghebbenden by den oorlog. Daar
kwam nog bij de houding van Duitsch
land zelf.
Het doel van de Duitsche Balkan-
politiek.
Hitier vatte de Duitsche Balkanpolitiek
als volgt samen:
1. Zooals steeds had het Duitsche
Rijk op den Balkan geen territoriale en
en geen zelfzuchtige politieke belang-
stelling. Dat beteekent. dat het Duit
sche rijk in geen enkel opzicht om een
of andere egoïstische reden belang
had bij de territoriale vraagstukken
en binnenlandsche toestanden in deze
staten.
2. Het Duitsche Rijk heeft er echter
naar gestreefd, juist met deze staten
nauwe economische betrekkingen aan
te knoopen en te versterken.
Dat was niet alleen in het belang van
Duitschland maar ook in dat van die landen
zelf. Want als ergens de nationale econo
mieën van twee handelscontractanten el
kaar aanvullen, dan was en is dat het geval
tusschen de Balkanstaten en Duitschland.
Duitschlnd is een industrieland en heeft
levensmiddelen en grondstoffen noodig. De
Balkanstaten zyn landlbouwlanden: zij be
schikken over grondstoffen en hebben in
dustrieel e producten noodig. De mogelijk
heid van, eeii buitengewoon vruchtbare uit
breiding der handelsbetrekkingen vloeide
daar noodzakelijk uit voort. Indien Engel
sche of Amerikaansche kringen daarin een
ongerechtvaardigde penetratie van Duitsch
land. in den Balkan wilden zien, dan was
dat een even domme als onbeschaamde
aanmatiging.
3. Met het oog hierop heeft het
Duitsche Rijk als men. dan al van
politieke belangen wil spreken
slechts één belang gehad dat de han
delspartner inwendig gezond en krach
tig was. Het Duitsche Rijk heeft dan
ook alles gedaan, om door zijn invloed
en hulp, met raad en daad deze landen
bij te staan in de bevestiging van hun
eigen bestaan en van hun inwendige
orde, ongeacht hun byzondere staats
vormen.
Hitier behandelde vervolgens de Britsche
garanties jegens de Balkanlanden, met het
doel de vreedzame ontwikkeling te breken.
Roemenië heeft zyn garantie, die het wei-
bewust van de spilmogendhéden moest 'ver
vreemden, duur moeten betalen. Grieken
land, dat de garantie juist het minste
noodig had, was eveneens bereid aan de
Engelsche lokstem gehoor te geven en
zijn lot te verbinden aan dat van den
geldschieter en lastgever van zijn konink
lijken heerscher. Want ik .moet ook thans
nog ik meen dit aan de historische
waarheid verschuldigd te zijn onder
scheid maken tusschen het Grieksche en
de dunne laag eener verdorven leiding, die,
onder inspiratie van een aan Engeland
ondergeschikten koning, minder de wer
kelijke taak van het Grieksche staatsbe
stuur op het oog had en in de eérste
plaats de bedoelingen der Britsche oorlogs
politiek tot de hare maakte. Ik héb dit
oprecht betreurd. Door de documenten van
La Charite hadden Wy een kijk gekregen
op het drijven van de machten, die den
Griekschen staat vroeg of laat in een
onmetelijk ongeluk moesten storten.
In den nazomer vari. het vorige jaar
slaagde Churchill erin, de platonische ga
rantiebeloften aan Griekenland in het brein
van zekere kringen zooveel vorm te geven,
dat daaruit een geheele reeks voortdurende
neutraliteitsschendingen konden worden
afgèleid. Het eerst werd Italië daardoor
getroffen. Het voelde zich dan ook genoopt,
in October 1940 de Grieksche regeering
voorstellen te doen en waarborgen te
eischen, die aan dezen voor Italië onhoud-
baren toestand «een einde konden maken.
Onder invloed van de Britsche oorlogs-
dryvers wees men dit verzoek bruusk af,
waarmede aan den vrede op den Balkan
een einde kwam. Het slechte weer, sneeuw
storm én regen, en terwille van de
historische rechtvaardigheid moet ik dat
constateeren de buitengewoon dappere
tegenstand der Grieksche soldaten gaven
de regeering te Athene genoeg tijd om
zich op de gevolgen van haar ongelukkig
besluit te bezinnen en naar een mogelyke
verstandige oplossing uit te zien. Duitsch
land heeft in dien tijd de betrekkingen met
Griekenland niet verbroken, in de stille
hoop, dat het toch nog op de een of andere
wijze tot opheldering van den toestand kon
bedragen.
De Führer wees er op, dat Engeland
het oude Saloniki-denkbeeld uit den wereld
oorlog weer had opgevat en in toenemende
mate de grondslagen voor de vorming
van zulk een nieuw Salonikileger begon
te leggen.
Wij hebben naar dit geheele eigen-
aardige spel, maandenlang, hoewel met
terughoud'ng, toch met aandacht ge
keken. De tegenslag, welke het Itali-
aansche leger in Noord-Afrika als ge
volg eener technische inferioriteit van
dén pantserafweer en van het pantsers-
wapen zelf leed, bracht eindelijk den
heer Churchill tot de overtuiging, dat
thans het oogenblik gekomen was om
het oorlogstooneel van Libyë naar
Griekenland t'e verplaatsen.
Zoodra er 'geen twijfel meer mogelijk
was over de bedoeling van Engeland om
zich op den Balkan te nestelen, heb ik
de noodige stappen gedaan om ook van
Duitsche zijde, leer om leer, op dit voor
ons vitale gebied, de strijdkrachten gereed
te houden, die noodig waren om aan elke
eventueele onbeschaamdheid van dezen
heer het hoofd te kunnen bieden.
GEEN HULP AAN ITALIË.
Ik moet hier uitdrukkelijk vaststel
len, dat dit niet tegen Griekenland ge
richt was. De Duce zelf heeft mij er
nooit om verzocht hem voor dit geval
ook maar een Duitsche divisie ter
beschikking te stellen. Hy- was er van
overtuigd, dat zoodra het goede jaar
getijde zou aanbreken, de stryd tegen
Griekenland op de een of andere wijze
spoedig tot succes zou leiden. Ik was
dezelfde meening toegedaan. Bij 't op
rukken van de Duitsche strijdkrachten
ging het dus niet om hulpverleening
aan Italië tegen Griekenland, doch om
een voorzorgsmaatregel tegen de Brit
sche poging, onder dekking van het
geraas van den Italiaansch-Griekschen
oorlog zich heimelijk op den Balkan te
nestelen, teneinde vandaar naar het
voorbeeld vau het leger van Saloniki
uit den wereldoorlog een beslissing uit
te lokken, vooral echter óm daarmede
ook nog andere strijdkrachten by den
maalstroom van den oorlog te betrek
ken.
Deze hoop berustte daarby o.a. op twee
staten Turkije en op Yoego-Slavie. Hitier
herinnerde aan de positie dezer beide lan
den, gedurende dezen wereldoorlog en zeide
vervolgensTerwijl nu Turkije dank zij
de realistische houding van zijn regeering
de onafhankelijkheid van eigen besluit
wist te bewaren, viel Yoegoslavië ten
offer aan de Britsche kuiperijen. Ik heb
er naar gestreefd tusschen Duitschland en
Yoegoslavië oprechte betrekkingen van
goed begrip ja van vriendschap tot stand
te brengen. Toen als gevolg van de Brit
sche kuiperijen de Balkan meer en meer
door het gevaar bedreigd werd, vroeg of
laat eveneens bij den oorlog betrokken te
worden, was het eerst recht mijn streven
alles in het werk te stellen om Yoego
slavië voor een zoo gevaarlijke verwikke
ling te behoeden. Dank zij het onvermoeide
werken van minister Von Ribbentrop sche
nen ook in den toenmaligen Yoegoslavi-
schen staat de stemmen toe te nemen die
voor een zoodanige nauwe samenwerking
te vinden waren.
Het is daarom ook volkomen juist
wanneer minister Halifax heden ver
klaart, dat het niet de Duitsche be
doeling geweest was op den Balkan'
een oorlog te verwekken. Ja, het is
juist dat het integendeel ons oprecht
streven was, langs den weg eener,
nauwere samenwerking met Yoego
slavië wellicht zelfs nog de mogelijk
heid te benaderen van een bijlegging
van het conflict met Griekenland op
zoodanige wijze, dat met de bülyke
wenschen van Italië rekening gehouden
zou worden.
Hitier gaf vervolgens een uiteenzetting
van de met Belgrado geslóten overeen
komst.
Zoo werd op den 25sten Maart van dit
jaar të Weenen een pact onderteekend.
dat den Yoegoslavischen staat de grootste
toekomst bood en aan den Balkan den
vrede kon waarborgen. Met een werkelijk
gélukkig gevoel verliet ik op dien dag ae
mooie Donaustad niet alleen, omdat daar
mede een buitenlandsche politieke taak
van bijna acht jaren beloond scheen te
worden, maar ook, omdat ik meende, dat
daarmede wellicht nog óp het laatste
oogenblik het Duitsche ingrijpen op den.
Balkan volkomen overbodig zou kunnen
worden. Twee dagen latei* werden wij allen
geschokt door het bericht over den staats?
greep van een handjevol gehuurde putsch-
isten, die een daad volbrachten, welke den
Britschen minister-president den jubelkreet
deed uiten dat hij eindelijk iets goeds te
melden had.
BEVEL TOT DEN AANVAL.
Ik gaf nu terstond het bevel tot den
aanval. Ik kon dit besluit op dit oogenblik
des te kalmer nemen, daar ik wist dat ik
daarby handelde in overeenstemming
1. Met de gezindheid en houding van
Bulgarije, dat jegens het Duitsche ryk on
wankelbaar trouw gebleven was.
2. Met de thans eveneens terecht ver
ontwaardigde opvatting van Hongarije.
(Vervolg pag. 3).
Feestelijke bijeenkomst van Hitlerjugend en Jeugdstorm.
Zaterdag is de leider van de Duitsche
jeugd, Reichsjugendführer Arthur Ax
mann voor een bezoek van enkele dagen
aan ons land, te 's-Gravenhage aange
komen, waar de Duitsche jeugd en de Na
tionale jeugdstorm den hoogen gast hebben
Verwelkomd.
In den loop van den dag heeft dc Riechs-
jugendführer een bezoek gebracht aan den
Rijkscommissaris en aan den Duitschen
militairen bevelhebber in Nederland.
Het hoogtepunt van dezen eersten dag,
welke de Reichsjugendführer in ons land
doorbrengt, werd ongetwijfeld gevormd
door de officieele opening van het ge
bouw. dat de Rijkscommissaris voor de in
Den Haag wonende Hitlerjugend heeft be
schikbaar gesteld. Dit Hitlerjugendheim is
gevestigd in het gebouw Plein 1813 no. 3,
dat voor dit doel geheel is gemoderniseerd
en buitengewoon aardig is ingericht.
Zondagmiddag heeft in het Concertge
bouw te Amsterdam een gemeenschappe
lijke feestelijke byëenkomst plaats gehad
van de Hitlerjugend en den Nationalen
Jeugdstorm.
Na een welkomstwoord van den scout
H. W. die Vryer en het zingen van het
eerste couplet van het Stormerslied, hield
de hoofdstormer, C. van Geelkerken, een
korte toespraak.
Vervolgens vond de uitvoering plaats
van de kindercantate „Michiel Adriaans-
zoon de Ruyter".
Hierna betrad de Jugendführer van het
Duitsche Rijk, Arthur Axmann het po
dium. Deze noemde de gezamenlyke ver
gadering een groote gebeurtenis en een
uiting van den wil der Nederl.. jeugdbe
weging. In deze cantate vinden wij, met
de Nederlanders innerlijke aanrakings
punten. De Ruyter is niet alleen de groot
ste Nederlandsche zeeheld, doch de voor
naamste zeeheld zonder meer.
Al het groote komt voor uit een inwen-
digen drang. Spr. herinnerde aan 1918 en
aan het begin der nationaal-socialistische
partij in Duitschland, toen slechts enkele
mannen eenzaam om hun vaandels ston
den.
D t wij thans trotsch zijn op de jeugd is
niet in de eerste plaats, omdat de Duitsche
nationaal-socialistische jeugdbeweging de
grootste organisatie op dit gebied ter we
reld is, maar omdat zij door haar goede
eigenschappen en hoedanigheden zoo groot
geworden is. De Duitsche jeugd had des
tijds zelf nog geen idee, wat de nationaal-
socialistische beweging wilde, maar toch
volgde zij haar instinctief.
Wij hebben -thans in Duitschland een
staat van de jeugd. De Duitsche arbeider
en de Duitsche boer werden vrijgemaakt,
doch de ^hrer wilde, dat ook de jeugd
voor haar deel aan dit groote werk kon
medehelpen.
Door de nationaal-socialistische revo
lutie is de Duitsche toekomst verzekerd.
Zonder eenigen twijfel zal Duitschland den
oorlog winnen niet omdat wij de beste
soldaten, de beste wapens, maar omdat
wy tot Führer Adolf Hitler hebben.
.Wie niet bereid is, zyn leven te offeren
voor een idee, zal ook geen natie kunnen
winnen. Ook gij, -in uw land, hebt strijd
te voeren, dat is goed. Daardoor komen
uit de rijen der jongeren de besten naar
voren en vormt zich een bloem van de
natie. „Gijmoogt er daarom trotsch op
gaan, door anderen uitgelachen en ver
volgd te worden".
Wy weten allen, dat groote tyden steeds
de jeugd naar voren brengen.
In het nieuwe Europa zullen de Duitsche
nationaal-socialistische beweging en de
N.S.B. schouder aan schouder gaan en zal
ook de Hitlerjeugd met de uwe in goede
komeraadschap verbonden zyn (applaus).
Wij marcheeren gemeenschappelijk als
broeders.
Op de toespraak van den rijksjeugdlei
der volgde een luid applaus. Daarna
bracht Hauptbannführer dr. H. Lmden-
burger een drievoudig Sieg Heil op den
Führer uit, dat door de aanwezigen met
een krachtig Heil werd beantwoord.
Met het zingen van het Deutschland- en
Horst Wessellied en het sde couplet van
het Wilhelmus werd de bijeenkomst ge
sloten.
In aansluiting op de groote Duitsch-Ne
derlandsche jeugdbijeenkomst in het Con
certgebouw te Amsterdam, heeft de rijks
leider van de Duitsche jeugd. Artur Ax
mann. een thee-receptie aangeboden ii\
het Amstelhotel. waar verschillende Duit
sche en Nederlandsche gasten tegenwoor
dig waren.