Hl
Ui S i§
11
S Iü iü iü
Hl
11 ui ui
11
B
118 8
lil 18 Iü fl
b m s s
iü
g§ üH iHf
fSf m
ëi m m
S
iü B 11
m in nu m
18 iü II
IÜ
Ha*#*
fÉl iS
mi nn
2 S B
2 B
m
Bi B8 Bi It
iH
B
Dammen
Radioprogramma
Net geheim
van het
doodelijke
gif
De persoonsbewijzen.
Het linkeroor heelemaal op de foto.
Men meldt ons van bevoegde zijde:
De fotografen, die de foto's leveren
waarmede straks de persoonsbewijzen voor
zien moeten worden, zullen, misschien voor
het eerst in hun fotografische loopbaan,
een foto moeten maken volgens regeerings-
voorschrift. Het moet een foto worden
volgens lid zus van artikel zoo van het
besluit nr. 1 en daarmee uit. Geen artis
tieke overweging, geen problemen van pose
of belichting, nog minder de vleiingen, de
smeekingen of de protesten der slacht
offers mogen den fotograaf bewegen hem
of haar anders op het plaatje te zetten dan
is voorgeschreven by lid zus van artikel
zoo.
En dit voorschrift, in casu artikel 15,
le lid onder 5 van het uitvoeringsbesluit
persoonsbewijzen I zegt het kort en krach
tig: De foto moet den af ge beelden persoon
zoodanig toonen, „dat het linkeroor dui
delijk zichtbaar is". En hoe mrjn linkeroor
nu ook aan myn hoofd zit, hoog of laag
schots of scheef, plat of bol: er helpt
geen lieve moeder aan: het moet niet alleen
duidelijk maar het moet heelemaal op de
foto.
Maar de dames, die op het plaatje
komen zijn schrander en vindingrijk en als
de fotograaf onverbiddelijk wijst op artikel
15 sub 5, dan toont de slagvaardige vrouw
hem terstond Hetzelfde artikel sub 7 en
daar staat het: de foto moet den afge-
beelden persoon duidelijk kenbaar weer
geven. „En", zoo redeneert de vrouwen
logica, ,;als ik gewoon ben mijn kapsel
in een sierlijke golf over mtjn linkeroor te
dragen, ben ik kenbaar aan mijn golf en
niet aan mtjn oor. Dus wel. de golf maar
niet het oor".
Het lijkt wel mooi, maar het is niet zoo.
Het meergenoemde uitvoeringsbesluit
heeft over de afbeelding daarvan een dui-
deltjk voorschrift gegeven, waaraan men
zich heeft te houden: het oor moet op de
foto duideltjk en geheel zichtbaar zijn. De
redeneering, dat men gewoon is het oor
bedekt te dragen en dientegevolge e*n
onbedekt oor den afgebeelden persoon niet
duideltjk kenbaar zou weergeven, is geen
logica maar schtjn-logica en berust op een
tweeledige opvatting van het begrip „dui
delijk kenbaar".
Een zwaargesluierde dame, welke iederen
dag het huis van haar buren passeert, kan
voor de buurtgenooten duidelijk kenbaar
ztjn als de weduwe Jansen. In den zin van
het uitvoeringsbesluit is zij echter allér-
minst duideltjk kenbaar.
De haardracht en de variabele mode,
welke die dracht beinvloedt, is weinig
constant en is, dikwijls binnen zeer korten
tijd, aan wijzigingen onderhevig. Die wijzi
gingen zijn oorzaak, dat voor de foto op
de persoonsbewijzen, welke onze identiteit
moet helpen bewijzen, inzake de haardracht
geen voorschriften zijn gegeven. Om zeer
gewichtige redenen, die hier niet pader be
hoeven te worden aangegeven, is betref
fende de afbeelding van ons linkeroor wel
een bepaalde scherp geformuleerde eisch
gesteld. En deze eisch vergt, dat het
linkeroor geheel zichtbaar zij.
Men houde zich daaraan.
Geen Joden meer In
Nederlandsche orkesten.
JOODSCHE MUSICI IN EEN JOODSCH
ORKEST.
Met ingang van 15 Mei a.s. zullen de
Joden, die volgens verordening reeds maan
den geleden van hun functie hadden moeten
worden ontheven, uit de Nederlandsche ge
subsidieerde orkesten worden ontslagen.
Ter voorkoming van technische moeilijk
heden kunnen Joodsche orkestleden nog
na dien datum gehandhaafd worden, in
dien het winterspealseizoen van het be
treffende orkest eerst na 15 Mei eindigt.
In verband met dezen maatregel heeft de
secretaris-generaal van het departement
van volksvoorlichting en kunsten gezocht
naar een oplossing om de ontslagen orkest
leden in de gelegenheid te stellen als musici
werkzaam te blijven. Daartoe is overleg ge
pleegd met de Joodsche coördinatie com
missie, die het voorstel om te komen tot
de stichting van een Joodsch orkest wil
steunen en pogingen in het werk stelt de
Joodsche orkestleden in een uitsluitend
Joodsch orkest onder te brengen. Met de
leiding van dit orkest zal Albert van
Kaalte worden belast. Het zal in Amster
dam worden gevestigd: de concerten door
dit orkest te geven zullen uitsluitend door
Joden kunnen worden bezocht.
Met deze oplossing zijn zoowel de Jood
sche musici en het Joodsche publiek, als
de Nederlandsche musici en het Nederland
sche publiek gebaat.
De vorming van kunstenaars
gilden.
Het departement van volksvoorlichting
en kunsten deelt ons mede: Vele vragen
bereiken ons van kunstenaars, die in ver
warring zjjn gebracht door mededeelingen,
verspreid door enkele kunstenaarsvereni
gingen, inzake verplichte concentraties,
vakgroepeering en aanmeldingsplicht.
Met nadruk wijzen we erop, dat bedoelde
actie eiken grond mist. Geen enkele vereni
ging heeft het rcht te beweren of mag
den indruk wekken, dat zjj een monopolie
voor gildevorming of beroepserkenning zal
verkrijgen.
Alle desbetreffende maatregelen zyn uit
sluitend aan den secretaris-generaal van
het departement van volksvoorlichting en
kunsten voorbehouden. Binnenkort zullen
hierover mededeelingen volgen.
JODEN NIET LANGER OP DE
BEURZEN TOEGELATEN.
ZIJ VERLIEZEN NIET TEGELIJKERTIJD
HET VEREENIGINGSLIDMAATSCHAP.
Op order van den Rijkscommissaris voor
het bezette Nederlandsche gebied (com
missaris-generaal voor financiën en econo
mie) maken de besturen van de vereeni-
ging voor den effectenhandel te Amster
dam, de vereeniging van effectenhandela
ren te Rotterdam en de bond voor den
geld- en effectenhandel in de provincie te
's-Gravenhage bekend, dat met ingang van
1 Mei 1941 den Joden den toegang tot de
beurzen te Amsterdam, Rotterdam en
's-Gravenhage verboden is. Ter bepaling
van het begrip „Jood" geldt artikel 4 van
de verordening van den Rijkscommissaris
voor het bezette Nederlandsche gebied be
treffende het aangeven van ondernemingen
dato 22 October 1940 (verordening no. 189/
1940), welk artikel als volgt luidt
„1) Jood is een ieder, die uit ten minste
drie naar ras vol-Joodsche grootouders
stamt.
2) Als Jood wordt ook aangemerkt hy
die uit twee vol-Joodsche grootouders
stamt en 1) hetzij zelf op den negenden
Mei 1940 tot de Joodsch-kerkelyke ge
meente heeft behoord of na dien datum
daarin wordt opgenomen; 2) hetzij op den
negenden Mei 1940 met een Jood was
gehuwd of na dat oogenblik met een Jood
in het huwelijk treedt.
3) Een grootouder wordt als vol-Joodsch
aangemerkt, wanneer deze tot de Joodsch-
kerkelyke gemeenschap heeft behoord."
Het verbod van toegang tot de beurs
beteekent niet tegelijkertijd, dat de -betref
fende leden het lidmaatschap van de ver
eeniging, waaronder zij ressorteeren, ver
liezen.
DIT JAAR GEEN HAGESPRAAK.
De persdienst van den N.S.B. meldt:
De jaarlijksche hagespraak van den
N.S.B. zal dit jaar wegens de tijdsomstan
digheden niet plaats vinden. Toch zullen
op den 2en Pinksterdag de fraaie terreinen
op den Goudsberg te Lunteren voor de
leden worden opengesteld.
Onderscheiden functionnarissen zullen op
het hagespraakterrein aanwezig zijn en ge
zorgd zal worden, dat een aantal gidsen
beschikbaar is óm de bezoekers rond te
leiden.
DE RIJKSARBEIDS
BEMIDDELING NA 1 MEI.
TOT WELK BUREAU MOETEN
WERKGEVERS EN WERKNEMERS
ZICH WENDEN.
Met ingang van 1 Mei 1941 treedt in
het geheele land de nieuwe organisatie
der arbeidsbemiddeling, onder leiding van
hetRijksarbeidsbureau te 's-Gravenhage,
in werking.
De gemeentelijke organen der arbeids
bemiddeling maken dan plaats voor 37
nieuw ingestelde gewesteiyke arbeidsbu
reaux, die, daarin bygestaan door 144 bij
kantoren, him taak zullen vervullen.
Werkgevers, die van de organen der ar
beidsbemiddeling gebruik maken, en per
sonen, die zich als werkzoekenden wil
len doen inschryven, alsmede zy, die hun
inschrijving als werkzoekende willen doen
vernieuwen, kunnen zich wenden tot de
gewestelijke arbeidsbureaux of hun bij
kantoren, als in de onderstaande opsom
ming is aangegeven.
Inwoners u;t de gemeentenArnemui-
den, Biggekerke, Grijpskerke, Koudeker-
ke, Middelburg, Nieuw- en St. Joosland,
Serooskerke (W.), St. Laurens, Veere en
Vrouwenpolder moeten zich melden by het
gewestelijk arbeidsbureau te Middelburg.
Inwoners uit de gemeenten Aagteker-
ke, Domburg, Meliskerke, Oostkapelle,
Westkapelle en Zoutelande moeten zich
melden by het bijkantoor te Domburg.
Inwoners uit de gemeenten Goes, 's-
Heer Abtskerke, 's-Heer Arendskerke,
Kapelle, Kattendijke, Kloetlnge, Wemel-
dinge en Wolphaartsdyk moeten zich mel
den by het bijkantoor te Goes.
Inwoners uit de gemeenten Krabben-
dijke, Kruiningen, Rilland-Bath, Waarde
en Yerseke dienen zich te melden bij het
bijkantoor te Hansweert (gem. Kruinin
gen).
Inwoners uit de gemeenten Baarland,
Borssele, Driewegen, Ellewoutsdyk, 's-
Gravenpolder, Hoedekenskerke, 's-Heeren-
hoek, Heinkenszand, Nisse, Oudelande en
Ovezande moeten zich melden by het bij
kantoor te Heinkenszand.
Inwoners uit de gemeenten Kortgene
en Wissekerke dienen zich te melden bij
het bykantoor te Kortge e.
Inwoners van de gemeenten: Oost- en
West-Souburg, Ritthem en Vlissingen
moeten zich melden by het bykantoor te
Vlissingen.
Inwoners uit de gemeenten Brouwers
haven, Bruinisse, Burgh, Dreischor, Dui-
vendyke, Eikerzee, Ellemeet, Haamstede,
Kerkwerve, Nieuwerkerk (Z.), Noordgou-
we, Noordwelle, Oosterland, Ouwerkerk,
Renasse, Serooskerke (S.), Zierikzee en
Zonnemaire moeten zich melden by het bij
kantoor te Zierikzee.
Inwoners uit de gemeentenAxel,
Hoek, Terneuzen en Zaamslag moeten
zich wenden tot het gewestelyk arbeidsbu
reau te Terneuzen.
Inwoners uit de gemeentenClinge,
'Graauw en L&ngendam, Hontenisse, Hulst,
St. Jansteen en Vogelwaarde moeten zich
melden bij het bijkantoor te Hulst.
Inwoners uit de gemeenten Aarden
burg, Biervliet, Breskens, Cadzand, Groe-
de, Hoofdplaat, Nieuwvliet, Oostburg, Re-
tranchement, Schoondyke, Sluis, Water
landkerkje, IJzendijke en Zuidzande moe
ten zich melden by het bijkantoor te Oost-
burg.
Inwoners uit de gemeenten Koewacht,
Overslag, Philippine, Sas van Gent, West-
dorpe, en Zuiddorpe moeten zich wenden
tot het bykantoor te Sas van Gent.
Zij, die uitkeering uit een werkloozen-
kas ontvangen, en zy, die voor steunuit-
keering in aanmerking komen of bij werk-
verruimingswerken geplaatst willen wor
den, moeten ervoor zorgen, dat zy als
werkzoekenden by de hiervoren bedoelde
gewestelijke arbeidsbureaux of de bykan-
toren zyn ingeschreven. Voorzoover zy
thans by de gemeentelijke organen ^er
openbare arbeidsbemiddeling als werkzoe
kenden staan ingeschreven, behoeven zy
zich niet eerder voor vernieuwing der in
schrijving bij de nieuwe bureaux aan te
melden dan op het tijdstip, waarop ver
nieuwing der inschryving geschieden moet.
KAPELLE.
Abonnementen en advertenties voor de
Provinciale Zeeuwsche Courant worden
aangenomen door den Agent
A. VAN LIERE.
REDACTEUR: J. A. VAN D1XHOORN,
Bao/nstraat 85, Beverwijk.
Het volgende stukje, evenals het vorige
van den heer Kaat bieden we onzen lezers
ditmaal ter oplossing aan.
Auteur JAN KAAT, Kapelle.
1 2 3 4 6
B nn nu m
3 j
47
49
60
CijferstandZwart 10 schyven op 8, 11,
15, 18, 21, 23, 24, 26, 28 en 29.
Wit 10 schyven op 25, 31, 32, 35—40 en
43.
Als steeds Vit begint en wint
Oplossingen worden gaarne ingewacht
vóór of op 14 Mei a.s. by de Redactie der
Prov. Zeeuwsche Crt. onder motto Dam-,
rubriek.
Partij No. 37.
De volgende fraaie party is uit den juist
aangevangen wedstrijd om het Districts
kampioenschap Hoofdklasse 1941 van
Dordrecht en omgeving en werd dezer da
gen gespeeld tusschen de heeren J. N. de
Vroom, vroeger te Koudekerke, met wit
en P. L. van der Sluis met zwart, bei
den te Dordrecht. Dat dit tournooi sterk
bezet is, biykt uit onderstaande namen der
overige deelnemers A. Bax, G. Pors, W.
van der Kraan, J. H. de Kluyver, L.
Pronk, L. den Hartog, C. van der Ven en
W. van Heeren. Met belangstelling volgen
we de verdere verrichtingen van den heer
De Vroom en stellen ons voor nader op dit
tournooi terug te komen.
Wit: J. N. DE VROOM, Dordrecht.
ZwartP. L. VAN -DER SLUIS,
Dordrecht.
Hollandfiche opening,
onregelmatig tegengespeeld.
1. 33—28 17—21 2. 39—33 19—24 3.
31—27 20—25 4. 44—39 11—17. Indien
wit nu zou vervolgen met 3731 of 3631
dan zou zwart schyfwinst behalen door:
25—30, 34X25 24—29, 33X24 14—20,
25X14, 10X30, 35x24 18—22, 27X18 en
13X35! 5. 50—44 14—20. 6. 37—31 21—26
7. 27—22 18X27 8. 31*11 6X17 9. 41—37
16. Wit bezet thans het centrum. 10.
36—31 7—11 11. 31—27 Zwart
wordt -in zyn zetten beperkt Zoo wordt
1014 verhinderd wegens 34—30, terwijl
op 1218, 2721 zou volgen.
1117—21, 12. 37—31 26X37
13. 32X41! 21X23 14. 34—30 25X34 15.
40X7 Sterker dan 39X28, daar
zwart verplicht wordt tot den volgenden
zet 158—12 16. 7X18 13x22 17.
41—37 10—14 18. 33—28 22X33 19. 39X28
9—13 20. 4641 14—19 21. 37—32 4—9 22.
41—37 13—18 23. 37—31 9—13 24. 47—41
Indien wit hier 3127 had ge
speeld, kon zwart sterk vervolgen met
39 en de dreiging 18—22! 24
5—10 25. 41—37 10—14 26 43—39 20—25
27. 38—33 14—20 28. 42—38 3—8
29. 31—27 2—7 30. 49—43 18—23 31.
44—40 7—12 32. 39—34 In den
nu ontstanen diagramstand is de partij
in het beslissend stadium gekomen.
Vrijdag 2 Mei 1841.
NED. PBOGB. HILVERSUM I. «15.5 M.
0.45 Gram. 0.50 Ochtendgymn. 7.00 Gram. 7.45
Ochtendgymn. 8.00 BNO: Ber. 8.15 Schriftlezing
en Meditatie (Christ. Radio-Stichting). 8.25 Go-
wijde muziek (gr,pi.). 8.45 Gram. 10.00 Ensemble
Erika Helen (10.20—10.40 Declamatie). 11.10
Gram. 11.80 Zang met piano. 12.00 Omroeporkest.
12.42 Almanak. 12.45 BNO: Nieuws- en econ. ber.
1.00 Gram. 1.35 Het orkest Eloward. 2.15 Voor
de vrouwen. 2.30 Het orkest Eloward. 3.00 Zang
met piano. 3.30 Musiquette. 4.00 Lezen ln den
BUbel (VrÖz.-Protest. Kerkcomité). 4.20 Gram.
4.30 „Grepen uit de muziekgeschiedenis", cau
serie met gram. 5.00 Gram. 5.15 BNOj Nieuws-,
econ.- en beursber. 5.30 Omroeporkest. G.15 „De
wereld van 1Ó0 Jaar terug", causerie. 6.30 OrgeL
7.00 BNO: Econ. vragen van den dag: 7.15 Alt
viool, piano en gram. 7.45 Gram. 8.00 BNO: Ber.
8.15 Spiegel van den dag. 8.30 Ber. Engelsch.
8.45 Melodisten, dameskoor „AetherCharme" en
solist. 9.30 Orgel (opn.). 9.40 AvondwUdlng
(VriJz. Protest. Kerkcomité). 9.45 BNO: Engel-
sche ber. 10.00 BNO: Ber., Sluiting.
NED. PBOGB. HILVERSUM H. 801.5 M.
6.45 Gram. 6.50 Ochtendgymn. 7.00 Gram. 7.45
Ochtendgymn. 8.00 BNO: Ber. 8.15 Gram. 10.00
Orgel (opn.). 10.20 Piano en gram. 11.00 Voor
de kleuters. 11.20 Gram. 11.35 Orgel. 12.00 Ber.
12.15 Esmeralda. 12.45 BNO: Nieuw3- en econ.
ber. 1.00 Amusementsorkest. 1.45 Gram. 2.00
Utrechtsch strijkkwartet en gram. 3.00 Gram,
8.30 Huishoudelijke vraagbaak. 3.45 Ensemble
Bart Ekkers. 4.15 Gram. 4.30 Voor de Jeugd. 5.00
Gram. 5.15 BNO: Nieuws-, econ.- en beursber1.
5.30 Ensemble Bandi Balogh. 6.00 Boekbespre
king (Christ. Radio-Stichting). 6.15 Puszta-ork.
en soliste. 6.45 „Wij trekken er op uit I" toeris
tische raadgevingen. 7.00 BNO: Econ. vragen
van den dag. 7.15 Gram. 7.30 „Kapitalisme en
natlonaal-socialisme", lezing. 7.45' Gram, 8.00
BNO: Ber. 8.15 Gram. of spiegel van den dag.
8.30 Gram. 8.45 Radiotooneel. 9.30 Omroeporkest.
10.00 BNO: Ber., sluiting.
SOLLICITATIES BIJ DEN NED.
OMROEP.
Ontzagiyk ls het aantal sollicitaties dat
geregeld by den Nederlandschen Omroep
binnen komt. In verband hiermede ver
zoekt de directeur-generaal aan allen, die
zich voor een dienstbetrekking met den
omroep in verbinding stelden, niet over hun
sollicitatie te correspondeeren zoolang zij
op hun eerste schrijven geen antwoord
ontvangen hebben. Elke dienstaanbieding
wordt met de noodige aandacht behandeld
en tezynertyd beantwoord.
ZwartP. L. van der Sluis, Dordrecht.
1 2 3 4 6
m B
46 47 48 49 50
WitJ. P. de Vroom, Dordrecht.
(Wordt vervolgd).
Oplossing Probleem KAAT.
Dit in onze rubriek van 9 April j.l* aan
geboden probleempje had den volgenden
stand: Zwart 8 schyven op 8, 14, 15, 17,
19, 24, 26 en 32. Wit 8 schyven op 18, 25,
31, 34, 35, 39, 40 en 42.
De ontleding verloopt aldus: 35—30
24X33; 18—131 26x48; 13X2 48X30;
2X20, 15X24 en 25X34. Mogelyk is ook
35—30 24x33; 18—12 26X48; 12X3 dam
48X30 en 3X35! Deze bijoplossing ontsiert
het overigens goed geconstrueerde stukje.
Goede oplossingen ontvipgen we van de
heeren S. v. E., v. d.M. en G. P., allen
te Vlissingen, W. B. en H. D., beiden te
Middelburg en A. C. en H. M. S., beidén
te Goés.
DOOR FRANK F. BRA UN.
41)
„Het komt er niet opaan," zei Kyban-
der. „Het kan ook een open wagen zyn,
het is mooi weer."
Toen Henke hem alleen had gelaten,
zat hy een oogenblik stil op zijn stoel. Nu"
houdt hy me voor een onaangenamen
aanmatigenden kerel, dacht hy glim
lachend. Ik zal nog moeite hebben, hem
langzamerhand weer een betere meening
over my te laten krijgen. Maar wat zou
het voor onzin hebben gehad, hem nu
uitleg te geven? Hy weet precies zooveel
van het geval Fabreanl als ik. Wanneer
hy vandaag niet hetzelfde weet, ligt dat
aan hem. Hij zal het binnen een goed uur
vroeg genoeg merken.
Langzaam stond hy op en liep naar het
venster. Kijk eens aan, daar had toch de
plant in den hoek nog knoppen gekregen.
Ja, ja, je moet geraniums nooit weg
gooien; ze komen altijd nog weer terecht.
Een karmynroode bloem zou dat worden,
heel aardig, werkelijk, een kleine verras
sing.
Hy haalde zijn horloge te voorschijn. Nog
vijf en dertig minuten? Dan wilde hij toch
gauw in de cantine nog wat eten. By de
Fabreani's zou er wel koffie zyn, als hij
straks kwam, maar niet voor hem. Hij
glimlachte, schakelde de telefoon om, sloot
zyn deur en ging naar de cantine.
„Erwtensoep met kluif, mynheer", zei de
kok. „Ik weet niet, of u daarvan houdt?"
„Geef maar op I" zei Kybander. Hy
knikte de beide brigadiers toe, die aan de
zelfde tafel zaten, vouwde zyn servet uit en
snoof genietend de geur op, die van de beide
borden van de eters naar hem toe zweefde.
Maar hij kwam nog niet aan eten toe.
Een ordonnans kwam snel aanloopen.
„Mynheer, er is een dringende boodschap
voor u aan de telefoon."
„Zoo", zei Kybander. „Wie heeft er dan
zoo'n haast?"
„Juffrouw Angelica Fabreani is aan het
toestel." x
„Ik kom." Hy stond op.
„U kunt hier beneden spreken", zei de
jonge beambte. „Ik heb de telefoon laten
omzetten."
Kybander ging in de cel. Hij noemde zijn
naam. Aan den anderen kant van de draad
was werkelyk Angelica.
„Ik was straks niet thuis, inspecteur.
Moeder heeft me' verteld, dat u had opge
beld. U wilde ons en Peter Braubach om
half drie thuis spreken. Is alles in orde Is
Peter Braubach bij Otto Horn geweest en
hebt u poeder gevonden? Ik ben op het
oogenblik alleen en kan dus geheel vrij-uit
spreken."
Kybander merkte, hoe opgewonden ze
was hy hoorde haar snellen adem. „Alles
is in orde", zei hy. „Uw neef is by mijnheer
Horn geweest en heeft daar het poeder ver
stopt. We hebben het gevonden. Tot zoover
is alles in orde, juffrouw Fabreani. Maar
één ding klopt,er niet en gooit uw heele
mooie plannetje ln duigen. Weet u, wat
Peter Braubach ginds in de kamer van
Horn verstopt heeft?"
„De atropine 1"
„Nee. Het zakje met het purgeermiddel,
dat lk het laatst in uw handtaschje heb
gezien. Hoe hy aan dat poeder gekomen is,
weet ik niet. Missohien kunt u dat nog uit
vinden. In ieder geval kan ik u daarom
trent gerust stellen. Peter Braubach is niet
de moordenaar van uw stiefbroer. Maar
wees u nu verstandig, juffrouw Fabreani;
verraad u niets, wanneer Peter Braubach
komt. Wees u heel gewoon tegen hem. Het
is beter, dat hy niets vermoedt."
Angelica zei moeizaam „U gelooft dus
werkelijk niet, dat hy de dader was, inspec
teur?. Ja, wat moet er dan gebeuren? Ik
kan het niet begrijpen. Hy moet het ge
weest zyn l"
„Precies hetzelfde heb ik ook gedacht",
bekende Kybander. „Maar desondanks was
Peter Braubach het niet."
„Kent u dan den moordenaar?"
„Ja", antwoordde Kybander zonder aar
zelen. „Ik weet wie het is."
„Wie was het dan
„Ik begrijp uw ongeduld volkomen, maar
laat ik daarop geen antwoord hoeven te
geven door de telefoon. Binnen een half
uur zijn we bij udan zult u alles wel
merken."
„Inspecteur, u plaagt me."
„Nee", zei Kybander, „niets ligt minder
in mijn bedoeling. Ik wil u helpen, u en al
de anderen, die onschuldig zyn en den last
van de verdenking hiervan gedragen heb
ben." Hij wachtte. Angelica zweeg.
„Wees u nu verstandig", raadde hij nog
maals aan. „Geen woord over wat we zoo
juist besproken hebben. Houd u Peter Brau
bach als u wilt vast. Hij moet er bij zyn,
als we komen."
„Die schaapskop Hoe heeft hij nu aan
het poeder in mijn handtaschje kunnen den
ken Nu loopt me de zaak om."
„Vermoedt u werkelyk niet, hoe het in
elkaar zit? Hij houdt u voor de daderes.
Hij wilde u helpen. De manier waarop is
alleen te veroordeelen. Wat had Otto Horn
hem gedaan vraagt men zich af en ver
der heeft een volwassen mensch niet zoo
veel gevoel voor moraliteit, afgezien nog
van de rest, dat hij merkt, hoe misdadig
zyn handelwijze is? Hy zou Otto Horn zoo
hebben kunnen belasten, dat het den armen
man moeilyk gevallen zou zyn, zyn on
schuld te bewyzen misschien was het hem
zelfs onmogelijk geweestMaar laten we
daar niet verder over spreken. Dat staat op
een ander blaadje. Wat ik u zou willen vra
gen uw dienstmeisje Dora blijft thuis, hè,
dat is toch goed afgesproken?"
„Dat heeft u zoo geregeld."
„Goed, dan loopt alles' goed. Ik kom
straks en Otto Horn zal met ons meeko
men. Weest u aardig voor hem, hij heeft
veel voor u gedaan. U heeft een ongeloof
lijke macht over die jonge mannen gehad,'
juffrouw Fabreanide eene wilde zich voor
u laten opsluiten, de andere werd zelfs
eennou, laten we dat harde woord
maar laten rusten."
„De derde gaf er de voorkeur aan, weg
te reizen", zei Angelica.
„De Hongaar? Ja, hy was misschien Cte
eenige, die weerstand tegen u bood, en wan
neer het in de wereld rechtvaardig toeging,
juffrouw Fabreani, "had u juist van hem
moeten houden, terwille van het goede
evenwicht. Maar hoe kom ik er nu by,
u door de telefoon philosophieën te verkoo-
pen." Hy brak zijn betoog af.
„U weet heelemaal niet, hoezeer u gekjk
heeft"? zei Angelica zacht.
Ze namen afscheid. Kybander ging weer
naar de eetzaal. De kok kwam met het
bord erwtensoep de kluif dreef als een
eiland in een waddenzee.- ftybander keek
het bord een seconde liefdevol aan, voor hy
het vleesch begon te snijden. Desondanks
moest hy onoplettend geweest zijn en een
beensplinter over het hoofd hebben gezien.
Plotseling verslikte hy zich, moest hoesten
en bracht den beensplinter nog net bytyds
te voorschijn. Het had er ernstig uitgezien
hij was purperrood in het gezicht en de
oehulpzame brigadier, die hem op den rug
geklopt had, keek hem vol zorg aan.
Kybander lachte.
„U lacht, mynheer, dan is het dus goed
afgeloopen Het zag er slecht uit."
„Dank je", zei Kybander. „Er is niets
gebeurd." Hij lachte nog steeds, maar on
mogelijk kon hy aan de brigadiers de reden
ervan zeggen. Misschien verblydde ook al
leen hém deze gedachte; ieder ander zou
ervan geschrokken zijn.
Hij dachtals ik nu gestikt was, zou het
geval Fabreani niet tot een oplossing zyn
gekomen. Niemand buiten mij kent den
moordenaar. Ik geloof vast, dat hij ook niet
gevonden zou worden. Alles zou weer van
voren af aan begonnen moeten worden. On
vermoede mogelijkheden zouden zich voor
iemand openen, die soms dit geval tot 'n
roman wilde gebruiken.
Met myn dood zou het eerste deel worden
afgesloten. Mijn zoon ik zou in dien
roman natuuriyk een zoon hebben zou
het geval twintig jaren later hebben opge
lost. In het tweede deel.
Maar dan at hy rustig zyn bord leeg, stak
een sigaar op, keek op zijn horloge en zag,
dat het tijd was. Het was goed, dat hij het
gebouw verliet Juist op dit oogenblik was
commissaris Larris door een aanval van
ongeduldige geprikkeldheid aangegrepen.
Dat geval Fabreani kwam maar niet tot
een oplossing. Waar bleef Kybander nu met
de beloofde verklaring Hy nam de telefoon
op, doch hij kreeg met kamer twee honderd
achttien geen verbinding. Kybander had zijn
kamer naar de gang toe afgesloten, maar
Larris trad de kamer door de verbinding
met de kamer ernaast binnen.
Hy zag, dat zyn hoofdinspecteur de ka
mer reeds verlaten had. De koekoeksklok
tikte hy keek ernaar. Half drie, juist nu
wilde Kybander ln het huis van de Fabre
ani's zyn. Hy dacht na, dan nam hy l\et
dossier op, dat op tafel lag. Hij bladerde»
zag de laatste bladzyde, die er pas aan was
toegevoegd, en beifierkte, dat hij den tekst
ervan niet kende.
Stenogram van het telefoongesprek tus
schen hoofdinspecteur Kybander en me
vrouw Eva Fabreanitien uur veertig ge
voerd op de directe stadslyn, zoo las Larris
op deze bladzijde. In den hoek stond de
datum.
Hoofdinspecteur Kybander„Ik stuur n
de lamp terug, mevrouw Fabreani."
Mevrouw Fabreani„Dat is niet noodig,
inspecteur. Ik laat hem dadelijk bij u halen,
want hy .noet toch naar den installateur.
Hy kan hem afhalen, hem in orde maken
en weer by ons brengen. Het heeft geen
haast, wy gebruikten de lamp alleen maar
als noodhulp."
[(Wordt vervolgd.),