Hl Ui S i§ 11 S Iü iü iü Hl 11 ui ui 11 B 118 8 lil 18 Iü fl b m s s iü g§ üH iHf fSf m ëi m m S iü B 11 m in nu m 18 iü II IÜ Ha*#* fÉl iS mi nn 2 S B 2 B m Bi B8 Bi It iH B Dammen Radioprogramma Net geheim van het doodelijke gif De persoonsbewijzen. Het linkeroor heelemaal op de foto. Men meldt ons van bevoegde zijde: De fotografen, die de foto's leveren waarmede straks de persoonsbewijzen voor zien moeten worden, zullen, misschien voor het eerst in hun fotografische loopbaan, een foto moeten maken volgens regeerings- voorschrift. Het moet een foto worden volgens lid zus van artikel zoo van het besluit nr. 1 en daarmee uit. Geen artis tieke overweging, geen problemen van pose of belichting, nog minder de vleiingen, de smeekingen of de protesten der slacht offers mogen den fotograaf bewegen hem of haar anders op het plaatje te zetten dan is voorgeschreven by lid zus van artikel zoo. En dit voorschrift, in casu artikel 15, le lid onder 5 van het uitvoeringsbesluit persoonsbewijzen I zegt het kort en krach tig: De foto moet den af ge beelden persoon zoodanig toonen, „dat het linkeroor dui delijk zichtbaar is". En hoe mrjn linkeroor nu ook aan myn hoofd zit, hoog of laag schots of scheef, plat of bol: er helpt geen lieve moeder aan: het moet niet alleen duidelijk maar het moet heelemaal op de foto. Maar de dames, die op het plaatje komen zijn schrander en vindingrijk en als de fotograaf onverbiddelijk wijst op artikel 15 sub 5, dan toont de slagvaardige vrouw hem terstond Hetzelfde artikel sub 7 en daar staat het: de foto moet den afge- beelden persoon duidelijk kenbaar weer geven. „En", zoo redeneert de vrouwen logica, ,;als ik gewoon ben mijn kapsel in een sierlijke golf over mtjn linkeroor te dragen, ben ik kenbaar aan mijn golf en niet aan mtjn oor. Dus wel. de golf maar niet het oor". Het lijkt wel mooi, maar het is niet zoo. Het meergenoemde uitvoeringsbesluit heeft over de afbeelding daarvan een dui- deltjk voorschrift gegeven, waaraan men zich heeft te houden: het oor moet op de foto duideltjk en geheel zichtbaar zijn. De redeneering, dat men gewoon is het oor bedekt te dragen en dientegevolge e*n onbedekt oor den afgebeelden persoon niet duideltjk kenbaar zou weergeven, is geen logica maar schtjn-logica en berust op een tweeledige opvatting van het begrip „dui delijk kenbaar". Een zwaargesluierde dame, welke iederen dag het huis van haar buren passeert, kan voor de buurtgenooten duidelijk kenbaar ztjn als de weduwe Jansen. In den zin van het uitvoeringsbesluit is zij echter allér- minst duideltjk kenbaar. De haardracht en de variabele mode, welke die dracht beinvloedt, is weinig constant en is, dikwijls binnen zeer korten tijd, aan wijzigingen onderhevig. Die wijzi gingen zijn oorzaak, dat voor de foto op de persoonsbewijzen, welke onze identiteit moet helpen bewijzen, inzake de haardracht geen voorschriften zijn gegeven. Om zeer gewichtige redenen, die hier niet pader be hoeven te worden aangegeven, is betref fende de afbeelding van ons linkeroor wel een bepaalde scherp geformuleerde eisch gesteld. En deze eisch vergt, dat het linkeroor geheel zichtbaar zij. Men houde zich daaraan. Geen Joden meer In Nederlandsche orkesten. JOODSCHE MUSICI IN EEN JOODSCH ORKEST. Met ingang van 15 Mei a.s. zullen de Joden, die volgens verordening reeds maan den geleden van hun functie hadden moeten worden ontheven, uit de Nederlandsche ge subsidieerde orkesten worden ontslagen. Ter voorkoming van technische moeilijk heden kunnen Joodsche orkestleden nog na dien datum gehandhaafd worden, in dien het winterspealseizoen van het be treffende orkest eerst na 15 Mei eindigt. In verband met dezen maatregel heeft de secretaris-generaal van het departement van volksvoorlichting en kunsten gezocht naar een oplossing om de ontslagen orkest leden in de gelegenheid te stellen als musici werkzaam te blijven. Daartoe is overleg ge pleegd met de Joodsche coördinatie com missie, die het voorstel om te komen tot de stichting van een Joodsch orkest wil steunen en pogingen in het werk stelt de Joodsche orkestleden in een uitsluitend Joodsch orkest onder te brengen. Met de leiding van dit orkest zal Albert van Kaalte worden belast. Het zal in Amster dam worden gevestigd: de concerten door dit orkest te geven zullen uitsluitend door Joden kunnen worden bezocht. Met deze oplossing zijn zoowel de Jood sche musici en het Joodsche publiek, als de Nederlandsche musici en het Nederland sche publiek gebaat. De vorming van kunstenaars gilden. Het departement van volksvoorlichting en kunsten deelt ons mede: Vele vragen bereiken ons van kunstenaars, die in ver warring zjjn gebracht door mededeelingen, verspreid door enkele kunstenaarsvereni gingen, inzake verplichte concentraties, vakgroepeering en aanmeldingsplicht. Met nadruk wijzen we erop, dat bedoelde actie eiken grond mist. Geen enkele vereni ging heeft het rcht te beweren of mag den indruk wekken, dat zjj een monopolie voor gildevorming of beroepserkenning zal verkrijgen. Alle desbetreffende maatregelen zyn uit sluitend aan den secretaris-generaal van het departement van volksvoorlichting en kunsten voorbehouden. Binnenkort zullen hierover mededeelingen volgen. JODEN NIET LANGER OP DE BEURZEN TOEGELATEN. ZIJ VERLIEZEN NIET TEGELIJKERTIJD HET VEREENIGINGSLIDMAATSCHAP. Op order van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied (com missaris-generaal voor financiën en econo mie) maken de besturen van de vereeni- ging voor den effectenhandel te Amster dam, de vereeniging van effectenhandela ren te Rotterdam en de bond voor den geld- en effectenhandel in de provincie te 's-Gravenhage bekend, dat met ingang van 1 Mei 1941 den Joden den toegang tot de beurzen te Amsterdam, Rotterdam en 's-Gravenhage verboden is. Ter bepaling van het begrip „Jood" geldt artikel 4 van de verordening van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied be treffende het aangeven van ondernemingen dato 22 October 1940 (verordening no. 189/ 1940), welk artikel als volgt luidt „1) Jood is een ieder, die uit ten minste drie naar ras vol-Joodsche grootouders stamt. 2) Als Jood wordt ook aangemerkt hy die uit twee vol-Joodsche grootouders stamt en 1) hetzij zelf op den negenden Mei 1940 tot de Joodsch-kerkelyke ge meente heeft behoord of na dien datum daarin wordt opgenomen; 2) hetzij op den negenden Mei 1940 met een Jood was gehuwd of na dat oogenblik met een Jood in het huwelijk treedt. 3) Een grootouder wordt als vol-Joodsch aangemerkt, wanneer deze tot de Joodsch- kerkelyke gemeenschap heeft behoord." Het verbod van toegang tot de beurs beteekent niet tegelijkertijd, dat de -betref fende leden het lidmaatschap van de ver eeniging, waaronder zij ressorteeren, ver liezen. DIT JAAR GEEN HAGESPRAAK. De persdienst van den N.S.B. meldt: De jaarlijksche hagespraak van den N.S.B. zal dit jaar wegens de tijdsomstan digheden niet plaats vinden. Toch zullen op den 2en Pinksterdag de fraaie terreinen op den Goudsberg te Lunteren voor de leden worden opengesteld. Onderscheiden functionnarissen zullen op het hagespraakterrein aanwezig zijn en ge zorgd zal worden, dat een aantal gidsen beschikbaar is óm de bezoekers rond te leiden. DE RIJKSARBEIDS BEMIDDELING NA 1 MEI. TOT WELK BUREAU MOETEN WERKGEVERS EN WERKNEMERS ZICH WENDEN. Met ingang van 1 Mei 1941 treedt in het geheele land de nieuwe organisatie der arbeidsbemiddeling, onder leiding van hetRijksarbeidsbureau te 's-Gravenhage, in werking. De gemeentelijke organen der arbeids bemiddeling maken dan plaats voor 37 nieuw ingestelde gewesteiyke arbeidsbu reaux, die, daarin bygestaan door 144 bij kantoren, him taak zullen vervullen. Werkgevers, die van de organen der ar beidsbemiddeling gebruik maken, en per sonen, die zich als werkzoekenden wil len doen inschryven, alsmede zy, die hun inschrijving als werkzoekende willen doen vernieuwen, kunnen zich wenden tot de gewestelijke arbeidsbureaux of hun bij kantoren, als in de onderstaande opsom ming is aangegeven. Inwoners u;t de gemeentenArnemui- den, Biggekerke, Grijpskerke, Koudeker- ke, Middelburg, Nieuw- en St. Joosland, Serooskerke (W.), St. Laurens, Veere en Vrouwenpolder moeten zich melden by het gewestelijk arbeidsbureau te Middelburg. Inwoners uit de gemeenten Aagteker- ke, Domburg, Meliskerke, Oostkapelle, Westkapelle en Zoutelande moeten zich melden by het bijkantoor te Domburg. Inwoners uit de gemeenten Goes, 's- Heer Abtskerke, 's-Heer Arendskerke, Kapelle, Kattendijke, Kloetlnge, Wemel- dinge en Wolphaartsdyk moeten zich mel den by het bijkantoor te Goes. Inwoners uit de gemeenten Krabben- dijke, Kruiningen, Rilland-Bath, Waarde en Yerseke dienen zich te melden bij het bijkantoor te Hansweert (gem. Kruinin gen). Inwoners uit de gemeenten Baarland, Borssele, Driewegen, Ellewoutsdyk, 's- Gravenpolder, Hoedekenskerke, 's-Heeren- hoek, Heinkenszand, Nisse, Oudelande en Ovezande moeten zich melden by het bij kantoor te Heinkenszand. Inwoners uit de gemeenten Kortgene en Wissekerke dienen zich te melden bij het bykantoor te Kortge e. Inwoners van de gemeenten: Oost- en West-Souburg, Ritthem en Vlissingen moeten zich melden by het bykantoor te Vlissingen. Inwoners uit de gemeenten Brouwers haven, Bruinisse, Burgh, Dreischor, Dui- vendyke, Eikerzee, Ellemeet, Haamstede, Kerkwerve, Nieuwerkerk (Z.), Noordgou- we, Noordwelle, Oosterland, Ouwerkerk, Renasse, Serooskerke (S.), Zierikzee en Zonnemaire moeten zich melden by het bij kantoor te Zierikzee. Inwoners uit de gemeentenAxel, Hoek, Terneuzen en Zaamslag moeten zich wenden tot het gewestelyk arbeidsbu reau te Terneuzen. Inwoners uit de gemeentenClinge, 'Graauw en L&ngendam, Hontenisse, Hulst, St. Jansteen en Vogelwaarde moeten zich melden bij het bijkantoor te Hulst. Inwoners uit de gemeenten Aarden burg, Biervliet, Breskens, Cadzand, Groe- de, Hoofdplaat, Nieuwvliet, Oostburg, Re- tranchement, Schoondyke, Sluis, Water landkerkje, IJzendijke en Zuidzande moe ten zich melden by het bijkantoor te Oost- burg. Inwoners uit de gemeenten Koewacht, Overslag, Philippine, Sas van Gent, West- dorpe, en Zuiddorpe moeten zich wenden tot het bykantoor te Sas van Gent. Zij, die uitkeering uit een werkloozen- kas ontvangen, en zy, die voor steunuit- keering in aanmerking komen of bij werk- verruimingswerken geplaatst willen wor den, moeten ervoor zorgen, dat zy als werkzoekenden by de hiervoren bedoelde gewestelijke arbeidsbureaux of de bykan- toren zyn ingeschreven. Voorzoover zy thans by de gemeentelijke organen ^er openbare arbeidsbemiddeling als werkzoe kenden staan ingeschreven, behoeven zy zich niet eerder voor vernieuwing der in schrijving bij de nieuwe bureaux aan te melden dan op het tijdstip, waarop ver nieuwing der inschryving geschieden moet. KAPELLE. Abonnementen en advertenties voor de Provinciale Zeeuwsche Courant worden aangenomen door den Agent A. VAN LIERE. REDACTEUR: J. A. VAN D1XHOORN, Bao/nstraat 85, Beverwijk. Het volgende stukje, evenals het vorige van den heer Kaat bieden we onzen lezers ditmaal ter oplossing aan. Auteur JAN KAAT, Kapelle. 1 2 3 4 6 B nn nu m 3 j 47 49 60 CijferstandZwart 10 schyven op 8, 11, 15, 18, 21, 23, 24, 26, 28 en 29. Wit 10 schyven op 25, 31, 32, 35—40 en 43. Als steeds Vit begint en wint Oplossingen worden gaarne ingewacht vóór of op 14 Mei a.s. by de Redactie der Prov. Zeeuwsche Crt. onder motto Dam-, rubriek. Partij No. 37. De volgende fraaie party is uit den juist aangevangen wedstrijd om het Districts kampioenschap Hoofdklasse 1941 van Dordrecht en omgeving en werd dezer da gen gespeeld tusschen de heeren J. N. de Vroom, vroeger te Koudekerke, met wit en P. L. van der Sluis met zwart, bei den te Dordrecht. Dat dit tournooi sterk bezet is, biykt uit onderstaande namen der overige deelnemers A. Bax, G. Pors, W. van der Kraan, J. H. de Kluyver, L. Pronk, L. den Hartog, C. van der Ven en W. van Heeren. Met belangstelling volgen we de verdere verrichtingen van den heer De Vroom en stellen ons voor nader op dit tournooi terug te komen. Wit: J. N. DE VROOM, Dordrecht. ZwartP. L. VAN -DER SLUIS, Dordrecht. Hollandfiche opening, onregelmatig tegengespeeld. 1. 33—28 17—21 2. 39—33 19—24 3. 31—27 20—25 4. 44—39 11—17. Indien wit nu zou vervolgen met 3731 of 3631 dan zou zwart schyfwinst behalen door: 25—30, 34X25 24—29, 33X24 14—20, 25X14, 10X30, 35x24 18—22, 27X18 en 13X35! 5. 50—44 14—20. 6. 37—31 21—26 7. 27—22 18X27 8. 31*11 6X17 9. 41—37 16. Wit bezet thans het centrum. 10. 36—31 7—11 11. 31—27 Zwart wordt -in zyn zetten beperkt Zoo wordt 1014 verhinderd wegens 34—30, terwijl op 1218, 2721 zou volgen. 1117—21, 12. 37—31 26X37 13. 32X41! 21X23 14. 34—30 25X34 15. 40X7 Sterker dan 39X28, daar zwart verplicht wordt tot den volgenden zet 158—12 16. 7X18 13x22 17. 41—37 10—14 18. 33—28 22X33 19. 39X28 9—13 20. 4641 14—19 21. 37—32 4—9 22. 41—37 13—18 23. 37—31 9—13 24. 47—41 Indien wit hier 3127 had ge speeld, kon zwart sterk vervolgen met 39 en de dreiging 18—22! 24 5—10 25. 41—37 10—14 26 43—39 20—25 27. 38—33 14—20 28. 42—38 3—8 29. 31—27 2—7 30. 49—43 18—23 31. 44—40 7—12 32. 39—34 In den nu ontstanen diagramstand is de partij in het beslissend stadium gekomen. Vrijdag 2 Mei 1841. NED. PBOGB. HILVERSUM I. «15.5 M. 0.45 Gram. 0.50 Ochtendgymn. 7.00 Gram. 7.45 Ochtendgymn. 8.00 BNO: Ber. 8.15 Schriftlezing en Meditatie (Christ. Radio-Stichting). 8.25 Go- wijde muziek (gr,pi.). 8.45 Gram. 10.00 Ensemble Erika Helen (10.20—10.40 Declamatie). 11.10 Gram. 11.80 Zang met piano. 12.00 Omroeporkest. 12.42 Almanak. 12.45 BNO: Nieuws- en econ. ber. 1.00 Gram. 1.35 Het orkest Eloward. 2.15 Voor de vrouwen. 2.30 Het orkest Eloward. 3.00 Zang met piano. 3.30 Musiquette. 4.00 Lezen ln den BUbel (VrÖz.-Protest. Kerkcomité). 4.20 Gram. 4.30 „Grepen uit de muziekgeschiedenis", cau serie met gram. 5.00 Gram. 5.15 BNOj Nieuws-, econ.- en beursber. 5.30 Omroeporkest. G.15 „De wereld van 1Ó0 Jaar terug", causerie. 6.30 OrgeL 7.00 BNO: Econ. vragen van den dag: 7.15 Alt viool, piano en gram. 7.45 Gram. 8.00 BNO: Ber. 8.15 Spiegel van den dag. 8.30 Ber. Engelsch. 8.45 Melodisten, dameskoor „AetherCharme" en solist. 9.30 Orgel (opn.). 9.40 AvondwUdlng (VriJz. Protest. Kerkcomité). 9.45 BNO: Engel- sche ber. 10.00 BNO: Ber., Sluiting. NED. PBOGB. HILVERSUM H. 801.5 M. 6.45 Gram. 6.50 Ochtendgymn. 7.00 Gram. 7.45 Ochtendgymn. 8.00 BNO: Ber. 8.15 Gram. 10.00 Orgel (opn.). 10.20 Piano en gram. 11.00 Voor de kleuters. 11.20 Gram. 11.35 Orgel. 12.00 Ber. 12.15 Esmeralda. 12.45 BNO: Nieuw3- en econ. ber. 1.00 Amusementsorkest. 1.45 Gram. 2.00 Utrechtsch strijkkwartet en gram. 3.00 Gram, 8.30 Huishoudelijke vraagbaak. 3.45 Ensemble Bart Ekkers. 4.15 Gram. 4.30 Voor de Jeugd. 5.00 Gram. 5.15 BNO: Nieuws-, econ.- en beursber1. 5.30 Ensemble Bandi Balogh. 6.00 Boekbespre king (Christ. Radio-Stichting). 6.15 Puszta-ork. en soliste. 6.45 „Wij trekken er op uit I" toeris tische raadgevingen. 7.00 BNO: Econ. vragen van den dag. 7.15 Gram. 7.30 „Kapitalisme en natlonaal-socialisme", lezing. 7.45' Gram, 8.00 BNO: Ber. 8.15 Gram. of spiegel van den dag. 8.30 Gram. 8.45 Radiotooneel. 9.30 Omroeporkest. 10.00 BNO: Ber., sluiting. SOLLICITATIES BIJ DEN NED. OMROEP. Ontzagiyk ls het aantal sollicitaties dat geregeld by den Nederlandschen Omroep binnen komt. In verband hiermede ver zoekt de directeur-generaal aan allen, die zich voor een dienstbetrekking met den omroep in verbinding stelden, niet over hun sollicitatie te correspondeeren zoolang zij op hun eerste schrijven geen antwoord ontvangen hebben. Elke dienstaanbieding wordt met de noodige aandacht behandeld en tezynertyd beantwoord. ZwartP. L. van der Sluis, Dordrecht. 1 2 3 4 6 m B 46 47 48 49 50 WitJ. P. de Vroom, Dordrecht. (Wordt vervolgd). Oplossing Probleem KAAT. Dit in onze rubriek van 9 April j.l* aan geboden probleempje had den volgenden stand: Zwart 8 schyven op 8, 14, 15, 17, 19, 24, 26 en 32. Wit 8 schyven op 18, 25, 31, 34, 35, 39, 40 en 42. De ontleding verloopt aldus: 35—30 24X33; 18—131 26x48; 13X2 48X30; 2X20, 15X24 en 25X34. Mogelyk is ook 35—30 24x33; 18—12 26X48; 12X3 dam 48X30 en 3X35! Deze bijoplossing ontsiert het overigens goed geconstrueerde stukje. Goede oplossingen ontvipgen we van de heeren S. v. E., v. d.M. en G. P., allen te Vlissingen, W. B. en H. D., beiden te Middelburg en A. C. en H. M. S., beidén te Goés. DOOR FRANK F. BRA UN. 41) „Het komt er niet opaan," zei Kyban- der. „Het kan ook een open wagen zyn, het is mooi weer." Toen Henke hem alleen had gelaten, zat hy een oogenblik stil op zijn stoel. Nu" houdt hy me voor een onaangenamen aanmatigenden kerel, dacht hy glim lachend. Ik zal nog moeite hebben, hem langzamerhand weer een betere meening over my te laten krijgen. Maar wat zou het voor onzin hebben gehad, hem nu uitleg te geven? Hy weet precies zooveel van het geval Fabreanl als ik. Wanneer hy vandaag niet hetzelfde weet, ligt dat aan hem. Hij zal het binnen een goed uur vroeg genoeg merken. Langzaam stond hy op en liep naar het venster. Kijk eens aan, daar had toch de plant in den hoek nog knoppen gekregen. Ja, ja, je moet geraniums nooit weg gooien; ze komen altijd nog weer terecht. Een karmynroode bloem zou dat worden, heel aardig, werkelijk, een kleine verras sing. Hy haalde zijn horloge te voorschijn. Nog vijf en dertig minuten? Dan wilde hij toch gauw in de cantine nog wat eten. By de Fabreani's zou er wel koffie zyn, als hij straks kwam, maar niet voor hem. Hij glimlachte, schakelde de telefoon om, sloot zyn deur en ging naar de cantine. „Erwtensoep met kluif, mynheer", zei de kok. „Ik weet niet, of u daarvan houdt?" „Geef maar op I" zei Kybander. Hy knikte de beide brigadiers toe, die aan de zelfde tafel zaten, vouwde zyn servet uit en snoof genietend de geur op, die van de beide borden van de eters naar hem toe zweefde. Maar hij kwam nog niet aan eten toe. Een ordonnans kwam snel aanloopen. „Mynheer, er is een dringende boodschap voor u aan de telefoon." „Zoo", zei Kybander. „Wie heeft er dan zoo'n haast?" „Juffrouw Angelica Fabreani is aan het toestel." x „Ik kom." Hy stond op. „U kunt hier beneden spreken", zei de jonge beambte. „Ik heb de telefoon laten omzetten." Kybander ging in de cel. Hij noemde zijn naam. Aan den anderen kant van de draad was werkelyk Angelica. „Ik was straks niet thuis, inspecteur. Moeder heeft me' verteld, dat u had opge beld. U wilde ons en Peter Braubach om half drie thuis spreken. Is alles in orde Is Peter Braubach bij Otto Horn geweest en hebt u poeder gevonden? Ik ben op het oogenblik alleen en kan dus geheel vrij-uit spreken." Kybander merkte, hoe opgewonden ze was hy hoorde haar snellen adem. „Alles is in orde", zei hy. „Uw neef is by mijnheer Horn geweest en heeft daar het poeder ver stopt. We hebben het gevonden. Tot zoover is alles in orde, juffrouw Fabreani. Maar één ding klopt,er niet en gooit uw heele mooie plannetje ln duigen. Weet u, wat Peter Braubach ginds in de kamer van Horn verstopt heeft?" „De atropine 1" „Nee. Het zakje met het purgeermiddel, dat lk het laatst in uw handtaschje heb gezien. Hoe hy aan dat poeder gekomen is, weet ik niet. Missohien kunt u dat nog uit vinden. In ieder geval kan ik u daarom trent gerust stellen. Peter Braubach is niet de moordenaar van uw stiefbroer. Maar wees u nu verstandig, juffrouw Fabreani; verraad u niets, wanneer Peter Braubach komt. Wees u heel gewoon tegen hem. Het is beter, dat hy niets vermoedt." Angelica zei moeizaam „U gelooft dus werkelijk niet, dat hy de dader was, inspec teur?. Ja, wat moet er dan gebeuren? Ik kan het niet begrijpen. Hy moet het ge weest zyn l" „Precies hetzelfde heb ik ook gedacht", bekende Kybander. „Maar desondanks was Peter Braubach het niet." „Kent u dan den moordenaar?" „Ja", antwoordde Kybander zonder aar zelen. „Ik weet wie het is." „Wie was het dan „Ik begrijp uw ongeduld volkomen, maar laat ik daarop geen antwoord hoeven te geven door de telefoon. Binnen een half uur zijn we bij udan zult u alles wel merken." „Inspecteur, u plaagt me." „Nee", zei Kybander, „niets ligt minder in mijn bedoeling. Ik wil u helpen, u en al de anderen, die onschuldig zyn en den last van de verdenking hiervan gedragen heb ben." Hij wachtte. Angelica zweeg. „Wees u nu verstandig", raadde hij nog maals aan. „Geen woord over wat we zoo juist besproken hebben. Houd u Peter Brau bach als u wilt vast. Hij moet er bij zyn, als we komen." „Die schaapskop Hoe heeft hij nu aan het poeder in mijn handtaschje kunnen den ken Nu loopt me de zaak om." „Vermoedt u werkelyk niet, hoe het in elkaar zit? Hij houdt u voor de daderes. Hij wilde u helpen. De manier waarop is alleen te veroordeelen. Wat had Otto Horn hem gedaan vraagt men zich af en ver der heeft een volwassen mensch niet zoo veel gevoel voor moraliteit, afgezien nog van de rest, dat hij merkt, hoe misdadig zyn handelwijze is? Hy zou Otto Horn zoo hebben kunnen belasten, dat het den armen man moeilyk gevallen zou zyn, zyn on schuld te bewyzen misschien was het hem zelfs onmogelijk geweestMaar laten we daar niet verder over spreken. Dat staat op een ander blaadje. Wat ik u zou willen vra gen uw dienstmeisje Dora blijft thuis, hè, dat is toch goed afgesproken?" „Dat heeft u zoo geregeld." „Goed, dan loopt alles' goed. Ik kom straks en Otto Horn zal met ons meeko men. Weest u aardig voor hem, hij heeft veel voor u gedaan. U heeft een ongeloof lijke macht over die jonge mannen gehad,' juffrouw Fabreanide eene wilde zich voor u laten opsluiten, de andere werd zelfs eennou, laten we dat harde woord maar laten rusten." „De derde gaf er de voorkeur aan, weg te reizen", zei Angelica. „De Hongaar? Ja, hy was misschien Cte eenige, die weerstand tegen u bood, en wan neer het in de wereld rechtvaardig toeging, juffrouw Fabreani, "had u juist van hem moeten houden, terwille van het goede evenwicht. Maar hoe kom ik er nu by, u door de telefoon philosophieën te verkoo- pen." Hy brak zijn betoog af. „U weet heelemaal niet, hoezeer u gekjk heeft"? zei Angelica zacht. Ze namen afscheid. Kybander ging weer naar de eetzaal. De kok kwam met het bord erwtensoep de kluif dreef als een eiland in een waddenzee.- ftybander keek het bord een seconde liefdevol aan, voor hy het vleesch begon te snijden. Desondanks moest hy onoplettend geweest zijn en een beensplinter over het hoofd hebben gezien. Plotseling verslikte hy zich, moest hoesten en bracht den beensplinter nog net bytyds te voorschijn. Het had er ernstig uitgezien hij was purperrood in het gezicht en de oehulpzame brigadier, die hem op den rug geklopt had, keek hem vol zorg aan. Kybander lachte. „U lacht, mynheer, dan is het dus goed afgeloopen Het zag er slecht uit." „Dank je", zei Kybander. „Er is niets gebeurd." Hij lachte nog steeds, maar on mogelijk kon hy aan de brigadiers de reden ervan zeggen. Misschien verblydde ook al leen hém deze gedachte; ieder ander zou ervan geschrokken zijn. Hij dachtals ik nu gestikt was, zou het geval Fabreani niet tot een oplossing zyn gekomen. Niemand buiten mij kent den moordenaar. Ik geloof vast, dat hij ook niet gevonden zou worden. Alles zou weer van voren af aan begonnen moeten worden. On vermoede mogelijkheden zouden zich voor iemand openen, die soms dit geval tot 'n roman wilde gebruiken. Met myn dood zou het eerste deel worden afgesloten. Mijn zoon ik zou in dien roman natuuriyk een zoon hebben zou het geval twintig jaren later hebben opge lost. In het tweede deel. Maar dan at hy rustig zyn bord leeg, stak een sigaar op, keek op zijn horloge en zag, dat het tijd was. Het was goed, dat hij het gebouw verliet Juist op dit oogenblik was commissaris Larris door een aanval van ongeduldige geprikkeldheid aangegrepen. Dat geval Fabreani kwam maar niet tot een oplossing. Waar bleef Kybander nu met de beloofde verklaring Hy nam de telefoon op, doch hij kreeg met kamer twee honderd achttien geen verbinding. Kybander had zijn kamer naar de gang toe afgesloten, maar Larris trad de kamer door de verbinding met de kamer ernaast binnen. Hy zag, dat zyn hoofdinspecteur de ka mer reeds verlaten had. De koekoeksklok tikte hy keek ernaar. Half drie, juist nu wilde Kybander ln het huis van de Fabre ani's zyn. Hy dacht na, dan nam hy l\et dossier op, dat op tafel lag. Hij bladerde» zag de laatste bladzyde, die er pas aan was toegevoegd, en beifierkte, dat hij den tekst ervan niet kende. Stenogram van het telefoongesprek tus schen hoofdinspecteur Kybander en me vrouw Eva Fabreanitien uur veertig ge voerd op de directe stadslyn, zoo las Larris op deze bladzijde. In den hoek stond de datum. Hoofdinspecteur Kybander„Ik stuur n de lamp terug, mevrouw Fabreani." Mevrouw Fabreani„Dat is niet noodig, inspecteur. Ik laat hem dadelijk bij u halen, want hy .noet toch naar den installateur. Hy kan hem afhalen, hem in orde maken en weer by ons brengen. Het heeft geen haast, wy gebruikten de lamp alleen maar als noodhulp." [(Wordt vervolgd.),

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1941 | | pagina 6