De oorzaken van de Duitsche militaire successen. Het geheim van hei doodelijke ai* Dammen Hf B 8 H H 11 11 in ':;X '..J ui iü B JU HP m§ iü w w m. Het oordeel van een Zwltserschen kolonel. (Van onzen Haagschen correspondent.) Een Zwitsersch hoofdofficier, dr. Gustav Dèlniker, kolonel van den Zwltserschen generalen staf, heeft in een gedocumen teerde brochure, die zich ook door leeken op militair-technisch terrein uitstekend lezen laat, zfln oordeel te kennen ge geven over de oorzaken der Duitsche mi litaire successen in de veldtochten van 1939 en 1940. In dit zakelijk en critlsch overzicht, ver schenen onder den titel: „Duitsche aan voering en Duitsche soldaten 19391940", zet deze neutrale deskundige allereerst de be teekenis uiteen van het verengen van de ruimte, om een zoo groot moge lijk effect van een concentrische operatie te bereiken. Ais welsprekend voorbeeld hiervan wjjst hjj op Polen, dat juist door dat hét hiertoe alle gelegenheid voor de Duitschers had geschapen, zoo snel over wonnen kon worden. In de veelvormigheid van de verschillen de operatievoorbereidingen constateert de schrijver aan Duitsche zjjde tevens een groote beheersching van de strategie met betrekking tot rjjkdom aan denkbeelden, koene besluitvaardigheid en daadkracht. Van den strjjd in het Westen zegt dr. Daniker ojn. het volgende: „Hoewel op het geheele 450 k.m. lange, langs de Nederlandsche en Luxemburgsche grenzen verloopende front gelijktijdig wordt aangetreden, concentreerde zich de krachtinspanning in drie zwaartepunten, die onderling* weder verschilden in be- teekenis. Op den rechtervleugel ging het erom, Nederland zoo snel mogelgk in be zit te nemen om daardoor een verenging van de oporatle-ruimte te verkregen. Hier. bij werd voor de eerste maal in grooten stijl een „omvatting van boven af' onder nomen, doordat valschermjagers en lucht- infanterie onmiddellijk bij het begin van den aanval midden in de Vesting Holland bij Rotterdam werden afgezet, wat in den vervolge medebeslissend was voor de snel le neerwerping van het Nederlandsche leger. Een tweede hoofdstoot werd uitgevoerd tegen den sterken hoekpyier van het Bel gische verdedigingsstelsel ep bracht het fort Eben Emael ten val. Daardoor werd een aanval tegen de stelling aan het Al- bertkanaal en een bedreiging van den Zuidelijken vleugel van het Nederlandsche leger mogeljjk. De Nederlanders hebben indertijd niet ten onrechte ernstige be denkingen aangevoerd tegen het beloop van het Belgische verdedigingsfront. Door den val van Eben Emael werd tegeiyk het Zuideltjk liggende Ardennefront aan het wankelen gebracht. Het hoofdzwaarte punt van de geheele op 10 Mei beginnende operatie lag intusschen op den linkervleu gel; met de doorbreking Van de verster kingen ten Zuiden van Namen, den stoot tegen Sedan en de doorbraak van de ver lengde Maginot-linie moesten de eigen lijke voorwaarden voor de vernietiging van de Engelsche en Pransche legers Noorde lijk van de Aisne en de Somme worden geschapen." In het tweöde gedeelte van zfln geschrift behandelt de Zwitsersche kolonel de uit voering van de operaties, waarbjj hy erop wijst, dat het hierbij niet alleen ging om de uitvoering van hetgeen was voorbereid, waartegen zich soms de handelingen van de tegenpartij, die men te voren natuurlijk niet kende, verzetten, doch vooral ook om het leiden der operaties. Dr. D&niker brengt hulde aan de Duit sche ondercommandanten, die zelfstandig, doch in den geest van de hoogere leiding en vrij van schema's handelden, altijd ver naar voren waren, zelf zagen en op grond daarvan onmiddellijk de vereischte beslui ten konden nemen. Eén van de geheimen van de Duitsche militaire successen schuilt dan ook in dit ver naar voren gaan van de commandanten, hetgeen ook als voor beeld voor den troep natuurlijk van niet te onderschatten beteekenis is. Dit laten van een niet geringe zelfstan dige vrijheid, ofschoon het opperbevel niet temin de teugels goed in handen hield, was slechts mogelijk door de zekerheid, dat alle commandanten, van hoog tot laag, in denzelfden geest handelden. Het hierdoor opgewekte persoonlijke initiatief wist vaak groote successen te bereiken. De schr. concludeert: „Duitsche stoutmoedigheid heeft de overwinning over Fransche voorzichtigheid bevochten. Deze koenheid heeft den vij andelijken moed meer gebroken, dan dat zij bloedige offers heeft moeten vragen. Door dit gedurfde wagen werd de tegen stander veelal geestelijk verlamd; hij was ook niet meer in staat zyn materieele mid delen werkzaam te gebruiken. De nieuwe oorlogvoering is gekenmerkt door een nieuwe tijdmaat en door betrekkelijk ge ringe offers." Tenslotte bespreekt de schr. de presta ties van den troep. Want uiteindelijk be paalt de soldaat de waarde van het leger. Ofschoon de opleiding der Duitsche sol daten in het algemeen op de slagvelden de vuurproef heeft doorstaan, moest toch op grond van de oorlogservaringen veel ver anderd en opnieuw geregeld worden, waar toe de rustige winter 19391940 werd ge bruikt, naar dr. Daniker onthult. In dien tijd heeft de Duitsche weermacht zich haar jongste oorlogservaringen grondig ten nutte gemaakt en hard geoefend, met name wat de samenwerking tusschen de ver schillende wapens betreft bij den aanval op versterkte stellingen. In dit opzicht verwijt deze Zwitsersche kolonel den Westelijke mogendheden, dat zij de lessen van den Poolschen veldtocht, die hun het dynamisch karakter der mo derne oorlogvoering hadden kunnen leeren, niet ter harte hebben genomen: „Indien men geen troepen wilde zenden, hadden tenminste talrijke Fransche en Engelsche officieren tijdig naar Polen moeten gaan om den oorlog van nabij mede te maken en richtlijnen vast te stellen voor de ver dere opleiding van de eigen legers. Daar aan dacht men echter niet. Tenslotte wijst de schr. nog er op, dat de Duitsche soldaat van heden ook de soldaat van een revolutie is, en de krijgs geschiedenis toont vele voorbeelden, dat de strijd voor een ideaal bijzondere krach ten verleent. Hoe minder de tegenstander, tengevolge van zijn andersgerichte denk beelden, begrijpt waarom het eigenlijk gaat, en hoe minder hij iets gelijkwaardigs hier tegenover kan stellen, des te grooter is het voordeel voor den aanvaller. Het lot van het Fransche goud. Het vervoer van den goudschat uit Frankrijk. NAJAARSBEURS TE UTRECHT. Naar wjj vernemen, wordt de Najaars- beurs 1941 gehouden van 9 tot en met 18 September a.s. AMBTENAAR STAD LEVENSMIDDELENKAARTEN. Het A.N.P. meldt uit Brussel: Voor het Kriegsgericht van de Obeifeldkomman- dantur heeft zich een ambtenaar met 8 medeplichtigen te verantwoorden gehad wegens diefstal van duizenden levensmid delenkaarten. die hij als bureauchef in het ministerie van landbouw en voedingswe zen onder zijn berusting had. De kaarten werden tegen goede prijzen verkocht. Zoo had de zoon van den ambtenaar zijn va der als zuivere winst maandelijks bedragen tot 10.000 francs kunnen zenden. De amb tenaar werd veroordeeld tot 12 jaar tuchthuisstraf, zijn zuster tot 5 jaar, zijn vrouw tot 1 jaar en een andere mede plichtige tot 9 jaar. De minderjarige zoon kreeg 2 jaar gevangenisstraf en een mede plichtig echtpaar kreeg 2 jaar tuchthuis straf. DOOR FRANK F. BRAUN. 35) Commissaris Larris verloor zijn geduld. Het ging niet tegen zijn hoofdinspecteur, maar hij hief zijn vlakke hand op en liet die met een slag op het tafelblad vallen. De inktpot sprong op en het potlood be gon te rollen. „Kybander, nu wordt het me te barWie was de dader?" Kybander zat te kijken met een gezicht als een schooljongen, die pas een standje heeft gekregen. „Ik kan alleen maar zeggen, wie het niet was, mijnheer", antwoordde hij en het scheen hem zelf nog het meest te hinde ren. U heeft deze zaak. aan mij overge laten en daar ben ik u dankbaar voor. Ik weet ook wel, dat de acht en veertig uur, die u me gegeven had, vandaag om zijn, maarHij haalde zijn schouders op met een beweging, die om vergeving vroeg, nog eens acht en veertig uur te vra gen, durfde hij niet. „Het Is karde noot, mijnheer, een van de hardste". Larris werd weer kalm. Ongeduld kon hier hoogstens iets bederven. „Was het die Braubach dan niet?" vroeg hij. .Alles wees daar toch op?" „Dat doet het nog en Juffrouw Fabreani is er vast van overtuigd, dat ze me binnen een paar uur het bewijs van de schuld van COMPLETE SLAGERIJ AAN HUIS. Ambtenaren van den centralen crisis- en contróledienst deden, in samenwerking met de marechaussee een inval in een langs den Rijksstraatweg onder de ge meente Abcoude-Baambrugge staande boerderij van den veehouder P. In de boer derij bleek de boer een complete slagerij te hebben ingericht Een varken van fruim 350 pond hing schoon aan den haak. De boer was juist bezig een anderen 350 pon der het leven te benemen. Door snel in grijpen wisten de ambtenaren het dier van een wissen dood te redden. Zoowel het geslachte, als het nog levende varken Wer den in beslag genomen. GESCHROKKEN KOE VEROORZAAKT DOODELIJK ONGEVAL. Op den Enschedeschenweg in de ge meente Haaksbergen liep de 54-jarige ge huwde fabrieksarbeider, J. .Hoebink, met een koe aan het touw. Op een gegeven oogenblik schrok het dier van een achter op rijdenden autobus. Het sprong op zij en wierp H. onder den volgwagen van de bus. De man was op slag dood. Peter Braubach kan leveren. Alleen ik ben het niet". „Kybander, met je hand op het hart, wat geloof je dan? Als het niet die Peter Braubach was, niet Angelica Fabreani, niet Otto Horn, wie dan wel? De Hon gaar? Of toch dat meisje, hoe heet ze ook weer. Inge Lotter?" „Nee", zei Kybander, „die allemaal niet, vast niet. Er moet ergens een vergissing schuilen. Maar ik weet niet waar Na deze orakelachtige uitspraak zweeg hij. Commissaris Larris keek hem nog een poosje aan. Dan trok hij zijn schouders op en wendde zich af. In de deuropening mom pelde hij „Een hopeloos geval", en het was niet heelemaal duidelijk, hoe hij deze woorden bedoelde. Op tafel lag een fraai ingebonden dossier met het opschrift in ronde krulletters Fabreani. De zom glipte tusschen de ge raniumbladen door op de tafel en schil derde daar een paar lichte kringen op. De letters schenen te dansen, ze veranderden van uiterlijk en geraakten door elkaar. Het was, alsof er een poging werd gedaan, uit dezen naam Fabreani een nieuwen naam te vormen. Kybander stond op. Hij wischte het spookbeeld weg. „Onzin", zei. hij. „De zon brengt aan het licht, dat is maar zoo een gezegde. Daar kun je niet van opaan. Hij kon niet weten, hoezeer hij zich ver giste. HOOFDSTUK XV. Willem Bank had nog een laatste onder houd met hoofdinspecteur Kybander, voor OPPERBEVELHEBBER VAN AUSTRALISCHE TROEPEN IN HET NABIJE OOSTEN. De opperbevelhebber van de Australi sche troepen in het Nabije Oosten, luite nant-generaal sir Thomas Blarney, is, naar Reuter meldt, tot plaatsvervangend opper bevelhebber van de Britse he strijdkrachten in het Nabije Oosten, en daarmede tot plaatsvervanger van generaal Wavell be noemd. ALS EEN PAARD BIJ DEN KRUIDENIER KOMT. Gistermiddag is te Kampen groote con sternatie veroorzaakt door een paard van een vrachtrijder, dat ter hoogte van de gasfabriek op hol sloeg. Het dier rende den Noordweg in en sprong daar door een groote spiegelruit van de étalage van een comestibleswinkel. Vrijwel tegelijkertijd werd een schilder, die op een ladder stond door den wagen omver gereden. De man viel naar beneden en kwam in den wa gen terecht zqnder noemenswaard letsel op te loopen. Het paard richtte in den comestibleswinkel een ware vernieling aan. Het vertrapte de geheele étalage, die vol winkelwaren stond. Toonbanken wer den omver geloopen en schoven in elkaar. Bakken met kruidenierswaren vlogen over den grond, een vleeschmachine viel in stukken en wat gespaard bleef werd be smeurd door het bloed van het gewonde dier. Gelukkig bc -rmden er zich geen klanten in den winkel. De winkelier, die het on geluk zag aankomen, wist het veege lijf te redden door zich in een hoek van den winkel te verschansen. De schade aan den winkel toegebracht wordt op 1500 'ge schat. Het paard werd ernstig gewond, doch behoefde niet te worden afgemaakt. De Trud ontleent aan het Fransche week blad Ce Jour het volgende verhaal van het vervoer van den Franschen goudschat uit Frankrijk Op 12 Juni 1940 legt de kruiser Emile Bertin aan aan de kade van Brest De strijd was reeds tot de toegangen van Parijs genaderd. De Duitschers waren de Seine overgestoken. Zij hadden Reims geno men. De regeering was naar Tours ver huisd. De generale staf naar Brillard. Uit de hoofdstad werden haastig de kostbaar heden weggevoerd. Kort nadat de Emile Bertin te Brest was aangekomen, werden aan de kade 14.000 grijze zakken, elk we gende 60 kg., aangevoerd. In deze zakken zat goud, ongeveer een milliard goud uit de kelders van de Bank van Frankrijk. Er was order ontvangen de zakken snel in den krui ser te laden en zee te kiezen. Het schip kiest koers naar het Westen. Het Fransche goud zoekt een schuilplaats in de Nieuwe Wereld. De Emile Bertin loopt met een snelheid van 30 knoopen. Men moet aan de drijvende duikbooten en vlieg tuigen ontkomen om niet te spreken van de raiders, die den Oceaan eggen By het aanbreken van den 18den Juni verschünt land aan den horizon. De Emile Bertin nadert de haven van Halifax in Canada. Volgens de te Brest ont vangen instructies moet de commandant van den kruiser het Fransche goud ter be waring geve# aan de Canadeesche autori teiten. Maar op bet oogenblik, dat het schip de haven reeds binnen is en aanlegt, krijgt de kapitein een draadloos cijfertele gram. De regeering-Pétaln beeft om de wapenstilstandsvoorwaarden gevraagd. Daarom moet de commandant van de Emile Bertin in afwijking van zijn vroegere instructies niet naar Halifax gaan, maar naar het eiland Martinique en zorgen dat hij daar nog voor het onderteekenen van het wapenstilstandsverdrag aangekomen is. Intusschen worden de' loopbruggen reeds neergelaten. Een troep Engelsche officieren begeeft zich aan boord. Zij wisselen hand drukken met den commandant van den kruiser. Een Britsch officier deelt mee, dat aan de haven een speciale trein met mili taire bewaking onder stoom staat. „Wanneer u wilt, zullen wjj terstond be ginnen inet het lossen van de zakken goud. Morgen zullen zij in Montreal in veiligheid zijn". „Er is geen bijzondere haast nu wij in bevriende wateren zijn", antwoordt de com mandant van het schip vriendelijk. De be- dat hij naar huis mocht gaan. Kybander ontving hem, toen hjj van be neden de boodschap had gekregen, dat Peter Braubach het gebouw had verlaten. Overigens was het er niet erg op aan ge komen, wanneer Bank en Braubach elkaar waren tegengekomen, maar het was nu eenmaal een principe van Kybander, zjjn plannen niet achteraf te veranderen. „Die meneer van zoonet was het beslist niet", verzekerde Bank nog eens. „Ik kan u geen beschrijving van den man geven,' maar dat die van zoonet het niet was, dat is zeker". „Een oogenblikje", zei Kybander. „Ik zou u nog iemand willen laten zien. Mis-' schien herkent u dien man wel". Hij had weinig hoop, het stemde ook In het geheel niet overeen met zijn opvattin gen, wanneer hij In Otto Horn den man herkennen zou, die bij hem was gekomen met het verzoek om de vermouthflesch met een nieuwe kurk te sluiten. Hij nam den arbeider bij den arm, klopte bij com missaris Larris aan, knipoogde en zei „Heeft u mijnheer Bank hier nog iets te vragen, mijnheer?" Larris begreep hem dadelijk. „Nee", zei hij, en daar Otto Horn, die met een boek bij het raam zat, hem den rug toekeerde, wees hij met zijn wijsvinger naar hem. Willem Bank was ook niet van gisteren. Hij schudde het hoofd. Ze gingen weer de kamer uit. „Hebt u toevallig misschien ook gezien, of de man in een auto was gekomen? Stond zijn wagen soms voor de deur?" Daar heb ik niks van gemerkt, inspec teur". Willem Bank wilde graag een zoo uitvoerig mogelijke verklaring afleggen. Belangrijke prijsregelingen voor de katoenindustrie. De gemachtigde voor de prijzen maakt bekend, dat met ingang van 23 April een tweetal prijsregelingen in werking zijn ge treden, welke van groot belang zijn voor vrijwel de geheele kantoenindustrie. Het betreft hier de calculatie-beschikking wit- weverijen nr. 1 en de calculatiebeschikking bontweverijen nr. 1. Deze beschikkingen bevatten zoogenaamde calculatieschema's, dat wil zeggen voorschriften, welke precies aangeven, op welke wijze de katoenfabri kanten hun verkoopprijzen moeten bere kenen. Hierdoor zal worden bereikt, dat alle fabrikanten, die onder deze regelingen vallen, hun prijzen op dezelfde wijze vast stellen. Het publiek heeft dan de zekerheid, dat deze prijzen geheel verantwoord zullen zijn. Het spreekt vanzelf, dat de naleving van deze bepalingen scherp zal worden ge controleerd. Hoewel er tusschen de prijzen van de verschillende fabrikanten nog wel eenig onderscheid zal blijven bestaan, als gevolg van afwijkende inkoopsprijzen, andere pro ductiemethoden of het vervaardigen van uiteenloopende kwaliteiten, kan toch wel gezegd worden, dat de prijzen over het geheel genomen op ongeveer hetzelfde peil zullen zijn vastgelegd. In de beschikkingen is verder de bepa ling opgenomen, dat de groothandel zijn verkoopprijzen aan den kleinhandelaar mag verhoogen met het bedrag, waarmede zijn inkoopsprijs gestegen is. Aan den anderen kant heeft hij de verplichting zijn verkoop prijzen te verlagen met het bedrag, waar mede zijn inkoopsprijs mocht zijn gedaald. GR0EDE. Abonnementeto en advertenties voor de Provinciale Zeeuwsche Courant worden aangenomen door den Agent. H. A. MEULENDIJK, Sshuitvlotstr. 105. manning heeft na een dergelijke reis rust noodig. Bovendien moet ik de Fransche ad miraliteit aanvullende instructies vragen. Neem mij niet kwalijk, maar ik kan niet eerder iets ondernemen dan over een paar uur. Dan zal ik u daarvan mededeeling doen." De Britsche. officieren blijven echter bij hun voorstel. Het onderhoud dat op vriend schappelijke toon begonnen is, ontaardt in een polemiek. Zij, de Engelschen, weten ook dat Frankrijk om de wapenstilstandsvoor waarden gevraagd heeft en 14.000 zakken goud, dat zijn duizenden vliegtuigen en tanks, millioenen liters brandstof en dui zenden tonnen graan. De commandant van den kruiser slaagt er met dat al in om de beslissing 48 uur uit te stellen. Intusschen wordt alles in gereed heid gebracht, voor het vertrek. Tegen het einde van het tweede etmaal brengt de Emile Bertin de machines op gang, gereed om het vuur op de stad te; openen, wanneer het plaatselijk garnizoen* met geweld het vertrek van den kruiser tracht te verhin deren. De Emile Bertin krijgt vaart. Tegen den ochtend is hij reeds in volle zee. Op 22 Juni bereikt de kruiser het Noordelijke uiteinde van het eiland Martinique^ Hij loopt Fort de France binnen en gaat voor anker niet ver van het vliegtuigmoederschip Béarn, den hulpkruiser Barfleur, de kanonneerboot Vilie d'Isel, twee mijnenleggers en eenige tankbooten. De Odyssee met het milliard dollars Fransch goud, was schijnbaar geëindigd. Maar de Vereenlgde Staten hebben van het oogenblik, dat zij ernaar streefden op de Antillen bases te scheppen voor de bescher ming van het Panamakanaal, reden om zich voor het eiland Martinique te interesseeren. Hier op het kleine vliegveld van Fort de France staan bovendien 96 vliegtuigen, wel ke Frankrijk in Amerika gekocht heeft. Zij konden niet tijdig naar Frankrijk worden overgebracht en de Vereenlgde Staten zou den ze terug willen hebben. Ook het goud,, dat zich op het eiland bevindt trekt de aan dacht der Amerikanen. De Engelschen hebben een maand lang Martinique geblokkeerd. Thans bevindt de Amerikaansche vloot zich voortdurend in de aangrenzende wateren. Gebruik makend van de nieuwe basis op het Engelsche eiland Santa Lucia visiteeren de Amerikaansche marine-autoriteiten alle schepen, die Fort de France in- of uitvaren. Dagelijks vliegen er Amerikaansche vliegtuigen overheen Hij stelde zich de toedracht van het ge beurde nog eens voor. „Ik was bezig, roode Bordeaux te kurken", zei hö, „en ik had de deur van de werkplaats open staan, toen er een man over de binnen plaats kwam. Hij hield me een volle flesch voor en zei zoo ongeveer„Wilt u hier alstublieft een kurk op doen? Wat zit er dan in? vroeg ik. Wijn, zei hg. Ik schudde het hoofd. Dat mag ik niet, zei Ik, op de flèsch staat Vermouth, het is het etikei van een bekende firma, misschien hebt u er wel suikerwater in gedaan en dan zou ik aan het bedrog hebben meegedaan. On zin, zeit-le, en hg had een geldstuk in zijn hand. Maar "toen wou ik juist heelemaai niet. Als het hem zooveel waard was, dan moest er iets niet in orde zgn, dacht ik zoo. Mg baantje is me liever dan een beetje geld, en Ik heb hem toen weggestuurd. Toen is hg ook dadeigk gegaan". „Hebt u dan geen kurk voor hem op de flesch gedaan?" „Nee, dat weet u toch?" „Daar wist ik geen woord van Dat hebt u me niet verteld „O", zei Willem Bank, eenlgszins uit het veld geslagen. ,,Dat komt er dan mis schien ook niet zoo op aan?" „Ja, waarachtig", verzekerde Kybander, „of het er op aan komt. Minstens zoo veel als wanneer u wel een kurk voor hem op de flesch gedaan hadt Hg begon luider te spreken. „Ik zou u graag, om nauwkeurig te zgn, nog iemand willen laten zien, mynheer Bank", ging hg voort, „maar de betrokkene moest eerst een boodschap hebben. Laten we zoo af spreken u gaat eerst naar huis, dat wil dan zeggen, naar de zaak, en daar wacht REDACTEUR J. A. VAN DIXHOORN. Het volgende stukje van den hee. Kaat bieden we onzen lezers ditmaal ter op lossing aan. Auteur: Jan Kaat, KapeOe. 12 8 4 5 V///S wy/z W/fA WA. 46 47 48 49 60 8tand in cgfers: Zwart 6 schgven op 0, 10, 17, 20, 25 en 40. Wit 7 schgven op 23, 27, 28, 85 en 42-44. Als steeds: Wit begint en wint Oplossingen worden gaarne Ingewacht vóór of op 7 Mei a.s. by de Redactie der Prov. Zeeuwsche Crt onder motto Dam- rubriek. Een schitterende eindspelwinst Door bemiddeling van onzen Llmuider damvriend Dukel ontvingen we onder staand eindspel, dat wel een zeer fraaie winstgang bevat: 1 2 3 4 5 n§ g§ 9 §t UN 8 §1 il li 11 m J§ Hl 8 8 f§ 8 H gj Ut m 8 8 8 Ut HUH m 8 ÉH 8 Ml Hf fff 'M W 46. 47 48 49 60 Men -Óordeele: 3344, 465. De eenig- ste zet. Immers, op 4619 (A) volgt 242 15x24, 2X35 36—41, 36—19 41—47, 44—33! 47—36, 19—41 36X47, 33—15 47x20 en 15X47. Op (A) 3641 zou volgen 4440 41— 47, 40—29 47X33 en 29x38. Na 465 volgt de matzet 4450! waar na zwart weer tot veld 46 wordt verplicht dus 546, 3833 Verhindert 3641 wegens 5045 4147, 45—1 47x29 en 1X40 met winst in bekenden stand. Op 465 zou volgen 24- -35 15x24 en 36 X 19. Dus wordt zwart verplicht tot 4619, 24X2 15x24, 2X30 36—41 en 30—43! met fraaien slotstand. Een fijn stukje! Oplossing probleem O. K. Kaan. Dit In ónze rubriek van 2 April J.L aangeboden probleem had den volgenden stand: Zwart 12 schgven op 1, 6. 810, 13, 15, 16, 19, 23. 29 en34. Wit 12 schij ven op 17, 20, 22, 26, 28, 82, 37, 38, 41—43 en 48. De uitermate fraaie ontleding verloopt aldus: 2621 16X18 (meerslag); 3833 29 x 36 (meerslag); 43—38 15X24; 17—11 6X17; 37—31 36X27; 32X5dam 23x43; 5X7 1x12 en 48X17. Een schitterende constructie van dezen onuitputteigken problemist. Gc de oplossingen ontvingen we van de heeren S. v. E., J. J. L. en v. d. M., allen Vlisslngen; W. B. te Middelburg, A. C. en H. M. S.,beiden te Goes en J. K. te Kapel! e. u op een tafeltje van mg. Ik zaJ me wel even met mijnheer Zevenhoven In verbin ding stellen en u komt dan dadeigk hier heen. De confrontatie duurt maar een paar minuten". „Zeker, daar weet lk nu genoeg van". „Vertelt u me eens, misschien herinnert u zich dat. Had de man misschien ook bgzonder breede schouders, zoo'n echt sporttype?" „Nee, mynheer". „Hy spreekt verder ook een beetje met een accent, zoo'n beetje Hongaarsch-ach- tig. Herinnert u zich dat misschien?" „Nee, dat spyt me". „Nou, goed dan. Dan blijft het dus daar- by. U krggt wel een boodschap". Hoofdinspecteur Kybander verliet kort na Willem Bank het hoofdbureau. Hg ging naar het groote ziekenhuis. Daar kende hg professor Beumer en hg liet zich aandienen. Beumer was internist. Hg ontving den hoofdinspecteur dadeigk. „Komt u in functie of als patiënt, mynheer Kyban der Maar dat is waar ook, u bent nooit ziek steekt u dus maar van wal". „Ik heb u een vraag te doen, professor. Kent u de werking van atropine, wanneer het door de maag in het lichaam komt?" „Of ik de werking ken? Uit eigen on dervinding gelukkig niet. In de practyk, moet ik bekennen, ben ik zoo'n geval ook nog niet tegengekomen. Maar uit de lite ratuur ken ik de werking natuurlek wel. .(Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1941 | | pagina 6