De oorzaken van de Duitsche
militaire successen.
Het geheim
van hei
doodelijke
ai*
Dammen
Hf
B
8
H
H
11
11
in
':;X
'..J
ui
iü
B
JU
HP
m§
iü
w
w
m.
Het oordeel van een Zwltserschen kolonel.
(Van onzen Haagschen correspondent.)
Een Zwitsersch hoofdofficier, dr. Gustav
Dèlniker, kolonel van den Zwltserschen
generalen staf, heeft in een gedocumen
teerde brochure, die zich ook door leeken
op militair-technisch terrein uitstekend
lezen laat, zfln oordeel te kennen ge
geven over de oorzaken der Duitsche mi
litaire successen in de veldtochten van
1939 en 1940.
In dit zakelijk en critlsch overzicht, ver
schenen onder den titel: „Duitsche aan
voering en Duitsche soldaten 19391940",
zet deze neutrale deskundige allereerst
de be teekenis uiteen van het verengen
van de ruimte, om een zoo groot moge
lijk effect van een concentrische operatie
te bereiken. Ais welsprekend voorbeeld
hiervan wjjst hjj op Polen, dat juist door
dat hét hiertoe alle gelegenheid voor de
Duitschers had geschapen, zoo snel over
wonnen kon worden.
In de veelvormigheid van de verschillen
de operatievoorbereidingen constateert de
schrijver aan Duitsche zjjde tevens een
groote beheersching van de strategie met
betrekking tot rjjkdom aan denkbeelden,
koene besluitvaardigheid en daadkracht.
Van den strjjd in het Westen zegt dr.
Daniker ojn. het volgende:
„Hoewel op het geheele 450 k.m. lange,
langs de Nederlandsche en Luxemburgsche
grenzen verloopende front gelijktijdig
wordt aangetreden, concentreerde zich de
krachtinspanning in drie zwaartepunten,
die onderling* weder verschilden in be-
teekenis. Op den rechtervleugel ging het
erom, Nederland zoo snel mogelgk in be
zit te nemen om daardoor een verenging
van de oporatle-ruimte te verkregen. Hier.
bij werd voor de eerste maal in grooten
stijl een „omvatting van boven af' onder
nomen, doordat valschermjagers en lucht-
infanterie onmiddellijk bij het begin van
den aanval midden in de Vesting Holland
bij Rotterdam werden afgezet, wat in den
vervolge medebeslissend was voor de snel
le neerwerping van het Nederlandsche
leger.
Een tweede hoofdstoot werd uitgevoerd
tegen den sterken hoekpyier van het Bel
gische verdedigingsstelsel ep bracht het
fort Eben Emael ten val. Daardoor werd
een aanval tegen de stelling aan het Al-
bertkanaal en een bedreiging van den
Zuidelijken vleugel van het Nederlandsche
leger mogeljjk. De Nederlanders hebben
indertijd niet ten onrechte ernstige be
denkingen aangevoerd tegen het beloop
van het Belgische verdedigingsfront. Door
den val van Eben Emael werd tegeiyk
het Zuideltjk liggende Ardennefront aan
het wankelen gebracht. Het hoofdzwaarte
punt van de geheele op 10 Mei beginnende
operatie lag intusschen op den linkervleu
gel; met de doorbreking Van de verster
kingen ten Zuiden van Namen, den stoot
tegen Sedan en de doorbraak van de ver
lengde Maginot-linie moesten de eigen
lijke voorwaarden voor de vernietiging van
de Engelsche en Pransche legers Noorde
lijk van de Aisne en de Somme worden
geschapen."
In het tweöde gedeelte van zfln geschrift
behandelt de Zwitsersche kolonel de uit
voering van de operaties, waarbjj hy erop
wijst, dat het hierbij niet alleen ging om
de uitvoering van hetgeen was voorbereid,
waartegen zich soms de handelingen van
de tegenpartij, die men te voren natuurlijk
niet kende, verzetten, doch vooral ook om
het leiden der operaties.
Dr. D&niker brengt hulde aan de Duit
sche ondercommandanten, die zelfstandig,
doch in den geest van de hoogere leiding
en vrij van schema's handelden, altijd ver
naar voren waren, zelf zagen en op grond
daarvan onmiddellijk de vereischte beslui
ten konden nemen. Eén van de geheimen
van de Duitsche militaire successen schuilt
dan ook in dit ver naar voren gaan van
de commandanten, hetgeen ook als voor
beeld voor den troep natuurlijk van niet
te onderschatten beteekenis is.
Dit laten van een niet geringe zelfstan
dige vrijheid, ofschoon het opperbevel niet
temin de teugels goed in handen hield, was
slechts mogelijk door de zekerheid, dat
alle commandanten, van hoog tot laag, in
denzelfden geest handelden. Het hierdoor
opgewekte persoonlijke initiatief wist vaak
groote successen te bereiken.
De schr. concludeert:
„Duitsche stoutmoedigheid heeft de
overwinning over Fransche voorzichtigheid
bevochten. Deze koenheid heeft den vij
andelijken moed meer gebroken, dan dat
zij bloedige offers heeft moeten vragen.
Door dit gedurfde wagen werd de tegen
stander veelal geestelijk verlamd; hij was
ook niet meer in staat zyn materieele mid
delen werkzaam te gebruiken. De nieuwe
oorlogvoering is gekenmerkt door een
nieuwe tijdmaat en door betrekkelijk ge
ringe offers."
Tenslotte bespreekt de schr. de presta
ties van den troep. Want uiteindelijk be
paalt de soldaat de waarde van het leger.
Ofschoon de opleiding der Duitsche sol
daten in het algemeen op de slagvelden de
vuurproef heeft doorstaan, moest toch op
grond van de oorlogservaringen veel ver
anderd en opnieuw geregeld worden, waar
toe de rustige winter 19391940 werd ge
bruikt, naar dr. Daniker onthult. In dien
tijd heeft de Duitsche weermacht zich haar
jongste oorlogservaringen grondig ten
nutte gemaakt en hard geoefend, met name
wat de samenwerking tusschen de ver
schillende wapens betreft bij den aanval
op versterkte stellingen.
In dit opzicht verwijt deze Zwitsersche
kolonel den Westelijke mogendheden, dat
zij de lessen van den Poolschen veldtocht,
die hun het dynamisch karakter der mo
derne oorlogvoering hadden kunnen leeren,
niet ter harte hebben genomen: „Indien
men geen troepen wilde zenden, hadden
tenminste talrijke Fransche en Engelsche
officieren tijdig naar Polen moeten gaan
om den oorlog van nabij mede te maken
en richtlijnen vast te stellen voor de ver
dere opleiding van de eigen legers. Daar
aan dacht men echter niet.
Tenslotte wijst de schr. nog er op, dat
de Duitsche soldaat van heden ook de
soldaat van een revolutie is, en de krijgs
geschiedenis toont vele voorbeelden, dat
de strijd voor een ideaal bijzondere krach
ten verleent. Hoe minder de tegenstander,
tengevolge van zijn andersgerichte denk
beelden, begrijpt waarom het eigenlijk gaat,
en hoe minder hij iets gelijkwaardigs hier
tegenover kan stellen, des te grooter is
het voordeel voor den aanvaller.
Het lot van het Fransche goud.
Het vervoer van den goudschat uit Frankrijk.
NAJAARSBEURS TE UTRECHT.
Naar wjj vernemen, wordt de Najaars-
beurs 1941 gehouden van 9 tot en met 18
September a.s.
AMBTENAAR
STAD LEVENSMIDDELENKAARTEN.
Het A.N.P. meldt uit Brussel: Voor het
Kriegsgericht van de Obeifeldkomman-
dantur heeft zich een ambtenaar met 8
medeplichtigen te verantwoorden gehad
wegens diefstal van duizenden levensmid
delenkaarten. die hij als bureauchef in het
ministerie van landbouw en voedingswe
zen onder zijn berusting had. De kaarten
werden tegen goede prijzen verkocht. Zoo
had de zoon van den ambtenaar zijn va
der als zuivere winst maandelijks bedragen
tot 10.000 francs kunnen zenden. De amb
tenaar werd veroordeeld tot 12 jaar
tuchthuisstraf, zijn zuster tot 5 jaar, zijn
vrouw tot 1 jaar en een andere mede
plichtige tot 9 jaar. De minderjarige zoon
kreeg 2 jaar gevangenisstraf en een mede
plichtig echtpaar kreeg 2 jaar tuchthuis
straf.
DOOR FRANK F. BRAUN.
35)
Commissaris Larris verloor zijn geduld.
Het ging niet tegen zijn hoofdinspecteur,
maar hij hief zijn vlakke hand op en liet
die met een slag op het tafelblad vallen.
De inktpot sprong op en het potlood be
gon te rollen. „Kybander, nu wordt het
me te barWie was de dader?"
Kybander zat te kijken met een gezicht
als een schooljongen, die pas een standje
heeft gekregen.
„Ik kan alleen maar zeggen, wie het
niet was, mijnheer", antwoordde hij en het
scheen hem zelf nog het meest te hinde
ren. U heeft deze zaak. aan mij overge
laten en daar ben ik u dankbaar voor. Ik
weet ook wel, dat de acht en veertig uur,
die u me gegeven had, vandaag om zijn,
maarHij haalde zijn schouders op
met een beweging, die om vergeving
vroeg, nog eens acht en veertig uur te vra
gen, durfde hij niet. „Het Is karde
noot, mijnheer, een van de hardste".
Larris werd weer kalm. Ongeduld kon
hier hoogstens iets bederven.
„Was het die Braubach dan niet?" vroeg
hij. .Alles wees daar toch op?"
„Dat doet het nog en Juffrouw Fabreani
is er vast van overtuigd, dat ze me binnen
een paar uur het bewijs van de schuld van
COMPLETE SLAGERIJ AAN HUIS.
Ambtenaren van den centralen crisis-
en contróledienst deden, in samenwerking
met de marechaussee een inval in een
langs den Rijksstraatweg onder de ge
meente Abcoude-Baambrugge staande
boerderij van den veehouder P. In de boer
derij bleek de boer een complete slagerij
te hebben ingericht Een varken van fruim
350 pond hing schoon aan den haak. De
boer was juist bezig een anderen 350 pon
der het leven te benemen. Door snel in
grijpen wisten de ambtenaren het dier
van een wissen dood te redden. Zoowel het
geslachte, als het nog levende varken Wer
den in beslag genomen.
GESCHROKKEN KOE VEROORZAAKT
DOODELIJK ONGEVAL.
Op den Enschedeschenweg in de ge
meente Haaksbergen liep de 54-jarige ge
huwde fabrieksarbeider, J. .Hoebink, met
een koe aan het touw. Op een gegeven
oogenblik schrok het dier van een achter
op rijdenden autobus. Het sprong op zij en
wierp H. onder den volgwagen van de
bus. De man was op slag dood.
Peter Braubach kan leveren. Alleen ik ben
het niet".
„Kybander, met je hand op het hart,
wat geloof je dan? Als het niet die Peter
Braubach was, niet Angelica Fabreani,
niet Otto Horn, wie dan wel? De Hon
gaar? Of toch dat meisje, hoe heet ze ook
weer. Inge Lotter?"
„Nee", zei Kybander, „die allemaal niet,
vast niet. Er moet ergens een vergissing
schuilen. Maar ik weet niet waar
Na deze orakelachtige uitspraak zweeg
hij.
Commissaris Larris keek hem nog een
poosje aan. Dan trok hij zijn schouders op
en wendde zich af. In de deuropening mom
pelde hij „Een hopeloos geval", en het
was niet heelemaal duidelijk, hoe hij deze
woorden bedoelde.
Op tafel lag een fraai ingebonden dossier
met het opschrift in ronde krulletters
Fabreani. De zom glipte tusschen de ge
raniumbladen door op de tafel en schil
derde daar een paar lichte kringen op. De
letters schenen te dansen, ze veranderden
van uiterlijk en geraakten door elkaar.
Het was, alsof er een poging werd gedaan,
uit dezen naam Fabreani een nieuwen
naam te vormen.
Kybander stond op. Hij wischte het
spookbeeld weg. „Onzin", zei. hij. „De zon
brengt aan het licht, dat is maar zoo een
gezegde. Daar kun je niet van opaan.
Hij kon niet weten, hoezeer hij zich ver
giste.
HOOFDSTUK XV.
Willem Bank had nog een laatste onder
houd met hoofdinspecteur Kybander, voor
OPPERBEVELHEBBER VAN
AUSTRALISCHE TROEPEN IN
HET NABIJE OOSTEN.
De opperbevelhebber van de Australi
sche troepen in het Nabije Oosten, luite
nant-generaal sir Thomas Blarney, is, naar
Reuter meldt, tot plaatsvervangend opper
bevelhebber van de Britse he strijdkrachten
in het Nabije Oosten, en daarmede tot
plaatsvervanger van generaal Wavell be
noemd.
ALS EEN PAARD BIJ DEN
KRUIDENIER KOMT.
Gistermiddag is te Kampen groote con
sternatie veroorzaakt door een paard van
een vrachtrijder, dat ter hoogte van de
gasfabriek op hol sloeg. Het dier rende
den Noordweg in en sprong daar door een
groote spiegelruit van de étalage van een
comestibleswinkel. Vrijwel tegelijkertijd
werd een schilder, die op een ladder stond
door den wagen omver gereden. De man
viel naar beneden en kwam in den wa
gen terecht zqnder noemenswaard letsel
op te loopen. Het paard richtte in den
comestibleswinkel een ware vernieling
aan. Het vertrapte de geheele étalage, die
vol winkelwaren stond. Toonbanken wer
den omver geloopen en schoven in elkaar.
Bakken met kruidenierswaren vlogen
over den grond, een vleeschmachine viel
in stukken en wat gespaard bleef werd be
smeurd door het bloed van het gewonde
dier.
Gelukkig bc -rmden er zich geen klanten
in den winkel. De winkelier, die het on
geluk zag aankomen, wist het veege lijf
te redden door zich in een hoek van den
winkel te verschansen. De schade aan den
winkel toegebracht wordt op 1500 'ge
schat. Het paard werd ernstig gewond,
doch behoefde niet te worden afgemaakt.
De Trud ontleent aan het Fransche week
blad Ce Jour het volgende verhaal van het
vervoer van den Franschen goudschat uit
Frankrijk
Op 12 Juni 1940 legt de kruiser Emile
Bertin aan aan de kade van Brest
De strijd was reeds tot de toegangen van
Parijs genaderd. De Duitschers waren de
Seine overgestoken. Zij hadden Reims geno
men. De regeering was naar Tours ver
huisd. De generale staf naar Brillard. Uit
de hoofdstad werden haastig de kostbaar
heden weggevoerd. Kort nadat de Emile
Bertin te Brest was aangekomen, werden
aan de kade 14.000 grijze zakken, elk we
gende 60 kg., aangevoerd. In deze zakken
zat goud, ongeveer een milliard goud uit de
kelders van de Bank van Frankrijk. Er was
order ontvangen de zakken snel in den krui
ser te laden en zee te kiezen.
Het schip kiest koers naar het Westen.
Het Fransche goud zoekt een schuilplaats
in de Nieuwe Wereld. De Emile Bertin
loopt met een snelheid van 30 knoopen. Men
moet aan de drijvende duikbooten en vlieg
tuigen ontkomen om niet te spreken van
de raiders, die den Oceaan eggen
By het aanbreken van den 18den Juni
verschünt land aan den horizon.
De Emile Bertin nadert de haven van
Halifax in Canada. Volgens de te Brest ont
vangen instructies moet de commandant
van den kruiser het Fransche goud ter be
waring geve# aan de Canadeesche autori
teiten. Maar op bet oogenblik, dat het
schip de haven reeds binnen is en aanlegt,
krijgt de kapitein een draadloos cijfertele
gram. De regeering-Pétaln beeft om de
wapenstilstandsvoorwaarden gevraagd.
Daarom moet de commandant van de
Emile Bertin in afwijking van zijn vroegere
instructies niet naar Halifax gaan, maar
naar het eiland Martinique en zorgen dat
hij daar nog voor het onderteekenen van
het wapenstilstandsverdrag aangekomen is.
Intusschen worden de' loopbruggen reeds
neergelaten. Een troep Engelsche officieren
begeeft zich aan boord. Zij wisselen hand
drukken met den commandant van den
kruiser. Een Britsch officier deelt mee, dat
aan de haven een speciale trein met mili
taire bewaking onder stoom staat.
„Wanneer u wilt, zullen wjj terstond be
ginnen inet het lossen van de zakken goud.
Morgen zullen zij in Montreal in veiligheid
zijn".
„Er is geen bijzondere haast nu wij in
bevriende wateren zijn", antwoordt de com
mandant van het schip vriendelijk. De be-
dat hij naar huis mocht gaan.
Kybander ontving hem, toen hjj van be
neden de boodschap had gekregen, dat
Peter Braubach het gebouw had verlaten.
Overigens was het er niet erg op aan ge
komen, wanneer Bank en Braubach elkaar
waren tegengekomen, maar het was nu
eenmaal een principe van Kybander, zjjn
plannen niet achteraf te veranderen.
„Die meneer van zoonet was het beslist
niet", verzekerde Bank nog eens. „Ik kan
u geen beschrijving van den man geven,'
maar dat die van zoonet het niet was,
dat is zeker".
„Een oogenblikje", zei Kybander. „Ik
zou u nog iemand willen laten zien. Mis-'
schien herkent u dien man wel".
Hij had weinig hoop, het stemde ook In
het geheel niet overeen met zijn opvattin
gen, wanneer hij In Otto Horn den man
herkennen zou, die bij hem was gekomen
met het verzoek om de vermouthflesch
met een nieuwe kurk te sluiten. Hij nam
den arbeider bij den arm, klopte bij com
missaris Larris aan, knipoogde en zei
„Heeft u mijnheer Bank hier nog iets te
vragen, mijnheer?"
Larris begreep hem dadelijk. „Nee", zei
hij, en daar Otto Horn, die met een boek
bij het raam zat, hem den rug toekeerde,
wees hij met zijn wijsvinger naar hem.
Willem Bank was ook niet van gisteren.
Hij schudde het hoofd.
Ze gingen weer de kamer uit.
„Hebt u toevallig misschien ook gezien,
of de man in een auto was gekomen?
Stond zijn wagen soms voor de deur?"
Daar heb ik niks van gemerkt, inspec
teur". Willem Bank wilde graag een zoo
uitvoerig mogelijke verklaring afleggen.
Belangrijke prijsregelingen voor
de katoenindustrie.
De gemachtigde voor de prijzen maakt
bekend, dat met ingang van 23 April een
tweetal prijsregelingen in werking zijn ge
treden, welke van groot belang zijn voor
vrijwel de geheele kantoenindustrie. Het
betreft hier de calculatie-beschikking wit-
weverijen nr. 1 en de calculatiebeschikking
bontweverijen nr. 1. Deze beschikkingen
bevatten zoogenaamde calculatieschema's,
dat wil zeggen voorschriften, welke precies
aangeven, op welke wijze de katoenfabri
kanten hun verkoopprijzen moeten bere
kenen. Hierdoor zal worden bereikt, dat
alle fabrikanten, die onder deze regelingen
vallen, hun prijzen op dezelfde wijze vast
stellen. Het publiek heeft dan de zekerheid,
dat deze prijzen geheel verantwoord zullen
zijn. Het spreekt vanzelf, dat de naleving
van deze bepalingen scherp zal worden ge
controleerd.
Hoewel er tusschen de prijzen van de
verschillende fabrikanten nog wel eenig
onderscheid zal blijven bestaan, als gevolg
van afwijkende inkoopsprijzen, andere pro
ductiemethoden of het vervaardigen van
uiteenloopende kwaliteiten, kan toch wel
gezegd worden, dat de prijzen over het
geheel genomen op ongeveer hetzelfde peil
zullen zijn vastgelegd.
In de beschikkingen is verder de bepa
ling opgenomen, dat de groothandel zijn
verkoopprijzen aan den kleinhandelaar mag
verhoogen met het bedrag, waarmede zijn
inkoopsprijs gestegen is. Aan den anderen
kant heeft hij de verplichting zijn verkoop
prijzen te verlagen met het bedrag, waar
mede zijn inkoopsprijs mocht zijn gedaald.
GR0EDE.
Abonnementeto en advertenties voor de
Provinciale Zeeuwsche Courant worden
aangenomen door den Agent.
H. A. MEULENDIJK, Sshuitvlotstr. 105.
manning heeft na een dergelijke reis rust
noodig. Bovendien moet ik de Fransche ad
miraliteit aanvullende instructies vragen.
Neem mij niet kwalijk, maar ik kan niet
eerder iets ondernemen dan over een paar
uur. Dan zal ik u daarvan mededeeling
doen."
De Britsche. officieren blijven echter bij
hun voorstel. Het onderhoud dat op vriend
schappelijke toon begonnen is, ontaardt in
een polemiek. Zij, de Engelschen, weten ook
dat Frankrijk om de wapenstilstandsvoor
waarden gevraagd heeft en 14.000 zakken
goud, dat zijn duizenden vliegtuigen en
tanks, millioenen liters brandstof en dui
zenden tonnen graan.
De commandant van den kruiser slaagt
er met dat al in om de beslissing 48 uur uit
te stellen. Intusschen wordt alles in gereed
heid gebracht, voor het vertrek. Tegen het
einde van het tweede etmaal brengt de
Emile Bertin de machines op gang, gereed
om het vuur op de stad te; openen, wanneer
het plaatselijk garnizoen* met geweld het
vertrek van den kruiser tracht te verhin
deren.
De Emile Bertin krijgt vaart. Tegen den
ochtend is hij reeds in volle zee. Op 22 Juni
bereikt de kruiser het Noordelijke uiteinde
van het eiland Martinique^ Hij loopt Fort de
France binnen en gaat voor anker niet ver
van het vliegtuigmoederschip Béarn, den
hulpkruiser Barfleur, de kanonneerboot
Vilie d'Isel, twee mijnenleggers en eenige
tankbooten.
De Odyssee met het milliard dollars
Fransch goud, was schijnbaar geëindigd.
Maar de Vereenlgde Staten hebben van het
oogenblik, dat zij ernaar streefden op de
Antillen bases te scheppen voor de bescher
ming van het Panamakanaal, reden om zich
voor het eiland Martinique te interesseeren.
Hier op het kleine vliegveld van Fort de
France staan bovendien 96 vliegtuigen, wel
ke Frankrijk in Amerika gekocht heeft. Zij
konden niet tijdig naar Frankrijk worden
overgebracht en de Vereenlgde Staten zou
den ze terug willen hebben. Ook het goud,,
dat zich op het eiland bevindt trekt de aan
dacht der Amerikanen.
De Engelschen hebben een maand lang
Martinique geblokkeerd. Thans bevindt de
Amerikaansche vloot zich voortdurend in de
aangrenzende wateren. Gebruik makend van
de nieuwe basis op het Engelsche eiland
Santa Lucia visiteeren de Amerikaansche
marine-autoriteiten alle schepen, die Fort
de France in- of uitvaren. Dagelijks vliegen
er Amerikaansche vliegtuigen overheen
Hij stelde zich de toedracht van het ge
beurde nog eens voor. „Ik was bezig,
roode Bordeaux te kurken", zei hö, „en
ik had de deur van de werkplaats open
staan, toen er een man over de binnen
plaats kwam. Hij hield me een volle flesch
voor en zei zoo ongeveer„Wilt u hier
alstublieft een kurk op doen? Wat zit er
dan in? vroeg ik. Wijn, zei hg. Ik schudde
het hoofd. Dat mag ik niet, zei Ik, op de
flèsch staat Vermouth, het is het etikei
van een bekende firma, misschien hebt u
er wel suikerwater in gedaan en dan zou
ik aan het bedrog hebben meegedaan. On
zin, zeit-le, en hg had een geldstuk in zijn
hand. Maar "toen wou ik juist heelemaai
niet. Als het hem zooveel waard was, dan
moest er iets niet in orde zgn, dacht ik
zoo. Mg baantje is me liever dan een beetje
geld, en Ik heb hem toen weggestuurd.
Toen is hg ook dadeigk gegaan".
„Hebt u dan geen kurk voor hem op de
flesch gedaan?"
„Nee, dat weet u toch?"
„Daar wist ik geen woord van Dat
hebt u me niet verteld
„O", zei Willem Bank, eenlgszins uit
het veld geslagen. ,,Dat komt er dan mis
schien ook niet zoo op aan?"
„Ja, waarachtig", verzekerde Kybander,
„of het er op aan komt. Minstens zoo veel
als wanneer u wel een kurk voor hem op
de flesch gedaan hadt
Hg begon luider te spreken. „Ik zou u
graag, om nauwkeurig te zgn, nog iemand
willen laten zien, mynheer Bank", ging hg
voort, „maar de betrokkene moest eerst
een boodschap hebben. Laten we zoo af
spreken u gaat eerst naar huis, dat wil
dan zeggen, naar de zaak, en daar wacht
REDACTEUR J. A. VAN DIXHOORN.
Het volgende stukje van den hee. Kaat
bieden we onzen lezers ditmaal ter op
lossing aan.
Auteur: Jan Kaat, KapeOe.
12 8 4 5
V///S
wy/z
W/fA
WA.
46 47 48 49 60
8tand in cgfers: Zwart 6 schgven op 0,
10, 17, 20, 25 en 40.
Wit 7 schgven op 23, 27, 28, 85 en
42-44.
Als steeds: Wit begint en wint
Oplossingen worden gaarne Ingewacht
vóór of op 7 Mei a.s. by de Redactie der
Prov. Zeeuwsche Crt onder motto Dam-
rubriek.
Een schitterende eindspelwinst
Door bemiddeling van onzen Llmuider
damvriend Dukel ontvingen we onder
staand eindspel, dat wel een zeer fraaie
winstgang bevat:
1 2 3 4 5
n§
g§
9
§t
UN 8
§1
il li 11
m
J§
Hl
8 8
f§
8
H gj
Ut
m
8
8 8
Ut
HUH
m
8 ÉH
8
Ml Hf fff
'M
W
46. 47 48 49 60
Men -Óordeele: 3344, 465. De eenig-
ste zet. Immers, op 4619 (A) volgt 242
15x24, 2X35 36—41, 36—19 41—47,
44—33! 47—36, 19—41 36X47, 33—15
47x20 en 15X47.
Op (A) 3641 zou volgen 4440 41—
47, 40—29 47X33 en 29x38.
Na 465 volgt de matzet 4450! waar
na zwart weer tot veld 46 wordt verplicht
dus 546, 3833 Verhindert 3641
wegens 5045 4147, 45—1 47x29 en
1X40 met winst in bekenden stand. Op
465 zou volgen 24- -35 15x24 en 36 X
19. Dus wordt zwart verplicht tot 4619,
24X2 15x24, 2X30 36—41 en 30—43! met
fraaien slotstand.
Een fijn stukje!
Oplossing probleem O. K. Kaan.
Dit In ónze rubriek van 2 April J.L
aangeboden probleem had den volgenden
stand: Zwart 12 schgven op 1, 6. 810,
13, 15, 16, 19, 23. 29 en34. Wit 12 schij
ven op 17, 20, 22, 26, 28, 82, 37, 38,
41—43 en 48.
De uitermate fraaie ontleding verloopt
aldus: 2621 16X18 (meerslag); 3833
29 x 36 (meerslag); 43—38 15X24; 17—11
6X17; 37—31 36X27; 32X5dam 23x43;
5X7 1x12 en 48X17.
Een schitterende constructie van dezen
onuitputteigken problemist.
Gc de oplossingen ontvingen we van de
heeren S. v. E., J. J. L. en v. d. M., allen
Vlisslngen; W. B. te Middelburg, A. C.
en H. M. S.,beiden te Goes en J. K. te
Kapel! e.
u op een tafeltje van mg. Ik zaJ me wel
even met mijnheer Zevenhoven In verbin
ding stellen en u komt dan dadeigk hier
heen. De confrontatie duurt maar een paar
minuten".
„Zeker, daar weet lk nu genoeg van".
„Vertelt u me eens, misschien herinnert
u zich dat. Had de man misschien ook
bgzonder breede schouders, zoo'n echt
sporttype?"
„Nee, mynheer".
„Hy spreekt verder ook een beetje met
een accent, zoo'n beetje Hongaarsch-ach-
tig. Herinnert u zich dat misschien?"
„Nee, dat spyt me".
„Nou, goed dan. Dan blijft het dus daar-
by. U krggt wel een boodschap".
Hoofdinspecteur Kybander verliet kort
na Willem Bank het hoofdbureau.
Hg ging naar het groote ziekenhuis.
Daar kende hg professor Beumer en hg
liet zich aandienen.
Beumer was internist. Hg ontving den
hoofdinspecteur dadeigk. „Komt u in
functie of als patiënt, mynheer Kyban
der Maar dat is waar ook, u bent nooit
ziek steekt u dus maar van wal".
„Ik heb u een vraag te doen, professor.
Kent u de werking van atropine, wanneer
het door de maag in het lichaam komt?"
„Of ik de werking ken? Uit eigen on
dervinding gelukkig niet. In de practyk,
moet ik bekennen, ben ik zoo'n geval ook
nog niet tegengekomen. Maar uit de lite
ratuur ken ik de werking natuurlek wel.
.(Wordt vervolgd).